1906: de eerste
pinkstergemeente
in Nederland
Gewoon kerkvolk in Dordrecht
Waarom calvinisten slechte kampeerders zijn
jfe-
Vandaa
voorlopi
VOORBIJGANG
Onze adresse
ZATERDAG 20 MAART 1976
KERK
TROUW/KWA H
door dr. J. J. Buskes
In 1906 werd in Amsterdam de eerste pinkstergemeente in Nederland gesticht.
De naam pinkstergemeente is meer dan een herinnering aan het eerste pinksterfeest, dat immers
door de gehele christelijke kerk gevierd wordt. Door haar naam onderscheidt de pinkstergemeente
zich zeer bewust van de kerken, die zich naar haar overtuiging, ook al stemmen zij in met de
Geloofsbelijdenis van Nicea ..Ik geloof in de Heilige Geest, die Heer is en levend maakt",
onvoldoende ernst maken met deze belijdenis. De kerken verstaan niet. wat de Heilige Geest en het
werk van de Heilige Geest voor de gemeente van Christus betekenen.
Zo ls de pinkstergemeente in de rich
ting van de kerk een verwijt, maar
een verwijt als keerzij van de
dankbaarheid voor de rijkdom, die
de pinkstergemeente in haar geloof
in de Heilige Geest gevonden heeft
geloof, bekering, heiliging, de doop
met de Heilige Geest en de bijzonde
re gaven van de Heilige Geest.
Het is niet toevallig, dat de pinkster
beweging ontstaan is in de vorige
eeuw. waarin de verburgerlijking en
het rationalisme ook de kerken niet
onaangetast lieten, zodat het leven
des Geestes verschraalde. Ik denk
aan de Oxford-Brighton-beweging en
de revival in Wales, geweldige,
ofschoon voorbijgaande réveils.
Polman
Als één van de voornaamste leiders
der pinksterbeweging moet Alexan
der Boddy in Engeland genoemd
worden. Hij behoorde tot de angli
caanse kerk, ontving de Geestesdoop
en de gave van het spreken in tongen.
Aan het begin van deze eeuw hield hij
samenkomsten in Amsterdam. Zijn
prediking van bloed en vuur trok vele
Amsterdammers en tientallen ont
vingen de Geestesdoop.
Voor Nederland is de figuur van Ger-
rit Roelof Polman van betekenis.
Jammer, dat er nog altijd geen bio
grafie van deze merkwaardige man
verschenen is. Al heel jong kwam hij
tot bekering en in 1889 trad hij op als
evangelist in Zwolle. Het conservatie
ve Zwolle kwam in verzet met als
gevolg: straatconflicten. De politie
moest er met de blanke sabel een
eind aan maken. Polman was toen 21.
In 1890 sloot hij zich aan bij het Leger
des Heils en werd leider van de
kweekschool in Amsterdam. Hij on
derging de invloed van mr Arthur
Booth Clibborn, die getrouwd was
met de Maréchale (de dochter van
William Booth) en de genezing op
gebed en de nabije wederkomst van
Christus predikte. Toen hij weigerde
eeuwig trouw aan het Leger en de
vlag van het Leger te beloven, weiger
de Polman dat ook. Hij verliet het
Leger. Twee jaar bracht hij door in
Sion City bij Chicago, om daar te
studeren en te werken onder leiding
van Alexander Dowie, de machtige
opwekkingsprediker, in wiens „Do-
wie's Tabernacle" iedere zondag 's
morgens om zeven uur drieduizend
en 's middags zevenduizend mensen
bijeenkwamen.
Zaaltjes
In Amsterdam was er een groep
geestverwanten van Polman, die
sinds 1906 samenkomsten hielden: de
eerste pinkstergemeente in Neder
land. In 1907 kwam Polman naar
Amsterdam, om de voorganger van
deze groep te worden. In de bidston
den werd veel gesproken over de
Geestesdoop en het spreken in ton
gen. In 1908 ontving Polman zelf de
Geestesdoop en de gave der glossola-
lie (tongentaai). De gemeente breidde
zich uit en het éne na het andere
zaaltje werd te klein. Tenslotte kwam
men terecht in de Kerkstraat. Een
likeurstokerij en een lijstenfabriek
werden afgebroken om plaats te ma
ken voor ..Immanuël", dat vijfhon
derd mensen bergen kon.
Een stukje geschiedenis en nu
vindt vandaag een herdenking
plaats. Dan is het zeventig jaar gele
den. dat in Amsterdam de eerste
pinkstergemeente in Nederland ge
sticht werd. In die zeventig jaar is er
heel wat veranderd. De pinksterge
meenten zijn in wat rustiger vaarwa
ter terecht gekomen, maar hebben
hun oorspronkelijk karakter niet ver
loren. Integendeel. De broederschap
breidt zich uit.
Elke gemeente is volstrekt auto
noom. De samenkomsten worden
druk bezocht. Gezongen wordt uit de
bundel van Johannes de Heer en uit
„Glorieklokken", een bundel liederen
van zuster Alt uit Indonesië. Het aan
tal leden is niet zo groot, maar het
zijn allen meelevende leden, deels
opgegroeid in de pinkstergemeente,
deels overgekomen uit verschillende
kerken, deels gewonnen door het
evangelisatiewerk. De zending wordt
als een uiterst belangrijke zaak be
schouwd en met de pinkstergemeen
ten in het buitenland is er een goed
contact, vooral met die in Zweden.
Doop
De kinderdoop wordt niet zonder
meer afgewezen, maar beschouwd als
het opdragen van de kinderen aan de
Heer. Zij kan de doop op belijdenis
niet vervangen. Verreweg het be
langrijkste is de doop met de Heilige
Geest, die het charismatisch karak
ter van de gemeente bepaalt en ver
gezeld gaat van de bijzondere gaven
des Geestes: het spreken in tongen,
de profetie, het visionaire, de dienst
der genezing en het exorcisme (uit
bannen van duivelse krachten). Men
spreekt over de charismatische spits
van het werk van de Geest: de
doorbraak van de Geest als escha
gave van de eindtijd. Zo gaat de
gemeente de wederkomst van de
Heer tegemoet.
Prof. Herman Ridderbos meent, dat
er in de kerk een grote geestelijke
attentie nodig is voor wat de charis
matische beweging voor ons bete
kent. De kerk wordt geroepen tot een
nieuwe bezinning op de boodschap
van het evangelie aangaande de Hei
lige Geest.
Oorzaak
Dat velen de kerken verlaten om zich
aan te sluiten bij de pinkstergemeen
ten en alle mogelijke pinksterbewe
gingen, vindt zijn oorzaak niet alleen
in het tekort in de kerk aan bijbelse
geloofsbelevenis en geloofspraktijk
(ook in de prediking), maar vooral in
het besef, dat de kerk zich noch in
haar geloofsbelijdenis en theologie,
noch in haar gemeenteleven de rijk
dom van het geloof in de Heilige
Geest, de Geestesdoop en de bijzon
dere gaven van de Geest heeft toe
geëigend. De kerken zijn halverwege
blijven steken. Het voor de doorsnee-
kerkmens vreemde en bizarre van het
spreken in tongen, de profetie en de
genezing op gebed, mag naar mijn
overtuiging voor hem geen reden zijn
te vergeten, dat voor de pinksterge
meente het ontvangen van de doop
met de Heilige Geest en de bijzonde
re gaven van de Geest pas waarlijk
de intense ervaring van de nabijheid
van Christus en het leven des Gees
tes met zich meebrengt.
Vraag
Het bestaan van de pinkstergemeen
te mag voor de kerk geen vrijblijven
de zaak zijn. Dat bestaan vraagt vol
gens prof. Herman Ridderbos aan de
kerk, of deze in heel haar geloofsbele
ving wel weet heeft van de eigenlijke
doop en doorbraak van de Geest en
of zij niet in zelfgekozen armoede
voorbijgaat aan het middel, dat haar
uit matheid en de vervaging van haar
geloofsbeleving zou kunnen redden.
Zijn wij als kerk niet al te huiverig
voor het buitengewone en radicale?
Het rationalisme is veel dieper in ons
kerkelijk leven binnengedrongen dan
wij vermoeden, al zou het alleen zijn
in de gestalte van een leerheiligheid,
die aan de heiliging van het leven
door de Heilige Geest in de weg staat.
De hierbij afgedrukte tekeningen zijn
uit het informatiebulletin van de broe
derschap van pinkstergemeenten in
ons land.
door dr. A. Dekker
„Wij zijn dit verhaal nogal romantisch begonnen en hebben het
nogal realistisch beëindigd. Van het landschap zijn wij bij de
landbouw terechtgekomen, van de pelgrim bij de landman, van
de Mont Ventoux en Petrarca bij Brussel en zijn boterberg."
Met deze volzinnen schetst prof. dr. G. Th. Rothuizen de inhoud
van zijn nieuwste zojuist verschenen studie over ethiek en
landschap: „De adem van de cultuur". Het is een met vaart
geschreven, soms bijzonder geestig boekje.
De schrijver stipt veel onderwerpen
aan die leder goed zijn voor uitwer
king omdat de boekenmarkt op het
gebied van ethiek en landschap be
paald niet overvoerd is. Rothuizen
schrijft over de mens en zijn
landschap. Ondenkbaar zonder el
kaar. Elk landschap bezit iets van de
natuur én van de mens. De stad kén
niet worden weggedacht uit het
landschap en in die zin is milieube
heer een zaak van eeuwen omdat
..zonder de mens de natuur tot het
uiterste gaat: zonder de mens wordt
kruid enkel tot onkruid."
Calvinist
Met bovenstaande stelling zal menig
natuurliefhebber enige moeite heb
ben, maar het leuke is dat Rothuizen
typisch calvinistisch, dus nuchter en
teer tegelijk, te werk gaat. Hij vraagt
geen overdreven aandacht voor na-
tuurfanatiekelingen maar ook niet
voor de nijvere mensen die het
landschap zo nodig economisch wil
len exploiteren.
Interessant is daarbij hoe hij op het
bermtoerisme wijst als een wezenlij
ke vorm van recreatie: het landschap
als achtergrond en „de stad van de
mens" toch in de buurt.
Intussen zeilen we zo van onderwerp
zijn we bij Petrarca die in 1336 de
Mont Ventoux beklom (met Augusti-
nus' boekjes in zijn rugzak) om daar
te ontdekken dat het landschap van
de ziel het enige is dat er op aan mèg
komen. Een aantal bladzijden verder
staan we naast Aantjes bij de dam
over de Oosterschelde.
Om in stijl te blijven zou je vanwege
de bomen het bos niet meer kunnen
zien, maar dat valt mee. Prof. Rothui
zen is behoedzaam bezig en ook al
drentel je met hem langs steeds nieu
we zijpaadjes, we keren altijd naar de
hoofdlijn terug: de mens en het
landschap in hun vergelijk, hun
compromis. Dit kleine werkje kent
een evenwichtige opbouw.
Romantiek
Geestig is de rake analyse van de
geschiedenis van het calvinisme en
de romantiek, de natuur en het
landschap. „In Genève wordt ge
werkt!" Bij de calvinisten is altijd
een zekere reserve te vinden tegen
over ongeremde natuuraanbidding.
Het calvinisme, schrijft Rothuizen,
was altijd huiverig voor de romantiek
omdat sentiment gauw kan over-
slaanin sentimentaliteiten sentimen
taliteit en wreedheid weer dezelfde
wortel hebben. Afgoderij, ook met de
natuur, is een ander woord voor ge
brek aan naastenliefde. Vandaar de
lichte huiver voor het pathetische in
de natuurbewondering en de aarze
ling tegenover de padvindersmoraal.
De calvinist is altijd meer burger
geweest dan dichter en meer werker
dan wandelaar. Onder de eerste kam
peerders zullen weinig calvinisten
geweest zijn.
Het accent lag meer op de groei en de
economie dan op verpozing in het
schone milieu en de vrijetijdsbeste
ding. De calvinist weet het landschap
te waarderen, te taxeren en te exploi
teren. Rothuizen wijst er ook op hoe
de calvinist soms een onderdanig
ethos heeft. „De hemel is gehuisvest
in Middelburg en bij de cultuur
technische dienst denkt men aan die
der engelen. Romeinen 13, en dan de
meest conservatieve uitleg daarvan
spelen hem parten." Protest kent het
calvinisme wel degelijk, maar meest
al vóór en niet tegen een overheid.
Compromis
Of dat allemaal zó als laatste waar
heid kan worden opgevangen? Rot
huizen strooit met denkertjes om ver
der uit te werken, riet landschap
blijft bij hem een compromis: een
zaak van natuur en cultuur, een ver
gelijk tussen beide, een afwegen van
belangen. „Liefde, óók voor het
landschap vraagt om schroom en ge
duld, heeft recht óp een aanloop en
de nodige afstandelijkheid." Zodat
de werkende mens moet oppassen
voor afgoderij met het landschap aan
de éne kant en tegelijk de boer iets
méér moet laten blijven dan een op-
passer-met-de-pet van een natuur-
parkje.
Willen we met het landschap blijven
leven zodat het niet wordt wegge
vaagd door fanatieke stedenbouwers
en landbouwhervormers dan zal er
door A. J. Klei
naar onderwerp Het ene moment Verleden week moest ik even bij een gereformeerd echtpaar in
Dordrecht zijn, een aardig stel van rijpe leeftijd. Typische verte
genwoordigers van wat gereformeerde synodeleden „het gewone
kerkvolk" noemen en waarover ze altijd met een dierbare trilling
in hun stem praten. Want, zo leggen ze uit, dat gewone kerkvolk is
compleet van slag geraakt door de nieuwere inzichten, welke
theologen als Kuitert en Wiersinga brutaalweg aan de man
brengen.
DE BIJBEL MET DEUTEROCANONIEKE OF
APOCRIEFE BOEKEN IN EEN VERTALING
VAN DEZE EEUW
Op speciaal verzoek van de Evangelisch-Lutherse en
Oud-Katholieke Kerk heeft het Nederlands
Bijbelgenootschap de deuterocanonieke of apocriefe
boeken geheel opnieuw laten vertalen. De bijbel in de
Vertaling-1951 is nu ook weer verkrijgbaar mét
apocriefe boeken in een nieuwe vertaling in één band.
Deze bijbel is gezet in twee kolommen. De pericoopopschriften staan
over de volle breedte van de pagina. Duidelijke letter. Veel
tekstverwijzingen. Gebonden in stevige balacron band.
Formaat: 21.5x14,5 cm
Bestelnummer 10.017.0
Prijs: 39,50.
Verkrijgbaar bij uw boekhandel of
NEDERLANDS
BIJBELGENOOTSCHAP
Postbus 620 te Haarlem
Tel 023-259501.
Voorzichtig belde ik aan. We hadden
net een synodeweek achter de rug en
behalve dat het weer Wiersinga was
wat de klok sloeg waren er nu CPN-
sympathisanten bijgekomen om het
gewone kerkvolk in verwarring te
brengen. Wat zou dit alles aangericht
hebben?, vroeg ik me bezorgd af.
Mevrouw deed open. Aan haar zag je
niks, ze leek heel opgewekt, maar je
kunt het natuurlijk ook innerlijk ver
werken en daarbij dapper een vrolijk
gezicht zetten. Aangeland in het
woonvertrek aarzelde ik om erover te
beginnen, maar ik overwoog dat het
toch het beste was deze mensen in
hun belangstellingssfeer te benade
ren. Ik sprak derhalve de volgende
woorden ter opening van het
gesprek:
„Nou, de zaak-Wiersinga schijnt nu
toch eindelijk afgelopen te zijn.."
Mijn gastvrouw, die juist was opge
staan om koffie te maken, hield haar
pas in en vroeg verbaasd:
„De zaak van Wiersinga? Die ken ik
niet. Is-t-ie opgeheven, zegt u? Tja. ik
ga meestal naar Albert Heijn, die
hebben we hier namelijk net om de
hoek."
De heer des huizes deed ook een duit
in de zak en verklaarde op enigszins
knorrige toon dat onze huidige over
heid bezig was de kleine middenstan
der fijn te knijpen.
„Ik heb het over dominee Wiersinga",
hernam ik, mijn stem wat uitzettend
Meneer schudde het hoofd. „Domi
nee Wiersinga? We hebben hier geen
dominee Wiersinga. Er staan hier
goeie dominees, dat kunt u van me
aannemen maar geen Wiersinga.
Hoe komt u daar eigelijk bij?"
boven het stukje:„In Dordrecht weet
men niet wie Kuitert en Wiersinga
zijn." Vandaar dus.
Blijkens het synodeverslag in het
Centraal Weekblad heeft de
Dordrechtse ouderling mevrouw Die-
mer-Van der Esch deze uitspraak ge
daan. Ik hoop niet dat ze, thuis geko
men, voor haar forse bewering op
haar kop heeft gehad. Want ze heeft
groot gelijk. Ach nee, niet naar de
letter natuurlijk, maar naar de geest.
Ik durf hier poneren dat de doorsnee
gereformeerde, éls hij al van iets in
de kerk van slag raakt, dit eerder is
om, zeg maar, een malle wijs in het
liedboek of een onhandig aanvangs-
uur van de morgendienst, dan we
gens de „ontoelaatbare" opvattingen
van dominee Wiersinga of de „hori-
zontaliserende tendenties" van pro
fessor Kuitert.
Dr. H. Wiersinga
Mevrouw hield het er goeiig op dat ik
met een andere plaats in de war was.
Ik besloot nog een poging te wagen:
„Professor Kuitert heeft zich ook nog
gemengd in het debat."
Mevrouw, scharrelend met de sui
kerklonten, sprak glimlachend:
„Gemengd bad...ach ja, in mijn jeugd
waren ze daar erg tegen."
„Meneer hier heeft het over een pro
fessor, lieve," viel haar echtgenoot in.
„Kuitert." herhaalde ik.
„Kuyper zul je bedoelen," reageerde
mijn gesprekspartner en behaaglijk
achterover leunend in zijn stoel ging
hij voort: „Kuyper...ja, zelfs z'n naam
raakt blijkbaar in het vergeetboek.
Maar dat was nou nog eens een echte
leider voor ons gereformeerde volk.
Daar werd naar geluisterd! Ik wist
overigens niet dat hij zich ook over
het gemengd baden heeft uitgelaten,
maar ja, alle terreinen des levens, hè?
Tot in het zwembad toe, ha ha! Waar
ze zich vroeger al niet druk over
maakten.En vandaag de dag kan
alles er mee door. Weet je nog Mien,
dat wij in onze verlovingstijd niet
eens onder één dak mochten slapen?
En nu kruipen ze rustig samen onder
één..."
„Stil man, we begrijpen het wel,"
sneed mevrouw de ontboezeming van
haar man af.
Ik nam erop afscheid en in de trein
terug was ik nog niet over mijn ver
bazing heen. Sinds jaar en dag strui
kelen in deze krant en in kerkbla
den de zaken Wiersinga en Kuitert
over elkaar heen, compleet met over
wegingen zus en uitspraken zo. Maar
als je in Dordt deze namen laat val
len. denken ze aan een kwijnende
kruidenaarswinkel en aan gemengd
zwemmen.
Ik begreep er niets van. De oplossing
van het raadsel ontving ik pas toen ik
weer achter mijn bureau zat. Iemand
had een knipsel uit het gereformeer
de Centraal Weekblad voor me neer
gelegd. Er stond in rode kopletters
WIJ DWAZEN
Gij zult uw zinnen niet zetl
op het huis van uw naaste,
gij zult uw zinnen niet zett
op de vrouw van uw naaste
niet op zijn slaaf
Exodus 20, 17. t
In het Nieuw Romeins Miss
driejaarlijkse orden van schi
gen) staat voor deze de
denszondag (Oculi) als
testamentische lezing: df
woorden" uit Exodus 20. Op
gezicht een vreemde keus.
dan geen profetieën genoej
het lijden van de Messias bet
hebben? Bij nader inzien
keus toch minder vreemd
men. De Heer is mede geko
„de wet te vervullen". In
woorden staat de weg aan
die God met zijn bondgent
gaan. De profeten hebl
bondgenoten tot die wet ten
pen. De Zoon des mensen 1
wat dat betekent, hoe die we
Maar, en dat is de andere k
lijdt ook onder die wet. Of li<
die wet is af te lezen waaroi
van onze kant heeft moetei
En daar hoort ook het zgn
gebod bij. Wij hebben onze
gezet op Zijn huis en het Hem
aarde niet gegund. Wij hebb
zinnen gezet op zijn vrouw,
van deze bruidegom: de gem
van ons en niet van Hem. I
ons een indringer die we k\
den. Wij hebben onze zinne
op deze slaaf. Hij moest ora
worden en dan anders dan
zelf bedoelde toen Hij zei
gekomen was om te dienen.
ben onze zinnen op Hem gei
Hem te overmeesteren, in haf
krijgen, om Hem zo klein teT
dat Hij ons niet meer in
stond. Wij dwazen.
een soort democratisering moeten
plaatsvinden meent Rothuizen.
Hij schetst dan kort de inhoud va-i
een toekomstig recreatiepakket: een
numerus clausus op het buitenlands
toerisme terwijl de Nederlander ge
dwongen zal moeten worden het
meer in het buitenland te zoeken.
Spanje is goedkoper dan Walcheren!
Verder moet het wel menselijk blij
ven en omvat de clausulering ook die
van het kindertal! Wil het menselijk
blijven toegaan onder ons dan moe
ten er niet al teveel mensen komen,
dan moet er adem kunnen worden
gehaald, dan moet er landschap
blijven."
Dat zijn politieke zaken waarover
niet alleen in Den Haag maar juist in
Brussel in de EEG wordt beslist. Van
daar de samenvatting van prof. Rot
huizen in zijn boekje. Vandaar ook
het aantrekkelijke en het overdadige
van dit werk. „Een cultuur snakt
naar adem, omdat stad en platteland
object van winst en wroeging zijn
geworden i.p.v. object van vertede
ring". Daar komt de ras-calvinist
weer boven voor wie dit nog niet wist.
Zijn studie is een speelse stimulans
tot een verder uitwerken van bijzon
der waardevolle notities.
Dr. A. Dekker, jeref. predikant te Dordrecht,
bespreekt het boekje „De adem van de cultuur"
van prof. dr. G. Th. Rothuizen. Kamper Cahiers
nr. 29 Kok. Kampen, 36 blz. 7,90.
NED. HERV. KERK
Beroepen te Stavenisse en te
H. F. Klok, kand. te Woerden
burg (toez.): J. Wolswinkel t
Bedankt voor Boven-Hardiiw
Vlietstra te Doornspijk
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Vriezenvet
Nottelman te Lichtenvoorde
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Bedankt voor Meppel en voor
a.d. Rijn: H. E. Nieuwenhuis
wolde.
Mevrouw T. van H
Voor nieuwe medewerkers
zondagsschoolwerk schree
vrouw T. van Harten, staflid
Gereformeerd evangi
centrum, het boekje „Wat
begonnen?" Zij gaat op pra
vragen in, zoals de voorberei
het zondagsschooluur en de
werking met collega's. Het
kan besteld worden door ovt
ving van 2,50 op giror
513153 t.n.v. Diensten#
Leusden, met vermelding
ik begonnen?"
Jn het mnnrl-nu-nme.r:
Prof. Mönnich (Evang.luth.; G.U.):
maar hoé? Crisis in 't gebed? Di
(docent Kath. Theol. HS): Mystiek
daar achter? Eimert Pruim schi
zingen en het Liedboek en Liturj
zangen. Tegenovergesteld eenzijdig
Dr. v. Dalfsen (psychologe): S
Leren de stilte te beluisteren Een
voor meditatie en mystiek houdt 1
Sölle in een net uitgekomen boek. V
PIG mocht er een flinke duik in r
Drs. Schuman en Dr. Buskes zijn v
sent in Kroniek resp. Ter Zijde. 1
reageren in de buis en de politiek is
karikatuur.
Wéér een lezenswaardig nummer. U
toch ook eens abonneren Eel
aan Maandblad VOORLOPIG, Anti
101, Delft (geen postz.) en u ontv
maartno. gratis en de resterende i
van dit jaar voor 18,90 (studenten
Uitgave: Kok/Meinema
boekennieuws
Ds. J. Overduin
NIET IK. MAAR HIJ
184 blz.. geb 10,95
Uit het voorwoord: „Wanneer Jezus Christus in
ons leven lot zijn recht komt, komen wij ook tot
ons recht. Eerder niet.'
Slpke van der Land
DE BUBEL IN VOGELVLUCHT
4e druk. 176 blz., 13,95
Een uitermate handige en boeiende gids voor
het bijbellezen.
Prot. dr W. H. Velema
LEER ERMEE TE LEVEN!
2e druk. 80 blz., 9,50
Een groot aantal vragen over het christelijk
geloot en het christelijk leven worden op indrin
gende wijze in dit boekje besproken
Os. E. Th. Thijs
MIDWEEK
204 blz., geb. 18,90
Dit weekboek is bedoeld om mensen van nu
midden in de week een extra duwtje te geven
Op weg naar de volgende zondag 52 maal
per jaar
Os J Poort
GODS VREEMDELINGENLEGIOEN
60 blz.. 6,75
Korte, pittige stukjes van een legerpredikant
bestemd voor zowel jongeren als ouderen.
Verkrijgbaar in de boekhandel
[j^J] KOK KAMPEN
AMSTERDAM:
Postbus 859,
Wibautstraat 131
Tel. 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDREC
Postbus 948.
Westblaak 9, Rotter*
Tel. 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN:
Postbus 101.
Parkstraat 22, Den Hi
Tel. 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN
Postbus 3,
Melkmarkt 56, Zwoll<
Tel. 05200-17030