Watersport bedreigt natuur
fllmillsM
fllsill£\ll
issen en vaarten zitten vol - alleen op de randmeren is nog plaats
i, schouwing over het
dienstbevel
w btopmmjfö?3BB:
J itqm -m*
Oevers kalven af,
planten vertrapt,
water vervuilt
Nieuwe boeken
Boeken over onderwijs
VAR~ïïy JULI 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET RH 11
HKs&tts' tm* OJÈV
5»B -sis «sftj#
■7-rO vt s><^
^.r,iAW ••■;•-• ,iv v
1- s-> L 1 -t*o
I"- - --
ÉiMM
--VfCf ril; '-»*# j
lans Schmit
I
[DAM De Raad van
leeft 1976 uitgeroepen
jar van de „Wetlands"
30.00
15,00
70,00
06,00
fiCl.UO
64,90
86.00
77.00
90,00
72,00
84,00
44,00b
waarin de aandacht
irdt gevestigd op het
an het behoud van de
je volle waterrijke ge-
fi Europa. Nederland,
d bij uitstek, telt op-
c veel van deze gebie-
ir op een groot aantal
j met name daar waar
featie mogelijk is,
'zich steeds nadrukke-
50,oo" i algehele verloedering-
OPIG
i T
Va :n en vaarten zijn vol, de
itgebieden hebben hun ver
dunt bereikt. De Friese me-
4 Dl, evenals het watergebied
west-Overijssel. De Bies-
Wijkt onder de recreatie-
de plassen in het Groene
13.10 i Holland (Vechtplassen.
JK lassem. Westeinder, Nieuw-
i Reeuwijkse plassen) zit-
ol met recreatievaartuigen,
de Randmeren is. wanneer
èld de oeverlengte wordt
{zigzaggend in plaats van
wel plaats, evenals in het
ed (Haringvliet, Hollands
levelingen, Oosterschelde.
eer), dat echter niet voor
bn schepen geschikt is.
k. werkzaam op de afdeling
l en beheersplannen van de
g tot behoud van natuur-
|ten in Nederland en in het
bezig met het waterrijke
In Noordwest-Overijssel.
I huidige situatie ..vrij ver-
d"' en stelt vast dat als het
Dms chaotische, beleid niet
kijzigd „de waterrijke na-
tien sterk aan waarde zul
len'.
tie op het water heeft na de
I) enorme vlucht genomen:
Waren er naar schatting
preatievaartuigen, nu zijn
{er dan een kwart miljoen,
pestaat ongeveer eenzesde
floten. terwijl ook despeed-
i intrede heeft gedaan. Ge-
Seze explosieve groei steeg
II noodkreten van de zijde
3,40 (ïrbeschermers.
25,00
6-1? jar constateerde opper-
Kter J. Bil in het blad „Po-
3*i28 Jnbescherming" dat „vele
plassen de naam natuurge-
15,25 meer kunnen dragen". Als
14 ai lamste bezwaren van de
14jo aart noemde hij het ille-
e.'eo tegen. het varen in rietkra-
NTE Bdere bcgroeïngen. het los-
index i»an rjet met werpankers.
bor verzwakken van de na-
ïo loeververdediging met af-
kalving als gevolg, het vertrappen
van planten op de oever het versto
ren van watervogels die in de oever
vegetatie broeden. Ook de wa
terkwaliteit lijdt onder de recreatie,
niet alleen door het wegwerpen van
afval maar ook door het beschadigen
van het riet. Riet en biezen houden
met hun wortels fosfaten vast, ter
wijl de micro-organismen die onder
water aan de stengels zijn gehecht,
het water zuiveren.
Wildgroei
1,98
3.46
2,90
6,52
9,00
2,20
2.59
30,00
3.60
3,50
7,25
35.00
7.22
2,82
25,00
3,25
2,28
2.23
6,20
3,92
22,20
2,28
14.30
2.10
93.50
7,85
19.00
3,50
7.00
22,75
4,55
4.39
17,40
45.00a
5,71
9,70
94.80
47,40
9,48
4,74
Deze algemene bezwaren tegen de
recreatieve wildgroei op het water
laten zich gemakkelijk illustreren.
De werkgroep Behoud de Biesbosch
trekt al meer dan een jaar aan de bel
over de vele illegale aanlegplaatsen,
het varen in kreken waar dat verbo
den is en de alarmerende afname
van de rietkragen. In 1974 ging een
kwart van het riet en in het pinkster-
weekeinde van dat jaar ging tachtig
procent van de futen-nesten verlo
ren. Het kleine natuurgebied De
Vlietlanden. in Midden-Delfland bij
Schipluiden, dreigt, zo liet dit voor
jaar de opzichter van Natuurmonu
menten weten, te verdwijnen.
Dit drijvend veengebied van zestig
hectare kalft voortdurend af door de
golfslag, die steeds meer vrij spel
krijgt omdat de rietkragen worden
vernield. Vogels als de zwarte stern
en de kemphaan hebben het gebied
verlaten, de grote karekiet, slobeend
en zomertalingzijn bijna verdwenen.
Een studie in het watergebied van
Noordwest Overijssel leert onder
meer dat op het Giethoornse Meer
sinds 1960 vijf soorten waterplanten
(die horen bij water van hoge kwali
teit) zijn verdwenen en dat er maar
één nieuwe soort is bijgekomen, het
liesgras. dat het goed doet in ver
vuild water. In 1960 was het Giet
hoornse Meer volkomen helder: de
bodem (80 tot 120 centimeter onder
de oppervlakte) kon overal worden
gezien. Die helderheid is nu afgeno
men tot veertig centimeter. In het
Duiningermeer, dat met het Giet
hoornse Meer in verbinding staat
maar is afgesloten, deden zich geen
veranderingen voor. In de kleinere
meren in het gebied verdwenen sinds
1960 in totaal twintig soorten water
en oeverplanten. Kwetsbare vogel
soorten als de purperreiger, tafel
eend. bruine kiekendief, dodaars en
tafeleend zijn uit bepaalde gebieden
teruggedrongen.
Verschillend
Het zijn slechts enkele voorbeelden.
Waarmee echter niet is gezegd dat
genheid tot recreatie bieden. In het
eerste geval luidt het antwoord: ja,
overvol. Hetgeen echter niet hoeft te
betekenen dat er geen plaats meer
zou zijn voor recreatie op het water.
De drukte op het water is in veel
opzichten te vergelijken met de
drukte op de weg. Ook daar worden
maatregelen genomen om de auto op
de plaatsen waar en op de tijden dat
hij overlast oplevert, terug te
dringen.
Er worden aparte fietspaden aange
legd. in bepaalde gebieden wordt de
auto geweerd. Zo zouden de meest
kwetsbare gebieden kunnen worden
afgesloten, andere gebieden alleen
toegankelijk voor roeiboten en ka
no's worden gesteld en zouden
strenge regels over snelheid en aan
leggen kunnen worden gesteld.
Harm Piek „Via overtuiging is veel
te bereiken, zij het niet alles. Je kunt
met borden de plaatsen aangeven
die gebruikt kunnen worden, even
als de plaatsen waar kan worden
aangelegd. Je kunt hét gebruik ook
in de tijd beperken: bij voorbeeld
geen toegang in de broedtijd en als
de vogels van de trek terugkeren."
Hoewel het in de Biesbosch verboden is aan te leggen, wordt dit verbod door velen genegeerd. Op de
foto linksboven een illegale jachthaven in de Biesbosch. De foto is genomen op een winderige,
doordeweekse voorjaarsdag, buiten het drukke hoogseizoen.
De legale jachthavens puilen uit. Op de foto rechtsboven de jachthaven van Hoorn, waar geen nieter
water nieer vrij is.
Boven: Een kijkje in een van de vele fraaie waterrijke gebieden in Nederland, in dit geval de
Brabantse Biesbosch.
Redelijkheid
overal en alle vormen van recreatie
op het water schadelijk zijn en dat in
Mie gevallen waterrecreatie de
schuldige is. Harm Piek van Natuur
monumenten: „De aard van de recre
atie is per gebied verschillend. Op de
grote meren in Friesland en op de
Randmeren bijvoorbeeld wordt veel
gezeild, daar staat de sportiviteit
meer voorop. In andere gebieden,
zoals de Wieden in Overijssel, wordt
meer getoerd.
Zeilers zijn meer op het water, de
andere vaarders leggen meer aan.
gaan de oevers op en richten dan
meer schade aan. Ook kunnen, wat
de vegetatie betreft, grotere meren
meer verdragen dan kleinere meren,
omdat de golfslag op grotere meren
van nature groter is. Wat de
kwetsbaarheid van vogels betreft, is
er echter geen verschil. Overigens is
het moeilijk direct aan te tonen wat
de gevolgen van een bepaalde recre
atieve activiteit zijn. Het is bijna
altijd een kwestie van nakaarten.
Op de Beulakerwijde zie je 's zomers
grote concentraties boten en de oe
vers worden dan beschadigd. In de
herfst, door de stormen, en in de
winter, door het ijs. wordt de grotere
schade pas duidelijk, als de oevers
verder afslaan. Bij veranderingen
moet je ook duidelijk weten of het
een gevolg is van bijvoorbeeld
landbouwgif of recreatie of dat het
om een verandering van nature gaat.
Natuurlijk zijn er wel schadelijke
gevolgen van de recreatie die je di
rect kunt zien. Zo is er altijd sprake
van de verstoring van de rust en is de
vertroebeling van het water een dui
delijk gevolg van het varen. Er zijn
planten zoals de kranswieren en fon
teinkruidsoorten die niet tegen ver
troebeld water kunnen en inderdaad
verdwijnen. Het kapot varen van
drijvende planten is niet alleen scha
delijk voor die planten zelf. maar
kan ook indirecte gevolgen hebben.
Waar de krabbescheer, een drijvende
plant, verdwijnt, verdwijnt ook de
zwarte stern, die op die plant
broedt."
Betrekkelijk
De vraag of.de waterrijke gebieden
in Nederland vol zijn. is betrekkelijk
en de beantwoording hangt af van
wat men wil: zoveel mogelijk natuur
beschermen of zoveel mogelijk gele-
„Je moet wel steeds de redelijkheid
aangeven. Geen bordje: verboden
toegang, maar wijzen op bij voor
beeld het feit dat het een broedge
bied is. Je kunt ook proberen zoveel
mogelijk afstand te scheppen: een
jachthaven zo ver als mogelijk is
van de meest kwetsbare gebieden af
aanleggen. Natuurlijk kom je er zo
niet; naast dat soort maatregelen
zullen ook alternatieven moeten
worden geboden".
Zoals gezegd kunnen alternatieven
worden gevonden op de Randme
ren. bij voorbeeld door kustverlen-
ging waardoor meer aanlegplaatsen
ontstaan. Ook in de Biesbosch zijn
alternatieven voorhanden. Zo kun
nen aan de rand van dat gebied,
zoals langs de Amer, zandstrandjes
worden aangelegd waardoor wordt
voorkomen dat het merendeel van
de recreanten het kwetsbare, daar
achter gelegen gebied intrekt. On
langs nog is met vragen in de Twee
de Kamer op de aanleg van deze
strandjes aangedrongen.
Tegen verstoringen en vernielingen
in natuurgebieden is wettelijk niet
veel te doen. Opperwachtmeester
Bil constateert ln „Politie dierenbe
scherming" dat de Vogelwet en de
Jachtwet veelal te kort schieten.
Wel zijn er een aantal verordeningen
van provincies, gemeenten en wa
terschappen (die zorg dragen voor
de oevers en er belang bij hebben
afslag te voorkomen), waarin het
varen en het aanleggen gedurende
langere tijd aan banden wordt ge
legd. Controle op de naleving is ech
ter gering. Opperwachtmeester Bil
schrijft dat er vaak niet aan wordt
gedacht dat er zulke verordeningen
bestaan.
Niet onmogelijk
Het veiligstellen van natuurgebie
den enerzijds en het tegelijkertijd
tegemoet komen aan de behoeften
van de waterrecreatie anderzijds is
een zware maar niet onmogelijke
opgave. Recreatieschappen kunnen
hierin een belangrijke rol vervullen
bestemmingen kunnen worden
vastgelegd in gemeentelijke en pro
vinciale plannen.
Nog niet overal bestaan recrea
tieschappen zo zijn de provincies
Noord- en Zuid-Holland nog bezig
met de oprichting van een recrea
tieschap voor het plassengebied.
Ook van de zijde van de waterspor
ters bestaat belangstelling voor een
betere regeling en opzet. Zo heeft
een aantal Zuidhollandse wa
tersportverenigingen een werkgroep
opgericht, die zich zorgen maakt
over de oeverbeschadigingen en
aandringt op de Instelling van een
actief recreatieschap, dat verdere
verloedering zou moeten tegengaan.
Ook de ANWB heeft open oog voor
de problemen en staat ln contact
met Natuurmonumenten.
Toch zullen er altijd gebieden blij
ven. waarvoor volledige bescher
ming is geboden. Aankoop en afslui
ting is hiervoor de aangewezen weg.
Harm Piek: „De aankopen geschie
den in overleg met Staatsbosbeheer.
Natuurmonumenten en de provinci
ale landschapsstichtingen. Van de
Wieden in Overijssel heeft Natuur
monumenten sinds 1934 delen ge
kocht en de vereniging bezit nu vler-
van de zesduizend hectare. Het
wordt echter steeds moeilijker om te
kopen, omdat de prijzen worden op
gedreven. Het aanbod wordt gerin
ger. de prijzen hoger Bij de
Vechtplassen bijvoorbeeld is bijna
niets meer te kopen. Natuurmonu
menten komt daar haast niet meer
kwit
1000)
iaren
Bedr. p n°6 eens na wil lezen wat jhr mr Th. W. van den Bosch
wütidTeeft gezegd bij de aanvaarding van het ambt van
earch °V hoogleraar in het militaire recht aan de universiteit
Kunst terdam begin mei '76 bestaat die gelegenheid nu. De
io) Pers te Zutphen heeft diens „Beschouwingen over het
dienstbevel" uitgegeven in een handzaam boekje, dat
a's telt en 15 kost.
In de oratie plaatst Van den Bosch
het militaire dienstbevel tegen de
achtergrond van veranderde maat
schappelijke verhoudingen. Ver
schillende voorgenomen wetswijzi
gingen bespreekt hij in kritische zin.
Hij is er niet in alle opzichten geluk
kig mee. Bevelweigeraars zouden
een beroep kunnen doen op „goede
trouw" terwijl voor beroepsopvol
gers dat beroep ln de belangrijkste
gevallen niet mogelijk zou zijn. Aan
de rede, die 28 pagina's omvat, wor
den 20 pagina's „noten" toegevoegd,
citaten en verwijzingen, betrekking
hebbend op staatslieden, cultuur
filosofen. juristen en militairen en
zelfs dichters (de Duitser Karl von
Geroek): „Rosse wie Reiter verstehn
den Appell: „Ruft der Trompete, so
sind zie zur Steil". Tenslotte bevat
het boekje samenvattingen in het
Engels. Frans en Duits.
Jac. Lelsz
n Dltm
eheer
ippenb
ig. Ger
>g van Van den Bosch heeft
iiar aandacht getrokken, al
alleen maar zijn om een
waarbij hijzelf a priori op-
'at deze geciLeérd uit het
waarschijnlijk wel ver-
J worden opgevat: „De Ne-
soldaat is de soldaat met
He soldij, met de geringste
der grondrechten en met
'p vrije tijd Daartegen be-
Dakp,tn bezwaar Maar hij is ook
Bi inc-t de langste haren, de
Koper bhoenen. de grootste mond,
patiebe^U" strafrecht en de slapste
arden ,p Ik Zuu met deze „verwor-
ederen p vrede kunnen hebben, in-
T maar zeker van was dat hij
is met de grootste
Jheid de grootste ge-
jreidheid en de meeste zelf-
>n 4g maar daaromtrent is
jerezen bij meer bevoegden
„Zo worden kleine meisjes groot"
door Elena Gianini Belotti. l'itg. Bert
Bakker Den Haag. I2(i hl/. Prijs
lfi.Stl.
In dit boek met als ondertitel „De
maatschappelijke conditionering
van de vrouw in de vroege kinderja
ren" concludeert Elena Belotti dat
in de opvoeding alleen de ..menselij
ke" kwaliteiten ontwikkeld moeten
worden onafhankelijk van de sekse:
Er is net zo min een natuurlijke
superioriteit van de man als een
natuurlijke inferioriteit van de
vrouw. Het boekje, dat in Italië nog
al suksesvol was. raakt een van de
grondproblemen van de vrouwenbe
weging' Bestaat er zoiets als een
vrouwelijke natuur of zijn ondanks
erfelijke verschillen de opvoeding
en het milieu de beslissende facto
ren in het proces, waarin het kind
zich als jongen of als meisje gaai
beschouwen en gedragen? Bcioltl
geeft aan dat het niet mogelijk is
aangeboren biologische gegevens te
wijzigen, maar dat er wél kritisch
kan worden gekeken naar de maat
schappelijke en culturele gegevens,
die ten grondslag liggen aan de ge
slachtsverschillen
VERZEILING Over verzuiling en
ontzuiling gaat het door Stafleu uit
gegeven boek „Het onderwijs ge
kleurd. zes politieke en le
vensbeschouwelijke visies op het
onderwijs", met. bijdragen van C. M
Bolle. B Buddingh'. N J Ginjaar-
Maas. S. J. Karsten. F. J M. van der
Ven. J K. de Vries en H. Beks. Prijs
32.50.
GOEDE DOCENTEN - Wie een
goed docent wil worden moet vol
gens de schrijver H. van der Heide
diens boek „naar een persoonlijke
onderwijsstijl" lezen uitgave
Zwijsen».
VOLWASSENEN Tussen 1971 en
1975 zijn proeven genomen in eén
viertal plaatsen met nieuwe vormen
van onderwijs en vorming voor vol
wassenen. J. van der Velde doet
hierover verslag in „Experimentele
projecten permanente educatie"
iTjeenk Willink. J. 25,00»
TAALGEBREIK - Peter Dekkers
schreef „Zakelijk stellen zonder
taalboek" iZwijsen, 19,50»
POLITIEK - De Wiardi Beckmin
Stichting publiceerde „Ondervijs
en vorming ln de toekomst". De:e
socialistische visie op het onderwiji-
beleid is uitgegeven door Kluwer
PROJECTEN Hc-t centrum vo.ir
Europese vorming (Langestraat f5.
Alkmaar» maakte projectmapprn
over Europa en ao derde wereld. Het
Koninklijk Instituut voor de Tronen
maakte een Surinamcmap.
ANGST VOOR SCHOOL Het
maandblad „Jeugd en samenleving'
iMaliesingel 13. Utrecht» van juni
gaat o.a. over de contourennota cn
over angst voor de school.
R Koopmans. Welzijn als probleem.
Een sociologische studie over het
welzijnswerk. Uitgave van Samsoin.
prijs 22.50,
G Nuchelmans Wijsbegeerte en
taal. Uitgave van Boom. Meppel,
prijs 22.50.
..Adam en Evn in de maak" door John
Money cn Patricia Tucker, l'ltg. Bert
Bakker l)en llaag 173 blz. Prijs
19.50.
Ook ln dit boek wordt het stereoty
pe denken over de rol van mannen
en vrouwen op de korrel genomen.
Volgens Money en Tucker zou er wat
minder afgezaagd over de verschil
len tussen de seksen moeten worden
gedacht, opdat het individu zich
kan ontplooien zonder telkens te
worden gedwongen zich typisch
mannelijk of vrouwelijk te ge
dragen.
..De plezier-vcrbintenis". door Mas
ters en Johnson. lltR. Bert Bakker,
Den Haag. 224 blz. Prijs 22.50.
Het befaamde Amerikaanse seksuo-
logen-echtpaar Masters en Johnson
bespreken met een groot aantal pa
ren het probleem van de wegebben
de seksuele aantrekkingskracht
van de partner» in de loop der jaren.
De gesprekken, die in het boek zijn
opgenomen, stammen uit begin '70.
..Bewustzijn, hersenen en gedrag"
door Pieter Vroon, l'itg. Ambo te
Billhovcn. 415 bi/. Prijs 29.50.
Dit boek met als ondertitel „Het
individu in zijn dubbelrol van heer
en knecht" is de neerslag van colle
ges over de periode 1970-1975 Dr.
Vroon, lector psychologie in Leiden,
laat zien wat de verschillende stro
mingen In dc psychologie over moei
lijke thema's als bewustzijn, herse
nen en gedrag te zeggen hebben.
Daarbij gaat hij uit van tal van
filosofische uitspraken over mens en
wereld en beziet wat daarvan nog
geldt voor een eigentijds, kritisch
psycholoog. Op die manier komt er
uiteraard nogal wat aan de orde.
maar in de strenge selectie van
Vroon valt er ook veel af. Onkri
tische aandacht voor het oosters
denken, oeverloze speculaties en
dienovereenkomstige therapieén
zijn volgens hem zwakke plekken in
de psychologie. Met name psycho
therapieën worden nogal terughou
dend bekeken De therapeut die zijn
patiënten vooral gelegenheid wil ge
ven tot het praten over hun moei
lijkheden. loopt volgens Vroon het
risico dat hij meer problemen bij de
patiënt schept dan oplost De be
schouwingen van Vroon over de
macht van de taal en over het begrip
vrijheid zijn zeer de moeite waard.
In die beschouwingen komt ook zijn
uitgangspunt dat. dc mens een
scheppend wezen is. dat zich tevens
als een slaaf van zijn eigen voort
brengselen gedraagt, tot zijn
recht. F-
..Arbeid en ver/cl" doeumenlairs-
ovcr arbeidsconflicten in Nederland
vanaf I96K. UitR. documentatie- en
informaticrentrnle van De llorMink
te Amersfoort. 124 blz. Prijs 15,90.
In deze documentatiemap ten be
hoeve van het schollngs- en vor
mingswerk worden aan de hand van
kranten- en weekbladartikelen en
verbindende teksten de vak
bondsacties en arbeidsconflicten
sinds 1968 beschreven. Behalve het
DIC-redactieteam werken er aan
mee. T. Akkermans en P Orootings
van de vakgroep „Arbeid en Be
drijf" van het Sociologisch Instituut
in Nijmegen