Kiss' Oresteia laat het
denkmechanisme werken
BBK over kunstraad:
Verraad van de kunstl
Schetsen van Michelangelo
in keldergewelf ontdekt
Drie tragediedichters over één mythe
Van Gogh-centrum
in Nuenen
Drie jaar en zes
maanden voor
heroïnesmokkel
Britten gedood
bij ongeluk op c
een booreiland 't
De ware halfzware.
Galerie te Amsterdam.
FLORENCE De muurtekeningen die op nieuwjaarsdag zijn
ontdekt in de kelder van de basiliek van San Lorenzo in Florence,
schijnen toch wel van de renaissance-kunstenaar Michelangelo te
zijn. De directeur van de Vatikaanse musea, de Braziliaanse
Michelangelo-kenner Dioclecio Redig de Campos is daar vast van
Overtuigd.
Restaurateurs hebben inmiddels in
het gewelf na maandenlange arbeid
twee kalklagen verwijderd die over
de tekeningen waren aangebracht.
;,We vielen van de ene verrassing in
de andere.' aldus een van hen. ..We
padden niet verwacht dat de oor
spronkelijke vondst ons een hele ga
lerij van tekeningen zou opleveren."
De tekeningen, gemaakt met
tioutskool. werden bij toeval ontdekt
loen men mogelijkheden voor een
nieuwe nooduitgang uit het gebouw
^flderzocht. De tekeningen zijn ver-
Schillend van formaat en vullen de
^Mee muren van de gang. Ook op het
'<hdgewelf werden drie tekeningen
jangetroffen. Het zijn voorstellingen
van gezichten, ledematen en andere
details, maar er is ook een volledige
Christusfiguur bij. Redig de Campos
noemde de ontdekking van heel
groot belang. „Mijn indruk is dat ze
werkelijk door Michelangelo zijn ver
vaardigd. maar ik ben natuurlijk niet
onfeilbaar en er bestaan geen docu
menten om deze toeschrijving te sta
ven; de tekeningen zin niet gesig
neerd."
Volgens De Campos werden de
houtskooltekeningen weggepleisterd
omdat Michelangelo's tijdgenoten er
slechts krabbels in zagen die van
geen waarde werden geacht. Het ging
toen alleen om voltooide werken.
Jos Toornend als Aegisthus in Oresteia op de achtergrond Jepke
Goudsmit als Clymntemestra.
DINSDAG 6 APRIL 1976
door André Rutten
TROUW/KWARTET PS 10 - RH
NUENEN In Nuenen. waar Vin
cent van Gogh van 1883 tot 1885
woonde en werkte, en waar het be
roemde schilderij De aardappeleters
ontstond, wordt een Van Gogh-
documentatiecentrum ingericht.
Het is gevestigd in een gerestaureerd
koetshuis naast het gemeentehuis
en wordt zaterdag 10 april officiéél
geopend. Dank zij een gemeentelijk
krediet van 50.000 gulden kon het
koetshuis voor dit doel worden ge
restaureerd.
Het centrum beschikt over repro-
dukties van alle werken die uit de
Nuenense periode van de schilder
stammen; dat zijn er 350. Het groot
ste deel van de reprodukties, foto's
en boeken is eigendom van de Nue
nense gemeenteambtenaar A. de
Brouwer die zijn privé-collectie in
bruikleen heeft afgestaan. Hij zal
ook als conservator optreden.
AMSTERDAM Het gerechtshof in
Amsterdam heeft de 32-jarige Parij-
zenaar Claude R. wegens heroïne
handel conform de eis veroordeeld
tot drie jaar en zes maanden. De
Fransman had in mei van het vorig
jaar met twee aan drugs verslaafde
meisjes (een Nederlandse en een
Amerikaanse) in Parijs 420 gram he
roïne gekocht, die hij door de Ameri
kaanse onder haar kleren mee naar
Nederland liet nemen. Tevoren had
hij het Nederlandse meisje meegeno
men naar India om af te kicken. Op
de terugreis had zij in haar koffer
met dubbele bodem voor hem drie
kilo ruwe opium getransporteerd.
AMSTERDAM „Verraad van de kunst" is kort samengevat het commentaar van de Beroepsvel
eniging van Beeldende Kunstenaars (BBK) op de nieuwe samenstelling waarin de Raad voor
Kunst in 1977 zal optreden. Het des betreffende wetsvoorstel staat tot 1 augustus open vo
schriftelijke reactie van degenen die er iets tegen in te brengen hebben.
Tijdens de plenaire vergadering van
de huidige Raad voor de Kunst in
Amsterdams Centrum Bellevue za
terdagmiddag. heeft de BBK al door
middel van een demonstratie met
spandoeken van haar ontevreden
heid met de niuewe wet blijk gege
ven. Het nieuwe wetsontwerp voor
ziet in een raad met een grotere rijk
wijdte dan de oude: zo zal het aantal
leden tot maximaal vijftig worden
uitgebreid. Twintig daarvan komen
voort uit kunstenaarsorganisaties,
twintig uit andere organisaties en
instellingen op het gebied van kunst
en aanverwante terreienen van de
cultuur. De overige tien leden worden
door de kroon benoemd. De minister
bepaalt welke kunstenaarsorganisa
ties vertegenwoordigd dienen te zijn.
De BBK is hier fel tegen. Zij vindt
dat de kunstenaarsorganisaties op
basis van hun ledenaantallen verte
genwoordigd dienen te zijn. Er is vol
gens het nieuwe wetsvoorstel voor de
BBK maar, één plaats beschikbaar;
dat vindt de vereniging te weinig.
Andere kunstenaarsverenigingen
protesteren dat zij hun plaats moe
ten delen met andere organisaties.
Twijfelachtig
De samenstelling van de raad maakt
haar gehele adviseurschap twijfel
achtig. vindt de BBK, die ook protes
teert tegen het onevenredig grote
aantal kroonleden „die niets en nie
mand vertegenwoordigen."
De heer L. J. de Ruiter, de huidige
voorzitter ven de raad, zei dat ge
hoopt wordt dat de meningsvorming
over structuur en werkwijze van de
raad nu in gang is gezet onder de
kunstenaars. Zij hebben tot 1 augus
tus de tijd te reageren; de raad zelf
moet voor 30 oktober met een even
tueel gewijzigd voorstel bij de rege
ring komen.
Bevoogding
Kritiek had de heer De Ruiter op de
„bevoogding" door Rijksperso
neelszaken en Binnenlandse Zaken
bij het benoemen van personeel voor
de Raad voor de Kunst. Men mag er
toch van uitgaan, aldus de voorzitter,
dat de leden van de dagelijkse raad,
en straks die van de kernraad, plus
de leiding van het medewerkers
apparaat in staat zijn zelf te bepalen
of men iemand voor de voorlichting
of voor documentatie nodig heeft. De
departementale procedures werken
verstarrend, aldus de heer De Ruiter,
die tot slot ook nog pleitte voor het
behoud van de dr. E. Boekmanstich
ting. het sociaal-wetenschappelijk
studiecentrum voor kunst en cultuur
van de Universiteit van Amsterdam.
De stichting wordt door de bezuini
gingsplannen van de regering met
sluiten bedreigd.
AMSTERDAM Twee Engelse b< i
manningsleden van een booreilan i
dat zes kilometer van Egmond aa
Zee in de Noordzee staat zijn zonda
om het leven gekomen toen een pij 1
van zes ton op een platform vit 1
waarop de beide mannen aan he
werk waren.
De lichamen van de beide manne
werden per helikopter naar het Wi t
helminagasthuis in Amsterdam ge
bracht. Het ongeluk gebeurde bij he
testen van een vlampijp. Daarbij i
een stalen strop gebroken, als gevolj
waarvan de pijp op het platform viel
Het zware gevaarte Sloeg de beidi
mannen overboord. Dertien minutei
later zijn ze dood uit zee opgehaald
Het staatstoezicht op de mijnen stel
een onderzoek in naar oorzaak éi
toedracht van het ongeval.
Het booreiland de „Key-Gibraltaor"
is eigendom van de Britse maat
schappij Key-Drill Ltd, die op he
Nederlandse continentale plat borin
gen verricht voor British Petroleum
De slachtoffers zijn de 29-jarige Pau i
Riches uit Yarmouth en e 46-jarigi
George Paul uit Norwich.
ROTTERDAM „Oresteia" is
cte verzameltitel van drie trage
dies van Aeschylos. die de on
dergang van het koningshuis
van Argos (ongeveer 1200 v.
phr.) behandelen. In de eerste
keert Agamemnon, de heersen
de vorst, nadat hij eindelijk
met de Grieken de stad Troje
veroverd en verwoest heeft, te-
j*ug. maar wordt vermoord door
zijn vrouw Clytemnestra, ge
holpen door haar minnaar Ae
gisthus (neef van Agamemnon),
die samen de macht overne
men. In de tweede wreekt haar
zoon Orestes zijn vader door
haar en haar minnaar te doden.
In de derde wordt hij gezuiverd
van de schuld, die hij daardoor
opx zich geladen heeft.
De toneelgroep Kiss, in 1970 door
twaalf acteurs van verschillende na
tionaliteiten onder leiding van Jean-
Pierre Voos begonnen, speelt deze
6iythe nu via drie tragedies van de
örie grote Griekse tragici: „Agamem
non" van Aeschylos (in het oud-
Grieks); „Elektra" van Sofokles (in
h£t Latijn met Engelse samenvattin
gen). en „Orestes" van Euripides (in
het Engels). Misschien zijn daar de
frérschillen in visie op de aangewende
mythe uit te halen, gemakkelijker de
Verschillen in de uitbeelding van
mensen, die ook leiden tot verschil
len in de manier van spelen.
Toch vormt Kiss' „Oreteia" een een
heid door de methode van werken
van de groep, die tot een bepaalde
stijl van presentatie heeft geleid,
door de groep zelf ongeveer zo be
schreven Alle acteurs zijn de hele
voorstelling op het speelvlak. Zij spe
len enkele omschreven rollen, maar
vormen daarbuiten ook een soort
beeldende figuratie ter ondersteu
ning van de collega's, die dan een rol
aan het spelen zijn. Zij doen dat met
muzikale of ritmische begeleiding,
mét geluidseffecten, met licht uit za
klantarens om figuren uit te lichten.
In het eerste deel is het ritme strak,
ritueel, zodat er een ietwat
archaïsche indruk ontstaat. Het fas
cineert ook door het gebruik van het
oud-Grieks, dat. zoals het hier ten
gehore werd gebracht, prachtige mu
zikale klanken heeft, die het archety
pische in een figuur op een overtui
gende manier ruimte geven, een di
mensie toevoegen aan wat men ziet.
Bij voorbeeld. Agamemnon keert in
Argos terug staande op zijn zegekar.
Dat wil in deze voorstelling zeggen,
dat hij staande op de schouders van
een mede-acteur opkomt, zo komt te
staan tegenover Clystemnestra, ook
op de schouders van een acteur. Je
ziet dat. maar via de belichting wordt
je aandacht geconcentreerd op die
twee hoog oprijzende figuren, en via
hun omgang met het oud-Grieks
krijgt dat een overweldigend
perspectief. Je wordt geconfronteerd
met een soort theater, waarvan je alle
in feite simpele trucs doorziet, maar
dat je, misschien juist omdat het zo
openhartig laat zien hoe het gedaan
wordt, volledig meeneemt.
sierde brede haarband en hebben
enige hippie-opsmuk op hun spijker
jasje. Elektra heeft een simpele witte
variatie op het spijkerpak aan. Er is
in het geheel niets aan decor. De
rechthoekige speelvlakte wordt aan
geduid door in een rechthoek ge
plaatste stenen, deels door zaklanta
rens belicht, en door platte vierkante
met water gevulde bakken. Het spel
met licht en duister, waarbij het
duister overheerst, bepaalt de sfeer.
In het tweede deel. Sofokles
„Elektra", is het archetypische en
rituele al sterk teruggedrongen voor
meer persoonlijke emoties, maar die
krijgen pas in het derde deel. Euripi
des „Orestes" helemaal de overhand.
Daar zou nog veel over te zeggen
zijn, maar dat zou hier te ver voeren.
De hele vertoning is een gebeurtenis,
die via vooral zintuiglijke waarne
mingen toegang tot de toeschouwer
krijg, maar daar ook een denkme
chanisme in werking zet. dat zich,
voor wie jn de antieke tragedie geïn
teresseerd is, zal blijven doorzetten.
Eenvoud
Maar dat „primitieve" wordt waarge
maakt niet in onze twintigste-
eeuwse opvatting van wat „primi
tief" is. maar in een uiterste eenvoud j
van theatrale hulpmiddelen. Alle
spelers dragen in feite doodgewone,
onopgesmukte spijkerpakken, waar
aan waar nodig accenten worden
toegevoegd. Clytemnestra en Ae-
ghistus bij voorbeeld dragen een ver-
„Om de waarheid te zeggen.
ik ben pas echt kritisch geworden
toen ik zo n beetje met dat
galeriewerk begon. En niet alleen
met m'n werk. Zelfs met shag
kopen. Gek eigenlijk. Ik rook
alleen nog maar Drum.
Omdat het lekker rolt. denk
ik. En het is ook niet te licht of te
zwaar. Maar pittig is t wel"
In het tweede deel Sofokles'
Elektra wordt het al iets moeilij
ker. Uiterlijk blijft er veel hetzelfde.
Natuurlijk de basisopbatting. Alle
drie de tragedies werden „in de hoog- j
tijdagen van het Perikleaans Athene
(de vierde eeuw voor Christus)" ont
worpen, maar de mythe weerspiegelt
de clan-samenleving van zeven eeu
wen eerder. Daar gaat de groep naar
terug, naar een primitievere periode
van de menselijke samenleving der
halve.