Kohlbrugge voor de Kohlbruggianen!? De appel van Sipke van der Land Een onmisbaar randfiguur Zoeken naar een „sfeertje" kan ook vlucht betekenen Vandaal Onze adressen: (E§31 Nieuwe boeken Nieuw boek ZATERDAG 22 MEI 1976 KERK TROUW K1 door ds. A.A. Spijkerboer Kohlbrugge behoort tot de theologen, aan wie de kerk alleen maar tot haar schade voorbij kan gaan. Daarom hebben dr. W. Aalders uit Den Haag en ds. D. van Heyst uit Ommen er goed aan gedaan een bundel samen te stellen met artikelen, die aan Kohlbrugge zijn gewijd. De eerste zeven laten momentopnamen uit zijn leven zien, dan volgen er twaall over zijn prediking en zijn theologie, en het derde deel bestaat uit korte, tot dusverre nog onbekende geschriften van Kohlbruege zelf. Kohlbrugge streed tegen de verbas tering van het evangelie, zoals het in de Reformatie van de zestiende eeuw weer aan het licht was gekomen. De mensen wisten wel van de vergeving van de zonden, maar ze vonden dat je tegenover God toch geen zondaar kon blijven, en dat je uiteraard met behulp van de genade hogerop moest zien te komen. Kohlbrugge heeft daarin regelrecht verzet tegen Gods genade gezien: de heiliging is uitsluitend Gods werk en op geen enkele manier ons eigen werk. Als je Kohlbrugge wilt verwijten, dat hij altijd hetzelfde zegt, kun je dat op dit punt doen. maar dan ben je tegelijk ook op het punt, waarop hij zijn „Hier sta ik, ik kan niet anders" uit spreekt en zich gehoor verschaft. Natuurlijk is hem verweten, dat de mensen er onder zijn prediking toe zouden komen om verder maar wat in de zonde rond te blijven knoeien. De Quervain laat in een evenwichtig opstel zien, dat dat verwijt niet op gaat: Kohlbrugge is wel bijzonder op dreef, wanneer hij „des mensen ellen de" preekt, maar het leven in de dankbaarheid en de onbekommerde vrijheid ontbreekt bij hem niet. Wij len dr. G.Ph. Scheers vergelijkt Kohlbrugge en Calvijn. en komt tot de conclusie, dat Kohlbrugge dichter bij de impulsieve Luther staat dan bij Calvijn, maar uiteindelijk wil Scheers niet kiezen tussen Calvijn en Kohlbrugge. en daar heeft hij m.L gelijk in. Politiek In een schitterend opstel vertelt drs. J. van Heyst wat Kohlbrugge in de politiek voorstond. Voor een man als Kohlbrugge was 1795, het jaar waarin de republiek der Zeven Verenigde Nederlanden onderging, en de band tussen de hervormde kerk en de staat werd losgemaakt, het meest rampza lige Jaar uit onze geschiedenis. Zijn politieke belijdenis bestaat uit drie r woorden: kerk-oranjevaderland. Daarmee drukt hij de hoop uit, dat koning Willem tot heil van het vader land in de vervallen hervormde kerk de prediking van het zuivere evange lie zal herstellen. De koning kon dan zijnentwege ook de grondwet en de eerste roerselen van de democratie in ons land opruimen. Zelfs het streven van Groen van Prinsterer kon in zijn ogen geen ge nade vinden, en dat werd dan ook onomwonden meegedeeld: „Waar de Roomschen voor ijveren, waar de Protestanten, Groen, da Costa enz. voor ijveren, komt beide op één uit op zonde en dood Arme Groen!" In een kinderlijk vertrouwen op de vaderlijke goedheid van een godvre zende vorst ziet Kohlbrugge de Oran jes voor ons volk de rol spelen, die de richteren in het Oude Testament voor Israël hebben gespeeld. Tegelijk heeft hij heel scherp gezien, dat de kerk nooit een zich van ande ren afgrenzende partij mag worden, en dan kan hij verrassend open zijn. Je krijgt uit het boek ook de indruk dat Kohlbrugge zelf een heel open mens geweest moet zijn, ondanks zijn wonderlijke kijk op de geschie denis (de nederlaag van de Fransen bij Sedan in 1870 was voor hem Gods antwoord op de onfeilbaarverkla ring van de paus door het Eerste Vaticaanse Concilie). Aalders laat wel merken dat er een enorme span ning is tussen Kohlbrugges prediking en de weg. die protestants-christelijk Nederland onder invloed van Abra ham Kuyper is gegaan. Beperkt Er is wel het een en ander op deze bundel aan te merken. Dat de mo mentopnamen uit Kohlbrugges leven elkaar soms overlappen was niet no dig geweest: twee keer lezen we het verhaal van Kohlbrugges preek in Vianen en van de zeshonderd gulden die de collecte toen opbracht. Verder geven de samenstellers niet aan wel ke artikelen speciaal voor deze bun del geschreven zijn, en welke ze er- Dr. H. F. Kohlbrugge gens anders hebben opgedolven het was toch een kleine moeite ge weest de herkomst van alle bijdragen duidelijk aan te geven? Jammer dat zij Noordmans' artikel over Kohlbrugge uit „Kerkelijke Klassie ken" niet hebben opgenomen, want dat is nauwlijks meer te vinden. Was het ondoenlijk Barths opstel over Kohlbrugge uit „Die protestantische Theologie" te vertalen en op te ne men? Barth had waardering genoeg voor hem. Ook Bonhoeffer heeft in de Navolging veel met hem op. zat er dan geen artikel over Bonhoeffer en Kohlbrugge in? Helemaal overbodig is de woedende aanval op de Amsterdamse hoogle raar Mönnich, waarmee Aalders en Van Heyst openen. Mönnich heeft namelijk eens zijn waardering voor Kohlbrugges theologie uitgesproken, maar volgens Aalders en Van Heyst door A. J. Klei In de oude Lutherse kerk aan het Spui in Amsterdam is elke zondagavond een dienst-met-belangstellenden. Aan het orgel zit als trekpleister Piet van Egmond en op de kansel staat iedere keer een roemrucht prediker. In het vroege voorjaar was Sipke van der Land weer aan de beurt. Hij kwam vroeg en voordat hij naar de consistorie ging. liep hij even de kerk binnen. Om te kijken of 't al vol was? Nee. om een appel op de preekstoel te leggen. Kort hiema verscheen de koster met het glaasje water dat de eerwaarde spreker tot lafenis moest dienen. Hij zag de appel op de preekstoel liggen. Hoe komt die daar in vredesnaam terecht? De koster pakte de vrucht op waar laat ik dat ding zo gauw? Wacht, hier maar. onderaan de trap. dan ruim ik hem na afloop wel weg. Toen Sipke van der Land de preekstoel beklimmen wilde, zag hij tot zi:n niet geringe verbazing dat de door hem meegebrachte appel in een hoekje naast de kanseltrap lag. Hé. hij wist toch zeker dat hij die appel zonet óp de preekstoel had gelegd Sipke had geen tijd om zich in dit raadsel te verdiepen, de dienst begon. Bij zijn vertrek liet Sipke van der Land de appel achter en een paar weken later vroeg ds. R. J. van Pagée. de man die aan de wieg van deze .diensten-met-belangstellenden 'stond, zich af wat dat. inmiddels gerimpelde, appeltje op de Sipke van der Land luisteraars van Sipke van der Land. Nu zou ik mezélf geweld aan doen, indien ik niet nog een principiële vraag opwierp. Deze namelijk: mogen wij een appel gebruiken om onze verdorven aard aan te tonen? In de bijbel komt de appel er goed af. In het Hooglied wordt gezegd dat de appel een verkwikkende vrucht is en blijkens Hooglied 7 vers 8 heb je geen flesje Odol op de wastafel nodig als je appels eet, want dan is het met de adem (in de oude vertaling staat: de geur van uwen neus) dik in orde. Ja, maar het Hooglied is nu niet direct het meest degelijke bijbelboek, werpt iemand me tegen. Goed, dan nemen we de profeet Joël, die inderdaad andere dingen aan zijn hoofd had dan Salomo. Deze profeet rekent de appelboom tot de waardevolle fruitbomen, die aan de sprinkhanen werden prijsgegeven. Ook in de klassieke oudheid staat de appel in hoog aanzien als symbool van liefde en vruchtbaarheid. Merkwaardigerwijs is in de christelijke traditie de appel juist een teken van boosheid en verleiding geworden. Eva haalde Adam over een appel te eten, je ziet het al op de vroegste schilderijen. Waar halen ze dat vandaan? In de bijbel wordt de appel in dat verband niet genoemd, trouwens geen enkele vrucht. Dus: laat je, door een appel mee te sjouwen naar de kansel met het oogmerk de gevolgen van de zondeval toe te lichten, de traditie niet heersen over de Schrift? Enkele bijkomende vragen werk ik snel af. Waarom neemt Sipke van der Land de appel niet gewoon mee als hij uit de consistorie naar de preekstoel wandelt? Antwoord: omdat-ie dan met zo'n bobbel in zijn jas- of broekzak loopt. Waarom is die appel niet terstond na de dienst opgeruimd? Antwoord: omdat dit vergètcn is. Heeft het zin Sipke van der Land een kunstappel toe te sturen die hij dan altijd kan gebruiken op zijn tournees? Antwoord: nee, want dan gaat zijn verhaal niet op. Roger Garaudy vertelt in zijn boek Het hart op de tong (oorspronkelijke titel: Parole d'homrae), een uitgave van Ten Have. Baarn (184 blz., 14,50), dat hij in 1941 zeven en twintig jaar was. Hij moet dus ongeveer in 1914 geboren zijn. „Als kind heb ik de ellende van de werkende klasse al ondervon den", zegt hij op blz. 65. „Wij zijn een jeugd, die opgegroeid is in het onweer; wij hebben alles gezien, behalve vrede." Zijn ouders hebben krom gelegen om hem te laten studeren. Hij werd docent in filosofie, maar hij constateert op blz. 179 „dat heel mijn leven zich buiten de filosofie heeft afgespeeld, hoewel het mijn beroep was er les in te geven." Garaudy werd communist. Hij heeft, naar uit zijn boek blijkt, in de Franse communistische partij een belangrijke rol gespeeld, veel gereisd en vele kopstukken van zijn tijd op het internationale vlak persoonlijk leren kennen, Stalin incluis. Op 4 maart 1941 werd hij in Zuid-Algerije bijna geëxecu teerd, tezamen met een groep an dere militante communisten. Het vuurpeloton bestond uit moslimse Ainkanen, die het bevel van de ziedende kolonel niet uitvoerden, omdat hun traditie hen verbood op ongewapenden te schieten. heeft iemand, die zo revolutionair kan doen als Mönnich, daar het recht niet toe: ze pakken hem bij zijn lur ven en zetten hem de deur uit. Nu zou ik het verband tussen Kohlbrugge en Mönnich ook niet kunnen leggen, maar daarom zou ik juist in deze bundel graag een artikel van Mön nich over Kohlbrugge hebben gele zen. Maar zoiets zoek je dan tever geefs. Zo is het in deze bundel wel erg „Kohlbrugge voor de Kohlbruggia nen" geworden, en dat is jammer want Kohlbrugge hoort niet in het Kohlbruggianenhoekje, maar nog steeds midden in de kerk en midden in het volk. Dr. W. Aalders, Ds. D. van Heyst e.a.: Hermann Friedrich Kohlbrugge, zijn leven, zijn prediking, zijn geschriften J.N. Voorhoeve, Den Haag 1976; 39.50. AMSTERDAM Postbus 859. Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT: Postbus 948. Westblaak 9. Rotterdam Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101. Parkstraat 22. Den Haag Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN: Postbus 3. Melkmarkt 56. Zwolle Te!. 05200-17030 preekstoel moest. Nög weer later betrok dominee-dichter Jaap Zijlstra de gemeente in de zaak. door de naar hem luisterende schare te vragen wat-ie daarvan denken moest, van een rotte appel op de kansel. Dit opmerkelijk verhaal haal ik uit Monitor, het contactblad van en voor de diensten-met-belangstellenden inde Spuikerk. Ik heb het met eigen woorden weergegeven. Eigenlijk houden ze er bij Monitor een eigenaardig soort journalistiek op na. De ups en downs van de appel worden heel levendig verhaald, dat wel. maar wat Sipke van der Land nu met die appel uithaalde, wordt de lezer onthouden. Er staat alleen dat hij er een indrukwekkend verhaal over hield. Dat zal waar wezen. Maar hoe of wat. verneem je niet. Dat is net zoiets als wanneer wij zouden schrijven dat. pak weg. de hervormde synode een prachtige uitspraak over abortus heeft gedaan, geweldig man! maar er niet bij zouden zetten wat die uitspraak behelsde. Daarom openbaar ik het hier thans, op gezag van een zwager die Sipke met zijn appel in de weer heeft gezien en mij er een geestdriftig ooggetulgeverslag van leverde Sipke van der Land gebruikt een appel om te illustreren dat de mens (om met de catechismus te spreken) van nature geneigd is tot alle kwaad. De manier waarop dat precies toe gaat, houd ik voor me. anders is de aardigheid er af voor de aanstaande door dr C. Rijnsdorp Een slag De destalinisatie heeft Garaudy in 1956 in Moskou meegemaakt. Die ontluistering trof hem als een slag, want in goed vertrouwen (een no bele, maar kwetsbare trek in zijn karakter) had hij in Stalins lei derschap geloofd. Een nog groter slag was zijn uitstoting uit de Franse communistische partij in 1970. Hieraan was een lange ont wikkeling voorafgegaan. Garaudy voelde namelijk een sterke geeste lijke verwantschap met het chris telijk geloof, zoals hem dat uit het Nieuwe Testament tegemoettrad. Hij had Kierkegaard bestudeerd, met Maurice Blondel diepgaande gesprekken gevoerd; Karl Barth, Teilhard de Chardin en anderen hadden zijn denken bevrucht. In Jezus Christus had hij een le vensstijl ontmoet „waarin geen spoor van egoïsme of routine meer te bespeuren is en die slechts schepping en liefde toont" (174). Garaudy zegt op blz. 177: „Ik bezit het geloof niet, ik ben ervan beze ten." In hem was een vorm van christelijk communisme gegroeid, dat op den duur wel in conflict moest komen met de officiële par tij. Het ging hem niet alleen om een communisme met een mense lijk gezicht, maar om een synthese van politiek, artistieke dus vrije schepping en geloof, dit alles als één werkelijkheid (179/80). Strijdbaar Daarom, zestiger geworden, heeft hij als strijdbare randfiguur dit boek gepubliceerd, „vol kreten, want het is direct uit mijn leven geschreven" (178). Het gaat hem erom „dat wij heel deze samenle ving opnieuw in discussie stellen"; maar „wie zo tracht te leven wordt wel een „aparte", om niet te zeg gen een verworpene, een uitgesto tene. Uitgestoten door de geves tigde orde van de instituties" (180) Een profetische kritiek als de zijne „is onmisbaar voor het marxisme om niet tot stalinisme te degenereren" (164). Want het socialisme en het communisme zijn wanstaltig geworden" (184). En wat de christenen betreft: „Er is een marxisme nodig geweest om de christenen opnieuw te leren zich met de aardse toekomst bezig te houden" (166). Roger Garandy van de volkeren om hun bevrij ding, trachtende in het licht van het evangelie daarvan de diepste zin te bepalen. „Zo is theologie niet langer een manier van wereld interpretatie, maar een deelname aan de beweging die de wereld tracht te verbeteren" (82). Wanneer Sartre zegt: „De hel, dat zijn de anderen", stelt Garaudy: „De hel is de afwezigheid van de anderen" (99). Garaudy verlangt niet naar eenzaamheid. „Mijn droom is juist met heel de wereld in contact te zijn" (183). Juist door dit consequent te willen, is hij door de partijen geëxcommuni ceerd en heeft hij zichzelf „volle dig buiten alle kerken gezet" (181). Het boek eindigt met de woorden: „Leven volgens de fundamentele wet van het bestaan: de liefde. Het Kruis heeft mij geleerd dat daar voor zelfontleding nodig is. De Verrijzenis heeft mij het doorbre ken van de grenzen geleerd. Ik ben christen." Proces Elke grote beweging wordt uit ide alisme en offerbereidheid gebo ren. Maar dan komt er altijd een punt, waarop de demon van de macht de beweging in zijn greep krijgt. Dit gebeurt niet zo maar, doch het is een proces, vaak met de schijn van noodzakelijkheid, zo bij Constantijn, zo bij Lenin. Die gruwelijke vermenging van idealisme en macht schijnt op aar de nodig te zijn iets aanzienlijks tot stand te brengen. Er is dan iets reusachtigs ontstaan, dat zijn ei gen leven gaat leiden. In wezen steunt het nog steeds op de idea listen, de „gelovigen", maar de feestwagen van Jagganath heeft zestien grote wielen en wie eron der raakt wordt verpletterd. Bekering Hij doet Garaudy bestrijdt de voorstelling van een God die alleen maar „be staat". „God bestaat niet. Hij doet" (104). Hij is niet begonnen „bij bijbelteksten van waaruiteen sociale, politieke of ethische doctrine wordt ontwikkeld", maar bij de harde realiteit van de strijd Garaudy heeft het overleefd en daarom is zijn getuigenis onmis baar. Men kan van Garaudy zeg gen dat hij te goed van vertrou wen is, dat hij te weinig rekent met de zelfzucht, de kortzichtig heid. de domheid, de kwaadaar digheid van de mens en dat is inderdaad zijn zwakke punt. Maar door lijden heengegaan heeft hij op zijn naïviteit recht. In realisme kan men hem overtref fen, maar in beproefd idealisme nauwelijks. Hier geen modieuze dialoog tussen marxisme en chris tendom. want bij een gesprek spreken twee monden. Garaudy spreekt met één mond. Daarom is dit een profetische stem. die over hèel de wereld klinkt, terzijde van al het bestaande en gevestigde. Want als bij hem de revolte van binnen begint, wat is dit anders dan bekering? Als 't op religieuze beleving aankomt, zijn voor jonge mensen stemming en sfeer méér bepalend dan, wat zij enigszins minachtend noemen, erin gepompte waarheden. En als een oudere wat zegt, wordt hij om te beginnen wantrouwig aangekeken, want, zo denken de meisjes en jongens, die zegt toch alleen maar een van buiten gelerd lesje op. De paters Begheyn en drs F. Verhaar hebben in een boekje, dat zij „God erbij halen" noemden, ver slag gedaan van hun contacten met een aantal middelbare scholieren en daaruit halen wij het bovenstaande (en het hierna volgende). Aan het boekje liggen ten grondslag groepsgesprekken met in totaal vijf tig leerlingen van de hogere klassen van het middelbaar onderwijs. In het nawoord worden voorzichtig enkele opvallende gegevens geno teerd. Allereerst maken de jonge mensen aanspraak op de waarde van hun eigen ervaring. Zij bedanken bij na principieel voor heldere schema's en etiketten. Stemming en sfeer zijn bepalend voor de positieve of nega tieve waardering van bijvoorbeeld li turgie of persoonlijk gebed. Deze overwaardering van de eigen bele vingswereld kan echter evenzeer een vlucht zijn voor het riskante avon tuur van geloof en leven als de „ij zingwekkende zekerheid" van vroeger. Vervolgens valt de wederzijdse on verstaanbaarheid van jeugdige en volwassen ervaring op. „De oudere is grootgebracht met de overtuiging dat de geloofstwijfel een verdachte zaak is en hij heeft leren theologise ren om deze geloofstwijfel onder de duim te houden. De jongere, belust op ervaring, kijkt dwars door een theologisch masker heen. vertrouwt het geredeneer van de volwassene niet. Een opvallend gegeven is ook de bin ding van de religieuze beleving aan de (kleine) groep, het moment en de gelijkgezindheid, die gauw wordt ver ondersteld als de groep uit leeftijdge noten bestaat. In het andere geval wordt zij gewantrouwd, zoals bij een eucharistieviering van ouderen en jongeren samen. „Dan is de sfeer er een van onuitgesproken vraagtekens en discussies. Zijn er uitsluitend jon geren bijeen, dan is er ook die sfeer van de twijfel en het vraagteken, met dien verstande dat die onzekerheid juist sfeerstichtend is en het gevoel van samenzijn versterkt." In het nawoord worden ook enige lichtpunten aangewezen, die duiden op de onuitroeibaarheid van het reli gieus verlangen en die de kans bie den tot verdieping ervan. Genoemd worden de grote openheid en eerlijk heid van de jongeren, het vermogen om door geredeneer heen te kijken en de weigering om geloof en leven te scheiden. „Als wij zien zo schrijven de paters Begheyn en Verhaar tenslotte hoe de jonge mensen de samenleving af wijzen. de wereld verscheurd vinden, de kerk hypocriet en achterhaald be schouwen. dan roept het terecht ver wondering op dat ze niet alles laten vallen. Integendeel, ze beginnen iets nieuws, ze doppen hun eigen boontjes, ontwikkelen hun eigen ge dachten in een (onbewuste) overtui ging dat ze in de grond van de zaak religieuze behoeften hebben, ofschoon ze met wat de ouderen aan reiken niets kunnen doen." „God erbij halen" is verkrijgbaar bij De Horstink, Koningin Wilhelmina- laan 17. Amersfoort. Wim Ramaker (samenstelling) WAT WIL DIT TOCH ZEGGEN? Gebonden. 74 blz 9,90 Gedichten over Hemelvaart en Pinksteren van Inge Lievaart. Jaap Zi|lstra. Maria de Groot. Hans Bouma. Muus Jacobse. Gemt Achterberg en vele anderen TOTDAT HIJ KOMT 96 blz 10.90 Gedachten over de wederkomst van Jezus Chnstus Medewerkers aan deze bundel: Ds. W. L Tukker. Ds H. J. Smit. Ds Jaap Zi|lstra en Jb. Klein Haneveld. Fem Rutke IS JEZUS NOG TE REDDEN? 112 blz 12.50 Interviews met: L J Kardinaal Suenens. Pro' Mag Dr E C F A Schillebeeckx. Drs. Daniel de Lange en Gabriel Smit De gesprekken gaan met name over de charismatische beweging. EVOLUTIE EN GELOOF 88 blz 8,90 Oe verhouding van geloof en wetenschap gezien in het licht van verleden en toekomst. Gebundelde radiolezingen van Ir J. van der Graal. Dr W J. Ouweneel. Prol. Dr. J. van Genderen en Prol. Dr. I». E Schuurman. Karei Hoekendi|k LANGS DE WEG 120 blz 12.90 Charismatische verkondiging m Batak-land Een indrukwekkend verslag van deze zendeling- evangelist. Sipke van der Land RECHT DOOR ZEE 132 blz.. 9.90 Biibels leesboekie om koers te houden. Een nieuw boek met korte pakkende stuk|es om als dagboek te gebruiken Verkrijgbaar in de boekhandel [J^flKOK KAMPEN DE WIJSHEID LACHT? Jullie moeten op mijn letten! Kijk, ik wil alles aan julli( en in mijn woorden bekei Omdat ik jullie geroepen en jullie hebt 't laten afwt mijn hand ophief en niemand lette erop, en jullie al mijn raad in de wind geslagen hebt. en mijn vermaan niet heb nomen, daarom zal ook ik bij jullie ongeluk lachen, ik zal spotten als de angst over jullie koi (Spreuken 1,23-27) Het is duidelijk dat de wij cheVe alles aan gelegen is om gt uiden vinden. De wijsheid smeekt, te opent haar hart en dreigt aal laatste doet ons vreemd aai jrawie wel wijs, lachen bij een ande se luk? Spotten als de ander in i ^st, t zit? Het klinkt niet overtuiLdte„a evenmin sympatiek. De wijs iemin| kent wat er gebeuren gaat al_se sci naar haar vermaan geluister<£rmor| Houd me ten goede, zegt z^atjesl straks ook m'n lachen niet kide f0i den, hoe erg het ook is, maar Sch toch wel nagaan dat ik dan ;Lna aa ken aan jullie eigenwijshei ingen jullie hadden niemand nodig. h wisten zelf alles zo goed. Vr was overbodig en Ik kon m' den wel voor me houden. Zo de wijsheid met dwazen. Ze vr dwazen een dwaze. Ook ikj., chen. Dat moet nu gezegd. l|l6( zich er aan ergert kan zien afvragen of hij al geluisterd want daar is het de wijsheid] maar om te doen. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Voorthuizen: duin te Brakel; Bedankt voor Strijen: J. G. te Markelo. Intrede te Nes en Wierum: G.J Kamp uit Lopik. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Dieren: Sijtsma te Avereest-Balkbrugj Beroepbaar kand. Th. HesseJÜben Ten Boer. jin 2 GEREF. GEMEENTEN i\anc Beroepen te Hellevoetsluis." H tenberg te Terwolde. J. Bolt W' De heer J. Bolt, die sedert 1 hulpdiensten verrichtte in de|U" formeerde kerk van Eernet (Fr.) is uit deze functie onthevi o heer Bolt heeft ernstige bez tegen de kinderdoop. Hij stuq p theologie in Kampen en deei ook zijn kandidaatsexamen. I in zijn bedoeling predikant t« t den in de gereformeerde kt h r r, n r tnnnnAifn, l.A.lr A.A n rï maar tegenover de kerkeraad elij igd classis heeft hij bij herhalini klaard, dan geen kinderen te dopen. De heer Bolt heeft inmi^ de gereformeerde kerken veris J. Velvis Over enkele weken zal zuster J vis naar West-Irian vertrekken, 0111 zij op de zendingspost Kawagi de gerformeerde kerken (v maakt) gaat werken. Verleden is haar visum afgekomen. Zij zuster J. van Egmond op, die dagen voorgoed naar Nederla teruggekeerd wegens het bert1 van de pensioengerechtigde lec r®j Paul Trulin Paul Trulin, een pinkstervoorgig< die de evangelisatie-campagne! Morris Cerullo leidt, is benoem th predikant van de senaat van fornië. L Wilhelm Pieck dl Het Oostberlijnse protestfe weekblad Die Kirche van vLj. week heeft het Oostduitse con je nistische partijcongres, dat 18 e] begon, nog eens herinnerd aaxif rede, die de vroegere preside Oost-Duitsland Wilhelm Pit 1944 heeft gehouden. Pieck ontk uitdrukkelijk dat de commun streefden naar bijzondere rr*4 voor zich in het nieuwe Duil Ook zei hij „Wij communisten voor. dat in het nieuwe DuitsC' iedere anti-fascistische kracht j kan werken. Dat geldt vanzelf^ kend ook voor de gelovigen va katholieke en de protestantse ki De communisten waren vol Pieck in 1944 niet van plan „de andere wereldbeschouwing doo drijven". In het nieuwe partij gram, dat nu op het partijcon besproken wordt, is wel sprake een opleggen van het marxis leninisme aan de hele bevolli 'I „Die Kirche" heeft de 32 jaar o partijrede zonder enig commen en zonder toespeling op het pa congres afgedrukt. „Ten derden dage door pro H. Jagersma. Uitg. Kok, Kampei pag„ prijs 7,50. Bijgewerkte t van de rede die prof. Jagersma bij de aanvaarding van het ambt hoogleraar in de oudtestamentii vakken aan de protestantse thf gische faculteit te Brussel.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2