Kenia
moet
kiezen
èn delen
Armoede is de moeder van de misdaad
99
Groningse pater werkt in krotten van Nairobi
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1976
BUITENLAND
■■■■■BMW——
TROUW/KWARTET 17
door
Nico Kussendrager
„General Motors has the ful
lest confidence in the econo
mic future of Kenya" (Gene
ral Motors heeft het volste
vertrouwen in de econo
mische toekomst van Kenia)
melden grote borden langs de
invalswegen van Nairobi. Op
de stadsbussen staat „Join
the free people, join Pepsi"
(doe mee met de vrije men
sen, doe mee met Pepsi) en
bij een grote souvenirwinkel
hangt een spandoek: „Afri
can heritage: sale" (Afri
kaans erfgoed, te koop). En
tijdens de wereldhandelscon
ferentie Unctad werden de
conferentiebezoekers verwel
komd door borden van Coca
Cola.
Toegegeven, een beetje stem
mingmakerij, maar feit is
dat de westerse invloed in
Kenia en vooral in Nairobi
nog steeds zeer groot is. Tot
de strips in de kranten toe
(Amerikaans of Brits; Linke
Loetje^. Nairobi is een wes
ters aandoende metropool
met aan- en uitflikkerende
neonreclames veel hoogbouw
en druk verkeer, talrijke ho
tels, banken en westerse be
drijven. Hoog boven alles uit
torent het Kenyattaconfe-
rentiecentrum Kenyatta's
„schandpaal" een archi
tectonisch schitterend ge
bouw met warme kleuren en
schitterende fonteinen, dat
Nairobi aanzien en inkomen
moet geven.
Kenia is geliefd bij het wes
terse bedrijfsleven dat jaren
lang door de regering met
open armen is ontvangen,
zonder dat veel eisen werden
gesteld. In Nairobi lijkt het
wel of er iedere week een gro
te kantoorkolos wordt bijge
bouwd die dan door de plaat
selijke bladen met extra bij
lagen wordt verwelkomd. Be
drijven trekken elkaar aan en
hebben elkaar nodig en daar
door gaven steeds méér on
dernemingen de voorkeur
aan Nairobi boven bijvoor
beeld Kisoemoe, aan het Vic-
toria-meer, of zelfs de ha
venstad Mombassa.
De stad heeft de schijn van
werk en welvaart en oefent
een grote aantrekkings
kracht uit op de bewoners
van het platteland met zijn
werkloosheid, tekort aan
land en geringe verdiensten.
De bevolkingsgroei (3.5 pro
cent per jaar) gaat door en de
druk op het platteland wordt
steeds groter. Afrikanen wil
len grote gezinnen omdat
veel kinderen gezag geven,
werkkracht op het land bete
kenen en een oudedagsvoor
ziening verzekeren. Dat is al
tijd zo geweest en het zal nog
lange tijd zo blijven. De Ne
derlandse ontwikkelings
werkster die vertelt dat de
Afrikanen traditioneel kleine
gezinnen hebben, had bij de
cursus in Amsterdam toch
beter moeten opletten. Af
remmen van de bevolkings
groei heeft tot nu toe weinig
succes en ook hier zal econo
mische ontwikkeling wel
weer de beste „pil" zijn.
Aanlokkelijke verhalen van
verwanten die naar de stad
zijn gegaan en niet durven
toegeven dat ze daar mislukt
zijn trekken nog meer men
sen naar Nairobi. De trek
leunt sterk op familieverban
den, in de breedst mogelijke
zin, die niet toelaten dat de
deur voor verwanten geslo
ten blijft. Iemand kan een
familielid de deur niet wijzen
zonder zich de banvloek van
de rest van de familie op de
hals te halen.
Het inwonertal van Nairobi
steeg snel van ongeveer
120.000 (1948) via 265.000
(1962) tot meer dan een half
miljoen bij de laatste telling
(1969). De bevolking neemt
per jaar met 6 tot 7 procent
toe en op het ogenblik is de
700.000 al lang overschreden.
De grote trek naar de stad
blijkt uit het feit dat onder de
volwassen inwoners bijna
tweemaal zoveel mannen als
vrouwen zijn en dat amper
een kwart van de inwoners
van Nairobi in de stad is ge
boren. Zo'n 20 procent van de
inkomens in de stad wordt
door de mannen naar hun
vrouwen gestuurd die ploete
rend op het platteland zijn
achtergebleven.
Maar om dat te kunnen doen
met je wel werk hebben en
daar mankeert het aan in
Nairobi. De werkloosheid be
draagt 30 procent wat in
schrille tegenstelling is met
de 5 procent hier, waarover
wij ons zorgen maken. Maar
niemand hoeft de cijfers te
kennen om te weten hoe
groot de werkloosheid is. Op
iedere straathoek hangen
mannen rond, ze leuren met
souvenirs als bandjes van oli-
fantehaar (Real elephant
Het beeld van Kenia verschilt helaas niet veel
van andere landen in de derde wereld. Een
grote stad Nairobi met een reusachtig
gebrek aan woonruimte, veel werkloosheid en
daardoor misdadigheid en hoererij, met aan de
andere kant een onderontwikkeld platteland
waar de mogelijkheden bij lange na niet benut
worden.
hair, sir. No thank you, I do
prefer plastic), proberen je
het nummer van Africa.
Newsweek of The Standard
te slijten dat je net zit te
lezen of je zojuist gepoetste
schoenen nieuwe glans te
geven.
Een schoenpoetser vertelt
het verhaal van zovelen: Ik
ben naar de stad gekomen
omdat ik hoopte dat daar wel
een baantje zou zijn, maar er
is geen werk te vinden. Wie
de moeite wil nemen ziet elke
ochtend lange rijen werklo
zen, die hopen op een baan
tje. maar keer op keer te ho
ren krijgen „Nakoena kazi"
er is geen werk.
Vooral onder de jongeren is
de werkloosheid groot. Zij
hebben vaak een beetje op
leiding gehad die in Nairobi
niet in praktijk te brengen is.
Aan technische scholing, die
bitter nodig is, bestaat in Ke
nia een groot gebrek. „Wer
ken met de handen" werd
van oudsher vaak door de
vrouwen gedaan en de blan
ke deed het nooit in koloniale
tijden, dus kan het geen sta
tus hebben. De nieuwe kan
toren in Nairobi hebben naar
verhouding weinig mensen
nodig, en de industrie geeft
de voorkeur aan machines
boven mensen. Machines
kunnen niet staken of loonei
sen stellen en kapitaal is be
trekkelijk goedkoop in Ke
nia. Door al die in elkaar grij
pende ooreaken blijft de
vraag naar arbeid in Nairobi
ieder jaar weer drie procent
achter bij het aanbod.
Wie niet werkt zal ook niet
wonen. De Keniase regering
heeft zich altijd weinig gele
gen laten liggen aan goedko
pe volkswoningbouw. Pas in
het huidige nationaal ont
wikkelingsplan, dat loopt
van 1974 tot 1978 wordt er
veel nadruk op gelegd. Om de
bevolkingsgroei op te vangen
zouden er in die periode meer
dan 130.000 huizen moeten
worden gebouwd, maar daar
gelooft al niemand meer in,
maar dan 30 duizend per jaar.
De Keniase bouwnijverheid
komt niet verder dan 5.000
tot 6.000 per jaar en geeft de
voorkeur aan het uit de
grond stampen van weer een
nieuwe kantoorkolos, wat
winstgevender is. De huizen
die er komen zijn voor de
gelukkigen die ze kunnen be
talen. De huur voor een
optrekje in Nairobi ligt al
gauw rond de tien pond per
maand en het zijn maar wei
nigen die dat kunnen opbren
gen. Een taxi-chauffeur be
taalt dat voor alleen maar
een kamertje en hij vindt dat
hij „geluk" heeft gehad.
Zelf bouwen dan, de nieuwe
oplossing die de regering
heeft gevonden. De belang
stellenden kunnen op afbeta
ling bouwrijpe grond en een
voudige materialen kopen en
moeten dan zelf maar zien
dat ze een huis bouwen. Maar
ook dat kost weer geld en
meer dan de meesten kunnen
opbrengen. Ze zijn vaak ge-
Shoe shine, sir?
dwongen hun net verworven
stukje grond weer te verko
pen en aasgierige beleggers
zijn er genoeg. Tot nu toe
heben dergelijke „site en ser
vice" projecten alleen succes
gehad in Mombassa, waar
mensen zelf huizen hebben
gebouwd van deels koraal
met een dak van palmblade
ren. Tienduizenden mensen
zijn gehuisvest in armoedige
stinkende krottenwijken,
waar meer „ervaren" verslag
gevers de schouders ophalen
en zeggen dat er tenminste
geen kinderen omkomen van
de honger. Alsof dat een
norm is!
Wie denkt dat de optreksels
van hout. papier, katoen, lap
pen. plastic en wat er verder
nog maar te vinden is, eigen
dom zijn van de mensen zelf
is te goed van vertrouwen.
Het merendeel van de krot
ten is eigendom van stadsbe
woners die zelf een beter on
derkomen hebben en woeker
huren vragen. Een huis hier is
vaak duurder dan een goede
woning in de stad, verzekert
één van de bewoners van Ma-
thare valley, de grootste krot
tenwijk van Nairobi waar de
Nederlandse pater Naud Grol
werkzaam is.
In zo'n stad moet de misda
digheid wel groot zijn en om
dat vast te stellen hoeven al
leen weer de ogen de kost te
krijgen. Voor banken, andere
bedrijven en 'n beetje winkel
in Nairobi staan vervaarlijk
uitziende nachtwakers met
helmen, stokken en soms
honden die zich de hele nacht
rond een flakkerend vuurtje
proberen warm te houden. Ze
behoren tot Nairobi's tweede
leger" dat volgens horen zeg
gen groter zou zijn dan de
officiële politiemacht. En wie
nachtwakers inschakelt
moet nog uitkijken ook want
het zou niet voor het eerst
zijn dat hij zijn vriendjes
vraagt om de boel 's nachts
leeg te halen. „Sorry sir, ze
waren met zo veeL"
Berovingen zijn ook aan de
orde van de dag en de Neder
landse ambassade verstrekt
een handzaam papier waarin
De Volkswagenbus hobbelt door Mathare-valley, de
grootste krottenwijk van Nairobi, waar 80.000 men
sen wonen, als het woord verblijven tenminste niet
beter op zijn plaats is. Behendig ontwijkt pater
Arnold (Naud) Grol kuilen en hopen afval, onderwijl
vertellend.
Ik twin*
tig op
Tanzaniaanse
platteland ge
werkt, wat erg goed is om de
Afrikaan te leren kennen, en
zit nu sinds drie jaar in Nairo
bi. Verreweg het grootste
deel van de mensen hier heeft
geen werk en in mijn wijk is
het misdaadpercentage het
hoogste in heel Afrika. De
mensen leven van illegaal
stoken van drank en van
prostitutie. Het alcoholpro
bleem is groot in heel Oost-
Afrika, vooral in de achter
buurten, waar de mensen
drinken om hun eigen ellende
te vergeten. Toen ik hier
kwam zeiden de mensen: je
wilt ons zeker het illegaal sto
ken van drank verbieden. Ik
heb toen gezegd dat ik ze
niets zal verbieden zolang ze
geen werk hebben.
Prostitutie is hier algemeen
aanvaard en veel kinderen
zijn ook uit prostitutie gebo
ren. Ze zeggen wel eens tegen
me: vader, wat wil je nu van
me, ik ben een twee-shilling
kind. Veel mannen trekken
van het platteland naar Nai
robi zonder hun vrouwen en
komen daardoor terecht bij
de prostituees. In mijn wijk
zijn meer vrouwen dan man
nen. anders dan in de rest
van Nairobi, waar juist de
mannen in de meerderheid
zijn. Dat bewijst ook dat de
mannen meer kansen hebben
hier uit de krottenwijk te ko
men.
Eén van de dingen die ik pro
beer is zelf voor werk te zor
gen voor de mensen, in plaats
van een baan voor hen te
zoeken in Nairobi. Als ie
mand daar werk krijgt dan
gaat dat ten koste van ie
mand anders en daarom kun
je beter proberen zélf werk te
scheppen. We hebben nu bij
voorbeeld een winkel waar
we radio's maken, verkopen
batik, hebben een studio
waar jongens foto's ontwik
kelen. een garage en een tim
merwerkplaats. een kleerma
kerij. Ik wil de mensen leren
zelf hun kost te verdienen.
Een mooi voorbeeld daarvan
is een jongen die ik 1700 shil
ling heb geleend om een tea-
shop te beginnen. Binnen het
jaar had hij het geld terug
betaald en kan dus nu voor
zichzelf verder.
Ja, we werken inderdaad
meer onder de jongens en be
steden veel aandacht aan het
onderwijs. Als ik meer aan
dacht aan de meisjes zou be
steden. zeggen de mensen al
gauw dat ik hun vriendje
ben. Bovendien worden de
meisjes minder gauw versto
ten omdat ze als prostituée
altijd nog wel wat kunnen
Inbrengen. Er is nu de Un-
dugu-ambachtsschool waar
jongens voor een vak worden
opgeleid en die door de rege
ring is erkend. Undugu bete
kent in het Swahili zoveel als
broederschap en onder die
naam hebben we ook een
paar schooltjes. Gewone
scholen zijn voor ouders, als
de kinderen die hebben, vaak
niet te betalen, niet vanwege
schoolgeld maar omdat ze
een schooluniform en leren
schoenen moeten dragen. Op
onze scholen hoeft dat niet.
Verder heb ik jeugdclubs op
gericht voor ontspanning en
sport van de jongens. Overi-
Naud Grol temidden van enkele jongens uit Mathare
Valley.
gens zou ik daarvoor graag
oude voetbalschoenen en
bokshandschoenen hebben,
want de eerste organisatie
waar je dat van krijgt moet
nog geboren worden. Kun je
dat schrijven?
D'r is ook een jazzband waar
een stel jongens in speelt en
ze doen dat nog niet zo ver
schrikkelijk goed. maar het
gaat wel steeds beter. Ze spe
len het liefst Afrikaans maar
moeten ook wel allerlei wes
terse wijsjes kennen omdat
ze veel spelen op ambassades
en bij partijen. Je hebt het
gehoord: ze kunnen ook „Zeg
ken jij de mosselman" spe
len. Kijk in dat gebouwtje
daar repeteren ze. Het is
inderdaad niet veel maai
moet je dat daar zien en daai
slapen de jongens dan, in dat
betonnen gebouwtje met dat
golfplaten dak Ze koken er
ook, zorgen zelf voor hun kle
ren en eens in de zoveel tijd
onderzoekt een dokter hen.
Laten we maar even uitstap
pen. dan kun je gelijk zien
wat de jongens van de band
hebben geschreven in de
schuur waar ze oefenen: Po
verty is the mother of inven
tion, maar ook Poverty is the
mother of crime, (armoede is
de moeder van de vinding
rijkheid. maar ook van de
misdaad). Er wordt op het
ogenblik gerepteerd, kunnen
we gelijk even luisteren.
Frans spelen ze ook, hoor je.
Nee, nee, de band bestaat
niet alleen maar uit parking
boys. de jongens die daar wo
nen wel, die waren er vaak
ook erg slecht aan toe. Par
king boys heb je wel gezien,
die vervuilde vaak slecht uit
ziende jongetjes in vodden
gekleed die chauffeurs een
parkeerplaats aanwijzen en
daarvoor wat geld willen heb
ben. Als ze dat niet krijgen
wordt de auto beschadigd. Ze
mogen blij zijn als ze een
paar shilling per dag ophalen
om eten te kunnen koppen.
Op het ogenblik bijvoor
beeld, met de Unctad, of vo
rig jaar met de wereldraad
van kerken hier, dan hebben
ze goede tijden. Al hun geld
besteden ze meteen aan
voedsel, want als ze daar wat
anders voor zouden kopen
kleren of zo worden die
toch maar gestolen. Ik heb
wel eens kleren gegeven,
maar dat was helemaal geen
succes.
De meesten van die jongens
hebben geen eigen vader of
moeder of geen van beiden,
of hun moeder is prostituée.
of ze komen uit een dorp
waar ze weg gingen omdat
daar helemaal geen eten was.
Vroeger werden zulke jon
gens voor zover mogelijk nog
wel opgevangen binnen de
uitgebreide families, maar
helaas begint dat te verdwij
nen. Onder deze omstandig
heden hier in Mathare Valley
beginnen de familieverban
den te tanen en komt iede
reen steeds meer op zichzelf
te staan. Dit is de eerste ge
neratie hier, maar de tweede
en de derde generatie zullen
er helemaal mee breken.
Door de armoede komt zo
een einde aan iets dat zo goed
was in de Afrikaanse samen
leving, de onderlinge be
hulpzaamheid van de
mensen.
Maar om terug te komen op
die parking boys. er zijn er
honderden en ik kan er maar
een paar helpen, maar beter
wat dan niets. Ik vraag ook
steeds aan de jongens zelf
wie ze erbij willen hebben.
Als ik dat zou uitmaken loop
Je de kans dat je binnen de
kortste keren de grootste ru
zie hebt binnen de groep. Wat
mij opvalt is dat als die jon
gens het eenmaal wat beter
hebben en de kans krijgen
om te leren dat ze erg tevre
den en leergierig zijn, dat ze
zelf mee werken om verder te
komen.
Dat ik eigenlijk in de marge
werk en niets aan de oorea
ken verander? Dat hebben er
meer tegen me gezegd. Maar
moet je het dan maar hele
maal niet doen? Ik moet zeg
gen dat ik goed samenwerk
met de regering en met het
stadsbestuur, al zijn er wel
eens moeilijkheden Een tijd
geleden werd met bulldozers
vrij baan gemaakt dwars
door de wijk om politie en
brandweer de ruimte te ge
ven. En ook is een huis van
karton afgebroken dat ik met
wat jongens voor een vrouw
hier gebouwd had. En ja, de
huren die betaald moeten
worden voor deze krotten.
Want wat is het nu helemaal:
papier, hout. karton, stof en
soms steen en leem, en dan
moet ik nog zeggen dat ze er
veel van maken. De huizen
zijn doorgaans geen eigen
dom van de bewoners, maar
van rijke heren in de stad die
er hoge huren voor vragen.
Maar de toestand zoals die
hier in Kenia en Nairobi is
gegroeid kan ik ook niet ver
anderen, al zou ik het willen.
Door mijn werk raken de
mensen wel meer bewust en
kunnen ze zelf leren kiezen.
En dan de samenwerking
met de kerk, die houdt niet
over.
Hoe ik mijn werk dan toch
financier? Ja, dat is het
voortdurende probleem. Ik
heb wat inkomsten door de
beatband, er komt soms
steun uit Nederland o.a. door
de katholieke hulporganisa
tie Cebemo, maar dit jaar al
weer niet. terwijl de kosten
hoog zijn en ik ook steeds
salarissen moet betalen voor
vaste medewerkers als lera
ren op de school, geld moet
hebben voor werktuigen, de
garage verbeterd moet wor
den en noem maar op. Maar
je kunt zeker geen gironum
mer noemen?
Toch wel?
1002426
t.n.v
Naud Grol,
Groningen.
Naast zijn berichtgeving over
de wereldhandelsconferentie
Unctad hield onze redacteur
zich in Kenia ook met andere
zaken bezig. Artikelen ver
schenen in de krant van 17
Juli (Kenia en Oeganda op
gespannen voet) over de bui
tenlandse politiek, van 7 au
gustus over de politieke toe
stand (Kenyatta: koning zon
der kroonprins) en 21 augus
tus over het één partij stelsel
(Eén partij: is dat nu demo
cratisch?).
o.a. wordt gewaarschuwd
niet bij duister door eenzame
straten te lopen en politie
agenten altijd te vragen zich
te legitimeren.
Door de armoede, de werk
loosheid en willige toeristen
is ook hoererij een wijdver
breid verschijnsel in Nairobi.
Prostituées in nauwe truitjes
en strakke rokken lopen er
door de straten en alweer vol
gens horen zeggen dalen de
tarieven 's avonds met het
uur. Als de meisjes maar on
derdak hebben.
Een ander blijk zijn de „par
king boys", jongens van rond
de tien jaar. die automobilis
ten parkeerplaatsen aanwij
zen en daarvoor als dank een
paar shilling vragen. Zo niet
dan kan de lak wel eens be
schadigd worden, de antenne
verdwijnen of zelfs de auto
leeggehaald worden. Het zijn
allemaal voorbeelden van de
armoede in Nairobi en van de
ongelijkmatige verdeling tus
sen stad en platteland. Wat
te doen?
Over die vraag zijn de afgelo
pen jaren dikke rapporten
volgeschreven door Keniase
en buitenlandse deskundi
gen, politici, economen, geo
grafen, sociologen en steeds
weer springen dezelfde voor
de hand liggende zaken eruit
Er zal gestreefd moeten wor
den naar een meer evenwich
tige ontwikkeling van stad en
platteland, met de nadruk op
het platteland, en er zal meer
aandacht moeten worden be
steed aan arbeidsintensieve
industrie in plaats van kapi
taalintensieve, mensen in
plaats van machines. Het
grootgrondbezit moet aan
banden worden gelegd zodat
meer mensen op het platte
land de kans krijgen een ei
gen stuk grond te bewerken
en de produktie vergroot kan
worden.
Andere deskundigen wijzen
er dan weer op dat de moge
lijkheden daarvoor in Kenia
niet overschat moeten wor
den omdat het overgrote deel
van het land zo droog is. Niet
langer moet alles in Nairobi
bedisseld worden wat in
houdt een versterking van de
planning op districtsniveau.
Tot 1970 waren de Keniase
ontwikkelingsplannen niet
regionaal onderverdeeld. De
economie aldus een rap
port van de wereldarbeidsor
ganisatie ILO is opgezet
om een minderheid zich in
welvaart te laten wentelen en
een grote meerderheid in ar
moede te laten leven. Sinds
de onafhankelijkheid is al
leen de kleur van de elite
veranderd. Kenianen namen
de plaats in van de Britten.
Toonbeeld is de „koninklijke
familie" rond president Jomo
Kenyatta die zich te buiten
gaat aan buitensporige ver
rijking. Ook aan dat soort
verschijnselen moet een ein
de komen, zoals in het alge
meen moet worden gestreefd
naar een grotere gelijkheid in
inkomen. De verschillen in
Kenia zijn veel en veel groter
dan in Nederland. Er moet
nóg meer een beroep worden
gedaan op de bevolking om
zichzelf te helpen, maar met
meer steun van de regering
en lokale autoriteiten dan in
het verleden is gebeurd. „Ha-
rambee" (samenwerking) is
de nationale kreet waarvan
tot nu toe niet zo gek veel
terecht is gekomen. Het on
derwijs moet veel meer op de
praktijk worden afgestemd,
dat wil zeggen meer
technische opleidingen in
plaats van een scholing die
opleidt voor het „witte boor-
denproletariaat". En zo zijn
er nog tientallen krenten uit
de rapportbrij te pakken.
Algemeen beeld is dat Kenia
een grote economische groei
heeft doorgemaakt dat het
graag noemt als voorbeeld
voor de rest van Afrika, maar
dat het te weinig aandacht
heeft besteed aan de verde
ling. zowel regionaal als soci
aal. en dat het zich heeft la
ten leiden door een getallen-
fetisjisme dat niet alléén za
ligmakend is. Dat alles heeft
geleid tot sociale spanningen
die groter zullen worden als
het Oostafrikaanse land niet
de bakens' verzet. Kenia zal
moet kiezen èn delen.
Parkeerplaats, sir?
Een bekend beeld in Nairobi: een bedelaar met op de achtergrond het Kenyatta conferentiecentrum.