Rotzooi vermomd als literatuur boeren en soldaten Kunst voor arbeiders Grafiek uit China S Belcampo door G. Kruis ZATERDAG 28 FEBRUAR11976 KUNST TROUW/KWARTET 21 neel Chinese', staat op de plaats waar vroeger hooguit een roman tisch vervallen burghutje stond, nu een weerstation, zie je in het dal schoorstenen van fabrieken oprijzen of zoeken jonge mensen in dat land schap medische kruiden. Belachelijk Sommige zaken doen uitgesproken belachelijk en infantiel aan. Zo maar een paar, je hoeft er niet naar te zoeken: 'De ochtendzon boven de oliefabriek'. 'Vrouw, die vroeger kinderarbeid verrichtte, nu op haar oude dag' of 'Het is goed arbeider/ leraar te zijn'. Dat zou met een beetje goede wil best nog voor een goed deel op het inderdaad toch wel erg grote mentaliteitsverschil afge schoven kunnen worden als de artis tieke kwaliteit van het merendeel van deze bladen niet zo abominabel geweest was. Nu bedoel ik niet dat het tastend amateurswerk zou zijn, onvakkun dig gepruts en gepeuter, integen deel, 't is juist allemaal veel te han dig, te reclametechnisch gedaan. Zonder meer een snel soort massa productie. 't Komt vaak ook zo ma niëristisch over, dat je je niet kunt voorstellen dat er ook maar enige bewogenheid aan te pas kwam, dat de maker gedreven werd door welk ideaal dan ook. Eigenlijk is veel van dit werk hier alleen maar goedkoop modieus: he lemaal ingespeeld op de smaak van een groot publiek, 'n soort oosterse vertrossing. Echte Chinese gezich ten, zoals die van de in het blauw gestoken zeelui, die je hier nogal eens in schuchtere rijtjes ziet rond scharrelen, komen op deze prenten niet of nauwelijks voor. Nieuw gezicht Deze werken 'met een nieuwe stijl, die het nieuwe gezicht van het so cialistische China weerspiegelen' la ten hoofdzakelijk van die stoere stripheldentypes zien, van die brede, ouderwets knappe, lachende of vast beraden koppen, die op zijn best enigszins mongoloïde trekjes verto nen. (Dan komt zo'n 'black is beau- tiful'-gedachte heel wat sympathie ker over.) Maar dat zal dan ook de volksaard wel weer zijn: vroeger gebruikten ze in alle grote Chinese warenhuizen westerse etalagepop pen 'Wat wij eisen' weer is Mao aan het. woord 'is een eenheid van po litiek en kunst, eenheid van inhoud en vorm, eenheid van revolutionaire politieke inhoud en de grootst mo gelijke verfijning van artistieke vorm. Kunstwerken van onvoldoende artistieke kwaliteit bezitten, hoe progressief ze op politiek gebied ook mogen zijn, geen enkele kracht. Het is daarom dat wij, omdat wij ons keren tegen kunstwerken met een verkeerd politiek gezichtspunt, ons evenzeer keren tegen de neiging tot de zogenaamde 'stijl van aan plakbiljetten en leuzen', die alleen een correct politiek gezichtspunt vertegenwoordigt, maar geen artis tieke kracht heeft.' Wat je dan krijgt, maakt deze ex positie maar al te duidelijk. Een negatieve benadering, die ove rigens niets afdoet aan het uitste kende idee van 'de Koningswei' de ze tentoonstelling te organiseren. Er is sinds de culturele revolutie, en dat is ook al weer zo'n jaar of tien geleden, hier niets eigentijds meer uit China te zien geweest en door deze presentatie krijg je toch wel ongeveer een indruk hoe het er nu voorstaat. En dat lijkt me dan, in artistiek opzicht wel te verstaan, niet zo best. Deze tentoonstelling gaat nog ver der het land in. Na Tilburg, nog tot 8 maart, zijn de prenten, van 13 maart tot 12 april in het Arnhemse Gemeentemuseum te zien en tenslot te nog, van 1 juni tot 15 juli, in het Museum 'Het Prinsenhof' te Delft. Rechts: Han Li-Kun (met mede werking van anderen): "Het nieu we vooruitzicht voor een kleine fabriek". Links: Liu Pai-Jung en Chen Yi- Hsun: "Zo hecht als één gezin" door J. van Doorne In PEN-kwartaal (no 23), de periodiek van het Nederlandse PEN- centrum, verschenen in januari 1976, schrijft J. van de Walle een behartenswaardig artikel over het papiergebruik in de wereld. i In de Verenigde Staten werd in 1974 niet minder dan 278 kilo per hoofd van de bevolking verbruikt. In Nederland was dat 157 kilo; in West-Duitsland was het 132 kilo. In het artikel van Van de Walle worden daar getallen tegenover ge steld van landen in het Caraïbi- sche gebied. Suriname bijvoor beeld' gebruikte twee en een halve kilo per hoofd; Guyana 24; Porto- rico 64; Cuba 20; Santo Domingo 7,5 en Haïti 3. Dat komt aardig dicht bij de getallen die voor be paalde Afrikaanse landen gelden. De Centraal Afrikaanse Republiek doet het met 1,5 kilo, Liberia met 2,5 en Togo met 1. Men neme hierbij in aanmerking, dat de genoemde hoeveelheden be trekking hebben op alle soorten pier, dus óók dat voor verpakking behang en voor sanitair gebruik. Zij weerspiegelen zowel econo mische als algemeen-culturele ar moede. Van de Walle wijst erop, dat nog iets heel anders aan de orde is, na melijk de vrijheid van menings uiting en drukpers. Want wat is het geval. Vele jonge staten wor den dictatoriaal geregeerd. Onder ontwikkelde landen hebben slechts een schrale deviezen-pot. Daaren boven hebben dictatoriale regerin gen de neiging en helaas ook de gelegenheid om beslag te leggen op de nieuwsmedia; zelfs al is de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van drukpers formeel ge waarborgd, dan staat de schaars te aan deviezen 'helaas' niet toe. papier-aankopen te doen behalve dan voor de regeringsgezinde me dia. Papier is duur en al hebben vele ontwikkelingslanden overvloed aan hout, dan nóg is de situatie moeilijk. Je moet hout namelijk kunnen verwerken tot papier en dat vereist een geweldige investe ring en veel kennis en ervaring. Zodoende wordt papierschaarste een machtig wapen in de handen van dictators. Aan het einde van zijn artikel verzucht Van de Walle dat wij in Nederland toch wel heel verkwis tend omgaan met oris dure papier, dat wij in hoofdzaak uit Scandi navië en Finland betrekken. Hij schrijft, dat, als hij wel eens rond neust in de kiosk van een station, versteld staat. Wat een verkwis ting van kostbaar materiaal. En dan te denken aan de opstandige dichters in Togoland of in Chaad, Guyana, Haïti of Portorico die hun dunne bundeltjes verzetspoëzie huis aan huis trachten te ver-ko pen. Lorren Nu zou men kunnen denken (en ook daar wijst Van de Walle op), dat het bij ons nooit zo'n vaart lopen zal. Maar het is helemaal niet ze ker, dat het bij ons zo'n vaart niet lopen zal. Er kan wel degelijk schaarste komen en dan leggen het boek, het opinie-tijdschrift en de niet-sensationele pers het loodje. Voor die zaken wordt het papier dan te duur. De kostbare reclame folders zullen vermoedelijk wel blijven; de kosten hiervan worden immers ingecalculeerd in de prijs van het product. Zuinig met pa pier is werkelijk een vereiste. Wie zoals Van de Walle wel eens in kiosken rondkijkt, zal ongetwij feld evenals hij verstomd staan. Wat worden er lorren van verhalen en tijdschriftjes in Nederland ver kocht. En dat geldt niet eens alleen voor kiosk-lectuur. Ook de zogeheten serieuze lectuur kent menige uit gave, die men rustig papier-ver kwistend noemen kan. Bij herha ling heb ik daarop gewezen. Zoge heten literatuur is in Nederland soms doodgewone viezigheid. Of afval. Zo is er een boekje uitgekomen dat 'De Toverlantaarn van het chris tendom' heet. en wel van de be faamde schrijver Belcampo. Nu behoort deze auteur, die H. P. Schönfeld Wichers heet en arts is, werkelijk tot de top van de Ne derlandse literatuur. Ik ben altijd een bewonderaar van zijn zeer originele verhalen geweest. Hoe werd ik teleurgesteld tijdens het lezen van de hier genoemde bun del. Een miserabel boekje. Je vraagt je af, hoe een zo begaafd auteur zo diep vallen kan. Belcampo vertelt een aantal heili genlevens na. Dankbare stof voor wie geinig wil zijn, want bijge loof dat in overleveringen geslo pen is, is nu eenmaal absurd. Als je je verhalen dan ook nog met volkse en soms ruwe woorden spekt, krijg je de lachers op je hand. Nu, dat lachen is Belcampo gegund. Hij noemt zijn boekje 'De toverlantaarn van het christen dom'. Kennelijk weet hij noch van de toverlantaarn, noch van het christendom iets af. De beelden van een toverlantaarn ontroeren mij in bepaald opzicht niet meer. Maar ze vertederen me wel dege lijk. De ontroerende onbeholpen heid, die iets heel anders is dan de dramatische ontroering, beleef ik lantaarnplaatjes zie. En ik vind er als ik heiligenlevens lees of tover- nog wel heel wat meer in, maar dat doet hier niet terzake. Bel campo nu heeft niets begrepen van de plaatjes van een toverlantaarn. Ze waren onbeholpen, maar o zo eerlijk. Er kwam geen gein pij te pas, zelfs niet als ze grappig wa ren. Ze waren stuntelige, technisch onbeholpen uitdrukking van een echte primitieve levensaanvaar ding. Belcampo's toverlantaarn is alleen maar lollig en modies volks. Bah! Misselijk Dan is 'Gelijk oversteken' van Roald Dahl verschenen. Ook al weer een grote naam. Deze verha len bewijzen dat Dahl het slacht offer van zijn faam als verteller van absurde verhalen is geworden. Het eerste verhaal gaat over een vrouwenversierder die in het duis ter met een melaatse vrouw ge slapen heeft. Erg ingewikkeld. Maar wélke werkelijke minnaar doet zoiets? Wat zijn het toch ero tische stoetels die in het duister een vrouw beminnen. En dat moet een modern verhaal zijn. Ik laat uiteraard mijn moreel commen taar achterwege. Ik spreek prag matisch. Het tweede verhaal is een al even misselijk verhaal. Twee echtparen verwisselen van partner tot groot genoegen van de vier mensen, zonder in de gaten te hebben, althans de dames niet, dat het gebeurt. Alles in duisternis. Wat. een miezerige minnaars. Ik heb geen zin om de twee andere verhalen te bespreken. Ze zijn naar inhoud miserabel en naar compositie al evenmin veel zaaks. Het viertal is volgens mij infe rieur; het zijn griezelige sexuele dagdromen van een gefrustreerde man. Ze zijn dan ook allerminst geestig. Ze zijn ook geen persi flages. \yeg ermee. Tenslotte dan nog een onbenullig boekje met een al even onbenullig omslagje: 'Het woud achter de wereld'. Het is een soort van sprookje, waarop niemand heeft zitten wachten. De echte sprook jes zijn ware drama's. Ze zijn meestal gruwelijk; ze onthullen de werkelijkheid door de werkelijk heid te verhullen. Ze bevrijden ons zonder dat wij het weten. 'Het woud achter de wereld' is geschreven door William Morris en er komen ogenschijnlijke sprookjesfiguren in voor. Echte sprookjesfiguren zijn ongelooflijk realistisch. Ze bestaan in ons. 'Het woud achter de wereld' is een kletsverhaaltje. Wat hééft een mens aan zo'n prul. Nu zijn boekjes als dit zeker geen uitzonderingen. Maar ze vallen ge lukkig in het niet bij het vele goe de dat door Nederlandse uitgevers op de markt wordt gebracht. Waarbij ik nog eens wijzen wil op de vele goede, onderhoudende volksverhalen, ook van christelij- ken huize, die ten onrechte en in grote .literaire hoogmoed als 'lec tuur' bestempeld worden. Deze lectuur zorgt ervoor, dat de brede lezersmassa niet van de literatuur vervreemdt. Belcampo: 'De toverlantaarn van het christendom'. Bij 'Kosmos'. Paperback. Aantal pagina's 167. Prijs 17,50. Bij Meulenhoff te Amsterdam. Itoald Dahl: 'Gelijk oversteken'. Paperback. Aantal pagina's 15. Prijs 15.—. William Morris: 'Het woud achter de wereld'. Bewerking van Max Schuchart. Oorspronkelijke titel 'The wood behind the world'. Bij Bert Bakker te Den Haag. Paper back. Aantal pagina's 143. Prijs 13,50. weet niet wat je ziet in het 'Kultureel Sentrum De Koningswei' in Tilburg, 'n Gezegde waarmee je verbazing bedoelt uit te drukken en dat bedoel ik dan ook alléén. Want op de tentoonstelling waar het hier om gaat, 'Grafiek uit de Volks republiek China' weet je wel dege lijk wat je ziet. 't Is allemaal vol komen duidelijk: Kunst volgens voorschrift. 'Al onze literatuur en beeldende) kunst is er', aldus Mao Tse-Toeng in het Rode Boekje, 'ten behoeve van de grote massa van het volk. en allereerst ten behoeve van arbeiders, boeren en soldaten; zij worden ten behoeve van arbeiders, boeren en soldaten' geschapen om door arbeiders, boeren en soldaten gebruikt te worden'. ^^Dat schreef Mao al in de veertiger ren en later, tijdens de culturele volutie ging hij er nog veel harder ■genaan. Toen stelde hij dat kun- itenaars, die een individualistisch kleinburgerlijk standpunt aanhan gen, de massa's niet werkelijk kun- ien dienen. Hoe en waarmee ze dan wel gediend worden is op deze expositie te zien. En als je er even rondgelopen hebt, steeds verbaasder, vraag je je af of zelfs die massa, die Mao bedoelt, hier wel van gediend zal zijn. Want China, en daar veranderde zelfs de culturele revolutie in feite weinig aan, is het enige land dat kan bogen op een ononderbroken cultu rele ontwikkeling. Iedere kun stenaar was weer een schakel in een keten van een bijna vierduizend jaar oude traditie. De filosofie, die daar aan ten grondslag ligt, is de raad dat de mensen niet alles direct nieuw en beter moeten willen ma ken, zonder zich eerst eens even af te vragen waarom ze het vroeger niet anders deden dan ze het hebben gedaan Het 'onderzoek' was, zou je kunnen zeggen, het enige merkbare experi ment in de Chinese kunst. Dienen Ook Mao gaat daar op in: 'Wij be horen de rijke nalatenschap en goe de tradities van literatuur en kunst die uit vorige eeuwen uit China en het. buitenland aan ons zijn overge leverd, over te nemen. Maar het doel moet het dienen van de volks massa blijven'. En dat betekent dan, als je van deze tentoonstelling uit gaat, dat je vooral die massa zelf, stralend van geluk, moet afbeelden. 'Zo hecht als één gezin' heet dan zo'n prent bijvoorbeeld: allemaal muziekmakende, zingende, rokende en vooral blij kijkende mensen. In grote harmonie bijeen, genietend van iets, dat niet meer op het blad staat. 'n Paar andere titels: 'Blij nieuws voor de bergbewoners' en dat be treft dan het aanbrengen van de laatste stukken rail in een nieuwe Tsou-Ta-Ching: 'Nieuwe communeleden op weg naar het Chingkang-gebergte'. spoorlijn, 'Nieuwe communeleden op wet naar het Chinghanggebergte', jonge, krachtige mensen op weg naar een grote toekomst. Een en al lach weer. Dan zijn er de prenten dat zijn er nogal wat die de zegeningen van de industrialisatie bejubelen en die laten zien wat je allemaal door gezamenlijke inspanning en 'vrien delijke wedijver' kunt bereiken. Ti tels: 'Klaar voor de levering', 'Het installeren van een nieuwe hijslift', 'Het nieuwe aanzien van een oud ka naal' of 'Het nieuwe vooruitzicht van een kleine fabriek'. 'Kunst om wille van kunst', aldus weer het Rode Boekje, 'kunst, die boven de klas sen uitgaat en kunst die naast de po litiek staat of daarvan onafhanke lijk, bestaat in werkelijkheid niet'. Daar zou heel wat tegen in te bren gen zijn. En dat zal ook in China wel gebeuren, al zou je dat op deze tentoonstelling niet zeggen. Want zelfs als je dan onverwacht toch nog tegen een landschapje oploopt dat nog doet denken aan 'het traditio-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 21