Dick Langhenkel maakt zijn preken aan de waterkant lllsslllalll Kunstig nest Uw probleem ook het onze „De vissende dominee" van Wilnis weet alles over karpers Nieuwe boeken MAANDAG 2 AUGUSTUS 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 6 door Mink van Rijsdijk Zelfs vindt de mus een huis. o Heer. de zwaluw legt haar jongskens neer in 't kunstig nest bij Uw altaren, leerde ik eens als maandagmorgen-psalm. Er stond weliswaar musch in mijn boekje, maar ook de mus zonder ch vindt nog steeds een huis. De jongskens, die moeder-zwaluw neerlegde, intrigeerde me inder tijd meer dan de mus. Ik had als kind nog nooit een zwaluwnest gezien, maar juist omdat het kunstig was, volgens de psalmdichter, fantaseerde ik er heerlijk op los. In mijn verbeelding zag ik iets met luifels en statietrappetjes. Sinds enkele jaren legt een vrouwtjes-zwaluw nee, geen jongskens eieren in een nest boverïop een balk in onze open garage. De vader in spe wijkt niet van haar zijde. Hun behuizing was deze zomer niet meer wat ze ervan verwachtten. Geen nood. zonder vergunningen nodig te hebben bouwden ze gewoon een nieuw onderkomen. Maar hoe nieuw ook. het is nog steeds even kunstig als in de oude psalmberijming, al ontbreken dan de tierelantijnen van mijn jeugdige fantasie.Het echtpaar was einde loos in de weer om van kleiknikkertjes, die ze zelf maakten, de kraamkamer te fabriceren. Er werden strootjes en pluizen aangedragen; een beetje com fort tijdens het broeden is nooit weg. Zwaluwen zijn bijzonder elegante vogels, hun beval lige uiterlijk verhindert hen echter niet uitermate snel te zijn. In die snelheid zijn ze dan ook nog razend wendbaar. Op een vroege morgen was ik daar getuige van. De deuren van onze slaapkamer waren wijd open, evenals de gordijnen. Ik lag nog een beetje te wennen aan de verse dag, toen met een snelheid van afgeschoten raketten, twee zwaluwen binnen vlogen. Ze ontdekten de doodlopende route, remden in een onderdeel van een seconde hun vaart af tot stilstand, sprintten recI\tsomkeert en mijn M verbaasde ogen zagen nog net de zwiepende staarten naar buiten verdwijnen. In ons nest werd gebroed dat het een lieve lust was. Hoeveel ..jongskens" er tenslotte waren, konden we eerst niet zien, later bleken het er vier te zijn Ze wisten wel van aanpassen en van eerlijk plekje delen, want veel ruimte had het gezin niet in het kunstige nest. Zodra ze onze buitendeur hoorden kleppen, vlogen pa ern ma. waarschuwingen seinend, weg. Het kroost was goed gedrild. Ze bewogen geen veertje, alleen de gebrilde oogjes bewogen schichtig heen en weer. Ze groeiden als kool en bezorgden ons veel plezier. We begluurden hen tijdens het eerste uitstapje op de - balk buiten het nest en zagen van dag tot dag hoe ze van ronde bolletjes uitgroeiden tot dezelfde elegan ce als die van hun ouders.Of we er geen troep van hadden? Wis en drie. Om te voorkomen dat we met laag op laag zwaluwenmest langs beemd en veld tuften, drapeerden we een oude lap over de auto als hij niet gebruikt werd en dan vlak onder het nest - stond. Het zal niemand verbazen dat ik deze hande ling nogal eens vergat. Nou dan was het soppen geblazen. Waarom nu dit zwaluw-verhaal? Zomaar, als bemoediging omdat er eeuwen en eeu wen een stukje schepping onveranderd is gebleven. Maar ook omdat ik, toen ik op een avond de oude lap op de auto gooide, plotseling weer moest denken aan de zwaluwen uit de psalm, die hun jongskens neerlegden in kunstige nesten bij „Uw altaren." Werkte men toen ook met lappen om de boel een beetje knap te houden? Sopte men het vuil regelma tig weg? Of leefden de mensenin die tijd zo dicht bij de natuur dat vogeluitwerpselen^ er gewoon bij hoorden? Wat een vieze troep, naar ons idee. zal dat geweest zijn, bij een altaar nötab?ÏTO-' door FRED LAMMERS WILNIS „De vissende domi- nee". Zo noemen vele gemeen- teleden en collega's de gerefor- i meerde predikant van het Utrechtse dorp Wilnis. Het is een aanduiding waartegen ds Dick Langhenkel (31) zelf niet het minste bezwaar heeft, om dat de sportvisserij hem al sinds zijn kinderjaren bezig houdt. „Bij mijn wiegje lag een hengel. Mijn grootvader, een rasechte Amsterdammer, en mijn vader, die in Den Helder bij de marine was, S waren enthousiaste karpervissers. i j Vader nam mij toen ik een jongetje van een jaar of vier was al mee als hij ging vissen. Ik werd dan na mijn middagslaapje naar zijn stekkie ge bracht en mocht in een tuigje aan een touw in een straal van vijf tot tien meter om heen lopen. Het duurde niet lang of ik kreeg ook een hengeltje en als ik dan niet keek. bond vader er gauw een vis aan. zodat ik dacht dat ik die had gevangen. Zo kreeg ik er plezier in. I Bij mijn kinderen pas ik die metho- de niet toe, omdat ik vind dat je het t aan henzelf moet overlaten of ze willen gaan vissen Als je het „gou- we handje" hebt kun je het toch 1 niet laten. Over dat vissen door mijn kinderen hoef ik me trouwens niet druk te maken, want ik heb twee dochtertjes en vissen is toch in de eerste plaats een sport voor mannen." zegt Dick Langhenkel. als ik in de pastorie in Wilnis in zijn studeerkamer zit. waar heel op vallend in de boekenkast naast theologische werken ook veel plaats is ingeruimd voor boeken over de hengelsport. Een wand wordt geheel in beslag genomen door allerlei soorten hen gels. De meeste daarvan heeft Dick Langhenkel zelf vervaardigd. „De beste resultaten bereik je met zelfgemaakte hengels. Moet jt maar eens voelen hoe lekker dit hengeltje in de hand ligt." vervolgt hij. en duwet mij een tot het pla fond reikende hengel in de hand Alle hengels hebben namen, die door de eigenaar zelf zijn bedacht. Dat luistert heel nauw, zoals het eveneens zaak is de dagelijkse vondsten nauwkeurig bij te hou den Bovendien heeft Dick Lang henkel nog een logboek, waarin bij zondere vangsten uitgebreid wor den omschreven met een foto erbij „Een fototoestel behoort tot de vaste uitrusting van een echte hen- gelaar." vindt Dick Langhenkel Zijn meest vermeldenswaardige i vangst tot nu toe is de bijna 23 pond wegende karper die hij in de zomer van 1975 ving. Aardappelen In de zomermaanden gaat Dick Langhenkel elke dag. behalve zon dags. met zijn visattributen op stap. De kilo aardappelen die zijn vrouw dagelijks met veel zorg kookt ze mogen niet te hard en niet te zacht zijn zal hij niet vergeten, omdat dit als aas wordt gebruikt. „Ik vis meestal 's mor gens vroeg en dat betekent dat ik op het ogenblik tegen half vier mijn bed uitkom om naar de Vinkeveen- se Plassen te gaan Daar heb ik een boot en een heel fijn plekje om te vissen." Tegenwoordig vist Dick Lang- Ds. Dick Langhenkel bij mijn wieg lag een hengel henkei hoofdzakelijk op karpers. „Die vissoort is voor een hengelaar het summum. Je moet echter niet met het vissen op karpers beginnen als je op een dag besluit ook maar sportvisser te worden. Dat wordt alleen maar huilen. In het begin kun je Je beter bij voorn en brasem houden." Het aantrekkelijke van de karper visserij is volgens Dick Langhen kel, dat karpers zich niet gemakke lijk laten vangen. „Karpers zijn erg intelligent, als is de karper die je tegenwoordig tegenkomt niet meer de karper zoals God die heeft ge schapen Dat was de boeren- of wilde karper. Die komt nu alleen nog voor in de buurt van Zaandam, in de kop van Noord-Holland, op sommige plaatsen in Friesland en in het IJsselmeer Wat nu over het algemeen in de Nederlandse wate ren zit is een door de Organisatie ter verbetering van de binnenvisse rij gekweekte karper Jaarlijks wor den er tienduizenden van uitgezet Het is een sterk gedegenereerde karpersoort." Als ik Dick Langhenkel vraag wat hem nu zo aantrekt in dat vissen zegt hij: „Je bent als je vist in de natuur en bezig met de natuur. Ik leer veel van hetgeen ik tijdens het vissen zie en meemaak Ik heb er ook veel aan als predikant. Jezus heeft eens gezegd tegen zijn disci pelen dat Hij hen vissers van men sen zou maken Daaraan moet ik vaak denken. Je kunt de gedragin gen van mensen goed met die van vissen vergelijken. Je hebt soorten vissen en typen mensen. Ieder mens vraagt weer een andere wijze van benaderen en zo is het ook met vissen Je leert als visser geduld te hebben." Gereformeerd Wilnis is al lang gewend aan de hobby van ds Langhenkel. „Mijn gemeenteleden hebben er geloof ik wel waardering voor Het is zelfs zo dat, toen ik hier vijf jaar geleden werd beroepen. Wilnis mede aantrekkelijk voor me werd gemaakt omdat er goed vis water is. Daar hebben ze me min of meer mee gepaaid En waarom zou een dominee niet hengelen. Het is volgens mij een must dat een predi kant er iets heel anders bijdoet. Niet alle geestelijken hoeven te gaan hengeln. Je kan zoveel dingen aanpakken Er is keus genoeg. Op die manier blijf je met beide benen op de grond staan en voorkom je wereldvreemd te worden." Lelies Al merken zijn gemeenteleden dat maar af en toe. toch ontstaan heel wat preken van Dick Langhenkel aan de waterkant Al vissende werk ik vaak preken uit. Je hebt dan volop gelegenheid te medite ren Tijdens het vissen kom ik ook wel op thema's. Dat is onlangs nog gebeurd Ik was er niet in geslaagd een onderwerp voor mijn zondagse preek te vinden, totdat mijn aan dacht ineens werd getrokken door de schoonheid van de bloeiende waterlelies rondom mijn bootje. De zondagochtend erna heb ik toen gepreekt over de tekst dat je als mens nooit bezorgd moet zijn Je hoeft maar naar de lelies te kijken om te beseffen dat God niemand vergeet. De laatste zondag in mei preek ik altijd over de milieupro blematiek. Dat is langzamerhand traditie geworden, maar verder ligt mijn belangstelling voor het vissen Het is me wel overkomen dat ze me met roeispanen op mijn hoofd wil den slaan. Het beste wat je dan kunt doen is zo snel mogelijk het hazepad te kiezen. Ik ben maar een klein mannetje, geen krachtpatser en van vechten houd ik niet. Over dit soort nare ervaringen heeft Dick Langhenkel achteraf plezier en gelukkig zijn zulke bele venissen uitzonderingen. „Juist naar aanleidng van dat vissen heb ik regelmatig geweldig goede ge sprekken met mij totaal onbeken de mensen.over de motieven die mij drijven om misstanden in de sportvisserij uit de weg te ruimen: eerbied voor de schepping en het schepsel." Drs. A. Kamsteeg, Sacharow-hearing. Uitgave INVO-bureau, De Lijnbaan 58, Bedum. Prijs: 4,95. Redacteur-buitenland A. Kamsteeg van het Nederlands Dagblad bracht in oktober vorig jaar een bezoek aan Kopenhagen om het Sacharow- tribunaal in die stad bij te wonen. Er werd daar enige dagen uitvoerig ver slag gedaan van de praktijken van de Sowjet-Unie tegenover de mensen die om politieke of godsdienstige re den gevangen zitten. De artikelen die hij naar aanleiding hiervan pu bliceerde werden gebundeld en als brochure op de markt gebracht. De artikelen geven een tamelijk omvat tend verslag van wat er op de hea ring gezegd en gebeurd is, een waar devol verslag. Wel moest er toch nog even een kat af aan het adres van de Nederlandse pers. Op 21 oktober wordt in ND een lijst gegeven van kranten en persbu reaus die op de hearing vertegen woordigd waren, maar nota bene geen andere Nederlandse krant dan het Nederlands Dagblad. „De onder drukking in de Sowjet-Unie schijnt de Nederlandse media niet te inte resseren", aldus de heer Kamsteeg. Toch wel armetierig om dat af te meten aan de aanwezigheid op deze hearing. Men zou moeten beginnen het aantal redactionele kolommen eens te tellen die het laatste jaar in „de Nederlandse pers" aan de onder drukking in de Sowjet-Unie besteed zijn. De linkse pers wordt verweten liever aandacht aan Spanje te besteden dan aan de Sowjet-Unie. Hier vervalt Kamsteeg in de fout het ene kwaad ook nog tegen een ander af te willen wegen. Onrecht blijft onrecht, of het nu in Spanje, de Sowjet-Unie of Zuid-Afrika bedreven wordt. II.A. er niet dik bovenop. Dat zou niet juist zijn." De gang van zaken in de natuur en vooral het vele dat er tegenwoordig misloopt houden Dick Langhenkel sterk bezig. Vandaar dat hij naar Engels voorbeeld, waar men al lang iets dergelijks kent. twee jaar gele den het initaitief heeft genomen tot het oprichten van de Studiegroep ter bevordering van de karpervisse rij Er zijn thans 190 leden bij aan gesloten. afkomstig uit allerlei groeperingen van de bevolking, maar tot nu toe met slechts één predikant, Dick Langhenkel zelf. De studiegroep geeft regelmatig een eigen blad uit. helpt de leden bij het aanschaffen van hengelma- teriaal. organiseert contactbijeen komsten en lezingen. Dick Lang henkel trekt er vaak op uit om aan de hand van kleurendia's collega sportvissers voor te lichten. Op dat gebied is er nog veel werk te doen. Wangedrag Het doet Dick Langehenkel uitroe pen: „Met de mentaliteit van de meeste hengelaars, en dat geldt zo wel voor de georganiseerden als niet-georganiseerden. is het nog droevig gesteld. Wangedrag en agressiviteit zijn aan de orde van de dag. Men heeft moeite iets van elkaar aan te nemen, elkaar te ver trouwen. Ik kan uit eigen ervaring zeggen dat de sportvisser zijn eigen sport bedreigt." In het vernielen van riet zien vele sportvissers geen kwaad, evenmin als in het omspitten van wallekan ten om een paar wurmpjes te vin den Bij het vissen wordt dikwijls verkeerd materiaal gebruikt. Vis sen worden soms teruggegooid in het water met de haak van de hen gel nog in hun bek. Andere vissers laten wat ze hebben gevangen zon der meer achter. Overal in de pol ders vind je halfvergane vissen. Als je de mensen daarop wijst, is er in vele gevallen wel iets te bereiken Er wordt vaak zo gehandeld uit onnadenkendheid. Maar een ge sprek heeft ook wel eens een ande re uitwerking. Roeispanen Al heeft Dick Langhenkel als vissende predikant nog niet veel navolgers,deze aquarel van Dendy Sadler uit de Tate Gallery in Londen toont aan dat er méér hengelende geestelijken zijn. Het kost Dick Langhenkel weinig moeite deze uitspraak met voor beelden te illustreren. „De troep die tal van hengelaars achterlaten is verschrikkelijk. Het is vaak een vuilnisbelt van blikjes, dozen en stukken plastic. Er zijn hengelaars die eens per week gaan vissen en dan meteen volle zakken vuilnis in hun auto meenemen om die ergens aan de kant van het water achter te laten. Ik durf er mijn maandsalaris om te verwedden dat als ik zon dagsmorgens van Wilnis naar Breu- kelen rij ik zeker tien zakken met vuilnis zie liggen, achtergelaten door sportvissers. Een van de ge volgen daarvan is dat het rattenbe- stand bedenkelijk toeneemt. Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het onze, Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten. Geheimhouding is verzekerd. Vraag: Ik kocht een potje Paté Fo- restier met champignons Roti au Four Ter verduidelijking stond er op „Vleeswaar" (wat ook wel te proeven was). Wat betekent deze aankondiging. want kookboek noch woordenboek geeft hier vol doende uitleg Antwoord: Zonder veel moeite kon den we een potje van deze vlees waar op de kop tikken. De verstrek te uitleg kon ons niet volledig te vreden stellen: De jonge dame ach ter de toonbank vertelde ons nl „Voor e stier" dat is zoiets als osseworst met champignons Ge lukkig wist de kok van een gere nommeerd eethuis ons iets meer te vertellen In elk geval een fantasie- naampje Zoals a la meunière en a la Jardinière erop wijzen dat de kookvrouw in kwestie iets bij het gerecht voegt, dat in haar lijn ligt en dicht in de buurt groeit, zal de vervaardiger van deze vleespastei gebruik maken van dat wat voor de hand ligt in een eethuis bij of in een bos Het vlees van een wild zwijn laat zich voortreffelijk in pastei verwerken Truffels en bessen zijn ook in de buurt en het bereiden met open houtvuur (four)geeft een spe ciale smaak aan het vlees. Overi gens was onze zegsman van oordeel dat een goede Nederlandse bena ming van gerechten en eetwaren meestal toch wel te vinden is en misschien de verkoop ervan ten goede zal komen Vraag. Kunt u mij iets vertellen over de schilder A. J v Prooyen? Is hij een bekend schilder Wanneer leefde hij0 Is een schilderij van hem waardevol0 Antwoord: Albert Jurianus van Prooyen stamt uit een echte schil dersfamilie Hij werd in 1834 gebo ren te Groningen en behaalde al daar in 1853. als leerling van de tekenacademie Minerva de grote koninklijke medaille Aanvanke lijk maakte hij aquarellen en schil derijen van stadsgezichten, daarna schilderde hij vooral riviergezich ten en landschappen. Zijn werken zijn in het Rijksmuseum te Amsterdam, in Groningen en in het Scheepvaartmuseum te vinden. In 1898 stierf v. Prooyen te Amster dam. In het bevolkingsregister heet hij verwerskneeht. Ook zijn doch ter (AAV) en zijn broer G schilder den en hebben (zij het dan ook op bescheiden schaal) de traditie van hun vader en van hun grootvader (1796-1854) voortgezet Wij geven u de raad uw schilderij (de afmetin gen zijn niet zo heel groot) eens in een van de belangrijke musea te laten zien Voor taxatie dient u contact te zoeken met een erkende taxateur. In het museum kan men u wel een adres noemen In geen geval dit stuk voor een krats aan °en opkoper verkopen Vraag: Enige tijd geleden zat ik in de trein van Vlissingen naar Amsterdam met een heel bijzonde re stokoude, maar zeer vitale en frisse man. die zijn medereizigers op onderhoudende wijze de tijd liet vergeten met zijn verhalen en ver slagen van zijn avonturen als we reldreiziger Hij vervaardigde klei ne sieraden en houten klompjes, waarmee hij zijn reizen en leeftocht al vele jaren betaalde. Graag zou ik deze man nog eens opzoeken Antwoord: Naam en adres hebben wij u reeds toegezonden. Deze man is ai vaker in het nieuws geweest, want ook zijn versjes zijn in het buitenland bekend. Ook weet men bij het Rijksmuseum wel waar hij te vinden is: Hij heeft een verkoop vergunning voor zijn „cadeautjes" Vraag: Ik ga binnenkort met vakan tie Dat is heerlijk, maar mijn steeds terugkerende probleem is: Wat zal ik nu weer voor de kleinkin deren meebrengen? Zij verwachten iets bijzonders, elke keer, maar he laas lijkt alles in de cadeautjeswin kels wel uit dezelfde fabrieken te stammen. Antwoord: Alle grootvaders delen dit probleem met u. Maak het daar om niet te ingewikkeld. Uw vakan tie zal eronder lijden. Een aardig prentenboekje, een merkwaardig hoofddeksel, een eigen kopje, een eenvoudig waaiertje (de kleindoch ter heeft dan tenminste iets om zelf mee te wapperen bij de barbecue). Eigenlijk moet u het aan het toeval overlaten en dan ziet u heus wel iets dat inslaat bij de kleintjes. Wij zagen bij kennissen een niet zo heel mooie glazen bol made in Hongkong van de Eiffeltoren in Parijs Elke keer als de kleinkinde ren daar komen, mogen ze schud den. even maar en ze verbazen zich over de sneeuw die dan ronddwar- relt. Zo n cadeautje blijft steeds nieuw en indrukwekkend Wij wensen u verder een onbezorgde vakantie. Vraag: Ik las enige tijd geleden dat Emanuel Kant aan het eind van zijn leven het naar voorbeeld van de Romeinse legioensoldaten, die opgeroepen werden een beslissen de slag te leveren en daartoe expediti onbelemmerd door zwa re bagage dienden te zijn. ook be sloot tot het colligere (samen bren gen» van zijn „sarcinas" (zware ba gage' Mijn vraag: Met welk onder werp was Kant bezig aan het eind van zijn leven, dat zo belangrijk was. dat hij zijn vroegere studies daarbij niet meer kon gebruiken0 Antw oord: Na al zijn vorige werken, die wij hier niet kunnen bespreken, omdat de ruimte daarvoor niet be schikbaar is. zette hij zich aan de bestudering van de Metaphysica des reinen Vernunfts. Helaas was het hem niet beschoren dit werk te voltooien. Vraag: (Dit wordt tevens een vraag voor andere lezers, wij komen er niet uit) Op de buitenkant van een heel oud Jan Jaarsmahaardje staat deze firmanaam en 's-Gravenhage Aan de binnenkant 25A 837 Wan neer is deze firma opgericht en is het fabricagejaar te achterhalen? Antwoord: Slechts van oude Hage naars kwamen we te weten, dat deze firma gevestigd was in de Fah- renheitstraat aldaar verder niets en dat in 1930 de zaak overgeno men werd door DJIU te Ulft. De tegenwoordige directeur van DRU was toen nog niet geboren en de andere medewerkers weten er ook niets van. Het cijfer 837 wijst er in elk geval op dat uw haardje niet bij de eerste fabricage van dit oor spronkelijk kleine fabriekje hoor de. De A slaat op de codeletter van een bepaald type en het nummer 25 zou een bijzonder nummer of een gewoon serienummer kunnen zijn. U ziet dat wij niet verder dan gis singen komen. Als de haard een exemplaar van om en nabij 1900 zou kunnen zijn. is het misschien wel aan te raden een antiquair in te schakelen. Wie weet. hebben we nog een expert onder onze lezers Hulp: van lezers inzake Allergie en Hooikoorts We kregen veel brieven die getuigden van hartelijk medele ven en verlangen te helpen. Nu is het altijd wel een beetje hachelijk over deze dingen in een krant te schrijven. Niet graag begeven we ons op het gebied van de vaklieden op dit gebied, vooral als we in een brief van een arts lezen, hoe moei lijk het is uit het grote aantal (ik meen 144) van allergieën de juiste te vinden. Heeft men de boosdoe ner, dan wordt de zaak gemakkelij ker. Een aantal brievenschrijvers vertelde ons veel baat te vinden bij het kauwen van echte honingraat. Het hoe en het waartoe weten wij niet. Het gebruik van een hor in het slaapkamerraam, waardoor veel stuifmeel tegengehouden wordt en het dragen van een operatiemas kertje is voor niemand een onmo gelijkheid. Een verdrietige lezeres schrijft: Al een paar keer heb ik een lapjesproef gehad, maar het hielp niet. Die proef was dan ook niet meer dan wat de naam aangeeft, maar het is geen behandeling. Dat zal de behandelende arts toch wel gezegd hebben? Hartelijk dank aan allen, zowel par ticulieren als instanties, die ons ge gevens toezonden of opbelden naar aanleiding van ons verzoek betref fende „SUD" iSudden Infant De ath) of SIDS (Sudden Infant Death Syndrome). Wij hebben hieruit mo gen constateren dat het verschrik kelijke plotselinge overlijden van baby's, dat vroeger zonder meer werd toegeschreven aan verstik king. in beddegoed of tuigje, ande re oorzaken heeft die met grote intensiteit worden onderzocht. Waar jaarlijks alleen in Nederland plusminus 100 kinderen op deze manier overlijden, hopen wij van harte, zowel voor de ouders als voor de medici en de verpleegkundigen, die dit in gezin of praktijk mee- - maakten, dat dit onderzoek door onderlinge samenspreking en op vang gesteund zal worden Wij ont vingen o.a. een samenvatting van het proefschrift van Dr J. P A. Baak (74) over dit onderwerp en artikelen van de kinderartsen J. G. Kappe en F. S. van Moppes uit het tijdschrift voor ziekenverpleging. Een brochure/folder met verdere informatie voor de ouders van deze kindertjes over de mogelijke oor zaak, zoals die aan deze ouders wordt gegeven kan veel gevoelens van zelfverwijt wegnemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 6