Tjeerd Bottema: „Moderne kunst is vaak verlakkerij" fllsilistll Morgenster Uw probleem ook het onze „Je moet nooit zeggen dat er geen wonderen meer gebeuren" Nieuwe boeken MAANDAG 19 JULI 1976 BINNENLAND TROUW/KWAR' jjJJT Fred Lammers KATWIJK AAN ZEE „Ver- velen doe ik me geen moment. Het beroerde is dat ik hoe ou der ik word steeds meer tot de ontdekking kom dat er nog zo veel dingen zijn waar ik nog niet aan toe ben gekomen. Toen ik tegen de zeventig liep dacht ik: daar krijg Je nou tijd voor. maar ik ben nu 92 Ik heb niet zoveel meer te verwachten van het leven. De hon derd begint in het verschiet te ko men. Ik denk wel eens: zou je dat nog halen? Ik zou het best willen, als ik tenminste lichamelijk en geeste lijk blijf zoals ik nu ben. Mijn geheu gen is niet zo best meer, maar dat is altijd mijn zwakke punt geweest en er zijn erger dingen. Ik wacht maar Ai. Het zit er dik in dat ik nog slechts een paar jaar voor de boeg heb In het zonovergoten atelier van zijn huis op de meest noordelijke punt van de boulevard zit ik naast de illustrator/kunstschilder Tjeerd Bot tema. Velen denken dat hij al lang niet meer in het land der levenden is. Tjeerd Bottema- begrijp dat wel, want hij vertegenwoordigt een gene ratie waarvan alleen nog de heel sterken over zijn gebleven. Zijn naam wordt vaak in een adem ge noemd met zijn tijdgenoten colle ga's Isings en Jetses. Met Isings, die eveneens diep in de negentig is, heeft Tjeerd Bottema af en toe nog schrif telijk contact. Verder is het eenzaam geworden rond deze hoogbejaarde kunstenaar. „Ik heb eigenlijk niemand meer op de wereld sinds mijn vrouw en twee dochters een jaar of tien geleden zijn gestorven, vlak na elkaar. Binnen een jaar was het gebeurd. Gelukkig hebben ze niet geleden. Bij alle drie was het het hart. Mijn dochters. Hilde en Johanna, tekenden ook. Ze waren razend begaafd. Het is dood zonde dat ze hun talenten niet heb ben kunnen ontplooien. Maar ja. het heeft zo moeten zijn. Soms denk ik wel eens dat ik nu kleinkinderen had kunnen hebben. Dat zou fijn zijn geweest. Aan de andere kant heb je ook heel wat minder zorgen als je ze niet hebt. Als ik die verhalen hoor over druggebruik en noem maar op dan denk ik vaak dat het niet een voudig is kinderen te hebben in deze tjjd. Het is tegenwoordig een ver schrikkelijke wereld. Als er vroeger iemand was vermoord stond het hele land op stelten. De kranten schreven er dagenlang over en er werden spe ciale liederen op gemaakt. En nou: je s}aat de krant maar op en het is allemaal moord en doodslag, elke dag opnieuw." Geen kletspraatjes Vrienden heeft Tjeerd Bottema niet zo veel. „Als Je een populaire schilder bent lopen de mensen graag bij je binnen om een praatje te maken. Oat is heel aardig, maar zoiets moet niet te vaak gebeuren." Er gaat geen dag voorbij zonder dat Tjeerd Bottema voor zijn schilders ezel staat. Als ik bij hem ben is hij bezig met een olieverfschilderij van de duinen met op de voorgrond hotel Royal, zoals hij het ziet vanuit een van de ramen in zijn atelier. „Daar werd ik dit voorjaar ineens door ge boeid. Ik ben er een beetje mee aan het tobben. Telkens als ik uit het raam kijk zie ik het anders. Het is een enorm groot verschil of ik 's mor gens om half vier aan het schilderen ben of 's middags op dezelfde tijd. Tjeerd Bottema, vervelen doe ik me geen moment Op die manier blijf ik aan het veran deren. Ik vraag me af of ik ei ooit mee klaarkom." Tjeerd Bottema woont sinds 1919 in Katwijk aan Zee. „Ik heb altijd aan de boulevard gezeten. Voor de oorlog in het huis „De Teerling". Dat is door de Duitsers afgebroken. Na de oorlog heb ik er dit huis voor teruggekre gen. Ik zou nergens anders willen zitten omdat je nergens zo'n wijds uitzicht hebt. Heimwee naar Fries land, waar ik ben geboren, heb ik niet. Friesland is het oude Friesland niet meer. Vroeger had je daar uitge strekte weilanden met prachtige boerderijen. Nu lopen er autowegen door de mooiste gedeelten van Fries land. Als ik er kom erger ik me alleen maar," zegt hij beslist, terwijl hij zijn ogen dichtknijpt. Tjeerd Bottema trok al jong weg van de boerderij in Langezwaag waar hij samen met drie broers opgroeide. „Voor twee broers was plaats op de boerderij. Ik zou bij het onderwijs gaan op aanraden van mijn grootva der die hoofdonderwijzer was in Be neden Knype. een dorpje bij Heeren veen. Ik heb de opleiding afgemaakt maar nooit voor de klas gestaan. In plaats van onderwijzer werd ik pla teelschilder in Amsterdam. Daarmee verdiende ik genoeg om naar de aca demie te kunnen gaan. Mijn broer Tjedde was daar ook. Hij heeft ook heel veel getekend, vooral politieke prenten De Duitsers zetten hem daarvoor op de zwarte lijst. In het voorjaar van 1940 vluchtte hij uit Parijs, waar hij woonde, naar Bor deaux en nam daar een boot naar Engeland. Zijn schip werd echter in het Kanaal getorpedeerd. Tjedde kwam daarbij om het leven Ik hoor de dat dezelfde avond via Radio Öranje." Etsen Tjeerd Bottema was toen al een gevestigd kunstenaar. „Vooral op het etsen heb ik me toegelegd. Dat had een speciale reden Ik ben ie mand die erg moeilijk afstand kan doen van een werkstuk. Zoiets wordt een stukje van jezelf en als je dat dan verkoopt ben je het kwijt. Met etsen ligt dat anders. Je kunt er net zoveel afdrukken van maken als je wilt en die verkopen, maar het origineel kun je zelf houden. Dat vind ik erg aantrekkelijk". Tegenwoordig verkoopt Tjeerd Bot tema nooit meer iets. „Financieel heb ik dat niet nodig", zegt hij. een uitspraak die illustreert dat hij za kelijker is geweest dan zijn collega Jetses. In zijn Katwijkse woning hangen vele werkstukken. Wat niet aan de muren hangt bewaart Tjeerd Bottema in mappen. Ook van zijn broer, vrouw (die ook tekende) en dochters heeft hij het nodige in huis. „Na mijn dood gaat alles naar de gemeente Katwijk. Het is de bedoe ling dat alles dan in één ruimte wordt geëxposeerd. Ook werkstuk ken die nog nooit iemand onder ogen zijn gekomen zullen dan wor den getoond. Ik heb dat bij mijn leven willen regelen omdat ik het afschuwelijk zou vinden als mijn werk ergens in een kelder van een museum zou worden opgeborgen. Dat gebeurt maar al te vaak. als de smaak van het publiek tijdelijk een andere kant uitgaat. Van de Maris- sen bijvoorbeeld heeft het prach tigste werk tientallen jaren in kel ders gestaan. Dat vind ik verschrik kelijk. Dat zal mij niet overkomen. Het is ook een geruststellend idee dat alles bij elkaar blijft. De mensen zullen dan later nog eens aan me denken, want helemaal vergeten worden vind ik niet zo aantrekke lijk." „Dat is ook de reden dat ik theosoof ben. De theosofen geloven dat de mens na de dood gewoon verder leeft, zij het onder andere omstan digheden. Ik heb er diep over nage dacht en er ook over gesproken met een heel bekende dominee. Die zei toen ik hem vroeg wat er volgens hem bij het sterven met een mens gebeurt, dat bij je dood de naam van het bord waarop alle levenden staan wordt uitgewist. Je bent er niet meer. totdat je bij de wederkomst van Christus een nieuw lichaam krijgt. Dat vind ik geen aangenaam toekomstbeeld: weggevaagd te wor den. Bij de theosofen is het bij je dood alsof je een kledingstuk uittrekt. Dat geloof past meer bij mij. Op die manier vind ik de dood niet afschrikwekkend. Het sterven en het leven er na heeft voor mij zelfs iets aantrekkelijks". Amerika In het rommelige atelier ligt op een tafeltje een dik boek. Een Hollandse jongen in Arizona. Tjeerd Bottema heeft het zelf lang voor de oorlog geschreven. Het gaat over de beleve nissen van een jongen in de V. S. „Amerika is een land dat mijn grote interesse heeft al ben ik er zelf nooit geweest. Ik weet er echter heel veel van omdat ik er de nodige familiele den had wonen. In de jaren dertig was ik van plan er naar toe te gaan omdat ik de oorlog zag aankomen en Amerika volgens mij het enige land was dat buiten de strijd zou blijven. Het is er niet van gekomen, maar ik ben Amerika een bijzonder land blijven vinden. Nederland is Amerika ook veel dank verschul digd. Als we alleen maar denken aan de hulp die het ons tijdens en na de oorlog heeft gegeven. Ik heb me daarom erg opgewonden over die vuilspuiterij op Amerika tijdens de Watergate-affaire". Tjeerd Bottema heeft zich nu op nieuw aan het schrijven van een boek gewaagd. Het is het verhaal van zijn leven, dat in het najaar zal verschijnen. „Vooral de oorlogsja ren krijgen daarin extra aandacht. In de oorlog heb ik een dagboek bijgehouden, waarvan ik voor dat boek gebruik kon maken. Het wordt een dik boek. al heb ik van de uitge ver veel moeten schrappen. Als de mensen dat boek lezen zullen ze heel wat over de mens Tjeerd Bottema aan de weet komen". Memoires Vooral het laatste hoofdstuk vindt Tjeerd Bottema „erg belangrijk". "eir door Mink van Rijsdijk ,,Wect jij wat een morgenster is?" vroeg een kennis van me. Nu heeft de man dikwijls van dat soort vraagjes, waarop ik het antwoord niet weet. Daarom was ik danig in mijn noppen vlot een bewijs van algemene ontwikkeling te kunnen geven. Mijn ken nis over de planeet Venus lag voor het grijpen. De vragensteller kwam geenszins onder de indruk en merkte op: ..Ik vroeg niet naar DE, maar naar EEN Morgenster." Je pakt me niet, jongen, dacht ik. Gelukkig herin nerde ik me dat er ooit mannen hadden rondgelopen met knotsen, waarop venijnige punten zaten. Een dergelijk wreed wapen gaf men de lyrische naam morgenster. „Goed." zei de man op een toon van: dat is een mager zesje, maar het kan nog alle kanten uit. Of ik nog meer wist. Het geluk was me gunstig. Ik wist dat mijn wandelend woordenboek een grote plantenliefhebber is, wat mij driest deed gokken dat een morgenster een plant was. Laat mijn antwoord nog kloppen ook. Maar als ik dacht inmiddels voor het examen geslaagd te zijn, bleek dat voort te spruiten uit te groot optimisme. Mijn parate kennis was uitgeput. „Een morgenster," leraarde de man verder, „is ook nog een soort voddenraper, die voor dag en dauw op zoek gaat naar zaken die de gegoede burger kwijt wil en naast de vuilniszak zet." Zo werd het een leerzaam uurtje, vooral toen mij ook nog verteld werd dat in de grote steden veel morgensterren een aardige boterham verdienen aan afgedankte spullet jes van diverse families. Een morgenster met kennis van zaken verwacht niet veel heil uit de zogeheten rijke buurten. In grote huizen heeft men zolders en kelders, waar niet meer direct bruikbare stukken worden opgeborgen onder het motto: je weet nooit hoe we nog eens komen te zitten. De beste handel wordt gevonden bij flatblokken, aangezien flatbewoners meestal weinig ruimte hebben voor zaken die misschien later nog wel eens van pas komen. Ik hoorde zelfs dat er in een van grote steden een twaalfjarig morgensterretje o reert, die een eigen „wijk" heeft en bij het o>i tendkrieken steevast op pad gaat. Deze jonj handelt niet, hij is een zuivere amateur, die het v( de sport doet. Zijn buit geeft hij altijd weg Ik was het hele verhaal alweer vergeten, toer* op een pril uur door een dorp reed, waar vuilniszakken blijkbaar de avond daarvoor al bij hek waren gezet. Ineens kreeg ik morgenstern" gingen. Zou ik stoppen en die roestige vogelkooi mee men? De emaille pan ernaast zou wel lek zijn, m dat malle tafeltje? Als ik de poten eraf zou zagi kon onze kamerlinde er schitterend op staan. Ik re langzamer en speurde. Oude schoenen, een ga mele kinderwagen geen belangstelling. Maar stond daar? Jawel, een oude houten kaasscha TRE. iet b imer e toe stee twi .of; Mijn grootmoeder had er zo een. Met snelle gebarej haalde ze daar voor de talrijke familie een groot sr Edammer over. Een kaasschaaf. Ik reed terug, v erlangs. Het ding zag er solide uit. De gordijnen het huis, waar de schaaf te vondeling was gelej waren nog dicht. Ik kon dus niet gaan vragen hem hebben mocht. Trouwensstond het appai niet op de vuilnisman te wachten? In een flits zaj de vele tot schuiten uitgeholde en verminke stuk kaas in ons huis, die me altijd zo geërgerd hadd<^ Het einde daarvan leek me zeer nabij Ik stapte uit en met de schichtigheid van eïymp t bo k V£ vaar: ,pie, lia, ibrek onts le b< zich ie is Hoé •n no d Al alem gypt< ifcken Zee. echt lat di gespi pro da :t te .tianse •^ntijd ran rt. D; jk c bo; okT g :sluit v :t wi< renr 'aarr eerlijk mens, dat voor het eerst uit stelen ga eigende ik me de schaaf toe. Het weekend daar waren alle volwassen kinderen met aanhang thu^gj Tijdens de boterham sneed ik kaas op onze nieu ties aanwinst alsof ik jaren niet anders gedaan h; „Wat heb je dóér nou?" vroeg iemand. „Wet| jullie wat een morgenster is?" was mijn wedervraï*e Want hoe dan ook een moeder blijft zich antwoordelijk voelen voor de algemene ontwiklTenij ling van haar nazaten. jreten t D Daarover zegt hij: „Er staan veel dingen in die de hele wereld in zijn zak kan steken. Ik hoop dat de men sen die mijn boek lezfen dat ook zullen doen. Dat zou voor mij een grote voldoening zijn". In zijn me moires is Tjeerd Bottema kritisch ten opzichte van de samenleving, zoals hij ook sceptisch staat ten opzichte van moderne kunst. Hij komt er eerlijk voor uit daardoor niet zo geïmponeerd te zijn. „Moder ne kunst is vaak verlakkerij. Het werk van Karei Appel bijvoorbeeld vind ik waardeloos. Appel heeft trouwens zelf gezegd dat hij maar wat aanrotzooit. Dat is een waar woord geweest. Ik begrijp niet dat mensen dan toch blijven zeggen dat ze zijn werkstukken zo mooi vinden. Daar moet ik om lachen". Tjeerd Bottema vindt dat de men sen weer van kleine dingen moeten leren genieten. „Dat houd ik ze ook voor in mijn boek. De mensen gaan aan zoveel moois voorbij. Je moet nooit zeggen dat er geen wonderen meer gebeuren. Neem nou de rup sen, die zich in het najaar, als ze zich hebben volgevreten, inpoppen. In die cocon onststaat dan een geheel ander wezen: een vlinder die in het voorjaar de wereld infladdert. Op school wordt daarover gezegd: dat is de natuur. Ze kunnen me wat. Als dat geen wonder meer is. wat is dan wel een wonder? Als je er op let is bijna alles een wonder. Als de men sen weer in wonderen gaan geloven zal de wereld in zijn geheel gelukki ger worden. In hoeverre ik er in ben geslaagd dat de mensen duidelijk te maken zal de tijd leren". „Zeilsport, zeiltechniek, zeiljachten" door Juan Baader, uitgave Hollandia BV, Baarn. Intekenprijs 64,50 (na 1 oktober 69,50). De stormachtige ontwikkeling op het gebied van de zeilsport wordt overduidelijk gedemonstreerd, als men bedenkt dat veertien jaar gele den de eerste druk van dit handboek verscheen en men nu toe is aan de vijfde, geheel herziene druk. Lt. ter zee J. F. Brongers zorgde voor de bewerking, waarin de katoenen zei len geheel verdwenen zijn en meer aandacht wordt gevraagd voor de meerrompboten, transatlantische zeilwedstrijden en zelfstuurinrich- tingen. Beginnende watersporters en de vergevorderden zullen in dit kostbare werk. verlucht met tiental len foto's en honderden tekeningen kostelijke wetenschap opdoen. G.L. Volken en Stammen, deel: Midden- Amerika. Uitgeverij Amsterdam Boek b.v., 1975. Prijs 24,50. Dit boek .geeft een beeld van de afkomst, de cultuur en het dagelijks leven van de bevolking van Midden- Amerika en het Caraïbisch gebied. Ook voor mensen die moeilijk tot lezen komen, biedt dit vierde deel in de serie Volken en Stammen een zeer toegankelijk overzicht van le- |ekwe vensgewoonten, levensstijl ei&ezi' bruiken in dit deel van de we"rec' Religie, omgeven door magisch61 ten blijkt sterk het karakter ti ben van een ontvluchting qre ellende van deze wereld. De Vf e!r religie van Haïti is hiervan eenf. ei beeld. Ook het onlangs in dezeryi?ï vertelde verhaal van de op Jan wonende Rastafari's, die zeggPr e komstig te zijn uit Ethiopië e* wachten daarheen op het eiri tijden te zullen terugkeren, isl een deel aan dit boek ontleen* boek telt 153 (grote) pagina's 160 schitterende foto's (mer< in kleur) maken de prijs antwoord. In de serie „Ankertjes" van uil, rij Ankh Hermes te Deventej weer een aantal deeltjes vei nen: Goed eten, makrobiotiscl C. Sams (80 blz), Kruiden om pen, door J. Huibers (77 blz)j comics verzameld en getekent Ionna Salajan (80 blz), Het tische pendelboekje, door J. F. du (78 blz), Psychologie, eenviTE! toegepast door R. W. Wilde (8qste( Kalm door kruiden, door J. HlL^of (78 blz). Prijs per deeltje 7.5Ti dezelfde uitgeverij verscheer!611 ademende mens (in rust en ging, ziekte en gezondheid, inl cor R meditatie) door fin Schaarschuch. 121 blz. - 25.-Lr Morota! de bevrijding van de <Ln r Oost en Borneo geschreven da Giebel. Uitg. Wever, Franeker^- blz. (16 pagina's foto's en 4 kad 19,50. Dit boek is verse» ei] met steun van het Prins Berirreal Fonds. P r01 elka ich Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het onze. Postbus 5(%r e] Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluite(^eoe Geheimhouding is verzekerd. js r ALLEREERST een paar hartelijke dankwoorden: Namens de klein kinderen van Mini v. d. Iessel. Vele lezers hebben hun exemplaar van de gevraagde boeken ter beschik king gesteld. De familie zal zelf contact met u opnemen. De redac tie van deze rubriek vindt het al leen jammer, niet vaker be hulpzaam te kunnen zijn bij het zoeken naar graag gelezen boeken. Maar het eind zou daarbij ver te zoeken en uitermate kostbaar zijn. Er lag een berg van 240 problemen te wachten Dat kan natuurlijk niet tegelijk. Wilt u een beetje geduld hebben? Helaas kunnen we de 34 vragen, die niet vergezeld gingen van de postzegel van 1 (zie kop van rubriek) niet in behandeling nemen. Dat geldt ook voor onvol doende gefrankeerde brieven (strafport!). VRAAG: Namens een gehandi capte lezer Onze vriend geniet ge weldig van de strip: Ferd'nand (te keningen van Dahl Mikkelsen- Mik). Goedwillende mensen die hem nu en dan eens helpen verhui zen. hebben echter veel van de plaatjes, die hij steeds verzamelde, opgeruimd. Die van vóór 1962 zijn «allemaal weg en van de latere Jaren ontbreken er soms ook heel veel. Zijn er misschien lezers die ook deze plaatjes hebben bewaard? Mogen we eens een contact leggen' Mogelijk kan er iets gefotografeerd worden of geruild. In deze warme dagen denken we nogal eens aan onze trouwe lezers, die van deze zomer slechts ervaren dat de zon buiten schijnt en dat het binnen onhoudbaar warm is. Vergeet daar om de chronische patiënten niet! VRAAG: In een uitvoerige brief, die vergezeld ging van een aardige foto waarop een koolmees bezig is een jong te voeren, vraagt onze lezer wat de oorzaak er van zou kunnen zijn, dat -bij het uitvliegen van het jonge volkje (8 levende vogeltjes) 4 dode jongen in het nestje ach terbleven. ANTWOORD: U woont op de 8ste etage van een stadsflat. Een hele afstand dus voor het ouderpaar, dat af en aan vliegt om de kinderen aan de kost te helpen Er zijn niet zo heel veel insecten die geschikt zijn gevangen en toegediend te worden (insectidenbespuitingen en milieuverontreiniging) De ouders hebben het dus al moeilijk. Twaalf jongen gaat daarbij boven hun kracht. Ze voeren dus de sterksten in de eerste plaats, die trouwens met de verst opengesperde snavel het gunstigst gaan zitten. Met de lijsters die in grote getale in ons stadstuintje nestelen, maken wij het zelfde mee. Men zou het er warm van krijgen als men zo'n vo gel met open bekje ziet zitten broei en. Toch nemen de vogels heus wel tijd om even te gaan drinken. Een in de buurt van het nest op een stokje geprikte vrucht, een aardbei of iets dergelijks wordt zeer ge waardeerd en de vogels kennen de gever op de duur zo goed dat ze niet wegvliegen. VRAAG: Wie kan ons helpen aan het adres van een apotheek waar de medicijnen volgens de genees wijze Dr. Pastoor Heuman te koop zijn? HULP VAN LEZERES: Er blijken heel wat foto's en bladzijden van boeken aan elkaar geplakt te zit ten Volgens onze brieven schrijfster zou men het boek in een oven moeten leggen, die op zeer matige temperatuur is ingesteld. Na een paar minuten moet het boek een paar uren in de zon liggen. Hoewel wij deze raad waarderen, zouden we toch niet graag onze hand ervoor in het vuur, c.q. onze boeken in een oven willen steken. Voorkomen is beter dan genezen. Nooit een wiebelig boeket op een boekenkast of boven op een stapel kostbare boeken en als het ongeluk gebeurd is, het boek rechtop met geopende en los van elkaar staande bladzijden laten drogen. De kaft zo droog mogelijk maken. Onze ex pert alles wat er van aan elkaar geplakte bladzijden of foto's te recht komt, is meegenomen. VRAAG: Onze tuin krioelt van de mieren en van de bladluizen. Hoe komen wij er af? ANTWOORD: Het beste antwoord dat wij u kunnen geven is: koop het boekje van Henk van Halm „Tui nieren buiten het boekje" dat el ders in dit blad of in de omroepgids van de NCRV aangekondigd werd en wordt Abonnees van Trouw kunnen het boek zelfs met korting bestellen. VRAAG: Weken lang hebben we met veel genoegen geluisterd naar het gezang van een „nachtegaal Nu blijkt het gezang van een merel afkomstig te zijn. Gebeurt zoiets wel vaker? ANTWOORD: Merels en lijsters kunnen zeer bedriegelijk geluiden nabootsen, niet alleen het gezang van andere vogels, zoals in dit ge val dat van een nachtegaal, maar ook gedeelten van versjes. Een lijs ter in mijn buurt begint elke keer met nieuwe moed aan: De keizer van China maar heelver komt deze zanger niet. Let eens goed op. De merel zal iets scheller, minder flu welig zingen dan de nachtegaal, maar deze vogel moet toch ook wel ergens in de buurt zitten, waar veel opslag en ruigte is. Het is heus niet waar dat men de nachtegaal uitsluitend in het vroege voorjaar hoort. Bij een gunstige begroeiing hoort men hem de hele zomer 's a- vonds zingen. VRAAG: Jacob van Dam (1680- 1733), Domheer tot Utrecht, woon de aan de Vecht 25 km van Utrecht af en werd daar met pracht en praal in de hervormde kerk begraven. Wat was de funktie van een Dom heer en hoe kwam zo'n roomse pre laat in een hervormde kerk terecht? ANTWOORD: Domheren zijn ka nunniken van de Dom en van de andere kerken in Utrecht. Het ambt omvatte het beheer van de prebenden (kerkelijke inkomsten die vermogensobjekten waren ge worden). Domheren moesten van de Gereformeerde (Hervormde) re ligie zijn. maar belijders van ande re protestantse religies konden dis pensatie krijgen. Domheren had den ook enige invloed bij de sa menstelling van de provinciale sta ten (zie Tegenwoordige Staat der Ver Nederlanden van 1757 thans wederom uitgegeven bij de Europe se Bibliotheek Zaltbommel deel 8 blz. 175). U ziet dat Van Dam wel niet rooms katholiek zal zijn geweest hoewel het in 1600 nog wel mogelijk was dat een katholiek dit ambt kreeg, maar later niet meer. Van Dam is een bekend Utrechts regentenge slacht. Jacob van Dam konden we echter in het standaardwerk Neder landse biographieën niet vinden. VRAAG: Er zou een lijst bestaan, waarop alle belangrijke evenemen ten herdenkingen enz. van het jaar te vinden zijn. Bestaat die lijst wer kelijk en wat is dan de titel, uitge ver en de prijs? ANTWOORD: Wij kunnen u direct op grond van prettige service en persoonlijke contacten noemen de Matla-agenda (uitg. Het Haagsch (met sch) Persbureau. Matla, Ri- ouwstraat 138, Den Haag. tel. 070- 556655). Kosten min. uitgave 75 per maand 4% BTW. Dat lijkt nu wel een heleboel geld. maar vraag niet. hoeveel tijd het zoeken naar kleine dingen soms kost en hoeveel mogelijkheden er zijn iets over het hoofd te zien. Vele zullen zich de prachtige fin de sièclebibliotheek en de portretten van vele langgele den overleden bekende figuren in het trappenhuis van deze zo merkwaardige Haagse instelling herinneren. VRAAG: 57» jaar draag ik een kunstgebit. De binnenkant van de tandaanzet ziet er zwart uit. Ik heb al (bekend middel) bleekwater en Vim geprobeerd maar het blijft maar een naar gezicht. Is drop ver keerd. Wat te doen? ANTWOORD: 5'h jaar is al een hele tijd voor een kunstgebit Is u niet aan een nieuw apparaat toe. De k?ak heeft de vervelende gewoonte te veranderen in de loop der jaren, zodat het gebit niet meer goed past. Het gebruik krijgt vervelende bijverschijnselen en het gezicht van de drager ziet er vermoeid uit. Drop. rode wijn, trouwens alles waar kleurstof in zit heeft de door u genoemde invloed op de kleur van de tanden en de aanzet in het kaak- gedeelte. Het enige, dat ik u aanra den kan: spoel elke keer de resten van dergelijke stoffen grondig weg en gebruik een goede* tanden borstel. Het door u genoemde mid del werkt prachtig, maar u moet de behandeling, zoals trouwens op het buisje staat regelmatig herhalen. Ook waterstofperoxyde gecombi neerd met een goede schuimende tandpasta kan u gebruiken. Uw tanden zijn uw visitekaartje. Wat nu het gebruik van bleekwater en schuurpoeder betreft, dat is prach tig om een closetpot een goede beurt te geven of een douchecel en dan moet het nog met beleid en met mate worden gebruikt. Uw tan den verdienen een meer voorzichti ge behandeling. Ook uw drogist heeft nog heel wat pijlen op zijn boog, wat uw klachten betreft. VRAAG: Overal kakkerlakken in onze vrij nieuwe flat. Hoe komen ze erin en hoe komen we er af? ANTWOORD: Er zijn allerlei ver klaringen mogelijk van zo'n inva sie. Er hoeft er maar één met een vracht eieren (15-40 per keer) mee gekomen te zijn met handelswaar en dat is dan wel het begin. Onze huizen zijn met alle verwarmings- en heetwaterbuizen nooit goed koud (daar kan een kakkerlak be slist niet tegen). Alle etenswaren dienen goed afgesloten te worden. Kleding waarop etensvlekken of transpiratiekringen zijn, moeten niet rondslingeren, maar meteen gereinigd worden. Een schoteltje met gelijke delen basterdsuiker en inl borax is een vrij aardig bestiL. gr ilyrr dingsmiddel. Een stukje haring i een schoteltje jaagt de die en na de buren, dus dat is beslist milirf^ onvriendelijk. Een goed insecticiC^ kan plaatselijk nuttig zijn, echl re niet alle plaatsen zijn bereikbat^ Meldt de ervaringen met allerustu torren, kakkerlakken, faraomierr e.d. in moderne flats eens aan Instituut van Oecologisch Ondj zoek. Kemperbergweg 11, Arnhel VRAAG: Restauratie van oude Sfi tenbijbels. ANTWOORD: We hebben verserf lende adressen op ons lijstje stal* en sommige daarvan wel eens g noemd. De zusters van St Cathal nadal hebben de eerste jaren meer dan genoeg te doen. We nd. men nu: Horsten. Burgstraat 33 Gorinchem en Obbens Middenw 104, Den Helder. Ongetwijfeld zif, er meer goede vakmensen op gebied en we willen graag al is l niet altijd in deze rubriek, dan toch zeker in een persoonld antwoord aan onze lezers nieur adressen, vooral in de Noordelijr provincies doorgeven; maar df moeten deze restaurateurs hf, adres zelf aan ons opgeven!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 6