jpul Kluwer: „ik sta achter |es wat ik uitgeef" ichters fleuren pmuziek op Steekpen Amsterdamse „Cuyp" onweerstaanbaar Symfonie Zweers terecht vergeten i\( me soms als iemand die een knuppel in het hoenderhok gooit J TEBEPSE Planken '.aken, stapels drukproe- j: anusripten en brieven een root deel van de liner an uitgever Paul (44) p de bovenverdie- n eerhistorisch pand in firt vn het Deventer 'Tartie. Het geheel doet g je moers taal": unieke Boekenweek-lp Eigen geluid ontbrak /K G 2 MAART 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET 7 F rei Lammers Jch tan en dat is ook debedoeling. I: eenaeetje boetiekachtige W( leveren geen massa 's 1. Dais de taak van de grote en. omputers wil ik buiten louen. Het moet allemaal ïlijt blijven," vertelt Paul ie, ls we door het bedrijf ir if mensen het hele pro- jpard gaat met het laten n an een boek, leiden. _\t van werken is aantrek- zii we als kleine zaak na- irg:wetsbaar, vooral wat de it ttreft. We moeten ervoor iealistisch te worden met van boeken. Je hebt zo [»en bestseller nodig". itaat echter hoog geno- /ïkh Hermes, zoals de uit- van Paul Kluwer direc- 1973 heet. „Toen hebben Kluwer laten vallen, om- Ie praktijk verwarring gaf :n uitgeverij Kluwer is, al ook op ander terrein le houdt zich al een paar lang met uitgeven bezig, btvader, Aebele Kluwer, ves- in 1884 in Deventer en ging Ui oolboeken uitgeven. Zijn oe s zochten het in dezelfde, iflEben, de oudste, ging de ar [ant op. Evert, de tweede uitgever van technische boeken en Nico, mijn va ts na een juridische studie voor het uitgeversvak, :d toegespitst op het mystie- ^alToen hij in 1965 met pensi- aai heb ik zijn werk voortgezet, 'at ie in de psychologie had ik ■oi Ier aan gegeven omdat die 5 zou gaan duren. Ik was bij rt gaan werken. Ik kwam ader op bekend terrein, ebben we de zaak omgezet 1 en de naam Ankh Hermes Het is afgeleid van het ie hiëroglyfenteken dat va- gnet gebruikte in zijn uitga eken is het symbool van het even. Hermes is een naam riekse mythologie; hij was mt van de goden, de uitvin- de lier en de veldfluit, de i ie maten en de gewichten. rmes volgens het oude ver- L liddelde tussen de goden en %n, zo vormt onze uitgeverij idende schakel tussen au- ubliek," verduidelijkt Paul. vrse interesse g eft het soort boeken dat hij "litreedt Paul Kluwer in de 1 en van zijn vader, die zich toelegde op oosterse u sten en denkwijzen. „Vader e ils zijn opdracht het oosten hé»t het westen te brengen, o d vaak over gepraat, al kan eggen dat die opvattingen 5 met de paplepel zijn inge- ijn twee oudere zusters en ik ïelemaal vrijgelaten. Moeder huis uit hervormd en wij zijn orm veel veranderd, vooral in echt orthodoxe kringen. Vroeger verstop ten de mensen dit soort boeken, durfden er niet over te praten. Nu worden ze gelezen door rooms- katholieken en gereformeerden, door huisvrouwen, studenten, ge pensioneerden, zeelieden en bankwerkers, door mensen in Gro ningen en in Maastricht. Ik krijg ook wel eens boze reactieè van mensen die zeggen dat hetgeen waar ik mee bezig ben ketters en duivels is. Het is echter volstrekt niet mijn bedoeling mensen anti-christelijk te maken, maar om ze juist door ze kennis te laten nemen van allerlei opvattingen hun christen-zijn beter te leren be grijpen, ze boven het christendom uit te laten groeien naar Christus. De gedachten die uit de oosterse wereld tot ons komen geven mogelijkheden om diep in jezelf door te dringen. Je begrip wordt er groter door als je je verdiept in de oosterse denkwereld. Je ziet dan je eigen beperktheid, je leert erdoor relativeren. Het ,ken uzelf' is belangrijk. Je moet proberen je eigen bril te leren kennen en besef fen dat je van een ander nooit meer kunt zien dan je zelf bevat." Mystiek PAUL KLUWER - -klein stukje van de ijsberg op catechisatie geweest, maar de in stelling van mijn ouders was dat je open moet staan voor iedere godsdienst omdat alle hetzelfde na streven, alle op zoek zijn naar God en naar zichzelf. Bij Paul was de interesse voor dit soort zaken al jong aanwezig. „Op de HBS en tijdens mijn kostschooljaren in Zwitserland heb ik op dat gebied heel wat afgelezen. Yoga sprak mij vooral sterk aan. Vader was veel meer oosters georiënteerd dan ik. Mijn belangstelling gaat ook uit naar de gezondheidsleer en alle facetten die daarmee hebben te maken," ver telt Paul als we in zijn auto op weg zijn naar Epse, het dorpje een kilo meter of vijf buiten Deventer, waar de Kluwers wonen midden in de na tuur in het landhuis „De Vijverberg", een naam die inhoud heeft omdat een grote vijver deel uitmaakt van hun wilde bostuin. Daar woont Paul met zijn vrouw An ke, zijn drie dochters, zijn zoon en een een hele menagerie, bestaande uit drie rijpaarden, waaronder zijn schimmel Muscatel, een pony, wat schapen, die de wol leveren voor de spinnewielen en het weefgetouw, die druk worden gebruikt in huize Klu wer, een aantal honden plus diverse gevederde diersoorten. Niet deftig Van gewichtigdoenerij moeten de Kluwers niets hebben. „De Vijver berg" is niet deftig ingericht. Het is het honk van een gezellig gezin. Dat merk je meteen als je de evenals het kantoor van Paul wat rommelig aan doende huiskamer binnenstapt, waar drie jonge hondjes vrolijk rondscharrelen en een andere hond met een groot bot in de weer is. Pratend over de boeken die Ankh Hermes uitgeeft en die hoofdzakelijk handelen over onderwerpen als het boeddhisme, het hindoe'sme, Krishnamurti, Omar Khayam, vlie gende schotels, parapsychologie, helderziendheid, re'ncarnatie, dood en hiernamaals, zegt Paul: „Ik zie het als een opdracht dit soort boe-' ken uit te geven. Ik zou bijvoorbeeld geen romans of detectives op de markt willen brengen, al kunnen die nuttig zijn uit een oogpunt van ver strooiing. Ik wil geen boek uitgeven waarvan je als lezer achteraf moet zeggen dat je het net zo goed niet gelezen zou kunnen hebben. Ik sta achter alles wat ik uitgeef, soms niet voor honderd procent ik denk wel eens van een schrijver: die draaft een beetje door maar het is dan toch een mening, waarvan ik vind dat het nuttig is dat anderen daar kennis van nemen. Ik zie me soms een beet je als iemand die de knuppel in het hoenderhok gooit. Ik voel me een soort katalysator, een man die een ontwikkeling op gang brent." Orthodoxe kringen Even later zegt Paul: „Tien jaar gele den zou ik veel van wat ik nu uitgeef niet hebben kunnen laten verschij nen. Er is de laatste tijd echter en Paul Kluwer vindt dat mensen moe ten verschillen. „De dommen, die je uitlachen en de mystiek aanvoelen de mensen maken met elkaar dat er woorden nodig zijn in het leven. An ders hoefde er niets gezegd te wor den, omdat allen het met elkaar eens zouden zijn". Mystiek, die in de oos terse landen een belangrijke plaats inneemt, wordt volgens Paul in het westen ten onrechte verwaarloosd. „En dat terwijl de bijbel er vol van staat. Jezus genas mensen, had visi oenen en kon brood vermenigvuldi gen, allemaal mystiek. Dat wordt echter zo weinig gebracht. De kern van het Nieuwe Testament is dat je je naaste lief moet hebben als jezelf. Van die opdracht trekt het christen dom zich niets aan. De nadruk wordt gelegd op het zondige, het schuldge voel." Het doet Paul Kluwer opmer ken: „Christus is voor mij iets anders dan het door dogma's vertekende christendom. De grote figuren uit de kerkhistorie als Franciscus van Assi- si, die de woorden van Christus heb ben waargemaakt, ernaar hebben geleefd, die hebben mijn grote sym pathie." Grafschriften Veel boeken die Paul Kluwer uit geeft gaan over de dood en het leven erna. „Het is belangrijk dat de mens de dood in zijn leven incalculeert. Je moet er open voor staan. De dood is verbonden met het leven. Je moet die niet zien als een verschrikking. Je moet ermee klaar komen, er vrij tegenover staan. Als kind hield me dat al bezig. Ik schreef toen graf schriften. Een ervan herinner ik me nog: ,Dood en leven wegen even zwaar, de geest komt door de dood niet in gevaar'. Ik geloof heilig in een leven na de dood." Als we later in het schemerdonker nog even bij de paarden gaan kijken zegt Paul: „Wij zijn als mens enorm beperkt. Met onze zintuigen kunnen we maar een klein stukje meten van de ijsberg waarop we ons bevinden. Met onze gevoelens kunnen we iets bevroeden van een grotere wereld dan alleen de zintuigelijke. Misschien ben ik wat zweverig. Dat verwijten mijn kinderen me wel eens, maar ik ben toch een nuchtere zakenman, al ben ik geen econoom die het volgens allerlei systemen doet." door Mink van Rijsdijk Er klopt iets niet, dacht ik, toen ik al een aardig eindje op streek was met een cursief over een Turks jongetje, dat in het ziekenhuis de achter glas liggende babies bekeek. Het kind fascineerde me en pas geboren mini-mensjes geven schrijvensstof te over. Maar het gevoel dat er iets niet klopte werd sterker. De ervaring heeft mij geleerd in zo'n geval het werkstukje acuut naar de prullemand te laten verhuizen. Het vergt meestal grondig speurwerk de fout te ontdekken. Om mijn grijze cellen te stimuleren kloof ik nu op de pen, waaruit die lieve dingen over dat Turkse knulletje waren gevloeid. Plotseling proefde ik dat de schrijfstift anders dan anders smaakte. En jawel hoor, daar zat ik notabene met een volslagen onbekende pen in de mond. Een rode, terwijl ik nooit één letter op papier zet dan met mijn zeer dierbare zwarte balpen. Het enge was niet zozeer die rode kleur, maar vooral de in duidelijk Nederlands geschreven mededeling: U bent nu OBF- lid. Dat gaf een vreemde sensatie, want ik ben astranterig genoeg zelf uit te willen maken van welke club ik lid word. Heel zeker wist ik me nooit bij die OBF aangesloten te hebben. Iemand moest dat dus achter mijn rug hebben geregeld. Het was nu zonne klaar wat er niet klopte. Een mens kan niet over een Turkje schrijven als plotseling het lidmaatschap uit de lucht komt rollen van een of ander geheimzinnig genootschap. Weliswaar dient gezegd te worden dat de pen best schreef en lekker in de hand lag. Het kluiven erop staakte ik wel, want wie kon mij verzekeren dat ik geen smerige bacillen tot me nam? Voorzichtig draaide ik de vreemde rode stift tussen mijn vingers, waardoor een deel van het mysterie spoedig werd opgelost. OBF bleek namelijk een verzekeringsmaatschappij te zijn in het noorden des lands. Zo zat ik niets vermoedend en geheel tegen imijn zin met een relatiegeschenk opgescheept. Dat stuitte me nog meer tegen de borst dan het OBF- lidmaatschap. Eerlijk gezegd ben ik dol op cadeautjes, maar ik heb het helemaal niet begrepen op relatie geschenken. Je krijgt ze nooit omdat iemand je blij wil maken, maar om je te binden. Zo'n band ambieer ik absoluut niet. Het begint met een pennetje, waar niemand over piept, maar voordat je het weet wordt er een hele schrijftafel bij je binnen gedragen, en terstond be moeit zich daar het hele dorp mee. Als dan het toeval wil dat je nieuwe autootje na twee maanden levertijd ook voorgereden wordt, de narcissen in je tuin geler bloeien dan waar dan ook en de postbode rondbazuint dat je in één week drie brieven kreeg van CRM wat dan? Wel, in zo'n situatie kun je maar het beste een poosje bij je tante op de Veluwe gaan logeren. Want een dorp blijft een dorp en de vermeende onrechtma tigheden van een ander zijn en blijven dolle dingen voor de mensen. En dan mag je nog van geluk spreken. Tante vindt het fijn als je komt en spoedig zal wel weer een andere dorpeling de zondebok zijn. Maar stel nou eens het idiote geval dat ik niet ik, maar een internationaal beroemd persoon was. Oh la la, dan ritselden voor veel geld en weinig goede woorden een paar sensatie freaks wat in de Engelse pers en kon iedere Brit lezen dat ik enorme financiële belangen had in de OBF. Niet nader te noemen ochtendbladen zouden dit bericht vlot overnemen en half braaf Nederland ging smullen van de lasterkluif. Wat een geluk dat ik niet echt een belangrijk mens ben, want wie zou nog geloven dat ik absoluut niet weet hoe ik aan die rode pen kom? Niemand toch. In de sensatiepers zou men kunnen lezen dat ik altijd al een steelzuchtige mentaliteit heb gehad. Zo gaat dat tegenwoordig. Voordat je het beseft is een eenvoudige pen zomaar een steekpen(ning) geworden. Beklemmende gedachte. tweeënveertig gulden. Een einde door Annemarie Lucker verder staat een cactuskweker en de bloemenstallatjes zijn niet te tellen. Een wandeling over de Amsterdamse Albert Cuypmarkt blijkt voor veel toeristen een onderdeel te zijn van het programma Rijksmuseum en Heineken brouwerijen. Het is een prima manier om iets op te snuiven van de sfeer die gekenmerkt wordt door enerzijds een typisch Hollands gebeuren en daarnaast de grote mengelmoes van Marokkanen. Turken, Chinezen, Spanjaarden en Surinamers. Nergens ziet men zoveel koninge, paleizen en hallen bijeelkaar als in e Albert Cuypstraat. De „Pitten Koning" op nr. 145 verkoopt alle onderdelen van petroleumlampen en kookstelletjes. Bij de „Rotan Koning" staan de schommelstoelen naast de poppewagens en de vogelkooien op de stoep voor de deur. Op nr. 101 is de „Azalea Hal", waar op het ogenblik honderden azalea's te koop zijn, maar ook een exotische palm voor zevenenvijftig gulden en een sinaasappelboompje voor Bij de doe-het-zelf winkels kunt u hout voor een bed laten zagen, bij het „Schuimplastic Paleis" kunt u een matras uitzoeken vanaf negentien gulden en tot slot een sprei kopen bij de „Spreien Hal". Zoekt u iets persoonlij kers dan moet u naar de „Boerenbont Hal" op nr. 188 gaan vooreen dons-overtrek van Staphorstergoed of een Brabants ruitje. Er zijn een paar stoffenhallen op de' markt, waar nog veel ouderwetse stoffen te krijgen zijn, maar daarvoor moet wel gekeken worden achter en onder de toonbanken of zeer hoog in de schappen. Het textielaanbod is overweldigend, vooral op maandag. Op de plek waar normaal de vishandelaren te vinden zijn staan dan de kramen met stofjes, tweedehands lappen, banden, tressen, galonnen en kanten. Jaeger hemden en onderbroeken in onwaarschijnlijke grote maten, liggen naast fivole nylon nachthemden en dusters. De rage van de tweedehands kleren is ook op de markt te bespeuren. Aanbiedingen van drie stuks voor een tientje blijken in trek te zin bij alle leeftijden. Turkse moeders staan samen met schoolmeisjes te zoeken en te passen in de grote klerenberg. Bij de vele India-stalletjes hangen tussen de exotische gewaden en de spijkerbroeken modieuze gestreepte grote overhemden, kielen en jurken van gerwud katoen (35 gulden). Er zijn twee antiekhallen, op nr. 156 en op nr. 142, met geïmporteerd Engels en Frans antiek en curiosa, dat over het algemeen zeer betaalbaar is. De firma Ötten op nr. 104 is niet alleen voor toeristen aantrekkelijk, behalve echte Hollandse klompen worden rubberlaarzen en Zweedse muilen verkocht. Een gastronoom kan op de Albert Cuyp uitstekend uit de voeten, want de vele toko's achter de stallet jes hebben bijna alle specialiteiten en ingrediënten uit verre landen, de vis is altijd vers en bij het aanbod van de groentesoorten hoeft niemand meer rekening te houden met het seizoen. Willem Schrama igspeelplaat als lokmiddel voor de boekenverkoop, noem het desnoods een beetje merkwaar- ar het is in elk geval een alleraardigste geste van de CPNB (Collectieve Propaganda van het ndse Boek) om daarmee de Boekenweek 1976 by jongeren wat meer in de belangstelling te «tel „Zing je moers taal" zal iart tot 25 april uitsluitend toekhandel voor de prijs van en langspeelplaat te krijgen arop twaalf Nederlandse ar- "1 en popgroepen liedjes vertol- ril een even groot aantal Neder- f dichters en schrijvers. Een ij inis, die in ettelijke gevallen i tekende resultaten heeft ge- e muzikanten hebben allen en dichter of schrijver mogen n, en wellicht is om die reden ntuur vaak zo goed afgelopen. ^jtepunten tide" drs P. een sonnet (14- 'tlm) bij Nico Scheepmaker, 'reeg al een dag later een tekst |t in de vorm van een anti- it, dat mede dank zij een Jk arrangement een van tpunten van de plaat mag genoemd: Als Brave Hendrik sta je aan de kant (met het gelijk uitbundig aan je zijde) en je ziet toe: de typisch uitgewijde, met hooguit een ge baksvork in je hand.18 maar niet minder ge slaagd, pakte de samenwerking uit tussen de popgroep Kayak en Harry Mulisch. Zonder een moment af te wijken van zijn specifiek eigen stijl, verklankte Kayak een mooi vers waarin Mulisch speelt met de tweele dige betekenis van het woord boezem. Laten we nog even doorgaan met de hoogtepunten. Boudewijn de Groot, „geraakt door de afstandelijke een voud van Gerrit Komrij", kreeg van laatstgenoemde een droevige kinder ballade, die hem nog één keer deed terugkeren naar de sfeer van zijn eerste grammofoonplaten. Het resul taat is een prachtig lied over een jongen van twaalf en een meisje van dertien: Hü was een waterprins die in zijn pak van goudlamee Was ontstegen aan de zee Zij was een kleine meermin die maar net, van lieverlee etc. Het dorp Weinig moeite met moeders taal heeft ook de groep Fungus, vertol kers van traditioneel Nederlandstalig tekstmateriaal. De volksdichter Wim de Vries pas laat bekend geworden door het VARA-televisieprogramma Van Onderen schreef voor hen „Het Dorp" vuit de bundel „Van acht tot vijf"). Heel anders dan de alom beminde versie van Sonneveld, hoe wel de tekst dezelfde nostalgie ver toont: Het dorp waarvan je hield zoals een vader van zijn kind, ligt te vrijen in de armen van de stad De groep Lucifer koos dichter Jan Kal uit voor een in memoriam voor een aan kanker overleden jeugdvriend. Kal verwerkte er een soort eigen ervaring in, en kwam tot een onthutsend sonnet, dat jammer genoeg nauwelijks inpasbaar bleek in het repertoire van een popgroep. In deze richting kan en moet Lucifer het niet zoeken. Hetzelfde is eigenlijk het geval met het waarlijk fraaie gedicht „Perpetuum Mobile" van Hans Dor- restijn, die soortgelijke morbide teksten schreef voor zijn lp „Bof kont" en ook sterke bijdragen leverde aan de Stratemakeropzee Show. Nu moet Peter Koelewijn zijn geschriften verklanken, en zo wordt het eindre sultaat vlees noch vis, hoewel er toch een prachtige ballade in de lucht hangt bij de volgende woorden: Van al wat lelijk was, hield jij, dus ook van mij, ook van mij. door Jac. Kort AMSTERDAM Hoe er aan het einde van de vorige eeuw in ons land werd gecomponeerd, dat kon men op de VARA—matinee van jl. zaterdag horen, waar de symfonie no 3 (Aan mijn vader land) van Bernard Zweers (18541924) werd gespeeld. Een van de vele fraaie illustraties van Johan Ekkel in het tekstboek van „Zing je moers taal". De eenzaamheid maakt me ziek, en nu ben ik weer de oude; mager, triest, melancholiek, dus je kan weer van me houden. Plezier Maar laten we niet te pessimistisch zijn, op een misser van Jenney Kaag man na (Earth and Fire), die het gedicht „De tijd zegt niets dan zie je wel" van Judith Herzberg „als voor dracht in een muzikaal gebeuren" volledig de mist doet ingaan, mag de rest van de plaat er beslist wezen. Maggie MacNeal waagt zich voor het eerst aan een Nederlands liedje („Te rug naar de kust", van Theun de Winter) en mag dat best nog eens doen. De politieke popgroep Bots moet veel plezier hebben beleefd aan het liedje „Rond" van Bert Schier- beek, en Alexander Curly toont zich een enkele keer serieus met een zalig stuk proza van Cees Buddingh („Maar één maand heb ik de kolder in m'n kop"). De popgroep Focus componeerde rond het gedicht „Avondrood" van Jules Deelder nogal wat muzikaal vuurwerk, en Robert Long tenslotte, mocht zich verkneukelen in een fittere tekst van Simon Carmiggelt over de dood van een brave juffrouw Nifterik: Wat fascinerend, dat u nu een engel bent. En dat u zweven kunt, U was zo corpulent. Een prima uitsmijter van een unieke langspeelplaat, die groef na groef aan toont dat de Nederlandse popmuziek niet per definitie gebukt hoeft te gaan onder een schromelijk gebrek aan goed tekstmateriaal. Alleen al om die reden is de plaat bij een volgende gelegen heid een prolongatie waard. En wie zich mocht ergeren aan enkele minder geslaagde experimenten tussen muzi kanten en dichters, voor hen is er altijd nog het ingelegde tekstboek, dat won dermooi is opgefleurd met illustraties van Johan Ekkel. De componist was reeds tijdens zijn leven een legendarische persoon. Alle leidinggevende figuren van het Ne derlandse muziekleven waren zijn leerling geweest en nog tijdens zijn leven werd zijn naam (door toedoen van Mengelberg) aangebracht aan het balcon van het Concertgebouw, temidden van de onsterfelijken. Na zijn dood werd het opeens anders. Zweers, een uiterst conservatief man, werd verdrongen door jonge Neder landers die wel degelijk oren hadden naar de nieuwere, met name Franse muziek en daarmee verdween Zweers zo geheel en al naar de achtergrond, dat zelfs zijn beroemdste werk (de Derde symfonie) volstrekt vergeten is. Ten onrechte? Afgaande op de uit voering van J.l. zaterdag zeker niet. Want weliswaar was Bernard Zweers een voortreffelijk vakman. Hij even aarde in technisch raffinement me nig groot componist zijner dagen. Maar, waar het bij een componist op aankomt, het eigen geluid, de eigen formule, deze dingen ontbraken hem nu precies. Alle Duitse componisten van Schumann tot Wagner komt men in zijn Derde Symfonie tegen. Iets Nederlands is in zijn werk vol strekt afwezig, of het moest dan zijn het feit, dat het met name genoemde speelse karakter van Deel II voor tweederden aan een zeer statig ge zongen psalm doet denken, of hier aan dat de symfonie, als zij onverkort wordt uitgevoerd, IV* uur in beslag- neemt, net als een preek anno 1880 Wonderlijk Het moet voor de jonge Italiaanse dirigent Guido Ajmone-Marsan een wonderlijke ervaring zijn geweest, dit stuk breedsprakerigheld uit het 19e- eeuwse Holland met het Radio Phil- harmonisch Orkest te spelen. Hij sloeg er zich met mannenmoed en met grote bekwaamheid doorheen, dezelfde moed, waarmee hij Joeri Je- gorof begeleidde in Saint-Saëns Tweede Pianoconcert. Want laten we eerlijk zijn men kan constateren dat deze 22-jarige Ru* een duizendkunstenaar is op zijn in strument, maar muzikaal stelt deze race op de toetsen niets voor. Een „toetsenist" is nu eenmaal iets an ders dan een pianist. Maar Jegorof is nog Jong. Wanneer hij gaat inzien dat pianospelen meer is dan „wie het hardste en het vlugste kan spelen" heeft hij in ieder geval zijn techniek mee.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 7