De christen en de mens Het ongeschreven evangelie Heimelijke zonden Vandaag, Onze adressen: zaterdag 29 mei 1976 kerk trouw/kwact: nt// I door dr G. J. van de Poll „Welk boek heeft je de laatste tijd het meest geboeid?", vroeg ik aan een rooms-katholieke vriend, een bekwaam theoloog. „Dat zijn er twee: „Christelijk geloof" van Berkhof en „Christ-sein" van Küng", antwoordde hij. Hij liet er nog op volgen: „Weet je waarom ik ze zo belangrijk vind? Ze kunnen in onze verwarde en onzekere tijd een hulpmiddel zijn om weer grond onder de voeten te krijgen". Hou Küng in de gaten! zegt Z.H. Cr is iets mis met ene Küng! zegt Z.H. Ken jij zekere Küng? Deugt niet, zegt Z.H. Waarschuw tegen die Küng! Bevel van Z.H. Wat bij het lezen van „Christen zijn" van Hans Küng direct opvalt is de klare en eenvoudige manier waarop het onderwerp behandeld wordt. Dui delijk worden de actuele problemen vermeld. Bij Berkhof moet je toch wel enigszins theologisch geschoold zijn om zijn geloofsbelijdenis te kun nen lezen. Bij Küng ligt dat wat an ders. Zijn boek kan men een apologie (verdediging) noemen van het chris telijk geloof in deze tijd. Hij laat de moderne mens vragen: „Wat bezielt het christendom temid den van allerlei wereldbeschouwin gen? Waar gaat het eigenlijk om?" En op deze vraag wil hij een eerlijk en duidelijk antwoord geven. De bijbel se lijnen wil hij zo ver mogelijk doortrekken naar de alledaagse prak tijk. Er is veel wanbegrip over het woordje „christelijk". En helaas komt het voor zelfs bij christenen dat de mens in een verkeerd dag licht wordt gesteld. Vandaar, dat Jüng als thema van zijn boek heeft: de christen en de mens. Veelbesproken Küng is geen onbekende voor de le zers van dit blad. Deze rooms- katholieke dogmaticus uit Tübingen heeft nog al eens van zich doen spre ken. Zo trok in 1957 zijn proefschrift sterk de aandacht. Het ging om de rechtvaardiging en daarin betoogde hij dat er hoegenaamd geen verschil was tussen de reformatie en de r.k. kerk op dit punt (n.b. één van de voornaamste geschilpunten in de tijd van de reformatie) Niemand minder, dan Karl Barth schreef een voor woord. De promotie vond in Rome plaats „onder de neus van Zijne Hei ligheid". zoals Barth het uitdrukte. Toen Küng in 1970 op bijbelse gron den de onfeilbaarheid van de paus (sedert 1870) in twijfel trok en tevens de nodige kritiek liet horen over de autoritaire wijze waarop de kerk van Rome bestuurd wordt, lokte dit veel verzet uit van officiële instanties. Trouwens ook ten aanzien van zijn in 1967 verschenen boek „Die Kirche" had men bezwaren, b.v. dat leken in noodgevallen de eucharistie konden bedienen. Ook in het boek dat nu ter bespreking voor ons ligt bespeuren we die zin voor eerlijkheid en ODen- heid. die vooral bij eenzijdige tradi tionele figuren slecht valt. Antwoord In „Christen zijn", nu in Nederlandse vertaling verschenen, heeft Küng wil len aantonen „hoe een kritisch mens van vandaag het voor zijn verstand en zijn omgeving verantwoorden kan christen te zijn. zo lichtte hij op een persconferentie te Frankfort zijn boek toe. De inhoud is origineel van opzet. Aan de christologie gaat nog een uitvoeri ge kritische behandeling vooraf van het bijzondere van het christendom. Het is een antwoord op de uitdaging van de moderne humanismen en de wereldgodsdiensten aan het chris tendom. Om als christen verstaanbaar te zijn. zullen allerlei meningen, ingeburger de begrippen en traditionele formule ringen in hoge mate kritisch onder zocht moeten worden. De niet- christenen leggen immers ook re kenschap af van hun visie. Een marx ist kan op de vraag wat het marxisme wil. altijd wel een begrijpelijk antwoord geven: de wereldrevolutie, de dictatuur en het proletariaat, de nieuwe mens. de klassenloze maat schappij Het antwoord van de christen mag niet vaag of geheimzin nig aandoen. Elke godsdienst staat bloot aan kri tiek. vervreemding, verslaving en heeft in toenemende mate met ver lossing en vrijheid te maken. De godsdiensten ontmoeten elkaar en de christenen zullen zich met hen moe ten bezinnen op de fundamentele le vensvragen. Küng spreekt in dit ver band niet alleen van een dialoog, maar soms van een oecumenische bezinning. In dit veelvoudig milieu wordt gevraagd: Wat is het bijzonde re van het christendom, en in de daarop volgende hoofstukken: „Wie is Christus en hoe ligt de verhouding Christendom-Jodendom?" gaat Küng erop in. Uniek Het christendom is niet exclusief, maar wel uniek en dat unieke bestaat in Jezus zelf, die een historische per soon is. Van meet af aan is zijn predi king en bedoeling gericht op het Rijk, de Naam en Wil van God. Deze „zaak van God" valt samen met „de zaak van de mens". De wil van God en het welzijn van de mens zijn niet los van elkaar te denken. Bij geen enkele partij of groep is Jezus van Nazareth in te delen. Hij is een ge woon mens, aan tijd en ruimte gebon den. In Jezus is God geopenbaard. Hoe kunnen we weten, dat er een God is? „Waar anderen slechts een oneindig zwijgen vernamen, hoorde Israël een stem. Israël mocht ontdek ken. dat die éne God hoort en luistert en zich onder de mensen beweegt. Niet alleen spreekt Hij tot ons, maar kunnen wij ook tot Hem spreken". Al verzet Küng zich tegen godsbewij zen. (o.m. uit de scholastiek) toch is zijn apologie hiervan niet vrij te pleiten. Interessant Bijzonder interessant, levendig en aanvaardbaar worden Jezus' tijd en tijdgenoten beschreven. Zij hebben hem gekend en met hem gesproken. Hoe reageerde hij op de verschijn selen van zijn dagen, op de macht van de geestelijke en politieke élite, op wreedheid en geweld, ziekte en dood? Omdat het hem om God ging, zette hij zich in voor de mens. Hij wist zich solidair met de bena deelden. verwaarloosden en zonda ren en beriep zich op God, die „het recht der genade" laat gelden. Een zo intieme relatie en identifica tie met God. Hem zo maar „mijn Vader" noemen, was ongehoord en onverdraaglijk en moest uitlopen op de kruisdood. Deze veroordeling en dood heeft Jezus zelf gewild. Daarmee scheen zijn dienst aan de mensen mislukt. Maar toen kreeg de „Jezus-beweging" een radicale wending en betekenis. Onder zijn tijdgenoten ontstond het getuige nis: De gekruisigde leeft bij God. Persoonlijk voelden zij zich geroe pen om Paasgetuigen te zijn. Niet van iets bovennatuurlijks, maar van het feit, dat de prediking van Jezus nu bevestigd was door God. In het woord is hij „verschenen" aan de mensen. De vroeg christelijke gemeente heeft hem „eretitels" gegeven als „Heer, Zoon van God, Messias." De verrijzenis van Jezus is een daad van God, die werkelijk gebeurd is. Nu vloeien het werk van Jezus en de daad van God ineen. Met zuiver historische maat staven is deze wending niet te veri fiëren, omdat het buiten tijd en ruimte plaats vond. Gods daad kan men niet met ingebeelde en fictieve voorstellingen verklaren. Kanttekeningen Dit roept enkele kantekeningen op. Scherp stelt Küng tegenover elkaar het „conflict" (hoofdstuk 4) en „het nieuwe leven" met paragrafen als „revolutie in het godsbesef" en een „nieuwe waardebepaling". Is het juist om in dit verband pas na de opstanding te speken van het ont staan van geloof? In de evangeliën lezen wij. dat velen tot geloof ko men vóórdat Christus gekruisigd wordt. Betekent, zoals Küng zegt, tot-geloof-komen slechts meer in zicht krijgen in de werkelijkheid, de zin van het eigen leven beter ver staan? Natuurlijk is het juist te zeggen, dat geloof in God met alles in ons leven te maken heeft. Wat ik mis is de geloofsworsteling, zoals Jacob worstelde met de onbekende God. Een andere vraag is: Gaat in „Chris tus zijn" de verborgen God niet schuil onder de woorden: plaatsver vanger. vertegenwoordiger, zaak waarnemer? Wat betekent dan Zoon Gods? Volgens Kühg ging het „oorspronkelijk in de titel Zoon Gods helemaal niet om de afkomst, maar om de rechts- en machtsposi tie van Jezus." De titel betekent geen lijfelijk zoonschap, maar een goddelijke uitverkiezing en machti ging. Jezus heerst in de plaats van God over zijn volk. Zoon van God kenmerkt Jezus dus net zo min als de koning van Israël doet.De aardse, historische „Jezus van Na zareth trad als publieke zaakwaar nemer van God op." Voor Küng is de titel Zoon van God door de tradi tie gevormd. Al lezende vraagt men zich af hoe Küng dit kan rijmen met het van- God-en-mensen verlaten zijn, met Jesaja 53. met kruis en opstandine? De opstanding betekent bij Küng, dat Jezus leeft bij de discipelen door verschijningen en deze zijn roepingen. Als de geschiedenis van God in de geschiedenis van de mens gerealiseerd wordt, dan bestaat er in.de roeping een mogelijkheid tot actie.een voortdurend sa menspel van God en mens. Probleem Zo blijft het probleem: Jezus de Zoon van God en de zoon des men sen ons bezig houden. Ook de kerk uit de tweede en derde eeuw heeft op verschillende synoden en conci lies er uitspraken over gedaan, vaak beheerst door politieke en andere achtergronden. Antiochië legde meer de nadruk op de mens Jezus; Chalcedon stelde vast, dat Jezus voornamelijk de Zoon van God is. In de laatste 150 bladzijden tracht Küng een ethiek te geven, die als sociale ethiek in de maatschappij van vandaag kan functioneren. Het.boek van Küng acht ik een apologie, die Jezus voor de moderne mens begrijpelijk wil maken. Ook de apologeten hebben de beelden en begrippen van de tweede eeuw gebruikt met het gevaar in de aan passing te ver te gaan. Küng heeft de nadruk willen leggen op de praktijk, op het zijn van een christen. Zichzelf een christen noe men is niet genoeg. Vandaar zijn voorkeur voor het woord radicaal. En daarmee heeft hij ons een dienst bewezen en aan het denken gezet. Dr. G. J. van de Poll te Emmen bespreekt: „Christen zijn" van Hans Küng. Uitg. Gooi en Sticht, Hilversum, 636 pag., prijs f55.-. (Dr. Van de Poll is theoloog en historicushij was zeventien jaar hervormd predikant en twintig jaar docent bij het hoger onder wijs). OOK ARBEID N H. 1 een jaai :ussi d lept. fond Beste jongen, als je mijn woorden aanneem en mijn geboden bij je bewai zodat je oor staat afgesteni wijsheid en Je hart op verstandigheid dan zal je leren wat vreze des Heren is en kennis Gods. moot (Spreuken 2,1-5) YeI tenni Soms lijkt het erop alsof de si kendichter, of verzamelaar vaP soort uitspraken in herhaling in valt. En dat is ook wel zo. 15 a< woorden hebben dezelfde sf king. Maar 't is blijkbaar nodl de gedachten ervan over te komen, zoals wij dat tegenwoo wat argeloos noemen. Want®! gaat natuurlijk om meer dan komen. Het gaat om opnemen, gens se i sidlt ikuuicii. iicu &aao vm u^iicuicil, nplp nen laten komen en erdoor vers ren. Wijs kan een mens erdoor JxJ den, maar wijsheid is geen aan) ren eigenschap. Er moet om gL pen worden en naar gezocht den. Kortom er zal enige ini '=ivi nlng voor nodig zijn om werk e Jwi door te krijgen waarom het lig leven voor Gods aangezicht t ir w Kennis Gods vereist evenzeeaiw v beid als al die dingen die we Iging baar nodig hebben van onze gi ?eze tische multinationals. Die arbtfden niet minder, alleen we hebbe vaak aanmerkelijk minder dacht voor en ook veel minder b over. Toch zijn we er met de ka Gods nog lang niet. En het zoif. eens echt waar kunnen zijn! mensen de sleutel tot hun toeko laten liggen zolang ze het najy* van die kennis niet de moeite wl 1 vinden. 1 on r -Tf ia jn! ADVERTENTIE (ADVERTENTIE) Hl boekennieuws DE APOCRIEFE BOEKEN «,*«.400 ttz i io.es EEN VOLLEDIGE HERDRUK VOLGENS DE OORSPRONKELIJKE UITGAVE van Jacoö en Pietef Keur. Met een inleiding van Prol. Or W C van Unnik Or. K. M Wmeveen HET EVANGELIE TUSSEN PACIFISME EN GEWELD 128 btt. 14,95 Zwngb. een van de One grote rel or mal or en had een actuele fnshe«d m leven en wei* waardoor hu voor onze (>td bnzonder interessant wordt Prol. Or. O. J. Bosch HET EVANGELIE IN AFRIKAANS GEWAAD 120 biz 1 (IK Het probleem van hel kwaad ais een mtss-onarr dilemma m Atnka Een confrontatie met het wezen van de zwarte mens PROTESTANTEN IN RUSLAND 228 blz 23.25 Een honderdjarige weg van str>|d en Inden Prol Or K Slri|d GEWELDLOZE WEERBAARHEID 172 Mz 15.95 ..Geweldloze weertraariwd is geen xieei-v t.sche aangelegenheid r-aar een zaaa óm re gelrecht mei onze reai'teu te maken heeft Verknigbaar m de boekhandel [J®]] KOK KAMPEN AMSTERDAM: Postbus 859 Wibautstraat 131 Tel 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT: Postbus 948. Westblaak 9. Rotterdam Tel 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101. Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN Postbus 3. Melkmarkt 56. Zwolle Tel. 05200-17030 door dr. C. Rijnsdorp De lezers van mijn kritieken zullen opgemerkt hebben, dat ik niet van .afkraken' houd en dit ook nagenoeg nooit doe. Toch valt het mij moeilijk iets goeds te zeggen van het postuum uitgegeven boekje van R. Blijstra.Hef ongeschreven evangelie (uitg. De Beuk, Amsterdam, 109 blz. 15,-), een fantasie naar aanleiding van de evangeliën en de figuren van Jezus met zijn discipelen. Blijstra (geb. 1901) behoorde tot de serieus genomen en gewaardeerde figuren van de middengroep der nu als auteurs vrijwel vergeten gene ratie van omstreeks 1925 Geen uitblinker, maar geprezen als novel list en als schrijver van cultuurhis torisch reisboek Europa, mijn va derland (1953) Hij heeft zich tegen het einde van zijn leven blijkbaar verdiept in de evangeliën en de Openbaring van Johannes en lec tuur daar omheen, zeker niet vol doende om een staal van ..church fiction" te schrijven zoals onlangs Walter Jens zo knap deed met zijn De zaak Judas (Trouw van 10 april 3-1 )- Blijstra's werkje moet een geschrift verbeelden dat omstreeks vijf eeu wen na Jezus' dood door een ano nieme verteller is opgetekend. Maar de schrijver heeft niet de minste moeite gedaan om aan zijn geestes- produkt een zweem van antikwi- teit te verlenen, laat staan de schijn van een midden-oosters geschrift. Hij voert de onderscheidene leerlin gen sprekende in en verwerkt daar bij evangeliefragmenten. Maar al len schrijven in één en dezelfde stijl, hedendaags maar vlak en ver velend. Dat de fictieve verteller niet in de opstanding gelooft, dat hij Johan nes homofiel noemt en Jezus een verhouding met de twee Mana s aanwrijft, moet hij weten. We zijn aan dergelijke voorstellingen in het jongste verleden al gewend ge raakt: interpretaties van dit genre zijn trouwens al zo oud als de kerk. In elk geval is dit voor mij geen reden om in literair opzicht het boekje een mislukking te noemen. Ik grond mijn oordeel alleen op de kwaliteit van het geschrevene, dat noch karakterologisch, noch lite rair. noch historisch, noch theolo gisch, noch stylistisch iets voor stelt Ik zie niet tegen een paar honderd bladzijden lectuur op. maar het heeft mij grote moeite gekost dit dunne boekje uit te krijgen, zelfs met Hilversum 4 op de achtergrond. Ik heb veel liever dat men de evan geliën fantasieën en bedrog noemt en het daarbij laat. of dat men deze verhalen historisch-kritisch uiteen rafelt, dan dat men er wat knoeieri ge fantasietjes tegen aanwerpt en voorts broksgewijs evangeliecita ten oprispt. Een volkomen waarde loos produkt dat hoogstens voor wie Blijstra hebben gekend pië- teitshalve iets kan betekenen als verwijzing naar vroeger en beter werk van zijn hand. Wat vooral op valt is het volkomen onbegrip voor het joodse karakter, de joodse ziel en de joodse denkwijze, waarmee zelfs de griek Lukas zich zo innig vertrouwd heeft gemaakt. Laten we deze publikatie op een vergissing houden en niet vergeten wat De Beuk in de loop van de jaren aan goeds en belangrijks in zijn fonds heeft opgenomen ADVERTENTIE nu in de boekhandel KERKEN VREDE feestbundel, aangeboden aan Prof. Dr. J. de Graaf bij zijn afscheid als hoogleraar met bijdragen van: prof. dr. G. Casalis - prof. dr. F.J.A. de Grijs - dr. A.H. van den Heuvel - prof. dr. H.M. Kuitert - prof. dr. P.L. Lehmann - prof. dr. J.M. Lochman - prof. dr. R. Mehl - prof. dr. B.V.A. Röling - prof. dr. W. Schweitzer - prof. dr. Kr. Strijd - prof. dr. J. Tinbergen - prof. dr. W.C. van Unnik 226 pagina's, f 19.75. TEN HAVE - BAARN Jehova's getuige, mag ik ook wat zeggen? door J.G. Fijnvandraat. Het wachttorengenootschap is misschia de snetst groeiende sekte wan dit ogent in Nederland Maar de Jehova's getuigen o hun leer met zoveel bijbelteksten dat h bijzonder moeilijk is om precies h onjuiste in hun redenering aan te tonen. De schrijver van dit boek weerligt elkf aanval die het "Wachttorengenootschap'T doet op de fundamenten van het christelijk; Paperback. 120 blz./7.50 Geloven-waarom eigenlijk door Paul E. Little Is de bijbel inderdaad Gods Woord? Is Christus opgestaan uit de doden? Zijn wonderen mogelijk? Wat is het verschil tussen het christelijke geloof en andere godsdiensten? Deze, en nog vele andere vragen worden door Paul E Little beantwoord. Eerlijk vanuit de Bijbel. Paperback. 141 blz. 11.- uitgeverij h. medema (i jevei ■tenh tchi Apeldoorn Koninginne- laan 34, Postbus 352 Telefoon 055 -21 94 80. door A. J. Klei Vandaag hebben wij een pikant onderwerp bij de kop, doch we zullen ons best doen om het mooi te houden. Het gaat over heimelijke zonden. Nu kunnen dit, welbeschouwd, allerlei soorten zonden zijn, maar wanneer je over heimelijke zonden verneemt, denkt een protestant terstond aan het zevende, en een rooms-katholiek aan het zesde gebod. Vroeger, toen er nog het hele jaar door over de Heidelbergse Catechismus gepreekt werd. kwamen de heimelijke zonden altijd ter sprake bij de behandeling van Zondag 41 met zijn opwekking om kuis en ingetogen te leven. Er hing dan een ietwat broeierige sfeer in de kerk. want bij dit onderwerp bediende de dominee zich van een speciale geheimtaal, waarbij je zelf van alles kon invullen. Je had openbare zonden. Daarover gesproken, ik heb lange tijd gedacht dat deze bedreven werden door mensen die hun kinderen naar de openbare school stuurden. Je had dus openbare zonden, en dat was natuurlijk niet best. Maar met heimelijke zonden was het extra uitkijken, omdat je die op 't eerste oog althans, ongestraft kon begaan. Ik herinner me een doortastend predikant, die erg ver ging en de knapen onderzijn gehoor krachtig opriep, des morgens niet in bed te blijven lummelen en liever bij 't krieken van de dageraad een fikse wandeling te maken. Een dergelijke, toch vrij concrete aanwijzing was echter uitzondering. Thans leven we in een tijdperk waarin nagenoeg alles open en bloot is en dit heeft de klad in de heimelijke zonden gebracht. Tenminste, dat meende ik tot dusver. Maar gelukkig (en ik heb het al eerder dankbaar vastgesteld) bestaat Kerknieuws-van (drs Nico) Scheps nog en dit weekblad leert me dat nieuwe heimelijke zonden zich aandienen. Onder het nieuws van de vrijgemaakte gereformeerde kerken staat het volgende: HOOGEVEEN. Naar aanleiding van vragen van deJ. V. Hou Coers over de, naar haar mening, slechte invloed van de televisie, heeft de kerkeraad uitgesproken, dat verkeerd gebruik van de televisie behoort tot de heimelijke zonden en dus niet valt onder haar tucht. Zij meende dat niet de televisie zelf, maar het gebruik daarvan de kern van het probleem vormt. Ik heb het bericht letterlijk overgenomen, inclusief de fout om als 'tover een kerkeraad gaat, .zij" en „haar" te gebruiken Kerkeraad is mannelijk en, Nico. als je het geslacht van een woord niet weet (en we hoeven het tegenwoordig niet meer te weten), is „hij" en eo .Zijn" altijd goed. Ingezonden stukken-schrijvers zouden zeggend dat Kerknieuws, net als de c actualiteitenrubrieken voor de radio, aan de haar-ziekte lijdt. Mo£ze Kerknieuws en moge de radio spoedig genezen. »n Maar om op dat klare woord uit Jmi Hoogeveen terug te komen, daar np ben ik erg mee in mijn schik. Toch hi zou ik de kerkeraad nog om een m zekere verfijning willen verzoeken^. Ik bedoel dit. Een omroepvereniging, laten we maar P4 zeggen: de VPRO. smijt iets onbehoorlijks op het scherm. Datr r dan duidelijk een openbare zonde, van de VPRO in dit geval. Een IH vrijgemaakt Hoogevener zit er de ganse avond met rooie konen naar te kijken en bedrijft aldus een e c heimelijke zonde. De volgende dagef echter roept hij uit dat het een Da] schandaal is wat ze nu weer idi vertoond hebben en datoe bij de Wil minister zal aandringen op streng! ijs maatregelen om herhaling te tst voorkomen. Ook gaat er een open »tr brief naar de VPRO, wat denken zflaj wel! Mijn vraag is: zet deze kijker tt met zijn koen optreden eigenlijk t geen streep door zijn heimelijke zonde van de avond tevoren? Helderheid hieromtrent lijkt me dringende eis, want ik wil dolgraagL weten hoe ik moet staan tegenover^ ai die mensen die zich 's avonds lekker laten kwetsen en de dag daarop luidkeels te kennen geven )n hoe erg het wel was. *ol

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2