sraël moet oog hebben voor rijpheid PLO Ma'alot was niet bedoeld tegen Israël sr Interne PLO-strijd leidde tot bloedbad ==L //KWARjDAG 24 JULI 1976 BUITENLAND TROUW/KWARTET 13 pr James Dorsey Palestijnen maken een geestelijke revolutie door maar de te tragedie is dat de Israëlische regering niet in staat lijkt te om deze ontwikkeling te begrijpen. Zij schijnt zich niet ust te zijn van de politieke kaart van de regio en ze kan zelfs niet voorstellen dat wanneer ze het recht van de stijnen erkent om aan vredesonderhandelingen deel te en, de Palestijnen hen op basis van wederkerigheid zullen ten aanvaarden. Als de Israëli's blijven weigeren om de ■stijnen aan de onderhandelingen te laten deelnemen, zal >este kans op vrede die er in jaren bestond gemist worden", vooraanstaand lid van Al Fatah, de grootste guerrillaorga- agjeu". Btje binnen de Palestijnse Bevrijdingsbeweging (PLO) zei al twee jaar geleden tegen mij. rengen •al heugi kpit of 'ing ktie. met Is waar dat er in de afgelopen jaren een politiek rijpingsproces binnen de heeft voltrokken. tie bijeenkomst van het Palestijnse onale Congres in juli 1968 in Cairo I een Nationaal Handvest aangeno- dat geen enkele ruimte voor een zame oplossing van het conflict tus- Palestijnen en Israëli's over liet. De itijnen spraken zich uit voor de stich- /an een seculaire democratische staat in joden, moslims en christenen gelij- chten zouden hebben. Dit betekende, n de gedachtengang van de Palestij- er in het Midden-Oosten en zeker in stina geen plaats was voor de staat Op de ruïnes en de as van de joodse moest de nieuwe eenheidsstaat wor- opgebouwd. Bovendien stelden de Pa- inen in artikel 9 van hun handvest dat jewapende strijd de enige weg is tot de jding van Palestina". Tenslotte be den zij in artikel 6 van het handvest, slechts die „joden die normaliter in stina woonden voor het begin van de stische invasie als Palestijnen be- uwd zullen worden." dit programma een dialoog met de 'lische regering bij voorbaat onmoge- aakte, spreekt vanzelf. Ook binnen en van de linkse oppositie in Israël, il jaren op een regeling met de Palestij- aandrong, kon men met het nieuwe male handvest weinig uit de voeten, hen stond 't idee van de seculaire icratische staat op losse schroeven, alleen kon er geen sprake zijn van een -gel: £2 iAMEZEilaire staat wanneer de bevolking van >m. 2se staat in godsdienstige groepen zou 90 den ingedeeld, veel erger was dat de ïstijnen in feite zich voorstanders toon- van een Palestina dat „Judenfrei" zou Slingert Als het begin van de „zionistische ja ie" wordt algemeen het jaar 1917 be- Tjuwd en er zijn vandaag betrekkelijk Israëli's die deze datum uit eigen ««fnnering weten. Voor de linkse Israë- e oppositie lag de oplossing van het liet in het Midden-Oosten in de Israë- ïe terugtrekking uit alle in 1967 bezette eden en in de stichting van een onaf- kelijke Palestijnse staat in deze gebie- Aan deze procedure moest de weder- se erkenning van de nationale rechten Palestijnen en joden door beide volke- vooraf gaan. Pas in het begin van 1973 t het Palestijnse verzet een dergelijke issing van de problemen in overweging lillen nemen. ?bruari 1973 verscheen een serie artike- in Al Hurriyah het orgaan van het locratische Volksfront voor de Bevrij ding van Palestina van Nayef Hawatmeh, waarin het Palestijnse verzet gevraagd werd om een tussentijds programma op te stellen. Volgens het Democratische Volksfront was het onmogelijk om in één klap Palestina te bevrijden en om een seculaire democratische staat te stichten. Er moest een programma worden ontwor pen waarin de verschillende fasen van de Palestijnse strijd worden uitgestippeld. Tien dagën na de Oktoberoorlog in 1973 kwam het centrale comité van het Demo cratische Volksfront in een spoedzitting bijeen om aan de hand van de nieuw ontstane situatie en discussie over de noodzaak van een tussentijds programma van het Palestijnse verzet, haar eigen pro gramma in deze zin te veranderen. De organisatie stelde dat: er gestreden moest worden voor de er kenning van de PLO als de enige wettige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk; er gestreden moest worden voor de stichting van een onafhankelijke nationa le autoriteit in elk gebied dat van Is raëlische bezetting bevrijd werd. Op 6 december 1973 verklaarde Hawatmeh dat „geen Palestijns gebied aan koning Hoessein zal worden teruggegeven of door Israël zal worden geannexeerd". Ten aan zien van de vredesconferentie van Genève meende hij dat „ons standpunt bepaald zal worden in het licht van toekomstige ontwikkelingen. Als de ontwikkelingen de kant uitgaan van naar capitulatie neigen de en vernietigende voorstellen (dat wil zeggen afspraken tussen de Verenigde Sta ten en Jordanië) zullen wij ons uit nood zaak tegen de vredesconferentie keren. Tot nu toe echter is noch de PLO noch dé Palestijnse revolutie uitgenodigd om aan de conferentie deel te nemen. Wij voeren een strijd die de toekomst van het Pales tijnse volk en de bezette gebieden zal bepalen". schuur directie- impeerh olge :outbei Kol: 034 12- ge wi Met andere woorden het Democratische Volksfront stelde als voornaamste doel op korte termijn van het Palestijnse verzet de stichting van een onafhankelijke Pales tijnse staat, met name op de westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook. Maar Hawatmeh ging nog veel verder. Hij wees rechtstreekse onderhandelingen met Is raël in het kader van de vredesconferentie van Genève, wat ten minste een de facto erkenning van Israël zou inhouden niet bij voorbaat van de hand. De opstelling van het Democratische Volksfront leidde tot hevige discussies binnen de PLO en uitein delijk tot het vertrek van drie Palestijnse guerrilla-organisaties uit het uitvoerend comité van de PLO Met name het Volksfront voor de Bevrij ding van Palestina van dr George Habasj verzette zich tegen het opstellen van een tussentijds programma, dat zou beteke nen dat de PLO uiteindelijk tot een rege ling met Israël zou moeten komen. Habasj keerde zich ook tegen het idee van een „nationale autoriteit in elk bevrijd gebied van Palestina" omdat deze staat nooit werkelijk onafhankelijk zou kunnen zijn daar het .het resultaat zou zijn van de Geneefse vredesconferentie. Via het offi ciële orgaan van het Volksfront. Al Hadaf, reageerde de organisatie op de gedachte van een tussentijds programma met de woorden: „Elke revolutie wordt in moeilij-1 ke tijden met revisionistische, defaitis tische en verraderlijke voorstellen ge confronteerd". Volgens de hoofdartikelen in Al Hadaf vallen tussentijdse program ma's buiten het kader van een revolutio naire strijd. In het begin van de discussie hield Al Fatah, de belangrijkste Palestijnse organi satie. zich op de vlakte. Slechts een wat kleinere stroming binnen Al Fatah schaar de zich openlijk aan de kant van het zich in de wieg bevindende Afwijzingsfront, be staande uit die organisaties, die elke rege ling met Israël van de hand wezen. In december 1973 werd echter langzamer hand duidelijk, dat Al Fatah de lijn van de gematigden binnen de PLO zou gaan vol gen. Dit bleek uit interviews met leiders van Al Fatah en uit hoofdartikelen in het orgaan van de beweging, Fllistin al Tha- wra. Zo schreef het blad onder meer: „Ons volk moet de volledige nationale autoriteit uitoefenen en een onafhankelijk Palestijns nationaal bestaan opbouwen in elk gebied dat bevrijd wordt van bezetting of dat verkregen wordt". De heroriëntatie van de strategie en tac tiek van de PLO leidde tot een diepe breuk binnen de beweging. Al Fatah, het Demo cratische Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, Al Saika en onafhankelijke eid die 12; Spr. M ösa' hooi eze ertr <j guerrilastrijders van het mocratische Volksfront it V*",r de Bevriidin9 van Pales- vrooms# een school in de Israë- he stad Ma'alot aan. Ne stig kinderen werden gegij- IJ. Bij de Israëlische ontzet- isactie stierven zestien lolmeisjes. Enkele weken de aanval had de leider irtentiéf het Democratische Iksfront via de Amerikaan journalist Paul Jacobs een laring in de Israëlische laten afdrukken, dat als basis gezien werd voor lomstige besprekingen Israëli's en Pales ken. 8.16 10.20 13.26 18.36 20.40 ?5.50 >8 56 J0 60i 13.66 18.76 tekst Jk|e nruimt laar dat deze actie voor Israëli's een bijzondere tok betekende. Zo schreef bekende Israëlische jour list Amos Keynan: „Wat in school in Ma'alot gebeur- is niet alleen een klap te- i ons Israëli's. Degene die terroristen deze bloedige Iracht heeft gegeven, heeft i misdaad begaan tegen de nsheid en de vrede. Het k alsof niet alleen in Egyp- en Syrië een nieuwe wind laioe. Het was Nayef Hawat- th en niemand anders die Is voor een ogenblik in de bp liet dat niet alleen in de kbische hoofdsteden maar >k onder de Palestijnen een uwe wind was gaan waai- Hoe erg is deze dag waar wij alleen zijn In onze be lieving. waarop er niemand met wie wij kunnen praten, hts waarop wij kunnen tè |Pen." "i Israëlische journalist Boaz tna,0n voe9l hieraan toe: „De luatie laat ook het karakter in dezelfde Nayef Hawat- •h zien, in wie wij voor een ogenblikje een teken van een nieuwe wind onder de terro risten meenden te kunnen ontdekken. Maar uiteindelijk zijn woorden goedkoop en kunnen zij altijd worden ont kend. In onze ogen zijn de daden de toetssteen. Elke po liticus, die werkelijk meent wat hij zegt, laat zijn woorden gepaard gaan met daden die zijn oprechtheid be wijzen Ondanks de bittere teleurstel ling die Ma'alot voor vele Is raëli's betekende, was de ac tie in Ma'alot toch niet be doeld als ontkrachtiging van Hawatmeh's verklaring. Al geruime tijd werd het Demo cratische Volksfront binnen de PLO verweten, dat de or ganisatie geen moed had om dat het sinds lange tijd geen guerilla-acties had onderno men. Ma'alot diende om druk op het Democratische Volksfront binnen de PLO te verminderen; iets wat echter niet lukte. Toen er in Damas cus een herdenkingsmanifes tatie voor de drie in Ma'alot gesneuvelde Palestijnse gue- rillastrljders werd gehouden, werd Hawatmeh als verrader uitgescholden en werden er schoten op hem afgevuurd. Bovendien lieten functiona rissen van het Democratische Volksfront weten, na0at de verklaring van Hawatmeh in Israël gepubliceerd was, dat de „onofficiële reactie op de verklaring binnen de PLO zeer positief was, wanneer je de reacties van het Volksfront voor de Bevrijding van Pales tina en de linkse krachten binnen Al Fatah buiten be schouwing laat. Bovendien", zo werd er gezegd, „was Ara fat het volledig eens met de verklaring". Ook de Palestij nen in de door Israël sinds 1967 bezette gebieden rea geerden positief op Hawat meh's verklaring. Maar één ding is duidelijk, Hawatmeh handelde te vroeg. Hij had nog enige tijd moeten wach ten voor dat hij zich recht streeks tot de Israëli's richtte. De discussie binnen de PLO was in 1974 in een nog te vroeg stadium om op deze manier naar buiten te treden. Vandaar dat Hawatmeh op verwerpelijke terroristische acties terug moest grijpen.De actie in Ma'alot was ook voor Paul Jacobs die zich veel moeite had getroost om een brug tussen Israeli's en Pa lestijnen te slaan, een grote shock. Na de aanslag op Ma'alot schreef hij: „Ma'alot vond plaats op een ogenblik waarop vele Israëli's bezig waren het beleid van hun re- - gering en de toekomst van hun land opnieuw onder de loep te nemen. De actie was laakbaar. Zij kwam voorl uit de behoefte van het Demo cratische Volksfront om z'n aanzien onder de andere ver zetsgroepen op te vijzelen en niet uit z'n standpunt tegeno ver Israël. Vandaar dat de actie op generlei wijze ge rechtvaardigd wés. Ma'a lot was een tragische vergis sing, een vergissing die le vens voor niets opofferde, een vergissing die de rechtse krachten in Israël versterkte en de groep Israëli's die be reid was om zich in hun land in te zetten voor de erkenning van de nationale rechten van de Palestijnen vervreemdde. Palestijnen en Israëli's zullen elkaar officieel moeten ont moeten om hun ge meenschappelijke toekomst te bespreken. Beide partijen zullen de fouten moeten toe geven die zij gedurende de jaren hebben begaan. Maar deze verschrikkelijke vergis sing hebben het tempo van de acties en de tegenacties versneld. Palestijnen komen om in hun kampen en Israëli's sterven in hun huizen zonder dat op enige belangrijke ma nier de zaak van de rechtvaar digheid in het Midden-Oosten bevorderd wordt. Ma'alot is nu alleen een van de vele namen van de al veel te lange lijst van dodelijke Arabische, en Israëlische aanvallen, die uitgevoerd werd en voorna melijk om de interne druk in de verschillende kampen te verminderen." Palestijnen kwamen tegenover het Volksfront voor de Bevrijding van Palesti na, de Arabische Bevrijdingsbeweging en het Volksfront voor de Bevrijding van Pa- lestina-Algemeen Commando te staan. Op de bijeenkomst van het Palestijnse Natio nale Congres in juni 1974 in Cairo werd een politiek programma aangenomen, dat wel iswaar in vage bewoording maar desniet temin de gematigde lijn vertolkte. Dat de PLO als geheel voor een gematigde lijn koos bleek bovendien duidelijk uit de woorden van haar woordvoerder Khafik el Khout: „Ons gaat het niet om Jaffa maar om Nabloes. Eigenlijk geloven veel men sen in onze beweging nu in het verdelings plan van 1947 als een gezonde basis om het probleem op te lossen. Voor de Israëli's lijkt dit onmogelijk maarzij moeten besef fen dat verdeling erkenning impliceert en dat dat op zijn beurt het voortbestaan van de staat Israël zou garanderen. Ze moeten zich ook realiseren dat dit de eerste keer is dat de Palestijnen niet volhouden dat Is raël vernietigd moet worden. Het wordt tijd dat Golda Meïr begrijpt dat wij veel van de Israëli's geleerd hebben. Als de Israëli's een definitieve oplossing van hun conflict met de Arabieren zoeken en daarbij geen rekening houden met de werkelijk sterke aanwezigheid van het Pa lestijnse volk dan is het tijdverspilling. Het wordt de hoogste tijd dat zij met het feit leren leven dat de wereld zowel de Palestijnen als de Israëli's erkent." Inderdaad: meer dan 105 landen hebben de PLO inmiddels als de enige wettige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk erkend. Dit is het resultaat van een diplomatieke campagne waarmee de PLO na de Oktoberoorlog was begonnen. On danks het verzet van de conservatieve Arabische staten zoals Saoedl-Arabië en Jordanië, die van de PLO eisten dat ze de linkse krachten uit de beweging wegzui verde, werd de PLO op de Arabische top conferenties in Algiers, in 1973 en in Rabat in 1974 als de enige wettige vertegenwoor diger van het Palestijnse volk erkend. Ook werd de PLO erkend op de Islamitische conferenties in Lahore en Istanboel en uiteindelijk werd de campagne bekroond door het succes van de beweging in de Verenigde Naties en de toespraak van PLO-leider Jassir Arafat tot de Algemene Vergadering van de VN in november 1974. Het diplomatieke offensief van de Palestij nen, dat een loslaten van de strategie van terroristische daden betekende werd ech ter evenmin door alle Palestijnse organisa ties ondersteund. Met name de groepen die nu behoren tot het Afwijzingsfront vrees den dat internationale erkenning druk op de PLO zou betekenen om een meer gema tigd standpunt in te nemen. één staat te laten leven. De stichting van een seculair democratisch Palestina van daag zou morgen tot burgeroorlog leiden. De eerste stap naar een samen bestaan tussen deze twee gemeenschappen moet wederzijdse erkenning zijn. de tweede de stichting van een Palestijnse staat naast de staat Israël." Hoe moeilijk het was om tot een dergelijk standpunt binnen de PLO te komen ver telde mij enkele maanden geleden Achmed Baba el Din, oud-hoofdredacteur van de Egyptische krant Al Achram. „Be vend schreef ik in 1967 een serie artikelen in de Egyptische tijdschrift Al Mussawer waarin ik de gedachte van een Palestijnse staat op de westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook op tafel legde. Toentertijd vroeg ik om reacties van vooraanstaande Palestijnse intellectuelen en ontving ik brieven van Palestijnen in vluchtelingen kampen en van Palestijnen in Canada en Nigeria. In 1968 verscheen het boek „The Proposed State of Palestine" waarin deze reacties vervat waren. Mijn voorstel werd door zo wel de Israëli's als de Palestijnse organisa ties als de Jordaanse autoriteiten verwor pen. Ik heb mij sindsdien stilgehouden om twee redenen. Ten eerste werd ik door de argumenten van een paar Palestijnen overtuigd, dat het nog te vroeg was om met een dergelijk voorstel te komen en dat er door het voorstel alleen verwarring bij de Arabieren op de westelijke Jordaanoe ver en in Jordanië gezaaid zou worden. Ten tweede was ik ervan overtuigd, dat de feiten zoals ik ze zag. deze staat eens zouden doen ontstaan." El Din heeft gelijk wanneer hij laat mer ken, dat de ommezwaai in het Palestijnse denken door factoren van buitenaf be paald is. Op de eerste plaats hebben de Arabische confrontatiestaten Egypte. Jordanië en Syrië duidelijk te kennen gegeven, dat zij een regeling met Israël nastreven; een regeling, die niet zal tornen aan het bestaan van de joodse staat. Bo vendien is het duidelijk dat ook de Ver enigde Staten en de Sowjet-Unie in een regeling van het conflict in het Midden- Oosten geïnteresseerd zijn en dat voor hen het voortbestaan van de staat Israël als een paal boven water staat. Tenslotte hebben de Palestijnse vluchte lingen het in hun Arabische gastlanden niet zo best. Tijdens de burgeroorlog in Jordanië sneuvelden er ruim tienduizend. In vele Arabische staten worden zij als een soort gastarbeiders behandeld. En hun laatste basis Libanon lijkt hun on danks de vele duizenden doden die de verdediging ervan kost onder hun voeten weg te glijden. Dat de ommezwaai binnen de PLO geen tactiek is. valt uit een aantal factoren op te maken. Op de eerste plaats heeft El Khout gelijk wanneer hij stelt: „Het is beter om de PLO-vertegenwoordigers in Genève te laten praten uit naam van alle bevrijdings bewegingen dan dat deze groepen vliegtui gen kapen. Bovendien is het van belang dat de discussies binnen de PLO niet in het geheim maar in het openbaar werden gevoerd. Hoe hard de discussie was blijkt uit de woorden van de PLO-woordvoerder „Vandaag is er meer moed nodig van de kant van die Palestijnen. die naar Genève willen gaan. dan van de kant van de Israë li's die zeggen dat hun regering ons moet erkennen". Nayef Hawatmeh ging in februari 1974 zelfs nog veel verder dan alleen het discus siëren over een tussentijds programma. Toen gaf hij een verklaring aan de Ameri kaanse journalist Paul Jacobs met het verzoek om dat in een van de grote Israë lische dagbladen te publiceren Deze ver klaring. die uiteindelijk in Yediot Achara- not verscheen, was het eerste teken dat er een gespreksbasis tussen Palestijnen en Israëli's mogelijk was. Palestijnen bevesti gen dat Hawatmeh deze verklaring niet zonder toestemming van PLO-leider Jassir Arafat kon afgeven. Welke kant het Palestijnse denken uitging bleek uit verschillende interviews met Pa lestijnse leiders zoals Sabri Jiryis. hoofd van de afdeling Israël van de PLO in Beiroet en Said Hammami, PLO- vertegenwoordiger in London. In een inter view met mij (Trouw 28 juni 1975) verklaar de Hammami: „Naar mijn mening zal het uitermate moeilijk zijn om Israëlische jo den en Palestijnse Arabieren met elkaar in Khafik el Khout De Palestijnen hebben maar één reële keus: de droom van een verenigd Palestina koesteren en zich neerleggen bij de stich ting van een onafhankelijke Palestijnse staat in de door Israël bezette gebieden. Het is juist, dat wanneer Israël deze kans op vrede niet grijpt één van de beste kansen op vrede in jaren verloren gaat. De situatie van de Palestijnen wordt van dag tot dag benauwder of zoals Aboe Ayad van El Fatah het uitdrukte: „De wind waait niet altijd zoals je zou willen dat ze zou waaien". Dit is het eerste van een serie verhalen over de mogelijkheid van een Palestijnse staat. Veel discussie is er in Israël over de veranderingen in het beleid van de PLO. Met name heeft de discussie zich onder andore geconcentreerd op de uitspra ken van Said Hammami, vertegenwoor diger van de PLO in Londen, in Trouw van 28 juni 1975. Velen in Israël geloven dat de gematigde verklaringen van ver schillende PLO-leiders een slimme truc zijn om de ware bedoelingen van de PLO voor de wereld verborgen te houden. In dit debat mengde zich onder anderen Uri Avneri, hoofdredacteur van het Is raëlisch weekblad Haolam Hazeh en oud-parlementslid: „Wat zou er gebeuren als de Israëlische ambassadeur in Londen zou verklaren dat Israël onderhandelingen met de PLO wil beginnen om te komen tot een oplos sing van het conflict met inbegrip van de stichting van een Palestijnse staat naast Israël? ledereen zou afwachten wat er gebeurt. Als de ambassadeur terecht wordt gewezen of terug wordt geroepen, dan heeft zijn verklaring weinig beteke nis. Als hij echter zonder berisping ge woon in functie blijft betekent dat, dat de regering een beleidswijziging via de am bassadeur bekend wil maken. Dezelfde vuistregel geldt voor Hamma mi. Hij. werd na het afleggen van zijn verklaring noch vermoord, noch berispt, noch naar huis geroepen. Integendeel, hij herhaalde zijn verklaring. Er kan geen twijfel bestaan aan het feit dat Hammami uit naam van de leiders van de PLO en El Fatah sprak". Avneri gelooft in de echtheid van de uitlatingen van PLO-functionarissen omdat „geen land in staat is om zijn historische standpunten uit tactische overwegingen opzij te zetten. Er is veel politieke naïviteit nodig om te geloven dat de PLO-leiding zich kan permitteren om haar vertegenwoordigers in het bui tenland dergelijke ketterijen te laten ver kondigen, zonder te vrezen voor de ge volgen daarvan op het thuisfront. Leden van het Afwijzingsfront buiten elk woord uit van Hammami en zijn collega's in hun campagne tegen de PLO-leiding. De PLO-leiders moeten deze verklaringen in elk vluchtelingenkamp verde digen Rest de vraag waarom Arafat niet open lijk verklaart, dat de PLO Israël erkent en Kr Nayef Hawatmeh als oplossing van het conflict een staat naast Israël wil stichten. De Palestijnen hebben twee antwoorden op deze vraag: Bij toekomstige onderhandelingen tussen Israël en de PLO heeft Israël alle kaarten in handen. De enige kaart die de PLO heeft is de erkenning van Israël. Zonder deze erkenning is geen vrede in het Midden-Oosten mogelijk. Waarom moeten wij onze kaarten, nog voor het begin van de onderhandelingen op tafel leggen. Erkenning moet het resultaat en niet de basis van onderhandelingen zijn. Wanneer de PLO Israël erkent zal dat zonder meer tot grote moeilijkheden en misschien zelfs tot een burgeroorlog onder de Palestijnen leiden. Waarom zou Arafat het risico van een dergelijke oorlog nemen als hij nog geen enkele tegenprestatie van de kant van de Israë li's in ruil voor erkenning van Israel aan de Palestijnse massa's kan tonen? Waa rom zou hij de confrontatie niet uitstel len tot hij kan aantonen dat hij een thuis, een staat en onafhankelijkheid voor het Palestijnse volk heeft qekregen? Arafat heeft In deze bovendien een uitstekend voorbeeld: oud-premier Da vid Ben Goerion. Deze stelde het conflict met de extremistische Joodse organisaties Etzel en Lehi uit tot na de stichting van de staat Israel. Zodoende voorkwam hij een bloedige burgeroor log en beperkte hij de confrontatie tot twee kleine affaires".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 13