Dick Langhenkel maakt zijn
preken aan de waterkant
lllsslllalll
Kunstig nest
Uw probleem ook het onze
„De vissende dominee" van Wilnis weet alles over karpers
Nieuwe boeken
MAANDAG 2 AUGUSTUS 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 6
door Mink van Rijsdijk
Zelfs vindt de mus een huis. o Heer.
de zwaluw legt haar jongskens neer
in 't kunstig nest bij Uw altaren,
leerde ik eens als maandagmorgen-psalm. Er stond
weliswaar musch in mijn boekje, maar ook de mus
zonder ch vindt nog steeds een huis. De jongskens,
die moeder-zwaluw neerlegde, intrigeerde me inder
tijd meer dan de mus. Ik had als kind nog nooit een
zwaluwnest gezien, maar juist omdat het kunstig
was, volgens de psalmdichter, fantaseerde ik er
heerlijk op los. In mijn verbeelding zag ik iets met
luifels en statietrappetjes.
Sinds enkele jaren legt een vrouwtjes-zwaluw
nee, geen jongskens eieren in een nest boverïop
een balk in onze open garage. De vader in spe wijkt
niet van haar zijde. Hun behuizing was deze zomer
niet meer wat ze ervan verwachtten. Geen nood.
zonder vergunningen nodig te hebben bouwden ze
gewoon een nieuw onderkomen. Maar hoe nieuw
ook. het is nog steeds even kunstig als in de oude
psalmberijming, al ontbreken dan de tierelantijnen
van mijn jeugdige fantasie.Het echtpaar was einde
loos in de weer om van kleiknikkertjes, die ze zelf
maakten, de kraamkamer te fabriceren. Er werden
strootjes en pluizen aangedragen; een beetje com
fort tijdens het broeden is nooit weg.
Zwaluwen zijn bijzonder elegante vogels, hun beval
lige uiterlijk verhindert hen echter niet uitermate
snel te zijn. In die snelheid zijn ze dan ook nog
razend wendbaar. Op een vroege morgen was ik
daar getuige van. De deuren van onze slaapkamer
waren wijd open, evenals de gordijnen. Ik lag nog
een beetje te wennen aan de verse dag, toen met een
snelheid van afgeschoten raketten, twee zwaluwen
binnen vlogen. Ze ontdekten de doodlopende route,
remden in een onderdeel van een seconde hun vaart
af tot stilstand, sprintten recI\tsomkeert en mijn M
verbaasde ogen zagen nog net de zwiepende staarten
naar buiten verdwijnen. In ons nest werd gebroed
dat het een lieve lust was. Hoeveel ..jongskens" er
tenslotte waren, konden we eerst niet zien, later
bleken het er vier te zijn Ze wisten wel van
aanpassen en van eerlijk plekje delen, want veel
ruimte had het gezin niet in het kunstige nest. Zodra
ze onze buitendeur hoorden kleppen, vlogen pa ern
ma. waarschuwingen seinend, weg. Het kroost was
goed gedrild. Ze bewogen geen veertje, alleen de
gebrilde oogjes bewogen schichtig heen en weer.
Ze groeiden als kool en bezorgden ons veel plezier.
We begluurden hen tijdens het eerste uitstapje op de -
balk buiten het nest en zagen van dag tot dag hoe ze
van ronde bolletjes uitgroeiden tot dezelfde elegan
ce als die van hun ouders.Of we er geen troep van
hadden? Wis en drie. Om te voorkomen dat we met
laag op laag zwaluwenmest langs beemd en veld
tuften, drapeerden we een oude lap over de auto als
hij niet gebruikt werd en dan vlak onder het nest -
stond. Het zal niemand verbazen dat ik deze hande
ling nogal eens vergat. Nou dan was het soppen
geblazen. Waarom nu dit zwaluw-verhaal?
Zomaar, als bemoediging omdat er eeuwen en eeu
wen een stukje schepping onveranderd is gebleven.
Maar ook omdat ik, toen ik op een avond de oude
lap op de auto gooide, plotseling weer moest denken
aan de zwaluwen uit de psalm, die hun jongskens
neerlegden in kunstige nesten bij „Uw altaren."
Werkte men toen ook met lappen om de boel een
beetje knap te houden? Sopte men het vuil regelma
tig weg? Of leefden de mensenin die tijd zo dicht bij
de natuur dat vogeluitwerpselen^ er gewoon bij
hoorden? Wat een vieze troep, naar ons idee. zal dat
geweest zijn, bij een altaar nötab?ÏTO-'
door FRED LAMMERS
WILNIS „De vissende domi-
nee". Zo noemen vele gemeen-
teleden en collega's de gerefor-
i meerde predikant van het
Utrechtse dorp Wilnis. Het is
een aanduiding waartegen ds
Dick Langhenkel (31) zelf niet
het minste bezwaar heeft, om
dat de sportvisserij hem al
sinds zijn kinderjaren bezig
houdt.
„Bij mijn wiegje lag een hengel.
Mijn grootvader, een rasechte
Amsterdammer, en mijn vader, die
in Den Helder bij de marine was,
S waren enthousiaste karpervissers.
i
j Vader nam mij toen ik een jongetje
van een jaar of vier was al mee als
hij ging vissen. Ik werd dan na mijn
middagslaapje naar zijn stekkie ge
bracht en mocht in een tuigje aan
een touw in een straal van vijf tot
tien meter om heen lopen. Het
duurde niet lang of ik kreeg ook
een hengeltje en als ik dan niet
keek. bond vader er gauw een vis
aan. zodat ik dacht dat ik die had
gevangen. Zo kreeg ik er plezier in.
I Bij mijn kinderen pas ik die metho-
de niet toe, omdat ik vind dat je het
t aan henzelf moet overlaten of ze
willen gaan vissen Als je het „gou-
we handje" hebt kun je het toch
1 niet laten. Over dat vissen door
mijn kinderen hoef ik me trouwens
niet druk te maken, want ik heb
twee dochtertjes en vissen is toch
in de eerste plaats een sport voor
mannen." zegt Dick Langhenkel.
als ik in de pastorie in Wilnis in zijn
studeerkamer zit. waar heel op
vallend in de boekenkast naast
theologische werken ook veel
plaats is ingeruimd voor boeken
over de hengelsport.
Een wand wordt geheel in beslag
genomen door allerlei soorten hen
gels. De meeste daarvan heeft Dick
Langhenkel zelf vervaardigd. „De
beste resultaten bereik je met
zelfgemaakte hengels. Moet jt
maar eens voelen hoe lekker dit
hengeltje in de hand ligt." vervolgt
hij. en duwet mij een tot het pla
fond reikende hengel in de hand
Alle hengels hebben namen, die
door de eigenaar zelf zijn bedacht.
Dat luistert heel nauw, zoals het
eveneens zaak is de dagelijkse
vondsten nauwkeurig bij te hou
den Bovendien heeft Dick Lang
henkel nog een logboek, waarin bij
zondere vangsten uitgebreid wor
den omschreven met een foto erbij
„Een fototoestel behoort tot de
vaste uitrusting van een echte hen-
gelaar." vindt Dick Langhenkel
Zijn meest vermeldenswaardige
i vangst tot nu toe is de bijna 23
pond wegende karper die hij in de
zomer van 1975 ving.
Aardappelen
In de zomermaanden gaat Dick
Langhenkel elke dag. behalve zon
dags. met zijn visattributen op
stap. De kilo aardappelen die zijn
vrouw dagelijks met veel zorg
kookt ze mogen niet te hard en
niet te zacht zijn zal hij niet
vergeten, omdat dit als aas wordt
gebruikt. „Ik vis meestal 's mor
gens vroeg en dat betekent dat ik
op het ogenblik tegen half vier mijn
bed uitkom om naar de Vinkeveen-
se Plassen te gaan Daar heb ik een
boot en een heel fijn plekje om te
vissen."
Tegenwoordig vist Dick Lang-
Ds. Dick Langhenkel
bij mijn wieg lag een hengel
henkei hoofdzakelijk op karpers.
„Die vissoort is voor een hengelaar
het summum. Je moet echter niet
met het vissen op karpers beginnen
als je op een dag besluit ook maar
sportvisser te worden. Dat wordt
alleen maar huilen. In het begin
kun je Je beter bij voorn en brasem
houden."
Het aantrekkelijke van de karper
visserij is volgens Dick Langhen
kel, dat karpers zich niet gemakke
lijk laten vangen. „Karpers zijn erg
intelligent, als is de karper die je
tegenwoordig tegenkomt niet meer
de karper zoals God die heeft ge
schapen Dat was de boeren- of
wilde karper. Die komt nu alleen
nog voor in de buurt van Zaandam,
in de kop van Noord-Holland, op
sommige plaatsen in Friesland en
in het IJsselmeer Wat nu over het
algemeen in de Nederlandse wate
ren zit is een door de Organisatie
ter verbetering van de binnenvisse
rij gekweekte karper Jaarlijks wor
den er tienduizenden van uitgezet
Het is een sterk gedegenereerde
karpersoort."
Als ik Dick Langhenkel vraag wat
hem nu zo aantrekt in dat vissen
zegt hij: „Je bent als je vist in de
natuur en bezig met de natuur. Ik
leer veel van hetgeen ik tijdens het
vissen zie en meemaak Ik heb er
ook veel aan als predikant. Jezus
heeft eens gezegd tegen zijn disci
pelen dat Hij hen vissers van men
sen zou maken Daaraan moet ik
vaak denken. Je kunt de gedragin
gen van mensen goed met die van
vissen vergelijken. Je hebt soorten
vissen en typen mensen. Ieder
mens vraagt weer een andere wijze
van benaderen en zo is het ook met
vissen Je leert als visser geduld te
hebben." Gereformeerd Wilnis is al
lang gewend aan de hobby van ds
Langhenkel. „Mijn gemeenteleden
hebben er geloof ik wel waardering
voor Het is zelfs zo dat, toen ik hier
vijf jaar geleden werd beroepen.
Wilnis mede aantrekkelijk voor me
werd gemaakt omdat er goed vis
water is. Daar hebben ze me min of
meer mee gepaaid En waarom zou
een dominee niet hengelen. Het is
volgens mij een must dat een predi
kant er iets heel anders bijdoet.
Niet alle geestelijken hoeven te
gaan hengeln. Je kan zoveel dingen
aanpakken Er is keus genoeg. Op
die manier blijf je met beide benen
op de grond staan en voorkom je
wereldvreemd te worden."
Lelies
Al merken zijn gemeenteleden dat
maar af en toe. toch ontstaan heel
wat preken van Dick Langhenkel
aan de waterkant Al vissende
werk ik vaak preken uit. Je hebt
dan volop gelegenheid te medite
ren Tijdens het vissen kom ik ook
wel op thema's. Dat is onlangs nog
gebeurd Ik was er niet in geslaagd
een onderwerp voor mijn zondagse
preek te vinden, totdat mijn aan
dacht ineens werd getrokken door
de schoonheid van de bloeiende
waterlelies rondom mijn bootje. De
zondagochtend erna heb ik toen
gepreekt over de tekst dat je als
mens nooit bezorgd moet zijn Je
hoeft maar naar de lelies te kijken
om te beseffen dat God niemand
vergeet. De laatste zondag in mei
preek ik altijd over de milieupro
blematiek. Dat is langzamerhand
traditie geworden, maar verder ligt
mijn belangstelling voor het vissen
Het is me wel overkomen dat ze me
met roeispanen op mijn hoofd wil
den slaan. Het beste wat je dan
kunt doen is zo snel mogelijk het
hazepad te kiezen. Ik ben maar een
klein mannetje, geen krachtpatser
en van vechten houd ik niet.
Over dit soort nare ervaringen
heeft Dick Langhenkel achteraf
plezier en gelukkig zijn zulke bele
venissen uitzonderingen. „Juist
naar aanleidng van dat vissen heb
ik regelmatig geweldig goede ge
sprekken met mij totaal onbeken
de mensen.over de motieven die
mij drijven om misstanden in de
sportvisserij uit de weg te ruimen:
eerbied voor de schepping en het
schepsel."
Drs. A. Kamsteeg, Sacharow-hearing.
Uitgave INVO-bureau, De Lijnbaan
58, Bedum. Prijs: 4,95.
Redacteur-buitenland A. Kamsteeg
van het Nederlands Dagblad bracht
in oktober vorig jaar een bezoek aan
Kopenhagen om het Sacharow-
tribunaal in die stad bij te wonen. Er
werd daar enige dagen uitvoerig ver
slag gedaan van de praktijken van
de Sowjet-Unie tegenover de mensen
die om politieke of godsdienstige re
den gevangen zitten. De artikelen
die hij naar aanleiding hiervan pu
bliceerde werden gebundeld en als
brochure op de markt gebracht. De
artikelen geven een tamelijk omvat
tend verslag van wat er op de hea
ring gezegd en gebeurd is, een waar
devol verslag.
Wel moest er toch nog even een kat
af aan het adres van de Nederlandse
pers. Op 21 oktober wordt in ND een
lijst gegeven van kranten en persbu
reaus die op de hearing vertegen
woordigd waren, maar nota bene
geen andere Nederlandse krant dan
het Nederlands Dagblad. „De onder
drukking in de Sowjet-Unie schijnt
de Nederlandse media niet te inte
resseren", aldus de heer Kamsteeg.
Toch wel armetierig om dat af te
meten aan de aanwezigheid op deze
hearing. Men zou moeten beginnen
het aantal redactionele kolommen
eens te tellen die het laatste jaar in
„de Nederlandse pers" aan de onder
drukking in de Sowjet-Unie besteed
zijn.
De linkse pers wordt verweten liever
aandacht aan Spanje te besteden
dan aan de Sowjet-Unie. Hier vervalt
Kamsteeg in de fout het ene kwaad
ook nog tegen een ander af te willen
wegen. Onrecht blijft onrecht, of het
nu in Spanje, de Sowjet-Unie of
Zuid-Afrika bedreven wordt.
II.A.
er niet dik bovenop. Dat zou niet
juist zijn."
De gang van zaken in de natuur en
vooral het vele dat er tegenwoordig
misloopt houden Dick Langhenkel
sterk bezig. Vandaar dat hij naar
Engels voorbeeld, waar men al lang
iets dergelijks kent. twee jaar gele
den het initaitief heeft genomen tot
het oprichten van de Studiegroep
ter bevordering van de karpervisse
rij Er zijn thans 190 leden bij aan
gesloten. afkomstig uit allerlei
groeperingen van de bevolking,
maar tot nu toe met slechts één
predikant, Dick Langhenkel zelf.
De studiegroep geeft regelmatig
een eigen blad uit. helpt de leden
bij het aanschaffen van hengelma-
teriaal. organiseert contactbijeen
komsten en lezingen. Dick Lang
henkel trekt er vaak op uit om aan
de hand van kleurendia's collega
sportvissers voor te lichten. Op dat
gebied is er nog veel werk te doen.
Wangedrag
Het doet Dick Langehenkel uitroe
pen: „Met de mentaliteit van de
meeste hengelaars, en dat geldt zo
wel voor de georganiseerden als
niet-georganiseerden. is het nog
droevig gesteld. Wangedrag en
agressiviteit zijn aan de orde van
de dag. Men heeft moeite iets van
elkaar aan te nemen, elkaar te ver
trouwen. Ik kan uit eigen ervaring
zeggen dat de sportvisser zijn eigen
sport bedreigt."
In het vernielen van riet zien vele
sportvissers geen kwaad, evenmin
als in het omspitten van wallekan
ten om een paar wurmpjes te vin
den Bij het vissen wordt dikwijls
verkeerd materiaal gebruikt. Vis
sen worden soms teruggegooid in
het water met de haak van de hen
gel nog in hun bek. Andere vissers
laten wat ze hebben gevangen zon
der meer achter. Overal in de pol
ders vind je halfvergane vissen. Als
je de mensen daarop wijst, is er in
vele gevallen wel iets te bereiken
Er wordt vaak zo gehandeld uit
onnadenkendheid. Maar een ge
sprek heeft ook wel eens een ande
re uitwerking.
Roeispanen
Al heeft Dick Langhenkel als vissende predikant nog niet veel navolgers,deze aquarel van Dendy
Sadler uit de Tate Gallery in Londen toont aan dat er méér hengelende geestelijken zijn.
Het kost Dick Langhenkel weinig
moeite deze uitspraak met voor
beelden te illustreren. „De troep
die tal van hengelaars achterlaten
is verschrikkelijk. Het is vaak een
vuilnisbelt van blikjes, dozen en
stukken plastic. Er zijn hengelaars
die eens per week gaan vissen en
dan meteen volle zakken vuilnis in
hun auto meenemen om die ergens
aan de kant van het water achter te
laten. Ik durf er mijn maandsalaris
om te verwedden dat als ik zon
dagsmorgens van Wilnis naar Breu-
kelen rij ik zeker tien zakken met
vuilnis zie liggen, achtergelaten
door sportvissers. Een van de ge
volgen daarvan is dat het rattenbe-
stand bedenkelijk toeneemt.
Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het onze, Postbus 507,
Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten.
Geheimhouding is verzekerd.
Vraag: Ik kocht een potje Paté Fo-
restier met champignons Roti au
Four Ter verduidelijking stond er
op „Vleeswaar" (wat ook wel te
proeven was). Wat betekent deze
aankondiging. want kookboek
noch woordenboek geeft hier vol
doende uitleg
Antwoord: Zonder veel moeite kon
den we een potje van deze vlees
waar op de kop tikken. De verstrek
te uitleg kon ons niet volledig te
vreden stellen: De jonge dame ach
ter de toonbank vertelde ons nl
„Voor e stier" dat is zoiets als
osseworst met champignons Ge
lukkig wist de kok van een gere
nommeerd eethuis ons iets meer te
vertellen In elk geval een fantasie-
naampje Zoals a la meunière en a
la Jardinière erop wijzen dat de
kookvrouw in kwestie iets bij het
gerecht voegt, dat in haar lijn ligt
en dicht in de buurt groeit, zal de
vervaardiger van deze vleespastei
gebruik maken van dat wat voor de
hand ligt in een eethuis bij of in een
bos Het vlees van een wild zwijn
laat zich voortreffelijk in pastei
verwerken Truffels en bessen zijn
ook in de buurt en het bereiden met
open houtvuur (four)geeft een spe
ciale smaak aan het vlees. Overi
gens was onze zegsman van oordeel
dat een goede Nederlandse bena
ming van gerechten en eetwaren
meestal toch wel te vinden is en
misschien de verkoop ervan ten
goede zal komen
Vraag. Kunt u mij iets vertellen
over de schilder A. J v Prooyen? Is
hij een bekend schilder Wanneer
leefde hij0 Is een schilderij van
hem waardevol0
Antwoord: Albert Jurianus van
Prooyen stamt uit een echte schil
dersfamilie Hij werd in 1834 gebo
ren te Groningen en behaalde al
daar in 1853. als leerling van de
tekenacademie Minerva de grote
koninklijke medaille Aanvanke
lijk maakte hij aquarellen en schil
derijen van stadsgezichten, daarna
schilderde hij vooral riviergezich
ten en landschappen. Zijn werken
zijn in het Rijksmuseum te
Amsterdam, in Groningen en in het
Scheepvaartmuseum te vinden. In
1898 stierf v. Prooyen te Amster
dam. In het bevolkingsregister heet
hij verwerskneeht. Ook zijn doch
ter (AAV) en zijn broer G schilder
den en hebben (zij het dan ook op
bescheiden schaal) de traditie van
hun vader en van hun grootvader
(1796-1854) voortgezet Wij geven u
de raad uw schilderij (de afmetin
gen zijn niet zo heel groot) eens in
een van de belangrijke musea te
laten zien Voor taxatie dient u
contact te zoeken met een erkende
taxateur. In het museum kan men
u wel een adres noemen In geen
geval dit stuk voor een krats aan
°en opkoper verkopen
Vraag: Enige tijd geleden zat ik in
de trein van Vlissingen naar
Amsterdam met een heel bijzonde
re stokoude, maar zeer vitale en
frisse man. die zijn medereizigers
op onderhoudende wijze de tijd liet
vergeten met zijn verhalen en ver
slagen van zijn avonturen als we
reldreiziger Hij vervaardigde klei
ne sieraden en houten klompjes,
waarmee hij zijn reizen en leeftocht
al vele jaren betaalde. Graag zou ik
deze man nog eens opzoeken
Antwoord: Naam en adres hebben
wij u reeds toegezonden. Deze man
is ai vaker in het nieuws geweest,
want ook zijn versjes zijn in het
buitenland bekend. Ook weet men
bij het Rijksmuseum wel waar hij
te vinden is: Hij heeft een verkoop
vergunning voor zijn „cadeautjes"
Vraag: Ik ga binnenkort met vakan
tie Dat is heerlijk, maar mijn
steeds terugkerende probleem is:
Wat zal ik nu weer voor de kleinkin
deren meebrengen? Zij verwachten
iets bijzonders, elke keer, maar he
laas lijkt alles in de cadeautjeswin
kels wel uit dezelfde fabrieken te
stammen.
Antwoord: Alle grootvaders delen
dit probleem met u. Maak het daar
om niet te ingewikkeld. Uw vakan
tie zal eronder lijden. Een aardig
prentenboekje, een merkwaardig
hoofddeksel, een eigen kopje, een
eenvoudig waaiertje (de kleindoch
ter heeft dan tenminste iets om zelf
mee te wapperen bij de barbecue).
Eigenlijk moet u het aan het toeval
overlaten en dan ziet u heus wel
iets dat inslaat bij de kleintjes. Wij
zagen bij kennissen een niet zo heel
mooie glazen bol made in
Hongkong van de Eiffeltoren in
Parijs Elke keer als de kleinkinde
ren daar komen, mogen ze schud
den. even maar en ze verbazen zich
over de sneeuw die dan ronddwar-
relt.
Zo n cadeautje blijft steeds nieuw
en indrukwekkend Wij wensen u
verder een onbezorgde vakantie.
Vraag: Ik las enige tijd geleden dat
Emanuel Kant aan het eind van
zijn leven het naar voorbeeld van
de Romeinse legioensoldaten, die
opgeroepen werden een beslissen
de slag te leveren en daartoe
expediti onbelemmerd door zwa
re bagage dienden te zijn. ook be
sloot tot het colligere (samen bren
gen» van zijn „sarcinas" (zware ba
gage' Mijn vraag: Met welk onder
werp was Kant bezig aan het eind
van zijn leven, dat zo belangrijk
was. dat hij zijn vroegere studies
daarbij niet meer kon gebruiken0
Antw oord: Na al zijn vorige werken,
die wij hier niet kunnen bespreken,
omdat de ruimte daarvoor niet be
schikbaar is. zette hij zich aan de
bestudering van de Metaphysica
des reinen Vernunfts. Helaas was
het hem niet beschoren dit werk te
voltooien.
Vraag: (Dit wordt tevens een vraag
voor andere lezers, wij komen er
niet uit) Op de buitenkant van een
heel oud Jan Jaarsmahaardje staat
deze firmanaam en 's-Gravenhage
Aan de binnenkant 25A 837 Wan
neer is deze firma opgericht en is
het fabricagejaar te achterhalen?
Antwoord: Slechts van oude Hage
naars kwamen we te weten, dat
deze firma gevestigd was in de Fah-
renheitstraat aldaar verder niets
en dat in 1930 de zaak overgeno
men werd door DJIU te Ulft. De
tegenwoordige directeur van DRU
was toen nog niet geboren en de
andere medewerkers weten er ook
niets van. Het cijfer 837 wijst er in
elk geval op dat uw haardje niet bij
de eerste fabricage van dit oor
spronkelijk kleine fabriekje hoor
de. De A slaat op de codeletter van
een bepaald type en het nummer 25
zou een bijzonder nummer of een
gewoon serienummer kunnen zijn.
U ziet dat wij niet verder dan gis
singen komen. Als de haard een
exemplaar van om en nabij 1900
zou kunnen zijn. is het misschien
wel aan te raden een antiquair in te
schakelen. Wie weet. hebben we
nog een expert onder onze lezers
Hulp: van lezers inzake Allergie en
Hooikoorts We kregen veel brieven
die getuigden van hartelijk medele
ven en verlangen te helpen. Nu is
het altijd wel een beetje hachelijk
over deze dingen in een krant te
schrijven. Niet graag begeven we
ons op het gebied van de vaklieden
op dit gebied, vooral als we in een
brief van een arts lezen, hoe moei
lijk het is uit het grote aantal (ik
meen 144) van allergieën de juiste
te vinden. Heeft men de boosdoe
ner, dan wordt de zaak gemakkelij
ker. Een aantal brievenschrijvers
vertelde ons veel baat te vinden bij
het kauwen van echte honingraat.
Het hoe en het waartoe weten wij
niet. Het gebruik van een hor in het
slaapkamerraam, waardoor veel
stuifmeel tegengehouden wordt en
het dragen van een operatiemas
kertje is voor niemand een onmo
gelijkheid. Een verdrietige lezeres
schrijft: Al een paar keer heb ik een
lapjesproef gehad, maar het hielp
niet. Die proef was dan ook niet
meer dan wat de naam aangeeft,
maar het is geen behandeling. Dat
zal de behandelende arts toch wel
gezegd hebben?
Hartelijk dank aan allen, zowel par
ticulieren als instanties, die ons ge
gevens toezonden of opbelden naar
aanleiding van ons verzoek betref
fende „SUD" iSudden Infant De
ath) of SIDS (Sudden Infant Death
Syndrome). Wij hebben hieruit mo
gen constateren dat het verschrik
kelijke plotselinge overlijden van
baby's, dat vroeger zonder meer
werd toegeschreven aan verstik
king. in beddegoed of tuigje, ande
re oorzaken heeft die met grote
intensiteit worden onderzocht.
Waar jaarlijks alleen in Nederland
plusminus 100 kinderen op deze
manier overlijden, hopen wij van
harte, zowel voor de ouders als voor
de medici en de verpleegkundigen,
die dit in gezin of praktijk mee- -
maakten, dat dit onderzoek door
onderlinge samenspreking en op
vang gesteund zal worden Wij ont
vingen o.a. een samenvatting van
het proefschrift van Dr J. P A.
Baak (74) over dit onderwerp en
artikelen van de kinderartsen J. G.
Kappe en F. S. van Moppes uit het
tijdschrift voor ziekenverpleging.
Een brochure/folder met verdere
informatie voor de ouders van deze
kindertjes over de mogelijke oor
zaak, zoals die aan deze ouders
wordt gegeven kan veel gevoelens
van zelfverwijt wegnemen.