sraël moet oog hebben voor rijpheid PLO
Ma'alot was
niet bedoeld
tegen Israël
sr
Interne PLO-strijd leidde tot bloedbad
==L
//KWARjDAG 24 JULI 1976
BUITENLAND
TROUW/KWARTET 13
pr James Dorsey
Palestijnen maken een geestelijke revolutie door maar de
te tragedie is dat de Israëlische regering niet in staat lijkt te
om deze ontwikkeling te begrijpen. Zij schijnt zich niet
ust te zijn van de politieke kaart van de regio en ze kan
zelfs niet voorstellen dat wanneer ze het recht van de
stijnen erkent om aan vredesonderhandelingen deel te
en, de Palestijnen hen op basis van wederkerigheid zullen
ten aanvaarden. Als de Israëli's blijven weigeren om de
■stijnen aan de onderhandelingen te laten deelnemen, zal
>este kans op vrede die er in jaren bestond gemist worden",
vooraanstaand lid van Al Fatah, de grootste guerrillaorga-
agjeu". Btje binnen de Palestijnse Bevrijdingsbeweging (PLO) zei
al twee jaar geleden tegen mij.
rengen
•al heugi
kpit of
'ing
ktie.
met
Is waar dat er in de afgelopen jaren
een politiek rijpingsproces binnen de
heeft voltrokken.
tie bijeenkomst van het Palestijnse
onale Congres in juli 1968 in Cairo
I een Nationaal Handvest aangeno-
dat geen enkele ruimte voor een
zame oplossing van het conflict tus-
Palestijnen en Israëli's over liet. De
itijnen spraken zich uit voor de stich-
/an een seculaire democratische staat
in joden, moslims en christenen gelij-
chten zouden hebben. Dit betekende,
n de gedachtengang van de Palestij-
er in het Midden-Oosten en zeker in
stina geen plaats was voor de staat
Op de ruïnes en de as van de joodse
moest de nieuwe eenheidsstaat wor-
opgebouwd. Bovendien stelden de Pa-
inen in artikel 9 van hun handvest dat
jewapende strijd de enige weg is tot de
jding van Palestina". Tenslotte be
den zij in artikel 6 van het handvest,
slechts die „joden die normaliter in
stina woonden voor het begin van de
stische invasie als Palestijnen be-
uwd zullen worden."
dit programma een dialoog met de
'lische regering bij voorbaat onmoge-
aakte, spreekt vanzelf. Ook binnen
en van de linkse oppositie in Israël,
il jaren op een regeling met de Palestij-
aandrong, kon men met het nieuwe
male handvest weinig uit de voeten,
hen stond 't idee van de seculaire
icratische staat op losse schroeven,
alleen kon er geen sprake zijn van een
-gel:
£2
iAMEZEilaire staat wanneer de bevolking van
>m. 2se staat in godsdienstige groepen zou
90 den ingedeeld, veel erger was dat de
ïstijnen in feite zich voorstanders toon-
van een Palestina dat „Judenfrei" zou
Slingert Als het begin van de „zionistische
ja ie" wordt algemeen het jaar 1917 be-
Tjuwd en er zijn vandaag betrekkelijk
Israëli's die deze datum uit eigen
««fnnering weten. Voor de linkse Israë-
e oppositie lag de oplossing van het
liet in het Midden-Oosten in de Israë-
ïe terugtrekking uit alle in 1967 bezette
eden en in de stichting van een onaf-
kelijke Palestijnse staat in deze gebie-
Aan deze procedure moest de weder-
se erkenning van de nationale rechten
Palestijnen en joden door beide volke-
vooraf gaan. Pas in het begin van 1973
t het Palestijnse verzet een dergelijke
issing van de problemen in overweging
lillen nemen.
?bruari 1973 verscheen een serie artike-
in Al Hurriyah het orgaan van het
locratische Volksfront voor de Bevrij
ding van Palestina van Nayef Hawatmeh,
waarin het Palestijnse verzet gevraagd
werd om een tussentijds programma op te
stellen. Volgens het Democratische
Volksfront was het onmogelijk om in één
klap Palestina te bevrijden en om een
seculaire democratische staat te stichten.
Er moest een programma worden ontwor
pen waarin de verschillende fasen van de
Palestijnse strijd worden uitgestippeld.
Tien dagën na de Oktoberoorlog in 1973
kwam het centrale comité van het Demo
cratische Volksfront in een spoedzitting
bijeen om aan de hand van de nieuw
ontstane situatie en discussie over de
noodzaak van een tussentijds programma
van het Palestijnse verzet, haar eigen pro
gramma in deze zin te veranderen. De
organisatie stelde dat:
er gestreden moest worden voor de er
kenning van de PLO als de enige wettige
vertegenwoordiger van het Palestijnse
volk;
er gestreden moest worden voor de
stichting van een onafhankelijke nationa
le autoriteit in elk gebied dat van Is
raëlische bezetting bevrijd werd.
Op 6 december 1973 verklaarde Hawatmeh
dat „geen Palestijns gebied aan koning
Hoessein zal worden teruggegeven of door
Israël zal worden geannexeerd". Ten aan
zien van de vredesconferentie van Genève
meende hij dat „ons standpunt bepaald
zal worden in het licht van toekomstige
ontwikkelingen. Als de ontwikkelingen de
kant uitgaan van naar capitulatie neigen
de en vernietigende voorstellen (dat wil
zeggen afspraken tussen de Verenigde Sta
ten en Jordanië) zullen wij ons uit nood
zaak tegen de vredesconferentie keren.
Tot nu toe echter is noch de PLO noch dé
Palestijnse revolutie uitgenodigd om aan
de conferentie deel te nemen. Wij voeren
een strijd die de toekomst van het Pales
tijnse volk en de bezette gebieden zal
bepalen".
schuur
directie-
impeerh
olge
:outbei
Kol:
034 12-
ge wi
Met andere woorden het Democratische
Volksfront stelde als voornaamste doel op
korte termijn van het Palestijnse verzet de
stichting van een onafhankelijke Pales
tijnse staat, met name op de westelijke
Jordaanoever en in de Gazastrook. Maar
Hawatmeh ging nog veel verder. Hij wees
rechtstreekse onderhandelingen met Is
raël in het kader van de vredesconferentie
van Genève, wat ten minste een de facto
erkenning van Israël zou inhouden niet bij
voorbaat van de hand. De opstelling van
het Democratische Volksfront leidde tot
hevige discussies binnen de PLO en uitein
delijk tot het vertrek van drie Palestijnse
guerrilla-organisaties uit het uitvoerend
comité van de PLO
Met name het Volksfront voor de Bevrij
ding van Palestina van dr George Habasj
verzette zich tegen het opstellen van een
tussentijds programma, dat zou beteke
nen dat de PLO uiteindelijk tot een rege
ling met Israël zou moeten komen. Habasj
keerde zich ook tegen het idee van een
„nationale autoriteit in elk bevrijd gebied
van Palestina" omdat deze staat nooit
werkelijk onafhankelijk zou kunnen zijn
daar het .het resultaat zou zijn van de
Geneefse vredesconferentie. Via het offi
ciële orgaan van het Volksfront. Al Hadaf,
reageerde de organisatie op de gedachte
van een tussentijds programma met de
woorden: „Elke revolutie wordt in moeilij-1
ke tijden met revisionistische, defaitis
tische en verraderlijke voorstellen ge
confronteerd". Volgens de hoofdartikelen
in Al Hadaf vallen tussentijdse program
ma's buiten het kader van een revolutio
naire strijd.
In het begin van de discussie hield Al
Fatah, de belangrijkste Palestijnse organi
satie. zich op de vlakte. Slechts een wat
kleinere stroming binnen Al Fatah schaar
de zich openlijk aan de kant van het zich in
de wieg bevindende Afwijzingsfront, be
staande uit die organisaties, die elke rege
ling met Israël van de hand wezen. In
december 1973 werd echter langzamer
hand duidelijk, dat Al Fatah de lijn van de
gematigden binnen de PLO zou gaan vol
gen. Dit bleek uit interviews met leiders
van Al Fatah en uit hoofdartikelen in het
orgaan van de beweging, Fllistin al Tha-
wra. Zo schreef het blad onder meer: „Ons
volk moet de volledige nationale autoriteit
uitoefenen en een onafhankelijk Palestijns
nationaal bestaan opbouwen in elk gebied
dat bevrijd wordt van bezetting of dat
verkregen wordt".
De heroriëntatie van de strategie en tac
tiek van de PLO leidde tot een diepe breuk
binnen de beweging. Al Fatah, het Demo
cratische Volksfront voor de Bevrijding
van Palestina, Al Saika en onafhankelijke
eid die
12; Spr.
M ösa'
hooi
eze ertr <j
guerrilastrijders van het
mocratische Volksfront
it V*",r de Bevriidin9 van Pales-
vrooms# een school in de Israë-
he stad Ma'alot aan. Ne
stig kinderen werden gegij-
IJ. Bij de Israëlische ontzet-
isactie stierven zestien
lolmeisjes. Enkele weken
de aanval had de leider
irtentiéf het Democratische
Iksfront via de Amerikaan
journalist Paul Jacobs een
laring in de Israëlische
laten afdrukken, dat als
basis gezien werd voor
lomstige besprekingen
Israëli's en Pales
ken.
8.16
10.20
13.26
18.36
20.40
?5.50
>8 56
J0 60i
13.66
18.76
tekst
Jk|e
nruimt
laar dat deze actie voor
Israëli's een bijzondere
tok betekende. Zo schreef
bekende Israëlische jour
list Amos Keynan: „Wat in
school in Ma'alot gebeur-
is niet alleen een klap te-
i ons Israëli's. Degene die
terroristen deze bloedige
Iracht heeft gegeven, heeft
i misdaad begaan tegen de
nsheid en de vrede. Het
k alsof niet alleen in Egyp-
en Syrië een nieuwe wind
laioe. Het was Nayef Hawat-
th en niemand anders die
Is voor een ogenblik in de
bp liet dat niet alleen in de
kbische hoofdsteden maar
>k onder de Palestijnen een
uwe wind was gaan waai-
Hoe erg is deze dag waar
wij alleen zijn In onze be
lieving. waarop er niemand
met wie wij kunnen praten,
hts waarop wij kunnen
tè |Pen."
"i
Israëlische journalist Boaz
tna,0n voe9l hieraan toe: „De
luatie laat ook het karakter
in dezelfde Nayef Hawat-
•h zien, in wie wij voor een
ogenblikje een teken van een
nieuwe wind onder de terro
risten meenden te kunnen
ontdekken. Maar uiteindelijk
zijn woorden goedkoop en
kunnen zij altijd worden ont
kend. In onze ogen zijn de
daden de toetssteen. Elke po
liticus, die werkelijk meent
wat hij zegt, laat zijn woorden
gepaard gaan met daden die
zijn oprechtheid be
wijzen
Ondanks de bittere teleurstel
ling die Ma'alot voor vele Is
raëli's betekende, was de ac
tie in Ma'alot toch niet be
doeld als ontkrachtiging van
Hawatmeh's verklaring. Al
geruime tijd werd het Demo
cratische Volksfront binnen
de PLO verweten, dat de or
ganisatie geen moed had om
dat het sinds lange tijd geen
guerilla-acties had onderno
men. Ma'alot diende om druk
op het Democratische
Volksfront binnen de PLO te
verminderen; iets wat echter
niet lukte. Toen er in Damas
cus een herdenkingsmanifes
tatie voor de drie in Ma'alot
gesneuvelde Palestijnse gue-
rillastrljders werd gehouden,
werd Hawatmeh als verrader
uitgescholden en werden er
schoten op hem afgevuurd.
Bovendien lieten functiona
rissen van het Democratische
Volksfront weten, na0at de
verklaring van Hawatmeh in
Israël gepubliceerd was, dat
de „onofficiële reactie op de
verklaring binnen de PLO
zeer positief was, wanneer je
de reacties van het Volksfront
voor de Bevrijding van Pales
tina en de linkse krachten
binnen Al Fatah buiten be
schouwing laat. Bovendien",
zo werd er gezegd, „was Ara
fat het volledig eens met de
verklaring". Ook de Palestij
nen in de door Israël sinds
1967 bezette gebieden rea
geerden positief op Hawat
meh's verklaring. Maar één
ding is duidelijk, Hawatmeh
handelde te vroeg. Hij had
nog enige tijd moeten wach
ten voor dat hij zich recht
streeks tot de Israëli's richtte.
De discussie binnen de PLO
was in 1974 in een nog te
vroeg stadium om op deze
manier naar buiten te treden.
Vandaar dat Hawatmeh op
verwerpelijke terroristische
acties terug moest grijpen.De
actie in Ma'alot was ook voor
Paul Jacobs die zich veel
moeite had getroost om een
brug tussen Israeli's en Pa
lestijnen te slaan, een grote
shock. Na de aanslag op
Ma'alot schreef hij: „Ma'alot
vond plaats op een ogenblik
waarop vele Israëli's bezig
waren het beleid van hun re-
- gering en de toekomst van
hun land opnieuw onder de
loep te nemen. De actie was
laakbaar. Zij kwam voorl uit
de behoefte van het Demo
cratische Volksfront om z'n
aanzien onder de andere ver
zetsgroepen op te vijzelen en
niet uit z'n standpunt tegeno
ver Israël. Vandaar dat de
actie op generlei wijze ge
rechtvaardigd wés. Ma'a
lot was een tragische vergis
sing, een vergissing die le
vens voor niets opofferde,
een vergissing die de rechtse
krachten in Israël versterkte
en de groep Israëli's die be
reid was om zich in hun land
in te zetten voor de erkenning
van de nationale rechten van
de Palestijnen vervreemdde.
Palestijnen en Israëli's zullen
elkaar officieel moeten ont
moeten om hun ge
meenschappelijke toekomst
te bespreken. Beide partijen
zullen de fouten moeten toe
geven die zij gedurende de
jaren hebben begaan. Maar
deze verschrikkelijke vergis
sing hebben het tempo van
de acties en de tegenacties
versneld. Palestijnen komen
om in hun kampen en Israëli's
sterven in hun huizen zonder
dat op enige belangrijke ma
nier de zaak van de rechtvaar
digheid in het Midden-Oosten
bevorderd wordt. Ma'alot is
nu alleen een van de vele
namen van de al veel te lange
lijst van dodelijke Arabische,
en Israëlische aanvallen, die
uitgevoerd werd en voorna
melijk om de interne druk in
de verschillende kampen te
verminderen."
Palestijnen kwamen tegenover het
Volksfront voor de Bevrijding van Palesti
na, de Arabische Bevrijdingsbeweging en
het Volksfront voor de Bevrijding van Pa-
lestina-Algemeen Commando te staan. Op
de bijeenkomst van het Palestijnse Natio
nale Congres in juni 1974 in Cairo werd een
politiek programma aangenomen, dat wel
iswaar in vage bewoording maar desniet
temin de gematigde lijn vertolkte. Dat de
PLO als geheel voor een gematigde lijn
koos bleek bovendien duidelijk uit de
woorden van haar woordvoerder Khafik el
Khout: „Ons gaat het niet om Jaffa maar
om Nabloes. Eigenlijk geloven veel men
sen in onze beweging nu in het verdelings
plan van 1947 als een gezonde basis om het
probleem op te lossen. Voor de Israëli's
lijkt dit onmogelijk maarzij moeten besef
fen dat verdeling erkenning impliceert en
dat dat op zijn beurt het voortbestaan van
de staat Israël zou garanderen. Ze moeten
zich ook realiseren dat dit de eerste keer is
dat de Palestijnen niet volhouden dat Is
raël vernietigd moet worden. Het wordt
tijd dat Golda Meïr begrijpt dat wij veel
van de Israëli's geleerd hebben.
Als de Israëli's een definitieve oplossing
van hun conflict met de Arabieren zoeken
en daarbij geen rekening houden met de
werkelijk sterke aanwezigheid van het Pa
lestijnse volk dan is het tijdverspilling.
Het wordt de hoogste tijd dat zij met het
feit leren leven dat de wereld zowel de
Palestijnen als de Israëli's erkent."
Inderdaad: meer dan 105 landen hebben
de PLO inmiddels als de enige wettige
vertegenwoordiger van het Palestijnse
volk erkend. Dit is het resultaat van een
diplomatieke campagne waarmee de PLO
na de Oktoberoorlog was begonnen. On
danks het verzet van de conservatieve
Arabische staten zoals Saoedl-Arabië en
Jordanië, die van de PLO eisten dat ze de
linkse krachten uit de beweging wegzui
verde, werd de PLO op de Arabische top
conferenties in Algiers, in 1973 en in Rabat
in 1974 als de enige wettige vertegenwoor
diger van het Palestijnse volk erkend. Ook
werd de PLO erkend op de Islamitische
conferenties in Lahore en Istanboel en
uiteindelijk werd de campagne bekroond
door het succes van de beweging in de
Verenigde Naties en de toespraak van
PLO-leider Jassir Arafat tot de Algemene
Vergadering van de VN in november 1974.
Het diplomatieke offensief van de Palestij
nen, dat een loslaten van de strategie van
terroristische daden betekende werd ech
ter evenmin door alle Palestijnse organisa
ties ondersteund. Met name de groepen die
nu behoren tot het Afwijzingsfront vrees
den dat internationale erkenning druk op
de PLO zou betekenen om een meer gema
tigd standpunt in te nemen.
één staat te laten leven. De stichting van
een seculair democratisch Palestina van
daag zou morgen tot burgeroorlog leiden.
De eerste stap naar een samen bestaan
tussen deze twee gemeenschappen moet
wederzijdse erkenning zijn. de tweede de
stichting van een Palestijnse staat naast
de staat Israël."
Hoe moeilijk het was om tot een dergelijk
standpunt binnen de PLO te komen ver
telde mij enkele maanden geleden
Achmed Baba el Din, oud-hoofdredacteur
van de Egyptische krant Al Achram. „Be
vend schreef ik in 1967 een serie artikelen
in de Egyptische tijdschrift Al Mussawer
waarin ik de gedachte van een Palestijnse
staat op de westelijke Jordaanoever en in
de Gazastrook op tafel legde. Toentertijd
vroeg ik om reacties van vooraanstaande
Palestijnse intellectuelen en ontving ik
brieven van Palestijnen in vluchtelingen
kampen en van Palestijnen in Canada en
Nigeria.
In 1968 verscheen het boek „The Proposed
State of Palestine" waarin deze reacties
vervat waren. Mijn voorstel werd door zo
wel de Israëli's als de Palestijnse organisa
ties als de Jordaanse autoriteiten verwor
pen. Ik heb mij sindsdien stilgehouden om
twee redenen. Ten eerste werd ik door de
argumenten van een paar Palestijnen
overtuigd, dat het nog te vroeg was om
met een dergelijk voorstel te komen en dat
er door het voorstel alleen verwarring bij
de Arabieren op de westelijke Jordaanoe
ver en in Jordanië gezaaid zou worden. Ten
tweede was ik ervan overtuigd, dat de
feiten zoals ik ze zag. deze staat eens
zouden doen ontstaan."
El Din heeft gelijk wanneer hij laat mer
ken, dat de ommezwaai in het Palestijnse
denken door factoren van buitenaf be
paald is. Op de eerste plaats hebben de
Arabische confrontatiestaten Egypte.
Jordanië en Syrië duidelijk te kennen
gegeven, dat zij een regeling met Israël
nastreven; een regeling, die niet zal tornen
aan het bestaan van de joodse staat. Bo
vendien is het duidelijk dat ook de Ver
enigde Staten en de Sowjet-Unie in een
regeling van het conflict in het Midden-
Oosten geïnteresseerd zijn en dat voor hen
het voortbestaan van de staat Israël als
een paal boven water staat.
Tenslotte hebben de Palestijnse vluchte
lingen het in hun Arabische gastlanden
niet zo best. Tijdens de burgeroorlog in
Jordanië sneuvelden er ruim tienduizend.
In vele Arabische staten worden zij als een
soort gastarbeiders behandeld. En hun
laatste basis Libanon lijkt hun on
danks de vele duizenden doden die de
verdediging ervan kost onder hun voeten
weg te glijden.
Dat de ommezwaai binnen de PLO geen
tactiek is. valt uit een aantal factoren op te
maken. Op de eerste plaats heeft El Khout
gelijk wanneer hij stelt: „Het is beter om
de PLO-vertegenwoordigers in Genève te
laten praten uit naam van alle bevrijdings
bewegingen dan dat deze groepen vliegtui
gen kapen. Bovendien is het van belang
dat de discussies binnen de PLO niet in
het geheim maar in het openbaar werden
gevoerd. Hoe hard de discussie was blijkt
uit de woorden van de PLO-woordvoerder
„Vandaag is er meer moed nodig van de
kant van die Palestijnen. die naar Genève
willen gaan. dan van de kant van de Israë
li's die zeggen dat hun regering ons moet
erkennen".
Nayef Hawatmeh ging in februari 1974
zelfs nog veel verder dan alleen het discus
siëren over een tussentijds programma.
Toen gaf hij een verklaring aan de Ameri
kaanse journalist Paul Jacobs met het
verzoek om dat in een van de grote Israë
lische dagbladen te publiceren Deze ver
klaring. die uiteindelijk in Yediot Achara-
not verscheen, was het eerste teken dat er
een gespreksbasis tussen Palestijnen en
Israëli's mogelijk was. Palestijnen bevesti
gen dat Hawatmeh deze verklaring niet
zonder toestemming van PLO-leider
Jassir Arafat kon afgeven.
Welke kant het Palestijnse denken uitging
bleek uit verschillende interviews met Pa
lestijnse leiders zoals Sabri Jiryis. hoofd
van de afdeling Israël van de PLO in
Beiroet en Said Hammami, PLO-
vertegenwoordiger in London. In een inter
view met mij (Trouw 28 juni 1975) verklaar
de Hammami: „Naar mijn mening zal het
uitermate moeilijk zijn om Israëlische jo
den en Palestijnse Arabieren met elkaar in
Khafik el Khout
De Palestijnen hebben maar één reële
keus: de droom van een verenigd Palestina
koesteren en zich neerleggen bij de stich
ting van een onafhankelijke Palestijnse
staat in de door Israël bezette gebieden.
Het is juist, dat wanneer Israël deze kans
op vrede niet grijpt één van de beste
kansen op vrede in jaren verloren gaat. De
situatie van de Palestijnen wordt van dag
tot dag benauwder of zoals Aboe Ayad van
El Fatah het uitdrukte: „De wind waait
niet altijd zoals je zou willen dat ze zou
waaien".
Dit is het eerste van een serie verhalen over
de mogelijkheid van een Palestijnse staat.
Veel discussie is er in Israël over de
veranderingen in het beleid van de PLO.
Met name heeft de discussie zich onder
andore geconcentreerd op de uitspra
ken van Said Hammami, vertegenwoor
diger van de PLO in Londen, in Trouw
van 28 juni 1975. Velen in Israël geloven
dat de gematigde verklaringen van ver
schillende PLO-leiders een slimme truc
zijn om de ware bedoelingen van de PLO
voor de wereld verborgen te houden. In
dit debat mengde zich onder anderen
Uri Avneri, hoofdredacteur van het Is
raëlisch weekblad Haolam Hazeh en
oud-parlementslid:
„Wat zou er gebeuren als de Israëlische
ambassadeur in Londen zou verklaren
dat Israël onderhandelingen met de PLO
wil beginnen om te komen tot een oplos
sing van het conflict met inbegrip van de
stichting van een Palestijnse staat naast
Israël? ledereen zou afwachten wat er
gebeurt. Als de ambassadeur terecht
wordt gewezen of terug wordt geroepen,
dan heeft zijn verklaring weinig beteke
nis. Als hij echter zonder berisping ge
woon in functie blijft betekent dat, dat de
regering een beleidswijziging via de am
bassadeur bekend wil maken.
Dezelfde vuistregel geldt voor Hamma
mi. Hij. werd na het afleggen van zijn
verklaring noch vermoord, noch berispt,
noch naar huis geroepen. Integendeel,
hij herhaalde zijn verklaring. Er kan
geen twijfel bestaan aan het feit dat
Hammami uit naam van de leiders van
de PLO en El Fatah sprak".
Avneri gelooft in de echtheid van de
uitlatingen van PLO-functionarissen
omdat „geen land in staat is om zijn
historische standpunten uit tactische
overwegingen opzij te zetten. Er is veel
politieke naïviteit nodig om te geloven
dat de PLO-leiding zich kan permitteren
om haar vertegenwoordigers in het bui
tenland dergelijke ketterijen te laten ver
kondigen, zonder te vrezen voor de ge
volgen daarvan op het thuisfront. Leden
van het Afwijzingsfront buiten elk woord
uit van Hammami en zijn collega's in
hun campagne tegen de PLO-leiding. De
PLO-leiders moeten deze verklaringen
in elk vluchtelingenkamp verde
digen
Rest de vraag waarom Arafat niet open
lijk verklaart, dat de PLO Israël erkent en
Kr
Nayef Hawatmeh
als oplossing van het conflict een staat
naast Israël wil stichten. De Palestijnen
hebben twee antwoorden op deze vraag:
Bij toekomstige onderhandelingen
tussen Israël en de PLO heeft Israël alle
kaarten in handen. De enige kaart die de
PLO heeft is de erkenning van Israël.
Zonder deze erkenning is geen vrede in
het Midden-Oosten mogelijk. Waarom
moeten wij onze kaarten, nog voor het
begin van de onderhandelingen op tafel
leggen. Erkenning moet het resultaat en
niet de basis van onderhandelingen zijn.
Wanneer de PLO Israël erkent zal dat
zonder meer tot grote moeilijkheden en
misschien zelfs tot een burgeroorlog
onder de Palestijnen leiden. Waarom
zou Arafat het risico van een dergelijke
oorlog nemen als hij nog geen enkele
tegenprestatie van de kant van de Israë
li's in ruil voor erkenning van Israel aan
de Palestijnse massa's kan tonen? Waa
rom zou hij de confrontatie niet uitstel
len tot hij kan aantonen dat hij een thuis,
een staat en onafhankelijkheid voor het
Palestijnse volk heeft qekregen?
Arafat heeft In deze bovendien een
uitstekend voorbeeld: oud-premier Da
vid Ben Goerion. Deze stelde het
conflict met de extremistische Joodse
organisaties Etzel en Lehi uit tot na de
stichting van de staat Israel. Zodoende
voorkwam hij een bloedige burgeroor
log en beperkte hij de confrontatie tot
twee kleine affaires".