jpul Kluwer: „ik sta achter
|es wat ik uitgeef"
ichters fleuren
pmuziek op
Steekpen
Amsterdamse „Cuyp"
onweerstaanbaar
Symfonie Zweers
terecht vergeten
i\( me soms als iemand die een knuppel in het hoenderhok gooit
J TEBEPSE Planken
'.aken, stapels drukproe-
j: anusripten en brieven
een root deel van de
liner an uitgever Paul
(44) p de bovenverdie-
n eerhistorisch pand in
firt vn het Deventer
'Tartie. Het geheel doet
g je moers taal": unieke Boekenweek-lp
Eigen geluid ontbrak
/K G 2 MAART 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 7
F rei Lammers
Jch tan en dat is ook
debedoeling.
I:
eenaeetje boetiekachtige
W( leveren geen massa
's 1. Dais de taak van de grote
en. omputers wil ik buiten
louen. Het moet allemaal
ïlijt blijven," vertelt Paul
ie, ls we door het bedrijf
ir if mensen het hele pro-
jpard gaat met het laten
n an een boek, leiden.
_\t van werken is aantrek-
zii we als kleine zaak na-
irg:wetsbaar, vooral wat de
it ttreft. We moeten ervoor
iealistisch te worden met
van boeken. Je hebt zo
[»en bestseller nodig".
itaat echter hoog geno-
/ïkh Hermes, zoals de uit-
van Paul Kluwer direc-
1973 heet. „Toen hebben
Kluwer laten vallen, om-
Ie praktijk verwarring gaf
:n uitgeverij Kluwer is, al
ook op ander terrein
le houdt zich al een paar
lang met uitgeven bezig,
btvader, Aebele Kluwer, ves-
in 1884 in Deventer en ging
Ui oolboeken uitgeven. Zijn
oe s zochten het in dezelfde,
iflEben, de oudste, ging de
ar [ant op. Evert, de tweede
uitgever van technische
boeken en Nico, mijn va
ts na een juridische studie
voor het uitgeversvak,
:d toegespitst op het mystie-
^alToen hij in 1965 met pensi-
aai heb ik zijn werk voortgezet,
'at ie in de psychologie had ik
■oi Ier aan gegeven omdat die
5 zou gaan duren. Ik was bij
rt gaan werken. Ik kwam
ader op bekend terrein,
ebben we de zaak omgezet
1 en de naam Ankh Hermes
Het is afgeleid van het
ie hiëroglyfenteken dat va-
gnet gebruikte in zijn uitga
eken is het symbool van het
even. Hermes is een naam
riekse mythologie; hij was
mt van de goden, de uitvin-
de lier en de veldfluit, de
i ie maten en de gewichten.
rmes volgens het oude ver-
L liddelde tussen de goden en
%n, zo vormt onze uitgeverij
idende schakel tussen au-
ubliek," verduidelijkt Paul.
vrse interesse
g eft het soort boeken dat hij
"litreedt Paul Kluwer in de
1 en van zijn vader, die zich
toelegde op oosterse
u sten en denkwijzen. „Vader
e ils zijn opdracht het oosten
hé»t het westen te brengen,
o d vaak over gepraat, al kan
eggen dat die opvattingen
5 met de paplepel zijn inge-
ijn twee oudere zusters en ik
ïelemaal vrijgelaten. Moeder
huis uit hervormd en wij zijn
orm veel veranderd, vooral in echt
orthodoxe kringen. Vroeger verstop
ten de mensen dit soort boeken,
durfden er niet over te praten. Nu
worden ze gelezen door rooms-
katholieken en gereformeerden,
door huisvrouwen, studenten, ge
pensioneerden, zeelieden en
bankwerkers, door mensen in Gro
ningen en in Maastricht. Ik krijg ook
wel eens boze reactieè van mensen
die zeggen dat hetgeen waar ik mee
bezig ben ketters en duivels is. Het is
echter volstrekt niet mijn bedoeling
mensen anti-christelijk te maken,
maar om ze juist door ze kennis te
laten nemen van allerlei opvattingen
hun christen-zijn beter te leren be
grijpen, ze boven het christendom
uit te laten groeien naar Christus. De
gedachten die uit de oosterse wereld
tot ons komen geven mogelijkheden
om diep in jezelf door te dringen. Je
begrip wordt er groter door als je je
verdiept in de oosterse denkwereld.
Je ziet dan je eigen beperktheid, je
leert erdoor relativeren. Het ,ken
uzelf' is belangrijk. Je moet proberen
je eigen bril te leren kennen en besef
fen dat je van een ander nooit meer
kunt zien dan je zelf bevat."
Mystiek
PAUL KLUWER - -klein stukje van de ijsberg
op catechisatie geweest, maar de in
stelling van mijn ouders was dat je
open moet staan voor iedere
godsdienst omdat alle hetzelfde na
streven, alle op zoek zijn naar God en
naar zichzelf.
Bij Paul was de interesse voor dit
soort zaken al jong aanwezig. „Op de
HBS en tijdens mijn kostschooljaren
in Zwitserland heb ik op dat gebied
heel wat afgelezen. Yoga sprak mij
vooral sterk aan. Vader was veel
meer oosters georiënteerd dan ik.
Mijn belangstelling gaat ook uit naar
de gezondheidsleer en alle facetten
die daarmee hebben te maken," ver
telt Paul als we in zijn auto op weg
zijn naar Epse, het dorpje een kilo
meter of vijf buiten Deventer, waar
de Kluwers wonen midden in de na
tuur in het landhuis „De Vijverberg",
een naam die inhoud heeft omdat een
grote vijver deel uitmaakt van hun
wilde bostuin.
Daar woont Paul met zijn vrouw An
ke, zijn drie dochters, zijn zoon en
een een hele menagerie, bestaande
uit drie rijpaarden, waaronder zijn
schimmel Muscatel, een pony, wat
schapen, die de wol leveren voor de
spinnewielen en het weefgetouw, die
druk worden gebruikt in huize Klu
wer, een aantal honden plus diverse
gevederde diersoorten.
Niet deftig
Van gewichtigdoenerij moeten de
Kluwers niets hebben. „De Vijver
berg" is niet deftig ingericht. Het is
het honk van een gezellig gezin. Dat
merk je meteen als je de evenals het
kantoor van Paul wat rommelig aan
doende huiskamer binnenstapt,
waar drie jonge hondjes vrolijk
rondscharrelen en een andere hond
met een groot bot in de weer is.
Pratend over de boeken die Ankh
Hermes uitgeeft en die hoofdzakelijk
handelen over onderwerpen als het
boeddhisme, het hindoe'sme,
Krishnamurti, Omar Khayam, vlie
gende schotels, parapsychologie,
helderziendheid, re'ncarnatie, dood
en hiernamaals, zegt Paul: „Ik zie
het als een opdracht dit soort boe-'
ken uit te geven. Ik zou bijvoorbeeld
geen romans of detectives op de
markt willen brengen, al kunnen die
nuttig zijn uit een oogpunt van ver
strooiing. Ik wil geen boek uitgeven
waarvan je als lezer achteraf moet
zeggen dat je het net zo goed niet
gelezen zou kunnen hebben. Ik sta
achter alles wat ik uitgeef, soms niet
voor honderd procent ik denk wel
eens van een schrijver: die draaft een
beetje door maar het is dan toch
een mening, waarvan ik vind dat het
nuttig is dat anderen daar kennis
van nemen. Ik zie me soms een beet
je als iemand die de knuppel in het
hoenderhok gooit. Ik voel me een
soort katalysator, een man die een
ontwikkeling op gang brent."
Orthodoxe kringen
Even later zegt Paul: „Tien jaar gele
den zou ik veel van wat ik nu uitgeef
niet hebben kunnen laten verschij
nen. Er is de laatste tijd echter en
Paul Kluwer vindt dat mensen moe
ten verschillen. „De dommen, die je
uitlachen en de mystiek aanvoelen
de mensen maken met elkaar dat er
woorden nodig zijn in het leven. An
ders hoefde er niets gezegd te wor
den, omdat allen het met elkaar eens
zouden zijn". Mystiek, die in de oos
terse landen een belangrijke plaats
inneemt, wordt volgens Paul in het
westen ten onrechte verwaarloosd.
„En dat terwijl de bijbel er vol van
staat. Jezus genas mensen, had visi
oenen en kon brood vermenigvuldi
gen, allemaal mystiek. Dat wordt
echter zo weinig gebracht. De kern
van het Nieuwe Testament is dat je
je naaste lief moet hebben als jezelf.
Van die opdracht trekt het christen
dom zich niets aan. De nadruk wordt
gelegd op het zondige, het schuldge
voel." Het doet Paul Kluwer opmer
ken: „Christus is voor mij iets anders
dan het door dogma's vertekende
christendom. De grote figuren uit de
kerkhistorie als Franciscus van Assi-
si, die de woorden van Christus heb
ben waargemaakt, ernaar hebben
geleefd, die hebben mijn grote sym
pathie."
Grafschriften
Veel boeken die Paul Kluwer uit
geeft gaan over de dood en het leven
erna. „Het is belangrijk dat de mens
de dood in zijn leven incalculeert. Je
moet er open voor staan. De dood is
verbonden met het leven. Je moet
die niet zien als een verschrikking.
Je moet ermee klaar komen, er vrij
tegenover staan. Als kind hield me
dat al bezig. Ik schreef toen graf
schriften. Een ervan herinner ik me
nog: ,Dood en leven wegen even
zwaar, de geest komt door de dood
niet in gevaar'. Ik geloof heilig in een
leven na de dood."
Als we later in het schemerdonker
nog even bij de paarden gaan kijken
zegt Paul: „Wij zijn als mens enorm
beperkt. Met onze zintuigen kunnen
we maar een klein stukje meten van
de ijsberg waarop we ons bevinden.
Met onze gevoelens kunnen we iets
bevroeden van een grotere wereld
dan alleen de zintuigelijke.
Misschien ben ik wat zweverig. Dat
verwijten mijn kinderen me wel
eens, maar ik ben toch een nuchtere
zakenman, al ben ik geen econoom
die het volgens allerlei systemen
doet."
door Mink van Rijsdijk
Er klopt iets niet, dacht ik, toen ik al een aardig eindje
op streek was met een cursief over een Turks jongetje,
dat in het ziekenhuis de achter glas liggende babies
bekeek. Het kind fascineerde me en pas geboren
mini-mensjes geven schrijvensstof te over. Maar het
gevoel dat er iets niet klopte werd sterker. De ervaring
heeft mij geleerd in zo'n geval het werkstukje acuut
naar de prullemand te laten verhuizen. Het vergt
meestal grondig speurwerk de fout te ontdekken. Om
mijn grijze cellen te stimuleren kloof ik nu op de pen,
waaruit die lieve dingen over dat Turkse knulletje
waren gevloeid.
Plotseling proefde ik dat de schrijfstift anders dan
anders smaakte. En jawel hoor, daar zat ik notabene
met een volslagen onbekende pen in de mond. Een
rode, terwijl ik nooit één letter op papier zet dan met
mijn zeer dierbare zwarte balpen. Het enge was niet
zozeer die rode kleur, maar vooral de in duidelijk
Nederlands geschreven mededeling: U bent nu OBF-
lid. Dat gaf een vreemde sensatie, want ik ben
astranterig genoeg zelf uit te willen maken van welke
club ik lid word. Heel zeker wist ik me nooit bij die
OBF aangesloten te hebben. Iemand moest dat dus
achter mijn rug hebben geregeld. Het was nu zonne
klaar wat er niet klopte. Een mens kan niet over een
Turkje schrijven als plotseling het lidmaatschap uit de
lucht komt rollen van een of ander geheimzinnig
genootschap.
Weliswaar dient gezegd te worden dat de pen best
schreef en lekker in de hand lag. Het kluiven erop
staakte ik wel, want wie kon mij verzekeren dat ik
geen smerige bacillen tot me nam?
Voorzichtig draaide ik de vreemde rode stift tussen
mijn vingers, waardoor een deel van het mysterie
spoedig werd opgelost. OBF bleek namelijk een
verzekeringsmaatschappij te zijn in het noorden des
lands. Zo zat ik niets vermoedend en geheel tegen
imijn zin met een relatiegeschenk opgescheept. Dat
stuitte me nog meer tegen de borst dan het OBF-
lidmaatschap. Eerlijk gezegd ben ik dol op cadeautjes,
maar ik heb het helemaal niet begrepen op relatie
geschenken. Je krijgt ze nooit omdat iemand je blij wil
maken, maar om je te binden. Zo'n band ambieer ik
absoluut niet.
Het begint met een pennetje, waar niemand over
piept, maar voordat je het weet wordt er een hele
schrijftafel bij je binnen gedragen, en terstond be
moeit zich daar het hele dorp mee. Als dan het toeval
wil dat je nieuwe autootje na twee maanden levertijd
ook voorgereden wordt, de narcissen in je tuin geler
bloeien dan waar dan ook en de postbode rondbazuint
dat je in één week drie brieven kreeg van CRM wat
dan? Wel, in zo'n situatie kun je maar het beste een
poosje bij je tante op de Veluwe gaan logeren. Want
een dorp blijft een dorp en de vermeende onrechtma
tigheden van een ander zijn en blijven dolle dingen
voor de mensen.
En dan mag je nog van geluk spreken. Tante vindt het
fijn als je komt en spoedig zal wel weer een andere
dorpeling de zondebok zijn. Maar stel nou eens het
idiote geval dat ik niet ik, maar een internationaal
beroemd persoon was. Oh la la, dan ritselden voor
veel geld en weinig goede woorden een paar sensatie
freaks wat in de Engelse pers en kon iedere Brit lezen
dat ik enorme financiële belangen had in de OBF. Niet
nader te noemen ochtendbladen zouden dit bericht
vlot overnemen en half braaf Nederland ging smullen
van de lasterkluif.
Wat een geluk dat ik niet echt een belangrijk mens
ben, want wie zou nog geloven dat ik absoluut niet
weet hoe ik aan die rode pen kom? Niemand toch. In
de sensatiepers zou men kunnen lezen dat ik altijd al
een steelzuchtige mentaliteit heb gehad.
Zo gaat dat tegenwoordig. Voordat je het beseft is een
eenvoudige pen zomaar een steekpen(ning) geworden.
Beklemmende gedachte.
tweeënveertig gulden. Een einde
door Annemarie Lucker verder staat een cactuskweker en de
bloemenstallatjes zijn niet te tellen.
Een wandeling over de Amsterdamse
Albert Cuypmarkt blijkt voor veel
toeristen een onderdeel te zijn van
het programma Rijksmuseum en
Heineken brouwerijen. Het is een
prima manier om iets op te snuiven
van de sfeer die gekenmerkt wordt
door enerzijds een typisch Hollands
gebeuren en daarnaast de grote
mengelmoes van Marokkanen.
Turken, Chinezen, Spanjaarden en
Surinamers. Nergens ziet men zoveel
koninge, paleizen en hallen
bijeelkaar als in e Albert Cuypstraat.
De „Pitten Koning" op nr. 145
verkoopt alle onderdelen van
petroleumlampen en kookstelletjes.
Bij de „Rotan Koning" staan de
schommelstoelen naast de
poppewagens en de vogelkooien op
de stoep voor de deur. Op nr. 101 is de
„Azalea Hal", waar op het ogenblik
honderden azalea's te koop zijn,
maar ook een exotische palm voor
zevenenvijftig gulden en een
sinaasappelboompje voor
Bij de doe-het-zelf winkels kunt u
hout voor een bed laten zagen, bij het
„Schuimplastic Paleis" kunt u een
matras uitzoeken vanaf negentien
gulden en tot slot een sprei kopen bij
de „Spreien Hal". Zoekt u iets
persoonlij kers dan moet u naar de
„Boerenbont Hal" op nr. 188 gaan
vooreen dons-overtrek van
Staphorstergoed of een Brabants
ruitje.
Er zijn een paar stoffenhallen op de'
markt, waar nog veel ouderwetse
stoffen te krijgen zijn, maar daarvoor
moet wel gekeken worden achter en
onder de toonbanken of zeer hoog in
de schappen. Het textielaanbod is
overweldigend, vooral op maandag.
Op de plek waar normaal de
vishandelaren te vinden zijn staan
dan de kramen met stofjes,
tweedehands lappen, banden,
tressen, galonnen en kanten. Jaeger
hemden en onderbroeken in
onwaarschijnlijke grote maten,
liggen naast fivole nylon
nachthemden en dusters. De rage
van de tweedehands kleren is ook op
de markt te bespeuren.
Aanbiedingen van drie stuks voor
een tientje blijken in trek te zin bij
alle leeftijden. Turkse moeders staan
samen met schoolmeisjes te zoeken
en te passen in de grote klerenberg.
Bij de vele India-stalletjes hangen
tussen de exotische gewaden en de
spijkerbroeken modieuze gestreepte
grote overhemden, kielen en jurken
van gerwud katoen (35 gulden). Er
zijn twee antiekhallen, op nr. 156 en
op nr. 142, met geïmporteerd Engels
en Frans antiek en curiosa, dat over
het algemeen zeer betaalbaar is.
De firma Ötten op nr. 104 is niet
alleen voor toeristen aantrekkelijk,
behalve echte Hollandse klompen
worden rubberlaarzen en Zweedse
muilen verkocht.
Een gastronoom kan op de Albert
Cuyp uitstekend uit de voeten, want
de vele toko's achter de stallet jes
hebben bijna alle specialiteiten en
ingrediënten uit verre landen, de vis
is altijd vers en bij het aanbod van de
groentesoorten hoeft niemand meer
rekening te houden met het seizoen.
Willem Schrama
igspeelplaat als lokmiddel voor de boekenverkoop, noem het desnoods een beetje merkwaar-
ar het is in elk geval een alleraardigste geste van de CPNB (Collectieve Propaganda van het
ndse Boek) om daarmee de Boekenweek 1976 by jongeren wat meer in de belangstelling te
«tel „Zing je moers taal" zal
iart tot 25 april uitsluitend
toekhandel voor de prijs van
en langspeelplaat te krijgen
arop twaalf Nederlandse ar-
"1 en popgroepen liedjes vertol-
ril een even groot aantal Neder-
f dichters en schrijvers. Een
ij inis, die in ettelijke gevallen
i tekende resultaten heeft ge-
e muzikanten hebben allen
en dichter of schrijver mogen
n, en wellicht is om die reden
ntuur vaak zo goed afgelopen.
^jtepunten
tide" drs P. een sonnet (14-
'tlm) bij Nico Scheepmaker,
'reeg al een dag later een tekst
|t in de vorm van een anti-
it, dat mede dank zij een
Jk arrangement een van
tpunten van de plaat mag
genoemd:
Als Brave Hendrik sta je
aan de kant
(met het gelijk uitbundig
aan je zijde)
en je ziet toe: de typisch
uitgewijde,
met hooguit een ge
baksvork in je hand.18
maar niet minder ge
slaagd, pakte de samenwerking uit
tussen de popgroep Kayak en Harry
Mulisch. Zonder een moment af te
wijken van zijn specifiek eigen stijl,
verklankte Kayak een mooi vers
waarin Mulisch speelt met de tweele
dige betekenis van het woord
boezem.
Laten we nog even doorgaan met de
hoogtepunten. Boudewijn de Groot,
„geraakt door de afstandelijke een
voud van Gerrit Komrij", kreeg van
laatstgenoemde een droevige kinder
ballade, die hem nog één keer deed
terugkeren naar de sfeer van zijn
eerste grammofoonplaten. Het resul
taat is een prachtig lied over een
jongen van twaalf en een meisje van
dertien:
Hü was een waterprins die in zijn
pak van goudlamee
Was ontstegen aan de zee
Zij was een kleine meermin die
maar net, van lieverlee
etc.
Het dorp
Weinig moeite met moeders taal
heeft ook de groep Fungus, vertol
kers van traditioneel Nederlandstalig
tekstmateriaal. De volksdichter Wim
de Vries pas laat bekend geworden
door het VARA-televisieprogramma
Van Onderen schreef voor hen
„Het Dorp" vuit de bundel „Van acht
tot vijf"). Heel anders dan de alom
beminde versie van Sonneveld, hoe
wel de tekst dezelfde nostalgie ver
toont:
Het dorp waarvan je hield zoals een
vader van zijn
kind, ligt te vrijen in de armen van
de stad
De groep Lucifer koos dichter Jan
Kal uit voor een in memoriam voor
een aan kanker overleden
jeugdvriend. Kal verwerkte er een
soort eigen ervaring in, en kwam tot
een onthutsend sonnet, dat jammer
genoeg nauwelijks inpasbaar bleek in
het repertoire van een popgroep. In
deze richting kan en moet Lucifer het
niet zoeken. Hetzelfde is eigenlijk het
geval met het waarlijk fraaie gedicht
„Perpetuum Mobile" van Hans Dor-
restijn, die soortgelijke morbide
teksten schreef voor zijn lp „Bof
kont" en ook sterke bijdragen leverde
aan de Stratemakeropzee Show. Nu
moet Peter Koelewijn zijn geschriften
verklanken, en zo wordt het eindre
sultaat vlees noch vis, hoewel er toch
een prachtige ballade in de lucht
hangt bij de volgende woorden:
Van al wat lelijk was, hield jij,
dus ook van mij, ook van mij.
door Jac. Kort
AMSTERDAM Hoe er aan het einde van de vorige eeuw in ons
land werd gecomponeerd, dat kon men op de VARA—matinee
van jl. zaterdag horen, waar de symfonie no 3 (Aan mijn vader
land) van Bernard Zweers (18541924) werd gespeeld.
Een van de vele fraaie illustraties van Johan Ekkel in het tekstboek
van „Zing je moers taal".
De eenzaamheid maakt me ziek,
en nu ben ik weer de oude;
mager, triest, melancholiek,
dus je kan weer van me houden.
Plezier
Maar laten we niet te pessimistisch
zijn, op een misser van Jenney Kaag
man na (Earth and Fire), die het
gedicht „De tijd zegt niets dan zie je
wel" van Judith Herzberg „als voor
dracht in een muzikaal gebeuren"
volledig de mist doet ingaan, mag de
rest van de plaat er beslist wezen.
Maggie MacNeal waagt zich voor het
eerst aan een Nederlands liedje („Te
rug naar de kust", van Theun de
Winter) en mag dat best nog eens
doen. De politieke popgroep Bots
moet veel plezier hebben beleefd aan
het liedje „Rond" van Bert Schier-
beek, en Alexander Curly toont zich
een enkele keer serieus met een zalig
stuk proza van Cees Buddingh
(„Maar één maand heb ik de kolder in
m'n kop").
De popgroep Focus componeerde rond
het gedicht „Avondrood" van Jules
Deelder nogal wat muzikaal vuurwerk,
en Robert Long tenslotte, mocht zich
verkneukelen in een fittere tekst van
Simon Carmiggelt over de dood van
een brave juffrouw Nifterik:
Wat fascinerend, dat u nu een
engel bent.
En dat u zweven kunt, U was zo
corpulent.
Een prima uitsmijter van een unieke
langspeelplaat, die groef na groef aan
toont dat de Nederlandse popmuziek
niet per definitie gebukt hoeft te gaan
onder een schromelijk gebrek aan goed
tekstmateriaal. Alleen al om die reden
is de plaat bij een volgende gelegen
heid een prolongatie waard. En wie
zich mocht ergeren aan enkele minder
geslaagde experimenten tussen muzi
kanten en dichters, voor hen is er altijd
nog het ingelegde tekstboek, dat won
dermooi is opgefleurd met illustraties
van Johan Ekkel.
De componist was reeds tijdens zijn
leven een legendarische persoon. Alle
leidinggevende figuren van het Ne
derlandse muziekleven waren zijn
leerling geweest en nog tijdens zijn
leven werd zijn naam (door toedoen
van Mengelberg) aangebracht aan
het balcon van het Concertgebouw,
temidden van de onsterfelijken.
Na zijn dood werd het opeens anders.
Zweers, een uiterst conservatief man,
werd verdrongen door jonge Neder
landers die wel degelijk oren hadden
naar de nieuwere, met name Franse
muziek en daarmee verdween Zweers
zo geheel en al naar de achtergrond,
dat zelfs zijn beroemdste werk (de
Derde symfonie) volstrekt vergeten
is.
Ten onrechte? Afgaande op de uit
voering van J.l. zaterdag zeker niet.
Want weliswaar was Bernard Zweers
een voortreffelijk vakman. Hij even
aarde in technisch raffinement me
nig groot componist zijner dagen.
Maar, waar het bij een componist op
aankomt, het eigen geluid, de eigen
formule, deze dingen ontbraken hem
nu precies. Alle Duitse componisten
van Schumann tot Wagner komt men
in zijn Derde Symfonie tegen.
Iets Nederlands is in zijn werk vol
strekt afwezig, of het moest dan zijn
het feit, dat het met name genoemde
speelse karakter van Deel II voor
tweederden aan een zeer statig ge
zongen psalm doet denken, of hier
aan dat de symfonie, als zij onverkort
wordt uitgevoerd, IV* uur in beslag-
neemt, net als een preek anno
1880
Wonderlijk
Het moet voor de jonge Italiaanse
dirigent Guido Ajmone-Marsan een
wonderlijke ervaring zijn geweest, dit
stuk breedsprakerigheld uit het 19e-
eeuwse Holland met het Radio Phil-
harmonisch Orkest te spelen. Hij
sloeg er zich met mannenmoed en
met grote bekwaamheid doorheen,
dezelfde moed, waarmee hij Joeri Je-
gorof begeleidde in Saint-Saëns
Tweede Pianoconcert.
Want laten we eerlijk zijn men kan
constateren dat deze 22-jarige Ru*
een duizendkunstenaar is op zijn in
strument, maar muzikaal stelt deze
race op de toetsen niets voor. Een
„toetsenist" is nu eenmaal iets an
ders dan een pianist. Maar Jegorof
is nog Jong. Wanneer hij gaat inzien
dat pianospelen meer is dan „wie het
hardste en het vlugste kan spelen"
heeft hij in ieder geval zijn techniek
mee.