.ühriet Titulaer: Verhalen over
Marsmannetjes sprookjes
Uw probleem ook het onze
Thorbecke's
gemeentewet
na 125 jaar
nog steeds
,een flexibel
monument'
et
Het einde van de aarde kan wel eens dichterbij zijn dan velen denken."
:ld
ld
8 fandag 28 juni 1976
binnenland
trouw/kwartet p 6 rh 7
uij
loogleij
die
ledige
I van ml
centrali
toe wa
oor Fred Lammers
it
pata -
OUTEN „Alle verhalen
rer Marsmannetjes zijn
irookjes. De kans dat er op
e planeet leven voorkomt is
n tot vijf procent. Op Mars
in elk geval geen leven mo-
ilijk dat te vergelijken is met
enselijk leven". Chriet Titu-
Dui?eJ er (33), de populaire Neder-
ndse ruirotevaartdeskundi-
o|doet deze uitspraak zonder
?r, uit irzeling. Dat neemt niet weg
de aa it hij reuze benieuwd is naar
liegvelfe resultaten van de eerste
tibemande ruimtevlucht
aar Mars, die, als alles goed-
inda'gifcat, na de landing van de
ifgetre king op 4 juli naar de aarde
worden geseind,
tegen
iriet zal daarover via de televisie
jlaats ïyers in het heelal ook leven voor-
d zaterii in die nacht van de vierde juli
van n seconde tot seconde volgen wat
gebeurt. Het zal geweldig span-
nd zijn. Die landing op Mars zal
;ou infce dan ook altijd nieuws opleveren
lidige, t met koppen door de kranten zal
kilom orden gebracht. Welk nieuws, dat
niet te voorspellen, maar het zal
tijd anders zijn dan wij hadden
mo^rwacht. Dat was met die landing
de maan net zo", zegt Chrüet in
jn woning in een nieuwbouwwijk
n het Utrechtse dorpje Houten,
blolf -o, j
Ihriet Titulaer is er zeker van, dat
if? Zolders iirhét heehal ook leven voor
leidde! )mt. 'Waarschijnlijk zelfs in een
r igere vorm dan hier op aarde. „De
- ins is vijftig procent dat we dat
or het jaar 2000 zullen ontdek-
De contacten met wezens el-
ïrs in de ruimte zullen radiotele-
•afisch verlopen. Het zal nooit zo
|n dat wij als mens persoonlijk
>g in oog zullen staan met iemand
6n een andere planeet. Dat is
chnisch onmogelijk, omdat de af-
and nooit te overbruggen zal zijn.
aarom zijn al die verhalen over
o's, die op aarde zouden zijn ge
ïnd, en ervaringen van mensen
et bezoekers van andere planeten
huwekul. Het is tijd verknoeien
M aar nog langer aandacht aan te
B ïhenken. Het hoogste resultaat
wij naar ik hoop eens zullen
W ^|reiken is dat wij die individuen
andere planeten via televisie-
ïelden zullen kunnen zien. Maar
't is nog de vraag of dat ooit zal
ikken, gezien de grote afstand die
tussen de aarde en mogelijk be-
oonde planeten is.
CHRIET TITULAER ufo's flauwekul
Raadselachtig
r worden op aarde regelmatig sig-
alen opgevangen waarvan de her-
omst onbekend is. „Een van de
tadselachtige dingen waarmee we
orden geconfronteerd is dat wij
an de planeet Jupiter meer energie
ntvangen dan Jupiter zelf van de
)n krijgt. Het is heel goed
enkbaar daLjn de signalen die wij
u opvangen meer zit dan we kun-
en vermoeden. We komen dat niet
an de weet omdt we het geheim
an de code waarin die boodschap-
;n van andere planeten zijn gego-
tn (nog) niet kennen."
aarmate de ruimte verder wordt
nderzocht, neemt het aantal vra-
en toe Die vragen worden ook
fdetailleerder. „Het ruimteonder-
oek is een geweldige legpuzzel. Tel-
ens kun je stukken in elkaar pas
en. Het is onbegrijpelijk wat wij de
iatste vijf jaar allemaal aan de
'eet zijn gekomen over ons zonne-
telsel Er kan allang niet meer van
ezegd worden dat wij slechs het
>pje van de ijsberg kunnen. Je
lag zeggen dat wij momenteel in
rote lijnen weten hoe het heelal er
itziet. We kennen de contouren van
ijsberg, we weten alleen niet of
die ijsberg wel homogeen is." Dit
alles doet Chriet Titulaer uit
roepen:
„We leven wetenschappeijk gezien
in een bevoorrechte tijd. Tien jaar
geleden hadden we nog geen idee
van de Melkweg, laat staan van het
heelal."
Chriet raakte zelf bij de ruimte
vaart betrokken kort nadat hij als
zestienjarige in Utrecht wis- en na
tuurkunde was gaan studeren.
„Voordien had ik nooit iets op het
gebied van de sterrenkunde ge
daan. nu werd het een bijvak en
later,na mijn kandidaats, mijn be
langrijkste studievak. Vanaf het
eerste moment boeide het me mate
loos, zodat een jaar na mijn komst
in Utrecht mijn hele kamer al vol
hing met grote foto's van planeten".
Maanstenen
Eind december 1968 keerde Chriet
Titulaer van een studieverblijf in
Amerika, waar hij kennis had ge
maakt met allerlei figuren van de
NASA, in Nederland terug op door
reis naar Parijs, waar hij bij de
Franse sterrenwacht maanstenen
ging onderzoeken. „Ik had een stel
foto's bij me van Apollovluchten en
binnen 24 uur nadat ik op Schiphol
uit het vliegtuig was gestapt stond
ik in de televisiestudio." Zo is het
gebleven. Er is geen ruimte
vaartspektakel denkbaar zonder
Chriet als begeleider op het Neder
landse en Belgische beeldscherm.
Want bij de zuiderburen is Chriet
Titulaer ook actief. „Ik heb in Bel
gië voor de BRT zelfs een eigen
programma van tien minuten dat
elke woensdagavond wordt uige-
zonden. Daarin komen allerlei za
ken op ruimtevaartgebied aan de
orde. Het is gericht op de twaalf tot
achttienjarigen. Daarop is ten
minste mijn woordgebruik afge
stemd, maar in de praktijk luiste
ren er mensen van allerlei leef
tijden."
Dat merkt Chriet, Limburger van
geboorte, aan de reacties die tel
kens binnenkomen. In België hou
den velen hem voor een Vlaming.
„Daar had ik onlangs nog een leuke
ervaring mee. Ik was in een life
uitgezonden t.v.-debat over de
ruimtevaart nogal fel van leer ge
trokken tegen een professor uit Lei
den. Op weg naar huis op het stati
on in Brussel kwam er later op de
avond «en Belg naar me toe, die
tegen me zei: Die Nederlander had
ongelijk! Hij zag mij kennelijk
voor een landgenoot aan."
Al is Chriet Titulaer zich in de ruim
tevaart gaan specialiseren, het is
een hobby voor hem gebleven, die
alles bij elkaar zo'n tien procent
van zijn tijd in beslag neemt. In het
dagelijks leven werkt hij bij Teleac.
„Daar maak ik programma's die
niets of weinig met ruimtevaart te
maken hebben, zoals series over
computers; wetenschappelijk En
gels; beton; het weer en bedreigde
landschappen." Tussen de bedrij
ven door schrijft Chriet boeken en
die gaan weer wel over zijn hobby.
In het najaar komt zijn negende
boek uit „Het groot plannen boek"
en voor 1977 staat er eveneens een
dik boek op stapel, dat al geschre
ven is.
„Die ruimtevaarthobby is heel leuk
en vooral dat televisiewerk. Al heb
ik altijd het standpunt ingenomen
dat ze me rustig naar huis mogen
sturen als ze iemand anders vinden
die het beter kan doen en ik weet
dat die er zijn toch zou ik die tv
erg missen. Juist daardoor krijg ik
kansen die ik vroeger nooit heb
gehad."
Er komt bij die life-uitzendingen
heel wat kijken. Ook tegenwoordig
kan er nog van alles misgaan Voor
Chriet is het dan juist de sport.
ervoor te zorgen dat de kijkers dat
niet merken. „Ik ben nooit bang uit
te glijden. Ik weet dat ik fouten
maak. maar ieder mens maakt
fouten."
Super-regisseur
Planeten en alles wat daarmee te
maken heeft is voor Chriet Titulaer
gesneden koek. Hij goochelt met
getallen over miljoenen Jaren alsof
het niets is. Vooral degenen die de
bijbel op traditionele wijze uitleg
gen hebben daar moeite mee.
Chriet Titulaer: „Ik ben rooms-
katholiek en geloof in een Schepper
of zoals ik het meestal zeg in een
Super-regisseur. Hoe meer ik me in
de planeten verdiep, des te meer
kom ik tot de overtuiging dat er
iemand is die achter dit alles staat
en het begeleidt. Je kunt veel ver
klaren als je gelooft in de evolutie,
maar ergens moet er een begin zijn
geweest en naar mijn vaste overtui
ging is dat de Schepper Mensen
verwijten mij weieens dat ik hun
het laatste restje geloof wil ontne
men. Dat is niet zo. Het enige dat de
wetenschap doet is verklaren hoe
het heelal in elkaar zit, en dat kan
er ook toe bijdragen de bijbel beter
te begrijpen. Ik twijfel niet aan de
hoofdlijnen van de bijbel. Niets van
wat de wetenschap de laatste tijd
heeft ontdekt is in strijd met de
bijbel. Je moet die bijbel alleen
eigentijds interpreteren. Dan kom
je tot de conclusie dat het heelal
nog veel grootser in elkaar zit dan
de mensen vroeger dachten. Men
heeft het te beperkt gezien. De
mens heeft zichzelf altijd te belang
rijk gevonden."
Uitsluitend wetenschappelijk bere
deneerd komt er aan de aarde ook
een einde, al kan dat nog lang du
ren. De mensheid zal in elk geval
uitsterven wanneer de zon uitdooft
als energiebron, maar dat duurt nog
vele miljoenen jaren. „Het einde
van de aarde kan toch wel eens
dichterbij zijn dan velen denken.
Niet door een botsing met een ande
re planeet, maar door oorzaken van
binnenuit, een atoomramp of mi
lieuvervuiling. Het rapport van de
Club van Rome heeft diepe indruk
op mij gemaakt. Vandaar dat wij in
ons gezin (Chriet heeft een dochter
van zeven jaar) trouw onze lege
flessen naar de glascontainer bren
gen en geen spullen aanschaffen,
die we niet strikt nodig hebben.
Toen we dit huis kochten, stond er
een vaatwasmachine in. We hebben
meteen gezegd: dat ding moet eruit,
we kunnen onze vaat wel zelf was
sen. Dat zijn voor mij belangrijke
dingen. Daar ben ik erg serieus in."
Geldsmijterij
Er is vaak gezegd dat de
maanvluchten geldsmijterij zijn ge
weest en dat de miljoenen die eraan
ten koste zijn gelegd beter voor
andere doeleinden, bijvoorbeeld
het kankeronderzoek, gebruikt
konden worden. Chriet Titulaer is
het daarmee eens. „Het praktisch
nut van de Apollo-vluchten is klein
geweest. Het is een prestigekwestie
geworden. Maar aan de andere kant
moeten we er ook niet te negatief
over oordelen. De hele wereld heeft
ervan genoten. Het gaf een stukje
verbroedering. Iedereen was er toch
een beetje trots op dat bewoners
van onze planeet op een ander he
mellichaam terecht waren geko
men." Verwacht Chriet dat het met
Mars net zo zal gaan?
„Technisch zou een bemande
vlucht naar Mars binnen een paar
jaar zijn te verwezenlijken, maar
het geld ervoor is er niet. Vandaar
dat er op dit moment geen concreet
plan voor bestaat. Toch zal het er
wel eens van komen Over een jaar
of dertig zullen we dat wel beleven.
Het is nu eenmaal een menselijke
eigenschap onbekende werelden te
willen bezoeken."
door mr. P. J. Boukema
Op 29 juni van dit jaar bestaat
de Gemeentewet 125 jaar. Im
mers: ook al zijn sinds 1851
herhaaldelijk wijzingen in de
op 29 juni van dat jaar van
kracht geworden wet ge
bracht; de huidige gemeente
wet verschilt in wezen niet van
die van 1851. Hoe valt te ver
klaren, dat deze schepping
van Thorbecke de tand des
tijds heeft kunnen doorstaan?
En is deze wet ook voor de
toekomst waardevast? Het
zijn vragen die ook in het licht
van de voorgenomen reorgani
satie van het binnenlands be
stuur de moeite van het bekij
ken waard zijn.
Laten we eerst de toestand waarin
de gemeenten zich voor 1851 bevon
den eens onder de loep nemen. Ken
merkend voor die situatie was aller
eerst de heersende centralisatiege
dachte. In velerlei opzicht waren de
gemeenten hetzelfde gold trou
wens nog in sterkere mate voor de
provincies afhankelijk van het
centrale gezag.
De organisatie van het plaatselijk
bestuur was geregeld in de zgn. be
stuursreglementen. De gedachte
die hieraan ten grondslag lag was
dat elke plaatselijke gemeenschap
een op eigen behoeften afgestemde
regeling zou krijgen. De praktijk
was echter dat de reglementen bij
Koninklijk Besluit werden vastge
steld en een vrij grote mate van
eenvormigheid te zien gaven.
In de regel droegen de reglementen
het bestuur van de gemeente op
aan de door de koning benoemde
burgemeester en wethouders en
aan de raad De leden van de raad
werden meestal voor het leven be
noemd door een plaatselijk kiescol
lege of door de Provinciale Staten.
Het is gezien de wijze van benoe
ming niet verwonderlijk dat de
greep van hoger gezag op het ge
meentelijk beleid in de praktijk
groot was, ook al werd in de toen
geldende grondwet aan de gemeen
tebesturen „de vrije beschikking
over hun huishoudelijke belangen"
gelaten.
Was de invloed van het centrale
gezag op het gemeentelijk beleid
groot, die van de burgers daarop
was te verwaarlozen. De zeg
genschap over de samenstelling
van de gemeentebesturen was in
plattelandsgemeenten afwezig en
in de steden (kiescolleges) gering.
Bovendien waren de raadsvergade
ringen niet openbaar. Controle door
de burgerij op de besluitvorming
was derhalve minimaal, de moge
lijkheid de burgers te betrekken bij
het gemeentelijk beleid gering. Als
men dan nog weet dat de gemeen
ten financieel afhankelijk waren
van het rijk. dan is duidelijk dat
Thorbecke
van plaatselijke democratie geen
sprake kon zijn.
Een radicale verandering in de or
ganisatie van het gemeentelijk be
stuur wordt ingeluid met de
grondwetsherziening van 1848. In
de nieuwe grondwet zijn vooral
onder invloed van Thorbecke de
grondslagen van het nieuwe bestel
neergelegd. In de gemeentewet van
1851 zijn deze door Thorbecke zelf
hij was toen minister van binnen
landse zaken uitgewerkt.. De na
druk viel daarbij op het terugdrin
gen van de invloed van hoger gezag
(decentralisatie) en het betrekken
van de burgers bij het plaatselijk
bestuur (democratisering).
De gemeenteraad wordt recht
streeks door de ingezeten voor een
beperkt aantal jaren gekozen. De
raad is het hoogste orgaan van de
gemeente, bij hem berust de rege
ling en het bestuur van de „huls
houding der gemeente" (autono
mie). Een zekere financiële zelfstan
digheid wordt mogelijk gemaakt
(eigen gemeentelijk belastingge
bied) Raadsvergaderingen worden
in het openbaar gehouden.
Hoezeer Thorbecke aan openbaar
heid hechtte blijkt uitzijn van 1847
daterende geschrift. „Over de plaat
selijke begroting", waarin hij zijn
deprimerende ervaringen als lid
van de gemeenteraad van Leiden
beschrijft.
Sinds 1851 is de Gemeentewet vele
malen gewijzigd. De grondslagen
van het gemeentelijk bestel zijn
echter niet aangetast Vermoedelijk
ligt de verklaring hiervoor in de
opvatting van Thorbecke, ook blij
kend uit een opmerking over de
grondwet, nl. dat deze „voor een
lange toekomst" moest worden ge
maakt. en een „grote verscheiden
heid van ontwikkeling" moest ge
dogen (Bijdrage, 1848). Welnu: ook
de gemeentewet van 1851 gaf veel
vrijheid en liet verandering en aan
passing toe. Gewenste ontwikkelin
gen op gemeentelijk terrein konden
op basis van de, in de gemeentewet
vastgelegde structuur plaats
vinden.
In 1958 wordt door de toenmalige
minister van binnenlandse zaken
Struycken een studiecommissie in
gesteld die moet nagaan of er een
algehele herziening van de gemeen
tewet moet komen in de zin van een
ingrijpende wijzing van de
grondslagen van het gemeentelijk
bestel. Het antwoord is ontken
nend De in 1964 begonnen her
schrijving van de gemeentewet
heeft dan ook een voorlopig ont
werp voor een nieuwe gemeentewet
opgeleverd, dat fundamenteel niet
van de gemeentewet van 1851 ver
schilt maar als een modernisering
daarvan kan worden beschouwd
(De gemeentewet herzien, 1967 en
1971).
Reorganisatie
Intussen staat een ingrijpende reor
ganisatie van het binnenlands be
stuur op stapel. De regering beoogt
het aantal provincies te vergroten,
een herverkaveling van taken tus
sen rijk. provincies en gemeenten
tot stand te brengen en een ingrij
pende herindeling van gemeenten
te realiseren. Wat zullen de gevol
gen voor het gemeentelijk bestel
zijn? Zullen de in de gemeentewet
van 1851 neergelegde fundamenten
door andere worden vervangen?
Worden de gemeenten gedegra
deerd tot het beleid van hoger ge
zag uitvoerende organen, die eigen
zelfstandigheid ontberen?
Het is nog te vroeg voor het be
antwoorden van deze vraag. Een
definitief ontwerp van wet reorgani
satie binnenlands bestuur is nog
niet gepubliceerd. Uit het vooront
werp en het daarbij gevoegde me
morandum krijgt men niet de in
druk dat fundamentele wijzingen in
de bestuurlijke organisatie van de
gemeentelijke bestuurslaag worden
beoogd.
Er blijven drie bestuurslagen rijk,
provincies en gemeenten. Bij de re
organisatie is één van de doelstel
lingen: versterking van het lokale
bestuur. De grenzen, taken en be-
voegheden van de gemeenten moe
ten worden aangepast aan de zich
voltrekkende schaalvergroting.
Slechts dan zal in de toekomst de
gemeente In staat zijn betrekkelijk
zelfstandig de gemeentelijke be
stuurstaak te vervullen, aldus de
gedachtengang van het memo
randum
Of de beoogde reorganisatie een
passend middel is om de gestelde
doeleinden te bereiken staat nog ter
discussie. Vast lijkt te staan dat de
gemeente als laagste zelfstandige
bestuurseenheid blijft bestaan. Het
valt op dat in het voorontwerp
slechts een gering aantal wijzigin
gen van de gemeentewet is voorge
steld. Dit kan er toe leiden dat ook
bij de meest ingrijpende reorgani
satie van het binnenlands bestuur
sinds 1851 de hoofdlijnen van de
gemeentewet van Thorbecke ge
handhaafd blijven.
Is er overtuigender bewijs nodig
voor de stelling dat die wet kan
worden betiteld als een flexibel mo
nument?
Mink van Rijsdijk is met vakantie. Daarom deze week geen
bijdrage van haar hand.
Vragen (één per brief) zenden naar uw probleem ook het on/e. Postbus 507,
Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén gulden aan postzegels bijsluiten.
Geheimhouding is verzekerd.
'RAAG: Waar kan ik iets te weten
omen over een vereniging van bal-
invaarders in Nederland?
iNTWOORD: Bij de KNVVL (Kon.
'ed. Ver. van Luchtvaart), afdeling
allonsport. Jozef Israëlplein 8. Den
laag. telefoon 070-252457
RAAG: Helaas zijn er een paar
eel mooie glazen gesneuveld. Van
en glas is de kelk met een stuk
teel over. van een ander glas bleef
en voet. eveneens met een stuk
teel over. Is zoiets nog te combi
eren0
INTWOORD: Inventieve en crea-
ieve mensen vinden altijd wel een
mogelijkheid Een buisje waarin
oven en onderstuk samengevoegd
"orden en vastgezet met b.v. twee
componentenlijm zou een oplossing
kunnen zijn. Of het mooi is. hangt
af van de fantasie van de „restaura
teur".
Wél heel mooi is een zilveren of
gedraaid edelhouten voetstuk, waa
rin de kelk met het stukje steel
stevig vastgezet kan worden. Op
deze manier heb ik het voetje van
een antiek porceleinen eierdopje
met zilveren onderstuk met de kris
tallen kelk van een wijnglas samen
gevoegd tot een doopbeker, die wer
kelijk prettig is om naar te kijken
Voor 't geval u geen antieke eier
dopjes heeft om stuk te laten val
len. moet u eens kijken in de doos
met kerstspullen, waarin ongetwij
feld wel een kaarsenhouder is, die
gebruikt kan worden. Dat voetje
heeft u dan verder niet meer nodig.
Vraag: We hoorden een paar jaar
geleden veel over het gevaar dat
katten hebben voor zwangere vrou
wen. Hoe zit dat?
Antwoord: Zwangere vrouwen en
kleine kinderen moeten, als men
niet zeker weet dat ze antilichamen
tegen ..Toxoplasma" hebben, geen
rauw of onvoldoende gebraden
vlees (tartaar en biefstuk) eten. Zij
moeten verder van kattenbakken
afblijven Katten dienen zoveel mo
gelijk gebru'k te maken van een
kattebak. die dagelijks wordt, leeg
gemaakt. In de kattebak moet een
vocht-absorberende vulling worden
11T». - j
-V-4L
J H
gebruikt, die niet in een tuin of los
in een vuilniszak wordt geworpen
maar na behoorlijk gedesinfecteerd
te zijn. pas kan worden verwijderd.
Uw dierenarts kan nog veel meer
hierover mededelen. Ongerustheid
is niet nodig, als men z'n verstand
gebruikt en wat de aanwezigheid
van poezen in huis betreft, vooral
als er heel kleine kinderen zijn.
strenge voorschriften toepast o a
nooit een poes in bed of in een box.
en nooit een poes of hond pannetjes
en bordjes leeg laten likken
Vakantie: Het is mogelijk, dat er
terwijl wij met vakantie zijn. er
enige vertraging optreedt bij het
persoonlijke beantwoorden van de
correspondentie. Wij hopen die ach
terstand zo snel mogelijk in te
halen.
VRAAG: Als een vrouw, die als
half invalide WAO geniet., gaat
trouwen, houdt die WAO dan op°
ANTWOORD: Die WAO gaat rustig
door.
VRAAG: Onlangs hoorde ik via de
radio op een zondagmorgen in een
uitzending van de KRO een pastoor
in zijn preek een voor mij zeer
merkwaardige verklaring geven: In
deze, voor een doorgewinterd pro
testants oor zeer aanvaardbare
preek over Maria, de moeder des
Heren, zei hij o.a.: Maria, niet als
een onbereikbare vorstin op een ho
ge troon, maar als Miriam, het een
voudige meisje, stilla maris", een
druppeltje in een grote oceaan van
gewone mensen. Dit is m i toch wel
een heel ander beeld dan dat van de
Stella Maris, dat we eerder in deze
omgeving zouden verwachten.
ANTWOORD: Aangezien wij. wat
deze zaken betreft, zekker geen ex
pert zijn hebben we ons direkt
gewend tot de pastoor, die deze
woorden heel bewust bleek uitge
sproken te hebben Hij was blij met
uw vraag (ook met uw andere reac
ties op deze eucharistieviering, die
we in deze rubriek verder niet kun
nen uitspinnen). In de eerste Chris
telijke tijden werd de uitdrukking
„Stilla Maris" veelvuldig en te
recht gebruikt Verwezen kan
worden naar de st.udie van dr Jac
ques van Rooy te Nijmegen.
VRAAG: Wat zijn de kosten van het
uitzoeken van een stamboom en die
van het uitzoeken van het familie
wapen?
ANTWOORD: Die kosten zijn zeer
hoog. als u dat alles door iemand
anders laat doen Het laten zoeken
in archieven, akten, doopboeken,
enz is een zeer tijdrovende zaak.
Door een kleinigheid kan het onder
zoek naar een stamboom volkomen
veranderd worden of moet soms ge
heel opnieuw worden opgezet Voor
iemand, die dit speurwerk als een
interessante, maar niet minder tij
drovende hobby uitvoert, is dat dan
alleen maar een prikkel om op
nieuw te beginnen Het onderzoek
naar een familiewapen als dat
tenminste bestaat begint met het
snuffelen in de grote handboeken.
die in de leeszalen van de grote
bibliotheken te vinden zijn. In een
persoonlijke brief zonden wij ons
stencil „Mededelingen inzake de in
houd van de rijksarchieven" en
gaarne noemen we u verschillende
instellingen, die een toeverlaat zijn
bij het zoeken naar stambomen en
wapens: het centraal Bureau Gene
alogie. Nassauplein 18. Den Haag
De vereniging Gens Nostra waar
men beschikt over zeer veel gege
vens, die door de leden worden ver
zameld en beschikbaar gesteld De
ze adressen en nog veel andere be
langrijke gegevens zijn te vinden in
het boekje van Jan Zeeman: Fami
liewapens, uitgave Teeuwen, Nas-
saustraat 20. Haarlem. Voor de
..vertaling" van allerlei moeilijke
heraldische woorden en uitdrukkin
gen ishet encyclopedisch Vademe
cum. Heraldiek en genealogie van
C Pama (Prisma) zeer aan te raden
VIOLEN: Ook in onze rubriek ma
ken wij vaak het samentreffen van
merkwaardige zaken mei- Na de
vragen over een „hopelijk echte"
Amati en een Holmolkaviool heb
ben we nu weer een Guarnieri.
waarvan we hetzelfde moeen zeg
gen wat we verleden jaar over ver
meende Stradivarius opmerkten: 95
percent kans dat het instrument
niet ouder is dan op zijn hoost 90
jaar Voor 1900 waren er veel ate
liers, die zich klokkeloos naar de
oude meesterbouwers noemden. In
elk geval is het de moeite waard er
eens mee naar een expert te stap
pen.
Vraag: Wij hebben een paar foto's,
die gemaakt zijn volgens het sys
teem Daguerre. Hebben deze foto's
waarde en wat kunnen we ermee
doen?
ANTWOORD: Er zijn veel daguer-
reotypen in omloop, behalve wan
neer het zeer fraaie exemplaren met
een bijzonder onderwerp betreft,
hebben ze slechts personlijke waar
de voor de eigenaars Vroeger wer
den ze altijd in fraaie doosjes, al
dan niet met fluwelen voering en
verguld slootje bewaard. Op die
manier heeft men er natuurlijk niet
zoveel aan. Men kan ze als muurver
siering gebruiken, echter niet op
een lichte vaak zonnige plaats.
MUNTJES: Wij ontvangen gaarne
en ook vaak vragen over bijzondere
munten Soms voegt men er een
tekening van de munt of penning
bij of slechts de vermelding van
jaartal en (vermeend) randschrift.
Voor de goede orde vragen wij
u maak een doordruk met de ach
terkant van een potlood en
op dun. maar stevig papier Doe dit
een paar keer en zend ons
de duidelijkste en de
mooiste Verder ook vermèlden,
van welk metaal de munt vermoe
delijk is geslagen Deze gegevens
vergemakkelijken voor ons het on
derzoek.