Een huwelijk
blijft een
waagstuk
SS Q333
Tante Truus'Wijsmuller tachtig jaar
Over drinkwater,
hart en kiezen
HiETHBCMPJHHMtt
„Als je graag kinderen wilt, dan vind
ik dat je moet trouwen"
^jeshonderd joodse kinderen gered uit handen van Eichmann
ERDAG 17 APRIL 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 11
Een serie over verschillende vormen
van (samen)leven door Cisca Dressel-
huvs en Kees de Leeuw
te en Gerard zijn een gereformeerd
htpaar. Ze zijn zes jaar getrouwd en
bben twee kinderen: van twee en één
ir. Gerard is 35 jaar en leraar wiskun-
aan een MAVO. Joke is 36 jaar,
-verpleegster maar nu huisvrouw en
Deder. Toen ze in 1970 trouwden was
t voor hen een heel vanzelfsprèkende
ak: ze hebben geen ogenblik overwo-
n om ongetrouwd te gaan samenwo-
n. Het huwelijk was voor hen de
ige mogelijkheid om samen te zijn en
aderen te krijgen.
ke: „Als je graag kinderen wilt en dat
den wij allebei dan vind ik echt dat je
>et trouwen. Voor kinderen lijkt het me
ders erg moeilijk; ze moeten weten dat hun
ders bij elkaar horen, ze zijn erg gevoelig
or sfeer en vergelijken wat ze thuis hebben
ijd met de gezinnen van hun vriendjes. Nee,
ben niet zo voor ongetrouwd samenwonen.
Igens mij is zoiets niet te vergelijken met
huwelijk, je bent veel vrijer dan in een
elijk, je kunt gemakkelijker uit elkaar. Ik
Bd het eigenlijk te vrijblijvend. Ik denk, dat
me in een huwelijk veel zekerder voel, dan ik
t zou voelen wanneer wij niet getrouwd
^Iren. Door te trouwen neem je een stuk
ijjfantwoordelijkheid ook voor elkaar op
dat je niet gauw zult laten vallen."
rard: „Ik heb ook nooit over iets anders dan
huwelijk gedacht. Ik heb altijd graag wil-
trouwen, ik ben er echt intensief mee bezig
J^fcreest, vooral toen ik al wat ouder werd en
ongetrouwd was; ik was gewoon bang dat
alleen zou blijven. Laten we elkaar niks
jsmaken, het zijn heus niet alleen de vrou-
•n, die bang zijn om over te schieten. Dat
voel heb ik bij mannen en bij mezelf dus
c net zo goed aangetroffen. Ach, ik denk
bij de beslissing om te trouwen van allerlei
itieven meespelen: je wilt samenzijn, je wilt
deren en in jouw milieu en jouw opvoeding
ort daar onlosmakelijk een huwelijk bij.
or mij speelt mijn geloofsovertuiging in
:e zaak ook wel een rol; niet dat in de bijbel
huwelijk, zoals wij dat kennen wordt ge-
smd want dat is gewoon een menselijke
telling maar inhoudelijk wordt er toch
gesproken over trouw en een vaste verbin-
ils tussen één man en één vrouw. Maar laten
eerlijk zijn: wij zouden ook al voor het
relijk gekozen hebben voor onze familie,
wal mijn vrouw. Want reken maar dat haar
kr en moeder het vreselijk gevonden zou-
hebben als wij zomaar waren gaan samen-
.en."
An van de tien
Jke: „Daar heeft Gerard wel gelijk in, ik trek
pe nog steeds veel te veel aan van het oordeel
in mijn familie; wat die goedvinden of afkeu-
h is voor mij nog (te) belangrijk. Ik probeer
ïie daar wel steeds meer los van te maken,
Ofcar dat gaat niet zo één-twee-drie."
\|ke komt uit een boerengezin, ze is één van
>n kinderen. Er was thuis altijd genoeg geld.
^er haar ouders vertelt ze: „Mijn moeder was
1 te volgzaam. Zo zou ik niet willen zijn.
in vader besliste altijd alles zonder haar
maar ergens in te kennen, hij is erg
•ritair. Zo n wisselwerking zie je altijd: als
een te dominerend is, wordt de ander vaak
ïlfsprekend een volgzaam figuurtje. Mijn
moeder is veel te weinig een echte partner."
Gerard komt uit een ander milieu. „Ik kom uit
een arbeidersgezin, waar de zaken eigenlijk
net andersom lagen. Bij ons was het mijn
moeder, die altijd alles regelde, die ervoor
gezorgd heeft dat mijn vier broers en ik een
goede opleiding kregen. Eigenlijk was en is
mijn moeder wel een dominerende figuur
bij ons thuis, maar ja. mijn vader is ook zo n
besluiteloze man. die vindt al gauw iets boven
z'n kracht liggen. Hij vond ook altijd dat mijn
moeder veel te hoog greep met onze scholen
en opleidingen. Hij was meer een man van: als
je voor een dubbeltje geboren bent., word je
toch nooit een kwartje. Mijn moi der is in
intellectueel opzicht veel begaafde? dan mijn
vader. Dus bij ons was het moeder, die het
voor het zeggen had.
Maar ik geloof niet, dat ze daar zelf zo geluk
kig mee was; volgens mij heeft ze altijd om
tegenspel van m'n vader gevraagd, maar dat
kwam gewoon nooit. Als ik dan van Joke over
haar moeder hoor, die zo serviel is en precies
doet, wat haar man voorschrijft, denk ik: ik
zou niet met zo'n vrouw getrouwd kunnen zijn,
ik heb tegenspel nodig, ik wil dat een vrouw
meebeslist en mee-oordeelt. Dat je samen al
pratende tot een mening komt en dat je,
wanneer je het niet met elkaar eens bent, tot
een compromis besluit, dat voor beide partij
en aanvaardbaar is. Dat vind ik een huwelijk,
niet dat de één klakkeloos doet, wat de ander
zegt."
Geen hemel op aarde
/Op onze vraag hoe zij het huwelijk zagen toen
ze trouwden en hoe ze er nu tegenaan kijken,
antwoordt Joke: „Ik zou mezelf wel als een
romantisch type willen omschrijven; graag ro
mannetjes lezen, altijd naar de televisie kijken
als er een vorstelijke trouwerij is (en dan met
een brok in de keel zitten) en gauw ontroerd
zijn door een film of een boek. Toch ben ik.
geloof ik, ten opzichte van het huwelijk wel
redelijk nuchter geweest en gebleven. Ik ver
wachtte er wel veel van, maar ik ben toch altijd
blijven denken, dat er in eën huwelijk van alles
Er zijn in Nederland ongeveer 3,3 miljoen echtparen. Dat betekent dat
de meeste volwassen Nederlanders voor het huwelijk kiezen. Daar
naast is er een grote groep (ongeveer 2.4 miljoen), die geen vaste
partner (meer) heeft: ongetrouwden, weduwen, weduwnaars en ge
scheiden mensen.
Naast het huwelijk bestaan er nog andere vormen van samenleven,
zoals die van mannen en vrouwen die wel samenwonen, maar die
principieel niet willen trouwen, van zusters en broers die samen in één
huis wonen, van homofiele paren, van bejaarden die in verzorgings-
en verpleeghuizen (140.000) en van de mensen, die in grotere
leefgemeenschappen wonen (bijv. communes).
In de serie „Ik leef. jij leeft, wij leven" spraken wij met verschillende
mensen over hun manier van (samen)leven.
argumenten zo draai dat het aannemelijk
wordt, een soort manipulatie dus. Ik kan later
wel toegeven, dat ik zoiets gedaan heb, soms
wel moeilijk, maar het komt er toch wel uit.
Daarom wil ik ook persé geen onderdanige
vrouw, want dan krijgt die autoritaire kant
van mijn karakter veel te weinig tegenspel".
Joke: „In het begin van ons huwelijk beet ik
veel te weinig van me af. Ik zei maar niet te
veel. als ik het niet met Gerard eens was.
omdat ik erg onzeker over mezelf was en al
gauw geneigd was te denken, dat ik wel onge
lijk zou hebben. Dat is nu wel veranderd."
Laatste redmiddel
Echtscheiding zien Joke en Gerard beiden als
een heel ernstige aangelegenheid, een moge
lijkheid die er zeker moet zijn, maar die wel
pas als laatste redmiddel gebruikt mag
worden.
Gerard: „Als mensen elkaar het leven tot een
hel maken, moeten ze kunnen scheiden, na
tuurlijk. Maar ik vind het niet goed als mensen
maar erg makkelijk uit elkaar gaan, zo van „ik
heb weer eens zin in iemand anders, dus ik ga
maar". Als je elkaar trouw hebt beloofd aan
het begin van je huwelijk, moet er wel heel wat
gebeuren, wil je die belofte ongedaan maken,
vind ik. Je hebt nu eenmaal een grote ver
antwoording op je genomen door te trouwen,
die kun je niet zomaar weer van je af zetten. Ik
zie wel, dat huwelijken stuk kunnen lopen,
bijvoorbeeld wanneer de man zich erg ontwik
keld heeft en de vrouw alleen maar in haar
huishoudelijke beslommeringen is blijven ste
ken, wanneer de man dus verzuimd heeft z'n
vrouw mee te trekken in zijn groet Ik geloof
ook niet dat Je altijd kunt voorkomen, dat je
verliefd op iemand anders wordt. Ik zou me
best kunnen voorstellen, dat mij dat ook zou
kunnen overkomen. Maar dat betekent niet
dat je dan ook maar onmiddellijk zou moeten
scheiden. Ik zou altijd bekijken of de zaak niet
terug te draaien zou zijn, vooral als het huwe
lijk tevoren goed was. Er kunnen natuurlijk
perioden in een huwelijk zijn. dat er irritatie
bestaat tussen man en vrouw; als je in zo'n
situatie een ander tegenkomt, kan ik me voor
stellen dat je extra ontvankelijk bent."
Joke: „Ik kan me nu niet voorstellen, dat ik gek
zou worden op een andere man. Ik zal er in
ieder geval hard aan werken dat ons huwelijk
goed blijft".
Samenwonen
Hoewel Joke en Gerard zelf niet ongetrouwd
hadden willen samenwonen, zullen ze er niet
vreselijk van ondersteboven zijn als een van
hun kinderen dat later wel zou willen.
Joke: „Ik zou erover praten en zeggen, dat ik er
zelf geen voorstander van ben, maar wanneer
ze mij zouden kunnen overtuigen van de eer
lijkheid van hun motieven, waarom ze liever
niet dan wel willen trouwen, zal ik me erbij
neerleggen, zonder al te veel moeite".
Gerard: „Ik vind ongetrouwd samenwonen ei
genlijk net zo iets als geloven buiten de kerk:
iets wat wel degelijk bestaat en dat ook heel
eerlijk gemeend kan zijn. Ik geloof, dat je best
alleen maar een huwelijk-in-de-geest kunt slui
ten zonder dat wettelijk te laten bezegelen.
Dat bezittersgedoe, wat je vaak ziet in een
huwelijk, dat is de bedoeling niet. dus die
mensen hebben gelijk als ze daar tegen willen
protesteren."
kan gebeuren en dat het geen hemel op aard i
Een huwelijk blijft toch immers een
waagstuk? Wat mijn verwachtingen van het
huwelijk waren? Ik zag het wel als iets heer
lijks, dat je niet meer alleen zou zijn, dat je
altijd iemand had om mee te praten, dat er
steeds iemand zou zijn die om je geeft. Verder
heb ik me voorgehouden dat het een kwestie
van geven en nemen is. van overleggen, van
veel rekening met elkaar houden. En tenslotte
zag ik het huwelijk als een mogelijkheid om
kinderen te krijgen en die wüde ik enorm
graag hebben."
Niet alleen meer
Gerard: „Ik trouwde graag, anders had ik het
niet gedaan. Ik ben jarenlang alleen geweest,
altijd in m'n eentje op kamers. Wat voor mij
belangrijke dingen aan een huwelijk zijn? Nou
natuurlijk, dat je niet langer alleen bent. Ik
voelde me als vrijgezel altijd erg on-af. Ik miste
iemand tegenover me. Ik wilde een gezinnetje
stichten. Ik denk, dat ik nooit vrijgezel had
kunnen blijven. Dan had ik me echt gefrus
treerd gevoeld. Terwijl anderen mijn leven in
mijn vrijgezellenjaren echt boeiend vonden.
Aan de buitenkant was bij mij ook niet te
merken, dat ik zo dolgraag een vrouw wilde
hebben.
Nu ik getrouwd ben, zie ik de mooie kanten
van het vrijgezellen-bestaan wel, maar ik zou
toch nooit of te nimmer meer willen ruilen. Ik
denk achteraf wel. dat ik meer had kunnen
genieten van m'n vrijgezellentijd, ik had die
jaren veel prettiger en ontspannener moeten
zijn, maar ja. dat is nu achteraf gepraat. In het
begin vond ik het huwelijk trouwens moeilijk.
Ik heb heel erg moeten wennen aan het samen
leven, ik was tenslotte tot mijn 29-ste alleen
geweest. Ik ben van nature nogal autoritair en
dan altijd alles samen moeten bespreken.
dat gaf in het begin wel eens moeilijkheden.
Ik wil m'n eigen wil trouwens nog wel eens
ongemerkt doordrukken, in de klas bijvoor
beeld. Dat gebeurt soms zonder dat ik het zelf
merk. Het gebeurt ook wel eens, dat ik een
bepaalde zaak wil bereiken en daarom alle
oor Jan Roelfs
fcïSTERDAM Op
j april hoopt zij
ichtig jaar te wor-
In: mevrouw G.
Ijsmuller-Meyer,
fante Truus". Een
sprek met haar
tn eerst plaatsvin-
in na haar dagtaak.
Ie haar kent, wie
let hoe zij sinds
83 op het terrein
tn de sociale
jlpverlening bezig
verwondert dit
it.
Wie jaren dertig is deze
luw, aan wie later vele
perscheidingen ten
el zouden vallen, be-
Unen met haar werk
fr joodse vluchtelin-
voornamelijk kinde-
Zorg voor belaagde
deren in het algemeen
voor de zwakken in de
atschappij heeft een
ot deel van haar leven
erst en dat doet het
■htig jaar. met een vi-
Iteit en een dynamiek,
verbluffend is. Zij
er nog niet op haar
in Buitenveldert,
ik daar op de afge-
'ken tijd door haar
en medebewoonster
binnengelaten,
itelijk hijgend kwam
innen, haar taxi had
een verkeersknoop
Ie ten.
ee. autorijden heb ik
it geleerd Wijlen
man heeft destijds
fcrekend. dat taxis
dkoper waren. Ik ben
echien niet de oudste
wel in jaren de
ste taxigebruikster.
^Jongens kennen me.
krijg hun vakblad
Tante Truus, merkbaar
op dieet geweest, laat
zich een whiskey in
schenken. Daar knapt
een mens van op. Het
was een drukke dag, de
inventaris van „haar"
Beatrix-oord. het mini-
ziekenhuis, dat één van
haar „projecten" was en
nu verdwijnt, moet wor
den verkocht. Als be
stuurslid van de Amster
damse Parkherstellings
oorden moest zij bespre
kingen voeren, het
Amsterdams ge
nootschap voor werk en
omscholing van minder
validen vroeg haar aan
dacht. Kortom: een hele
waslijst.
Zij was en is een domine
rende vrouw. Men vindt
en vond haar wel eens
hinderlijk, want zij is al
tijd een „doordramster"
geweest. Of het nu ging
om haar raadslidmaat
schap voor de VVD in de
hoofdstad, om haar be
moeienis met ,,'s Lands
weldadigheid" in Surina
me, om haar relaties met
Het Dorp in Arnhem,
waarvan zij van de eerste
dag af bestuurslid was of.
om haar werkzaam aan
deel aan de tbc-
bestrijding, zij was im
mer strijdbaar en is dat
nog.
Als vrouw
Je als vrouw laten gel
den: het onderwerp komt
terloops aan de orde en
zij en haar flatgenote (die
al meer dan veertig jaar
bij haar in huis is.
juffrouw Ciet) doen om
beurten uitspraken,
waardoor een vrolijke
sfeer ontstaat. „Een ver
standige vrouw laat de
man in de waan, dat hij
de baas is. Een man mag
alles eten. maar moet
niet alles wéten." Dan
nippen ze schaterla
chend, samen ongeveer
150 jaar oud, aan hun
glas.
Als ik vraag aan tante
Truus om over haar
schouder ver terug te kij
ken, dan is er telkens
sprake van dramatische
gebeurtenissen en van
moed. In de tijden dat
vervolging en verdruk
king in een groot deel
van West-Europa
heersten, heeft zij jaren
lang als een eenling ge
holpen. Ze kende Duits
land van voor de oorlog,
ze hielp mensen en kin
deren te emigreren, naar
Nederland, Engeland of
verder. Ze wist de weg. de
Duitse grenspost Emme
rich kende „Frau Wijs
muller". Zelf heeft ze wei
nig documentatie, de
honderd en één gebeurte
nissen en avonturen, tot
in de Pyreneeën toe, zit
ten in haar hoofd. In het
boek, dat in de jaren zes
tig over haar leven is ge
schreven „Geen tijd voor
tranen" staat veel ver
meld. Maar als ze het zelf
vertelt, al is het wat frag
mentarisch, komt het
toch indringend over.
Voor het grote publiek
blijft de „zaak
Eichmann" eruit sprin
gen: de fervente joden-
vervolger Eichmann, die
in Jeruzalem is te
rechtgesteld. Zelf vindt
ze dat al die vele honder
den individuele joden en
joodse kinderen die ze
heeft weggehaald toen
het nog kón. niet minder
belangrijk zijn. Die jood
se baby uit Keulen, die ze
aan boord van de ..Simon
Bolivar" bracht, die blin
de jood uit Berlijn, die
groepen van uitgeteerde
Amsterdamse kinderen,
die ze. met veel hulp van
anderen, in de honger
winter naar Friesland
heeft kunnen vervoeren.
En dat laatste is een ver
haal apart.
Weense
avonturen
Na ruim veertig jaar
draait ze nog helder haar
„Eichmann-film" af. „Hij
zat in Wenen, hij was
daar sinds de
„Anschluss" in 1938 een
topfiguur, toen al wist ik,
dat hij kon beslissen over
leven en dood van naam
loze onschuldigen, die in
de ogen van het Herren
volk schuldig waren om
dat ze jood waren.
„Het was begin decem
ber 1938, een financiële
top van Nederland (gro
te. invloedrijke mannen)
was bijeen. Of ik wilde
komen. In hun ge
zelschap was een verte
genwoordiger van de
Britse regering: Enge
land wilde tienduizend
joodse kinderen opne
men! Maar het Comité in
Londen had er zo be
greep ik later geen no
tie van. wat dit aan voor
bereidende maatregelen
zou vergen. De dringende
vraag: Of ik naar Wenen
wilde gaan en Eichmann
om tienduizend joodse
kinderen wilde vragen.
Het transport moest via
Hoek van Holland over
de Noordzee."
„Hier zijn uw vliegtuig
tickets, mevrouw Wijs
muller. U reist via Berlijn
en gaat de volgende dag
dóór naar Wenen Neder
land en het Verenigd Ko
ninkrijk rekenen op u!"
Het was middag en ik zou
diezelfde avond van het
oude Schiphol moeten
vertrekken. Ik zei. dat ik
eerst met mijn man
moest overleggen. Die
vond het goed.
In Wenen werd in de hal
van mijn hotel gecollec
teerd voor een Duits
doel, dat me niet aan
stond. Ik reageerde fel. er
ontstond een conflict, ik
belandde op een poiitie-
wijkbureau, werd opge
sloten, trok mijn schoen
uit en hamerde net zo
lang op de deur. dat ze
eindelijk aandacht aan
me schonken. Enfin, ik
had goeie Nederlandse
papieren, zei dat ik naar
Eichmann wilde, die in
het Weense huis van de
Rothschildts verblijf
hield. Om het verhaal
kort te maken, ik drong
door tot zijn werkkamer
en deelde hem mee waar
voor ik kwam.
Jk onderhandel niet met
vrouwen." zei Eichmann.
„Maar herr Doctor
Eichmann. uw land kan
een gebaar maken tegen
Engeland en de spanning
verminderen." (Of woor
den van gelijke strek
king, ik weet het niet
meer precies.) Ik slaagde,
hoe dan ook, zij het ten
dele. Hij belde en liet ene
Friedmann komen, die
was de contactman tus
sen de Duitsers en de
joodse raad in Wenen.
Eerlijk hoor, ik heb zitten
en staan bibberen. „Dat
een Arische vrouw zich
daarvoor leent," hoorde
ik Eichmann nog zeggen.
Zeshonderd
Ik kreeg zeshonderd kin
deren. ik reisde met ze
naar de Nederlandse
grens, er konden er maar
vijfhonderd op de boot in
Hoek van Holland. De
overige honderd zijn in
Den Haag onderge
bracht, ik heb nooit ge
weten, wat er van die kin
deren is geworden. Ont
stellend jammer, dat ze
niet mee konden."
Enkhuizen
Eichmann een onuit
wisbare bladzijde in haar
rijke, werkzame leven. Er
zouden- nog heel wat
meer van die bladzijden
zijn op te slaan.
Zelf denk ik terug aan die
dag, geruime tijd na de
oorlog, dat ik met haar
naar Enkhuizen ben ge
weest. Het was als het
ware een vervolg op de
tochten die zij in de hon
gerwinter met kinderen
uit Amsterdam naar
Friesland maakte. De
schepen die op een dag
de Oranjesluizen verlie
ten, vol met kinderen,
waren wegens dichte
mist op het IJsselmeer.
gedwongen Enkhuizen
aan te lopen. Daar heeft
de bevolking de kinderen
liefderijk opgenomen; er
zijn er. die nimmer door
hun ouders zijn terugge
vraagd.
Ik heb toen voor tante
Truus nasporingen ge
daan en we zijn een dag
naar een gezin in Enkhui
zen geweest, waar tante
Truus emotioneel als
ze zijn kan een meisje
van achttien jaar in de
armen sloot, „Jou, mijn
lieve kind, moet ik als
baby aan boord van de
„Anjo", toen. achter het
Centraal Station aan
boord hebben gedragen
en in het ruim, op een
bed van stro hebben ge
legd."
Tante Truus Wijsmuller
(zilveren medaille van de
stad Amsterdam, tal van
onderscheidingen van
joodse zijde) recipieert
op die 21ste april van vier
tot vijf uur maar het
zal wel uitlopen in het
Rosariumrestaurant van
het Amstelpark in
Amsterdam-Zuid.
door Rob Foppema
Een breed opgezet onderzoek zal de komende jaren
het verband vastleggen tussen de preciese samenstel
ling van leidingwater en het optreden van hart- en
vaatziekten. Dat is om meer dan een reden interes
sant. Het werpt met name ook boeiende vragen op
voor de mensen die zich hardnekkig verzetten tegen de
fluoridering van leidingwater.
Want de uiteindelijke bedoeling van dat onderzoek is natuurlijk
om er achter te komen of door het toevoegen of onttrekken van
stoffen aan het leidingwater, de gezondheid van de gebruiker
ten goede kan worden beïnvloed. En over de vraag of zo'n
toevoeging toelaatbaar is. ging nu juist het fluoride-debat. Het is
misschien dienstig om over deze nieuwe vorm van het probleem
al van te voren na te denken.
De tot nog toe bekende feiten werden in het vakblad H20
handzaam samengevat door ir. B. C. J. Zoeteman van het
Rijksinstituut voor drinkwatervoorziening (jg. 9. pag. 125-131).
In 1957 ontdekte de Japanner Kobajasji een verband tussen de
zuurgraad van rivierwater waaruit drinkwater werd bereid en de
plaatselijke sterfte aan beroerten. De Amerikaan Schroeder
merkt op dat zo'n verband voor sterfte aan hartziekten nog
duidelijker te zien is.
De belangstelling verschuift om technische redenen van de
zuurgraad van het water naar de hardheid (het gehalte aan kalk
en magnesiumzouten). In tal van landen blijkt dat mensen in
gebieden waar hard water uit de kraan komt. minder vaak
overlijden aan ziekten van de bloedvaten. Het vervelende is
alleen dat we nu, bijna twintig jaar later, nog steeds niet precies
weten hoe dat komt.
Dat wijst erop dat de zaak in ieder geval niet erg eenvoudig in
elkaar zit. Het gevonden verband is vrij zwak er zijn plaatse
lijk uitzonderingen op aangetroffen. De hardheid van het water
is maar één van de factoren die een rol spelen bij hart- en
vaatziekten, en zeker niet de belangrijkste. De bekende trits
teveel (verkeerd vet) eten, roken, te weinig bewegen blijft het
beeld beheersen. Maar dat neemt niet weg dat die „waterfactor"
belangrijk genoeg is om er meer van te willen weten.
Ontharden
Dat werd nog wat dringender toen de waterleidingbedrijven het
plan ontwikkelden om hun produkt centraal te gaan ontharden.
Daar zijn technisch goede redenen voor: minder last van ke
telsteen. minder verbruik van wasmiddelen en fosfaten. Maar de
vraag was wel of met die ontharding het optreden van hart- en
vaatziekten niet (een klein beetje) in de hand gewerkt zou
worden.
Een commissie van de centrale onderzoekinstelling van de
Nederlandse waterleidingbedrijven, het KIWA, concludeerde in
1971 dat het bestaan van een verband tussen hardheid en
sterftecijfer niet afdoende was aangetoond. Evenmin stond vast
dat zo'n verband er niet was. Het advies luidde: ontharden, maar
met mate. Dan neem je een flink stuk van de technische
voordelen mee, terwijl eventuele effecten op de volksgezondheid
miniem zouden zijn.
Een commissie van de Gezondheidsraad adviseerde eind vorig
jaar vanuit een andere benadering: als je gaat ontharden weet je
medisch gesproken niet wat je doet, dus doe het voorlopig maar
niet. Zoek eerst maar eens uit wat er nu precies aan de hand is.
Dat is dus wat er nu gaat gebeuren. Waarom dat dan de
afgelopen twintig Jaar niet heeft mogen lukken, is een heel
verhaal dat hoofdzakelijk neerkomt op onderschatting van de
ingewikkeldheid. Tot omstreeks 1970, schrijft ir. Zoeteman, is er
bijna alleen gekeken naar zulke ruwe kwaliteitsaspecten van het
drinkwater als zuurgraad en hardheid. Op details werd nauwe
lijks gelet, en „het mag dan ook een wonder heten" dat men
desondanks nog een effect vond.
Sindsdien zijn de onderzoekers wel in de details gedoken, maar
dat waren de details van het water zoals de fabrikant dat de
leidingen in pompt. Wat er uit de kraan komt, kan heel iets
anders wezen. Drinkwater „komt tijdens het transport naar de
consument als geen ander voedingsmiddel in aanraking met een
reusachtig oppervlak van verschillende verpakkingsmaterialen
die het in meerdere of mindere mate verontreinigen."
Agressie
En of het water hard of zacht is. kan Juist in dat stadium veel
uitmaken. Zacht water is vaak „agressief", het lost bestandde
len op uit de buiswand (Zoetemans „verpakkingsmateriaal").
Vooral 's nachts als het water uren stilstaat kunnen er zo sporen
koper cadmium of lood in terechtkomen. En of daarvan be
langrijke hoeveelheden in de mens terechtkomen, hangt dan
nog af van huiselijke details als de vraag of iemand zich eerst
wast en dan thee zet, of andersom. Want een paar minuten
doorstromen brengt de verontreiniging per liter tot een veel
lager niveau terug. Het is op dit soort detail dat het Nederlandse
onderzoek zich onder andere gaat richten.
Want uit al het oudere onderzoek is wel duidelijk geworden dat
niet de hardheid zelf van het water noodzakelijkerwijs de
oorzaak hoeft te zijn van de waargenomen verschillen in sterfte
cijfer^. Het kunnen best kleine verontreinigingen zijn, veroor
zaakt door de agressiviteit die op zijn beurt met de hardheid
samenhangt.
Dat het de hardheid zelf zou zijn, ligt ook niet eens zo voor de
hand. Het zou erop neerkomen dat hart- en vaatziekten in de
hand zouden worden gewerkt door een tekort aan bepaalde
mineralen. Voor de kalkzouten is dat praktisch uitgesloten. Het
gemiddelde leidingwater is een belangrijke bron van kalk in ons
voedselpakket (ongeveer eenzesde). Maar dat variaties daarin
van belang zouden zijn voor de gezondheid is toch niet aan te
nemen, te meer omdat niemand Drecies weet hoeveel kalk een
mens nodig heeft. Voor magnesiumzouten ligt de zaak iets
minder duidelijk. Met name een aantal Canadese onderzoekers
vermoedt dat een gebrek aan magnesium een rol bij hart- en
vaatziekten zou kunnen spelen.
Maar de meeste gedachten lijken toch uit te gaan naar de
agressiviteit, naar de rol van zacht water als transportmiddel
van schadelijke metalen afkomstig uit de buisleidingen. Daarop
is ook het zwaartepunt van het Nederlandse onderzoekpro
gramma gericht.
Vrolijks
Als het probleem inderdaad in die hoek zit, ziet het er vrolijk uit
voor de mensen die het water graag centraal willen ontharden.
Zachtheid van het water gaat namelijk niet wetmatig samen
met agressiviteit. En in een aansluitend artikel in H20 meldt drs.
G. Drost dat leidingwater na ontharding met natronloog in een
korrelreactor (de favoriete methode) Juist minder agressief ge
worden is. Op die manier zouden dan minstens twee vliegen in
een klap geslagen kunnen worden. Dan zou er verder geen
probleem zijn.
Maar als nu bijvoorbeeld toch die Canadezen gelijk zouden
hebben, lis het effect in het magnesium zou zitten. Dan zou je
het magnesiumgehalte van zacht leidingwater zodanig willen
verhogen dat er zo min mogelijk mensen aan hart- en vaatziek
ten doodgaan. Ook dat lijkt geen probleem.
Magnesium komt van nature in water (en dus in mensen) voor.
Je past alleen de hoeveelheid zo aan dat die mensen zo gezond
mogelijk blijven. Maar wat zou in dat geval het verschil met
fluoridering zijn? Ook dat komt van nature in water en In
mensen voor. Alleen daar hadden we een probleem van ge
maakt. Het verschil is dat sommige mensen fluoride een medi
cijn noemden, omdat het iets met de gezondheid te maken had.
En dat ze er dus tegen waren om het vla de waterleiding te
verspreiden.
Honderden
Het verschil is alleen dat de discussie minder vrijblijvend zou
zijn omdat het ditmaal niet om gaatjes in kiezen zou gaan, maar
om een paar honderd sterfgevallen per Jaar. Het verschil is
alleen dat om fluoride een sfeer van verdachtmakingen en
misverstanden was geschapen. Waarin het kon gebeuren dat een
moeder haar kinderen geen fluoridetabletjes wilde geven
„omdat de deskundigen het er niet over eens waren of je daar
kanker van kreeg." (Pardon mevrouw, de deskundigen zijn het
daar wél over eens. alleen de heer die breeduit verklaarde dat je
er kanker van kreeg was geen deskundige. Hij had fouten
gemaakt die men een eerstejaars student al probeert af te leren).
Het was alleen maar een voorbeeld. Of magnesium in water -
belangrijk is. zullen we pas over Jaren weten. Maar het is
misschien dier stig om over de mogelijke consequenties al van te
voren na te denken.