Centimeters macht zijn
in Ulster diepe ravijnen
Smith grijpt laatste strohalm
g
Protestantse Unionisten blijven halsstarrig
hodesië moet Britse bemiddeling aanvaarden
-VIERDAG 28 FEBflUAR11976
BUITENLAND
TROUW/KWARTET 19
door Bert van Panhuis
Merlyn Rees, de Britse; minister voor Noord-Ierland, is een
Veelgeplaagd man. Niet alleen heeft hij de zwaar'stè en meest
^ënuWslopendê post in de ploeg van premier Harold Wilson, het
is ook de ondankbaarste. Sinds hij twee jaar geleden de
verantwoordefijkheid over Noord-Ierland kreeg is er hoege
naamd niets tên goede veranderd. Komende week zal hij het
laatste negatieve feit op de Noordierse rekening kunnen bij
schrijven: het falen van de conventie, die een bestuursvorm
voor de provincie had moeten opstellen.
pijet dat deze mislukking als een
verrassing komt. De situatie in het
noordelijke deel van het Ierse ei
land is ai sinds lang zo uitzichtloos
cf^t men bij alles uitgaat van het
ergste, waardoor ieder resultaat,
hoe "klein ook, als een winstpunt
wordt ervaren. Nauwkeurig bezien
heeft ook déze conventie enkele van"
dergelijke winstpunten, maar het
eindresultaat' blijft negatief.
Meer dan zes jaar is Noord-Ierland
Londens probleemkind bij uitstek.
Sinds de provincie in 1921 een eigen
parlement kreeg hadden de Unio
nisten het heft in handen gehouden.
Op die allereerste bijeenkomst in
Stormont Castle in een voorstad
van de hoofdstad Belfast, lieten de
twaalf katholieke parlementariërs
verstek gaan en de veertig protes
tanten trokken daaruit de conclusie
dat deze minderheid zich niet bij de
nieuwe toestand een opdeling
van het eiland in een zuidelijke re
publiek en een noordelijke Britse
provincie wensten neer te leggen.
De protestantse Unionistische par
tij won de daaropvolgende 48 jaar
iedere verkiezing met een meer dan
overtuigende meerderheid.
Rellen
In 1968 echter veranderde de toe
stand. Er braken rellen uiten Britse
troepen moesten de rust herstellen.
Op aandrang van de toenmalige
Britse premier Edward Heath stel
de Captain Terence O'Neill, op dat
moment leider van de Unionisten
en premier, een lijst van hervormin
gen op ten gunste van de katholieke
minderheid in Ulster. Zijn achter
ban liet O'Neill als een baksteen
vallen. De nieuwe man, James Chi
chester Clark, kreeg opnieuw met
felle vechtpartijen te maken en
moest na grote meningsverschillen
met de partij eveneens het veld
ruimen. Het kolkende Noord-
Ierland herbergde op dat ogenblik
al bijna 15.000 Britse soldaten.
De Unionisten kregen Brian Faulk
ner als nieuwe leider en premier.
Rellen, stakingen en de nawerking
van „Bloedige Zondag", de dertien
levens kostende slag tussen katho
lieke burgers en Britse soldaten op
30 januari 1972, maakten een eind
aan vijftien jaar zelfbestuur voor
Noord-Ierland. Eind maart kwam
de provincie rechtstreeks onder be
stuur van regering en parlement in
Londen. In het najaar van 1973
werd weer een poging gedaan Ulster
haar- eigen weg te laten vinden.
Stormont kreeg een nieuwe assem
blee en Brian Faulkner was het
hoofd van de uitvoerende vergade
ring. Voor het eerst deelden de ka
tholieken in de macht. Lang zou het
niet duren: eeri massale protestant
se staking maakte al in mei 1974
een eind aan de „Executive" en de
carrière van Faulkner. Weer trok
Londen de bevoegdheden over Ul
ster aan zich.
Conventie
Vorig jaar mei begon de jongste
episode in de geschiedenis van
Noordrlerland. Wilson en zijn minis
ter Rees probeerden het opnieuw en
lieten een „conventie" kiezen. Deze
moest na een half jaar een rapport
indienen over een mogelijke be
stuursvorm voor de provincie. De
conventie-verkiezingen gaven een
versterking van de positie van de
militante Unionisten en een gevoe
lig verlies voor de gèmatigde krach
ten onder leiding van Faulkner te
zien. De militante coalitie kreeg 46
zetels op <?en totaal van 78. Met
steun van een onafhankelijke Unio
nist een riante uitgangspositie voor
een starre houding.
De verslaggeving van de bijeen
komsten, die in november naar mi
nister Merlyn Rees werd gestuurd,
vertoonde dan ook geen enkele
nieuwigheid. In het door 42 Unionis
ten ondersteunde rapport werd
Londen gevraagd een parlement
voor het Stormont të laten kiezen
en hetdagelijks bestuur over
ïfoord-Ierland uitsluitend aan de
protestantse Unionistische coalitie
te wijzen. Voor de katholieke min
derheid vertegenwoordigd in de
Sociaal-Democratische en Arbei
derspartij (SDLP) en de gematigde
katholiek-protestantse Alliantie
partij zat er niets meer in dan het
voorzitterschap van een aantal par
lementscommissies.
Het rapport was niet ondertekend
door vier Unionisten onder leiding
van oud-minister van binnenlandse
zaken William Craig. Tot september
van het vorig jaar was Craig één van
de felste en onbuigzaamste protes
tanten in de Conventie, leider van
de Vanguardpartij, de militantste
van de drie coalitiepartijen. Craig
wilde geen centimeter „macht" aan
de katholieken afstaan en verklaar
de openlijk bereid zijn te doden om
machtsbehoud. Samen met domi
nee Ian Paisley was Craig de meest
gehate protestantse politicus.
Begrip
Ineens was Craig om, een „beke
ring" die tot de meest onverwachte
en verrassende gebeurtenis in
Noord-Ierland in 1975 uitgroeide.
Craig had de zomermaanden uit
voerig contact gehad met de katho
lieken uit de SDLP en begrip gekre
gen voor hun wensen. Bovendien
voelde Craig aan dat Ulster regel
recht afstevende op een bloedige
burgeroorlog. Het toch al wankele
bestand tussen het Britse leger en
de nationalistische sterk geweldda
dige vleugel van het Ierse Republi
keinse Leger, de Provisionele IRA,
stond op breken en met een aantal
tot de tanden bewapende para
militaire protestantse groepen in de
loopgraven was de kans op een
massaal bloedbad verre van denk-
bëeldig.
Craig durfde de verantwoordelijk
heid daarvoor niet te dragen. Vlak
voor de conventie voor haar laatste
bijeenkomsten naar Stormont
kwam sprak hij zich uit voor een
noodregering van protestanten en
katholieken. Van groot belang was
dat Craig de steun kreeg van Glen
Barr, een vooraanstaand lid van de
grootste protestantse para
militaire organisatie UDA. Het was
dezelfde Barr, die met de massale
stakingsactie van 1974 Faulkner en
zijri uitvoerende vergadering ten
val bracht. Craig koos voor machts
deling en maakte hiermee een eind
aan zijn carrière als Unionist. Aan
vankelijk leek hij de steun van zijn
achterban te behouden maar na en
kele felle disputen was de breuk een
feit. Tien van de veertien Vanguard-
fractieleden splitsten zich af en
vormden de Verenigde Unionisti
sche Beweging. De UDA weigerde
ook steun en koos voor de Unionis
ten, maar verbrak de contacten met
Craigs Vanguard niet.
Sinds hij tot nieuwe gedachten
kwam heeft de Vanguardleider
enorm veel in het werk gesteld om
tot een voor protestanten en katho
lieken aanvaardbare bestuursvorm
te komen. Het was grotendeels op
hem dat minister Rees zijn hoop
vestigde toen hij half januari het
rapport van de Unionistische Coali
tie in de conventie behendig afkeur
de en de 78 politici vroeg nog eens
een maand lang te bekijken op wel
ke wijze de voordracht zou kunnen
worden. Rees repte met geen woord
over de brandende kwestie van de
machtsdeling.
Onverantwoord
Op 3 februari is het gezelschap weer
bijeen gekomen. Volgens één van
de Britse weekbladen, The Econo
mist, een beschamende vertoning,
waarbij het grootste warhoofd uit
de Unionistische fractie een verkla
ring mocht oplezen en iedereen ver
volgens weer opstapte. Veertien da
gen geleden lieten de Unionisten bij
monde van dominee Paisley weten
dat er nog steeds „geen centimeter"
zal worden prijsgegeven aan de
SDLP. Craig heeft deze houding
„onverantwoord" genoemd te meer
omdat de SDLP de bereidheid toon
de zich in een coalitieregering te
zullen neerleggen bij een overwicht
van de Unionisten en alle besluiten
van een dergelijke regering zou res
pecteren.
Paisley, die steeds meer een centra
le rol gaat spelen binnen de Noord
ierse protestantse politieke ge
meenschap, heeft de afgelopen
maand alle mogelijke moeite ge
daan het werk van minister Rees en
de discussies binnen de conventie
te dwarsbomen. Zo maakte hij
groot ophef van de inderdaad ook
zeer merkwaardige anonieme toe
zending aan hem van geheime stuk
ken en memoranda van hoge
Noordierse ambtenaren aan Rees
en omgekeerd. Pogingen om uit te
'•vinden welke Unionistisch-gezinde
ambtenaar de documenten naar de
dominee doorspeelde zijn tot nu toe
zonder resultaat gebleven.
De protestanten in Noord-Ierland komen bij tienduizenden opzetten als hun leiders daar om vragen.
Deze massabetoging werd gehouden in 1972; William Craig was toen nog de voornaamste woordvoerder.
Grote opschudding veroorzaakte
Paisley ook met zijn „bestorming"
samen met andere politici en sym
pathisanten van het kantoor van
Rees. Zonder afspraak eisten Pais
ley c.s. een gesprek met de minister
en toen bleek dat hij niet in Belfast
was maar voor overleg in Londen
werd er een enorme stampij over
gemaakt met kreten als „plichts
verzaking".
De bedoelingen van Paisley zijn
overduidelijk. Deze Unionist van
formaat, politiek en demagogisch
zeer begaafd, wil niets liever dan
dat er geen zelfbestuur voor Noord-
Ierland komt. Samen met Enoch
Powell, de naar de provincie uitge
weken ex-Conservatief, is hij voor
stander van inlijving van Noord-
Ierland bij het Verenigd Konink
rijk. Het aantal zetels in Westmin
ster zou van 12 op 20 worden ge
bracht en de kans op een hereniging
van Ulster met de Ierse Republiek,
de grote vrees van de Unionisten,
zou tot nihil zijn teruggebracht.
Een dergelijke inlijving zit er nau
welijks in. Zo als het er nu uitziet
zal minister Merlyn Rees de con
ventie komende week ontbinden.
Aangenomen wordt dat hij daarna,
doodmoe van twee jaren Noord-
Ierland, door premier Wilson zal
worden overgeplaatst. De nieuwe
minister voor Noord-Ierland zal zijn
kantoor in Londen krijgen en de
dagelijkse gang van zaken delege
ren aan een onderminister, die per
manent in Belfast zetelt. Het regel
rechte bestuur vanuit Londen zal
zeker tot 24 juni duren. Op die da
tum loopt de regeling van de afgelo
pen jaren af en men neemt aan dat
zij zeker met twaalf maanden zal
worden verlengd. Wat er daarna ge
beurt is een kwestie, waarover veel
wordt gespeculeerd.
Referendum
Eén van de mogelijkheden is het
opnieuw kiezen van een conventie
binnen die twaalf maanden. Een
aantal nieuwe politici veel van de
huidige conventieleden hebben dan
geen mogelijkheid méér zich actief
met de politiek bezig te houden
kan dan nogmaals onderhandelen
over een bestuursvorm. Een andere
mogelijkheid is het houden van een
referendum over de kwestie van de
machtsdeling van protestanten en
katholieken. De regering in Londen
is ervan overtuigd dat de gewone
Noordierse protestant veel minder
halsstarrig is dan de Unionistische
conventieleden. Op grond van de
uitslag van de stemming zouden de
politici met minder angst voor de
achterban de zaak van de machts
deling kunnen behandelen. Het
blijft voor Londen wel een gok want
een uitslag die de „machtsdeling"
afwijst zou de Britse politiek ten
opzichte van Noord-Ierland volle
dig ondergraven. Tenslotte is er nog
de mogelijkheid van een-vrijwillige
coalitie. Hiervoor zouden enkele
Unionisten, uit hun eigen partij
moeten „deserteren". Voorlopig
lijkt dat nog onhaalbaar,
iedereen is het er ondertussen wel
over eens dat de kwestie-Noord-
Ierland om een oplossing smeekt.
Het aantal sectarische moordpartij
en is het afgelopen jaar schrikba
rend toegenomen en dikwijls ging
het daarbij over en weer om weer
zinwekkende acties met het ver
moorden van jonge kinderen, het in
de rug schieten of het in een wille
keurig huis binnendringen en de
mannen daar neerknallen als ge
woonste zaak van de wereld. Als
nimmer tevoren houden ook de
Britse publiciteitsmedia en de uni
versiteitswereld zich met het pro
bleem bezig.
The Sunday Times kreeg onlangs
een stroom van reacties op een arti
kel van de Britse Ulsterdeskundige
bij uitstek, professor Richard Rose,
hoogleraar politieke wetenschap
pen aan de universiteit van Strat-
clyde. Rose gaf een vier pagina's
lang overzicht van de mogelijkhe
den met onder meer inlijving, een
zijdige onafhankelijkheid, ophef
fing en zelfs een „doomsday", de
Britse benaming voor een burge
roorlog, waarbij men elkaar mas
saal tracht uit te moorden.
Zelf beslissen
Rose's conclusie was dat er geen
passende oplossing is te geven voor
het Noordierse vraagstuk. Hij stelt
dat het kernvraagstuk is een basis
te vinden, waarop ieder mogelijk
bewind de provincie doelmatig kan
besturen. „In de praktijk betekent
dat meer ongelukken te voorkomen
dan oplossingen aan te dragen",
aldus Rose. „Uiteindelijk zullen de
Noordieren zelf moeten beslissen
welke bestuursvorm ze willen".
oor Nico Kussendrager
og veel meer dan voor Namibië heeft het verloop van de strijd in
ngola gevolgen voor Rhodesië. De blanke minderheidsregering
in Ian. SniithL.zal op zijn minst moeten rekenen met een
Thevigde guerrilla-activiteit. Zal die wetenschap haar doen
egeven aan d'è eisen van de zwarte meerderheid in zijn land?
e^e week greep Smith 'n laatste strohalm en, aanvaardde Britse
irhiddeling, elf jaar nadat hij eenzijdig de onafhankelijkheid
iq uitgeroepen.
De besprekingen tussen Smith en de
gematigde zwarte leiderHoshua
Nkomo, die donderdag werden her
vat. zaten op dood spoor. Nkomo
maakte onlangs een reis langs be
vriende Afrikaanse landen en bracht
somber verslag uit over het overleg
met Smith. Kort hierna voorspelde
de Zambiaanse president Kenneth
Kaoenda, die 'mede de besprekingen
tussen Smith en Nkomo op gang
heeft gebracht, een 'bloedbad in Rho
desië'. En Kaoenda's Tanzaniaanse
ambtgenoot Julius Nyerere zei dat
als de onderhandelingen mislukken
'waar het naar uit ziet', gewapende
strijd de enige andere mogelijkheid
is. Eenzelfde standpunt neemt de Or
ganisatie voor Afrikaanse Eenheid
(OAE) in.
Vorig jaar (na tien jaar eenzijdige
onafhankelijkheid zei Smith dat zijn
regering het nog minstens tien jaar
zou uithouden. Hij zal het zelf nauwe
lijks kunnen geloven; de grond onder
zijn voeten brokkelt langzaam af. Ian
Smith heeft de betrekkelijke onver
schilligheid van de westerse landen
zien veranderen in druk om conces
sies te doen aan de zwarte meerder
heid. De landen van de Europese
Gemeenschap kwamen deze week tot
een verrassend eensgezinde oproep
tot zelfbeschikking voor de volkeren
van Rhodesië en Namibië (Zuidwest-
Afrika). De Verenigde Staten maan
den Ian Smith tot een realistischs
standpunt in het overleg met Nkomo
en verklaarden dat de blanke min
derheidsregering niet op Amerikaan
se steun hoeft te rekenen als het door
haar koppigheid tot een openlijke
oorlog komt.
Ook van Zuid-Afrika heeft Ian Smith
weinig steun te verwachten. De Zuid-
af rikaanse eerste minister John Vop-
ster heeft hem min of meer gedwon
gen tot het overleg met Nkomo. Hij
zegt Rhodesië al te hebben opgege
ven. Dit blanke bolwerk in zwart Afri
ka is niet langer te verdedigen en
Vorster zal Smith bij een conflict niet
te hulp schieten. Hij heeft leergeld
betaald met de Zuidafrikaanse In
menging in Angola. De betrekkelijke
voordelen, die deze bemoeienis nog
had, gelden niet voor ingrijpen in
Rhodesië: daar zou alleen de kans op
een openlijke rassenoorlog in zuide
lijk Afrika worden vergroot. De vraag
is alleen of Vorster het tegenover het
meest behoudende deel van zijn ach
terban kan verantwoorden Smith als
een baksteen te laten vallen.
Smith
Smiths aanvaarding van een Britse
bemiddelaar.
Naast het afbrokkelen van steun on
dervindt de regering-Smith steeds
meer hinder van guerrilla
activiteiten in het land. De radicale
vleugel van de Afrikaanse nationale
raad (ANC) heeft geen boodschap
aan de onderhandelingen van de lei
der van de gematigde vleugel Nkomo
met Smith, en verhevigt de guerrilla
voortdurend. De strijd heeft Rhode
sië (volgens 'Africa') zeker duizend
doden gekost en vraagt steeds meer
geld. Dertig procent van de begroting
wordt besteed aan militaire uitgaven
en dat kan de wankele economie niet
hebben. Het gaat ook slecht door het
vertrek van veel blanken naar veili
ger oorden; vorig jaar verlieten tien
duizend blanken Rhodesië; een be
wijs van groeiende demoralisering in
het land.
Versoepeling
In eigen land
Zeg,kunnen jullie niet lezen?
Ian Smith komt niet alleen internati
onaal steeds geïsoleerd te staan; ook
in eigen land brokkelt de steun af.
Zijn Rhodesische Front vormt al
lang geen eenheid meer, wat bleek uit
het vertrek van de voormalige minis
ter van voorlichting Wickus de Koek.
Hij behoort tot de rechtervleugel van
de partij die niet verder wil gaan dan
een federatie van zwarte en blanke
'staten' in Rhodesië, met blank cen
traal bestuur. Koek en de zijnen vin
den dat Smith al veel te ver is gegaan
door zijn onderhandelingen met Nko
mo, maar bewaarden deze week wel
een opvallend stilzwijgen over
Dat alles moet Smith te denken ge
ven en hij is de laatste tijd wat soepe
ler geworden. Aanvankelijk weigerde
hij bij voorbeeld Afrikaanse leiders
in ballingschap toe te laten om aan
de besprekingen deel te nemen. In
het verdrag met Nkomo waarbij tot
onderhandelinen werd besloten is die
bepaling weggelaten, aanvankelijk
wilde Smith helemaal niet praten
met Nkomo, die hij een niet „repre
sentatieve terrorist" noemde, later
ging hij overstag. Smiths „toege
vendheid" heeft nu een voorlopig
hoogtepunt gevonden in het aan
vaarden van Britse bemiddeling. In
een ernstige rede in het parlement zei
Smith dat het punt in de Rhodesi
sche geschiedenis is bereikt waarop
het „voordelig zou zijn onze tactiek
te veranderen. Als de Britse regering
bereid is ons te helpen bij het zoeken
naar een regeling geloof ik dat wij dit
Vorster
moeten overwegenNog geen drie
jaar geleden verklaarde hij dat de
,,op de achtergrond rondwarende
geest van de Britten" alleen maar
verwarring stichtte. Hij vroeg hun
toen definitief hun handen van Rho
desië af te trekken, nu aanvaardt hij
dus hun bemiddeling.
Meerderheidsbestuur
Hoe die bemiddeling precies in zijn
werk zal gaan. is niet duidelijk. In
ieder geval is het niet de bedoeling
dat de Britse vertegenwoordiger.
Lord Greenhill, voormalig secretaris
generaal van buitenlandse zaken,
aan het overleg tussen Smith en Nko
mo deelneemt.
Wel zal hij afzonderlijk met hen pra
ten. Londen zal de blanke minder
heidsregering ook zeker niet in be
scherming nemen; eerste minister
Harold Wilson heeft daarover geen
twijfel laten bestaan. Wel is hij bereid
blanke belangen tot op zekere hoogte
veilig te stellen als de regering-Smith
met een meerderheidsbestuur ak
koord gaat. De andere mogelijkheid
is dat Smith de eenzijdige onafhan
kelijkheid ongedaan maakt. In dat
geval zal de Britse regering proberen
zo snel mogelijk zelf met zwart-
Rhodesië tot overeenstemming te
komen.
„De blanken in Rhodesië moeten de
ze reddingslijn wel grijpen." waar
schuwde deze week een woordvoer
der van het Britse ministerie van
buitenlandse zaken. En The Guar
dian grapte dat als Smith maar ge
noeg blanke bemiddelaars toelaat,
hij uiteindelijk vanzelf een meerder
heid zal krijgen.
Dit is het laatste van twee verhalen
over de gevolgen van de strijd in Ango
la voor Namibië (Zuidwest-Afrika) en
Rhodesie. Het eerste stond in de krant
van donderdag.