1906: de eerste pinkstergemeente in Nederland Gewoon kerkvolk in Dordrecht Waarom calvinisten slechte kampeerders zijn jfe- Vandaa voorlopi VOORBIJGANG Onze adresse ZATERDAG 20 MAART 1976 KERK TROUW/KWA H door dr. J. J. Buskes In 1906 werd in Amsterdam de eerste pinkstergemeente in Nederland gesticht. De naam pinkstergemeente is meer dan een herinnering aan het eerste pinksterfeest, dat immers door de gehele christelijke kerk gevierd wordt. Door haar naam onderscheidt de pinkstergemeente zich zeer bewust van de kerken, die zich naar haar overtuiging, ook al stemmen zij in met de Geloofsbelijdenis van Nicea ..Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en levend maakt", onvoldoende ernst maken met deze belijdenis. De kerken verstaan niet. wat de Heilige Geest en het werk van de Heilige Geest voor de gemeente van Christus betekenen. Zo ls de pinkstergemeente in de rich ting van de kerk een verwijt, maar een verwijt als keerzij van de dankbaarheid voor de rijkdom, die de pinkstergemeente in haar geloof in de Heilige Geest gevonden heeft geloof, bekering, heiliging, de doop met de Heilige Geest en de bijzonde re gaven van de Heilige Geest. Het is niet toevallig, dat de pinkster beweging ontstaan is in de vorige eeuw. waarin de verburgerlijking en het rationalisme ook de kerken niet onaangetast lieten, zodat het leven des Geestes verschraalde. Ik denk aan de Oxford-Brighton-beweging en de revival in Wales, geweldige, ofschoon voorbijgaande réveils. Polman Als één van de voornaamste leiders der pinksterbeweging moet Alexan der Boddy in Engeland genoemd worden. Hij behoorde tot de angli caanse kerk, ontving de Geestesdoop en de gave van het spreken in tongen. Aan het begin van deze eeuw hield hij samenkomsten in Amsterdam. Zijn prediking van bloed en vuur trok vele Amsterdammers en tientallen ont vingen de Geestesdoop. Voor Nederland is de figuur van Ger- rit Roelof Polman van betekenis. Jammer, dat er nog altijd geen bio grafie van deze merkwaardige man verschenen is. Al heel jong kwam hij tot bekering en in 1889 trad hij op als evangelist in Zwolle. Het conservatie ve Zwolle kwam in verzet met als gevolg: straatconflicten. De politie moest er met de blanke sabel een eind aan maken. Polman was toen 21. In 1890 sloot hij zich aan bij het Leger des Heils en werd leider van de kweekschool in Amsterdam. Hij on derging de invloed van mr Arthur Booth Clibborn, die getrouwd was met de Maréchale (de dochter van William Booth) en de genezing op gebed en de nabije wederkomst van Christus predikte. Toen hij weigerde eeuwig trouw aan het Leger en de vlag van het Leger te beloven, weiger de Polman dat ook. Hij verliet het Leger. Twee jaar bracht hij door in Sion City bij Chicago, om daar te studeren en te werken onder leiding van Alexander Dowie, de machtige opwekkingsprediker, in wiens „Do- wie's Tabernacle" iedere zondag 's morgens om zeven uur drieduizend en 's middags zevenduizend mensen bijeenkwamen. Zaaltjes In Amsterdam was er een groep geestverwanten van Polman, die sinds 1906 samenkomsten hielden: de eerste pinkstergemeente in Neder land. In 1907 kwam Polman naar Amsterdam, om de voorganger van deze groep te worden. In de bidston den werd veel gesproken over de Geestesdoop en het spreken in ton gen. In 1908 ontving Polman zelf de Geestesdoop en de gave der glossola- lie (tongentaai). De gemeente breidde zich uit en het éne na het andere zaaltje werd te klein. Tenslotte kwam men terecht in de Kerkstraat. Een likeurstokerij en een lijstenfabriek werden afgebroken om plaats te ma ken voor ..Immanuël", dat vijfhon derd mensen bergen kon. Een stukje geschiedenis en nu vindt vandaag een herdenking plaats. Dan is het zeventig jaar gele den. dat in Amsterdam de eerste pinkstergemeente in Nederland ge sticht werd. In die zeventig jaar is er heel wat veranderd. De pinksterge meenten zijn in wat rustiger vaarwa ter terecht gekomen, maar hebben hun oorspronkelijk karakter niet ver loren. Integendeel. De broederschap breidt zich uit. Elke gemeente is volstrekt auto noom. De samenkomsten worden druk bezocht. Gezongen wordt uit de bundel van Johannes de Heer en uit „Glorieklokken", een bundel liederen van zuster Alt uit Indonesië. Het aan tal leden is niet zo groot, maar het zijn allen meelevende leden, deels opgegroeid in de pinkstergemeente, deels overgekomen uit verschillende kerken, deels gewonnen door het evangelisatiewerk. De zending wordt als een uiterst belangrijke zaak be schouwd en met de pinkstergemeen ten in het buitenland is er een goed contact, vooral met die in Zweden. Doop De kinderdoop wordt niet zonder meer afgewezen, maar beschouwd als het opdragen van de kinderen aan de Heer. Zij kan de doop op belijdenis niet vervangen. Verreweg het be langrijkste is de doop met de Heilige Geest, die het charismatisch karak ter van de gemeente bepaalt en ver gezeld gaat van de bijzondere gaven des Geestes: het spreken in tongen, de profetie, het visionaire, de dienst der genezing en het exorcisme (uit bannen van duivelse krachten). Men spreekt over de charismatische spits van het werk van de Geest: de doorbraak van de Geest als escha gave van de eindtijd. Zo gaat de gemeente de wederkomst van de Heer tegemoet. Prof. Herman Ridderbos meent, dat er in de kerk een grote geestelijke attentie nodig is voor wat de charis matische beweging voor ons bete kent. De kerk wordt geroepen tot een nieuwe bezinning op de boodschap van het evangelie aangaande de Hei lige Geest. Oorzaak Dat velen de kerken verlaten om zich aan te sluiten bij de pinkstergemeen ten en alle mogelijke pinksterbewe gingen, vindt zijn oorzaak niet alleen in het tekort in de kerk aan bijbelse geloofsbelevenis en geloofspraktijk (ook in de prediking), maar vooral in het besef, dat de kerk zich noch in haar geloofsbelijdenis en theologie, noch in haar gemeenteleven de rijk dom van het geloof in de Heilige Geest, de Geestesdoop en de bijzon dere gaven van de Geest heeft toe geëigend. De kerken zijn halverwege blijven steken. Het voor de doorsnee- kerkmens vreemde en bizarre van het spreken in tongen, de profetie en de genezing op gebed, mag naar mijn overtuiging voor hem geen reden zijn te vergeten, dat voor de pinksterge meente het ontvangen van de doop met de Heilige Geest en de bijzonde re gaven van de Geest pas waarlijk de intense ervaring van de nabijheid van Christus en het leven des Gees tes met zich meebrengt. Vraag Het bestaan van de pinkstergemeen te mag voor de kerk geen vrijblijven de zaak zijn. Dat bestaan vraagt vol gens prof. Herman Ridderbos aan de kerk, of deze in heel haar geloofsbele ving wel weet heeft van de eigenlijke doop en doorbraak van de Geest en of zij niet in zelfgekozen armoede voorbijgaat aan het middel, dat haar uit matheid en de vervaging van haar geloofsbeleving zou kunnen redden. Zijn wij als kerk niet al te huiverig voor het buitengewone en radicale? Het rationalisme is veel dieper in ons kerkelijk leven binnengedrongen dan wij vermoeden, al zou het alleen zijn in de gestalte van een leerheiligheid, die aan de heiliging van het leven door de Heilige Geest in de weg staat. De hierbij afgedrukte tekeningen zijn uit het informatiebulletin van de broe derschap van pinkstergemeenten in ons land. door dr. A. Dekker „Wij zijn dit verhaal nogal romantisch begonnen en hebben het nogal realistisch beëindigd. Van het landschap zijn wij bij de landbouw terechtgekomen, van de pelgrim bij de landman, van de Mont Ventoux en Petrarca bij Brussel en zijn boterberg." Met deze volzinnen schetst prof. dr. G. Th. Rothuizen de inhoud van zijn nieuwste zojuist verschenen studie over ethiek en landschap: „De adem van de cultuur". Het is een met vaart geschreven, soms bijzonder geestig boekje. De schrijver stipt veel onderwerpen aan die leder goed zijn voor uitwer king omdat de boekenmarkt op het gebied van ethiek en landschap be paald niet overvoerd is. Rothuizen schrijft over de mens en zijn landschap. Ondenkbaar zonder el kaar. Elk landschap bezit iets van de natuur én van de mens. De stad kén niet worden weggedacht uit het landschap en in die zin is milieube heer een zaak van eeuwen omdat ..zonder de mens de natuur tot het uiterste gaat: zonder de mens wordt kruid enkel tot onkruid." Calvinist Met bovenstaande stelling zal menig natuurliefhebber enige moeite heb ben, maar het leuke is dat Rothuizen typisch calvinistisch, dus nuchter en teer tegelijk, te werk gaat. Hij vraagt geen overdreven aandacht voor na- tuurfanatiekelingen maar ook niet voor de nijvere mensen die het landschap zo nodig economisch wil len exploiteren. Interessant is daarbij hoe hij op het bermtoerisme wijst als een wezenlij ke vorm van recreatie: het landschap als achtergrond en „de stad van de mens" toch in de buurt. Intussen zeilen we zo van onderwerp zijn we bij Petrarca die in 1336 de Mont Ventoux beklom (met Augusti- nus' boekjes in zijn rugzak) om daar te ontdekken dat het landschap van de ziel het enige is dat er op aan mèg komen. Een aantal bladzijden verder staan we naast Aantjes bij de dam over de Oosterschelde. Om in stijl te blijven zou je vanwege de bomen het bos niet meer kunnen zien, maar dat valt mee. Prof. Rothui zen is behoedzaam bezig en ook al drentel je met hem langs steeds nieu we zijpaadjes, we keren altijd naar de hoofdlijn terug: de mens en het landschap in hun vergelijk, hun compromis. Dit kleine werkje kent een evenwichtige opbouw. Romantiek Geestig is de rake analyse van de geschiedenis van het calvinisme en de romantiek, de natuur en het landschap. „In Genève wordt ge werkt!" Bij de calvinisten is altijd een zekere reserve te vinden tegen over ongeremde natuuraanbidding. Het calvinisme, schrijft Rothuizen, was altijd huiverig voor de romantiek omdat sentiment gauw kan over- slaanin sentimentaliteiten sentimen taliteit en wreedheid weer dezelfde wortel hebben. Afgoderij, ook met de natuur, is een ander woord voor ge brek aan naastenliefde. Vandaar de lichte huiver voor het pathetische in de natuurbewondering en de aarze ling tegenover de padvindersmoraal. De calvinist is altijd meer burger geweest dan dichter en meer werker dan wandelaar. Onder de eerste kam peerders zullen weinig calvinisten geweest zijn. Het accent lag meer op de groei en de economie dan op verpozing in het schone milieu en de vrijetijdsbeste ding. De calvinist weet het landschap te waarderen, te taxeren en te exploi teren. Rothuizen wijst er ook op hoe de calvinist soms een onderdanig ethos heeft. „De hemel is gehuisvest in Middelburg en bij de cultuur technische dienst denkt men aan die der engelen. Romeinen 13, en dan de meest conservatieve uitleg daarvan spelen hem parten." Protest kent het calvinisme wel degelijk, maar meest al vóór en niet tegen een overheid. Compromis Of dat allemaal zó als laatste waar heid kan worden opgevangen? Rot huizen strooit met denkertjes om ver der uit te werken, riet landschap blijft bij hem een compromis: een zaak van natuur en cultuur, een ver gelijk tussen beide, een afwegen van belangen. „Liefde, óók voor het landschap vraagt om schroom en ge duld, heeft recht óp een aanloop en de nodige afstandelijkheid." Zodat de werkende mens moet oppassen voor afgoderij met het landschap aan de éne kant en tegelijk de boer iets méér moet laten blijven dan een op- passer-met-de-pet van een natuur- parkje. Willen we met het landschap blijven leven zodat het niet wordt wegge vaagd door fanatieke stedenbouwers en landbouwhervormers dan zal er door A. J. Klei naar onderwerp Het ene moment Verleden week moest ik even bij een gereformeerd echtpaar in Dordrecht zijn, een aardig stel van rijpe leeftijd. Typische verte genwoordigers van wat gereformeerde synodeleden „het gewone kerkvolk" noemen en waarover ze altijd met een dierbare trilling in hun stem praten. Want, zo leggen ze uit, dat gewone kerkvolk is compleet van slag geraakt door de nieuwere inzichten, welke theologen als Kuitert en Wiersinga brutaalweg aan de man brengen. DE BIJBEL MET DEUTEROCANONIEKE OF APOCRIEFE BOEKEN IN EEN VERTALING VAN DEZE EEUW Op speciaal verzoek van de Evangelisch-Lutherse en Oud-Katholieke Kerk heeft het Nederlands Bijbelgenootschap de deuterocanonieke of apocriefe boeken geheel opnieuw laten vertalen. De bijbel in de Vertaling-1951 is nu ook weer verkrijgbaar mét apocriefe boeken in een nieuwe vertaling in één band. Deze bijbel is gezet in twee kolommen. De pericoopopschriften staan over de volle breedte van de pagina. Duidelijke letter. Veel tekstverwijzingen. Gebonden in stevige balacron band. Formaat: 21.5x14,5 cm Bestelnummer 10.017.0 Prijs: 39,50. Verkrijgbaar bij uw boekhandel of NEDERLANDS BIJBELGENOOTSCHAP Postbus 620 te Haarlem Tel 023-259501. Voorzichtig belde ik aan. We hadden net een synodeweek achter de rug en behalve dat het weer Wiersinga was wat de klok sloeg waren er nu CPN- sympathisanten bijgekomen om het gewone kerkvolk in verwarring te brengen. Wat zou dit alles aangericht hebben?, vroeg ik me bezorgd af. Mevrouw deed open. Aan haar zag je niks, ze leek heel opgewekt, maar je kunt het natuurlijk ook innerlijk ver werken en daarbij dapper een vrolijk gezicht zetten. Aangeland in het woonvertrek aarzelde ik om erover te beginnen, maar ik overwoog dat het toch het beste was deze mensen in hun belangstellingssfeer te benade ren. Ik sprak derhalve de volgende woorden ter opening van het gesprek: „Nou, de zaak-Wiersinga schijnt nu toch eindelijk afgelopen te zijn.." Mijn gastvrouw, die juist was opge staan om koffie te maken, hield haar pas in en vroeg verbaasd: „De zaak van Wiersinga? Die ken ik niet. Is-t-ie opgeheven, zegt u? Tja. ik ga meestal naar Albert Heijn, die hebben we hier namelijk net om de hoek." De heer des huizes deed ook een duit in de zak en verklaarde op enigszins knorrige toon dat onze huidige over heid bezig was de kleine middenstan der fijn te knijpen. „Ik heb het over dominee Wiersinga", hernam ik, mijn stem wat uitzettend Meneer schudde het hoofd. „Domi nee Wiersinga? We hebben hier geen dominee Wiersinga. Er staan hier goeie dominees, dat kunt u van me aannemen maar geen Wiersinga. Hoe komt u daar eigelijk bij?" boven het stukje:„In Dordrecht weet men niet wie Kuitert en Wiersinga zijn." Vandaar dus. Blijkens het synodeverslag in het Centraal Weekblad heeft de Dordrechtse ouderling mevrouw Die- mer-Van der Esch deze uitspraak ge daan. Ik hoop niet dat ze, thuis geko men, voor haar forse bewering op haar kop heeft gehad. Want ze heeft groot gelijk. Ach nee, niet naar de letter natuurlijk, maar naar de geest. Ik durf hier poneren dat de doorsnee gereformeerde, éls hij al van iets in de kerk van slag raakt, dit eerder is om, zeg maar, een malle wijs in het liedboek of een onhandig aanvangs- uur van de morgendienst, dan we gens de „ontoelaatbare" opvattingen van dominee Wiersinga of de „hori- zontaliserende tendenties" van pro fessor Kuitert. Dr. H. Wiersinga Mevrouw hield het er goeiig op dat ik met een andere plaats in de war was. Ik besloot nog een poging te wagen: „Professor Kuitert heeft zich ook nog gemengd in het debat." Mevrouw, scharrelend met de sui kerklonten, sprak glimlachend: „Gemengd bad...ach ja, in mijn jeugd waren ze daar erg tegen." „Meneer hier heeft het over een pro fessor, lieve," viel haar echtgenoot in. „Kuitert." herhaalde ik. „Kuyper zul je bedoelen," reageerde mijn gesprekspartner en behaaglijk achterover leunend in zijn stoel ging hij voort: „Kuyper...ja, zelfs z'n naam raakt blijkbaar in het vergeetboek. Maar dat was nou nog eens een echte leider voor ons gereformeerde volk. Daar werd naar geluisterd! Ik wist overigens niet dat hij zich ook over het gemengd baden heeft uitgelaten, maar ja, alle terreinen des levens, hè? Tot in het zwembad toe, ha ha! Waar ze zich vroeger al niet druk over maakten.En vandaag de dag kan alles er mee door. Weet je nog Mien, dat wij in onze verlovingstijd niet eens onder één dak mochten slapen? En nu kruipen ze rustig samen onder één..." „Stil man, we begrijpen het wel," sneed mevrouw de ontboezeming van haar man af. Ik nam erop afscheid en in de trein terug was ik nog niet over mijn ver bazing heen. Sinds jaar en dag strui kelen in deze krant en in kerkbla den de zaken Wiersinga en Kuitert over elkaar heen, compleet met over wegingen zus en uitspraken zo. Maar als je in Dordt deze namen laat val len. denken ze aan een kwijnende kruidenaarswinkel en aan gemengd zwemmen. Ik begreep er niets van. De oplossing van het raadsel ontving ik pas toen ik weer achter mijn bureau zat. Iemand had een knipsel uit het gereformeer de Centraal Weekblad voor me neer gelegd. Er stond in rode kopletters WIJ DWAZEN Gij zult uw zinnen niet zetl op het huis van uw naaste, gij zult uw zinnen niet zett op de vrouw van uw naaste niet op zijn slaaf Exodus 20, 17. t In het Nieuw Romeins Miss driejaarlijkse orden van schi gen) staat voor deze de denszondag (Oculi) als testamentische lezing: df woorden" uit Exodus 20. Op gezicht een vreemde keus. dan geen profetieën genoej het lijden van de Messias bet hebben? Bij nader inzien keus toch minder vreemd men. De Heer is mede geko „de wet te vervullen". In woorden staat de weg aan die God met zijn bondgent gaan. De profeten hebl bondgenoten tot die wet ten pen. De Zoon des mensen 1 wat dat betekent, hoe die we Maar, en dat is de andere k lijdt ook onder die wet. Of li< die wet is af te lezen waaroi van onze kant heeft moetei En daar hoort ook het zgn gebod bij. Wij hebben onze gezet op Zijn huis en het Hem aarde niet gegund. Wij hebb zinnen gezet op zijn vrouw, van deze bruidegom: de gem van ons en niet van Hem. I ons een indringer die we k\ den. Wij hebben onze zinne op deze slaaf. Hij moest ora worden en dan anders dan zelf bedoelde toen Hij zei gekomen was om te dienen. ben onze zinnen op Hem gei Hem te overmeesteren, in haf krijgen, om Hem zo klein teT dat Hij ons niet meer in stond. Wij dwazen. een soort democratisering moeten plaatsvinden meent Rothuizen. Hij schetst dan kort de inhoud va-i een toekomstig recreatiepakket: een numerus clausus op het buitenlands toerisme terwijl de Nederlander ge dwongen zal moeten worden het meer in het buitenland te zoeken. Spanje is goedkoper dan Walcheren! Verder moet het wel menselijk blij ven en omvat de clausulering ook die van het kindertal! Wil het menselijk blijven toegaan onder ons dan moe ten er niet al teveel mensen komen, dan moet er adem kunnen worden gehaald, dan moet er landschap blijven." Dat zijn politieke zaken waarover niet alleen in Den Haag maar juist in Brussel in de EEG wordt beslist. Van daar de samenvatting van prof. Rot huizen in zijn boekje. Vandaar ook het aantrekkelijke en het overdadige van dit werk. „Een cultuur snakt naar adem, omdat stad en platteland object van winst en wroeging zijn geworden i.p.v. object van vertede ring". Daar komt de ras-calvinist weer boven voor wie dit nog niet wist. Zijn studie is een speelse stimulans tot een verder uitwerken van bijzon der waardevolle notities. Dr. A. Dekker, jeref. predikant te Dordrecht, bespreekt het boekje „De adem van de cultuur" van prof. dr. G. Th. Rothuizen. Kamper Cahiers nr. 29 Kok. Kampen, 36 blz. 7,90. NED. HERV. KERK Beroepen te Stavenisse en te H. F. Klok, kand. te Woerden burg (toez.): J. Wolswinkel t Bedankt voor Boven-Hardiiw Vlietstra te Doornspijk GEREF. KERKEN Aangenomen naar Vriezenvet Nottelman te Lichtenvoorde GEREF. KERKEN (VRIJG.) Bedankt voor Meppel en voor a.d. Rijn: H. E. Nieuwenhuis wolde. Mevrouw T. van H Voor nieuwe medewerkers zondagsschoolwerk schree vrouw T. van Harten, staflid Gereformeerd evangi centrum, het boekje „Wat begonnen?" Zij gaat op pra vragen in, zoals de voorberei het zondagsschooluur en de werking met collega's. Het kan besteld worden door ovt ving van 2,50 op giror 513153 t.n.v. Diensten# Leusden, met vermelding ik begonnen?" Jn het mnnrl-nu-nme.r: Prof. Mönnich (Evang.luth.; G.U.): maar hoé? Crisis in 't gebed? Di (docent Kath. Theol. HS): Mystiek daar achter? Eimert Pruim schi zingen en het Liedboek en Liturj zangen. Tegenovergesteld eenzijdig Dr. v. Dalfsen (psychologe): S Leren de stilte te beluisteren Een voor meditatie en mystiek houdt 1 Sölle in een net uitgekomen boek. V PIG mocht er een flinke duik in r Drs. Schuman en Dr. Buskes zijn v sent in Kroniek resp. Ter Zijde. 1 reageren in de buis en de politiek is karikatuur. Wéér een lezenswaardig nummer. U toch ook eens abonneren Eel aan Maandblad VOORLOPIG, Anti 101, Delft (geen postz.) en u ontv maartno. gratis en de resterende i van dit jaar voor 18,90 (studenten Uitgave: Kok/Meinema boekennieuws Ds. J. Overduin NIET IK. MAAR HIJ 184 blz.. geb 10,95 Uit het voorwoord: „Wanneer Jezus Christus in ons leven lot zijn recht komt, komen wij ook tot ons recht. Eerder niet.' Slpke van der Land DE BUBEL IN VOGELVLUCHT 4e druk. 176 blz., 13,95 Een uitermate handige en boeiende gids voor het bijbellezen. Prot. dr W. H. Velema LEER ERMEE TE LEVEN! 2e druk. 80 blz., 9,50 Een groot aantal vragen over het christelijk geloot en het christelijk leven worden op indrin gende wijze in dit boekje besproken Os. E. Th. Thijs MIDWEEK 204 blz., geb. 18,90 Dit weekboek is bedoeld om mensen van nu midden in de week een extra duwtje te geven Op weg naar de volgende zondag 52 maal per jaar Os J Poort GODS VREEMDELINGENLEGIOEN 60 blz.. 6,75 Korte, pittige stukjes van een legerpredikant bestemd voor zowel jongeren als ouderen. Verkrijgbaar in de boekhandel [j^J] KOK KAMPEN AMSTERDAM: Postbus 859, Wibautstraat 131 Tel. 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDREC Postbus 948. Westblaak 9, Rotter* Tel. 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN: Postbus 101. Parkstraat 22, Den Hi Tel. 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN Postbus 3, Melkmarkt 56, Zwoll< Tel. 05200-17030

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 2