Werk van ds. Hasper droeg toch vrucht fouter ïicDehcs „Zij schreeuwden het uit" Vandaag <g&emactttfrfcrcn (Soos/op aUcöfc &falmenua©aittö: totfiictjtin gtje/cn een gfie cttelihe het malungtieban allen tff«fórntenf$ë. Cum gratia et pmttiegto. NA GEWELD IN SOWETO, EEN PREEK VAN DR. BUSKES VOORBIJGANGERS Onze adressen: MAANOAG 28 JUNI 1976 KERK TROUW/KWARTET 2| Het is dezer dagen veertig jaar geleden, dat er in de ker kelijke kringen van Neder land een publicatie plaatsvond, die een omme keer heeft bewerkt in de prak tijk van de kerkzang. Geda teerd Pinksteren 1936 ver scheen een psalmboek onder de titel Psalter 1936. waarvan de tekst geheel opnieuw uit het Hebreeuws was overgezet. Op zichzelf was dit al iets heel bijzonders. De beide psalmboeken, die van Petrus Dathenus uit 1566 en de berijming uit 1773, die sinds de Reformatie in ons land werden gebruikt, waren berijmingen van respectievelijk Franse en Neder landse vertalingen. Psalter 1936 daarentegen ging van de grondtekst uit. Maar wat voor de praktijk van de kerkzang van nog groter belang was. was het feit. dat de auteur bij zijn bewerking rekening had ge houden met het oorspronkelijke ritme der psalmmelodieën. Dit was in ons land niet eerder het geval geweest. Het zingen van psalmen was in onze reformatorische kerken al heel spoedig van de Franse-broe ders overgenomen Dat men daar bij gebruik maakte van de melodi eën. die Louis Bourgeois en Maitre Pierre voor de berijming van Cal- vijn en de zijnen hadden gecompo neerd. lag enigszins voor de hand. Men zou er Datheen zelfs dankbaar voor moeten zijn. dat hij deze prac- tige melodieën in ons land Ingang heef.t doen vinden. Monnik Maar er was één bezwaar. Petrus van Bergen, de vroegere Vlaamse monnik, was weliswaar zo beroemd door zijn geleerdheid, dat men hem Van Athene noemde, erg muzikaal was hij niet. Datheen hield bij zijn berijming absoluut geen rekening met het ritme van de melodieën, die hij uit Genève had geïmpor teerd. Hij werkte volgens het sys teem: zoveel noten -- zoveel let tergrepen. Basta. Wanneer men bedenkt, dat in de tijd. dat zijn psalmboek in gebruik raakte, het orgel tijdens de kerkdiensten niet mocht worden gebruikt vanwege zijn roomse af komst. en de arme voorzangers de taak hadden, de teksten en melodi eën (die vaak dwars tegen elkaar ingingen» aan de gemeente te leren, dan is het te begrijpen, dat er van het ritme, zoals men dat in Genève Door Jac. Kort had gekend, bij ons nooit iets te recht is gekomen. Van de berijmers van 1773 kon men nauwelijks verwachten, dat zij met voorbijgaan van wat twee eeuwen in ons land gewoonte was. het rit me van de melodieën bij hun ar beid als richtsnoer zouden nemen. Dus gold ook in 1773 de regel: zo veel noten - zoveel lettergrepen. Jarenlang was ieder in de kerk met deze toestand tevreden. De psal men waren geliefd, de wijzen even zeer en daar bleef het bij. Er ver schenen zelfs uitgaven, waarin het ritme niet meer was aangegeven. In de tweede helf van de vorige eeuw begon hierin echter verandering te komen. Het besef ontstond, dat de kerkzang zou verlevendigen als men de psalmen niet op evenlange noten zou zingen, maar (zoals men dat destijds noemde) op hele en halve noten. Knutselen De hervormde kerkhistoricus prof. dr. J. R. G. Acquoy (1829-1896). die zich bijzonder voor deze zaak inte resseerde, gaf in 1892 een psalmboek uit, waarin het oor spronkelijke ritme was aangepast aan de Nederlandse berijming. Dit ontmoette veel bezwaren, waarbij men stelde, dat het ritme een te belangrijk element van de muziek is om daaraan ongestraft te kun nen knutselen. De gereformeerde predikant dr. J. C. de Moor deed het anders. In zijn uitgave van 1926 liet hij tekst en melodie onveranderd. Het verschil tussen de lang en kort te zingen lettergrepen gaf hij aan met cursie ve letters, zodat ook die kerkgan gers wisten waar zij aan toe waren, die het muziekschrift niet machtig waren. Zijn werk leverde een be langrijke bijdrage aan de zaak van het ritmisch zingen. Natuurlijk wa ren niet alle vragen opgelost, maar deze uitgave gaf een nieuwe impuls om aan het werk te gaan. In het begin van de jaren dertiggin gen in de hoofdstad enige enthousi aste gereformeerde organisten ge meentezang- en orgelavonden be leggen. De wijkpredikant hield een causerie over de psalmen, de aan wezigen zongen een aantal psal men aan de hand van een program ma. waarop de lange en korte let tergrepen verschillend stonden af gedrukt (evenals in het psalmboek- De Moor) en de organist speelde ter afwisseling enige solostukken. Op deze bijeenkomsten kwamen velen tot het inzicht, dat het gemeentege zang veel aan frisheid en levendig heid won. wanneer de melodieën weer in hun oorspronkelijke ritme werden uitgevoerd. Walsjes Dat niet allen tot die overtuiging kwamen, bleek uit boze brieven, die de kerkeraad bereikten. Ie mand schreef, dat men de kerkge bouwen niet ter beschikking moest stellen van lieden, die van plan waren „van onze psalmen walsjes te maken". Dat het hier ging om herstel van het oude en allerminst om nieuwlichterij, kon men deze mensen niet duidelijk maken. Toch lag het niet aan deze kleine- i minderheid, dat de zaak van het ritmisch zingen niet goed op gang kwam. Er waren andere oorzaken. Ten eerste was het een grote moei lijkheid. om uit het in gebruik zijn de psalmboek het juiste ritme af te lezen, zonder hulp van de cursieve lettergrepen. Alle mensen een psalmboek-De Moor te laten kopen daar viel in die crisisjaren al evenmin aan te denken als aan het aanschaffen door de kerkeraad van die bundels. In de tweede plaats bleef het be zwaar, dat in menige psalm tekst en melodieritme slecht op elkaar aansloten. Bij vele psalmen was dat minder storend, bij andere ech ter wel degelijk het geval. Dit wa ren nu juist de gevallen, die de twijfelaars en tegenstanders dankbaar aangrpen om het streven tot invoering van het ritmisch zin gen tegen te werken. Schilder Daar kwam nog bij. dat de hoeda nigheden van de psalmberijming uit 1773 steeds sterker onder kri tiek van de theologen en literato ren kwamen te staan. Professor (toen nog dominee) K. Schilder had in zijn bundel „Van Dichters en Schriftgeleerden" een opstel aan deze berijming gewijd, waaraan hij geen theologische of literaire draad heel liet. En in zijn voetspoor volgden vele andere scribenten. Maar niemand zag kans tot een nieuwe berijming te komen. Daar voor moest men niet alleen de He breeuwse bijbeltekst kunnen lezen (de nieuwe bijbelvertaling was er nog niet), maar die ook kunnen overzetten in goede Nederlandse verzen en dan nog zo. dat die ver zen gezongen konden worden op de oude melodieën in hun oorspronke- Colloiï.mt meao- fcï<ertmöcamTtafli(ofelu«imefpraimcntnloffan$tien fnjjtttrftrtthf lie&cöcna m&rr {jhenaüro/möc fingtjet Ooi lijftre in uroer (.i.) ©«Hqnmf^tjanfrorrpé/ opöictombafraéoeflf/ietft»ai bi* «SutOen hammitr/ijp mi öpmotl Krmo .fb.€eeee..oiDcïl. Den.rij.mjumo. Onze medewerker Jac. Kort werkte mee aan een in 1949 verschenen boekje, dat ..Naar een nieuw psalter" heette en een pleidooi voor het werk van ds Hasper be vatte. De heer Kort schreef daarin een opstel over de me lodieën der psalmen. Hij her innert daarin aan de onder bewilliging van keizer Karei V verschenen ..Souterliede- kens": een boek waarin voor de psalmtekst melodieën wa ren gezocht uit de „we reldse" liederenschat. De hierbij afgedrukte illustratie is overgenomen uit „Naar een nieuw psalter". -lijke ritme. Aan het loslaten van die melodieën dacht (terecht) niemand. Zwaar woog daarbij ook, dat men bij alle verdeeldheid in het protes tantisme tot geen prijs iets wilde doen, dat de verdeeldheid in de scholen en in het verenigingsleven nog zou accentueren. Onverwacht Niemand zag kans in deze toestand verandering te brengen. Verder dan het uitspreken van de vrome wens,' dat „de Here onder ons dichters zou doen opstaan" kwam men niet. Het is te begrijpen dat in deze situatie de aankondiging begin 1936, dat er een psalmboek zou verschijnen, direct uit het He breeuws en met inachtneming van de Geneefse melodieën, bij de ijve- raars voor de vernieuwing van de kerkzang grote verwachtingen wekte. Volkomen onverwacht een psalmbundel zonder rederij kerstaal, waartegen Schilder zo had gefulmineerd, en zonder de sto rende tegenstrijdigheden tussen tekst en melodie. Al spoedig werd bekend, dat de Haagse predikant H. Hasper (1887—1974). van de gereformeerde kerken in hersteld verband, de au teur was. Alle problemen (ook die van moeizame kerkelijke onder handelingen en procedures) leken hiermee opgelost. Het boek was er. men kon het gaan gebruiken. De taal sprak aan. de melodieën eve neens. De pers was gunstig, behou dens enige detailkritiek. Geen wonder bij zulk een gigantisch werk. dat door één man was verricht. Nu zou den weldra alle christenen in Ne derland (Hasper had ook een aan tal rooms-katholieken voor zijn Psalter weten te interesseren) uit één psalmboek kunnen zingen. Het is anders gelopen, gelijk men weet. Haspers tijdens een interview in 1937 uitgesproken verwachting, dat hij zeer oud zou worden, is in vervulling gegaan. Maar niet zijn hoop. dat voor zijn heen gaan de ganse christenheid verenigd zou zijn in het lied. Het is wat triest te moeten vaststel len, dat zijn streven niet is gestrand op exegetische, literaire of muzi kale gronden. Hasper was tot het laatst bereid aan dit soort bezwa ren tegemoet te komen. Het waren vooral zakelijke beletselen, die hem bij het bereiken van zijn doel in de weg zijn gelegd en die het hem onmogelijk hebben gemaakt het ideaal te verwezenlijken, waarvoor hij zijn gehele vermogen heeft op geofferd. Maar wanneer momenteel in de meeste reformatorische kerkdiensten in ons land het rit misch zingen de gewoonste zaak van de wereld is, mag daarbij niet vergeten worden, dat de stoot daar toe is gegeven door het Psalter, dat Hasper in 1936 het licht deed zien. Gisteren heeft de Amsterdam se dr. J. J. Buskes in de gere formeerde Open Hofkerk in Kampen de preek gehouden in een herdenkingsdienst vcor de gevallenen in Soweto en elders in Zuid-Afrika. In Kampen studeren verscheide ne zwarte Zuidafrikaanse the ologen. Enkelen van hen en van hun familieleden woon den de dienst bij. Twee ervaringen uit de enkele maanden, die ik in 1955 in Zuid- Afrika doorbracht. Op de laatste zondag voor mijn vertrek preekte ik in een kleurlin- genkerk in Kaapstad. Na de dienst vroeg een van de kerkgangers mij, of ik nog een avond vrij had, om met enkele kleurlingen over de toe komst van Zuid-Afrika te spreken. Gelukkig had ik nog een avond vrij. Zeven kleurlingen vertelden mij over de spanningen, waarin zij leefden, en hun angst voor de toe komst Voordat wij afscheid van elkaar namen vroeg onze gastvrouw of zij ook iets zeggen mocht. Ze zei: „Wij gaan een moei lijke toekomst tegemoet, ik ben niet bang voor mij zelf. maar lk ben bang voor mijn kinderen. Kortgele den zei mijn dochter van 17: „Hier In Zuid-Afrika is God altijd in de eerste plaats de God van de blan ken en pas daarna de God van niet-blanken". Mijn jongen van 15 reageerde daarop: „Als dat waar is. dan maar liever geen God dan zo'n God!" Zo iets vergeet je nooit. Mijn tweede ervaring. In 1955 was Luthuli, de voorzitter van het toen nog niet verboden ..African National Congress", ern stig ziek. Overal werden open luchtsamenkomsten gehouden, waarin door duizenden voor hem gebeden werd. Ik mocht Luthuli bezoeken. Hij vertelde mij. dat hij vanuit zijn geloof gekozen had voor de bovengewelddadige strijdme- thode:„De weg naar de vrijheid loopt langs het kruis". Bij het af scheid vroeg ik hem, of wij in Ne derland wat voor hem konden doen. Zijn antwoord was:..Nee. wij zullen onze boontjes zelf moeten doppen". Maar zich herinnerend, dat wij beiden christenen waren, voegde hij er aan toe „Ja. toch wel. u kunt voor ons bidden, of God ons bewaren wil voor haat. het gevaar is groot, dat als de blanken zich eenmaal bekeren tot de liefde, zij te laat zullen ontdekken, dat wij al leen nog maar kunnen haten." Mandela is als een volgeling van Luthuli begonnen, geen geweld in de strijd tegen de apartheid! Door al zijn ervaringen kwam hij tot de overtuiging, dat het zonder geweld niet lukken zal. Mandela zit van kerk en geloof ver vreemd op het Robbeneiland, ver oordeeld tot levenslang. Geloof Deze twee ervaringen hebben mij er voor goed van overtuigd, dat het apartheidsprobleem niet enkel een sociaal-economisch probleem in de vorm van een rassenprobleem is. maar ook een godsdienstig pro bleem, waarin het gaat om de vraag naar ons geloof in God als de Vader van Onze Heer, Jezus Christus. Naast deze twee ervaringen van ruim 20 jaar geleden een recente uitspraak van Vorster voor de Westduitse T V.: „Over een bloedi ge confrontatie tussen blank en zwart in Zuid-Afrika wordt al ge sproken sinds ik een kind was; er werd in 1924 over gesproken en er zal in 1990 nog over gesproken wor den, als ik dan nog leef". In 1924 was Vorster 9 en in 1990 wordt hij 75. Ik weet niet. hoe Vorster op het T.V.scherm overkwam. Misschien heel gelaten; zo is het altijd al ge weest en zo zal het wel altijd blij ven. Waarschijnlijker acht ik het. dat hij sprak met een verbeten mond en een verbeten gezicht. U moet het zich eens even inden ken: vanaf je kinderjaren heel je leven gehoord te hebben over een bloedige confrontatie tussen blank en zwart, nu weer zo'n bloedige confrontatie te moeten meemaken, feller en heviger dan ooit. en te weten, dat als het eenmaal tot een totale uitbarsting komt. het één grote verschrikking zal zijn. Ge looft u maar, dat de harten der blanken vervuld zijn van angst. Angst De apartheidspolitiek betekent, dat ruim vier miljoen blanken be slissen over het lot en de toekomst van ruim 15 miljoen zwarten: bij u. over u, zonder u!. De blanken heb ben het voor het zeggen als de vertegenwoordigers van de blanke en christelijke beschaving, de handhavers van de overheersing door het blanke ras en de verdedi gers van de bevoorrechte posities der blanken. Ja. maar het bolwerk, waarachter blank Zuid Afrika zich veilig achtte, de Portugese kolo niën en Rhodeslë. is geslecht. En in de wereld is er zo een en ander veranderd. De angst neemt toe. Te gelijkertijd wordt de apartheidspo litiek. in feite een kapitalistische en koloniale politiek in de vorm van een rassenpolitiek, met de daarmee verbonden vernederingen en kren kingen van de zwarte mens. met grote hardnekkigheid uitgevoerd. Vorster zal niet kunnen ontkennen, dat de blanken gewaarschuwd zijn. Evanmin dat vooraanstaande blan ken en zwarten telkens hebben aangedrongen op overleg, juist om bloedige confrontatie te voorko men. maar dat de regering al deze verzoeken hooghartig naast zich heeft neergelegd, daarbij rekenend op de steun van de drie Boerenker- ken. die de apartheid verdedigen als een christelijke politiek. Afrika, die begon met Baie dankie en eindigde met Soli Deo Gloria valt in bet niet vergeleken bij dat gene waar het in Zuid-Afrika al jaren om gaat en wat nu na het gebeuren in Soweto levensgroot voor ons staat. Bevrijding Scherp De onlusten in Soweto en elders zullen met harde hand worden on derdrukt. hetgeen betekent, dat er met scherp geschoten zal wroden op wie door de minister van justitie zwarte onruststokers en rellenma- kers worden genoemd. Ten onrech te. Het was een opstand van de onderdrukten tegen de onderdruk kers. Al Jaren lang hebben de ge weldloze bestrijders van de apart heid tegen de regering gezegd, dat. als zij hardnekkig blijft voortgaan op de eenmaal ingeslagen weg bloe dige confrontaties feller en heviger zullen worden: de bezoldiging van de zonde van de meedogenloze apartheidspolitiek. Zij zullen niet ophouden voordat de apartheid verdwenen is. En die zal verdwij nen. Als Vorster 1990 haalt, zal er een einde aan gekomen zijn. Dat duurt geen vijftien jaar meer. Nu zijn wij hier bijeen in een her- denkings— en gebedsdienst naar aanleiding van wat zich op het ogenblik in Zuid Afrika afspeelt. Herdenken en bidden is geen vrij blijvende zaak. In Exodus het boek der bevrij ding —staat, dat de Israëlieten zuchtten onder de slavernij en het uitschreeuwden, zodat hun hulpge roep omhoog steeg tot God. Dan volgen de woorden: „God hoorde hun klacht en had bemoeienis met hen". Hij. zag naar hen om en wilde hun Bevrijder zijn. Geweld Laten wij goed beseffen, waar het in dit uur der geschiedenis van Zuid-Afrika om gaat. Waarachtig niet allereerst om het bewaren of het herstellen van de band tussen de Hervormde Kerk en de de Gere formeerde Kerken in Nederland en de drie Boerenkerken in Zuid- Afrika. Al het geharrewar op en rondom de laatste vergadering van de synode van de Gereformeerde Kerken met aan het einde een tri omfantelijke toespraak van een blanke apartheidsman uit Zuid- Als we bidden zullen we zeker bid- de, of er een einde mag komen aan de bloedige confrontatie tussen blank en zwart, maar dit gebed zal tegelijkertijd een gebed moeten zijn om de bevrijding van Zuid- Afrika, want als ons bidden om het einde van gewelddadigheden is on waarachtig en zinloos, als het niet opgenomen is in ons gebed om het einde van de vloek der apartheid, die deze geweldddagigheden in het leven roept Het is Micha, die geleden heeft aan het onrecht, de uitbuiterij en de verdrukking in zijn dagen, die als profeet van God zegt: „Hij heeft u bekend gemaakt, o mens, wat goed is en wat hij van u vraagt: niets anders dan recht doen, de trouw lief hebben en ootmoedig met uw God wandelen." Recht en trouw zijn er niet in Zuid- Afrika. En wat dat ootmoedig wan delen met God aangaat, ik weet, dat dit in het persoonlijk leven van vele apartheidsmensen niet ont breekt, maar in hun apartheidspo litiek valt er niets van te ontdek ken. Ik denk aan wat dat Kleurlin genmeisje in Kaapstad zei. Uit de mond van dat kind sprak God. alle apartheidsmensen ten spijt, om al le apartheidsfanatici te doen ver stommen. Dit is de zonde van de apartheidspo litiek: niet meer in staat zijn om recht te doen. de trouw lief te heb ben en ootmoedig met God politiek te bedrijven met als uitgangspunt: eerst de mensen en dan pas de din gen, de belangen, de voordelen; in plaats van alle aandacht te beste den aan de mens voort te bouwen aan onze materiële belangen, om van daaruit de mensen te gebruiken en te exploiteren en eventueel daar bij met nog een beetje zorg te omrin gen. Het gaat om het door God gewilde levensverband: elkaar niet verlaten en de verantwoordelijkheid voor het levensverband dragen in partnerschap, dat is menselijkheid. Bij elkaar blijven! Er moet heel wat hoogmoed, leugen en traagheid des harten worden doorbroken, om te erkennen, dat de ene mens de ande re mens niet overheersen en exploi teren mag. En wij hebben alle ge loofsmoed nodig om geen enkele macht van onmenselijkheid te eer biedigen. Wij zullen bidden voor onze jonge zwarte broeders hier in Kampen en in heel ons land, die leven in vrees vanwege hun onzekerheid over het lot van hun verwanten en vrienden in Zuid-Afrika. Wij zullen bidden voor allen in Zuid-Afrika voor wie de apartheid een dagelijkse verschrik king is, een vernedering en een aan tasting van hun mens-zijn. Bij een bloedige confrontatie wordt een be roep gedaan op levens gevaarlijke instincten, die in ieder mens leven. Geweld corrumpeert en sluit zachtmoedigheid uit. Wij willen daarom ook bidden voor allen, die in deze bloedige confrontatie betrok ken zijn, dat zij geen onrecht doen. de trouw niet verraden en de nede righeid niet prijsgeven. Wij willen in het bijzonder bidden voor onze blan ke en zwarte broeders, die de apart- heid fel bestrijden, maar om Chris tus' wil het geweld afwijzen en noch tans solidair willen blijven met hen, die dat niet meer opbrengen. Wij gedenken de slachtoffers van de bloedige confrontatie en ons gebed wordt een schreeuw: hoe lang nog, o God? Dat kan niet anders beteke nen dan een gebed om het bevrijd worden van een regering, die weigert de zonde van apartheid te erkennen en zich van die zonde te bekeren. Ootmoed Dat zullen wij dan moeten doen in ootmoed, want de oorsprongen van de apartheid liggen zowel wat het verleden als het heden betreft ook in ons land. En zelfs de meest over tuigde tegenstander van de apart heid in ons land zal dienen te besef fen. dat hij behoort tot de westerse wereld, die aan de Zuidafrikaanse apartheid grof geld verdient. Mijn zwarte broeders, hier in de kerk, van harte wens ik u toe, dat God u nabijblijft, u troost in uw verdriet, u sterkt in uw strijd. Eén ding is, wanneer ik het bijbels ge tuigenis goed versta, zeker: God is niet neutraal. Hij kiest partij. De gewelddadige machthebbers, die zich beroepen op het kwade, dat ze doen, vertrouwend op het geweld, waarover zij in voorraad beschikken, zullen van de aarde verdaan worden. Zij wanen zich sterk door wat hun onheil wordt. Er leeft een God. die het recht der verdrukten gelden doet. Al wie door geweld regeren, zullen door geweld vergaan. Daar tegenover: zalig de vredestichters, zij zullen zonen van God genoemd worden; zalig de zachtmoedigen. want zij zullen de aarde beërven; zalig die hongeren en dorsten naar de ge rechtigheid. want zij zullen verza digd worden' MET JE BEZIT Geef Jahweh de eer met je bezit en met het beste van wat bij je binnenkomt, dan zullen je schuren zich vullen met overvloed en je vaten zullen overlopen van wijn (Spreuken 3,9,10) Opnieuw eerst een wenk en daarop een toezegging. Je moet je aan iets houden. De spelregels van dit men senbestaan, zou je ze kunnen noe men. Wie zich niet aan de spelregels houdt, maakt er een potje van, d.w.z. is schuldig aan de chaos. Wat de Spreuken-man hier wil zeggen is duidelijk: een mens is er om aan Gods bedoeling te beantwoorden en dat kan je ook noemen: Jahweh de eer geven. Daar zit een stuk verbor gen erkenning en eer van Jahweh in, wanneer een mens hier op aarde goed leeft. In verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor zijn naaste. Dan geef je Jahweh de eer. Niet wanneer je alleen maar je mond daarvan vol hebt. Dat is altijd weer de grote misvatting. Als je maar zegt. dat God de eer toekomt, dan zit het wel goed. Je mag best rijk worden, hoe dan ook, als je maar zegt dat je het van God hebt. Zo denken mensen vaak. Nergens wordt de Heer zoveel dank voor de welvaart gebracht als in Zuid- Afrika. Maar het zou niet juist van werkelijk „eren van Jahweh met je bezit" getuigen, wanneer de blanken zich daar eens bezonnen over de vraag of ze hiet gétbepen waren die welvaart met ande/ert'fe delén. Dat is „eren van Jahweh". Daar verweg, en natuurlijk hier vlakfeij is het niet anders. Franzoni Giovanni Franzoni zal nog deze week tegenover kardinaal Poletti schuld moeten bekennen. Kardinaal Poletti, die namens de paus het bis dom Rome bestuurt, heeft hem een ultimatum van deze strekking doen toekomen. Wanneer Franzoni zijn „dwalingen" niet toegeeft, zal hij tot de lekenstand worden terugge bracht. Franzoni was abt van de benedictijner abdij Sint Paulus bui-| ten de muren in Rome. Na herhaal de moeilijkheden met het Vaticaan trad hij af. Hij bleef priester van de door hem gestichte basisgemeente. Voor de verkiezingen in Italië zei hij, dat hij communistisch zou stem men. Dit heeft kardinaal Poletti tot zijn ultimatum gebracht. Vandaag zal Franzoni de zaak met zijn basis gemeente bespreken. Boekowski De raad van kerken fh 'Nederland heeft in een brief aan de Russische ambassadeur in Dén Haag verzocht Wladimir Boekowski zo spoedig mo gelijk vrij 'te laten. De raad van kerken-wijst daarbij op de uitnodi ging! "die Boekowski heeft gekregen van de universiteit van Leiden om daar zijn studie te voltooien. Steponavicius De ondergrondse „Kroniek der rooms-katholieke kerk in Litouwen" publiceert een brief van de 65-jarige aartsbisschop Steponavicius van Wilna aan premier Maniusis van Li touwen. In deze brief dringt de aartsbisschop, die al vijftien jaar zijn ambt niet kan uitoefenen en verbannen is naar het plaatsje Zaga- re, erop aan, dat de tegen hem geno men maatregelen ongedaan worden gemaakt. De aartsbisschop schrijft, dat hij nog steeds niet weet. waarom hij uit zijn aartsbisdom verbannen Hans Eschbach Youth for Christ-Nederland heeft besloten, Hans Eschbach met zijn gezin voor enkele jaren naar Dene marken uit te zenden om het begin nende Youth for Christrwerk daar te stimuleren. Het is de bedoeling, dat hij in Vejle of omgeving gaat wonen. Daar heeft vorig jaar een Neder landse Yout for Christ-groep al een tijdje gewerkt. AMSTERDAM: Postbus 859. Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT: Postbus 948. Westblaak 9, Rotterdam Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN Postbus 101. Parkstraat 22. Den Haag Tel 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN Postbus 3. Melkmarkt 56. Zwolle Tel. 05200-17030

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2