Gesprek tussen wereldraad
en jodendom gaat voort
Neen, dit is
geen boek dat
we lezen moeten
De ontkenning
van de dood
f
Vandaat
r;3
Onze adressï
KLEIN BAC
BOEK
ZATERDAG 27 MAART 1976
KERK
TROUW'KWAF
door mevrouw dr. E. Flesseman-van Leer
Trouw bevatte in zijn nummer van 5 maart een kort artikel over
het gesprek, dat eind februari in Jeruzalem gevoerd is tussen
Jodendom en wereldraad van kerken. Dat artikel kan door de
gebezigde termen en de gelegde accenten, die er net naast waren,
een verkeerde indruk wekken. Daarom lijkt het mij goed om wat
nader op deze joods/christelijke ontmoetingen in te gaan.
Mijn uitgangspunt wil ik nemen in
een boekje, dat kort voor Nairobi
onder de gezamenlijke verantwoor
delijkheid van het internationale
joodse comité en de wereldraad is
uitgekomen: ..Joods-christelijke dia
loog". Het eerste gedeelte geeft een
beschrijving en beoordeling van de
betrekkingen tussen beide lichamen,
zoals die zich in de laatste jaren ont
wikkeld hebben. Nadat er al eerder
geregeld contact had bestaan tussen
dr. Visser 't Hooft, de toenmalige
algemene secretaris van de we
reldraad. en dr Riegner, algemeen
secretaris van het World Jewish
Congress, vond in 1965 de eerste min
of meer officiële samenkomst plaats
Daama werden, vooral op initiatief
van joodse zijde, pogingen onderno
men om een bepaalde structuur voor
dergelijke bijeenkomsten te schep
pen. Een van de moeilijkheden was.
dat bij de joden geen overkoepelend
orgaan bestond, dat ais ge
sprekspartner van de wereldraad kon
optreden. Eerst na verscheidene ja
ren kon het ..Internationale joodse
comité voor inter-religieuze consulta
ties" (aangeduid als IJCICi opgericht
worden, waarin de belangrijkste
joodse organisaties vertegenwoor
digd zijn.
In de loop der jaren groeide een vast
patroon van ontmoetingen: er is een
kleine werkgroep, het z.g. liaison co
mité dat op z'n minst eens per
jaar bijeenkomt om informatie uit te
wisselen, plannen te maken en de
grotere bijeenkomsten, die om de
twee jaar gehouden worden, voor te
bereiden. Op deze grotere samen
komsten van een veertig vijftig
deelnemers staat een bepaald thema
van algemeen menselijk belang
centraal, dat vanuit de godsdienstige
tradities van beide geloofsge
meenschappen behandeld wordt
Bedoeling
Deze gesprekken met de joden, on
derdeel van het werk van de sub-unit
van de wereldraad „Dialoog met
mensen van levende godsdiensten en
ideologieën", zijn er in de eerste
plaats op gericht, dat de beide ge
sprekspartners elkaar beter leren
kennen en begrijpen: daarnaast is
echter ook. zoals al gezegd is. „uitwis
seling van informatie" een vast en
belangrijk programmapunt. Ook
hoopt men op de duur tot praktische
samenwerking te komen in zaken die
beide geloofsgemeenschappen ter
harte gaan (zoals godsdienstvrijheid,
bestrijding van racisme, ontwikke
lingssamenwerking. algemene men
senrechten). maar tot nu toe is daar
van nog niets gekomen.
Het tweede, grotere gedeelte van bo
vengenoemd boekje bevat lezingen
en samenvattingen van lezingen, die
gehouden zijn op de bijeenkomst in
Genéve 1972. gewijd aan het onder
werp „Op zoek naar een wereldge
meenschap joodse en christelijke
perspektieven"; verder de conclu
sies. die men tezamen hierover ge
reikt heeft en een opsomming van
punten die nog om nadere bestude
ring vragen Voor de eerste maal zijn
hier de lezingen van een van de sa
menkomsten openbaar gemaakt, in
de hoop dat landelijke en plaatselij
ke joods-christelijke gespreksgroe
pen zich erover zullen buigen en
misschien erop zullen reageren. De
grote bezorgdheid is namelijk, dat
deze ontmoetingen op wereldniveau
in de lucht blijven hangen, als ze niet
de meer plaatselijke contacten sti
muleren en door hen gestimuleerd
worden.
Moeilijke punten
Vruchtbaar, leerzaam en persoonlijk
ook vaak zeer verheugend als deze
ontmoetingen van wereldraad en
IJCIC zijn. ze hebben ook bepaalde
moeilijke kanten. Ik wil er speciaal
vier noemen.
1. De joodse gesprekspartner stelt er
grote prijs op dat bij het gesprek ook
Arabische christenen en christenen
uit de derde wereld betrokken wor
den. (Tussen haakjes, deze wens en
niet een of andere „anti-joodse lob
by" maakte het tot nu toe onwense
lijk om de grotere bijeenkomsten in
Israël te houden, er nog van afgezien,
dat dat veel hogere reiskosten voor
de toch al arme wereldraad met zich
mee brengt.) De christenen uit de
derde wereld weten meestal weinig
van het jodendom af en voelen zich
ook niet medeschuldig aan het wes
terse anti-semitisme. dat zijn stem
pel op de joods-christelijke relaties
gezet heeft.
Daardoor zeggen zij in een zekere,
onbevangenheid vaak dingen die de
joden overgevoelig geworden door
de recente geschiedenis onvermij
delijk kwetsen.
2. Het zijn ook vooral, maar niet
alleen uitlatingen van de derde
wereldchristenen. die de joodse
partner herhaaldelijk het gevoel ge
ven dat het bestaanrecht van de
staat Israël in de wereldraad niet
boven alle twijfel verheven is on
danks het feit dat de wereldraad dit
recht van de aanvang af erkend
heeft en nog eens in het zog. Canter
bury statement van het Centrale Co
mité (1969) uitdrukkelijk bekrach
tigd heeft. Maar de wereldraad heeft
ook steeds gepleit voor het recht van
de Paiestijnen. Binnen de we
reldraad zelf zijn verscheidene ma
len zeer intensieve gesprekken ge
voerd over de problematiek van het
Midden- Oosten. Daarin zijn ook de
verschillende groepen naar elkaar
toegegroeid: sommigen leggen de
nadruk op hun solidariteit met de
staat Israël, maar hebben daarbij
ook begrip voor de Palestijnse zaak;
anderen gaat het allereerst om het
zelfbeschikkingsrecht van de Paies
tijnen. maar zij willen daarbij ook
rekening houden met Israël. Bui
tenstaanders kunnen hier gemakke
lijk van „touwtrekken" spreken;
deelnemers aan de gesprekken erva
ren het maar als een zoeken, hoe ver
men aan de wensen van de „andere
kant" tegemoet kan komen, zonder
de zaak waar men zelf voor staat te
verraden. En dat de joden steeds
beducht zijn. dat zij bij de brug
functie die de wereldraad probeert in
te nemen aan het kortste eind zullen
trekken, kan men zonder meer be
grijpen. Deze angst, nog gevoed door
enkele niet kwaad bedoelde, maar
ondoordachte en ontactische uitla
tingen van enkele stafleden van de
wereldraad, heeft in het verleden
ook een zware hypotheek op de dia
loog gelegd. Deze zal alleen opgehe
ven worden naar mate de joden hun
christelijke gesprekspartners meer
gaan vertrouwen, ook als deze kri
tiek op Israël uitoefenen.
Sommige joden pleiten ervoor om
minder over politieke zaken te spre
ken; en inderdaad heeft de politiek
een relatief grote plaats in onze bij
eenkomsten ingenomen. Maar het is
de vraag of dat anders kan. De joden
verstaan immers zichzelf als een
volk. gevormd doorzijn religieuze en
culturele traditie, en betrokken op
„het land". Betekent dat niet dat het
jodendom een politieke dimensie
heeft, die men in de gesprekken niet
kan uitsluiten?
3. Een verdere moeilijheid wordt ge
vormd door bepaalde theologische
opvattingen binnen de wereldraad,
die vooral door de oosters ortnodoxe
christenen verdedigd worden. Zij wil
len niets weten van een blijvend ver
bond van God met het joodse volk:
met Jezus Christus, zo geloven zij. is
de rol van het oude Israël uitgespeeld
en is de kerk, als het nieuwe en ware
Israël, daarvoor in de plaats geko
men. Dergelijke gedachtengangen.
die veel ouder zijn dan het bestaan
van de joodse staat en die jaren lang
ook door veel christenen uit het Wes
ten gedeeld werden, geven grote aan
stoot aan de joden, te meer omdat er
ook politieke consequenties aan ver
bonden kunnen worden. Maar dit
punt hoort niet zozeer thuis op de
agenda van de joods/christelijke dia
loog, maar moet veeleer binnen de
wereldraad besproken worden. In de
afgelopen jaren is daarmee trouwens
ook al een moeizaam begin gemaakt.
4. Tenslotte wil ik nog op het feit
wijzen dat orthodoxe joden vaak een
theologisch gesprek met anders den
kenden afwijzen. Wel zijn zij bereid
met christenen over zaken van alge
meen menselijk belang te spreken.
Het onderwerp van de consultatie in
Genéve, waarvan het boven genoem
de boekje het resultaat is, is een goed
voorbeeld van zo'n „algemeen onder
werp". Datzelfde geldt ook van het
thema van de daarop volgende con
sultatie in Londen 1975: „Het begrip
macht in de joodse en christelijke
tradities". Maar ook de joodse
partners zien hoe langer hoe meer in.
dat het onmogelijk is een duidelijke
scheidslijn te trekken tussen „theolo
gische" en „algemene" onderwerpen.
In Jeruzalem
De recente tweedaagse bijeenkomst
van de liaison groep was de eerste na
Nairobi. We konden geen besluiten
nemen, omdat de afgevaardigden
van de wereldraad op dit ogenblik
geen bevoegdheid daartoe hebben.
Alle toekomstige commissies en
plannen moeten nog eerst vastge
steld. resp. bekrachtigd worden door
het Centrale Comité, dat eerst van de
zomer bijeenkomt. Maar wij gingen
van de veronderstelling uit dat onze
dialoog voortgang zou hebben en
misschien zelfs geïntensiveerd kon
worden. Duidelijk bleek door de brief
van de secretaris generaal, waarin hij
de anti-zionistische resolutie van de
VN heeft afgewezen en door het ver
loop van Nairobi veel kou uit de lucht
te zijn. zodat zowel de joodse als de
christelijke vertegenwoordigers met
een zeker optimisme en met verwach
ting de nieuwe periode tot de volgen
de assemblèe tegemoet gaan
Jewish-Christian dialogue, ed.
World Council of Churches, Geneva
1975.
Mevr. Flesseman, hervormd theo
loog. is lid van deze werkgroep
door A. J. Klei
..Neen, dit is geen boek dat we lezen moeten", gaf de
gereformeerde dominee Impeta in het Kamper Kerkblad van 16
mei 1936 als zijn oordeel over ..Burgers in nood", het pas
verschenen boek van een 27-jarige christelijke onderwijzer in
Werkendam: H. M. van Randwijk. Het pastoraal advies om dit
boek niet in te kijken is kennelijk in de wind geslagen. „Burgers
in nood" haalde vier drukken en zojuist heeft uitgever Callenbach
te Nijkerk de vijfde druk van deze destijds druk besproken
werklozenroman op de markt gebracht.
feAi- /j-
Cc-.'
Waarom? Omdat er nu ook veel
werklozen zijn? Omdat we
tegenwoordig allemaal graag
terugblikken? In elk geval om er een
centje aan te verdienen en dit
gunnen we deze uitgever graag, want
hij heeft er veertig jaar geleden
genoeg voor op z'n kop gehad dat hij
dit boek waarin, om met dominee
Impeta te spreken, „och. op alles!"
kritiek geleverd wordt, de argeloze
abonnees van de nobelreeks voor nog
geen anderhalve gulden
toegeschoven had
Dominee Impeta schreef „Ik vind 't
heel jammer dat 'n firma als die van
Callenbach zich er toe leende zulk 'n
opstandig boek, als ware 't christelijk
werk. uit te geven En zijn
Amsterdamse collega B. Wielenga
besloot zijn afkeurende bespreking
van „Burger in nood", in de
Amsterdamse Kerkbode van 29
maart 1936 aldus ..Broeder
Callenbach. hoe kunt ge deze lading
dekken met de vlag van uw naam?
Een .slip' van de pers'
Ik ben op die oude recensies
afgevlogen omdat Callenbach op het
achteromslag van ..Burgers in nood"
(nu een paperback waar we op een
dubbeltje na zeventien gulden voor
moeten neertellen) meedeelt dat het
boek indertijd een storm van protest
veroorzaakte, en daarnaast ook grote
bewondering oogstte. Ik meen dat
het met die storm van protest wel
meeviel, eigenlijk waren alleen de
gereformeerden behoorlijk nijdig. In
niet-typisch gereformeerde bladen
was er lof. heel veel zelfs, en de
buitenwacht was op z'n minst
welwillend jegens deze roman van
een debutant uit het christelijke
kamp.
Om één voorbeeld van het laatste te
geven. Het Volk van 13 mei 1936
heeft weliswaar bezwaren, onder
meer tegen de compositie van het
boek. maar vindt de verschijning
van „deze christelijke
werklozenroman op zichzelf
verheugend Dit zegt het
Gereformeerd Jongelingsblad van 19
juni van datzelfde jaar de
socialistische krant niet na: „Vraagt
ge. of we 't iedereen in handen zullen
geven, dan antwoorden wij: neen
Het is voor vele jonge menschen een
gevaarlijk boek." En in de Groninger
door dr. C. Rijnsdorp
Sommige boeken lees je plichtmatig, van andere kun je niet
afblijven. Dit laatste geldt voor Ernest Becker. De ontkenning
van de dood, „de ingeboren vrees voor de dood als drijfveer van
het menselijk handelen" (uitg. Amboboeken, Baarn, 348 blz..
29,50). De oorspronkelijke titel luidt: The denial of death (New
York 1973).
Tekening van Bert Bouman naast de titelpagina van Burgers in
nood".
ADVERTENTIE
OE BIJBEL MET OEUTEROCANONIEKE OF
APOCRIEFE BOEKEN IN EEN VERTALING
VAN DEZE EEUW
Op speciaal verzoek van de Evangelisch-Lutherse en
Oud-Katholieke Kerk heeft het Nederlands
Bijbelgenootschap de deuterocanonieke of apocriefe
boeken geheel opnieuw laten vertalen. De bijbel in de
Vertaling-1951 is nu ook weer verkrijgbaar mét
apocriefe boeken in een nieuwe vertakng in één band.
Deze bijbel is gezet in twee kolommen. De pericoopopschriften staan
over de volle breedte van de pagina. Duidelijke letter. Veel
tekstverwijzingen. Gebonden in stevige balacron band.
Formaat: 21,5x14.5 cm
Bestelnummer 10.017.0
Prijs: 39.50
Verkrijgbaar bij uw boekhandel of
NEDERLANDS
m Jm* BIJBELGENOOTSCHAP
Postbus 620 te Haarlem
Tel 023-259501.
Kerkbode legt de gereformeerde
dominee D van Dijk In twee
uitvoerige artikelen uit dat „Burgers
in nood" uit literair oogpunt
geslaagd is maar dat daarmee „de
waarde van dit boek ook uitgeput"
is.
Het anti-revolutionaire dagblad De
Standaard echter, dat voornamelijk
gereformeerde lezers had maar geen
kerkelijk-gereformeerde krant was.
uitte zich aanzienlijk vriendelijker.
Aan het slot van een lang verhaal,
dat hijzelf een korte bespreking
noemt tonze vooroorlogse collega's
hadden nog eens de ruimte!), hoopt
H. Burger duidelijk gemaakt te
hebben „dat we hier een gaaf
produkt van een jong auteur voor
ons hebben liggen, dat op elke
bladzij ons overtuigt van de
capaciteiten van den schrijver."
Voor meer uitbundige lof moeten we
het gereformeerde en
anti-revolutionaire erf verlaten. We
pakken om te beginnen nu de
christelijk-historische krant De
Nederlander van 24 april 1936.
Daarin getuigt Q. A. de Ridder tot
tweemaal toe: „Van Randwijk gaf
hier in zijn eersteling een
superieuren roman". In Woord en
Geest van 8 mei fvan hetzelfde jaar
nog steeds) verklaart de hervormde
theoloog K. H. Miskotte met
kennelijk genoegen dat Van
Randwijk „onmiskenbaar eën van
de jongeren (is:, die door de
dialectische theologie tot in het
klokhuis van hun hart zijn geraakt".
Hoewel het lovende verhaal van
Miskotte allerminst beknopt was
doet Woord en Geest van 31 juli er
nog een schep boven op in de vorm
van een fiks verhaal van L H
Stronkhorst, die Van Randwijk „een
prachtig, sterk talent" vindt
Je hebt. naar we allen weten.
hervormde theologen in soorten en
bij dit verschijnsel werd ik weer eens
krachtig bepaald toen ik het meer
dan doorwrochte stuk van Miskotte
vergeleek met de hupse
aankondiging van ..Burgers in
nood", die dr J. H. Gunning J Hzn.
leverde voor zijn eigen blad Pniël
van 4 april 1936. Gunning begint met
zijn lezers mee te delen dat hij
alvorens zich tot schrijven te zetten,
voor de radio een gillende zangeres
uit Keulen hoorde en hij ziet kans
om via een r.k. dagsluiting even bij
Van Randwijk terecht te komen om
dan met een stichtelijke bede te
eindigen.
Voorzover ik heb kunnen nagaan
kwamen de protesten tegen
..Burgers in nood" vrijwel
uitsluitend uit de gereformeerde
hoek. De mannenbroeders, dik
tevreden met Colijn. namen het niet
dat iemand uit hun eigen kring
Van Randwijk was gereformeerd
een boek de wereld instuurde dat
niet bepaald overliep van
waardering voor de bestaande kijk
op en aanpak van sociale problemen.
Zo'n rooie gereformeerde en aan
de geestelijke nood komt-ie niet toe.
De recensenten van toen opereerden
nog niet met de tegenstelling tussen
verticalisme en horizontalisme.
anders hadden ze stellig Van
Randwijks roman als een
..horizontalistisch" werkje
afgekeurd.
Ze hoeven van mij bij Callenbach de
„Parade der mannenbroeders" niet
dunnetjes over te doen. maar ik had
toch wel graag gezien dat deze
herdruk van „Burgers in nood" een
inleiding had meegekregen, waarin
geschetst zou zijn het klimaat
waarin dit boek bij zijn verschijning
terecht kwam. Het tekstje op het
achteromslag is wel erg minimaal.
Er moesten eigenlijk geen briljante
boeken geschreven worden, want ze
doen je als beroepslezer de smaak
verliezen voor gewoon maar knappe.
Iaat staan voor middelmatige boe
ken. Zoals de natuur overproduktie
kent. kent ook de wetenschap die
in dit geval de menswetenschappen
er is een onoverzienbaar teveel
waaruit men een min of meer toeval
lige of willekeurige keus moet doen.
Hoe meer men leest, des te meer
overweldigt de gedachte ons dat we
maar fragmentarisch lezen. De grote
lezers op deze wereld lAristoteles.
Vestdijk) lezen maar zeer ten dele.
Toch betekent dit begin geen eigen
lijke aanbeveling, want de recensent
weet nooit of wat hem in zijn situatie
boeit ook iets voor anderen in hun
toestand kan betekenen. In elk geval
was Becker van 1965 tot 1967 voor
een generatie van studenten de pro
fessor (als gastdocent in sociologie en
culturele antropologiei aan de Berke
ley Universiteit in Californië. Toen
zijn contract niet kon worden ver
lengd. brachten de studenten 13.000
dollar (32.500 gulden) bijeen om hem
te behouden. Maar hij vertrok, eerst
naar San Francisco, later naar Van
couver. Toen Becker zijn boek klaar
had. wist hij nog niet dat hij niet lang
daarna aan kanker zou sterven.
Het boek opent met een le
vensschets van Becker door een inti
mus. Sam Keen. en een getrouw ver
slag van een gesprek door Keen met
Becker, toen deze in zijn uiterste lag.
..En toen ging ik", schrijft Keen; „ik
had iets geleerd over moed dat ik
nooit zal vergeten
Eerlijkheid
Dit is ook wat mij zo getroffen heeft:
Beckers intellectuele eerlijkheid en
dan voorts ook zijn vermogen tot
bewondering van anderen op zijn
vakgebied en daarbuiten. Die be
wondering is echt en zonder bijge
dachten. een ridderlijke trek die men
b.v. in de politiek zo pijnlijk mist.
Werk van de bovenste plank, op alle
gebied, is niveaubepalend. Om een
voorbeeld te geven: wie muziek van
de rijpe Mozart heeft gehoord, kan
niet aanstonds knoeiwerk leveren.
Het is dan niet de bedoeling naar de
hoogte van het bewonderde voor
beeld te streven, maar de verplich
ting nooit beneden het eigen niveau
af te zakken.
Beckers boek kan natuurlijk pas
door vakgenoten naar waarde wor
den geschat en besproken.eventueel
tegengesproken. Maar het is immers
ook voor niet-vakgenoten bedoeld.
Voor onze lezers lijkt het mij het
beste, dat ik de rode draad blootleg
die door dit dikke boek heenloopt,
onafhankelijk van de opbouw in "de
len en hoofdstukken. Het geraamte
tonen heeft zo weinig zin
Hel volgende is een gerangschikte
weergave van 28 verspreide uitspra
ken. een keuze uit enige honderden
die daarvoor in aanmerking zouden
kunnen komen. Zij gaan over Bec
kers kijk op de wereld, de mens en
diens verlangen naar de verlossing.
De werkelijke wereld, zegt Becker, is
angstaanjagend, demonisch en tra
gisch. De zin van het bestaan is
duister, de mens zoekt er wanhopig
naar. En die mens is een onmogelijk
schepsel. Hij heeft geestelijk enorme
verlangens en pretenties, terwijl zijn
lichaam aan materie niet meer
waard is dan zowat een rijksdaalder.
Onder de spanning van deze tegen
strijdigheid moet de mens zien te
leven. Maar hem ontbreekt de
kracht om op eigen benen te staan.
De meeste mensen zijn tuig (Freud).
Zo ontkomt de mens niet aan
schuldbesef, al hebben sommige
mensen met hun leugens meer moei
te dan anderen. Deze schuldgevoe
lens zijn niet af te doen als kinder
achtigheden die we uit onze vroege
jeugd hebben overgehouden.
Maar kan men zichzelf veranderen?
Hoe stijgt men boven zichzelf uit?
Wij willen verlossing en niets min
der. Daarom is de mens een theolo
gisch en niet een biologisch wezen.
Zonde en neurose zijn twee verschil
lende manieren om over dezelfde
zaak te spreken. Nu is het zo. dat
absolutie (vrijspraak van schuld)
van de absoluut andere wereld moet
komen. Vandaar de behoefte aan
openbaring, de behoefte aan een rid
derslag van de Hogere Majesteit.
Maar dan blijft het toch de vraag,
hoe je een heilige kan zijn en tegelijk
wetenschappelijke bewegingen van
wereldhistorisch belang kunt organi
seren.
Ontdekking
JUDAS DAN
Judas dan.
voorzien van een troep soli
en knechten van de
overpriesters en farizeeën
kwam daar
met fakkels, lantaarns en v
En Jezus, wetende alles
wat over Hem komen zou,
ging op hem toe
en zei tegen hen:
Wie zoeken jullie?
(uit Johannes 18. 1-11)
De vraag van de argeloze. Zo
kunnen zeggen, maar dan st1
tegelijk bij: wetende alles t
Hem komen zou. Dus mindt
loos dan het lijkt. Wel de vi
iemand die geen bedreiging
ander wil zijn. De vraag laat
open. Op de achtergrond s t
verraad, een van de afschuv i
ervaringen die een mens
doen. Die met Hem eet
Hem voor een grijpstuiver.
fakkels die bedreigende figu
sen de bomen toveren en h t
laten vallen op stokken en z\\ r
Maar die daar centraal staa i
bedreigend. Hij laat de wel
genoeg om terug te keren. H
niet. maar Hij is wel bereid
allen samen deze weg van od
gaan. Als dit dan onze weg;
weg van onrecht en geweld. I
voor ons gekozen en Hij zal t
tussen uit gaan. Maar 't
duidelijk worden dat wij
bedoelen. Dat neemt Hij hier
Zo komt Hij in ons leven, het
in z'n nood en uitzichtlooshei a
is nacht. Wel is het ons vanui jl
verteld. Vanuit die ene dag
opstanding.
Beroepingswerk
NED.HERV.KERK
Beroepen te Doetinchem: WJ
Woord te Waarde: te Schoi
C. v.Wijngaarden teMakkunj
le a.d. IJssel: A. Vlietj)
Doornspijk.
Bedankt voor Strijen: P. v. i
te Driesum.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Zandvoort: P.
te Zevenhuizen; te Werkencj
Ausma te Monster.
Intrede te ColijnspIaat-Ge|
Wissenkerke: kand. drs. A. j
aldaar.
CHR.GEREF.KERKEN
Beroepen te Vineland (Can.; I
church): J. Westerink te Nui
GEREF.GEMEENTEN
Beroepen te St Annaland:
te Barneveld: te Wolpaart
Mijnders te Ridderkerk.
UNIE VAN BAPTISTENGEf
Intrede te Dordrecht (tevens!
lisatiepred. in alg. dienst): R> a
uit IJmuiden. t
d: «J-Ai
Jfl
GEp
ensl
AMSTERDAM
Postbus 859.
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRE
Postbus 948.
Westblaak 9. Rotlerf'
Tel 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN
Postbus 101.
Parkstraat 22. Den
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN
Postbus 3.
Melkmarkt 56. Zwoll
Tel. 05200-17030
(ADVERTENTIE)
Zo komt Becker tot de ontdekking
dat de psychotherapie haar grenzen
heeft; dat psychiatrie en religie geen
tegenstellingen vormen, maar on
scheidbaar zijn.
Dat de religie een even goeae
psychologie is als de psychologie die
deed alsof ze haar verving. En daar
om staat niet. zoals bij Freud. voor
Becker de sexualiteit centraal, maar
de doodsvrees en de manier om daar
mee en van daar uit te leven.
Boeker acht Freud van historische
betekenis door wat hij gezien heeft,
maar hij sprak en schreef daarover
met een woordgebruik dat tekort
schoot omdat het tot misverstanden
aanleiding gaf. Na de kleine navol
gers en blinde volgelingen van Freud
kwamen de tegensprekers, maar Bec
ker acht het nu de tijd voor een
terugkeer tot enkele van Freuds
grondgedachten, doch dan na en
kele generaties van klinisch werk en
kasten vol vakliteratuur met een
betere terminologie.
Ik geef dit alles nu maar eenvoudig
weer. maar „we hebben tegenwoordig
eenvoud nodig om hoe dan ook iets te
kunnen zeggen" (bi. 243). Als dit voor
de schrijver geldt, geldt dit zeker ook
voor de recensent.
De strekking van dit stukje is niet
Becker voor het christendom te an
nexeren. Maar wel heeft mij getrof
fen. hoe men. eerlijk doorstotend tot
de kern en alle franje tot flarden
scheurend, langs psycho-analytische
weg komt tot het stuk der ellende en
de noodzaak van verlossing van
Godswege Becker trotseert de koude
en de huilende sneeuwstorm buiten
de iglo van de dogmatiek, waarbin
nen men het warm heeft soms ten
koste van de ruimte.
In de boekhandel
Een inleiding en orièn
voor allen die van Bach
den, de grote 'Bachgemj
te' in Nederland.
f 10,-
Ten Have Baarn
(ADVFRTENTlEi
nr.
WORDEN
80 blz. 18.50
Boelend en origineel worden een
bijbelse gedachten over het komende vf te
belicht.
C. van den Berg/G. Hengeveld
IK KAN HET NIET LATEN
4e druk. 156 blz.. geb f 12.50
Dagboekie voor jou! Indringend met
se stukjes van een onderwijsman
>ni
me
ine
Ds. Jac. J Rebel
STILLEVEN...
108 blz.. '9 50 „Au,
Een bundel dagooeningen d« ds. Rel Ht(
de NCRV-radio gehouden heeft, met lat
een bijbellezing en een kort gebed. |nr
Ds Th. Thijs
HELEMAAL JIJ ZIJN
2e druk. 72 blz 7.95
Oo bijzonder aanspreekbare wijze g
auteur aan de jeugd het evangelie door.
streerd
n 2
Verkrijgbaar in de boekhandel
j-h
are
2(
ei