.ühriet Titulaer: Verhalen over Marsmannetjes sprookjes Uw probleem ook het onze Thorbecke's gemeentewet na 125 jaar nog steeds ,een flexibel monument' et Het einde van de aarde kan wel eens dichterbij zijn dan velen denken." :ld ld 8 fandag 28 juni 1976 binnenland trouw/kwartet p 6 rh 7 uij loogleij die ledige I van ml centrali toe wa oor Fred Lammers it pata - OUTEN „Alle verhalen rer Marsmannetjes zijn irookjes. De kans dat er op e planeet leven voorkomt is n tot vijf procent. Op Mars in elk geval geen leven mo- ilijk dat te vergelijken is met enselijk leven". Chriet Titu- Dui?eJ er (33), de populaire Neder- ndse ruirotevaartdeskundi- o|doet deze uitspraak zonder ?r, uit irzeling. Dat neemt niet weg de aa it hij reuze benieuwd is naar liegvelfe resultaten van de eerste tibemande ruimtevlucht aar Mars, die, als alles goed- inda'gifcat, na de landing van de ifgetre king op 4 juli naar de aarde worden geseind, tegen iriet zal daarover via de televisie jlaats ïyers in het heelal ook leven voor- d zaterii in die nacht van de vierde juli van n seconde tot seconde volgen wat gebeurt. Het zal geweldig span- nd zijn. Die landing op Mars zal ;ou infce dan ook altijd nieuws opleveren lidige, t met koppen door de kranten zal kilom orden gebracht. Welk nieuws, dat niet te voorspellen, maar het zal tijd anders zijn dan wij hadden mo^rwacht. Dat was met die landing de maan net zo", zegt Chrüet in jn woning in een nieuwbouwwijk n het Utrechtse dorpje Houten, blolf -o, j Ihriet Titulaer is er zeker van, dat if? Zolders iirhét heehal ook leven voor leidde! )mt. 'Waarschijnlijk zelfs in een r igere vorm dan hier op aarde. „De - ins is vijftig procent dat we dat or het jaar 2000 zullen ontdek- De contacten met wezens el- ïrs in de ruimte zullen radiotele- •afisch verlopen. Het zal nooit zo |n dat wij als mens persoonlijk >g in oog zullen staan met iemand 6n een andere planeet. Dat is chnisch onmogelijk, omdat de af- and nooit te overbruggen zal zijn. aarom zijn al die verhalen over o's, die op aarde zouden zijn ge ïnd, en ervaringen van mensen et bezoekers van andere planeten huwekul. Het is tijd verknoeien M aar nog langer aandacht aan te B ïhenken. Het hoogste resultaat wij naar ik hoop eens zullen W ^|reiken is dat wij die individuen andere planeten via televisie- ïelden zullen kunnen zien. Maar 't is nog de vraag of dat ooit zal ikken, gezien de grote afstand die tussen de aarde en mogelijk be- oonde planeten is. CHRIET TITULAER ufo's flauwekul Raadselachtig r worden op aarde regelmatig sig- alen opgevangen waarvan de her- omst onbekend is. „Een van de tadselachtige dingen waarmee we orden geconfronteerd is dat wij an de planeet Jupiter meer energie ntvangen dan Jupiter zelf van de )n krijgt. Het is heel goed enkbaar daLjn de signalen die wij u opvangen meer zit dan we kun- en vermoeden. We komen dat niet an de weet omdt we het geheim an de code waarin die boodschap- ;n van andere planeten zijn gego- tn (nog) niet kennen." aarmate de ruimte verder wordt nderzocht, neemt het aantal vra- en toe Die vragen worden ook fdetailleerder. „Het ruimteonder- oek is een geweldige legpuzzel. Tel- ens kun je stukken in elkaar pas en. Het is onbegrijpelijk wat wij de iatste vijf jaar allemaal aan de 'eet zijn gekomen over ons zonne- telsel Er kan allang niet meer van ezegd worden dat wij slechs het >pje van de ijsberg kunnen. Je lag zeggen dat wij momenteel in rote lijnen weten hoe het heelal er itziet. We kennen de contouren van ijsberg, we weten alleen niet of die ijsberg wel homogeen is." Dit alles doet Chriet Titulaer uit roepen: „We leven wetenschappeijk gezien in een bevoorrechte tijd. Tien jaar geleden hadden we nog geen idee van de Melkweg, laat staan van het heelal." Chriet raakte zelf bij de ruimte vaart betrokken kort nadat hij als zestienjarige in Utrecht wis- en na tuurkunde was gaan studeren. „Voordien had ik nooit iets op het gebied van de sterrenkunde ge daan. nu werd het een bijvak en later,na mijn kandidaats, mijn be langrijkste studievak. Vanaf het eerste moment boeide het me mate loos, zodat een jaar na mijn komst in Utrecht mijn hele kamer al vol hing met grote foto's van planeten". Maanstenen Eind december 1968 keerde Chriet Titulaer van een studieverblijf in Amerika, waar hij kennis had ge maakt met allerlei figuren van de NASA, in Nederland terug op door reis naar Parijs, waar hij bij de Franse sterrenwacht maanstenen ging onderzoeken. „Ik had een stel foto's bij me van Apollovluchten en binnen 24 uur nadat ik op Schiphol uit het vliegtuig was gestapt stond ik in de televisiestudio." Zo is het gebleven. Er is geen ruimte vaartspektakel denkbaar zonder Chriet als begeleider op het Neder landse en Belgische beeldscherm. Want bij de zuiderburen is Chriet Titulaer ook actief. „Ik heb in Bel gië voor de BRT zelfs een eigen programma van tien minuten dat elke woensdagavond wordt uige- zonden. Daarin komen allerlei za ken op ruimtevaartgebied aan de orde. Het is gericht op de twaalf tot achttienjarigen. Daarop is ten minste mijn woordgebruik afge stemd, maar in de praktijk luiste ren er mensen van allerlei leef tijden." Dat merkt Chriet, Limburger van geboorte, aan de reacties die tel kens binnenkomen. In België hou den velen hem voor een Vlaming. „Daar had ik onlangs nog een leuke ervaring mee. Ik was in een life uitgezonden t.v.-debat over de ruimtevaart nogal fel van leer ge trokken tegen een professor uit Lei den. Op weg naar huis op het stati on in Brussel kwam er later op de avond «en Belg naar me toe, die tegen me zei: Die Nederlander had ongelijk! Hij zag mij kennelijk voor een landgenoot aan." Al is Chriet Titulaer zich in de ruim tevaart gaan specialiseren, het is een hobby voor hem gebleven, die alles bij elkaar zo'n tien procent van zijn tijd in beslag neemt. In het dagelijks leven werkt hij bij Teleac. „Daar maak ik programma's die niets of weinig met ruimtevaart te maken hebben, zoals series over computers; wetenschappelijk En gels; beton; het weer en bedreigde landschappen." Tussen de bedrij ven door schrijft Chriet boeken en die gaan weer wel over zijn hobby. In het najaar komt zijn negende boek uit „Het groot plannen boek" en voor 1977 staat er eveneens een dik boek op stapel, dat al geschre ven is. „Die ruimtevaarthobby is heel leuk en vooral dat televisiewerk. Al heb ik altijd het standpunt ingenomen dat ze me rustig naar huis mogen sturen als ze iemand anders vinden die het beter kan doen en ik weet dat die er zijn toch zou ik die tv erg missen. Juist daardoor krijg ik kansen die ik vroeger nooit heb gehad." Er komt bij die life-uitzendingen heel wat kijken. Ook tegenwoordig kan er nog van alles misgaan Voor Chriet is het dan juist de sport. ervoor te zorgen dat de kijkers dat niet merken. „Ik ben nooit bang uit te glijden. Ik weet dat ik fouten maak. maar ieder mens maakt fouten." Super-regisseur Planeten en alles wat daarmee te maken heeft is voor Chriet Titulaer gesneden koek. Hij goochelt met getallen over miljoenen Jaren alsof het niets is. Vooral degenen die de bijbel op traditionele wijze uitleg gen hebben daar moeite mee. Chriet Titulaer: „Ik ben rooms- katholiek en geloof in een Schepper of zoals ik het meestal zeg in een Super-regisseur. Hoe meer ik me in de planeten verdiep, des te meer kom ik tot de overtuiging dat er iemand is die achter dit alles staat en het begeleidt. Je kunt veel ver klaren als je gelooft in de evolutie, maar ergens moet er een begin zijn geweest en naar mijn vaste overtui ging is dat de Schepper Mensen verwijten mij weieens dat ik hun het laatste restje geloof wil ontne men. Dat is niet zo. Het enige dat de wetenschap doet is verklaren hoe het heelal in elkaar zit, en dat kan er ook toe bijdragen de bijbel beter te begrijpen. Ik twijfel niet aan de hoofdlijnen van de bijbel. Niets van wat de wetenschap de laatste tijd heeft ontdekt is in strijd met de bijbel. Je moet die bijbel alleen eigentijds interpreteren. Dan kom je tot de conclusie dat het heelal nog veel grootser in elkaar zit dan de mensen vroeger dachten. Men heeft het te beperkt gezien. De mens heeft zichzelf altijd te belang rijk gevonden." Uitsluitend wetenschappelijk bere deneerd komt er aan de aarde ook een einde, al kan dat nog lang du ren. De mensheid zal in elk geval uitsterven wanneer de zon uitdooft als energiebron, maar dat duurt nog vele miljoenen jaren. „Het einde van de aarde kan toch wel eens dichterbij zijn dan velen denken. Niet door een botsing met een ande re planeet, maar door oorzaken van binnenuit, een atoomramp of mi lieuvervuiling. Het rapport van de Club van Rome heeft diepe indruk op mij gemaakt. Vandaar dat wij in ons gezin (Chriet heeft een dochter van zeven jaar) trouw onze lege flessen naar de glascontainer bren gen en geen spullen aanschaffen, die we niet strikt nodig hebben. Toen we dit huis kochten, stond er een vaatwasmachine in. We hebben meteen gezegd: dat ding moet eruit, we kunnen onze vaat wel zelf was sen. Dat zijn voor mij belangrijke dingen. Daar ben ik erg serieus in." Geldsmijterij Er is vaak gezegd dat de maanvluchten geldsmijterij zijn ge weest en dat de miljoenen die eraan ten koste zijn gelegd beter voor andere doeleinden, bijvoorbeeld het kankeronderzoek, gebruikt konden worden. Chriet Titulaer is het daarmee eens. „Het praktisch nut van de Apollo-vluchten is klein geweest. Het is een prestigekwestie geworden. Maar aan de andere kant moeten we er ook niet te negatief over oordelen. De hele wereld heeft ervan genoten. Het gaf een stukje verbroedering. Iedereen was er toch een beetje trots op dat bewoners van onze planeet op een ander he mellichaam terecht waren geko men." Verwacht Chriet dat het met Mars net zo zal gaan? „Technisch zou een bemande vlucht naar Mars binnen een paar jaar zijn te verwezenlijken, maar het geld ervoor is er niet. Vandaar dat er op dit moment geen concreet plan voor bestaat. Toch zal het er wel eens van komen Over een jaar of dertig zullen we dat wel beleven. Het is nu eenmaal een menselijke eigenschap onbekende werelden te willen bezoeken." door mr. P. J. Boukema Op 29 juni van dit jaar bestaat de Gemeentewet 125 jaar. Im mers: ook al zijn sinds 1851 herhaaldelijk wijzingen in de op 29 juni van dat jaar van kracht geworden wet ge bracht; de huidige gemeente wet verschilt in wezen niet van die van 1851. Hoe valt te ver klaren, dat deze schepping van Thorbecke de tand des tijds heeft kunnen doorstaan? En is deze wet ook voor de toekomst waardevast? Het zijn vragen die ook in het licht van de voorgenomen reorgani satie van het binnenlands be stuur de moeite van het bekij ken waard zijn. Laten we eerst de toestand waarin de gemeenten zich voor 1851 bevon den eens onder de loep nemen. Ken merkend voor die situatie was aller eerst de heersende centralisatiege dachte. In velerlei opzicht waren de gemeenten hetzelfde gold trou wens nog in sterkere mate voor de provincies afhankelijk van het centrale gezag. De organisatie van het plaatselijk bestuur was geregeld in de zgn. be stuursreglementen. De gedachte die hieraan ten grondslag lag was dat elke plaatselijke gemeenschap een op eigen behoeften afgestemde regeling zou krijgen. De praktijk was echter dat de reglementen bij Koninklijk Besluit werden vastge steld en een vrij grote mate van eenvormigheid te zien gaven. In de regel droegen de reglementen het bestuur van de gemeente op aan de door de koning benoemde burgemeester en wethouders en aan de raad De leden van de raad werden meestal voor het leven be noemd door een plaatselijk kiescol lege of door de Provinciale Staten. Het is gezien de wijze van benoe ming niet verwonderlijk dat de greep van hoger gezag op het ge meentelijk beleid in de praktijk groot was, ook al werd in de toen geldende grondwet aan de gemeen tebesturen „de vrije beschikking over hun huishoudelijke belangen" gelaten. Was de invloed van het centrale gezag op het gemeentelijk beleid groot, die van de burgers daarop was te verwaarlozen. De zeg genschap over de samenstelling van de gemeentebesturen was in plattelandsgemeenten afwezig en in de steden (kiescolleges) gering. Bovendien waren de raadsvergade ringen niet openbaar. Controle door de burgerij op de besluitvorming was derhalve minimaal, de moge lijkheid de burgers te betrekken bij het gemeentelijk beleid gering. Als men dan nog weet dat de gemeen ten financieel afhankelijk waren van het rijk. dan is duidelijk dat Thorbecke van plaatselijke democratie geen sprake kon zijn. Een radicale verandering in de or ganisatie van het gemeentelijk be stuur wordt ingeluid met de grondwetsherziening van 1848. In de nieuwe grondwet zijn vooral onder invloed van Thorbecke de grondslagen van het nieuwe bestel neergelegd. In de gemeentewet van 1851 zijn deze door Thorbecke zelf hij was toen minister van binnen landse zaken uitgewerkt.. De na druk viel daarbij op het terugdrin gen van de invloed van hoger gezag (decentralisatie) en het betrekken van de burgers bij het plaatselijk bestuur (democratisering). De gemeenteraad wordt recht streeks door de ingezeten voor een beperkt aantal jaren gekozen. De raad is het hoogste orgaan van de gemeente, bij hem berust de rege ling en het bestuur van de „huls houding der gemeente" (autono mie). Een zekere financiële zelfstan digheid wordt mogelijk gemaakt (eigen gemeentelijk belastingge bied) Raadsvergaderingen worden in het openbaar gehouden. Hoezeer Thorbecke aan openbaar heid hechtte blijkt uitzijn van 1847 daterende geschrift. „Over de plaat selijke begroting", waarin hij zijn deprimerende ervaringen als lid van de gemeenteraad van Leiden beschrijft. Sinds 1851 is de Gemeentewet vele malen gewijzigd. De grondslagen van het gemeentelijk bestel zijn echter niet aangetast Vermoedelijk ligt de verklaring hiervoor in de opvatting van Thorbecke, ook blij kend uit een opmerking over de grondwet, nl. dat deze „voor een lange toekomst" moest worden ge maakt. en een „grote verscheiden heid van ontwikkeling" moest ge dogen (Bijdrage, 1848). Welnu: ook de gemeentewet van 1851 gaf veel vrijheid en liet verandering en aan passing toe. Gewenste ontwikkelin gen op gemeentelijk terrein konden op basis van de, in de gemeentewet vastgelegde structuur plaats vinden. In 1958 wordt door de toenmalige minister van binnenlandse zaken Struycken een studiecommissie in gesteld die moet nagaan of er een algehele herziening van de gemeen tewet moet komen in de zin van een ingrijpende wijzing van de grondslagen van het gemeentelijk bestel. Het antwoord is ontken nend De in 1964 begonnen her schrijving van de gemeentewet heeft dan ook een voorlopig ont werp voor een nieuwe gemeentewet opgeleverd, dat fundamenteel niet van de gemeentewet van 1851 ver schilt maar als een modernisering daarvan kan worden beschouwd (De gemeentewet herzien, 1967 en 1971). Reorganisatie Intussen staat een ingrijpende reor ganisatie van het binnenlands be stuur op stapel. De regering beoogt het aantal provincies te vergroten, een herverkaveling van taken tus sen rijk. provincies en gemeenten tot stand te brengen en een ingrij pende herindeling van gemeenten te realiseren. Wat zullen de gevol gen voor het gemeentelijk bestel zijn? Zullen de in de gemeentewet van 1851 neergelegde fundamenten door andere worden vervangen? Worden de gemeenten gedegra deerd tot het beleid van hoger ge zag uitvoerende organen, die eigen zelfstandigheid ontberen? Het is nog te vroeg voor het be antwoorden van deze vraag. Een definitief ontwerp van wet reorgani satie binnenlands bestuur is nog niet gepubliceerd. Uit het vooront werp en het daarbij gevoegde me morandum krijgt men niet de in druk dat fundamentele wijzingen in de bestuurlijke organisatie van de gemeentelijke bestuurslaag worden beoogd. Er blijven drie bestuurslagen rijk, provincies en gemeenten. Bij de re organisatie is één van de doelstel lingen: versterking van het lokale bestuur. De grenzen, taken en be- voegheden van de gemeenten moe ten worden aangepast aan de zich voltrekkende schaalvergroting. Slechts dan zal in de toekomst de gemeente In staat zijn betrekkelijk zelfstandig de gemeentelijke be stuurstaak te vervullen, aldus de gedachtengang van het memo randum Of de beoogde reorganisatie een passend middel is om de gestelde doeleinden te bereiken staat nog ter discussie. Vast lijkt te staan dat de gemeente als laagste zelfstandige bestuurseenheid blijft bestaan. Het valt op dat in het voorontwerp slechts een gering aantal wijzigin gen van de gemeentewet is voorge steld. Dit kan er toe leiden dat ook bij de meest ingrijpende reorgani satie van het binnenlands bestuur sinds 1851 de hoofdlijnen van de gemeentewet van Thorbecke ge handhaafd blijven. Is er overtuigender bewijs nodig voor de stelling dat die wet kan worden betiteld als een flexibel mo nument? Mink van Rijsdijk is met vakantie. Daarom deze week geen bijdrage van haar hand. Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het on/e. Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten. Geheimhouding is verzekerd. 'RAAG: Waar kan ik iets te weten omen over een vereniging van bal- invaarders in Nederland? iNTWOORD: Bij de KNVVL (Kon. 'ed. Ver. van Luchtvaart), afdeling allonsport. Jozef Israëlplein 8. Den laag. telefoon 070-252457 RAAG: Helaas zijn er een paar eel mooie glazen gesneuveld. Van en glas is de kelk met een stuk teel over. van een ander glas bleef en voet. eveneens met een stuk teel over. Is zoiets nog te combi eren0 INTWOORD: Inventieve en crea- ieve mensen vinden altijd wel een mogelijkheid Een buisje waarin oven en onderstuk samengevoegd "orden en vastgezet met b.v. twee componentenlijm zou een oplossing kunnen zijn. Of het mooi is. hangt af van de fantasie van de „restaura teur". Wél heel mooi is een zilveren of gedraaid edelhouten voetstuk, waa rin de kelk met het stukje steel stevig vastgezet kan worden. Op deze manier heb ik het voetje van een antiek porceleinen eierdopje met zilveren onderstuk met de kris tallen kelk van een wijnglas samen gevoegd tot een doopbeker, die wer kelijk prettig is om naar te kijken Voor 't geval u geen antieke eier dopjes heeft om stuk te laten val len. moet u eens kijken in de doos met kerstspullen, waarin ongetwij feld wel een kaarsenhouder is, die gebruikt kan worden. Dat voetje heeft u dan verder niet meer nodig. Vraag: We hoorden een paar jaar geleden veel over het gevaar dat katten hebben voor zwangere vrou wen. Hoe zit dat? Antwoord: Zwangere vrouwen en kleine kinderen moeten, als men niet zeker weet dat ze antilichamen tegen ..Toxoplasma" hebben, geen rauw of onvoldoende gebraden vlees (tartaar en biefstuk) eten. Zij moeten verder van kattenbakken afblijven Katten dienen zoveel mo gelijk gebru'k te maken van een kattebak. die dagelijks wordt, leeg gemaakt. In de kattebak moet een vocht-absorberende vulling worden 11T». - j -V-4L J H gebruikt, die niet in een tuin of los in een vuilniszak wordt geworpen maar na behoorlijk gedesinfecteerd te zijn. pas kan worden verwijderd. Uw dierenarts kan nog veel meer hierover mededelen. Ongerustheid is niet nodig, als men z'n verstand gebruikt en wat de aanwezigheid van poezen in huis betreft, vooral als er heel kleine kinderen zijn. strenge voorschriften toepast o a nooit een poes in bed of in een box. en nooit een poes of hond pannetjes en bordjes leeg laten likken Vakantie: Het is mogelijk, dat er terwijl wij met vakantie zijn. er enige vertraging optreedt bij het persoonlijke beantwoorden van de correspondentie. Wij hopen die ach terstand zo snel mogelijk in te halen. VRAAG: Als een vrouw, die als half invalide WAO geniet., gaat trouwen, houdt die WAO dan op° ANTWOORD: Die WAO gaat rustig door. VRAAG: Onlangs hoorde ik via de radio op een zondagmorgen in een uitzending van de KRO een pastoor in zijn preek een voor mij zeer merkwaardige verklaring geven: In deze, voor een doorgewinterd pro testants oor zeer aanvaardbare preek over Maria, de moeder des Heren, zei hij o.a.: Maria, niet als een onbereikbare vorstin op een ho ge troon, maar als Miriam, het een voudige meisje, stilla maris", een druppeltje in een grote oceaan van gewone mensen. Dit is m i toch wel een heel ander beeld dan dat van de Stella Maris, dat we eerder in deze omgeving zouden verwachten. ANTWOORD: Aangezien wij. wat deze zaken betreft, zekker geen ex pert zijn hebben we ons direkt gewend tot de pastoor, die deze woorden heel bewust bleek uitge sproken te hebben Hij was blij met uw vraag (ook met uw andere reac ties op deze eucharistieviering, die we in deze rubriek verder niet kun nen uitspinnen). In de eerste Chris telijke tijden werd de uitdrukking „Stilla Maris" veelvuldig en te recht gebruikt Verwezen kan worden naar de st.udie van dr Jac ques van Rooy te Nijmegen. VRAAG: Wat zijn de kosten van het uitzoeken van een stamboom en die van het uitzoeken van het familie wapen? ANTWOORD: Die kosten zijn zeer hoog. als u dat alles door iemand anders laat doen Het laten zoeken in archieven, akten, doopboeken, enz is een zeer tijdrovende zaak. Door een kleinigheid kan het onder zoek naar een stamboom volkomen veranderd worden of moet soms ge heel opnieuw worden opgezet Voor iemand, die dit speurwerk als een interessante, maar niet minder tij drovende hobby uitvoert, is dat dan alleen maar een prikkel om op nieuw te beginnen Het onderzoek naar een familiewapen als dat tenminste bestaat begint met het snuffelen in de grote handboeken. die in de leeszalen van de grote bibliotheken te vinden zijn. In een persoonlijke brief zonden wij ons stencil „Mededelingen inzake de in houd van de rijksarchieven" en gaarne noemen we u verschillende instellingen, die een toeverlaat zijn bij het zoeken naar stambomen en wapens: het centraal Bureau Gene alogie. Nassauplein 18. Den Haag De vereniging Gens Nostra waar men beschikt over zeer veel gege vens, die door de leden worden ver zameld en beschikbaar gesteld De ze adressen en nog veel andere be langrijke gegevens zijn te vinden in het boekje van Jan Zeeman: Fami liewapens, uitgave Teeuwen, Nas- saustraat 20. Haarlem. Voor de ..vertaling" van allerlei moeilijke heraldische woorden en uitdrukkin gen ishet encyclopedisch Vademe cum. Heraldiek en genealogie van C Pama (Prisma) zeer aan te raden VIOLEN: Ook in onze rubriek ma ken wij vaak het samentreffen van merkwaardige zaken mei- Na de vragen over een „hopelijk echte" Amati en een Holmolkaviool heb ben we nu weer een Guarnieri. waarvan we hetzelfde moeen zeg gen wat we verleden jaar over ver meende Stradivarius opmerkten: 95 percent kans dat het instrument niet ouder is dan op zijn hoost 90 jaar Voor 1900 waren er veel ate liers, die zich klokkeloos naar de oude meesterbouwers noemden. In elk geval is het de moeite waard er eens mee naar een expert te stap pen. Vraag: Wij hebben een paar foto's, die gemaakt zijn volgens het sys teem Daguerre. Hebben deze foto's waarde en wat kunnen we ermee doen? ANTWOORD: Er zijn veel daguer- reotypen in omloop, behalve wan neer het zeer fraaie exemplaren met een bijzonder onderwerp betreft, hebben ze slechts personlijke waar de voor de eigenaars Vroeger wer den ze altijd in fraaie doosjes, al dan niet met fluwelen voering en verguld slootje bewaard. Op die manier heeft men er natuurlijk niet zoveel aan. Men kan ze als muurver siering gebruiken, echter niet op een lichte vaak zonnige plaats. MUNTJES: Wij ontvangen gaarne en ook vaak vragen over bijzondere munten Soms voegt men er een tekening van de munt of penning bij of slechts de vermelding van jaartal en (vermeend) randschrift. Voor de goede orde vragen wij u maak een doordruk met de ach terkant van een potlood en op dun. maar stevig papier Doe dit een paar keer en zend ons de duidelijkste en de mooiste Verder ook vermèlden, van welk metaal de munt vermoe delijk is geslagen Deze gegevens vergemakkelijken voor ons het on derzoek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 7