Eeuw geleden eerste telefoongesprek I el verzet van bonden 'igen ontkoppelen leer- n arbeidsovereenkomst Y/I open dag I® llÉ' Buitengewoon onderwijs betrekken bij opzet nieuwe basisschool ALEXANDER GRAHAM BELL DE „OFFICIËLE" UITVINDER ff >kes voor ontduiking van minimum-jeugdloon Jongelui zouden zakgeld van 20 gulden krijgen Nota onderwijsvakorganisatie: 1e V.C.L. de Tombe assistent accountant Melse co accountants 8 MAART 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET H 9 '902 door Jac. Lelsz APELDOORN „Mr Watson, kunt u even komen? Ik heb uw hulp nodig." Op de 10de maart 1976 zal het honderd jaar geleden zijn dat in Amerika Alexander Graham Bell deze woorden sprak tot zijn assistent Thomas A. Watson. Niet schokkend, ware het niet dat Watson zich niet van aangezicht tot aangezicht met hem bevond, maar zich in een andere kamer ophield. In feite had de wereld met deze woorden van Bell telefoon gekregen. Bell wordt beschouwd als de geeste lijke vader van de telefoon in de toepassing, die dit medium nader hand heeft gekregen. Als de man, die in dit opzicht een zeer wezenlijke rol heeft gespeeld. Als de „officiële" uit vinder. zogezegd. De enige uitvinder was hij niet. Veel onderzoekers voor en ha hem, en tegelijk met hem, hebben een belangrijke bijdrage ge leverd aan de totstandkoming ervan. Drie weken vóór het historisch ge sprek met Watson had Bell de be schrijving en tekeningen van zijn „ar ticulating telephone" bij het Ameri kaanse patentbureau gedeponeerd, slechts twee uur voordat Elisha Gray uit Chicago dat deed. Het bijzondere van de woorden, die Bell tot zijn assistent Watson sprak, was hierin gelegen, dat ze werden verstaan. Bell's wetenschappelijke arbeid was aanvankelijk gericht op het ontwerpen van een systeem voor overdracht van méér telegrammen over één elektrische geleiding, met morsetekens. Sinds 1872 werkte hij aan een principe om daartoe te ko men door middel van verschillende frequenties, toonhoogten, evenwel zonder succes. Tegelijk probeerde hij een apparaat te construeren waar mee hij luchttrillingen zichtbaar zou kunnen maken om aan zijn leerlin gen (hij was toen leraar aan een doof- stommeninstituut) geluidstrillingen te demonstreren. Na veel onderzoek kreeg zijn toestel een bruikbare vorm, een trechter. ander plaatje hebben, dat in dezelfde tijd dezelfde trillingen volbrengt". Daarmee was het principe van de werking van de telefoon vrij nauw keurig omschreven, 24 jaar voordat het in werkelijkheid zou worden toe gepast. De Duitse natuurkundige Johann Philip Reis mag zeker niet onvermeld blijven. Hij wordt wel eens „de eigen lijke uitvinder van de telefoon" ge noemd. Reis gebruikte ook als eerste het woord telefoon: tele is ver, phone is geluid. Hij hanteerde de term voor een toestel, dat hij oorspronkelijk „mechanisch oor" noemde. Bij het beluisteren via een echte Reis- ontvanger moet men het oor op de klankdoos leggen om iets waar te nemen. Toch wordt het als zijn ver dienste beschouwd dat hij heeft aan getoond dat een ijzerdraad, die door een spoel is omgeven, waardoor een elektrische stroom wordt gevoerd, el ke toon kan voortbrengen. Reis blijft de eerste, aan wie het is gelukt, enke le gesproken woorden, hoe gebrekkig ook, door middel van elektriciteit op afstand over te brengen. Ook Bell kende het door hem gebouwde toestel. Alexander Graham :Bell tijdens de officiële ingebruikstelling van de telefoonlijn New-York Chicago in 1892. Beweeglijk plaatje Bijna 40 jaar daarvóór was het proces van de geluidsoverbrenging door middel van elektriciteit al begonnen toen de Amerikaanse natuurkundige Page de „galvanische muziek" ont dekte. Tegelijk waren ook anderen er mee bezig. In 1852 sprak de Fran sman Bourseul, sous-inspecteur van de telegraaf, voor het eerst de gedac hte uit het gesproken woord langs elektrische weg over te brengen. Hij schreef: „Stel. dat men voor een be weeglijk plaatje spreekt, dat buig zaam genoeg is om geen enkele tril ling der stem verloren te doen gaan en dat dit plaatje beurtelings een galvanische stroom opent en sluit, dan kan men op grote afstand een Patentstrijd Bell en hij ook nog niet eens alléén heeft de telefoon van Reis, die nooit in het stadium van een prak tisch gebruiksvoorwerp is gekomen (hij werd slechts 40 jaar), uit de sfeer van het natuurwetenschappelijk on derzoek gebracht in die van het maatschappelijk leven. Daar is ook nog een hevige patentstrijd aan ver bonden. We noemden reeds de Ame rikaan Elisha Gray, die enkele uren na Bell octrooi aanvroeg. Tenslotte gingen de octrooien van beiden op in één onderneming, de Bell Telephone Company. Bell's vinding was niet het einde van alle problemen in dit opzicht. Goed telefoneren over grotere afstanden was nog niet mogelijk. Zijn ontvan ger was voortreffelijk: het principe is na honderd jaar zelfs nog steeds in gebruik. Aan zijn gever zaten echter belangrijke gebreken. Na hem zoch ten verschillende ondereoekers naar een gever, die krachtiger was. De Engelsman Hughes, ook een natuur kundige. kwam tenslotte met een ge ver, die een veel grotere gevoeligheid had en microfoon werd genoemd. En daarmee was het basisbeginsel van de telefoon, zoals we die nu nog ken nen, voltooid. Bell was van origine een Schot. Grootvader en vader waren spreekle- raar voor doofstommen; ook de jonge Bell leerde doofstommen spreken. Omdat hij aan tbc leed, emigreerde het gezin naar Canada. Later reisde het door naar Amerika. Bell werd na enkele jaren tot hoogleraar in de spraakfysiologie te Boston benoemd. Naast zijn dagtaak experimenteerde hij, vaak in de avonduren. Behalve wat de telefoon betreft, deed hij uit vindingen op het gebied van de radio- foon en de spectroscoop; hij hield zich bezig met vliegtuigen, met het ontzouten van zeewater, met het ont werpen van een draagvleugelboot en met onderzoek op het gebied van de erfelijkheidsleer. De doofstommen hadden zijn hart, en hij bleef zich zijn leven lang spraakleraar noemen. Hij overleed op 2 augustus 1922. Op de leeftijd van 75 jaar. Toen hij begra ven werd. stond het telefoonverkeer in Amerika gedurende één minuut stil. Slechts 29 jaar was Bell toen hij het eerste, geruchtmakende telefoonge sprek met zijn assistent voerde. In juni 1876 demonstreerde hij de tele- Model van de telefoon van Bell foon op de Wereldtentoonstelling in Philadelphia. Het publiek had meer belangstelling voor locomotieven en drukpersen dan voor de telefoon. Maar op een jury, bestaande uit we tenschapsmensen die nieuwe inzen dingen beoordeelde, maakte de vin ding grote indruk. Bell, die een ge schoolde en melodieuze stem had. droeg de monoloog „To be or not to be" uit de Hamlet van Shakespeare voor. Aan de andere kant van de lijn, op tweehonderd meter afstand, ston den de juryleden en reikten elkaar de ontvanger over. Zij onderscheidden Bell met de gouden medaille. Enkele maanden later werd het eerste inter- locale telefoongesprek gevoerd tus sen Boston en Cambridge. Kranten verspreidden het nieuws over de hele wereld. Enige Japanners waren verbaasd dat de telefoon ook hun taal sprak. Overal hield Bell voordrachten. Hij reisde ook naar Europa. Daar bleek men niet onver deeld rijp voor de nieuwe vinding. In wetenschappelijke kring was men opgetogen, maar verder waren de re acties nogal negatief, of gereser veerd. Er werd gesproken van „de nieuwste Amerikaanse humbug". Sommigen zagen in de telefoon zelfs een bedreiging van het gezin. Zij hadden niet helemaal ongelijk, als we bedenken hoezeer vooral in deze tijd het „telefoontjepesten" in allerlei vormen toeneemt en hoeveel mensen zich genoodzaakt zien een geheim telefoonnummer aan te vragen. Maar bijna iedereen zal het er toch wel over eens zijn dat de zegeningen van de telefoon de-nadelen verre overtreffen. Een wereld zonder dit technisch snufje, dat steeds meer is geperfectioneerd zodat er thans au tomatisch met vele landen gebeld kan worden, is ondenkbaar ge worden. Eeuwfeest In november 1876 nreef in Ameri ka de „Boston Post": „Professor Bell werkt gestaag aan de verbetering van zijn uitvinding. Hij twijfelt er niet aan dat het hem eens vergund zal zijn met zijn vrienden in Europa te spreken zonder zijn huis in Boston te hoeven verlaten." Als Bell enkele jaren ouder was geworden, dan had hij dat inderdaad meegemaakt, want in 1927 ging via de eerste on derzeese kabel het telefoonverkeer tussen Amerika en Engeland van start. Ten slotte: over 5 jaar is het zover dat Nederland bet eeuwfeest van de telefoon kan -vieren. s 1922 1928 1931 1932 onze sociaal-economische 1 ftie De plannen van Hjjereniging voor de Metaal ,i,,«ectrotechnische Industrie, o' om de leer- en arbeidsove- voor jeugdigen te stuiten op heftige >d.$tand bij de vakbonden. ndustriebonden van NW en ■prezen dat de regeling van vier in Hengelo zich olievlek zal uitbreiden over de en ook over an- ^bedrijfstakken. De Industrie- eo^NVV noemt de ontkoppeling lanval op het minimumjeugd- ie Industriebond NKV ziet er chtstreekse aanval in op de ie vakbonden bevochten ar- yoorwaarden en, ook de Indus- g®r\nd CNV wijst de voorstellen van de hand." maand zullen werkgevers ferknemers de degens kruisen onderwerp in de commissie ^leiding en scholing van de ianjvan Overleg in de Metaalindus- ie ROM. van de leer- en ar- voor schoolverla- Hs een plan van vier Hengelose ^lbedrijven. De bedoeling is dat oofren alleen een leerovereen- leaét aangaan met een bedrijf voor 08-aar. Ze krijgen dan geen arbeids- meer, zoals gebruike- ;n n daarmee ook geen minimum- D'"lloon. De werkgevers willen deze an, ïgen een zakgeld van twintig per week geven. Ze noemen 52abordeel dat de ouders dan nog Gr op kinderbijslag hebben, Dnden zijn evenwel van mening wet op het jeugdloon ook moet e' jen nageleefd als het met de eco- k"el e wat slechter gaat. nac/ME zegt dat veel andere onder gingen niet meer ver af zijn van ""fegeling zoals de vier metaalbe- E^fjen in Hengelo willen invoeren. In ,ned eval worden met de ouders lee- Jeenkomsten afgesloten. Na een bekijkt het bedrijf of het de nzefag in vaste dienst wil nemen, anties voor een arbeidsplaats ten de ondernemingen natuur- pjhiet bieden, maar welke andere 1 'lol kan dat wel? zo zegt de FME, ook op wijst dat Het Neder- 1 Christelijk Werkgeversverbond Rofcn Verbond van Nederlandse On- t/n emingen de voorstellen steunen. Woordvoerder H. Lansink van de In dustriebond NKV noemt de ontkop peling een levensgevaarlijke toe stand. 'We hebben de indruk dat werkgevers het met de overheid op een akkoordje gooien. Ze zeggen zo de jeugdwerkloosheid te bestrijden, maar het mag niets kosten. De over heid heeft geen gespecialiseerde op leiding te verzorgen en de werkgever hoeft geen minimum-jeugdloon te betalen. Bovendien zijn wij bang dat de door de overheid aangekondigde maatregel om het minimum jeugdloon niet meer verplicht te stel len voor alle stages en vakopleidin gen ook gaat gelden voor omscho lingsprojecten voor volwassenen, die mogen dan zeker ook met twintig gulden per week naar huis', aldus de heer Lansink. Een ander bezwaar is volgens hem dat deze regeling werkloze jongeren de kans ontneemt om bij een bedrijf als werknemer binnen te komen. 'De werkgevers zullen natuurlijk veel lie ver een schoolverlater nemen, want die kost vrijwel niets. En na een jaar leerovereenkomst kan een bedrijf een leerling weer op straat zetten en nieuwe leerlingen nemen. Zo wordt de jeugdwerkloosheid eerder groter. De Hengelose jongeren hebben ons verteld dat ze nu al te horen krijgen dat ze goed hun best moeten doen omdat ze anders geen arbeids overeenkomst krijgen. Zo'n jaar is een unieke gelegenheid voor een strenge selectie. De goede leerlingen neem je in dienst, de lastige kritische leerlingen kun je uit het bedrijf zet ten', aldus de heer Lansink, die ge looft dat Hengelo een proef voor het gehele bedrijfsleven moet zijn. Acties De Industriebond NKV zal binnen kort met acties beginnen in Hengelo. De bond begint met het benaderen van de ondernemingsraden, de be drijfsafdelingen, de ouders en de on derwijsinstellingen waar de leerlin gen voor de metaal vandaan komen. Uit gesprekken met Hengelose jon geren is ook een lijst met nadelen van de nieuwe regeling te voorschijn gekomen: de opleiding is te be drijfsgericht, waardoor tewerkstel ling buiten het opleidingsbedrijf moeilijker wordt, men is niet zeker van werk binnen het bedrijf, de leer ling moet zichzelf verzekeren, krij gen geen ziekengeld, winstdeling of vakantie-uitkering, terwijl ze zich wel moeten gedragen als alle andere werknemers binnen de onderneming en ze doen ongewild werkloze colle ga's concurrentie aan. 'Het komt er op neer dat de leerlingen alle nade len hebben en werkgevers alleen voordelen', aldus de heer Lansink. De Nederlandse Operastichting Het Circustheater - Scheveningen Ode for St. Cecilia's day/ Dido and Aeneas Henry Purcell wo. 10 maart - aanvang 20.00 uur Solisten: Angela Bello - Marianne Dieleman - Elise Galama - Maureen Lehane - Linn Maxwell - Janet Perry - Keith Davis - Paul Esswood - Bernard Kruysen - Adriaan van Limpt - Lodewijk Meeuwsen Concentus Musicus Wien - muzikale leiding Nikolaus Harnoncourt - Regie en dekors Federik Mirdita - Kostuums: Monika von Zallinger - Choreografie: Ronald Snijders - Het Nederlands Kamerkoor; instudering: Bruno de Greeve - Leden van het Nationale Ballet Plaatsbespreking drie dagen voor de voor stelling aan de kassa van 10-16 uur, telefo nisch van 11-16 uur. nr. 070-5588 00. CJP en 65+-paspoort geldig. Van onze onderwijsredactie DEN HAAG Het buitengewoon onderwijs moet betrokken worden bij de opzet van een nieuwe basisschool. Maar bij het samengaan van gewoon en buitengewoon onderwijs moet wel de grootst mogelijke voorzichtigheid betracht worden. Dat is de strekking van een nota van woord kan geven op de behoefte van de sectie buitengewoon onderwijs van de protestants-christelijke on derwijsvakorganisatie (PCO). In de nota wordt commentaar gegeven op de plannen die in de Contourennota en in een discussiestuk van de com missie-basisschool naar voren zijn gebracht. Vrij algemeen wordt gepleit voor meer samenwerking tussen gewoon en buitengewoon onderwijs. Daarbij wordt dan uitgegaan van een nieuw type basisschool, die minder klassi kaal werkt en meer ruimte biedt voor individuele aandacht. Als zo'n school kan beschikken over de nodige voor zieningen (bij voorbeeld specialisti sche hulp), zou een deel van de kinde ren die nu naar het buitengewoon onderwijs op de gewone school kun nen blijven. In de nota van de PCO wordt deze gedachte positief gewaardeerd. „Kin deren behoren niet verwezen te wor den omdat de onderwijzer(es) niet bereid is extra aandacht aan een kind te besteden. Verwijzing is alleen verantwoord als hij of zij geen ant- het kind en omdat hij niet kan belet ten dat het kind (ondanks zijn lijfelij ke aanwezigheid in de groep) in een isolement raakt". Volgens de nota moet de basisschool zo worden ingericht dat kinderen niet het gevoel krijgen te falen. Kinderen met problemen hebben vooral veel persoonlijke aandacht nodig. Maar dat neemt niet weg dat er situaties zijn, waarin het kind meer gebaat is bij specialistisch onderwijs op een aparte school. Je mag dan niet zeg gen dat het kind uit zijn vertrouwde omgeving wordt gehaald. De reden tot verwijzing is zowel nu als in de toekomst dat het kind zich al lang niet meer thuis voelt. De PCO wil voorzichtige experimen ten met samenwerking tussen ge woon en buitengewoon onderwijs. Ook een herverkaveling binnen het buitengeoon onderwijs (nu gesplitst in twintig elkaar gedeeltelijk over lappende soorten) is nodig. Andere wensen die de nota noemt zijn: een goede opleiding van onderwijzend personeel, een betere nascholing en een goede begeleiding. iedereen leest de krant uitnodiging voor ZATERDAG 13 MAART, 10 UUR voor leerlingen van de zesde klas van het basisonderwijs, (ook ouders zijn welkom). van Stolkweg 35, Den Haag, telefoon 55 40 00 De school ligt in de omgeving van Madurodam en hotel Promenade. Bereikbaar met de lijnen 8, 9,11,14 en 23 BRUGKLAS<GYMNASIUM<ATHENEUM<HAVO de Tombe I Melse co, registeraccountants, hebben 20 kantoren in Nederland. De sleer op onze kantoren kan als bijzonder prettig worden omschreven. Men is geen nummer in onze organisatie. De werkzaamheden zijn zo georganiseerd, dat er in kleine teams gewerkt wordt, waar binnen men een eigen verant woordelijkheid heett. De variatie in te behandelen onderwerpen, resp. te adviseren kliënten is groot. Onze arbeidsvoorwaarden zijn zonder meer up-to-date. Vestigingen te: Alkmaar, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Baarn, Bergen op Zoom, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Enschede, 's-Gravenhage, Haarlem, Leeuwarden, Leiden, Middelburg, Nijmegen. Rotterdam, Utrecht, Winterswijk en Zierikzee. Voor ons kantoor Leiden zoeken wij ter plaatsing herstel versterking van een van onze controle groepen een ervaren assistent, die controle-opdrachten van zeer gevarieerde aard te behandelen zal krijgen. Initiatief en zelfstandigheid zijn hierbij van groot belang. Wij denken hierbij aan een kracht van omstreeks 25 jaar met MBA opleiding en/of studerend voor het NIVRA dan wel S.P.D. diploma. Naast een interessante werkkring en een goed salaris bieden wij. aantrekkelijke secundaire arbeidsvoorwaarden, waaronder een studie- en reiskostenvergoeding. Belangstellenden wordt verzocht hun sollicitatie te richten aan ons adres. Zoeterwoudsesmgel 50. Leiden Ons telefoonnummer is 071 -144451

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 9