Kohlbrugge voor de
Kohlbruggianen!?
De appel van Sipke van der Land
Een
onmisbaar
randfiguur
Zoeken naar een „sfeertje"
kan ook vlucht betekenen
Vandaal
Onze adressen:
(E§31 Nieuwe boeken
Nieuw boek
ZATERDAG 22 MEI 1976
KERK
TROUW K1
door ds. A.A. Spijkerboer
Kohlbrugge behoort tot de theologen, aan wie de kerk alleen
maar tot haar schade voorbij kan gaan. Daarom hebben dr. W.
Aalders uit Den Haag en ds. D. van Heyst uit Ommen er goed aan
gedaan een bundel samen te stellen met artikelen, die aan
Kohlbrugge zijn gewijd. De eerste zeven laten momentopnamen
uit zijn leven zien, dan volgen er twaall over zijn prediking en zijn
theologie, en het derde deel bestaat uit korte, tot dusverre nog
onbekende geschriften van Kohlbruege zelf.
Kohlbrugge streed tegen de verbas
tering van het evangelie, zoals het in
de Reformatie van de zestiende eeuw
weer aan het licht was gekomen. De
mensen wisten wel van de vergeving
van de zonden, maar ze vonden dat je
tegenover God toch geen zondaar
kon blijven, en dat je uiteraard
met behulp van de genade hogerop
moest zien te komen. Kohlbrugge
heeft daarin regelrecht verzet tegen
Gods genade gezien: de heiliging is
uitsluitend Gods werk en op geen
enkele manier ons eigen werk. Als je
Kohlbrugge wilt verwijten, dat hij
altijd hetzelfde zegt, kun je dat op dit
punt doen. maar dan ben je tegelijk
ook op het punt, waarop hij zijn
„Hier sta ik, ik kan niet anders" uit
spreekt en zich gehoor verschaft.
Natuurlijk is hem verweten, dat de
mensen er onder zijn prediking toe
zouden komen om verder maar wat
in de zonde rond te blijven knoeien.
De Quervain laat in een evenwichtig
opstel zien, dat dat verwijt niet op
gaat: Kohlbrugge is wel bijzonder op
dreef, wanneer hij „des mensen ellen
de" preekt, maar het leven in de
dankbaarheid en de onbekommerde
vrijheid ontbreekt bij hem niet. Wij
len dr. G.Ph. Scheers vergelijkt
Kohlbrugge en Calvijn. en komt tot
de conclusie, dat Kohlbrugge dichter
bij de impulsieve Luther staat dan
bij Calvijn, maar uiteindelijk wil
Scheers niet kiezen tussen Calvijn en
Kohlbrugge. en daar heeft hij m.L
gelijk in.
Politiek
In een schitterend opstel vertelt drs.
J. van Heyst wat Kohlbrugge in de
politiek voorstond. Voor een man als
Kohlbrugge was 1795, het jaar waarin
de republiek der Zeven Verenigde
Nederlanden onderging, en de band
tussen de hervormde kerk en de staat
werd losgemaakt, het meest rampza
lige Jaar uit onze geschiedenis. Zijn
politieke belijdenis bestaat uit drie
r woorden: kerk-oranjevaderland.
Daarmee drukt hij de hoop uit, dat
koning Willem tot heil van het vader
land in de vervallen hervormde kerk
de prediking van het zuivere evange
lie zal herstellen. De koning kon dan
zijnentwege ook de grondwet en de
eerste roerselen van de democratie in
ons land opruimen.
Zelfs het streven van Groen van
Prinsterer kon in zijn ogen geen ge
nade vinden, en dat werd dan ook
onomwonden meegedeeld: „Waar de
Roomschen voor ijveren, waar de
Protestanten, Groen, da Costa enz.
voor ijveren, komt beide op één uit
op zonde en dood Arme Groen!"
In een kinderlijk vertrouwen op de
vaderlijke goedheid van een godvre
zende vorst ziet Kohlbrugge de Oran
jes voor ons volk de rol spelen, die de
richteren in het Oude Testament
voor Israël hebben gespeeld.
Tegelijk heeft hij heel scherp gezien,
dat de kerk nooit een zich van ande
ren afgrenzende partij mag worden,
en dan kan hij verrassend open zijn.
Je krijgt uit het boek ook de indruk
dat Kohlbrugge zelf een heel open
mens geweest moet zijn, ondanks
zijn wonderlijke kijk op de geschie
denis (de nederlaag van de Fransen
bij Sedan in 1870 was voor hem Gods
antwoord op de onfeilbaarverkla
ring van de paus door het Eerste
Vaticaanse Concilie). Aalders laat
wel merken dat er een enorme span
ning is tussen Kohlbrugges prediking
en de weg. die protestants-christelijk
Nederland onder invloed van Abra
ham Kuyper is gegaan.
Beperkt
Er is wel het een en ander op deze
bundel aan te merken. Dat de mo
mentopnamen uit Kohlbrugges leven
elkaar soms overlappen was niet no
dig geweest: twee keer lezen we het
verhaal van Kohlbrugges preek in
Vianen en van de zeshonderd gulden
die de collecte toen opbracht. Verder
geven de samenstellers niet aan wel
ke artikelen speciaal voor deze bun
del geschreven zijn, en welke ze er-
Dr. H. F. Kohlbrugge
gens anders hebben opgedolven
het was toch een kleine moeite ge
weest de herkomst van alle bijdragen
duidelijk aan te geven? Jammer dat
zij Noordmans' artikel over
Kohlbrugge uit „Kerkelijke Klassie
ken" niet hebben opgenomen, want
dat is nauwlijks meer te vinden. Was
het ondoenlijk Barths opstel over
Kohlbrugge uit „Die protestantische
Theologie" te vertalen en op te ne
men? Barth had waardering genoeg
voor hem. Ook Bonhoeffer heeft in de
Navolging veel met hem op. zat er
dan geen artikel over Bonhoeffer en
Kohlbrugge in?
Helemaal overbodig is de woedende
aanval op de Amsterdamse hoogle
raar Mönnich, waarmee Aalders en
Van Heyst openen. Mönnich heeft
namelijk eens zijn waardering voor
Kohlbrugges theologie uitgesproken,
maar volgens Aalders en Van Heyst
door A. J. Klei
In de oude Lutherse kerk aan het
Spui in Amsterdam is elke
zondagavond een
dienst-met-belangstellenden. Aan
het orgel zit als trekpleister Piet van
Egmond en op de kansel staat iedere
keer een roemrucht prediker. In het
vroege voorjaar was Sipke van der
Land weer aan de beurt. Hij kwam
vroeg en voordat hij naar de
consistorie ging. liep hij even de kerk
binnen. Om te kijken of 't al vol was?
Nee. om een appel op de preekstoel te
leggen.
Kort hiema verscheen de koster met
het glaasje water dat de eerwaarde
spreker tot lafenis moest dienen. Hij
zag de appel op de preekstoel liggen.
Hoe komt die daar in vredesnaam
terecht? De koster pakte de vrucht
op waar laat ik dat ding zo gauw?
Wacht, hier maar. onderaan de trap.
dan ruim ik hem na afloop wel weg.
Toen Sipke van der Land de
preekstoel beklimmen wilde, zag hij
tot zi:n niet geringe verbazing dat de
door hem meegebrachte appel in een
hoekje naast de kanseltrap lag. Hé.
hij wist toch zeker dat hij die appel
zonet óp de preekstoel had gelegd
Sipke had geen tijd om zich in dit
raadsel te verdiepen, de dienst
begon.
Bij zijn vertrek liet Sipke van der
Land de appel achter en een paar
weken later vroeg ds. R. J. van Pagée.
de man die aan de wieg van deze
.diensten-met-belangstellenden
'stond, zich af wat dat. inmiddels
gerimpelde, appeltje op de
Sipke van der Land
luisteraars van Sipke van der Land.
Nu zou ik mezélf geweld aan doen,
indien ik niet nog een principiële
vraag opwierp. Deze namelijk:
mogen wij een appel gebruiken om
onze verdorven aard aan te tonen?
In de bijbel komt de appel er goed af.
In het Hooglied wordt gezegd dat de
appel een verkwikkende vrucht is en
blijkens Hooglied 7 vers 8 heb je
geen flesje Odol op de wastafel nodig
als je appels eet, want dan is het met
de adem (in de oude vertaling staat:
de geur van uwen neus) dik in orde.
Ja, maar het Hooglied is nu niet
direct het meest degelijke
bijbelboek, werpt iemand me tegen.
Goed, dan nemen we de profeet Joël,
die inderdaad andere dingen aan
zijn hoofd had dan Salomo. Deze
profeet rekent de appelboom tot de
waardevolle fruitbomen, die aan de
sprinkhanen werden prijsgegeven.
Ook in de klassieke oudheid staat de
appel in hoog aanzien als symbool
van liefde en vruchtbaarheid.
Merkwaardigerwijs is in de
christelijke traditie de appel juist
een teken van boosheid en verleiding
geworden. Eva haalde Adam over
een appel te eten, je ziet het al op de
vroegste schilderijen. Waar halen ze
dat vandaan? In de bijbel wordt de
appel in dat verband niet genoemd,
trouwens geen enkele vrucht. Dus:
laat je, door een appel mee te
sjouwen naar de kansel met het
oogmerk de gevolgen van de
zondeval toe te lichten, de traditie
niet heersen over de Schrift?
Enkele bijkomende vragen werk ik
snel af. Waarom neemt Sipke van
der Land de appel niet gewoon mee
als hij uit de consistorie naar de
preekstoel wandelt? Antwoord:
omdat-ie dan met zo'n bobbel in zijn
jas- of broekzak loopt. Waarom is die
appel niet terstond na de dienst
opgeruimd? Antwoord: omdat dit
vergètcn is. Heeft het zin Sipke van
der Land een kunstappel toe te
sturen die hij dan altijd kan
gebruiken op zijn tournees?
Antwoord: nee, want dan gaat zijn
verhaal niet op.
Roger Garaudy vertelt in zijn boek Het hart op de tong
(oorspronkelijke titel: Parole d'homrae), een uitgave van Ten
Have. Baarn (184 blz., 14,50), dat hij in 1941 zeven en twintig
jaar was. Hij moet dus ongeveer in 1914 geboren zijn. „Als
kind heb ik de ellende van de werkende klasse al ondervon
den", zegt hij op blz. 65. „Wij zijn een jeugd, die opgegroeid is
in het onweer; wij hebben alles gezien, behalve vrede."
Zijn ouders hebben krom gelegen
om hem te laten studeren. Hij
werd docent in filosofie, maar hij
constateert op blz. 179 „dat heel
mijn leven zich buiten de filosofie
heeft afgespeeld, hoewel het mijn
beroep was er les in te geven."
Garaudy werd communist. Hij
heeft, naar uit zijn boek blijkt, in
de Franse communistische partij
een belangrijke rol gespeeld, veel
gereisd en vele kopstukken van
zijn tijd op het internationale vlak
persoonlijk leren kennen, Stalin
incluis. Op 4 maart 1941 werd hij
in Zuid-Algerije bijna geëxecu
teerd, tezamen met een groep an
dere militante communisten. Het
vuurpeloton bestond uit moslimse
Ainkanen, die het bevel van de
ziedende kolonel niet uitvoerden,
omdat hun traditie hen verbood
op ongewapenden te schieten.
heeft iemand, die zo revolutionair
kan doen als Mönnich, daar het recht
niet toe: ze pakken hem bij zijn lur
ven en zetten hem de deur uit. Nu zou
ik het verband tussen Kohlbrugge en
Mönnich ook niet kunnen leggen,
maar daarom zou ik juist in deze
bundel graag een artikel van Mön
nich over Kohlbrugge hebben gele
zen. Maar zoiets zoek je dan tever
geefs. Zo is het in deze bundel wel erg
„Kohlbrugge voor de Kohlbruggia
nen" geworden, en dat is jammer
want Kohlbrugge hoort niet in het
Kohlbruggianenhoekje, maar nog
steeds midden in de kerk en midden
in het volk.
Dr. W. Aalders, Ds. D. van Heyst e.a.:
Hermann Friedrich Kohlbrugge, zijn
leven, zijn prediking, zijn geschriften
J.N. Voorhoeve, Den Haag 1976;
39.50.
AMSTERDAM
Postbus 859.
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Postbus 948.
Westblaak 9. Rotterdam
Tel. 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101.
Parkstraat 22. Den Haag
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN:
Postbus 3.
Melkmarkt 56. Zwolle
Te!. 05200-17030
preekstoel moest. Nög weer later
betrok dominee-dichter Jaap Zijlstra
de gemeente in de zaak. door de naar
hem luisterende schare te vragen
wat-ie daarvan denken moest, van
een rotte appel op de kansel.
Dit opmerkelijk verhaal haal ik uit
Monitor, het contactblad van en
voor de
diensten-met-belangstellenden inde
Spuikerk. Ik heb het met eigen
woorden weergegeven. Eigenlijk
houden ze er bij Monitor een
eigenaardig soort journalistiek op
na. De ups en downs van de appel
worden heel levendig verhaald, dat
wel. maar wat Sipke van der Land nu
met die appel uithaalde, wordt de
lezer onthouden. Er staat alleen dat
hij er een indrukwekkend verhaal
over hield. Dat zal waar wezen. Maar
hoe of wat. verneem je niet. Dat is
net zoiets als wanneer wij zouden
schrijven dat. pak weg. de
hervormde synode een prachtige
uitspraak over abortus heeft gedaan,
geweldig man! maar er niet bij
zouden zetten wat die uitspraak
behelsde.
Daarom openbaar ik het hier thans,
op gezag van een zwager die Sipke
met zijn appel in de weer heeft
gezien en mij er een geestdriftig
ooggetulgeverslag van leverde
Sipke van der Land gebruikt een
appel om te illustreren dat de mens
(om met de catechismus te spreken)
van nature geneigd is tot alle kwaad.
De manier waarop dat precies toe
gaat, houd ik voor me. anders is de
aardigheid er af voor de aanstaande
door dr C. Rijnsdorp
Een slag
De destalinisatie heeft Garaudy in
1956 in Moskou meegemaakt. Die
ontluistering trof hem als een slag,
want in goed vertrouwen (een no
bele, maar kwetsbare trek in zijn
karakter) had hij in Stalins lei
derschap geloofd. Een nog groter
slag was zijn uitstoting uit de
Franse communistische partij in
1970. Hieraan was een lange ont
wikkeling voorafgegaan. Garaudy
voelde namelijk een sterke geeste
lijke verwantschap met het chris
telijk geloof, zoals hem dat uit het
Nieuwe Testament tegemoettrad.
Hij had Kierkegaard bestudeerd,
met Maurice Blondel diepgaande
gesprekken gevoerd; Karl Barth,
Teilhard de Chardin en anderen
hadden zijn denken bevrucht. In
Jezus Christus had hij een le
vensstijl ontmoet „waarin geen
spoor van egoïsme of routine meer
te bespeuren is en die slechts
schepping en liefde toont" (174).
Garaudy zegt op blz. 177: „Ik bezit
het geloof niet, ik ben ervan beze
ten." In hem was een vorm van
christelijk communisme gegroeid,
dat op den duur wel in conflict
moest komen met de officiële par
tij. Het ging hem niet alleen om
een communisme met een mense
lijk gezicht, maar om een synthese
van politiek, artistieke dus vrije
schepping en geloof, dit alles als
één werkelijkheid (179/80).
Strijdbaar
Daarom, zestiger geworden, heeft
hij als strijdbare randfiguur dit
boek gepubliceerd, „vol kreten,
want het is direct uit mijn leven
geschreven" (178). Het gaat hem
erom „dat wij heel deze samenle
ving opnieuw in discussie stellen";
maar „wie zo tracht te leven wordt
wel een „aparte", om niet te zeg
gen een verworpene, een uitgesto
tene. Uitgestoten door de geves
tigde orde van de instituties"
(180) Een profetische kritiek als
de zijne „is onmisbaar voor het
marxisme om niet tot stalinisme
te degenereren" (164). Want het
socialisme en het communisme
zijn wanstaltig geworden" (184).
En wat de christenen betreft: „Er
is een marxisme nodig geweest om
de christenen opnieuw te leren
zich met de aardse toekomst bezig
te houden" (166).
Roger Garandy
van de volkeren om hun bevrij
ding, trachtende in het licht van
het evangelie daarvan de diepste
zin te bepalen. „Zo is theologie
niet langer een manier van wereld
interpretatie, maar een deelname
aan de beweging die de wereld
tracht te verbeteren" (82).
Wanneer Sartre zegt: „De hel, dat
zijn de anderen", stelt Garaudy:
„De hel is de afwezigheid van de
anderen" (99). Garaudy verlangt
niet naar eenzaamheid. „Mijn
droom is juist met heel de wereld
in contact te zijn" (183). Juist door
dit consequent te willen, is hij
door de partijen geëxcommuni
ceerd en heeft hij zichzelf „volle
dig buiten alle kerken gezet" (181).
Het boek eindigt met de woorden:
„Leven volgens de fundamentele
wet van het bestaan: de liefde. Het
Kruis heeft mij geleerd dat daar
voor zelfontleding nodig is. De
Verrijzenis heeft mij het doorbre
ken van de grenzen geleerd. Ik ben
christen."
Proces
Elke grote beweging wordt uit ide
alisme en offerbereidheid gebo
ren. Maar dan komt er altijd een
punt, waarop de demon van de
macht de beweging in zijn greep
krijgt. Dit gebeurt niet zo maar,
doch het is een proces, vaak met
de schijn van noodzakelijkheid, zo
bij Constantijn, zo bij Lenin.
Die gruwelijke vermenging van
idealisme en macht schijnt op aar
de nodig te zijn iets aanzienlijks
tot stand te brengen. Er is dan iets
reusachtigs ontstaan, dat zijn ei
gen leven gaat leiden. In wezen
steunt het nog steeds op de idea
listen, de „gelovigen", maar de
feestwagen van Jagganath heeft
zestien grote wielen en wie eron
der raakt wordt verpletterd.
Bekering
Hij doet
Garaudy bestrijdt de voorstelling
van een God die alleen maar „be
staat". „God bestaat niet. Hij
doet" (104). Hij is niet begonnen
„bij bijbelteksten van waaruiteen
sociale, politieke of ethische
doctrine wordt ontwikkeld", maar
bij de harde realiteit van de strijd
Garaudy heeft het overleefd en
daarom is zijn getuigenis onmis
baar. Men kan van Garaudy zeg
gen dat hij te goed van vertrou
wen is, dat hij te weinig rekent
met de zelfzucht, de kortzichtig
heid. de domheid, de kwaadaar
digheid van de mens en dat is
inderdaad zijn zwakke punt.
Maar door lijden heengegaan
heeft hij op zijn naïviteit recht. In
realisme kan men hem overtref
fen, maar in beproefd idealisme
nauwelijks. Hier geen modieuze
dialoog tussen marxisme en chris
tendom. want bij een gesprek
spreken twee monden. Garaudy
spreekt met één mond. Daarom is
dit een profetische stem. die over
hèel de wereld klinkt, terzijde van
al het bestaande en gevestigde.
Want als bij hem de revolte van
binnen begint, wat is dit anders
dan bekering?
Als 't op religieuze beleving aankomt, zijn voor jonge mensen stemming en sfeer méér bepalend
dan, wat zij enigszins minachtend noemen, erin gepompte waarheden. En als een oudere wat zegt,
wordt hij om te beginnen wantrouwig aangekeken, want, zo denken de meisjes en jongens, die zegt
toch alleen maar een van buiten gelerd lesje op.
De paters Begheyn en drs
F. Verhaar hebben in een boekje, dat
zij „God erbij halen" noemden, ver
slag gedaan van hun contacten met
een aantal middelbare scholieren en
daaruit halen wij het bovenstaande
(en het hierna volgende). Aan het
boekje liggen ten grondslag
groepsgesprekken met in totaal vijf
tig leerlingen van de hogere klassen
van het middelbaar onderwijs.
In het nawoord worden voorzichtig
enkele opvallende gegevens geno
teerd. Allereerst maken de jonge
mensen aanspraak op de waarde van
hun eigen ervaring. Zij bedanken bij
na principieel voor heldere schema's
en etiketten. Stemming en sfeer zijn
bepalend voor de positieve of nega
tieve waardering van bijvoorbeeld li
turgie of persoonlijk gebed. Deze
overwaardering van de eigen bele
vingswereld kan echter evenzeer een
vlucht zijn voor het riskante avon
tuur van geloof en leven als de „ij
zingwekkende zekerheid" van
vroeger.
Vervolgens valt de wederzijdse on
verstaanbaarheid van jeugdige en
volwassen ervaring op. „De oudere is
grootgebracht met de overtuiging
dat de geloofstwijfel een verdachte
zaak is en hij heeft leren theologise
ren om deze geloofstwijfel onder de
duim te houden. De jongere, belust
op ervaring, kijkt dwars door een
theologisch masker heen. vertrouwt
het geredeneer van de volwassene
niet.
Een opvallend gegeven is ook de bin
ding van de religieuze beleving aan
de (kleine) groep, het moment en de
gelijkgezindheid, die gauw wordt ver
ondersteld als de groep uit leeftijdge
noten bestaat. In het andere geval
wordt zij gewantrouwd, zoals bij een
eucharistieviering van ouderen en
jongeren samen. „Dan is de sfeer er
een van onuitgesproken vraagtekens
en discussies. Zijn er uitsluitend jon
geren bijeen, dan is er ook die sfeer
van de twijfel en het vraagteken, met
dien verstande dat die onzekerheid
juist sfeerstichtend is en het gevoel
van samenzijn versterkt."
In het nawoord worden ook enige
lichtpunten aangewezen, die duiden
op de onuitroeibaarheid van het reli
gieus verlangen en die de kans bie
den tot verdieping ervan. Genoemd
worden de grote openheid en eerlijk
heid van de jongeren, het vermogen
om door geredeneer heen te kijken en
de weigering om geloof en leven te
scheiden.
„Als wij zien zo schrijven de paters
Begheyn en Verhaar tenslotte hoe
de jonge mensen de samenleving af
wijzen. de wereld verscheurd vinden,
de kerk hypocriet en achterhaald be
schouwen. dan roept het terecht ver
wondering op dat ze niet alles laten
vallen. Integendeel, ze beginnen iets
nieuws, ze doppen hun eigen
boontjes, ontwikkelen hun eigen ge
dachten in een (onbewuste) overtui
ging dat ze in de grond van de zaak
religieuze behoeften hebben,
ofschoon ze met wat de ouderen aan
reiken niets kunnen doen."
„God erbij halen" is verkrijgbaar bij
De Horstink, Koningin Wilhelmina-
laan 17. Amersfoort.
Wim Ramaker (samenstelling)
WAT WIL DIT TOCH ZEGGEN?
Gebonden. 74 blz 9,90
Gedichten over Hemelvaart en Pinksteren van
Inge Lievaart. Jaap Zi|lstra. Maria de Groot. Hans
Bouma. Muus Jacobse. Gemt Achterberg en vele
anderen
TOTDAT HIJ KOMT
96 blz 10.90
Gedachten over de wederkomst van Jezus
Chnstus Medewerkers aan deze bundel: Ds. W.
L Tukker. Ds H. J. Smit. Ds Jaap Zi|lstra en Jb.
Klein Haneveld.
Fem Rutke
IS JEZUS NOG TE REDDEN?
112 blz 12.50
Interviews met: L J Kardinaal Suenens. Pro'
Mag Dr E C F A Schillebeeckx. Drs. Daniel de
Lange en Gabriel Smit De gesprekken gaan met
name over de charismatische beweging.
EVOLUTIE EN GELOOF
88 blz 8,90
Oe verhouding van geloof en wetenschap gezien
in het licht van verleden en toekomst. Gebundelde
radiolezingen van Ir J. van der Graal. Dr W J.
Ouweneel. Prol. Dr. J. van Genderen en Prol. Dr.
I». E Schuurman.
Karei Hoekendi|k
LANGS DE WEG
120 blz 12.90
Charismatische verkondiging m Batak-land Een
indrukwekkend verslag van deze zendeling-
evangelist.
Sipke van der Land
RECHT DOOR ZEE
132 blz.. 9.90
Biibels leesboekie om koers te houden. Een nieuw
boek met korte pakkende stuk|es om als dagboek
te gebruiken
Verkrijgbaar in de boekhandel
[J^flKOK KAMPEN
DE WIJSHEID LACHT?
Jullie moeten op mijn
letten!
Kijk, ik wil alles aan julli(
en in mijn woorden bekei
Omdat ik jullie geroepen
en jullie hebt 't laten afwt
mijn hand ophief
en niemand lette erop,
en jullie al mijn raad
in de wind geslagen hebt.
en mijn vermaan niet heb
nomen,
daarom zal ook ik
bij jullie ongeluk lachen,
ik zal spotten
als de angst over jullie koi
(Spreuken 1,23-27)
Het is duidelijk dat de wij cheVe
alles aan gelegen is om gt uiden
vinden. De wijsheid smeekt, te
opent haar hart en dreigt aal
laatste doet ons vreemd aai jrawie
wel wijs, lachen bij een ande se
luk? Spotten als de ander in i ^st, t
zit? Het klinkt niet overtuiLdte„a
evenmin sympatiek. De wijs iemin|
kent wat er gebeuren gaat al_se sci
naar haar vermaan geluister<£rmor|
Houd me ten goede, zegt z^atjesl
straks ook m'n lachen niet kide f0i
den, hoe erg het ook is, maar Sch
toch wel nagaan dat ik dan ;Lna aa
ken aan jullie eigenwijshei ingen
jullie hadden niemand nodig. h
wisten zelf alles zo goed. Vr
was overbodig en Ik kon m'
den wel voor me houden. Zo
de wijsheid met dwazen. Ze vr
dwazen een dwaze. Ook ikj.,
chen. Dat moet nu gezegd. l|l6(
zich er aan ergert kan zien
afvragen of hij al geluisterd
want daar is het de wijsheid]
maar om te doen.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Voorthuizen:
duin te Brakel;
Bedankt voor Strijen: J. G.
te Markelo.
Intrede te Nes en Wierum: G.J
Kamp uit Lopik.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Dieren:
Sijtsma te Avereest-Balkbrugj
Beroepbaar kand. Th. HesseJÜben
Ten Boer. jin 2
GEREF. GEMEENTEN i\anc
Beroepen te Hellevoetsluis." H
tenberg te Terwolde.
J. Bolt W'
De heer J. Bolt, die sedert 1
hulpdiensten verrichtte in de|U"
formeerde kerk van Eernet
(Fr.) is uit deze functie onthevi o
heer Bolt heeft ernstige bez
tegen de kinderdoop. Hij stuq p
theologie in Kampen en deei
ook zijn kandidaatsexamen. I
in zijn bedoeling predikant t« t
den in de gereformeerde kt h
r r, n r tnnnnAifn, l.A.lr A.A n rï
maar tegenover de kerkeraad
elij
igd
classis heeft hij bij herhalini
klaard, dan geen kinderen te
dopen. De heer Bolt heeft inmi^
de gereformeerde kerken veris
J. Velvis
Over enkele weken zal zuster J
vis naar West-Irian vertrekken, 0111
zij op de zendingspost Kawagi
de gerformeerde kerken (v
maakt) gaat werken. Verleden
is haar visum afgekomen. Zij
zuster J. van Egmond op, die
dagen voorgoed naar Nederla
teruggekeerd wegens het bert1
van de pensioengerechtigde lec r®j
Paul Trulin
Paul Trulin, een pinkstervoorgig<
die de evangelisatie-campagne!
Morris Cerullo leidt, is benoem th
predikant van de senaat van
fornië.
L
Wilhelm Pieck dl
Het Oostberlijnse protestfe
weekblad Die Kirche van vLj.
week heeft het Oostduitse con je
nistische partijcongres, dat 18 e]
begon, nog eens herinnerd aaxif
rede, die de vroegere preside
Oost-Duitsland Wilhelm Pit
1944 heeft gehouden. Pieck ontk
uitdrukkelijk dat de commun
streefden naar bijzondere rr*4
voor zich in het nieuwe Duil
Ook zei hij „Wij communisten
voor. dat in het nieuwe DuitsC'
iedere anti-fascistische kracht j
kan werken. Dat geldt vanzelf^
kend ook voor de gelovigen va
katholieke en de protestantse ki
De communisten waren vol
Pieck in 1944 niet van plan „de
andere wereldbeschouwing doo
drijven". In het nieuwe partij
gram, dat nu op het partijcon
besproken wordt, is wel sprake
een opleggen van het marxis
leninisme aan de hele bevolli 'I
„Die Kirche" heeft de 32 jaar o
partijrede zonder enig commen
en zonder toespeling op het pa
congres afgedrukt.
„Ten derden dage door pro
H. Jagersma. Uitg. Kok, Kampei
pag„ prijs 7,50. Bijgewerkte t
van de rede die prof. Jagersma
bij de aanvaarding van het ambt
hoogleraar in de oudtestamentii
vakken aan de protestantse thf
gische faculteit te Brussel.