olitiehond: trefzekerder apen dan menig pistool Schelpen zoeken en wat ermee je ku nt doen IJatuurmonumenten'en'Hoge eluwe' gaan samenwerken ag naar bewakingshonden laatste jaren enorm toegenomen Voor certificaat moet voldaan aan vee' voorwaarden Creatieve bezigheid aan het strand ipene reuzen gaan het met elkaar proberen Ï^ERDAG 5 AUGUSTUS 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET RH 9 len verslaggever J HAAG „De mensen fn meer gebruik moeten n van honden als zij iets indringers willen beveili- Met een hond maak je grote brokken met een )1 of een ander wapen kan fel." Dit zegt de heer J. de r in het Brabantse Ros- i, lid van het hoofdbe- van de Koninklijke Ne- ndse Politiehond Vereni- it van een hond een grote pre- ve werking uit. Als je op straat en je komt een vent tegen die 1 beroven, bedenkt-ie zich nog r. keer als je een flinke hond bij hebt, zegt de oud wachtmeester van de rijkspoli- j afzettingen, waar het publiek 1 afstand moet worden gehou- eb je meer aan enkele honden an een hele groep bewakers of »n. Honden boezemen ontzag naar mijn weten hebben ze r nooit aanleiding gegeven tot tjkheden. Schiet je op een aan- fof indringer en raak je hem, un je veel last krijgen met de Een hondebeet kan wel een vleeswond veroorzaken, maar j^neest wel pnd, zeker een bouvier of een mag dan een indrukwekkend *- >men hebben, hiermee is het iog geen goede politiehond, zo'n dier echter het certificaat Lurplitiehond behaald, dan is het P/'apen geworden, trefzekerder ?n pistool in een ongeoefende g Krijgt een politiehond het be- n vluchtende man tot staan te |^?n, dan kan zijn baas erop re- .dat de hond als een pijl uit een op die man afschiet en hem ijn bek grijpt. Tegenstand bie- lat niet de hond zal er des te door worden, want het liefste de man helemaal „aftuigen". ped opgeleide politiehond zal op bevel van zijn baas de I stoppen en de tot stand ge- I £,e man slechts bewaken. Voor [politieman is zijn diensthond apen. De inzet van het dier is oorschriften gebonden en de ambtenaar moet, voor hij zijn laat „schieten", overwegen of Zien de omstandigheden ver- ord is. Hij mag zijn hond niet Iken om een jongen die over de fietst tot staan te brengen, als hij een vluchtende bankro- ehterna zit, mag hij na de j jhuwing: „haltpolitie!" ond er wel achteraan sturen. s ^ag naar bewakingshonden is ka^tste jaren enorm toegenomen. ir.3 de heer De Letter. Op straat "en ijnen meer mensen met forse e irs of herders, die meer zijn n 'id als „wapen" voor de baas iuë's huisvriend. Maar ook de vele aajgings- en bewakingsdiensten anf een toenemend gebruik van B n. evenals het Rijk, dat hon- la»'ebruikt bij de bewaking van mejre objecten, kostbare installa- Opleiding van een politiehond. ties zoals een computer of de kerncentrale te Borsele. De echte liefhebbers van politiehon den zijn de mensen die er plezier aan beleven een flink uit de kluiten ge wassen hond die daartoe de ei genschappen heeft, op te leiden tot politiehond. Deze liefhebbers heb ben zich verenigd in de Koninklijke Nederlandse Poilitiehond Vereni ging, waarvan het kantoor in Scher- penzeel is. Deze vereniging telt ze venduizend leden, van wie er drie duizend in Noord-Brabant wonen. „Gezonde sport" Wie een hond tot politiehond wil opleiden, schaft zich een viervoeter aan, waarvan hij denkt dat „het erin Zit". Raszuiverheid doet er niet toe. De opleiding duurt anderhalf tot drie jaar, afhankelijk van de aanleg van het dier en de tijd die zijn baas kan besteden aan de opleiding. „Het is een gezonde sport, zegt de heer De Letter. Je bent veel in de buitenlucht en je hebt veel beweging." De heer De Letter: „Je moet alles systema tisch opbouwen, nooit iets forceren. Dresseren is geen temmen. Je moet een hond nooit slaan. Eens een tik of een draai om zijn oren kan geen kwaad". De eindexamenlijst van de politie hond vermeldt de volgende „vak ken": volgen, stil zijn, sprong over een haag en over een kuil; opzoeken en apporteren (terug naar de baas brengen van voorwerpen), zwemmen en voorwerp naar de oever brengen; voorwerp bewaken; blaffen, transport van arrestant, tot staan brengen van man die zich met een stok verweert, negeren van comman do's van vreemden, tot staan bren gen van een man die vlucht op de fiets; de hond mag niet bang worden als er wordt geschoten of naar hem gegooid en moet de achtervolging staken als hij wordt teruggeroepen. Kleine examenkans Een heel programma. Kan de hond dit allemaal perfect en heeft hij met goed gevolg examen gedaan, dan vertegenwoordigt het dier een waar de van wel twee tot drieduizend gul den. De kans dat een hond het certi ficaat haalt, is niet zo groot, vertelt de heer De Letter. Er zijn veel voor waarden waaraan moet worden vol daan: de hond moet aanleg hebben; de combinatie baas-hond moet klop pen; de baas moet kunnen opleiden. En als alles „klopt", kun je nog nooit zeggen. „Ik haal het certificaat", want je werkt met een levend wezen, dat grollen en zenuwen heeft net als de baas Is de baas tijdens het exa men zenuwachtig, dan is er kans dat dit „overslaat" op de hond en hij zijn examen niet goed doet." Op gezette tijden worden in het land keuringen gehouden. Per jaar gaan ongeveer vijfhonderd honden „op" voor het examen. De exameneisen zijn kort geleden verzwaard. Doel hiervan is vooral te voorkomen dat de hond dingen doet die niet ver antwoord zijn, zoals bijvoorbeeld tóch nog naar de man happen als die zich reeds heeft overgegeven en dus arrestant is. Certificaat Is de hond geslaagd, dan is de baas aan het einde van zijn Latijn, aldus de heer De Letter. Wil de hondelief hebber dan nog zijn hobby, het af richten van een hond voortzetten, dan zal hij de opgeleide hond verko pen en met een nieuw dier weer van voren af aan beginnen. De opgeleide honden komen terecht bij politie korpsen. bewakingsdiensten, op fa brieken en bedrijven en bij nachtvei ligheidsdiensten. al zullen er heel wat honden bij particulieren in dienst zijn, die het certificaat niet hebben. Er zijn evenwel bedrijven die uitsluitend honden met een certi ficaat van politiehond willen heb ben. Er zijn ook wel particulieren die enkele duizenden guldens voor een goed afgerichte bewakingshond over hebben, oppassende burgers en on derwereldfiguren. Volgens insiders zijn er enkele dui zenden honden in ons land die de kost verdienen met bewakings dienst. „Rechercheurs" Een apart soort honden zijn de speurhonden, de rechercheurs onder de politiehonden. In Den Haag is de rijksspeurhondenschool. Twee men sen, aangewezen door de minister van justitie, moeten hun fiat geven aan een hond, wil hij worden toegela ten tot deze school. Het zijn altijd herders of kruisingen daarvan die speurhond worden, vertelt de heer De Letter. Omdat de herder een lan ge neus heeft, die tijdens het lopen al dicht bij de grond kan zijn en omdat het dier een sterke reuk heeft. Voor een hond die kan worden opge leid voor het speurwerk, wordt wel duizend gulden betaald, Heeft hij de school „met vrucht" doorlopen, dan is het dier twintigduizend gulden waard. De rijkspolitie heeft ongeveer dertig speurhonden, waarop elke korpschef of groepscommandant een beroep kan doen. Verder hebben de politie korpsen van Den Haag, Rotterdam en Eindhoven speurhonden. De belangstelling voor de sport van het opleiden van een hond neemt sterk toe, vertelt de heer De Letter, die voor de rijkspolitie 12 politiehon den heeft afgericht, eenmaal een kampioenschap van Nederland heeft behaald en een aantal speurhonden de kneepjes van hun vak heeft ge leerd. Vroeger kwamen er pakweg 2000 mensen bij de Nederlandse kampioenschappen kijken, herin nert hij zich. Als 15 en 16 september in het stadion De Vliert in Den Bosch resp. de kampioenswedstrijd en de nationale wedstrijd worden gehouden, verwachten wij per dag tienduizend mensen, schat hij. nde lge_ alle nb|' Jac. Lelsz enP latïDERLOO Twee groe- >nE)uzen het Nationaal De Hoge Veluwe en de "^landse Vereniging tot Be- ivan Natuurmonumenten :n samenwerken. De be- hebben daartoe in prin- esloten. Het doel van de- haalvergroting" is alle- ?nGp om, evenals dat in het laafsleven het geval is, te ag) n tot besparingen. Ook in m. ector vliegen de uitgaven 3 uit. :hv 'p, Jnenwerking zal zodanig wor- pgekleed dat de identiteit van ^e Veluwe en van „Natuurmo- g .ten" wordt gehandhaafd. Zou ruoop van tijd blijken dat de '"^ten toch niet aan de verwach- p beantwoorden, dan gaan de partners broederlijk weer 7noet gezien worden als een aldus de directeur van De feluwe, ir. H. van Medenbach jy. Deze gaat per 1 december vS«iet pensioen. Zijn opvolger :x':«r. C. J. Stefels, inspecteur van [^monumenten. •■gelijk aan zal de heer Van Me- '::::,.h de Rooy hem inwerken, gertver n°dig is- Rb' is blij met ,Arpeming van ir Stefels („Deze is ?mjS mijn naaste medewerker ge- :kxtoen ik nog bij Staatsbosbe- >obft- >fd twiinen ven samenwerking zal zich Ihijnlijk in eerste instantie uit strekken tot het over en weer aan elkaar uitlenen van mensen en appa ratuur. Dat kan zowel het bosbeheer als het wildbeheer betreffen. Verder wordt gedacht aan gezamenlijke in koop van plantmateriaal en geza menlijke verkoop van hout. In combinatie zou men ook bepaalde werkzaamheden uitbesteden. Voorts is denkbaar dat er in de administra tieve sfeer een zekere integratie plaatsvindt. Dit alles kan kos- tendrukkend werken. Overigens is de laatste tien jaar het aantal werknemers op De Hoge Veluwe al met ongeveer een derde terugge bracht tot 36. Natuurmonumenten heeft over de tweehonderd employé's. Buren Hoge Veluwe en Natuurmonumen ten zijn eikaars buren. Natuurmonu menten is aanzienlijk groter dan De Hoge Veluwe, landelijk gezien zeker, want het bezit zo'n dertigduizend hectare aan terreinen. Maar ook al leen in Gelderland al. Aan De Hoge Veluwe grenzen het Nationaal Park De Veluwezoom, dat 4600 hectare groot is en het Deeler- woud, dat een omvang heeft van 1150 hectare. Beide zijn bezittingen van Natuurmonumenten, dat verder op de Veluwe nog wat „snippers" heeft. Voorts ligt in de nabijheid het tweeduizend hectare grote Planken Wambuis, dat in rijkshanden kwam voordat Duitsers er destijds een groot bungalowpark van konden ma ken. Op dit gebied wordt door een commissie van CRM al een hele tijd gebroed, maar de commissie heeft haar ei nog steeds niet gelegd. Moge lijk komt ook dat nog eens bij „Na tuurmonumenten" terecht. De Hoge Veluwe omvat 5500 hectare In tegenstelling tot de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten, die met subsidies werkt, heeft De Hoge Veluwe altijd zichzelf bedro pen en men wenst dat te blijven doen. De inkomsten komen onder meer uit houtproduktie, wat ver pachtingen en entrees. Van tijd tot tijd hoort men kritische geluiden. Hoewel de aanvankelijke eigenaars, de familie Kröller-Müller, ruim veertig jaar geleden bij de over dracht bepaalden, dat het park de gemeenschap zou toebehoren, moet de Nederlander er voor betalen om zijn eigen „nationale tuin" te mogen betreder.. Voor een gemiddeld gezin, dat per autootje komt, loopt dat al gauw op tot een gulden of vijftien. Hele dag Nu is het alleen al waar dat veel mensen dat bedrag in een halve week, respectievelijk op één avond, opstoken aan sigaretten en jenever. Afgezien daarvan echter wordt ver geten dat een gezin voor vijftien gul den een hele dag op de Hoge Veluwe kan rondwandelen en zonder verdere kosten ook het Kroler-Müller- museum bezoeken, het voorlich tingscentrum, de wlldkansel en het observatiebos of een witte fiets pak ken om daarmee te gaan toeren als de koningin in de bossen van Soestdijk. Directeur Van Medenbach de Rooy heeft bij dertien recreatief- toeristische trekpleisters geïnfor meerd wat een bezoek een gemid deld gezin daar kost In elf gevallen is het meer dan vijftien gulden. En soms staat men er na een uur weer buiten. „Als De Hoge Veluwe, zoals andere natuurgebieden, flinke subsi dies incasseerde, zouden de bezoe kers er via hun belastingbiljet voor betalen," aldus de heer Van Meden bach de Rooy. Wat de komst van ir Stefels naar de Hoge Veluwe betreft: hij blijft in dienst van „Natuurmonumenten", zodat de twee instellingen samen de post directiekosten voor hun reke ning nemen. Het rayon, waarover hij de inspectie heeft, is her-ingedeeld. De heer Stefels behöudt de inspectie over de terreinen van Natuurmonu menten op de Veluwe en krijgt er de directie over de Hoge Veluwe bij, zódat er een dubbelfunctie ontstaat. Voor de Gelderse Achterhoek en het aangrenzende gedeelte van Overijs sel, streken waar Natuurmonumen ten nogal wat kleinere bezittingen heeft, is een nieuwe inspecteur aan- gèsteld. De samenwerking tussen Natuurmo numenten en Hoge Veluwe is een nieuwe vorm van met elkaar optrek ken met als parool de efficiency. Toch heeft Natuurmonumenten met het Noord-Hollandse Landschap al een vorm van samenwerking bereikt, die nog verder gaat: dat directeur en personeel van het Noord-Hollands Landschap in dienst zijn getreden bij Natuurmonumenten. Provincies In de verschillende provincies zijn zo'n veertig jaar geleden op initiatief van Natuurmonumenten dergelijke Landschappen in het leven geroe pen. Deze landschappen hebben het zelfde doel als Natuurmonumenten, maar door „provincialisering" zijn de zaken beter te overzien. Boven dien, en dat is ook erg belangrijk, komen op die manier soms gemak kelijker Drovinciale subsidies los. Voor sommige Landschappen voert Natuurmonumenten de admini stratie. In Gelderland beperken de relaties r^iMfiMWr Foto Henk van Halm Lege huisjes van wadslakjes. door Henk van Halm De grote trekpleister van deze zomer, het strand, noodt behalve tot zonnebaden en zwemmen wat op den duur gaat vervelen tot het bekijken van alles wat de zee op het strand heeft neergelegd. En denk nu niet pessimistisch dat dat niet de moeite loont, nu honderdduizenden de stranden overspoelen. I/O Dagelijks wordt er van alles aange voerd door de golven en er is zoveel, vooral op rustiger strandgedeelten verder van de boulevards, dat je uit eindelijk met een rijke oogst kunt thuiskomen. Meest schelpen natuur lijk, al zijn bossen zeewier en stuk ken kurk en hout soms ook mooi genoeg om mee naar huis te nemen. En je kunt er iets leuks mee doen. Geen poppetjes ervan lijmen, maar dingen maken die je niet in souve nirshops en strandkiosken tegen komt. De raaplust van andere strandwan- delaars buiten beschouwing gelaten is niet elk strand even schelpenrijk. Ten noorden van Bergen vind je er veel minder dan zuidelijker. Het duinzand is er ook minder rijk aan kalk, omdat er niet zoveel schelpgruis inzit als zuidelijk van Bergen. Waarschijnlijk ligt het aan bepaalde zeestromingen dat er een kleiner aantal schelpen aanspoelt. Ook op eenzelfde stuk strand kan er veel verschil zijn tussen wat er de ene week of de andere te vinden is. Voor een deel ligt dat aan de seizoe nen, maar ook aan de heersende wind. Bij oostenwind ontstaat er een stroom over de bodem naar de kust toe die alles meesleept wat op de bodem ligt. Bij westenwind wordt juist het oppervlaktewater naar het strand geblazen en vind je weinig pas aangespoelde schelpen, maar drijvende voorwerpen, bij voorbeeld zeeschuim, de langwerpige witte kalkschilden van de zeekat, een soort inktvis. De meeste schelpen liggen bij de muien, de stroomgaten dwars op het strand tussen de zandbanken. Maar vergeet ook de hogere vloedlijnen niet: halverwege het strand tot aan de voet van de duinen liggen, vaak half ondergeschoven, veel gave schelpen en soms heel bijzondere die bij storm van de zeebodem zijn mee genomen. Verzamelen Al die schelpen kun je op verschil lende manieren in een collectie on derbrengen. „Echte" verzamelaars, die wetenschappelijk to werk gaan, doen ze soort bij soort in doosjes met etiketten, waarop naam. vindplaats en datum, alles keurig opgeborgen in een ladenkastje. Maar je kunt het ook speelser doen, ze met lijm op een stuk dik wit karton plakken, er de naam bijschrijven en het geheel aan de wand hangen. Of zomaar een compositie van schelpen lijmen en je daarbij niet beperken tot de soorten die aan ons strand te vinden zijn, maar ook de veel kleuriger exempla ren gebruiken van de Middellandse- Zce-stranden en uit tropische wateren. Wil je toch iets doen met uitsluitend Nederlandse schelpen en andere strandvondsten neem dan ook een plastic zak met zand mee, liefst met veel schelpgruis erin. Om een stuk spaanplaat van b.v. lxl'/, m timmer je een schilderijlijst of eenvoudige beukehouten latjes. In het aldus ont stane bakje giet je vloeibare stijfsel, niet te veel en niet te weinig. Daarop strooi Je het meegebrachte zand tot er geen stijfsel meer doorheen komt. Kleine schelpen kun Je direct in die „specie" vastdrukken, in een situatie zoals ze ook op het strand aan te treffen zijn. Dat doe je ook met stuk ken zeewier, visnet enzovoort. Een paar klodders stijfsel over net en wier maken dat het lijkt alsof die half onder het zand liggen. Is het geheel keihard opgedroogd, dan klop je het losse zand eraf en plak je de grote schelpen erop met tubelijm. Doe dat ook met stukken steen, drijfhout, gedroogde zeester ren, krabben efn zaken als een oude badslipper. Nog persoonlijker wordt zo'n schelpentableau als je in de nog vochtige specie je blote voet zet. Een ideaal souvenir van een strandvakantie. Wie het nog stevi ger wil maken, kan gips in zo'n bak gieten en alle voorwerpen, of het nu schelpen, vogelschedeltjes. hout. wier of wat dan ook is, als een mo zaïek ineenleggen. Het effect van zo'n zelfgemaakte wanddecoratie is verbluffend en je kunt het nergens kopen. Schelpenboeken Of je nu serieus verzamelt of ze als wandversiering gebruikt, wie zich met schelpen bezighoudt, zal ook hun namen willen weten. Het beste boek over Nederlandse zeeschelpen dat ik ken, is „Schelpen vinden en herkennen" van Bob Entrop. De derde druk ervan is zeker nog wel in de boekhandel te vinden, de vierde is in voorbereiding en verschijnt dit najaar. Alle schelpdieren, slakken en inktvissen die in de Noordzee voorkomen, staan erin beschreven en afgebeeld, ook de zeldzame en zeer zeldzame. Voor elke soort in een hele pagina van dit handige en stevi ge zakboek uitgetrokken. Aan het verzamelen en prepareren van schel pen en de dieren die erin leven, is een heel hoofdstuk gewijd en ook wordt de weg gewezen naar contac ten met medeverzamelaars. Vergelijking van de derde met de eerste druk van 1959 leerde me dat er een groot aantal correcties in zijn aangebracht, voortvloeiend uit re cente onderzoekingen, en dat som mige foto's door duidelijkere zijn vervangen. Bij de uitgeverij Thieme verzekerde men mij dat de vierde druk weer geheel bijgewerkt zal zijn naar de tegenwoordige kennis van onze schelpenfauna. Jammer van dit voortreffelijke boek is alleen dat de afbeeldingen in .zwart-wit zijn, zodat daaraan niet valt af te zien, hoe mooi gekleurd ook onze inheemse schelpen zijn. Dat is wel het geval in een zojuist verschenen kleiner boek van de zelfde auteur, waarin 120 schelpen van de Europese stranden zijn afge beeld. In „Schelpen die men vinden kan" een van Thieme's zakboeken voor natuurvrienden, staan 45 soor ten van ons eigen strand, de andere komen voor langs de rotskust van Bretagne en de stranden van de Middellandse Zee en van de Kana rische Eilanden. Sommige van de uitheemse zijn ook een enkele maal wel bij ons aan te treffen, b.v. in de eierkluiten van wulken, op aange spoelde drijvers of in bossen wier. Een lacune is dat sommige van onze gewoonste soorten niet zijn opge nomen. Kleur Kleur in rijke overvloed biedt ook „Elseviers schelpengids" met meer dan 100 knappe tekeningen, meren deels echter van schelpen uit de tropen. De ruim elfhonderd soorten in dit boek oorspronkelijk „The Hamlyn Guide to the shells of the world" vormen nog maar één pro cent van alle weekdieren. Daarom heeft de schrijver zich de berperking opgelegd vrijwel afteen de in Zee levende slakken en bijna geen schelpdieren op te nemen en af te zien van de heel kleine soorten. Van de 296 bladzijden met beschrijvin gen en afbeeldingen zijn er maar twaalf aan mosselen en hun verwan ten gewijd. Om Nederlandse soorten te herkennen is het dan ook aller minst geschikt, maar koren op de molen van de verzamelaar, die valt voor grote en opvallende schelpen. Met deze gids zal hij een groot deel van zijn collectie op naam kunnen brengen. In de inleiding worden in het kort de verspreiding, de li chaamsbouw en de voeding behan deld en wenken voor het verzamelen gegeven. Wat het laatste betreft, kan men beter bij de beide boeken van Bob Entrop te rade gaan. Bob Entrop: Schelpen vinden en her kennen. Derde druk 1972. Uitg. Thie me, Zutphen. 320 blz., de vierde druk verschijnt najaar 1976, ca 28,50. Bob Entrop: Schelpen die men vin den kan. Uitg. Thieme, Zutphen. 72 blz., 9,90. A. P. H. Oliver: Elseviers schelpen- gids. llitg. Elsevier, Amsterdam - Brussel. Paperback, 320 blz., 24,50, Een van de mooiste plekjes in het nationaal park De Hoge Veluwe. met Natuurmonumenten zich tot re gelmatige contacten, besprekingen over te koop aangeboden gebieden en uitwisseling van ervaringen. Het Gelders Landschap heeft er nogal uitdrukkelijk op gewezen dat het geheel zelfstandig blijft en buiten de samenwerking tussen Natuurmono» menten en de Hoge Veluwe staat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 9