Belangstelling voor zelf nuziek maken groeit Seine in ■stereo land lelanstelling voor de amateuristische muziekbeoe- tig is de laatste jaren sterk groeiend. Wat zo'n tig jaar terug nog was voorbehouden aan de happy die zich de aanschaf van een instrument kon orloven en bovendien in staat waren de wekelijkse ïingen aan de particuliere leraar te voldoen, blijkt oor iedereen haalbaar te zijn. is een geheel onbeschermd be roep. Zomaar lukraak naar een leraar stappen houdt dus risi co's in. Anders kan het ook. Door bij voorbeeld eens bij een vande 150 stedelijke muziekscholen te gaan informeren. Die zijn omdat ze zwaar gesubsideerd worden veel goedkoper (250 tot 400 gulden per jaar en elke week een les van een uur), heb ben gekwalificeerde leerkrach ten in dienst (met conservatori umopleiding) en geven boven dien les in groepsverband. Peter Jense, hoofd van de af- deing algemene muzikale vor ming van de Rotterdamse mu ziekschool daarover: „hoewel individueel onderwijs mogelijk is, geven wij de voorkeur aan lessen in groepjes van vier tot zes leerlingen. In de praktijk is gebleken, dat die stimuleren- der werken, vooral omdat er een vorm van samenspel tot stand komt. De leerlingen leren er ook beter prestaties beoor delen, ook hun eigen. Dat dit systeem wordt gewaardeerd, blijkt wel uit het feit, dat het verloop bij deze cursussen veel geringer is dan dat bij de indi viduele lessen." 'zijn kinderen een instru- wil leren bespelen, hoeft dlang niet meer alléén te om de status binnen de van buren en familie, het kind, dat vlotweg een >e oefening van Duvernoy ijn mouw riedelt, is geen ïm meer. en meer is zelf musiceren ïormaal onderdeel van de eding geworden. Al op de erschool krijgt de jeugd er te maken, onder meer door jespelen van een eenvou- slaginstrumentje, waarop composities kunnen wor- gemaakt. Ook op de ba- hool wordt aan muziek ge- zij het in nog te beperkte (al is het al veel meer dan uurtje plichtmatig zingen vroeger). om; muziek is er bij gaan n en wordt niet langer beschouwd als een lief- erij voor alleen maar maar als een vak, waar de creativiteit van het naar buiten kan worden aid en dat dus thuishoort et lesrooster. leidingen wat doe je nou als zo'n meer wil dan dat weke- lesuur alléén? Dan kén je een particuliere muziekle- gaan en verder individueel ;aan nemen. Maar behalve dat een vrij dure zaak is en-twintig gulden per uur je er al gauw mee kwijt) t het altijd de vraag of je de goede hebt. mrlijk, er zijn er velen, die degelijke conservatorium- lding achter de rug hebben, r er zijn er ook, die die »n, zelf vroeger wat lessen >en gehad, zich wat eigen ien gemaakt met de theo- n dan het bordje „muziek- tr" op hun deur spijkeren, is niet strafbaar, want het Commercie In principe zijn op de muziek scholen lessen met alle denkba re instrumenten mogelijk. Maar guitaar en dwarsfluit springen er zeer duidelijk uit met het gevolg, dat er op de meeste scholen lange wachtlijsten voor zijn. Peter Jense: „Die belangstel ling wisselt nogal eens, en wordt vaak direct beïnvloed door de commercie. Als er een serie populaire guitaar-platen op de markt komt, ontstaat er gelijk meer vraag naar guitaar- lessen. En als Thijs van Leer successen behaalt wil iedereen ineens fluit spelen. Een rol spe len ook de kosten van het in strument thuis. Betaal je voor een studieguitaar zo'n 200 gul den en voor een dwarsfluit een kleine 500 gulden, een eenvou dige studie-piano kost al gauw 2500 tot 3000 gulden. Dat vormt natuurlijk ook al gauw een barrière, al is de invloed veel geringer dan die van de commercie. Dat blijkt bij voor beeld uit de laatste jaren enorm gestegen vraag naar les sen op het elektronisch orgel, dat toch ook niet bepaald een goedkoop instrument is. Er zijn importeurs, die er vorig jaar meer dan 15000 van hebben verkocht." Zelf componeren Behalve aan de noodzakelijke theorie en de technische vaar digheid, wordt op de scholen veel aandacht geschonken aan de ontwikkeling van de creati viteit van de leerling. Het ma ken van eigen composities vormt een wezenlijk onderdeel van de cursussen en wordt ook gestimuleerd. Jense: „Van dat starre muziek onderwijs, zijn we afgestapt en het blijkt, dat de cursisten dat op prijs stellen. Dat geldt niet alleen voor de jongeren, trou wens, tijdens de lessen verva gen de leeftijdsgrenzen. De ge pensioneerde ambtenaar fan taseert even hard mee als de scholier van negen." Dat kan, omdat op de scholen geen grenzen worden gesteld. Alleen soms ten aan zien van de minimum-leeftijd. Zo kan men op de Rotterdamse school pas beginnen als men negen is. In principe kan men dan net zo lang doorgaan als men wil, maar de praktijk wijst uit, dat de meesten nooit lan ger lessen dan zo'n negen jaar. Jense over de leeftijdsopbouw: „het gros van de leerlingen zit in de leeftijdsgroep van het ba sis- en middelbaar onderwijs. Maar ouderen zijn er ook. We zouden het ook toejuichen wanneer die leeftijdsopbouw werd verruimd. We denken bij voorbeeld aan de grote groep van de veertigers, mensen die net uit de kinderen zijn, zelf vroeger niet in de gelegenheid zijn geweest muzieklessen te volgen en best wat tijd zouden willen vrijmaken om een in strument te leren bespelen. Ik geloof, dat we ons vooral ook op die categorie moeten gaan richten." Opvallend noemt Jense het ge ringe verloop. Volgens hem komt dat doordat de meeste kinderen al gezeefd zijn voor zij zich laten inschrijven. Op de basisschool hebben zij al wat muziekonderwijs gehad, zodat ze al weten wat het is en aan welk instrument ze de voor keur geven. „De leerlingen, die naar een muziekschool gaan zijn al bij voorbaat gemoti veerd". Onderwijs Overigens toont hij zich nog maar weinig enthousiast over de kwaliteit van het muziekon derwijs op de basisscholen („een wat ontmoedigende situ atie"). „Doordat op de meeste pedago gische academies maar een mi ni-pakket muziekonderwijs wordt geboden aan de toekom stige onderwijzers, blijken deze later vaak niet in staat ver antwoord les te geven". In sommige plaatsen proberen de muziekscholen deze leemte op te vullen door eigen leer krachten uit te lenen of deze als adviseur aan de onderwijzer toe te voegen. Maar dat blijft lapwerk. Beter zou het, volgens Jense, zijn, wanneer op de les roosters van de onderwijzers opleiding meer ruimte zou wor den vrijgemaakt voor de muzi kale vorming. Een andere wens: meer gele genheid op de basisscholen voor het zelf bespelen van in strumenten. „Op het ogenblik ligt het accent vaak nog te veel op de theorie. In Rotterdam proberen wij dat om te buigen door leerlingen (in de zgn. oriëntatieklas) gedurende een paar weken een instrument in handen te geven, zodat ze er ook in de praktijk mee kunnen kennis maken. Want daar gaat het tenslotte om: het kind moet zélf wat kunnen doen". precies weet wat het betekent: handbereik, anten- mpedantie, signaal/ruisafstand, ingangssignaal, arsdrukcompensatie, modulatie, rumble, wow flut* wat zou zo'n HiFi- (of hifi, of hiFi) deskundige hulp van ons nodig hebben, ar wie niet het fijne begrijpt van uV, IHF, Ohm, dB DIN en kHz, kan zich toch wel op een solide manier High Fidelity stereo-installatie aanschaffen. Hij ieki twee kanten op: ook dat wie op een koopje uit ,is, moeilijk ook nog uitgebreide 'voorlichting aan huis kan ver wachten. Neem in elk geval de tijd, een paar maanden is wel het minste. Luidspreker ene weg: onbekommerd IZ[betrouwbaar lijkende win- binnenstappen, een bedrag men dat men wil besteden, ian eens kijken wat er ge- rt. Dat bedrag zal dan wel de duizend gulden cirkelen. Ier de duizend gulden is t wat moois te krijgen, maar zal men in het algemeen op pjes moeten lopen. Boven luizend gulden is van alles gelijk, tot vele duizenden Toch is niet alles wat duur •er se het beste - vraag dat Consumentenbond maar. heeft de afgelopen jaren op gebied van geluidsweerga- reel onderzocht, goede handelaar heeft een ne keus; één merk in huis -J de rest afkammen - dat ijnt nog voor te komen, ar in dat geval kan de koper h beter eerst maar ergens Ws zijn licht gaan opste- Overigens zal er wel geen kei bestaan waar het com- aanbod te zien en te ho ls: er zijn in Nederland al- i al meer dan honderd ver- 'ul diende platenspelers te P! e góede handelaar zal, als hij t u het terrein heeft afgeba- 'd, een paar mogelijkheden aa*n zien en vooral laten ho- 3E ren. Daarna zal hij u voorstel len, eens bij u thuis te komen met verschillende luidsprekers en verdere apparatuur. Want geluid in de winkel is niet het zelfde als geluid in uw huis kamer. Detweedeweg: eersteenhele- boel aan de weet komen, een paar stereovakbladen kopen, de Hifi Stereo Koopgids voor een tientje halen..(die zal nu uitverkocht zijn, wellicht komt er in het najaar een nieuwe druk), advertenties lezen, prij zen vergelijken, winkel in en winkel uit lopen, met vrienden praten, mogelijkheden op een rijtje zetten, onmogelijkheden wegschrappen, hier een tuner kopen, daar een paar fijne boxen, de rest in een derde zaak, en dan met een paar me ter extra snoer de zaak aan elkaar koppelen. Die wég is moeilijker en zeker langer dan de eerste weg. De beloning: u doet een aardige hoeveelheid technische kennis op, en het kan een lieve cent in uw voordeel schelen. De prij zen lopen bij dit soort artikelen nogal uiteen. Oppassen gebla zen: soms hebben kleine ver schillen in kwaliteit of uitvoe ring grote gevolgen. Nadeel is Er zijn vele honderden ver schillende luidsprekers in de handel. De Consumentenbond heeft eens 53 boxen onder zocht, de goedkoopste kwam op bijna 200 gulden per paar, de duurste op 1400 gulden, maar meer dan de helft.vol deed helemaal niet omdat de geluidsweergave weinig na tuurgetrouw was. Kleine luid sprekers deden het niet per de finitie minder goed dan grote. Dus: luisteren en vergelijken! Deskundigen raden weieens aan, bij het kopen van Hifi ap paratuur met boxen te begin nen. Zeker een derde deel van het budget moet aan die boxen worden besteed: bij een paar boxen van zeg 400 gulden zult u in totaal dus ongeveer op 1200 gulden uitkomen.Waarom? Omdat de verschillende onder delen van uw installatie een beetje op elkaar afgestemd moeten zijn. Het heeft weinig zin, een kostbare versterker te gebruiken om een paar flut boxjes te bedienen. Maar een paar dure boxen, verbonden met een platenspeler die veel ruis en dreun veroorzaakt, of met een al te simpel element, dat is ook geen gehoor. En ook om technische redenen kan niet alles met alles verbonden worden. Iemand met een ver sterker van 15 Watt moet geen luidsprekers van 40 Watt heb ben; het maximaal vermogen van de boxen moet ongeveer overeenkomen met het maxi male uitgangsvermogen van de versterker, anders brandt de boel door. Platenspeler Boxen kan men overal wel er gens kwijt, maar de grotere ap paraten vragen ruimte. Eerst de in uw geval mogelijke afme tingen noteren dus, van platen speler, versterker en eventueel tuner, (of van een combinatie van deze, maar daarover straks). Denk om de achter- ruimte, nodig voor snoeren en voor de stofkap, die als het even kan aan de platenspe ler vast moet zitten. Die kap is bijzonder belangrijk: stof is een vijand van plaat en element. De kap moet gesloten blijven ook bij het spelen. Toonaf wij kingen als wow en flutter („Jengel") moeten zo klein mogelijk zijn. bijv. 0,2 procent of minder. Maar rum ble (dreun van de draaitafel) wordt weer uitgedrukt in een getal dat zo hoog mogelijk moet zijn, meer dan 45 dB. Een zwaar draaiplateau is gunstig, zeker bij tussenwiel- of snaar- aandrijving (bijv. 2 kg.). De laatste tijd zijn er ook appara ten met een rechtstreekse aan drijving, die elektronisch ge corrigeerd wordt; de schijf kan dan wat lichter uitvallen. Vaak vergeten tip: de platenspeler moet netjes waterpas staan. Element Voorin de pickup-arm zit het element, een wondertje van techniek, vroeger vaak van kristal of keramisch. Beter, want zuiverder geluid gevende, is het magnetisch-dynamische element, dat is niet goedkoop dat kan variëren van 35 tot 50 gulden tot het tienvoudige van dat bedrag. Ook hier geldt weer dat dure platenspelers het best met dure elementen kun nen worden toegerust, en de gewone platenspelers toe kun nen met een magnetisch ele ment van bijv. honderd gulden. Afstemmer Afstemmer, ontvanger, tuner, vroeger zeiden we: de radio. De meeste ontvangers kunnen zo wel AM- als FM- radioprogramma's ontvangen. Wie het echt over HiFi heeft, moet FM-stereo hebben. Met FM kan men ten eerste meer zwakke zenders beluisteren, ten tweede stoorgeluiden on derdrukken en ten derde stere- ofonisch ontvangen. Ook hier een paar getallen om te ont houden bij het kopen: gewen ste signaalruisverhouding min stens 50 dB, selectiviteit idem, kanaalscheiding 40 dB in de middenfrequenties. Denk er aan dat een speciale FM- antenne nodig is. Bandrecorder De meeste bandapparaten heb ben tegenwoordig vier sporen en twee of drie snelheden. Hoe hoger de bandsnelheid en hoe smaller de spleet in de opname- en weergavekop, hoe beter de weergave van de hoge tonen. Versterkers De versterker is het technische hart van de hele installatie. De vraag die zich in de praktijk het meeste voordoet is: moet het een aparte versterker en een aparte ontvanger worden, of gecombineerd in één appa raat? Gecombineerd heeft twee voordelen: de prijs en de ruimtebesparing. Apart heeft ook twee voordelen: soms de kwaliteit, en verder de moge lijkheid om één van beide com ponenten later te vervangen als er een nieuw snufje op de markt is. Ook de platenspeler kan in die combinatie worden opgenomen; er zijn een aantal van dergelijke compact- installaties in de handel, in de regel compleet met t)oxen. Zowat elke moderne hifi- versterker en ontvanger heeft uitgangen voor hoofdtelefoon. Een goede hooftelefoon is licht en makkelijk te dragen. Al be neden de honderd gulden zijn heel goede te koop. Ten slotte terug naar de kamer. Voor versterker-ont vanger- platenspeler/bandrecorder hebt u ruimte gevonden, voor uw platen en banden ook, nu de boxen nog. Daar bestaan veel verhalen over en dat bete kent dat er geen antwoord is dat voor elke situatie geldt. El ke kamer heeft namelijk zijn geluidsklimaat, en u kunt ook niet overal gaan zitten waar u wilt. Als het even kan. blijf mei. uw boxen een beetje uit de buurt van de kamerhoeken en zet de boxen liever ook niet op de grond pal tegen de muur. Halverwege aan de muur han gen kan best, vrij op de grond ook. En verder: experimen teren!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 31