De christen en de mens
Het ongeschreven evangelie
Heimelijke zonden
Vandaag,
Onze adressen:
zaterdag 29 mei 1976
kerk
trouw/kwact:
nt//
I
door dr G. J. van de Poll
„Welk boek heeft je de laatste tijd het meest geboeid?", vroeg ik aan een
rooms-katholieke vriend, een bekwaam theoloog.
„Dat zijn er twee: „Christelijk geloof" van Berkhof en „Christ-sein" van Küng",
antwoordde hij.
Hij liet er nog op volgen: „Weet je waarom ik ze zo belangrijk vind? Ze kunnen in
onze verwarde en onzekere tijd een hulpmiddel zijn om weer grond onder de
voeten te krijgen".
Hou Küng in de gaten! zegt
Z.H.
Cr is iets mis met ene Küng!
zegt Z.H.
Ken jij zekere Küng? Deugt
niet, zegt Z.H.
Waarschuw tegen die Küng!
Bevel van Z.H.
Wat bij het lezen van „Christen zijn"
van Hans Küng direct opvalt is de
klare en eenvoudige manier waarop
het onderwerp behandeld wordt. Dui
delijk worden de actuele problemen
vermeld. Bij Berkhof moet je toch
wel enigszins theologisch geschoold
zijn om zijn geloofsbelijdenis te kun
nen lezen. Bij Küng ligt dat wat an
ders. Zijn boek kan men een apologie
(verdediging) noemen van het chris
telijk geloof in deze tijd.
Hij laat de moderne mens vragen:
„Wat bezielt het christendom temid
den van allerlei wereldbeschouwin
gen? Waar gaat het eigenlijk om?"
En op deze vraag wil hij een eerlijk en
duidelijk antwoord geven. De bijbel
se lijnen wil hij zo ver mogelijk
doortrekken naar de alledaagse prak
tijk. Er is veel wanbegrip over het
woordje „christelijk". En helaas
komt het voor zelfs bij christenen
dat de mens in een verkeerd dag
licht wordt gesteld.
Vandaar, dat Jüng als thema van zijn
boek heeft: de christen en de mens.
Veelbesproken
Küng is geen onbekende voor de le
zers van dit blad. Deze rooms-
katholieke dogmaticus uit Tübingen
heeft nog al eens van zich doen spre
ken. Zo trok in 1957 zijn proefschrift
sterk de aandacht. Het ging om de
rechtvaardiging en daarin betoogde
hij dat er hoegenaamd geen verschil
was tussen de reformatie en de r.k.
kerk op dit punt (n.b. één van de
voornaamste geschilpunten in de tijd
van de reformatie) Niemand minder,
dan Karl Barth schreef een voor
woord. De promotie vond in Rome
plaats „onder de neus van Zijne Hei
ligheid". zoals Barth het uitdrukte.
Toen Küng in 1970 op bijbelse gron
den de onfeilbaarheid van de paus
(sedert 1870) in twijfel trok en tevens
de nodige kritiek liet horen over de
autoritaire wijze waarop de kerk van
Rome bestuurd wordt, lokte dit veel
verzet uit van officiële instanties.
Trouwens ook ten aanzien van zijn in
1967 verschenen boek „Die Kirche"
had men bezwaren, b.v. dat leken in
noodgevallen de eucharistie konden
bedienen. Ook in het boek dat nu ter
bespreking voor ons ligt bespeuren
we die zin voor eerlijkheid en ODen-
heid. die vooral bij eenzijdige tradi
tionele figuren slecht valt.
Antwoord
In „Christen zijn", nu in Nederlandse
vertaling verschenen, heeft Küng wil
len aantonen „hoe een kritisch mens
van vandaag het voor zijn verstand
en zijn omgeving verantwoorden kan
christen te zijn. zo lichtte hij op een
persconferentie te Frankfort zijn
boek toe.
De inhoud is origineel van opzet. Aan
de christologie gaat nog een uitvoeri
ge kritische behandeling vooraf van
het bijzondere van het christendom.
Het is een antwoord op de uitdaging
van de moderne humanismen en de
wereldgodsdiensten aan het chris
tendom.
Om als christen verstaanbaar te zijn.
zullen allerlei meningen, ingeburger
de begrippen en traditionele formule
ringen in hoge mate kritisch onder
zocht moeten worden. De niet-
christenen leggen immers ook re
kenschap af van hun visie. Een marx
ist kan op de vraag wat het marxisme
wil. altijd wel een begrijpelijk
antwoord geven: de wereldrevolutie,
de dictatuur en het proletariaat, de
nieuwe mens. de klassenloze maat
schappij Het antwoord van de
christen mag niet vaag of geheimzin
nig aandoen.
Elke godsdienst staat bloot aan kri
tiek. vervreemding, verslaving en
heeft in toenemende mate met ver
lossing en vrijheid te maken. De
godsdiensten ontmoeten elkaar en de
christenen zullen zich met hen moe
ten bezinnen op de fundamentele le
vensvragen. Küng spreekt in dit ver
band niet alleen van een dialoog,
maar soms van een oecumenische
bezinning. In dit veelvoudig milieu
wordt gevraagd: Wat is het bijzonde
re van het christendom, en in de
daarop volgende hoofstukken: „Wie
is Christus en hoe ligt de verhouding
Christendom-Jodendom?" gaat
Küng erop in.
Uniek
Het christendom is niet exclusief,
maar wel uniek en dat unieke bestaat
in Jezus zelf, die een historische per
soon is. Van meet af aan is zijn predi
king en bedoeling gericht op het
Rijk, de Naam en Wil van God. Deze
„zaak van God" valt samen met „de
zaak van de mens". De wil van God
en het welzijn van de mens zijn niet
los van elkaar te denken. Bij geen
enkele partij of groep is Jezus van
Nazareth in te delen. Hij is een ge
woon mens, aan tijd en ruimte gebon
den. In Jezus is God geopenbaard.
Hoe kunnen we weten, dat er een
God is? „Waar anderen slechts een
oneindig zwijgen vernamen, hoorde
Israël een stem. Israël mocht ontdek
ken. dat die éne God hoort en luistert
en zich onder de mensen beweegt.
Niet alleen spreekt Hij tot ons, maar
kunnen wij ook tot Hem spreken". Al
verzet Küng zich tegen godsbewij
zen. (o.m. uit de scholastiek) toch is
zijn apologie hiervan niet vrij te
pleiten.
Interessant
Bijzonder interessant, levendig en
aanvaardbaar worden Jezus' tijd en
tijdgenoten beschreven. Zij hebben
hem gekend en met hem gesproken.
Hoe reageerde hij op de verschijn
selen van zijn dagen, op de macht
van de geestelijke en politieke élite,
op wreedheid en geweld, ziekte en
dood? Omdat het hem om God
ging, zette hij zich in voor de mens.
Hij wist zich solidair met de bena
deelden. verwaarloosden en zonda
ren en beriep zich op God, die „het
recht der genade" laat gelden.
Een zo intieme relatie en identifica
tie met God. Hem zo maar „mijn
Vader" noemen, was ongehoord en
onverdraaglijk en moest uitlopen
op de kruisdood. Deze veroordeling
en dood heeft Jezus zelf gewild.
Daarmee scheen zijn dienst aan de
mensen mislukt. Maar toen kreeg
de „Jezus-beweging" een radicale
wending en betekenis. Onder zijn
tijdgenoten ontstond het getuige
nis: De gekruisigde leeft bij God.
Persoonlijk voelden zij zich geroe
pen om Paasgetuigen te zijn. Niet
van iets bovennatuurlijks, maar
van het feit, dat de prediking van
Jezus nu bevestigd was door God.
In het woord is hij „verschenen"
aan de mensen. De vroeg
christelijke gemeente heeft hem
„eretitels" gegeven als „Heer, Zoon
van God, Messias." De verrijzenis
van Jezus is een daad van God, die
werkelijk gebeurd is. Nu vloeien het
werk van Jezus en de daad van God
ineen. Met zuiver historische maat
staven is deze wending niet te veri
fiëren, omdat het buiten tijd en
ruimte plaats vond. Gods daad kan
men niet met ingebeelde en fictieve
voorstellingen verklaren.
Kanttekeningen
Dit roept enkele kantekeningen op.
Scherp stelt Küng tegenover elkaar
het „conflict" (hoofdstuk 4) en „het
nieuwe leven" met paragrafen als
„revolutie in het godsbesef" en een
„nieuwe waardebepaling". Is het
juist om in dit verband pas na de
opstanding te speken van het ont
staan van geloof? In de evangeliën
lezen wij. dat velen tot geloof ko
men vóórdat Christus gekruisigd
wordt. Betekent, zoals Küng zegt,
tot-geloof-komen slechts meer in
zicht krijgen in de werkelijkheid, de
zin van het eigen leven beter ver
staan? Natuurlijk is het juist te
zeggen, dat geloof in God met alles
in ons leven te maken heeft. Wat ik
mis is de geloofsworsteling, zoals
Jacob worstelde met de onbekende
God.
Een andere vraag is: Gaat in „Chris
tus zijn" de verborgen God niet
schuil onder de woorden: plaatsver
vanger. vertegenwoordiger, zaak
waarnemer? Wat betekent dan
Zoon Gods? Volgens Kühg ging het
„oorspronkelijk in de titel Zoon
Gods helemaal niet om de afkomst,
maar om de rechts- en machtsposi
tie van Jezus." De titel betekent
geen lijfelijk zoonschap, maar een
goddelijke uitverkiezing en machti
ging. Jezus heerst in de plaats van
God over zijn volk. Zoon van God
kenmerkt Jezus dus net zo min als
de koning van Israël doet.De
aardse, historische „Jezus van Na
zareth trad als publieke zaakwaar
nemer van God op." Voor Küng is
de titel Zoon van God door de tradi
tie gevormd.
Al lezende vraagt men zich af hoe
Küng dit kan rijmen met het van-
God-en-mensen verlaten zijn, met
Jesaja 53. met kruis en opstandine?
De opstanding betekent bij Küng,
dat Jezus leeft bij de discipelen
door verschijningen en deze zijn
roepingen. Als de geschiedenis van
God in de geschiedenis van de mens
gerealiseerd wordt, dan bestaat er
in.de roeping een mogelijkheid
tot actie.een voortdurend sa
menspel van God en mens.
Probleem
Zo blijft het probleem: Jezus de
Zoon van God en de zoon des men
sen ons bezig houden. Ook de kerk
uit de tweede en derde eeuw heeft
op verschillende synoden en conci
lies er uitspraken over gedaan, vaak
beheerst door politieke en andere
achtergronden. Antiochië legde
meer de nadruk op de mens Jezus;
Chalcedon stelde vast, dat Jezus
voornamelijk de Zoon van God is.
In de laatste 150 bladzijden tracht
Küng een ethiek te geven, die als
sociale ethiek in de maatschappij
van vandaag kan functioneren.
Het.boek van Küng acht ik een
apologie, die Jezus voor de moderne
mens begrijpelijk wil maken. Ook
de apologeten hebben de beelden
en begrippen van de tweede eeuw
gebruikt met het gevaar in de aan
passing te ver te gaan.
Küng heeft de nadruk willen leggen
op de praktijk, op het zijn van een
christen. Zichzelf een christen noe
men is niet genoeg. Vandaar zijn
voorkeur voor het woord radicaal.
En daarmee heeft hij ons een dienst
bewezen en aan het denken gezet.
Dr. G. J. van de Poll te Emmen
bespreekt: „Christen zijn" van
Hans Küng. Uitg. Gooi en Sticht,
Hilversum, 636 pag., prijs f55.-.
(Dr. Van de Poll is theoloog en
historicushij was zeventien jaar
hervormd predikant en twintig
jaar docent bij het hoger onder
wijs).
OOK ARBEID
N H.
1 een
jaai
:ussi
d
lept.
fond
Beste jongen,
als je mijn woorden aanneem
en mijn geboden bij je bewai
zodat je oor staat afgesteni
wijsheid
en Je hart op verstandigheid
dan zal je leren wat
vreze des Heren is
en kennis Gods. moot
(Spreuken 2,1-5) YeI
tenni
Soms lijkt het erop alsof de si
kendichter, of verzamelaar vaP
soort uitspraken in herhaling in
valt. En dat is ook wel zo. 15 a<
woorden hebben dezelfde sf
king. Maar 't is blijkbaar nodl
de gedachten ervan over te
komen, zoals wij dat tegenwoo
wat argeloos noemen. Want®!
gaat natuurlijk om meer dan
komen. Het gaat om opnemen,
gens
se i
sidlt
ikuuicii. iicu &aao vm u^iicuicil, nplp
nen laten komen en erdoor vers
ren. Wijs kan een mens erdoor JxJ
den, maar wijsheid is geen aan)
ren eigenschap. Er moet om gL
pen worden en naar gezocht
den. Kortom er zal enige ini '=ivi
nlng voor nodig zijn om werk e Jwi
door te krijgen waarom het lig
leven voor Gods aangezicht
t
ir w
Kennis Gods vereist evenzeeaiw v
beid als al die dingen die we Iging
baar nodig hebben van onze gi ?eze
tische multinationals. Die arbtfden
niet minder, alleen we hebbe
vaak aanmerkelijk minder
dacht voor en ook veel minder b
over. Toch zijn we er met de ka
Gods nog lang niet. En het zoif.
eens echt waar kunnen zijn!
mensen de sleutel tot hun toeko
laten liggen zolang ze het najy*
van die kennis niet de moeite wl 1
vinden.
1 on
r
-Tf
ia
jn!
ADVERTENTIE
(ADVERTENTIE)
Hl boekennieuws
DE APOCRIEFE BOEKEN «,*«.400
ttz i io.es
EEN VOLLEDIGE HERDRUK VOLGENS DE
OORSPRONKELIJKE UITGAVE van Jacoö en
Pietef Keur. Met een inleiding van Prol. Or W
C van Unnik
Or. K. M Wmeveen
HET EVANGELIE TUSSEN
PACIFISME EN GEWELD
128 btt. 14,95
Zwngb. een van de One grote rel or mal or en had
een actuele fnshe«d m leven en wei* waardoor
hu voor onze (>td bnzonder interessant wordt
Prol. Or. O. J. Bosch
HET EVANGELIE IN
AFRIKAANS GEWAAD
120 biz 1 (IK
Het probleem van hel kwaad ais een mtss-onarr
dilemma m Atnka Een confrontatie met het
wezen van de zwarte mens
PROTESTANTEN IN RUSLAND
228 blz 23.25
Een honderdjarige weg van str>|d en Inden
Prol Or K Slri|d
GEWELDLOZE WEERBAARHEID
172 Mz 15.95
..Geweldloze weertraariwd is geen xieei-v
t.sche aangelegenheid r-aar een zaaa óm re
gelrecht mei onze reai'teu te maken heeft
Verknigbaar m de boekhandel
[J®]] KOK KAMPEN
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Postbus 948.
Westblaak 9. Rotterdam
Tel 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101.
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN
Postbus 3.
Melkmarkt 56. Zwolle
Tel. 05200-17030
door dr. C. Rijnsdorp
De lezers van mijn kritieken zullen opgemerkt hebben, dat ik
niet van .afkraken' houd en dit ook nagenoeg nooit doe. Toch
valt het mij moeilijk iets goeds te zeggen van het postuum
uitgegeven boekje van R. Blijstra.Hef ongeschreven evangelie
(uitg. De Beuk, Amsterdam, 109 blz. 15,-), een fantasie naar
aanleiding van de evangeliën en de figuren van Jezus met zijn
discipelen.
Blijstra (geb. 1901) behoorde tot de
serieus genomen en gewaardeerde
figuren van de middengroep der nu
als auteurs vrijwel vergeten gene
ratie van omstreeks 1925 Geen
uitblinker, maar geprezen als novel
list en als schrijver van cultuurhis
torisch reisboek Europa, mijn va
derland (1953) Hij heeft zich tegen
het einde van zijn leven blijkbaar
verdiept in de evangeliën en de
Openbaring van Johannes en lec
tuur daar omheen, zeker niet vol
doende om een staal van ..church
fiction" te schrijven zoals onlangs
Walter Jens zo knap deed met zijn
De zaak Judas (Trouw van 10 april
3-1 )-
Blijstra's werkje moet een geschrift
verbeelden dat omstreeks vijf eeu
wen na Jezus' dood door een ano
nieme verteller is opgetekend. Maar
de schrijver heeft niet de minste
moeite gedaan om aan zijn geestes-
produkt een zweem van antikwi-
teit te verlenen, laat staan de schijn
van een midden-oosters geschrift.
Hij voert de onderscheidene leerlin
gen sprekende in en verwerkt daar
bij evangeliefragmenten. Maar al
len schrijven in één en dezelfde
stijl, hedendaags maar vlak en ver
velend.
Dat de fictieve verteller niet in de
opstanding gelooft, dat hij Johan
nes homofiel noemt en Jezus een
verhouding met de twee Mana s
aanwrijft, moet hij weten. We zijn
aan dergelijke voorstellingen in het
jongste verleden al gewend ge
raakt: interpretaties van dit genre
zijn trouwens al zo oud als de kerk.
In elk geval is dit voor mij geen
reden om in literair opzicht het
boekje een mislukking te noemen.
Ik grond mijn oordeel alleen op de
kwaliteit van het geschrevene, dat
noch karakterologisch, noch lite
rair. noch historisch, noch theolo
gisch, noch stylistisch iets voor
stelt
Ik zie niet tegen een paar honderd
bladzijden lectuur op. maar het
heeft mij grote moeite gekost dit
dunne boekje uit te krijgen, zelfs
met Hilversum 4 op de achtergrond.
Ik heb veel liever dat men de evan
geliën fantasieën en bedrog noemt
en het daarbij laat. of dat men deze
verhalen historisch-kritisch uiteen
rafelt, dan dat men er wat knoeieri
ge fantasietjes tegen aanwerpt en
voorts broksgewijs evangeliecita
ten oprispt. Een volkomen waarde
loos produkt dat hoogstens voor
wie Blijstra hebben gekend pië-
teitshalve iets kan betekenen als
verwijzing naar vroeger en beter
werk van zijn hand. Wat vooral op
valt is het volkomen onbegrip voor
het joodse karakter, de joodse ziel
en de joodse denkwijze, waarmee
zelfs de griek Lukas zich zo innig
vertrouwd heeft gemaakt. Laten we
deze publikatie op een vergissing
houden en niet vergeten wat De
Beuk in de loop van de jaren aan
goeds en belangrijks in zijn fonds
heeft opgenomen
ADVERTENTIE
nu in de boekhandel
KERKEN VREDE
feestbundel, aangeboden aan
Prof. Dr. J. de Graaf
bij zijn afscheid als hoogleraar
met bijdragen van:
prof. dr. G. Casalis - prof. dr.
F.J.A. de Grijs - dr. A.H. van den
Heuvel - prof. dr. H.M. Kuitert -
prof. dr. P.L. Lehmann - prof. dr.
J.M. Lochman - prof. dr. R. Mehl -
prof. dr. B.V.A. Röling - prof. dr.
W. Schweitzer - prof. dr. Kr. Strijd
- prof. dr. J. Tinbergen - prof. dr.
W.C. van Unnik
226 pagina's, f 19.75.
TEN HAVE - BAARN
Jehova's getuige,
mag ik ook wat
zeggen?
door
J.G. Fijnvandraat.
Het wachttorengenootschap is misschia
de snetst groeiende sekte wan dit ogent
in Nederland
Maar de Jehova's getuigen o
hun leer met zoveel bijbelteksten dat h
bijzonder moeilijk is om precies h
onjuiste in hun redenering aan te tonen.
De schrijver van dit boek weerligt elkf
aanval die het "Wachttorengenootschap'T
doet op de fundamenten van het christelijk;
Paperback. 120 blz./7.50
Geloven-waarom
eigenlijk
door Paul E. Little
Is de bijbel inderdaad Gods Woord? Is
Christus opgestaan uit de doden? Zijn
wonderen mogelijk? Wat is het verschil
tussen het christelijke geloof en andere
godsdiensten?
Deze, en nog vele andere vragen worden
door Paul E Little beantwoord. Eerlijk
vanuit de Bijbel.
Paperback. 141 blz. 11.-
uitgeverij
h. medema
(i
jevei
■tenh
tchi
Apeldoorn Koninginne-
laan 34, Postbus 352
Telefoon 055 -21 94 80.
door A. J. Klei
Vandaag hebben wij een
pikant onderwerp bij de kop,
doch we zullen ons best doen
om het mooi te houden. Het
gaat over heimelijke zonden.
Nu kunnen dit,
welbeschouwd, allerlei
soorten zonden zijn, maar
wanneer je over heimelijke
zonden verneemt, denkt een
protestant terstond aan het
zevende, en een
rooms-katholiek aan het zesde
gebod.
Vroeger, toen er nog het hele jaar
door over de Heidelbergse
Catechismus gepreekt werd.
kwamen de heimelijke zonden
altijd ter sprake bij de behandeling
van Zondag 41 met zijn opwekking
om kuis en ingetogen te leven. Er
hing dan een ietwat broeierige sfeer
in de kerk. want bij dit onderwerp
bediende de dominee zich van een
speciale geheimtaal, waarbij je zelf
van alles kon invullen.
Je had openbare zonden.
Daarover gesproken, ik heb lange
tijd gedacht dat deze bedreven
werden door mensen die hun
kinderen naar de openbare school
stuurden. Je had dus openbare
zonden, en dat was natuurlijk niet
best. Maar met heimelijke zonden
was het extra uitkijken, omdat je
die op 't eerste oog althans,
ongestraft kon begaan. Ik herinner
me een doortastend predikant, die
erg ver ging en de knapen onderzijn
gehoor krachtig opriep, des
morgens niet in bed te blijven
lummelen en liever bij 't krieken
van de dageraad een fikse
wandeling te maken. Een
dergelijke, toch vrij concrete
aanwijzing was echter
uitzondering.
Thans leven we in een tijdperk
waarin nagenoeg alles open en
bloot is en dit heeft de klad in de
heimelijke zonden gebracht.
Tenminste, dat meende ik tot
dusver. Maar gelukkig (en ik heb
het al eerder dankbaar vastgesteld)
bestaat Kerknieuws-van (drs Nico)
Scheps nog en dit weekblad leert
me dat nieuwe heimelijke zonden
zich aandienen. Onder het nieuws
van de vrijgemaakte gereformeerde
kerken staat het volgende:
HOOGEVEEN. Naar aanleiding
van vragen van deJ. V. Hou Coers
over de, naar haar mening, slechte
invloed van de televisie, heeft de
kerkeraad uitgesproken, dat
verkeerd gebruik van de televisie
behoort tot de heimelijke zonden en
dus niet valt onder haar tucht. Zij
meende dat niet de televisie zelf,
maar het gebruik daarvan de kern
van het probleem vormt.
Ik heb het bericht letterlijk
overgenomen, inclusief de fout om
als 'tover een kerkeraad gaat, .zij"
en „haar" te gebruiken Kerkeraad
is mannelijk en, Nico. als je het
geslacht van een woord niet weet
(en we hoeven het tegenwoordig
niet meer te weten), is „hij" en eo
.Zijn" altijd goed. Ingezonden
stukken-schrijvers zouden zeggend
dat Kerknieuws, net als de c
actualiteitenrubrieken voor de
radio, aan de haar-ziekte lijdt. Mo£ze
Kerknieuws en moge de radio
spoedig genezen. »n
Maar om op dat klare woord uit Jmi
Hoogeveen terug te komen, daar np
ben ik erg mee in mijn schik. Toch hi
zou ik de kerkeraad nog om een m
zekere verfijning willen verzoeken^.
Ik bedoel dit. Een
omroepvereniging, laten we maar P4
zeggen: de VPRO. smijt iets
onbehoorlijks op het scherm. Datr r
dan duidelijk een openbare zonde,
van de VPRO in dit geval. Een IH
vrijgemaakt Hoogevener zit er de
ganse avond met rooie konen naar
te kijken en bedrijft aldus een e c
heimelijke zonde. De volgende dagef
echter roept hij uit dat het een Da]
schandaal is wat ze nu weer idi
vertoond hebben en datoe bij de Wil
minister zal aandringen op streng! ijs
maatregelen om herhaling te tst
voorkomen. Ook gaat er een open »tr
brief naar de VPRO, wat denken zflaj
wel! Mijn vraag is: zet deze kijker tt
met zijn koen optreden eigenlijk t
geen streep door zijn heimelijke
zonde van de avond tevoren?
Helderheid hieromtrent lijkt me
dringende eis, want ik wil dolgraagL
weten hoe ik moet staan tegenover^
ai die mensen die zich 's avonds
lekker laten kwetsen en de dag
daarop luidkeels te kennen geven )n
hoe erg het wel was.
*ol