Rome en de algemene genade
Een boekje over solidariteit
li"™"!..,™",."?
fllSlllsill
Gerard Brom en Zwolle Mannenzang door A.J. Kiel
Vandaag
ABORTUS
Onze adressen:
Conferenties
Nieuwe boeken
D
ZATERDAG 1 MEI 1976
KERK-BINNENLAND
7 Al
TROUW/KWARTET 2
door dr. C. Rijnsdorp
Het lijkt erop of Rome na het tweede Vaticaans concilie de
algemene genade heeft ontdekt. Niet de term, maar de zaak. Ik
herinner mij hoe. alweer ruim twintig Jaar geleden, nu wijlen
prof. dr. J.H. Bavinck op een gesprekskring de verlichting van
Boeddha ter sprake bracht. De vraag was: In hoever had deze
verlichting met haar vérstrekkende gevolgen, namelijk niets
minder dan een wereldgodsdienst, iets te maken gehad met een
werking in algemene zin van He Heilige Geest?
Dit kon voor velen van ons toen een
academische kwestie zijn en weinig
meer dan dat. maar voor de zending
en de missie in een land als India
bijvoorbeeld is zo'n vraag niet al
leen actueel, maar zelfs urgent Men
weet hoe de Amerikaanse metho
dist-zendeling 8tanley Jones (geb.
1884) in zijn tijd geworsteld heeft
met het probleem het eigenlijke
van het evangelie uit te drukken in
Indische vormen, zonder verlies van
datgene waar het op aankomt, het
essentiële van het christelijk geloof.
Of hij hierin geslaagd is, blijft hier
buiten beschouwing.
Voor een soortgelijke vraag staat
ook de r.k.missionaris. De zaak ligt
voor hem iets ingewikkelder dan
voor de zendeling, omdat bij de
missionaris de liturgie rondom de
mis zo'n belangrijke rol speelt.
Westers
Vóór het tweede Vaticaans concilie
bleef de missie in hoofdzaak predi-
kLog van een westerse godsdienst in
een oosterse omgeving. Zo stond de
r.k. kerk in India vreemd ten aan
zien van India's culturele tradities:
ze had zich geïsoleerd en zich tege
nover de oude religies van het land
vaak vijandig opgesteld. Na het
concilie evenwel veranderde de toe
stand. Men mocht geloven niet al
leen dat individuele leden van an
dere godsdiensten gered kunnen
worden, maar dat die godsdiensten
zelf een plaats hebben in het heil
splan van God; dat de kerk niets
verwerpt van datgene wat in deze
godsdiensten waar en heilig is; dat
er slechts één gemeenschappelijke
bestemming is voor heel het
mensdom met alle naties. Het con
cilie zelf spoorde de gelovigen aan
„die geestelijke en morele goede
ren. alsook die sociaal-culturele
waarden die bij hen gevonden wor
den te erkennen, te bewaren en te
bevorderen."
Ik ben hier bezig te citeren uit het
r.k. internationale tijdschrift voor
theologie Concilium. 12e jaargang
no. 2, Nederlandstalige uitgave van
De Horstink. Amersfoort (giro
1607458, 117 blz.. ƒ12.90). Gezegd
wordt voorts: „Missiewerk is niet
bedoeld om godsdienstige tradities
uit te roeien. Al wat er aan waarheid
en genade reeds wordt gevonden bij
de volkeren als een verborgen te
genwoordigheid van God, bevrijdt
zij van de besmetting van het
kwaad en geeft zij terug aan Chris
tus. haar 8tichter. die de heerschap
pij van de duivel vernietigt en de
menigvuldige boosheid van de mis
daden in bedwang houdt (Ad gentes
no. 9)".
Nieuw perspectief
Deze uitspraken hebben voor de
missie een nieuw perspectief geo
pend. Als belangstellende leek kan
lk er niet anders in lezen dat dat
Rome de traditioneel gereformeer
de leer van de algemene genade
(Kuypers „gemene graUe") heeft
ontdekt; nogmaals: niet de term.
maar de zaak. De r.k. kerk biedt,
minstens in theorie, de gelegenheid
de consequenUes daarvan we
reldwijd toe te passen.
Rome en de bijzondere genade
Nu is er theologische scholing voor
nodig na te gaan hoe deze nieuwe
opvatting zich verhoudt tot de klas-
siek-roomse scheiding van natuur
en bovennatuur. In elk geval lijkt
mij het gevaar van vermenging van
godsdiensten, met een vreemd
woord: syncretisme, bij de roomse
missie groter dan bij de protes
tantse zending (ook al is d&ér een
nieuwe visie ontstaan over de ver
houding tussen oost en west, res
pectievelijk noord en zuid), en wel
door het sterk liturgisch karakter
van de roomse eredienst. Het gaat
er namelijk in dit nummer van Con
cilium om, in hoever in de liturgie
teksten uit de heilige boeken van
het hindoeïsme, het boeddhisme en
de islam, al naar gelang van de
omgeving, kunnen worden opgeno
men. Zo heeft men in India wel
prachtige gedichten van Rabindra-
nath Tagore (1861-1941, Nobelprijs
winnaar 1913) in de liturgie ge
bruikt. „Terwijl Jezus Christus zijn
unieke positie voor ons blijft behou
den, geloven wij toch in de werking
van de H.Geest in andere religieuze
ervaringen. Ons geloof in Christus
kan ons niet Isoleren van andere
godsdiensten" (bl. 21). Maar nodig
blijft „een benadering die diep ge
worteld is in de christelijke opvat
ting en die niets wil weten van
syncretisme" (22).
Vraag
De vraag is nu maar. hoe dit zich in
de praktijk realiseert. Er is van r.k.
zijde over deze zaak diepgaande
studie gemaakt, waarvan men de
resultaten in dit interessante num
mer kan terugvinden. Over het hin
doeïsme schrijven een geleerde uit
India en een uit Oostenrijk, over
het boeddhisme een Duitser en ie
mand op Ceylon (Sri Lanka), en
over de islam een Engelsman.
Jodendom
En dan is er ook nog het jodendom,
waarover een Engelsman, een Jood
en een Nederlander handelen. Hier
ligt de verhouding uiteraard heel
anders. Ik noem de nationaliteiten
en niet de voor onze lezers toch
onbekende namen, omdat juist het
internationale karakter van deze
periodiek mij zo bijzonder boeit.
Het nummer eindigt met een hoofd
stuk over het christendom, geschre
ven door een landgenoot en speci
aal historisch handelend over
schriftlezingen in de liturgie. Het
stuk spitst zich toe op de kwestie
van de lezing in de liturgie van
niet-christelijke heilige boeken.
„Nu de christenheid de heilige boe
ken van niet-christelijke godsdienst
ontdekt, bestaat de mogelijkheid,
dat christenen in dergelijke boeken
Christus vinden en dat niet-
christenen in Christus de vervulling
van hun boeken zien. Deze ontdek
king leidt tot een theologische ver
dieping van de begrippen openba
ring en inspiratie" (115). De auteur
oordeelt, dat er theoretisch geen
bezwaar is tegen lezing uit een der
gelijk heilig boek naast bijbellezing
in de liturgie. Wel mogen alleen zij
oordelen en beslissen die deze heili
ge boeken door en door kennen,
leven in hun religieuze cultuur en
niet vergeten dat zij christelijke
missionarissen zijn (115/116).
Men ziet: een delicate aangelegen
heid. Is hier sprake van annexatie
onder de schijn van aanpassing, of
wordt hier integendeel de pretentie
van het unieke van het christelijk
geloof in principe prijsgegeven?
Men kan dit zowel naar de ene als
naar de andere kant uitleggen.
Graag had ik in de aantekeningen
o.a. de naam Verkuyl genoemd ge
zien. En zou Kuypers De gemeene
gratie nog zijdelings iets voor de
samenstellers kunnen betekenen?
door dr. H. E. S. Woldring
Wie tegenwoordig te horen
krijgt, ,Je bent niet solidair",
zal dat meestal niet prettig
vinden. Solidariteit is voor
veel mensen een belangrijke
waarde. Nu is er in onze wereld
ook weer niet zoveel van soli
dariteit te merken. Daarom
heeft Henk Vos een bijdrage
willen leveren ter bezinning op
dit probleem.
Een moedige zaak. Volgens Henk
Vos is solidariteit een ethisch begin
sel. een richtsnoer voor ons hande
len in verschillende situaties. Te
vens moeten we solidariteit vooral
in verband zien met offerbereid
heid, naastenliefde en trouw. Met
solidariteit beoogt de schrijver geen
gelijkschakeling van alle mensen;
hij heeft duidelijk oog voor allebei
verschillen. Maar al zijn mensen
ongelijk, dat betekent niet dat we
bepaalde ongelijkheden niet moe
ten bestrijden. Met het inhameren
op solidariteit beoogt Vos de sa
menwerking tussen mensen te be
vorderen. hun politiek bewustzijn
te stimuleren, relaties tussen men
sen bevredigend te maken. Solidari
teit betekent, dat mensen met el
kaar een creatieve relatie aangaan.
Solidariteit vereist dat we de over
tuiging, het handelen en de positie
van anderen ernstig nemen.
Solidariteit slaat altijd op een men
selijke relatie En een echte relatie
is alleen mogelijk, wanneer de men
sen een zekere zelfstandigheid be
zitten, d w z hun eisen aan en voor
waarden stellen voor de wijze waa
rop zij aan hun relaUe vorm geven.
Nu is de IdenUteit of „eigenheid"
„Solidariteit betekent, dat mensen met elkaar een creatieve relatie aangaan
(ADVERTENTIE)
Brandend actueel
PROF. DR. J. DOUMA
Een belangrijke en bijbeUorincipièlc be
drage in de discussie over de abortus. Dr
Plomp schreef "één van de beste meest
positieve boeken over dit onderwerp".
„Dit boekje betekent een stimulans om
het hoofd met in de schoot te leggen en
tegen de huidige stroom in te blijven
roeien".
Ned Dagblad.
Omvang 131 pag. IZ.M
TON BOLLAND
Prinsengracht 493, Amsterdam.
Tel. 020-221921.
van de mens afhankelijk van zijn
relaties. Zijn identiteit heeft echter
ook iets normatiefs: ze vooronder
stelt de mens als een scheppend en
zingevend wezen. Het komt nogal
eens voor, dat menden in le
vensbeschouwelijke of politieke
vragen een afwijkend (of extreem)
standpunt innemen om aan ande
ren te demonstreren wie ze wel zijn.
Volgens Vos hebben deze mensen
vaak weinig identiteit en zoeken zij
deze door het innemen van en
igszins afwijkende meningen. Men
sen. die een levensbeschouwelijke
en poliUeke keuze doen, verharden
zich vaak in hun mening. Dit draagt
niet bij tot solidariteit. Mensen met
verschillende overtuigingen ver
vreemden gemakkelijk van elkaar.
Ze zijn volgens de schrijver gauw
geneigd mensen in hokjes in te de
len. gelovigen en ongelovigen,
orthodoxen en vrijzinnigen, be
trouwbare en onbetrouwbaren. Ver
volgens zegt Vos, dat hij in de strijd
voor solidariteit zeer kritisch staat
ten opzichte van het bondge
nootschap van levensbeschouwing
en politiek. Mensen die vanuit een
duidelijke levensbeshouwing rede
neren en handelen, verdenkt hij al
gauw van discriminatie van ande
ren. Vos wil een solidariteitsethiek.
Hij wil een ethiek, die boven be
staande ethieken uit gaat en die
onontkoombaar medemenselijk is.
Zelfkritiek
Identiteit of „eigenheid" van de
mens wordt in de omgang met an
deren voorondersteld. Ze wordt
echter ook op de proef gesteld, want
de mens moet zichzelf kritisch kun
nen bekijken. Vos noemt voorbeel
den. Tijdens hoorzittingen moeten
bestuurders en bestuurden eikaars
wensen serieus nemen. Zij moeten
hun standpunten publiek willen
uitspreken of herzien en anderen
niet verketteren. De solidariteitse
thiek moet ook in een democratie
gestalte krijgen, wanneer de min
derheid niet gedwongen wordt de
wil van de meerderheid te aanvaar
den. De minderheid zou overtuigd
moeten worden en als minderheid
in haar recht erkend. Tot zover over
de hoofdgedachten van de
schrijver.
Gerechtigheid
Een opvallende uitspraak van Vos
is, dat hij zegt met solidariteit meer
te kunnen beginnen dan met ge
rechtigheid. Solidariteit is sterker
op de menselijkheid van ons be
staan betrokken. Hij zegt op blz.
179: steeds kunnen we weer gerech-
tigheidsargumenten bedenken om
ons van het lot van anderen niets
aan te trekken. Er is volgens hem
maar één mogelijkheid daar bove
nuit te komen en dat is: elkaar op
solidariteit aanspreken.
Hier rijst een moeilijk en enigszins
pijnlijk probleem. Pijnlijk, omdat
de bedoeling van Henk Vos is, iets
te bieden dat ons echt verder kan
helpen. Maar het moeilijke is, dat
het zeer te betwijfelen valt of „soli
dariteit" sterker is dan „gerechtig
heid." Volgens de schrijver is het
streven naar gerechtigheid in de
wereld vaak stuk gelopen op de
onwil van mensen. Mensen die zich
snel verontschuldigen met: ik kon
niet anders, anderen dragen de
schuld, 't valt toch allemaal wel een
beetje mee, 'k heb toch in over
eenstemming met de wetten en re
gels gehandeld, enz. Maar kan de
solidariteit niet op dezelfde argu
menten stuklopen? Misschien
maakt het woord solidariteit op het
eerste gezicht een wat sterkere in
druk dan gerechtigheid. De uitwer
king van de solidariteitsethiek van
Henk Vos heeft iets indruk
wekkends. Maar er bestaan niet
minder indrukwekkende betogen
over gerechtigheid en naastenlief
de. Ik vraag me af, of we solidariteit
en gerechtigheid zo scherp van el
kaar kunnen scheiden als Henk Vos
suggereert. Deze begrippen lopen
steeds samen op. Zou het niet be
langrijker zijn, te vragen naar de
diepste drijfveer of overtuiging die
de mens stimuleert zulke begrippen
te gebruiken en er mee te werken.
Het gebruik van het woord solidari
teit is bij Henk Vos beredeneerd
vanuit de mens, die in relatie leeft
met medemensen. Uit de tussen
menselijke omgang moet men de
solidariteit maken en de gedragsre
gels opstellen. Vos verwacht het al
lemaal van de mensen. Zij vormen
de enige maatstaf. Gerechtigheid
gaat naar mijn indruk iets verder.
Als bijbels begrip functioneert het
in de christelijke levensbeschou
wing. Het heeft een gebiedend ka
rakter dat niet door de mens afge
zwakt mag worden.
Start
Henk Vos gaat er in zijn boek van
uit, dat de mensen elkaar moeten
kunnen vinden. Zij moeten zich dan
in eikaars standpunten en posities
willen verplaatsen. Dit vermogen
tot wederkerigheid bepaalt zelfs in
de eerste plaats je mens-zijn. We
moeten met elkaar een middenweg
gaan bewandelen. De vooronder
stelling van Henk Vos is namelijk
dat we te maken hebben met men
sen die vanuit zichzelf zin geven
aan het leven en contacten met
anderen. En uit het je verplaatsen
in het standpunt van anderen ont
staan de normen voor het leven en
samenleven. De waarheid borrelt
dan uit gesprekken en confronta
ties met de medemensen op.
Een christen wil echter naar zijn
overtuiging aan zijn leven gestalte
geven en uit zijn handelen moet dat
blijken. Hij wil gerechtigheid en
naastenliefde in praktijk brengen.
Zijn overtuiging en zijn „eigenheid"
worden niet in de eerste plaats be
paald door de medemens die hij in
allerlei relaties ontmoet. Niet in de
relaties met medemensen liggen de
kriteria voor zijn handelen, maar in
het evangelie van de God die hem
roept: Gij zult mijn getuigen zijn.
Dr. H. E. S. Woldring, docent socia
le filosofie aan de Vrije Universiteit
te Amsterdam, bespreekt: „Solidari
teit" door dr Henk Vos. Uitg. Ambo,
Bilthoven; 197 pag., prijs 19,50.
AMSTERDAM;
Postbus 859,
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Postbus 948.
Westblaak 9. Rotterdam
Tel 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101.
Parkstraat 22 Den Haag
Tel 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN:
Postbus 3.
Melkmarkt 56. Zwolle
Tel. 05200-17030
Als we doorgebrokenen
en verontrusten niet
meetellen, kunnen we er
nog altijd van uitgaan
dat, in 't algemeen ge
sproken, hervormden
CH, gereformeerden AR
en roomsen KVP stem
men. Welnu, tegen deze
achtergrond is het
merkwaardig, om niet te
zeggen hoogst
merkwaardig, dat op het
moeizame pad naar de
éne CDA-liJst de CHU en
de KVP elkaar heel wat
steviger bij de hand pak
ken dan ARP en KVP, en
dat terwijl hervormden
van huis uit aanmerke
lijk minder op roomsen
gesteld zijn dan gerefor
meerden.
Dit laatste valt historisch
heel goed te verklaren. De
hervormden zagen de glorie
van hun vaderlandse kerk
verbleken bij de ferme op
komst van zich emanciperen
de rooms-katholieken. wier
snel "opschietende neo
gotische bouwsels hun oude
kerken dreigden te overscha
duwen. De gereformeerden
daarentegen zeiden het hun
grote leider Abraham Kuyper
na, dat zij ondanks niet weg
te vlakken verschillen met de
roomsen —bondgenoten in de
schoolstrijd— stoelden op
éénzelfde wortel des geloofs.
Veertig Jaar geleden (ik mag
nu eenmaal graag aan jubilea
doen) kwam dit verschil ln
waardering van roomse me
deburgers naar voren in de
Amsterdamse gemeenteraad
toen gesproken werd over de
benoeming van een nieuwe
hoogleraar in de Nederlandse
letterkunde aan de (gemeen
telijke) universiteit van
Amsterdam. Ik vond hierover
aardige bijzonderheden in het
uitvoerig en goed gedocu
menteerd opstel „Gerard
Brom naar Amsterdam?", dat
de neerlandicus G.J. Uitman
in het Jaarboek 1974 van het
Katholiek DocumentaUe
Centrum publiceerde.
De gemeenteraad, die de be
noeming moest doen, verga
derde op 22 januari 1936 over
de door curatoren van de
Amsterdamse universiteit op
gemaakte voordracht. Num
mer één daarop was de
rooms-katholieke kunsthisto
ricus Gerard Brom, nummer
twee dr. N.A. Donkersloot
(pseudoniem Anthonle Don
ker). Die tweede was er eigen
lijk alleen maar aan toege
voegd als een hartelijk gebaar
in de richting van de vroede
vaderen, die je toch 't idee
moest geven dat ze konden
kiezen. De voorkeur ging zon
der meer uit naar Brom en
daarover had de universiteit
de gemeenteraad ook niet in
het ongewisse gelaten. Maar
toen het de 23ste januari 1936
op stemmen aankwam, won
Donkersloot het met 27 stem
men van Brom, die er 15 op
zich verenigde. En waar 't me
nu om gaat: de AR was vóór
Brom, de CH tegen.
Met met onvermaarde CH-
raadslld mr C. Frida Kat2 gaf
te kennen dat men haar nooit
van anti-paplsme had kunnen
verdenken, maar dat haar ter
ore was gekomen dat dr Brom
fel anti-protestants was, wat
o.a. zou blijken uit zijn werk
Vondels Bekering. Hij deed
hierin uitspraken, zo verhaal
de mejuffrouw Katz, die zijn
geloofsgenoot dr Moller tot
wanhoop brachten en deze
noopten Brom te vertellen
dat niet alle protestanten
slecht zijn. Uitman tekent
hierbij aan dat juffrouw Katz
zich hier baseerde op het arti
kel over Vondels Geloof, dat
Albert Verwey juist tijdens de
kandidatuur-Brom had gepu
bliceerd en waarin Brom afge
schilderd werd als een „naïe
ve. goedgelovige natuur" die
van „sectarische partijdig
heid" niet vrij te pleiten was.
De AR-woordvoerder in de
raad prof. dr R. H. Woltjer
(niet H. J., zoals Uitman
schrijft), hoogleraar in de
klassieke letteren aan de
Vrije Universiteit in Amster
dam, bepleitte de benoeming
van Brom. hij zag geen reden
tegen de door de universiteit
uitgesproken voorkeur in te
gaan. En de AR-
burgemeester dr W. de Vlugt
viel hem daarin bij.
Toen de benoeming bekend
werd. gaven de rooms-
katholieke dagbladen De Tijd
en De Maasbode misnoegd te
kennen dat anti-katholieke
gevoelens hierin een rol had
den meegespeeld. De (libera
le) Avondpost illustreerde dit
door te betogen dat wie eigen
hogescholen sticht (Brom was
destijds hoogleraar in Nijme
gen), die met eigen mensen
moet bemannen en niet moet
verwachten dat zijn geestver
wanten aan een andere uni
versiteit worden benoemd.
Overigens gaat mijn verhaal
over het verschil tussen AR
en CH niet helemóól op, want
prof. dr F. C. Gerretson, CH.
had er behoefte aan. Brom te
zeggen „dat het oordeel van
alle objectief denkenden zal
zijn, dat nog eens de naar
begaafdheid en volbracht
werk rechthebbende is gepas
seerd, omdat hij niet slechts
rooms is, maar het, in zijn
wetenschappelijke arbeid,
ook heeft beleden."
Tenslotte nog een lief staaltje
van geringe hervormde gene
genheid Jegens Rome. Daar
voor gaan we een halve eeuw
terug. Ik vond het in Her
vormd Zwolle, waarin regel
matig geciteerd wordt uit wat
er vijftig jaar geleden ln de
Zwolse hervormde kerkbode
stond. Hier is (een deel van)
een Ingezonden stuk dat „een
zuster der gemeente in 1926
op papier zette:
A.8. Vrijdag den 16 juni zal de
vereeniging „Zwolle's Man
nenzang' weer een concert ge
ven in (zooals de Zw. Crt.
zegt) ons prachtig kerkge
bouw. Het doet mij telkens
leed, hoeveel ik ook van mu
ziek en zang houd, om ons
bedehuis te zien ontsieren
met dergelijke amusementen.
Een Christelijk mannenkoor
is hier wel op zijn plaats,
maar niet een zangvereeni-
ging als deze, met alle moge
lijke elementen en met een
R.K. dirigent als leider, die
blijkbaar bij voorkeur R.K.
nummers als een Requiem uit
laat voeren. Waarom laat
men in de Ned. Herv. Kerk
dingen toe als bovenge
noemd?
Beste Jongen, luister
naar het vermaan van je vader
en gooi de lessen van je moeder
niet weg.
Het zou in een brief kunnen staan.
Zoals er alle eeuwen brieven geschre
ven zijn van vaders aan zonen en
omgekeerd. Ik denk aan dat briefje
dat men in Egypte onder de papyri
gevonden heeft en waarin een vader
zijn zoon, die pas naar de stad ge
trokken is, een paar wijze raadgevin
gen meegeeft. Zo zal het wel altijd
geweest zijn. Vaders vermanen zo
nen. En ze halen moeder erbij. Ver
geet vooral ook niet wat zij tegen je
gezegd heeft. We hebben een tijdje
gehad waarin, op het spoor van een
aantal moderne romans, om vaders
vooral gelachen moest worden. Va
ders betekenden niets. Ze beston
den, maar ze stonden daarbij vaak in
de weg. En misschien waren die va
ders ook wel onbetekenend, wie zal
het zeggen. Wel denk ik vaak dat
juist die beschreven vaders minder
onbetekenend waren dan vele ande
ren. Maar hoe het ook zij, we raken
daar weer een beetje van af. Je kan
weer spreken van God de Vader,
zonder omzichtig te hoeven omkij
ken of hier of daar niet een zwaar
gefrustreerd jongmens van plan Is
z'n biezen maar meteen te pakken.
Dit behoort blijkbaar tot de wijsheid
van God, dat we luisteren naar va
ders en moeders. Dat wil niet zeggen
dat die het per definitie*weten, maar
ze hebben wel iets door te geven.
Geschiedenis Is daarom in de bijbel
ook meer iets van wat doorgegeven
wordt ln verhalen en spreuken van
ouders op kinderen dan een serie
feiten achter elkaar.
(Spreuken 1)
Een diagnose van deze tijd. Predi
kantenconferentie op De Hezenberg
te Hattem, van dinsdagmiddag 11
mei, vijf uur, tot donderdagmiddag.
13 mei, zes uur, m.m.v. ds. Lukito
Handjojo, dr. C. Aalders en dr. R.G.
Scholten. Opgave tel. 05206 1648.
De inbreng van de geheelonthou
der in de bestrijding van het alcoholis
me. Gezamenlijke vergadering van
de gereformeerde vereniging voor
drankbestrijding en de nationale
christen-geheelonthouders vereni
ging, zaterdag 8 mei, half elf, baptis
tencentrum, Bosweg, Apeldoorn.
Spreker ds. P.N. Kruyswijk, oud-
praeses geref.synode.
Gereformeerde kerk Curasao. Oud-
leden-reünle zaterdag 15 mei.
Dienstencentrum te Leusden. Inl.
tel. 071 154585.
Ouderparticipatie. Zaterdag 8 mei
van half elf tot half vijf in het Toe
rustingscentrum te Leusden (tel. 033
43244. toestel 123). Bestemd voor
onderwijzers en ouders. Over de wij
ze waarop in het onderwijs geloofso
verdracht plaatsvindt.
Heb je er een boodschap aan?, za
terdag 8 mei van half elf tot half vijf
in het Toerustingscentrum van de
gereformeerde kerken te Leusden
(tel. 033—43244, toest. 123). Bestemd
voor jongeren van 18 30 Jaar met
Interesse voor evangelisatie.
Napraten over Nairobi, maandag
10 tot vrijdag 14 mei in De Klencke
te Oosterhesselen, m.m.v. dr. A. Hou
tepen, dr. L.A. Hoedemaker, ds. J.
Lugtigheid en dr. A.H: van den Heu
vel. Inl. tel. 050—344457.
Jezus, weg naar hoopvol samenle
ven. Prof. L. Grollenberg spreekt
over zijn gelijknamig boek op een
bezinningsdag van Open Kerk-Zuid-
Holland, zaterdag 8 mei, Adel-
bertshof, Minervaweg, Delft. Inl. en
opg. tel. 070—909627.
„Dokter Malempin" door George Si-
menon. Uitg. Bruna, Utrecht, paper
back, 156 pag. Deze uit 1951 dateren
de roman (zeer correct dat Bruna dit
op het omslag meldt) laat weer zien
hoe Slmenon uit een op zichzelf zeer
simpel gegeven (een arts denkt aan
het bed van zijn ernstig zieke zoontje
terug aan z'n Jeugd) een bijzonder
boeiend en sfeerrijk verhaal kan
halen.
(ADVERTENTIE)
boekennieuws
Ds W C van Osm
DEMONEN Eruit In Jezus' naam
2e druk. 144 tMz.. 12.50
De auteur ziel het uitdreven van boze geesten als een
biibeise opdracht en verten van zijn ervaringen mei deze
biizondere gavo van de Geest.
Os O. G. Molenaar
OE DOOP MET DE HEILIGE GEEST
2e druk. 272 blzgeb 21.50
Do autour roepl op om meer aandacht te schenken aan
do b'ibolgodeellen d>e handelen over hel werk van da
Heilige Goest.
Peiph Heynen
OE KUNST OM ALS CHRISTEN TE LEVEN
4e druk. 176 Diz 11.95
n|k bn gezond leven is hel chnsteMi geloot
ven grote betekenis.
Ds J Overdu'n
HET ONAANTASTBARE
3o druk. 234 ö'Z 24.50
Een np en moedgevend boek
ove» de chnstei-ke hoop.
Gladys Munt
NU JAAGT DE DOOD GEEN ANGST MEER AAN
Fz 8.50-
Oe dood a's grote v ind van oe men*he«j rertteti aan
'een levend gdoot de God van de
Vefknjgbear m da boekhandel