ereniging tégen milieugroepen
ntwikkelingshulp doet
iets voor emancipatie vrouw
4
UIETEII5CHIIPJECHMEK
irijfsters uiten kritiek op Nederlandse werkwijze
Onderzoek
Jerland zou rijp zijn voor grootscheepse verdedigingsactie
De psychologie van
het knopjedrukken
Wetenschap op weg
Pijnbestrijding
DAG 14 FEBRUARI 1976
I
BINNENLAND
TROUW/KWARTET 15
E
Cisca Dresselhuys
:wikkelingsprojecten worden de vrouwen veel te weinig betrokken, zowel aan
verlenende als aan de ontvangende kant. Het ontwikkelingswerk is daardoor
ik van mannen, voor mannen, waar vrouwen als een vergeten categorie buiten
Het is erg jammer, dat hierdoor in veel ontwikkelingslanden niets of
lijks iets gedaan wordt aan de zeer ondergeschikte positie van de vrouw,
iden het de taak van ons Nederlandse ministerie voor ontwikkelingssamen-
ig veel mger vrouwelijke deskundigen bij dit werk in te schakelen, waardoor
dacht zal komen voor de emancipatie van de vrouw in de Derde Wereld'.
te conclusie komen de
;idse antropologen Els
loste en Joke Schrij-
iun boek 'Vrouwen op
twikkeling naar eman-
een studie over de po-
de vrouw in de ont-
ïgslanden met daaraan
dd een aanbeveling
nister Pronk hoe door
vikkelingswerk iets ten
eranderd kan worden
uitermate slechte posi-
de vrouw in de Derde
Het boek is geschreven
[oek van Pronk naar
ng van de internationa-
venconferentie, die vo-
in Mexico is gehouden,
tal weten, waarom hij
d heeft: in het boek
eel wat kritiek geuit op
cwijze van de Neder-
ontwikkelingswerkers.
schrijfsters vinden,
de achterstand in te
r een speciaal directo-
eraal voor de ontwik-
amenwerking van
aan het bestaande mi-
moet worden toege-
)eze afdeling zou zich
moeten bezighouden
jecten, die gericht zijn
(rbetering van de posi-
de vrouw in de Derde
Verder vinden zij dat
ister meer vrouwelijke
ligen zou moeten aan-
Iwaarbij hij aan vrou-
j specialisten een tijde-
voorkeursbehandeling
éten geven bij sollicita-
ing
feangrijk voor een bij-
pt de verbetering van de
pan de vrouw in de ont-
ngslanden is het schep-
meer aangepaste scho-
Een eerste gevolg van het kritische boek van Els Postel
en Joke Schrijvers is er al: ze hebben van minister
Pronk de opdracht gekregen voor een groot onderzoek
naar de rol van de vrouw in het ontwikkelingsproces.
Dit project, dat ongeveer vier jaar in beslag zal nemen
en zo'n drie miljoen gulden zal kosten, houdt onder
meer onderzoek in vier ontwikkelingslanden in. Het is
de bedoeling, dat er een onderzoek van een jaar verricht
zal worden in een Afrikaans land (Tanzania), een mos
lim-land (waarschijnlijk Egypte), een Zuidaziatisch
land (Shri Lanka het vroegere Ceylon) en een Latijns
amerikaans of Caribisch land (waarschijnlijk Surina
me). De gekozen landen zijn alle vier landen, waar veel
Nederlandse ontwikkelingshulp heen gaat, zowel in de
vorm van geld als in de vorm van mensen.
Naar elk van de vier landen zullen twee Nederlandse
onderzoeksters gaan, die samen met een paar vrouwelij
ke onderzoekers uit het land zelf zullen werken. Op het
ogenblik is men bezig een onderzoeksontwerp samen te
stellen $n contacten te leggen met de verschillende
landen.
lings- en onderwijsmogelijkhe
den. Ruim eenderde van de we
reldbevolking is ongeletterd, in
de zogenaamde ontwikkelings
landen ligt dit percentage zelfs
nog hoger, op vijftig procent.
Deelneming aan het onderwijs
is voor velen onbereikbaar en
het zal geen verbazing wek
ken ook hier verkeren de
vrouwen nog weer in een
slechtere positie dan de man
nen. Voor vrouwen vindt men
het volgen van onderwijs maar
een overbodige luxe.
Volgens de schrijfsters is het
ontwikkelingswerk er lang niet
genoeg op gericht om verande
ring in deze situatie te brengen.
Een ander punt is het soort
onderwijs, dat gegeven wordt:
in veel gevallen sluit dat te wei
nig aan bij de behoeften van de
plaatselijke bevolking, waar
door de animo ook niet direct
bevorderd wordt.
„Minder meisjes dan jongens
gaan naar school in de ontwik
kelingslanden, meisjes vallen
eerder af en bereiken een lager
niveau van onderwijs. De
achterstelling is het grootst in
de Arabische landen, Afrika en
Zuid- en Zuidoost-Azie. Naar
mate de armoede in een land
toeneemt, neemt het deelne
men aan het onderwijs af. In de
gebieden, waar het bestaan
toch al armoedig is, in de
achtergebleven landbouwge
bieden en de stedelijke
achterbuurten, worden de
meisjes het eerst van school
gehaald. In veel landen bestaat
dan bovendien nog een be
paald soort 'meisjesonderwijs',
waar de gegeven vakken alle
maal in de huishoudelijke sfeer
liggen en waar alleen maar ge
werkt wordt aan het kweken
van goede echtgenoten en moe
ders'.
Welke factoren spelen een rol
bij het niet naar school sturen
van meisjes? Hierbij lijkt angst
een heel belangrijke plaats in
te nemen: angst dat de meisjes
het gezag van hun ouders niet
meer zullen erkennen, angst
voor ongewenste relaties tus
sen jongens en meisjes (onge
wenste zwangerschap, prosti
tutie), angst, dat geschoolde
meisjes te kritisch zullen wor
den op een eventuele
echtgenoot en daardoor niet of
laat trouwen, waarmee de kans
op een goede bruidsschat ver
loren gaat. Verder spelen ook
praktische motieven een rol: de
meisjes kunnen thuis vaak niet
gemist worden bij het huishou
delijke werk. Tenslotte bestaat
hier nog wijdverbreid de op
vatting, dat meisjes minder in
telligent zijn dan jongens en
dus niet geschikt zijn voor het
onderwijs.
Wat betreft de feitelijke situ
atie in deze landen is het zo, dat
op de meisjes de last rust van
veel huishoudelijk werk: ver
zorging van de jongere kinde
ren, eten maken, water halen,
boodschappen doen, schoon
maken, en dergelijke, terwijl
de moeder op het land werkt.
De arbeid van de dochters kan
niet gemist worden, omdat an
ders de last van de moeders
nog zwaarder wordt. Jongens
hebben deze huishoudelijke ta
ken in het geheel niet of in
ieder geval veel minder. Zij
hebben na schooltijd de gele
genheid om te spelen, te lezen
en huiswerk te maken. De huis-
houdlast van de meisjes na de
schooldag belemmert natuur
lijk de schoolprestaties: ze krij
gen immers helemaal geen ge
legenheid om huiswerk te ma
ken. Daardoor zijn haar presta
ties ook weer minder en zo
blijft het vooroordeel bestaan,
dat ze minder intelligent zijn.
De vicieuze cirkel is gesloten.
Echte emancipatie
Het is duidelijk, dat je er in zo'n
situatie niet bent, met de meis
jes verplicht naar school te stu
ren en tijd te geven voor huis
werk, omdat daardoor de posi
tie van de moeder nog beroer
der wordt. Een echte emanci
patie, waarbij de jongens ervan
overtuigd zouden zijn dat zij
ook een taak in het huishouden
hebben te vervullen, kan hier
alleen maar oplossing bieden.
Nu is het natuurlijk moeilijk
om te beoordelen of de emanci
patie. zoals wij die in het wes
ten kennen, ook geschikt is
voor de Derde Wereld. Emanci
patiebeleid in het kader van
ontwikkelingshulp mag name
lijk nooit ontaarden in paterna
lisme en het opleggen van een
westers cultuurpatroon. Dan
valt men van de ene onder
drukking in de andere.
Basis voorwaarden
Emancipatie is pas mogelijk
als aan een stel basis
voorwaarden voor een
menswaardig bestaan is vol
daan. Pas als mensen echt ver
trouwen hebben in een goed en
beschermd leven voor zichzelf
en hun kinderen, is verdere
ontwikkeling mogelijk. De be
langrijkste voorwaarden hier
bij zijn: het hebben van vol
doende voedsel en een voed
zaam dieet, het leven in veilig
heid, een voldoende veilige
woonplaats en beschut onder
dak, voldoende gezondheid en
hygiëne een gewenst aantal
kinderen.
'In wezen kunnen natuurlijk al
leen vrouwen en mannen uit
deze landen zelf bepalen, wat
zij als wenselijk beschouwen
en wat zij onder modernisering
en emancipatie willen ver
staan. Hierbij is het van het
grootste belang dat nieuwe
emancipatie-ideeen niet op
nieuw gaan werken als sociale
dwang. Daarom moet er in fa
sen worden gewerkt: oude
denkbeelden onmiddellijk als
verwerpelijk voor te stellen
heeft weinig zin, zij vormen een
houvast en kunnen nog een ge
voel van veiligheid geven. Heel
geleidelijk kunnen nieuwe
denkbeelden verteld en ho-
penlijk geaccepteerd wor
den', aldus de twee schrijfsters.
Geen antwoord
Dat het hier vooral om daden
en niet om mooie woorden
moet gaan, komt duidelijk naar
voren uit een verhaaltje over
een gebeurtenis op de Tribune
het schaduwcongres dat te
gelijkertijd als tegenhanger
van het officiële vrouwen
congres in Mexico werd gehou
den. Een van de weinige man
nen op deze bijeenkomst greep
hier, zichtbaar geëmotioneerd,
de microfoon om te verkondi
gen dat alle kerkelijke ambten
tot en met dat van de paus voor
vrouwen moeten worden open
gesteld. Voldaan wilde hij, na
uitbundig gejuich in zijn stoel
zakken, maar werd door de
West-Afrikaanse voorzitster te
ruggeroepen. 'Dat was een
uitstekende uitspraak, maar
wat denkt u daar persoonlijk
de eerstkomende maanden aan
te doen?', vroeg zij. De man
had geen antwoord.
'Vrouwen op weg'. Els Postel-
Coster en Joke Schrijvers, uit
geverij Van Gorcum, 12
gulden.
Jan Sloothaak
LTE In de loop van de jaren is Nederland overdekt geraakt door een heel
[k van milieugroepen. Een jaar geleden werd echter een tegenhanger opgericht:
reniging Vóór Activiteiten (WA) in Havelte. Tot nu toe is die vereniging een
he eend gebleven in de bijt. maar als men voorzitter H. Brouwer mag geloven, is
jand rijp voor een grootscheepse verdedigingsactie tegen de milieugroepen.
—itot woonhuis verbouwde boerderij
verkoopleider Brouwer wel vertel-
het allemaal is gekomen. Hoe hij
irt aantal medestanders in heilige
\vaardiging ontstaken toen 'een
Derfctievoerders' actie gingen voeren
e jaarlijkse slipjacht, die in Havel-
it gehouden. Ook de Hunebedden-
verd bedreigd. En de motorcross
evenmin genade vinden in de ogen
milieugroep Havelte. Als al die
liten niet meer mochten, zou Ha-
t en stille en doodse gemeente wor-
e fraaie natuur zou omwille van de
n van enkelen reservaat worden, met
e bordjes .verboden toegang'.
n dien neemt die milieugroep het met
ijkheid ook niet te nauw, consta-
t e heer Brouwer, ,In haar rapport
Jat er 150 paarden aan die slipjacht
den. In werkelijkheid zijn het er
ijftig.' En ach, wat zou zo'n groepje
n nu kunnen vernielen? En dan die
eddentocht. Met behulp van ,ie-
van Staatsbosbeheer' had de mi-
ep het klaargespeeld dat de route
'erlegd. Geen wandelaar die nog
nebed heeft gezien. En dat de mi-
>ep ook nog brieven heeft gepubli-
die de gemeente en andere instan-
dden uitgewisseld, wijst ook al niet
egriteit. En het is helemaal niet
I at die slipjacht door een natuurge-
I ng. Wel nee, dat was een militair
irrein.
Veel vernield
I Dalen die van Havelte naar Assen is
f 1 sinds hij secretaris van de Milieuraad
werd. zegt: Wat die WA ons allemaal al
'Hen aanwrijven. Ze doen net of wij een
n extreme jongens zijn. We willen die slip-
el verbieden maar wel uit dat natuurge-
'_7 fen. Dat van die 150 paarden komt door-
'iï *lf zo geheimzinnig deden over het aantal,
c 1 toen mijn informatie van elders krijgen.
a' ns gaat het daar niet om. Veel erger is dat
horden van duizenden toeschouwers de natuur
intrekken. Er wordt ontzettend veel vernield. En
natuurlijk gaat het wél om een natuurgebied. Dat
daar ook één militaire baan en niet meer
—door loopt, maakt er nog geen militair oefenter
rein van. De gemeenteraad heeft zelf een bestem
mingsplan aangenomen met het Ooster- en Wes-
terzand als natuurgebieden. Gedeputeerden heb
ben dat al goedgekeurd, de Kroon nog niet. Maar
de gemeente handelt tegen het eigen besluit in
door te doen alsof er daarom nog geen natuurge
bied zou zijn. In de de nationale relatienota
.Natuur en landbouw' staat het gebied ook als
natuurgebied aangegeven. Men moet ons niet van
alles willen aanwrijven, want alles wat we doen
gaat langs legale weg. De wandelroute die wij
hebben aangevochten ging ook door een fraai
stuk natuur met onder meer orchideeën. Je kunt
best bij die Hunnebedden komen langs een ande
re weg. En die jaarlijkse motorcross strookt toch
ook duidelijk niet met een rustig natuurgebied.
Zonder pers
Op zijn beurt zegt Brouwer dat de milieugroep
niet net moet doen alsof de WA geen oog heeft
voor de natuur. .Eigenlijk hebben we dezelfde
doelstelling, namelijk de natuur leefbaar houden,
maar wij willen dat op een andere manier. Een
poging tot een gesprek tussen onze groepen is
afgeketst omdat zij niet aan onze eis wilden
voldoen dat de pers erbij mocht zijn'. Jan van
Dalen daarover: ,Zij hebben ons van de meest
vreemde dingen beschuldigd. We hebben over
wogen daar keihard tegenin te gaan. maar uitein
delijk kozen we voor het zwijg-model met de
toezegging dat we naderhand gezamenlijk een
persverklaring zouden uitgeven'.
Dan is er nog het geval van de inspraak in het
streekplan dat voor Zuidwest-Drente in de maak
is. Daaraan deed de milieugroep vanaf het begin
mee. Toen de WA daar lucht van kreeg, is men
er in de tweede inspraakronde ook ingesprongen.
„Met de boeren zelf konden we goed sa
menspelen, maar met de WA is dat moeilijker,"
zegt Van Dalen.
Ruiters, paarden en honden in actie bij een slipjacht.
Plaatselijke rel
Kortom, de twist heeft alles in zich van een
plaatselijke rel. Volgens de VVA-voorzitter moet
men zich echter niet verkijken op het feit dat wat
er in Havelte gebeurt slechts toevallig plaatselijk
bepaald is. Eigenlijk kun je overal in Nederland
soortgelijke situaties aanwijzen, méént hij. De
WA heeft vijfhonderd leden (op 1600 gezinnen).
De doelstellingen slaan volgens Brouwer kenne
lijk aan bij de gevestigde Havelters. De milieu
groep daarentegen wordt gevormd door een
groep nieuwkomers. „Door alles in Havelte stil te
willen zetten, vormen zij een bedreiging voor de
bloei van het dorpsleven. Er zal minstens een
groei moeten zijn die gelijk is aan de natuurlijke
aanwas." Om de zaak levendig te houden zijn er
activiteiten nodig, vindt de Vereniging Vóór Acti
viteiten.
De WA waant behalve de vijfhonderd leden óók
nog een „zwijgende meerderheid" achter zich. In
een wijd verbreid schrijven van vorig jaar stelde
de vereniging al dat overal in ons land kleine
groepen felle actievoerders de publiciteit zoeken
en vinden, ambtenaren beïnvloeden, hen tot over
haaste besluiten drijven „en vóór de grote meer
derheid het beseft is een bepaalde ongewilde
maatregel genomen. En probeer zoiets maar eens
terug te draaien."
Geen navolging
De heer Brouwer geeft toe dat het Havelter
voorbeeld elders nog geen navolging heeft gevon
den. „Maar." zegt hij. „wij hebben wel leden in
andere landsdelen, in Noord-Holland, in Heeren
veen, in Rotterdam weet ik er zo een paar uit mijn
hoofd."
Volgens de heer Brouwer is de WA er bepaald
niet op uit zoals volgens hem gesuggereerd zou
zijn om de belangen van de middenstand veilig
te stellen door de massrecreatie te bevorderen.
„Onze leden komen uit alle lagen van de bevol
king. Politiek is er niet bij Wij komen op voor het
algemeen belang." De milieuwerkgroep zit vol
gens hem daarentegen wel in een ..bepaalde
politieke hoek". Welke hoek' „Nou. ik denk voor
al PPR- en PSP-achtig. maar laat ik me daarover
niet uitlaten. Je drukt al gauw mensen in een
hoek waar ze niet willen zitten en dat zou ook niet
"erlijk zijn."
door Rob Foppoma
In geluiddichte cabines, elk aangeken door een televi
siecamera, zitten zes mensen. Als op het kastje vóór hen
een lampje gaat branden, moeten zij zo snel mogelijk op
een knopje drukken. Hun reactietijd wordt in dui
zendste seconden gemeten. Het is de eenvoudigste
proefsituatie die je je in de experimentele psychologie
maar kunt voorstellen. (De tv-camera's hebben op dat
moment zelfs geen enkele functie.) Toch zit de onder
zoeker in de centrale meet- en regelkamer verrassend
ingewikkelde dingen over mensen te ontdekken.
Hij is benieuwd naar het ge
drag van mensen in
groepsverband. Daarom heeft
hij zijn proefpersonen verdeeld
in twee groepen,'die tegen el
kaar een wedstrijd doen. Wie
van de zes het snelst op zijn
knopje drukt, bezorgt zijn
groep de overwinning. Zelf
weet hij dat niet: iedereen
drukt zo snel als hij kan, en ziet
dan welke groep gewonnen
heeft. Groep B wint systema
tisch: veertien van de vijftien
keer.
Een heel flauw spelletje, waar
niemand warm of koud van
zou worden. Maar toch veran
dert er iets in de reacties van de
zes mensen, dat de onderzoe
ker in zijn meetkamer hevig
interesseert. De reactietijden in
groep B worden gaandeweg
nog wat beter, terwijl de men
sen in groep A juist nog wat
trager gaan reageren op hun
lampjes. Het is haarscherp vast
te stellen, omdat iedereen eerst
een aantal malen de proef ge
daan heeft zonder dat er groe
pen waren gevormd, zonder
wedstrijdelement. Dat levert
voor elke proefpersoon de
„normale" gemiddelde reactie
tijd op.
Maar, met de geur van het suc
ces in de neusgaten, blijkt het
later best sneller te kunnen.
Motivatie, noemt de psycho
loog dat. En dat geldt niet al
leen voor de snelste in groep B,
die in feite de winnende uitslag
bepaalt, maar ook voor zijn
ploeggenoten. Op overeen
komstige manier raken de
mensen in groep A geleidelijk
wat ontmoedigd.
Vervorming
Er treedt nog een andere
merkwaardige verschuiving
op. Na afloop wordt de deelne
mers gevraagd, hoe vaak ze
denken dat hun groep gewon
nen heeft, van die vijftien beur
ten. Acht of negen keer. schrij
ven de mensen uit groep B op.
Hun collega's uit A schatten
hun aantal overwinningen tus
sen vier en zes. Niemand heeft
de tel bijgehouden: ze waren
geconcentreerd op hun
lampjes en hun knoppen. Tot
geen van hen is kennelijk door
gedrongen dat de eindstand
veertien-één was. Ze weten wie
gewonnen heeft en wie verlo
ren. Maar ze vervormen onbe
wust de eindstand in de
richting van een „redelijker"
verhouding.
Zo zijn er meer subtiele ef
fecten te ontdekken wanneer je
mensen in groepsverband op
knopjes laat drukken. Wat
heeft dat nu met de praktijk
van de menselijke samenleving
te maken? Vreselijk weinig, en
dat is ook precies de bedoeling
van de psychologen van de ka
tholieke hogeschool Tilburg,
die dit soort spelletjes organi
seren. Want in een „echte"
groep mensen, in een reële situ
atie, gebeuren zoveel dingen te
gelijk en door elkaar heen, dat
de verbanden tussen oorzaak
en gevolg zoek raken. En dan
kom je helemaal nergens meer
achter.
Vandaar die volstrekt
kunstmatige proefsituatie.
Eenlingen in hokjes, die alleen
maar weten dat ze behoren tot
een groep die ze nooit bij el
kaar zullen zien. Spelend tegen
al even schimmige „anderen".
Maar dus ongestoord door
vooroordelen over elkaar. Niet
beïnvloed door eikaars reac
ties. Alleen beïvloed door de
uitslagen, en door de structuur
van het simpele spelletje.
Er worden namelijk verschil
lende soorten van deze
drukknopwedstrijden ge
speeld. In een andere vorm
wordt winst of verlies niet be
paald door de snelste
knopdrukker uit de groep,
maar door de gemiddelde reac
tietijd van het hele team. Of
juist door de traagste van de
drie. Het is denkbaar dat de
motivatie daarbij op een ande
re manier door winst of verlies
zal worden beïnvloed.
En zo is er misschien iets te
ontdekken over wat er speelt in
groepen mensen die samen
proberen een bepaald doel te
bereiken. Met de nadruk op
„misschien". Want ook al leve
ren de hokjes met de knopjes
fraaie cijferreeksen en,
conclusies op, dan valt nog te
bezien of die voor het wanorde
lijke gebeuren in echte mense
lijke groepen enige betekenis
hebben. Want dat is toch het
motief achter zo'n ver van de
praktijk staand onderzoek.
Dit was een verhaal zonder conclusie, en dat is vrij
ongebruikelijk in deze rubriek. Wetenschap pleegt ge
rapporteerd te worden in de vorm van (voorlopige)
eindresultaten. Dat beneemt vaak het uitzicht op de
moeizame, tastende manier waarop zulke resultateo
worden verkregen. Daarom is het zo aardig om eens in
de keuken te kunnen kijken voordat de gerechten in
hun sierlijke eindvorm worden opgediend.
Aanleiding daartoe was de vijf
de verjaardag van de Tilburgse
subfaculteit psychologie. Op
die leeftijd draait een stuk we
tenschappelijk onderwijs nog
nauwelijks op volle toeren. De
eerste 'eigen kweek' studeert
dit jaar af. En hoewel intussen
al vele tientallen publikaties de
vakliteratuur bereikten, zit ook
het onderzoekprogramma nog
in een opbouwfase. Omdat
men in Tilburg hartelijk ge
looft in maatschappelijke
openheid, resulteerde het
eerste lustrum in de uitnodi
ging om gewoon eens te komen
kijken wat er gebeurde.
Dan kom je de man tegen die
epilepsie ('vallende ziekte') be
studeert bij ratten. Hij kan de
gestoorde hersenfunctie met
een kunstgreep bij zijn proef
dieren veroorzaken, en bekijkt
dan de invloed daarop van ge
dragspatronen waartoe hij de
rat dwingt. Hij is bezig om aan
te tonen dat de kunstmatig ver
oorzaakte afwijking bij de rat
inderdaad net zo reageert als
de 'echte' bij de menselijke
patiënt.
De achterliggende bedoeling is
om dan aan die ratten te bekij
ken of bepaalde vormen van
training epileptische aanvallen
kunnen voorkomen. Als zo'n
resultaat overdraagbaar zou
Tien ziekenauto's in Utrecht en omgeving worden bij wijze van
proef uitgerust met eenvoudige apparatuur voor pijnbestrijding
bij ongevalsslachtoffers. Dat deelde de anesthesist dr. P. V.
Admiraal onlangs mee op een bijeenkomst van de Vereniging
van artsen-automobilisten. Injectie van sterk-werkende
pijnstillers (als er al een arts in de buurt is die dat zou kunnen
doen) stuit in die situaties op bezwaren. Nog afgezien van
bedenkelijke neveneffecten, werken ze te lang door. 'Er wordt
wel eens een acute buik erg laat geopereerd omdat de patiënt bij
onderzoek in het ziekenhuis geen pijn aangeeft.'
De nieuwe apparatuur dient een mengsel van lachgas en
zuurstof toe: hetzelfde dat voor narcose bij operaties wordt
gebruikt. Alleen de mengverhouding is anders, waardoor de
patiënt niet buiten bewustzijn raakt terwijl toch de pijn bestre
den wordt. In Engeland heeft al tweederde van alle ambulances
zulke apparatuur aan boord.
zijn op de menselijke situatie,
zou dat aantrekkelijker kun
nen zijn dan de nu gebruikelij
ke toepassing van medicijnen.
Maar dat komt later pas.
Misschien.
En dan kom je ontwikkelings
psychologen tegen, die zich
verdiepen in de manier waarop
een kind brokjes informatie tot
een geheel opbouwt wanneer
die met korte tussenpozen wor
den bekeken. Dat klinkt vrese
lijk theoretisch, maar het is een
van de kernproblemen bij het
leren lezen. Het onderzoek
richt zich heel direct op
hulpmethoden voor kinderen
die daar grote moeilijkheden
mee hebben. Een ander project
houdt zich bezig met de ont
wikkeling van gebaren, en de
symbolische functie die die ge
baren kunnen vervullen in het
denkproces. Men hoopt dat
daar iets omkeerbaars in zit, en
dat met bewegingsoefeningen
kinderen geholpen kunnen
worden die in hun geestelijke
ontwikkeling gestoord zijn.
Misschien.
Dit soort onderzoek staat ver af
van laboratoriumratten en
proefhokjes: 'Wij hechten er
aan, het kind zoveel mogelijk in
zijn natuurlijke omgeving te
benaderen: in zijn huiselijke
omgeving, op school enzo
voort.'