Rome en de algemene genade Een boekje over solidariteit li"™"!..,™",."? fllSlllsill Gerard Brom en Zwolle Mannenzang door A.J. Kiel Vandaag ABORTUS Onze adressen: Conferenties Nieuwe boeken D ZATERDAG 1 MEI 1976 KERK-BINNENLAND 7 Al TROUW/KWARTET 2 door dr. C. Rijnsdorp Het lijkt erop of Rome na het tweede Vaticaans concilie de algemene genade heeft ontdekt. Niet de term, maar de zaak. Ik herinner mij hoe. alweer ruim twintig Jaar geleden, nu wijlen prof. dr. J.H. Bavinck op een gesprekskring de verlichting van Boeddha ter sprake bracht. De vraag was: In hoever had deze verlichting met haar vérstrekkende gevolgen, namelijk niets minder dan een wereldgodsdienst, iets te maken gehad met een werking in algemene zin van He Heilige Geest? Dit kon voor velen van ons toen een academische kwestie zijn en weinig meer dan dat. maar voor de zending en de missie in een land als India bijvoorbeeld is zo'n vraag niet al leen actueel, maar zelfs urgent Men weet hoe de Amerikaanse metho dist-zendeling 8tanley Jones (geb. 1884) in zijn tijd geworsteld heeft met het probleem het eigenlijke van het evangelie uit te drukken in Indische vormen, zonder verlies van datgene waar het op aankomt, het essentiële van het christelijk geloof. Of hij hierin geslaagd is, blijft hier buiten beschouwing. Voor een soortgelijke vraag staat ook de r.k.missionaris. De zaak ligt voor hem iets ingewikkelder dan voor de zendeling, omdat bij de missionaris de liturgie rondom de mis zo'n belangrijke rol speelt. Westers Vóór het tweede Vaticaans concilie bleef de missie in hoofdzaak predi- kLog van een westerse godsdienst in een oosterse omgeving. Zo stond de r.k. kerk in India vreemd ten aan zien van India's culturele tradities: ze had zich geïsoleerd en zich tege nover de oude religies van het land vaak vijandig opgesteld. Na het concilie evenwel veranderde de toe stand. Men mocht geloven niet al leen dat individuele leden van an dere godsdiensten gered kunnen worden, maar dat die godsdiensten zelf een plaats hebben in het heil splan van God; dat de kerk niets verwerpt van datgene wat in deze godsdiensten waar en heilig is; dat er slechts één gemeenschappelijke bestemming is voor heel het mensdom met alle naties. Het con cilie zelf spoorde de gelovigen aan „die geestelijke en morele goede ren. alsook die sociaal-culturele waarden die bij hen gevonden wor den te erkennen, te bewaren en te bevorderen." Ik ben hier bezig te citeren uit het r.k. internationale tijdschrift voor theologie Concilium. 12e jaargang no. 2, Nederlandstalige uitgave van De Horstink. Amersfoort (giro 1607458, 117 blz.. ƒ12.90). Gezegd wordt voorts: „Missiewerk is niet bedoeld om godsdienstige tradities uit te roeien. Al wat er aan waarheid en genade reeds wordt gevonden bij de volkeren als een verborgen te genwoordigheid van God, bevrijdt zij van de besmetting van het kwaad en geeft zij terug aan Chris tus. haar 8tichter. die de heerschap pij van de duivel vernietigt en de menigvuldige boosheid van de mis daden in bedwang houdt (Ad gentes no. 9)". Nieuw perspectief Deze uitspraken hebben voor de missie een nieuw perspectief geo pend. Als belangstellende leek kan lk er niet anders in lezen dat dat Rome de traditioneel gereformeer de leer van de algemene genade (Kuypers „gemene graUe") heeft ontdekt; nogmaals: niet de term. maar de zaak. De r.k. kerk biedt, minstens in theorie, de gelegenheid de consequenUes daarvan we reldwijd toe te passen. Rome en de bijzondere genade Nu is er theologische scholing voor nodig na te gaan hoe deze nieuwe opvatting zich verhoudt tot de klas- siek-roomse scheiding van natuur en bovennatuur. In elk geval lijkt mij het gevaar van vermenging van godsdiensten, met een vreemd woord: syncretisme, bij de roomse missie groter dan bij de protes tantse zending (ook al is d&ér een nieuwe visie ontstaan over de ver houding tussen oost en west, res pectievelijk noord en zuid), en wel door het sterk liturgisch karakter van de roomse eredienst. Het gaat er namelijk in dit nummer van Con cilium om, in hoever in de liturgie teksten uit de heilige boeken van het hindoeïsme, het boeddhisme en de islam, al naar gelang van de omgeving, kunnen worden opgeno men. Zo heeft men in India wel prachtige gedichten van Rabindra- nath Tagore (1861-1941, Nobelprijs winnaar 1913) in de liturgie ge bruikt. „Terwijl Jezus Christus zijn unieke positie voor ons blijft behou den, geloven wij toch in de werking van de H.Geest in andere religieuze ervaringen. Ons geloof in Christus kan ons niet Isoleren van andere godsdiensten" (bl. 21). Maar nodig blijft „een benadering die diep ge worteld is in de christelijke opvat ting en die niets wil weten van syncretisme" (22). Vraag De vraag is nu maar. hoe dit zich in de praktijk realiseert. Er is van r.k. zijde over deze zaak diepgaande studie gemaakt, waarvan men de resultaten in dit interessante num mer kan terugvinden. Over het hin doeïsme schrijven een geleerde uit India en een uit Oostenrijk, over het boeddhisme een Duitser en ie mand op Ceylon (Sri Lanka), en over de islam een Engelsman. Jodendom En dan is er ook nog het jodendom, waarover een Engelsman, een Jood en een Nederlander handelen. Hier ligt de verhouding uiteraard heel anders. Ik noem de nationaliteiten en niet de voor onze lezers toch onbekende namen, omdat juist het internationale karakter van deze periodiek mij zo bijzonder boeit. Het nummer eindigt met een hoofd stuk over het christendom, geschre ven door een landgenoot en speci aal historisch handelend over schriftlezingen in de liturgie. Het stuk spitst zich toe op de kwestie van de lezing in de liturgie van niet-christelijke heilige boeken. „Nu de christenheid de heilige boe ken van niet-christelijke godsdienst ontdekt, bestaat de mogelijkheid, dat christenen in dergelijke boeken Christus vinden en dat niet- christenen in Christus de vervulling van hun boeken zien. Deze ontdek king leidt tot een theologische ver dieping van de begrippen openba ring en inspiratie" (115). De auteur oordeelt, dat er theoretisch geen bezwaar is tegen lezing uit een der gelijk heilig boek naast bijbellezing in de liturgie. Wel mogen alleen zij oordelen en beslissen die deze heili ge boeken door en door kennen, leven in hun religieuze cultuur en niet vergeten dat zij christelijke missionarissen zijn (115/116). Men ziet: een delicate aangelegen heid. Is hier sprake van annexatie onder de schijn van aanpassing, of wordt hier integendeel de pretentie van het unieke van het christelijk geloof in principe prijsgegeven? Men kan dit zowel naar de ene als naar de andere kant uitleggen. Graag had ik in de aantekeningen o.a. de naam Verkuyl genoemd ge zien. En zou Kuypers De gemeene gratie nog zijdelings iets voor de samenstellers kunnen betekenen? door dr. H. E. S. Woldring Wie tegenwoordig te horen krijgt, ,Je bent niet solidair", zal dat meestal niet prettig vinden. Solidariteit is voor veel mensen een belangrijke waarde. Nu is er in onze wereld ook weer niet zoveel van soli dariteit te merken. Daarom heeft Henk Vos een bijdrage willen leveren ter bezinning op dit probleem. Een moedige zaak. Volgens Henk Vos is solidariteit een ethisch begin sel. een richtsnoer voor ons hande len in verschillende situaties. Te vens moeten we solidariteit vooral in verband zien met offerbereid heid, naastenliefde en trouw. Met solidariteit beoogt de schrijver geen gelijkschakeling van alle mensen; hij heeft duidelijk oog voor allebei verschillen. Maar al zijn mensen ongelijk, dat betekent niet dat we bepaalde ongelijkheden niet moe ten bestrijden. Met het inhameren op solidariteit beoogt Vos de sa menwerking tussen mensen te be vorderen. hun politiek bewustzijn te stimuleren, relaties tussen men sen bevredigend te maken. Solidari teit betekent, dat mensen met el kaar een creatieve relatie aangaan. Solidariteit vereist dat we de over tuiging, het handelen en de positie van anderen ernstig nemen. Solidariteit slaat altijd op een men selijke relatie En een echte relatie is alleen mogelijk, wanneer de men sen een zekere zelfstandigheid be zitten, d w z hun eisen aan en voor waarden stellen voor de wijze waa rop zij aan hun relaUe vorm geven. Nu is de IdenUteit of „eigenheid" „Solidariteit betekent, dat mensen met elkaar een creatieve relatie aangaan (ADVERTENTIE) Brandend actueel PROF. DR. J. DOUMA Een belangrijke en bijbeUorincipièlc be drage in de discussie over de abortus. Dr Plomp schreef "één van de beste meest positieve boeken over dit onderwerp". „Dit boekje betekent een stimulans om het hoofd met in de schoot te leggen en tegen de huidige stroom in te blijven roeien". Ned Dagblad. Omvang 131 pag. IZ.M TON BOLLAND Prinsengracht 493, Amsterdam. Tel. 020-221921. van de mens afhankelijk van zijn relaties. Zijn identiteit heeft echter ook iets normatiefs: ze vooronder stelt de mens als een scheppend en zingevend wezen. Het komt nogal eens voor, dat menden in le vensbeschouwelijke of politieke vragen een afwijkend (of extreem) standpunt innemen om aan ande ren te demonstreren wie ze wel zijn. Volgens Vos hebben deze mensen vaak weinig identiteit en zoeken zij deze door het innemen van en igszins afwijkende meningen. Men sen. die een levensbeschouwelijke en poliUeke keuze doen, verharden zich vaak in hun mening. Dit draagt niet bij tot solidariteit. Mensen met verschillende overtuigingen ver vreemden gemakkelijk van elkaar. Ze zijn volgens de schrijver gauw geneigd mensen in hokjes in te de len. gelovigen en ongelovigen, orthodoxen en vrijzinnigen, be trouwbare en onbetrouwbaren. Ver volgens zegt Vos, dat hij in de strijd voor solidariteit zeer kritisch staat ten opzichte van het bondge nootschap van levensbeschouwing en politiek. Mensen die vanuit een duidelijke levensbeshouwing rede neren en handelen, verdenkt hij al gauw van discriminatie van ande ren. Vos wil een solidariteitsethiek. Hij wil een ethiek, die boven be staande ethieken uit gaat en die onontkoombaar medemenselijk is. Zelfkritiek Identiteit of „eigenheid" van de mens wordt in de omgang met an deren voorondersteld. Ze wordt echter ook op de proef gesteld, want de mens moet zichzelf kritisch kun nen bekijken. Vos noemt voorbeel den. Tijdens hoorzittingen moeten bestuurders en bestuurden eikaars wensen serieus nemen. Zij moeten hun standpunten publiek willen uitspreken of herzien en anderen niet verketteren. De solidariteitse thiek moet ook in een democratie gestalte krijgen, wanneer de min derheid niet gedwongen wordt de wil van de meerderheid te aanvaar den. De minderheid zou overtuigd moeten worden en als minderheid in haar recht erkend. Tot zover over de hoofdgedachten van de schrijver. Gerechtigheid Een opvallende uitspraak van Vos is, dat hij zegt met solidariteit meer te kunnen beginnen dan met ge rechtigheid. Solidariteit is sterker op de menselijkheid van ons be staan betrokken. Hij zegt op blz. 179: steeds kunnen we weer gerech- tigheidsargumenten bedenken om ons van het lot van anderen niets aan te trekken. Er is volgens hem maar één mogelijkheid daar bove nuit te komen en dat is: elkaar op solidariteit aanspreken. Hier rijst een moeilijk en enigszins pijnlijk probleem. Pijnlijk, omdat de bedoeling van Henk Vos is, iets te bieden dat ons echt verder kan helpen. Maar het moeilijke is, dat het zeer te betwijfelen valt of „soli dariteit" sterker is dan „gerechtig heid." Volgens de schrijver is het streven naar gerechtigheid in de wereld vaak stuk gelopen op de onwil van mensen. Mensen die zich snel verontschuldigen met: ik kon niet anders, anderen dragen de schuld, 't valt toch allemaal wel een beetje mee, 'k heb toch in over eenstemming met de wetten en re gels gehandeld, enz. Maar kan de solidariteit niet op dezelfde argu menten stuklopen? Misschien maakt het woord solidariteit op het eerste gezicht een wat sterkere in druk dan gerechtigheid. De uitwer king van de solidariteitsethiek van Henk Vos heeft iets indruk wekkends. Maar er bestaan niet minder indrukwekkende betogen over gerechtigheid en naastenlief de. Ik vraag me af, of we solidariteit en gerechtigheid zo scherp van el kaar kunnen scheiden als Henk Vos suggereert. Deze begrippen lopen steeds samen op. Zou het niet be langrijker zijn, te vragen naar de diepste drijfveer of overtuiging die de mens stimuleert zulke begrippen te gebruiken en er mee te werken. Het gebruik van het woord solidari teit is bij Henk Vos beredeneerd vanuit de mens, die in relatie leeft met medemensen. Uit de tussen menselijke omgang moet men de solidariteit maken en de gedragsre gels opstellen. Vos verwacht het al lemaal van de mensen. Zij vormen de enige maatstaf. Gerechtigheid gaat naar mijn indruk iets verder. Als bijbels begrip functioneert het in de christelijke levensbeschou wing. Het heeft een gebiedend ka rakter dat niet door de mens afge zwakt mag worden. Start Henk Vos gaat er in zijn boek van uit, dat de mensen elkaar moeten kunnen vinden. Zij moeten zich dan in eikaars standpunten en posities willen verplaatsen. Dit vermogen tot wederkerigheid bepaalt zelfs in de eerste plaats je mens-zijn. We moeten met elkaar een middenweg gaan bewandelen. De vooronder stelling van Henk Vos is namelijk dat we te maken hebben met men sen die vanuit zichzelf zin geven aan het leven en contacten met anderen. En uit het je verplaatsen in het standpunt van anderen ont staan de normen voor het leven en samenleven. De waarheid borrelt dan uit gesprekken en confronta ties met de medemensen op. Een christen wil echter naar zijn overtuiging aan zijn leven gestalte geven en uit zijn handelen moet dat blijken. Hij wil gerechtigheid en naastenliefde in praktijk brengen. Zijn overtuiging en zijn „eigenheid" worden niet in de eerste plaats be paald door de medemens die hij in allerlei relaties ontmoet. Niet in de relaties met medemensen liggen de kriteria voor zijn handelen, maar in het evangelie van de God die hem roept: Gij zult mijn getuigen zijn. Dr. H. E. S. Woldring, docent socia le filosofie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, bespreekt: „Solidari teit" door dr Henk Vos. Uitg. Ambo, Bilthoven; 197 pag., prijs 19,50. AMSTERDAM; Postbus 859, Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT: Postbus 948. Westblaak 9. Rotterdam Tel 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101. Parkstraat 22 Den Haag Tel 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN: Postbus 3. Melkmarkt 56. Zwolle Tel. 05200-17030 Als we doorgebrokenen en verontrusten niet meetellen, kunnen we er nog altijd van uitgaan dat, in 't algemeen ge sproken, hervormden CH, gereformeerden AR en roomsen KVP stem men. Welnu, tegen deze achtergrond is het merkwaardig, om niet te zeggen hoogst merkwaardig, dat op het moeizame pad naar de éne CDA-liJst de CHU en de KVP elkaar heel wat steviger bij de hand pak ken dan ARP en KVP, en dat terwijl hervormden van huis uit aanmerke lijk minder op roomsen gesteld zijn dan gerefor meerden. Dit laatste valt historisch heel goed te verklaren. De hervormden zagen de glorie van hun vaderlandse kerk verbleken bij de ferme op komst van zich emanciperen de rooms-katholieken. wier snel "opschietende neo gotische bouwsels hun oude kerken dreigden te overscha duwen. De gereformeerden daarentegen zeiden het hun grote leider Abraham Kuyper na, dat zij ondanks niet weg te vlakken verschillen met de roomsen —bondgenoten in de schoolstrijd— stoelden op éénzelfde wortel des geloofs. Veertig Jaar geleden (ik mag nu eenmaal graag aan jubilea doen) kwam dit verschil ln waardering van roomse me deburgers naar voren in de Amsterdamse gemeenteraad toen gesproken werd over de benoeming van een nieuwe hoogleraar in de Nederlandse letterkunde aan de (gemeen telijke) universiteit van Amsterdam. Ik vond hierover aardige bijzonderheden in het uitvoerig en goed gedocu menteerd opstel „Gerard Brom naar Amsterdam?", dat de neerlandicus G.J. Uitman in het Jaarboek 1974 van het Katholiek DocumentaUe Centrum publiceerde. De gemeenteraad, die de be noeming moest doen, verga derde op 22 januari 1936 over de door curatoren van de Amsterdamse universiteit op gemaakte voordracht. Num mer één daarop was de rooms-katholieke kunsthisto ricus Gerard Brom, nummer twee dr. N.A. Donkersloot (pseudoniem Anthonle Don ker). Die tweede was er eigen lijk alleen maar aan toege voegd als een hartelijk gebaar in de richting van de vroede vaderen, die je toch 't idee moest geven dat ze konden kiezen. De voorkeur ging zon der meer uit naar Brom en daarover had de universiteit de gemeenteraad ook niet in het ongewisse gelaten. Maar toen het de 23ste januari 1936 op stemmen aankwam, won Donkersloot het met 27 stem men van Brom, die er 15 op zich verenigde. En waar 't me nu om gaat: de AR was vóór Brom, de CH tegen. Met met onvermaarde CH- raadslld mr C. Frida Kat2 gaf te kennen dat men haar nooit van anti-paplsme had kunnen verdenken, maar dat haar ter ore was gekomen dat dr Brom fel anti-protestants was, wat o.a. zou blijken uit zijn werk Vondels Bekering. Hij deed hierin uitspraken, zo verhaal de mejuffrouw Katz, die zijn geloofsgenoot dr Moller tot wanhoop brachten en deze noopten Brom te vertellen dat niet alle protestanten slecht zijn. Uitman tekent hierbij aan dat juffrouw Katz zich hier baseerde op het arti kel over Vondels Geloof, dat Albert Verwey juist tijdens de kandidatuur-Brom had gepu bliceerd en waarin Brom afge schilderd werd als een „naïe ve. goedgelovige natuur" die van „sectarische partijdig heid" niet vrij te pleiten was. De AR-woordvoerder in de raad prof. dr R. H. Woltjer (niet H. J., zoals Uitman schrijft), hoogleraar in de klassieke letteren aan de Vrije Universiteit in Amster dam, bepleitte de benoeming van Brom. hij zag geen reden tegen de door de universiteit uitgesproken voorkeur in te gaan. En de AR- burgemeester dr W. de Vlugt viel hem daarin bij. Toen de benoeming bekend werd. gaven de rooms- katholieke dagbladen De Tijd en De Maasbode misnoegd te kennen dat anti-katholieke gevoelens hierin een rol had den meegespeeld. De (libera le) Avondpost illustreerde dit door te betogen dat wie eigen hogescholen sticht (Brom was destijds hoogleraar in Nijme gen), die met eigen mensen moet bemannen en niet moet verwachten dat zijn geestver wanten aan een andere uni versiteit worden benoemd. Overigens gaat mijn verhaal over het verschil tussen AR en CH niet helemóól op, want prof. dr F. C. Gerretson, CH. had er behoefte aan. Brom te zeggen „dat het oordeel van alle objectief denkenden zal zijn, dat nog eens de naar begaafdheid en volbracht werk rechthebbende is gepas seerd, omdat hij niet slechts rooms is, maar het, in zijn wetenschappelijke arbeid, ook heeft beleden." Tenslotte nog een lief staaltje van geringe hervormde gene genheid Jegens Rome. Daar voor gaan we een halve eeuw terug. Ik vond het in Her vormd Zwolle, waarin regel matig geciteerd wordt uit wat er vijftig jaar geleden ln de Zwolse hervormde kerkbode stond. Hier is (een deel van) een Ingezonden stuk dat „een zuster der gemeente in 1926 op papier zette: A.8. Vrijdag den 16 juni zal de vereeniging „Zwolle's Man nenzang' weer een concert ge ven in (zooals de Zw. Crt. zegt) ons prachtig kerkge bouw. Het doet mij telkens leed, hoeveel ik ook van mu ziek en zang houd, om ons bedehuis te zien ontsieren met dergelijke amusementen. Een Christelijk mannenkoor is hier wel op zijn plaats, maar niet een zangvereeni- ging als deze, met alle moge lijke elementen en met een R.K. dirigent als leider, die blijkbaar bij voorkeur R.K. nummers als een Requiem uit laat voeren. Waarom laat men in de Ned. Herv. Kerk dingen toe als bovenge noemd? Beste Jongen, luister naar het vermaan van je vader en gooi de lessen van je moeder niet weg. Het zou in een brief kunnen staan. Zoals er alle eeuwen brieven geschre ven zijn van vaders aan zonen en omgekeerd. Ik denk aan dat briefje dat men in Egypte onder de papyri gevonden heeft en waarin een vader zijn zoon, die pas naar de stad ge trokken is, een paar wijze raadgevin gen meegeeft. Zo zal het wel altijd geweest zijn. Vaders vermanen zo nen. En ze halen moeder erbij. Ver geet vooral ook niet wat zij tegen je gezegd heeft. We hebben een tijdje gehad waarin, op het spoor van een aantal moderne romans, om vaders vooral gelachen moest worden. Va ders betekenden niets. Ze beston den, maar ze stonden daarbij vaak in de weg. En misschien waren die va ders ook wel onbetekenend, wie zal het zeggen. Wel denk ik vaak dat juist die beschreven vaders minder onbetekenend waren dan vele ande ren. Maar hoe het ook zij, we raken daar weer een beetje van af. Je kan weer spreken van God de Vader, zonder omzichtig te hoeven omkij ken of hier of daar niet een zwaar gefrustreerd jongmens van plan Is z'n biezen maar meteen te pakken. Dit behoort blijkbaar tot de wijsheid van God, dat we luisteren naar va ders en moeders. Dat wil niet zeggen dat die het per definitie*weten, maar ze hebben wel iets door te geven. Geschiedenis Is daarom in de bijbel ook meer iets van wat doorgegeven wordt ln verhalen en spreuken van ouders op kinderen dan een serie feiten achter elkaar. (Spreuken 1) Een diagnose van deze tijd. Predi kantenconferentie op De Hezenberg te Hattem, van dinsdagmiddag 11 mei, vijf uur, tot donderdagmiddag. 13 mei, zes uur, m.m.v. ds. Lukito Handjojo, dr. C. Aalders en dr. R.G. Scholten. Opgave tel. 05206 1648. De inbreng van de geheelonthou der in de bestrijding van het alcoholis me. Gezamenlijke vergadering van de gereformeerde vereniging voor drankbestrijding en de nationale christen-geheelonthouders vereni ging, zaterdag 8 mei, half elf, baptis tencentrum, Bosweg, Apeldoorn. Spreker ds. P.N. Kruyswijk, oud- praeses geref.synode. Gereformeerde kerk Curasao. Oud- leden-reünle zaterdag 15 mei. Dienstencentrum te Leusden. Inl. tel. 071 154585. Ouderparticipatie. Zaterdag 8 mei van half elf tot half vijf in het Toe rustingscentrum te Leusden (tel. 033 43244. toestel 123). Bestemd voor onderwijzers en ouders. Over de wij ze waarop in het onderwijs geloofso verdracht plaatsvindt. Heb je er een boodschap aan?, za terdag 8 mei van half elf tot half vijf in het Toerustingscentrum van de gereformeerde kerken te Leusden (tel. 033—43244, toest. 123). Bestemd voor jongeren van 18 30 Jaar met Interesse voor evangelisatie. Napraten over Nairobi, maandag 10 tot vrijdag 14 mei in De Klencke te Oosterhesselen, m.m.v. dr. A. Hou tepen, dr. L.A. Hoedemaker, ds. J. Lugtigheid en dr. A.H: van den Heu vel. Inl. tel. 050—344457. Jezus, weg naar hoopvol samenle ven. Prof. L. Grollenberg spreekt over zijn gelijknamig boek op een bezinningsdag van Open Kerk-Zuid- Holland, zaterdag 8 mei, Adel- bertshof, Minervaweg, Delft. Inl. en opg. tel. 070—909627. „Dokter Malempin" door George Si- menon. Uitg. Bruna, Utrecht, paper back, 156 pag. Deze uit 1951 dateren de roman (zeer correct dat Bruna dit op het omslag meldt) laat weer zien hoe Slmenon uit een op zichzelf zeer simpel gegeven (een arts denkt aan het bed van zijn ernstig zieke zoontje terug aan z'n Jeugd) een bijzonder boeiend en sfeerrijk verhaal kan halen. (ADVERTENTIE) boekennieuws Ds W C van Osm DEMONEN Eruit In Jezus' naam 2e druk. 144 tMz.. 12.50 De auteur ziel het uitdreven van boze geesten als een biibeise opdracht en verten van zijn ervaringen mei deze biizondere gavo van de Geest. Os O. G. Molenaar OE DOOP MET DE HEILIGE GEEST 2e druk. 272 blzgeb 21.50 Do autour roepl op om meer aandacht te schenken aan do b'ibolgodeellen d>e handelen over hel werk van da Heilige Goest. Peiph Heynen OE KUNST OM ALS CHRISTEN TE LEVEN 4e druk. 176 Diz 11.95 n|k bn gezond leven is hel chnsteMi geloot ven grote betekenis. Ds J Overdu'n HET ONAANTASTBARE 3o druk. 234 ö'Z 24.50 Een np en moedgevend boek ove» de chnstei-ke hoop. Gladys Munt NU JAAGT DE DOOD GEEN ANGST MEER AAN Fz 8.50- Oe dood a's grote v ind van oe men*he«j rertteti aan 'een levend gdoot de God van de Vefknjgbear m da boekhandel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2