Henriette van Eyk: koffer
vol brieven van Vestdijk
Kranten
Roots zijn lief voor voeten
Uw probleem
ook het onze
,Ik ben een literaire clown, bij de gratie daarvan besta ik' f
Vragen (één per brief) zenden
naar: Uw probleem ook het onze,
Postbus 537, Voorburg. Naam en
adres vermelden. Eén gulden aan
postzegels bijsluiten. Geheimhou
ding is verzekerd.
MAANDAG 8 MAART 1976
VARIA
TROUW/KWARI
door Mink van Rijsdijk
door Annemarie Lücker
kocht daar stofdoekenflanel, donker
paars. ik zie het nog. Met kraaltjes
hebben we dat Jurkje nog een beetje
opgesierd. Toen heb ik de beslissing
genomen niet meer naar die feestjes
te gaan. Ik heb gezegd: Ik wil leven
zoals ik ben. Ik kan het niet helpen
dat ik geen geld heb. Wij zijn arm.
nou èn Over die dingen hoef je niet
geheimzinnig te doen. De een heeft
dit meegemaakt, de ander dat. Dit
hoort bij mijn leven en heeft het toch
ook wel enigszins bepaald"
Vergeten auteur
Henriette van Eyk is vele jaren ge
trouwd geweest met de journalist
Edouard de Nève. Hij schreef ook
boeken, die zij typeert als „geroman
tiseerde grote reportages." Nu is hij
een vergeten auteur. „Hij is vreselijk
miskend zoals de meesten van zijn
generatie, die ook mijn generatie is.
Ik heb geluk gehad omdat ik een
literaire clown ben. bij de gratie daar
van besta ik, maar eigenlijk ligt mijn
hele generatie in de goot." Henriette
en Edouard verschilden veel van el
kaar. Henriette van Eyk zegt erover:
„Hij begreep niets van mij en lk niets
van hem. Mijn boek .Gabriel' noemde
hij .dolle kolder'. Hij was een echt
ouderwetse man. die voor zijn vrouw
wilde zorgen. In het begin van de
oorlog werd hij gearresteerd door de
S.D. wegens zijn werk voor de con
traspionage. Ik dacht niet anders dan
dat hij was gefusilleerd, totdat ik
eind mei 1945 een telegram kreeg van
het Rode Kruis, dat hij nog in leven
was. Kort erna werd hij thuisge
bracht als een wrak. Geestelijk was
hij kapot. Hij was een ander mens
geworden. Zijn boeken hadden geen
succes meer. de mijne liepen vrij aar
dig. Er ontstond daardoor een moei
lijke situatie. Tenslotte zijn wij als
vrienden uit elkaar gegaan. Hij
schreef mij, nadat hij was vertrokken
nog: „Ik kan niet leven in de schaduw
van een vrouw." Het was allemaal
heel tragisch."
engelse bijbel
Henriette van Eyk is een gelovige
vrouw, al loopt zij de drempel van de
kerk niet plat. „God leidt de wereld
en een mensenleven. Als ik dat niet
zou geloven, zou ik me geen raad
meer weten. Mijn leven is daarop
geënt. Op mijn nachtkastje heb ik de
Engelse King James Bijbel liggen.
Daarin lees ik elke dag. Het is een
richtsnoer voor me. Alles staat heel
duidelijk in dat boek omschreven.
Als je het goed leest moet je je wel
links opstellen. Velen schilderen Je
zus af als een halfzachte, terwijl Hij
toch echt in alle opzichten een
krachtfiguur was. Zoals hij die han
delaars de tempel uitgooide! Ik heb
een goede vriend gehad, een commu
nist. die mij eens schreef: „Dat er een
God is staat voor mij als een paal
boven water.' Ik denk er net zo over.
Met Vestdijk heb ik ook over geloofs
zaken veel gepraat. Hij reageerde
daar heftig tegen. Ik heb dikwijls
tegen hem gezegd: Simon, het feit
alleen al dat jij je er telkens zo druk
over maakt is een duidelijk bewijs
dat God wel bestaat."
Henriette is nu diep in de zeventig,
een leeftijd die je haar niet zou geven.
..Ik word er een beetje verdrietig van
als ik bedenk dat ik al zo oud ben.
Het lijkt me afschuwelijk dat er een
tijd komt. dat je er niet meer bent. je
niet meer kunt meemaken wat er
gebeurt, want ik houd zielsveel van
het leven," zegt Henriette van Eyk.
Door Fred Lammers
AMSTERDAM— „Ik heb een
koffer vol brieven, die Simon
Vestdijk mij heeft geschreven,
gekke tekeningen, die hij heeft
gemaakt en foto's. Er komt uit
die brieven een heel andere
man naar voren dan het beeld
dat de meeste mensen nu van
Vestdijk hebben." Uit de ma
nier waarop de schrijfster Hen
riette van Eyk dit vertelt, blijkt
dat haar vriendschap met Vest
dijk, die zestien jaar duurde,
een heel bijzondere is geweest
..Die jaren blijven voor mij een dier
bare periode. Ik ben blij dat te heb
ben meegemaakt. Het heeft weinig
gescheeld of ik zou met hem zijn
getrouwd. Achteraf ben ik blij dat
het niet zo ver is gekomen. Vestdijk
was een ontzettend veeleisende man.
Samenleven met hem zou op de duur
voor mij moeilijk zijn geworden. In al
die Jaren dat ik met hem bevriend
ben geweest, kwam hij regelmatig bij
me logeren, elke veertien dagen een
dag of vier. We habben samen veel
plezier gehad. Vestdijk was eenvou
dig en grappig tot en met. heel lief
maar ook heel wankelmoedig. In feite
was hij een erg hulpeloze man. Dat
kun je je bijna niet voorstellen van
iemand die zulke boeken heeft ge
schreven Die boeken liggen ver van
me af. Alleen als hij ze me voorlas,
werd door zijn intonatie alles anders.
Dan begreep ik het wel."
Over die honderden brieven die Vest
dijk haar ln de loop der jaren stuurde
zegt Henriette van Eyk. als ik bij
haar zit in haar gezellige, in Engelse
stijl ingerichte woning aan de Rey-
nier Vinkeleskade: „Het zijn stukjes
literatuur. Er zijn heel boeiende bij.
heel persoonlijke ook. Na mijn dood
gaan ze naar het letterkundig mu
seum. Dan mogen ze ermee doen wat
ze willen wat mij betreft. Die brieven,
die ik hem heb geschreven zijn daar
ook terecht gekomen. Ik wist niet dat
hij ze had bewaard. Ik ben geen brie
venschrijfster. Ik schaam me er wel
een beetje voor dat die brieven, die ik
hem heb geschreven, op bloknootvel-
letjes en soms op stukjes kastpapier
nu in dat letterkundig museum
liggen."
Telefoongesprek
In 1961 kwam een einde aan de
vriendschap.,. Vestdijk ging zich
steeds meer met mijn zaken bemoei
en en dat wilde ik niet. Dat deed ik
met zijn zaken ook niet. We hebben
ben toen een afschuwelijk telefoon
gesprek gehad. Ik heb een paar lelij
ke dingen tegen Simon gezegd en
nadien hebben we elkaar nooit meer
ontmoet."
Henriette van Eyk was op het eind
van de jaren twintig begonnen te
schrijven toen ze na een valpartij
anderhalf Jaar moest liggen. „Van het
voltooien van mijn studie in de bio
logie kwam niets meer (ik had mijn
kandidaats al achter de rug en was
me aan het voorbereiden op mijn
doctoraal met als hoofdvak bacterio
logie) Eigenlijk is het schandelijk,
maar ik ben gaan schrijven voor het
geld. Als kind schreef ik gedichten en
in opstellen was lk goed. Verder had
ik me nooit druk gemaakt over dat
schrijven."
HENRIETTE VAN EYK ik wil
„Ik heb toen een verhaaltje naar een
damesblad gestuurd. Ze vroegen of ik
meer had. Ik kreeg er plezier in. Die
verhalen zijn uitgegroeid tot mijn
eerste boek .De kleine parade', dat
binnen veertien dagen was uitver
kocht. In het begin van de jaren
dertig kwam .Gabriel' uit. een boek
dat mij na aan het hart ligt. De
hoofdpersoon is een erg verlegen
mannetje, die, al is hij bang. toch
ontzettend moedig is. Ik bewonder
mensen die boven zichzelf uitkomen.
Dat heb ik van nabij thuis meege
maakt met mijn moeder. Ik ben op
gegroeid in een gegoed milieu. Vader
was financier.
Failliet
„Toen ik twaalf jaar was veranderde
plotseling alles. Vader ging failliet en
nam de wijk naar Amerika. Hij is
voor eens en altijd weggegaan. Ik heb
het daar vrij moeilijk mee gehad. Ik
hield van mijn vader, wij lagen el
kaar. Maar toen hij was vertrokken
en we van de ene dag op de andere
van welgesteld arm waren geworden,
zag ik daar ook de lichtpuntjes van.
Ik dacht: nu hoeven we vast niet
meer naar school, nou gaan we lekker
zwerven in een kermiswagen en mu
ziek maken en dan mag ik centen
ophalen. Het pakte wel even anders
uit. Moeder begreep dat het nu van
extra groot belang was voor onze
toekomst dat wij een goede opleiding
kregen. Moeder, die in wezen een luxe
vrouwtje was. is toen ze er alleen voor
kwam te staan en het grootste deel
van haar bezittingen kwijt raakte
bijna alles werd verkocht om de
schulden te kunnen betalen enorm
leven zoals ik ben
flink geweest. Ze pakte van alles aan,
nam betalende gasten in huis en ging
zingen in het kinderuurtje van de
NCR V-radio. De lieverd is zelfs een
tijdje woninginspectrice voor de ge
meente Amsterdam geweest. Dat
was in de eerst wereldoorlog. Zij
kwam daarbij in aanraking met aso
ciale mensen. Moeder kwam in de
regel 's avonds gebroken thuis met de
gruwelijkste verhalen. Ik hield mijn
hart vast toen ze voor het eerst op
pad ging. beeldschoon aangekleed,
op hoge hakjes, met glacé hand
schoenen aan en een parapluutje in
de hand. Het is echter een groot suc
ces geworden. De mensen waren dol
op .de kleine juffrouw', zoals ze haar
noemden.
Revolutie
Zij merkten dat ze echt belang stelde
in hun situatie. Hoezeer ze op haar
waren gesteld bleek in 1918 in de
weken dat in Nederland revolutie
dreigde.Toen kwam moeder op een
dag aangewandeld met een haveloze
man.Hij was met haar meegekomen
om te kijken waar ze woonde. „Als er
revolutie komt zullen wij ervoor zor
gen dat ze u niets doen' beloofde hij
moeder.Maar al met al heb ik eigen
lijk een idiote jeugd gehad. Het was
beslist geen veilig geborgen be
staan." In het begin zetten de van
Eyks hun leven zo goed en zo kwaad
als het ging op de oude voet voort,
speelden ze het spel mee." Wij gingen
ook nog naar partijtjes.Het kostte
steeds meer moeite daar in passende
kleding te verschijnen.Op een keer
ging moeder toen ik een nieuwe jurk
moest hebben naar de markt en
Wie een beetje aanhikt tegen deze wat
vreemd uitziende Roots, doet er goed
aan een paar te passen, want Roots
zijn lief voor voeten. Roots geven tij
dens het lopen een heel natuurlijk
gevoel door de wiegzool, de steun voor
de voorvoetholte en de verlaagde hiel.
De voet wordt bij de hiel het zwaarst
belast. Gewone schoenen geven een
licht voorover hellende houding. Bij
Roots zinkt de hiel weg in de verlaagde
zool. Het gevolg is een natuurlijke
houding en een betere loopbeweging.
Na de eerste Roots-vestiging in Toron
to, kwamen er in dertig maanden tijd
60 andere zaken bij.
Amsterdam was de eerste Europese
Post uit Canada: „Uw pak Friese
volkskunst hebben wij in goede orde
ontvangen. Het meeste houtsnij
werk dat ik gedaan heb tot nu toe. is
kerfsnijwerk. zoals beschouwd wordt
bij figuren van 70 tot 74. De meeste
andere vormstukken zijn heel histo
risch en het geeft mij een grotere
horizon. Het kerfhoutsnijden dat ik
zover met mijn vrienden gedaan heb.
leent zich zelf tot het maken van
theebladen, naaidoosjes. tafeltjes,
barometers. Er zijn op het oogenblik
6 menschen interested in dit werk ln
Lacombe en ik geef hun dan wat
inrichting. Ik weet zeker, dat er geb
ruik zal worden gemaakt van de
mooie afbeeldingen, die ik door uw
Journal kon krijgen en zo hierbij
mijn hartelijke dank. Hoping to hear
from you and thanks again. Yours
very truly A. Kievit."
Wij meenden onze lezers dit gedeelte
van de lange brief uit Alberta niet te
mogen onthouden. Inmiddels heb
ben we deze Canadese Tersehellin-
ger. die na meer dan 50 jaar zich nog
zo gezellig en begrijpelijk wist uit te
drukken. ..very soon" ook namens u
een lange brief geschreven.
Vraag: Gaarne zouden we de bete
kenis weten van de Totenbretter, die
we in Beieren zo veel hebben gezien.
De diep bewusteloze of schijndode
drenkelingen hadden vroeger een
vreselijk lot. Het Groot Privilege van
Maria van Bougondië uit 1476 be
paalde. dat men een drenkeling wel
uit het water mocht trekken, maar
indien de levensgeesten waren gewe
ken, moest men hem met de voeten
in het water laten liggen. Vervoer
was pas toegestaan, als de gerech
tsdienaar het „lijk" had geschouwd.
Op overtreding stond een boete van
60 pond (30 gulden). Het gevolg was
dat velen onnodig om het leven kwa
men. Daarentegen verklaarde graaf
Hendrik van Stolberg, stadhouder
van Friesland, dat het niet alleen
veroorloofd was maar ook aanbeve
ling verdiende om drenkelingen, ook
als er geen teken van leven viel te
bespeuren, ln huis op te nemen en te
verzorgen.
In een keur der Landen van Putten
uit 1722 werd echter verboden, een
drenkeling geheel uit het water te
trekken alvorens deze door schout en
schepenen was geschouwd, teneinde
te kunnen vaststellen of het slachtof
fer door moord of zelfmoord om het
leven was gekomen. Vaststelling van
misdaad was dus het doel. en niet een
soort bijgeloof. De pogingen om de
levensgeesten op te wekken, waren
barbaars. Men hing hen bij de benen
op om het water uit de maag te
verwijderen, men rolde hen over een
ton. en schudde en sleurde hen. Nog
veel meer bijzonderheden zijn te vin
den in het boekje der vereniging. In
het oude China was het niet raad
zaam een drenkeling uit het water te
halen. Men was dan zijn hele leven
lang voor zijn voeding en verzorging
verantwoorden j k.
Vraag: In Trouw van 30 december jJ.
stond een artikel ten behoeve van
Wladimir Boekowski. die in een ge
vangenis van de Sowjet-Unie zijn
33ste geboortedag herdacht. In Ne
derland is een comité voor hem ac-
Wist u dat iedere voet 28 spieren heeft?
Plus nog een aantal in de tenen die
zelden worden gebruikt? Een klein
verhoogd vlak onder de welving van
het middenvoetsbeentje helpt de te
nen recht te houden. Het kalfsleren
binnenwerk van Roots is soepel en
zacht. Zowel aan het binnen- als bui
tenwerk is uiterste aandacht besteed
en er komt veel handwerk aan te pas.
Antwoord: De vorige winter was veel
te zacht, zodat er te weinig muggen
zijn doodgevroren. Ook deze winter is
lange tijd te zacht geweest. De
nieuwe flats met hun centrale ver
warming en hun gaten tussen de (gip-
s?)muurtjes, zijn een ideale overwin
teringsplaats. Sloten en plassen met
stilstaand water zijn goede broed
plaatsen voor muggen.
Misschien helpt het. de ramen en
deuren eens flink tegen elkaar open
te zetten (bij vorst de verwarming
niet geheel uitschakelen). Regelma
tig moet men kledingstukken, die
aan kapstokken enz hangen, luch
ten. Door met een insecticide-spuit
achter bedden en kasten te spuiten
ruimt men ook veel ongedierte op.
Controleer uw bloempotten op scho
teltjes met een wateroverschot.
Antwoord: De Totenbretter hebben
de bestemming, de overleden boer in
statie te leggen op zijn velden. Naam
en geboortedatum, alsmede een
tekst of vrome spreuk worden erop
aangebracht. Na de begrafenis wor
den deze planken bij andere dergelij
ke planken op het veld opgesteld.
Dit gebruik omvatte vroeger Neder-
Oostenrijk. een groot deel van Bohe-
men. Beieren en een deel van Fran
kenland. Thans bestaat het nog in
het Beierse Woud.
Vraag: Was het soms een oud bijge
loof. dat men drenkelingen voor de
opriching van de Maatschappij tot
redding van drenkelingen in 1767, als
zij buiten kennis of schijndood wa
ren. in het water liet liggen?
Antwoord: Wij hebben ons tot deze
vereniging gewend, die na meer dan
twee eeuwen nog bestaat, en actief
is. Het adres is Rokin 114. Amster
dam. telefoon 020-241763. Het is twee
ochtenden in de week geopend.
Daarom raden we de lezers aan. eens
een telefonische afspraak te maken
om het interessante museum te be
zichtigen.
tief. Heeft u een adres, van waaruit
deze actie wordt gevoerd?
Antwoord: Uw lofwaardig initiatief
heeft ons onmiddellijk aan het werk
gezet. Bij de Wereldwinkel gaf men
ons een aanmeldingsformulier voor
Amnesty International, het wereldor
gaan. dat zich o.a. bezig houdt met
vrijlating van politieke gevangenen.
Lees de folder eens rustig na. Van
Amnesty kregen we het adres van de
heer Henk Wovak, Van Woustraat 28,
Amsterdam, die zich speciaal met
Russische gevangenen bezig houdt.
Vraag: Midden in de winter heb ik in
Ullestede. de studentencampus van
de V U. te Amsterdam, last van mug
gen. Hoe is het mogelijk dat deze
dieren daar in dit jaargetijde voorko
men. Komt dit door het stilstaande
water van sloten en vijvers ln de
omgeving?
Uit Canada is sinds een jaar een
rage overgevlogen, die na Ame
rika ook zeer snel Europa vero
vert. U heeft ze vast wel eens
gezien, schoenen met brede neu
zen, verlaagde hielen en dikke
zolen, die het midden houden
tussen Donald Duck-schoenen
en sportschoeisel. Ze heten geen
schoenen, maar Roots.
vestiging, al spoedig kwamen daar Pa
rijs en München bij. Eind februari is
een Haagse vestiging geopend, want
de mensen kwamen uit het hele land
naar Amsterdam voor Roots. In de
collectie zijn ook laarzen en sandalen
te vinden en deze zomer komt er een
speciaal voor Nederland ontworpen
sandaal, „de Amstelklomp". Amster
dam: Damstraat 25, telefoon 256701.
Den Haag: Vlamingstraat 39, tele
607423.
De vrouw van de Canadese prer
Trudeau droeg tijdens haar zwan
schap Roots en overtuigde haar t
tgenoot, zodat ook hij nu op R(
loopt. In San Francisco dragen i
postbodes Roots en het Canad
Olympische team droeg ze in li
bruck!
Als men zegt dat kranten lezen alleen een confront
atie is met kommeren ellende, klopt dat niet. Je kunt
al lezende ook nogal eens behoorlijk lachen, vooral
als de schrijver dat niet bedoelde. Zo las ik in mijn
kerkblad dat zuster X nog steeds met haar been thuis
zit. Dat zal voor ingewijden vast een droef bericht
zijn, maar als je van niets wéét, borrelt snel de
gedachte op: beter met dan zonder been thuis.
Zuster X moet het mij maar vergeven dat ik er even
om heb gelachen.
Gegrinnikt heb ik toen in Trouw stond dat mevrouw
Wil de Ru-Schouten en ik ons in Nairobi tijdens de
vijfde Assemblee .stevig gearmd" verplaatst zouden
hebben. Juist dat beetje fantasie kan een bericht
meer body geven. Twee werkende vrouwen in de
tropenzon ach nee, dat is het net niet, maar met de
toevoeging „stevig gearmd" krijgt zo'n verhaal in
eens iets heel dierbaars, iets erg moois of als u wilt
iets uitermate tuttigs.
Echte pret beleeft men pas als een journalist iets heel
bijzonders wil beweren en er door verkeerd gebruik
van onze moedertaal finaal het tegenovergestelde uit
de bus komt.
De prijs van deze week voor een dergelijke grap gaat
naar het dagblad „De Vallei". Deze krant verschijnt
in Vecnendaal en omstreken. Het mooie brokje
natuur in die contreien heeft vele bewoners daar niet
zo opgewekt en blijmoedig gemaakt als een optimis
tische beemd- en veldminnaar wellicht zou denken.
Niet dat de Vallei uitsluitend bevolkt wordt door
louter nurksen, maar de gemiddelde oogopslag is er
toch vaak een beetje droefgeestig, het karakter wat
zwaar op de hand. De behoefte om de leer zuiver te
houden wordt gesymboliseerd door het dragen van
vrij sombere kledij.
Vrouwenemancipatie grenst aan schuttingtaai en het
Jaar van de Vrouw duurde daar minstens 365 dagen
te lang.
Toch wijdt „De Vallei" nog een paar kolommetjes
aan dat beruchte jaar 1975, „waarvan veel mens*
ruimschoots genoeg hadden."
Leerlingen van de christelijke technische scp
gaven hun oordeel over de vrouw in haar relatie
gezin en maatschappij. De redacteur noemde
visie verrassend. Inderdaad verrast het mij oo
een jongen schrijft over vrijgezellen en
vrouwen in tegenstelling tot „normale
wen". Een tragisch soort humor bespeurde ik
Voor het grotere werk zorgde de redactie
Vanwege die verrassende visie van scholieren
men „voor een keer nog het jaar van de vrouw
mottenballen, waartussen het inmiddels al
meer op te diepen viel. Maar dan wel
voor de laatste maal. En dan snel terug w«
hoort: tussen de mottenballen." De bedoeling
proza is duidelijk maar... Wat stopt een
doorgaans tussen de mottenballen? Stellig
waardeloze spulletjes, daar is immers de
voor. Mottenballen zijn bestemd kostbare
voor de nietsontziende vraatzucht van
bewaren. Waardevolle en fraaie dingen
zuinig op wilt zijn en die je aan volgende
door wilt geven, conserveer je behoedzaam. Nu
het me een overdaad aan goede werken dat
Veenendaal zo voorzichtig met 1975 omgaat,
jaar kan best tegen een stootje en dat weten ze dj
ook heel goed. Daarom bedoelt de Vallei
op de brandstapel met dat jaar, weg met al
ergernis. Na deze banvloek voelt men zich dan
ontspannen: we kunnen dat jaar al bijna niet
vinden, het zit daar best tussen de
Maar let op mijn woorden: vandaag of
misschien pas over een paar jaar, ontdekt
de Vallei onaangetast, onbeduimeld en nog
gaaf dat versmade vrouwenjaar en zal daar dan
iets mee gaan doen. Voor deze humoristische
van zaken zorgde dan toch maar een krant. Is dat
schitterend?