Voorlichting over dier
in ons huis hard nodig
Geef het kind een
eigen hoekje (of een
eigen struik) in de tuin
SANAL ^KNAAGDIEREN
NATUUR MOET VOOR DE JEUGD GEEN
VAAG BEGRIP BLIJVEN
Huisdier in de knel in verstedelijkte samenleving
<hi
Neet het doorsnee-gezin wel wat het doet als het een
ïuisdier in huis neemt? „Vermoedelijk niet, anders
ouden er niet zoveel dieren op straat gezet worden of
jij dierentuin of dierenasiel worden afgegeven", oor-
leelt Frits Tikkemeijer, hoofdbestuurslid van de Neder-
andse Vereniging tot Bescherming van Dieren. In een
jesprek met Tikkemeijer over de positie van het huis
eer in ons land, maakt hij duidelijk dat het huisdier
weliswaar soms in de knel komt, maar dat niets erop
wijst dat dit te wijten is aan verminderde dierenliefde.
.Integendeel", zegt Tikkemeijer, „ik vind dat er juist
neer bewustwording is over de manier waarop we met
lieren moeten omgaan. De problemen, die er zijn vloei
en voort uit de moeilijkheid om een huisdier te houden
n onze huidige verstedelijkte wooncentra".
Sen van deze problemen
iraar de dierenbescherming
net de neus wordt opgedrukt
is de ongebreidelde voort-
ilanting van kleine huisdieren,
>n met name van de kat. De
irie grote steden Amster-
iam, Den Haag en Rotterdam
tellen elk ongeveer dertig-
luizend zwerfkatten. Wat is de
lorzaak van deze „katten-
ilaag" (sommige bewoners on-
lervinden er hinder van)? Tik-
[emeijer antwoordt: „Het pu-
iliek neemt nog te weinig ge-
loortenbeperkende maatrege-
en. Maatregelen die zouden
:unnen bestaan uit: het castre-
en van de kater, het sterilise-
en van de poes, het toedienen
anti-conceptiemiddelen
ian katten en honden, het toe-
nen van de „morning-after"-
jecties aan per ongeluk ge
lekte teefjes, enz. enz. Komen
•r toch nestjes, dan kan zo'n
testje worden aangeboden aan
een plaatselijk asiel om het
daar te laten inslapen". On
danks de actie „Beter voorko
men dan zwerven", die de die
renbescherming enkele jaren
geleden heeft gevoerd, ont
staan in heel wat nieuwbouw
wijken concentraties van zwerf
katten, die vaak door voedsel
verstrekkende dierenvrienden
in leven worden gehouden,
maar bewoners ertoe brengen
met vergif en windbuks op kat-
tenjacht te gaan. Het is niet de
taak van de dierenbescher
ming zich bezig te houden met
het vangen van zwerfkatten,
maar wel moet de vereniging in
het laatste geval optreden
wegens dierenmishandeling
tegen de door de nood tot die
renbeul geworden mens.
De kat is overigens een dier dat
met een minimum aan overlast
op een flat of in een dicht be
volkte wijk kan worden gehou
den. Er moet alleen voor een
kattebak worden gezorgd en
bij hoogbouw voor een afraste
ring, dat het dier de buren niet
lastig kan vallen en bij laag
bouw moet de tuin van de bu
ren worden gevrijwaard van
overlast.
Hond
De in huurcontracten voorko
mende bepaling dat het hou
den van huisdieren verboden
is, vormt een ander probleem.
Enerzijds zijn er gevallen waar
in wordt geprotesteerd tegen
deze bepaling, omdat de bewo
ners geen last van de honden
hebben, anderzijds komen al
bewoners in opstand omdat ze
wel degelijk overlast ondervin
den. Tikkemeijer: „Het komt
bijvoorbeeld voor dat de hond
wordt uitgelaten en dat de
baas van die hond, zonder het
dier mee te nemen, terugkeert
naar zijn tiende verdieping. De
hond moet dan maar zelf via
trapportaal of lift naar boven
komen, met onder meer als ge
volg uitwerpselen, die door de
mede-flatbewoners worden
aangetroffen of een hond, die
uren jankt omdat hij is ver
dwaald".
De dierenbescherming voelt
voor een huurcontract waarbij
een algemene verbodsbepaling
blijft bestaan (als stok achter
de deur), maar waarbij tevens
een algemene vrijstelling van
die bepaling wordt verleend,
met de mogelijkheid indien
nodig beperkingen op te leg
gen. De staatssecretaris van
volkshuisvesting Van Dam
'"n gezonde traktatie voor hamster marmot, konijn, enz.
Rensenbrink en met een voor
woord van Frits Tikkemeijer.
Het heet „Dieren in huis", geeft
informatie over honden en kat
ten, zowel als knaagdieren, vo
gels en vissen in huis. Het
boekje moet worden geïllus
treerd met gekleurde plaatjes,
die worden verstrekt bij aan
koop van een produkt van de
zeepfabriek en is als zodanig
een nakomer van de vooroor
logse albums van diverse siga
retten-, chocolade- en zeepfa
brieken. Tikkemeijer schrijft in
zijn voorwoord: „De in dit
boekje beschreven dieren kun
nen gemakkelijk als huisdieren
worden gehouden, mits aan de
minimale eisen van verzorging
en huisvesting kan worden vol
daan. Kunnen we aan die eisen
niet voldoen, dan kunnen we
zowel voor onszelf als voor het
dier beter geen huisdier ne
men". Uit de feiten blijkt nog
dat menige Nederlander een
huisdier neemt zonder dat aan
die eisen is voldaan, of zonder
van die eisen op de hoogte te
zijn.
:egro«
teel mensen vinden het gelukkig belangrijk hun
tfnderen op te voeden met besef voor het milieu. De
nanier waarop dat gebeurt, verschilt echter nogal. Het
preekt vanzelf dat de woonomstandigheden van het
rt :ezin daarop ook van invloed zijn. Een kind in een flat
'e hidden in een stedelijke omgeving of een kind in de
linnenstad, dat de natuur bij huis alleen maar kent van
sen meer of minder ver verwijderd plantsoen of park,
al bij het woord „natuur" een andere associatie hebben
lan een kind dat in een huis met een tuin in een
streek woont.
roor stadskinderen is de na-
uur een door mensen gescha-
len toestand, die ze niet mogen
'ernielen. Het is niet eenvou-
hun daarvoor eerbied bij te
irengen. Kenmerken van het
even zijn groei en beweging, en
lie zijn aan planten en bomen
üet waar te nemen bij een be-
oek af en toe aan een park of
:en dagje buiten. Voor buiten-
ünderen is het van dag tot dag
eien van planten iets van-
selfsprekends. Dat iets groeit
en bloeit zonder dat een men
senhand eraan te pas komt, is
'oor hen de natuurlijkste zaak
er wereld.
ielangstelling voor planten en
lieren hebben ook de meeste
anderen. Als ze er niet van
ongsaf mee vertrouwd zijn,
lan is die interesse gemakke-
ijk te wekken, als dat maar op
le goede manier gebeurt. Een
uin is een groot voorrecht dat
>ok door volwassenen vaak
ïauwelijks beseft wordt. Mis
kien moet ik in plaats van
ik" „juist" schrijven. Tuin-
gesprekken draaien doorgaans
om het vele wieden, grasmaai-
en, hegknippen, spitten en zo.
Kinderen zien in de tuin vaak
wat die volwassenen niet zien.
Ze zien het leven, en leren er
van. Want je leert van niets
zoveel als van het zelf zien en
beleven. En die betrokkenheid
wordt nog sterker als dat wat je
beleeft, zich afspeelt met din
gen die van je zelf zijn.
Milieu-opvoeding heeft geen
zin als kinderen die betrokken
heid niet voelen, als de natuur
een vaag begrip voor hen blijft.
Zelfs een narcis in een pot, die
van hen zelf is, kan die betrok
kenheid al geven. Nog veel ster
ker is dat als het kind een eigen
boom heeft, een paar planten
in de tuin die van hem zelf zijn,
of een eigen stukje grond, al is
dat nog zo klein.
Veel tuinen zijn inderdaad zo
klein dat er geen plekje voor
het kind (of de kinderen) over
schiet. Maar het kind kan toch
bij de tuin betrokken worden
door met een van de ouders een
boom te kopen of een struik
waar zijn hart naar uitgaat. Die
krijgt dan een plaats in de tuin
en is voortaan zijn boom of
struik. Maar schiet er wel een
stukje over, opzij van het huis
of de achterste meter van de
tuin, dan voelt een kind zich er
totaal bij betrokken en zal het
zijn best doen er iets moois van
te maken. En dat lukt ook best,
als het daar maar goede leiding
bij krijgt.
Een tuinboek
Vorig jaar verscheen bij Het
Spectrum een boek dat be
doeld is om die leiding te ge
ven. „De kleine hovenier" is
zelfs een heel geschikte hand
leiding voor volwassenen die
een uitgebreid tuinboek vol
termen, waar ze niets van be
grijpen, te ingewikkeld
vinden.
Kinderen leven snel: alles wat
ze doen moet vlug resultaten
opleveren, willen ze er lol in
blijven houden. Het vervelende
van tuinieren is juist dat je na
het zaaien en poten geduld
moet oefenen tot de eerste
sprietjes en blaadjes boven de
grond komen en dat het vaak
nog veel langer duurt voor er
bloemen verschijnen. Daarom
is eigenlijk de geschikste tijd
om aan een kindertuin te be
ginnen de herfst, als er bloem
bollen gepoot kunnen worden,
dat voor bijvoorbeeld sneeuw
klokjes en narcissen nog tot
begin december kan, als het
maar niet vriest. Bloemen ko
men dan al in februari, maart
april. Maar ook nu kan het best
met allerlei eenjarig zaaigoed
dat vrij snel groeit. Maar ook
dan moeten ouderen het onge
duld in goede banen leiden.
Het fijnst is het natuurlijk als
een van de ouders enig begrip
heeft van de biologische pro
cessen en kan vertellen waar
om alles gaat zoals het gaat,
maar in veel gevallen zal het
daaraan ontbreken. Op een
kinderlijke manier vertelt Huik
Gomperts hoe een en ander in
elkaar zit, soms wel eens te zeer
vereenvoudigd, en daardoor
wel eens niet helemaal juist,
maar genoeg om het kind be
grip voor natuurlijke processen
bij te brengen.
Ze schrijft hoe een stuk grond
moet worden voorbereid, hoe je
bollen moet poten, in de winter
voor de vogels kunt zorgen en
hoe je alvast binnenshuis kunt
zaaien om in het voorjaar jonge
plantjes te hebben die je kunt
uitpoten. Sommige adviezen
kunnen te stringent overko
men. Zo is het helemaal niet
nodig dat de aarde op de bollen
bij het poten met molm ver
mengd wordt. Kinderen nemen
dergelijke raadgevingen letter
lijk en denken dat het zonder
niet mogelijk is. Vermeld had
ook wel mogen worden dat de
bollen van gewone en knikken
de vogelmelk en van de kievits
bloem niet uit het wild in het
tuintje overgepoot mogen wor
den. Deze planten zijn wette
lijk beschermd en mogen al
Belangstelling voor planten en dieren is bij kinderen gemakkelijk te wekken, als dat maar op de goede manier gebeurt.
Foto: Henk van Halm
leen betrokken worden bij
kwekers.
Heel inspirerend zijn de wat
naïef aandoende, daardoor
misschien- juist kinderen erg
aansprekende kleurplaten van
tuinen, zoals zij die zelf kunnen
aanleggen. Ze variëren van een
tuinje van een meter breed en
een achterplaatsje waar toch
geen mens wat mee deed tot
een boshoekje en een „kamer-
tjestuin". Voorde twee laatste
mogelijkheden kunnen alleen
grote stukken tuin dienen,
want de „kamertjes" door ha
gen en pergola's met klimplan
ten afgeschermde vierkante
stukken tuin moeten wel
vier bij vier meter meten. Ze
zijn ideaal voor verscheidene
kinderen tegelijk in een tuin,
waar de ouders eigenlijk niet
goed raad mee weten. Dat
komt toch vaker voor dan u
denkt.
Een uiterst handig systeem
van buiten zaaien is ook in dit
boek te vinden. Omdat kinde
ren niet weten wat er van het
opkomende spul kruid of on
kruid is, bestaat het gevaar dat
ze juist dat uitrukken wat ze
.gezaaid hebben. Daarom be
veelt Huik Gomperts aan eerst
op het in te zaaien stuk grond
met een stok ruitjes te tekenen
en vervolgens het zaad in die
lijnen uit te strooien. Als het
opkomt, zijn de lijnen duidelijk
te onderscheiden en zie je me
teen wat je gezaaid hebt. Bij
het wieden trek je alles tussen
de lijnen uit en let je meteen op
wat het verschil is met het ge
zaaide. Daarna dun je zo uit
dat alleen op de snijpunten van
de lijnen kiemplantjes blijven
staan. Huik Gomperts heeft de
schoffel afgezworen omdat ze
merkte dat ze van alles weg-
schoffelde wat door haar eigen
planten zelf was uitgezaaid. Al
eerder heb ik zelf geschreven
dat herfstkrokussen, scillaatjes
en winterakonieten zich door
zaad geweldig kunnen verbrei
den, als je de bodem maar on
aangeroerd laat.
Het jaar rond
Een heel jaar rond beschrijft
Huik Gomperts hoe de tuin
kan ontstaan en wat er aan
gedaan moet worden. Sommi
gen zaken lijken me weinig
aantrekkelijk voor kinderen
om in een tuin aan te leggen,
zoals een gazon. Een vijver
heeft een grote charme, zeker
voor kinderen, maar je kunt
het best volstaan met een inge
graven flinke teil en niet begin
nen te modderen met plastic
folie. Ik ben gewend kinderen
voor vol aan te zien. maar als ik
zie hoeveel moeite handige vol
wassenen hebben om een folie
vijver tot een aantrekkelijk ge
heel te maken, dan kun je zo
iets toch echt niet van een kind
van tien of iets ouder verwach
ten. En riet aan een vijver po
ten is de vlugste weg om welke
vijver ook te veranderen in een
dichtgewoekerd moerasje. Een
folie vijver is bovendien al heel
gauw lek door de harde, spitse
uitlopers. Maar ondanks enke
le bezwaren is dit boek toch
een heel beste leidraad voor
wie nooit eerder een tuin heeft
gehad en nog helemaal niet
snapt wat er allemaal te doen
valt en hoe. En wat voor de
milieuopvoeding van het kind
een belangrijk aspect is: Huik
Gomperts doet gifspuiten in de
ban en noemt de pad je beste
vriendje in de bestrijding van
wat je planten belaagt. Zulke
boeken moesten er meer zijn.
Huik Gomperts: De Ideine hove
nier. Uitg. Het Spectrum,
Utrecht. 96 blz.
12.50.
^UDAG 19 MAART 1976
TROUW/KWARTET 21
denkt ook in die richting. Hij
schreef in december aan de ver
eniging: „Mijn persoonlijke
voorkeur gaat uit naar een be
paling in de huurreglementen
op grond waarvan het houden
van bepaalde huisdieren met
strenge inachtneming van een
aantal voorwaarden is toege
staan en waarbij de verhuurder
de bevoegdheid heeft om bij
gebleken overlast de ver
huurder en medebewoners aan
gedaan alsnog het houden
van het dier te verbieden".
Beweging nodig
In afwachting van het in wer
king treden van een model-
huurcontract, zouden eige
naars van honden zich kunnen
bezinnen op een manier van
omgaan met hun dier, die de
minste overlast veroorzaakt en
ook het prettigst is voor hun
huisgenoot. Een dier, en zeker
een hond, heeft bewegingsvrij
heid nodig. En de mogelijkhe
den daartoe ontbreken vaak in
de moderne woonwijken. Vol
gens Frits Tikkemeijer consta
teren dierenartsen in de grote
steden dat de honden te weinig
beweging krijgen en vaak ook
nog verkeerde voeding. Een
vuistregel voor iemand, die een
hond wil aanschaffen is zich
afvragen: „Welke hond past,
wat karakter en lichaamsbouw
betreft, het beste bij mijn per
soonlijkheid en mijn woon- en
leefomstandigheden?"
In de loop der jaren zijn tal van
boekjes met voorlichting over
het houden van huisdieren uit
gekomen. Dit voorjaar is zo'n
gids vol praktische tips, uitge
geven door de dierenbescher
ming en een zeepfabriek, ver
schenen, geschreven door Han