ereniging tégen milieugroepen ntwikkelingshulp doet iets voor emancipatie vrouw 4 UIETEII5CHIIPJECHMEK irijfsters uiten kritiek op Nederlandse werkwijze Onderzoek Jerland zou rijp zijn voor grootscheepse verdedigingsactie De psychologie van het knopjedrukken Wetenschap op weg Pijnbestrijding DAG 14 FEBRUARI 1976 I BINNENLAND TROUW/KWARTET 15 E Cisca Dresselhuys :wikkelingsprojecten worden de vrouwen veel te weinig betrokken, zowel aan verlenende als aan de ontvangende kant. Het ontwikkelingswerk is daardoor ik van mannen, voor mannen, waar vrouwen als een vergeten categorie buiten Het is erg jammer, dat hierdoor in veel ontwikkelingslanden niets of lijks iets gedaan wordt aan de zeer ondergeschikte positie van de vrouw, iden het de taak van ons Nederlandse ministerie voor ontwikkelingssamen- ig veel mger vrouwelijke deskundigen bij dit werk in te schakelen, waardoor dacht zal komen voor de emancipatie van de vrouw in de Derde Wereld'. te conclusie komen de ;idse antropologen Els loste en Joke Schrij- iun boek 'Vrouwen op twikkeling naar eman- een studie over de po- de vrouw in de ont- ïgslanden met daaraan dd een aanbeveling nister Pronk hoe door vikkelingswerk iets ten eranderd kan worden uitermate slechte posi- de vrouw in de Derde Het boek is geschreven [oek van Pronk naar ng van de internationa- venconferentie, die vo- in Mexico is gehouden, tal weten, waarom hij d heeft: in het boek eel wat kritiek geuit op cwijze van de Neder- ontwikkelingswerkers. schrijfsters vinden, de achterstand in te r een speciaal directo- eraal voor de ontwik- amenwerking van aan het bestaande mi- moet worden toege- )eze afdeling zou zich moeten bezighouden jecten, die gericht zijn (rbetering van de posi- de vrouw in de Derde Verder vinden zij dat ister meer vrouwelijke ligen zou moeten aan- Iwaarbij hij aan vrou- j specialisten een tijde- voorkeursbehandeling éten geven bij sollicita- ing feangrijk voor een bij- pt de verbetering van de pan de vrouw in de ont- ngslanden is het schep- meer aangepaste scho- Een eerste gevolg van het kritische boek van Els Postel en Joke Schrijvers is er al: ze hebben van minister Pronk de opdracht gekregen voor een groot onderzoek naar de rol van de vrouw in het ontwikkelingsproces. Dit project, dat ongeveer vier jaar in beslag zal nemen en zo'n drie miljoen gulden zal kosten, houdt onder meer onderzoek in vier ontwikkelingslanden in. Het is de bedoeling, dat er een onderzoek van een jaar verricht zal worden in een Afrikaans land (Tanzania), een mos lim-land (waarschijnlijk Egypte), een Zuidaziatisch land (Shri Lanka het vroegere Ceylon) en een Latijns amerikaans of Caribisch land (waarschijnlijk Surina me). De gekozen landen zijn alle vier landen, waar veel Nederlandse ontwikkelingshulp heen gaat, zowel in de vorm van geld als in de vorm van mensen. Naar elk van de vier landen zullen twee Nederlandse onderzoeksters gaan, die samen met een paar vrouwelij ke onderzoekers uit het land zelf zullen werken. Op het ogenblik is men bezig een onderzoeksontwerp samen te stellen $n contacten te leggen met de verschillende landen. lings- en onderwijsmogelijkhe den. Ruim eenderde van de we reldbevolking is ongeletterd, in de zogenaamde ontwikkelings landen ligt dit percentage zelfs nog hoger, op vijftig procent. Deelneming aan het onderwijs is voor velen onbereikbaar en het zal geen verbazing wek ken ook hier verkeren de vrouwen nog weer in een slechtere positie dan de man nen. Voor vrouwen vindt men het volgen van onderwijs maar een overbodige luxe. Volgens de schrijfsters is het ontwikkelingswerk er lang niet genoeg op gericht om verande ring in deze situatie te brengen. Een ander punt is het soort onderwijs, dat gegeven wordt: in veel gevallen sluit dat te wei nig aan bij de behoeften van de plaatselijke bevolking, waar door de animo ook niet direct bevorderd wordt. „Minder meisjes dan jongens gaan naar school in de ontwik kelingslanden, meisjes vallen eerder af en bereiken een lager niveau van onderwijs. De achterstelling is het grootst in de Arabische landen, Afrika en Zuid- en Zuidoost-Azie. Naar mate de armoede in een land toeneemt, neemt het deelne men aan het onderwijs af. In de gebieden, waar het bestaan toch al armoedig is, in de achtergebleven landbouwge bieden en de stedelijke achterbuurten, worden de meisjes het eerst van school gehaald. In veel landen bestaat dan bovendien nog een be paald soort 'meisjesonderwijs', waar de gegeven vakken alle maal in de huishoudelijke sfeer liggen en waar alleen maar ge werkt wordt aan het kweken van goede echtgenoten en moe ders'. Welke factoren spelen een rol bij het niet naar school sturen van meisjes? Hierbij lijkt angst een heel belangrijke plaats in te nemen: angst dat de meisjes het gezag van hun ouders niet meer zullen erkennen, angst voor ongewenste relaties tus sen jongens en meisjes (onge wenste zwangerschap, prosti tutie), angst, dat geschoolde meisjes te kritisch zullen wor den op een eventuele echtgenoot en daardoor niet of laat trouwen, waarmee de kans op een goede bruidsschat ver loren gaat. Verder spelen ook praktische motieven een rol: de meisjes kunnen thuis vaak niet gemist worden bij het huishou delijke werk. Tenslotte bestaat hier nog wijdverbreid de op vatting, dat meisjes minder in telligent zijn dan jongens en dus niet geschikt zijn voor het onderwijs. Wat betreft de feitelijke situ atie in deze landen is het zo, dat op de meisjes de last rust van veel huishoudelijk werk: ver zorging van de jongere kinde ren, eten maken, water halen, boodschappen doen, schoon maken, en dergelijke, terwijl de moeder op het land werkt. De arbeid van de dochters kan niet gemist worden, omdat an ders de last van de moeders nog zwaarder wordt. Jongens hebben deze huishoudelijke ta ken in het geheel niet of in ieder geval veel minder. Zij hebben na schooltijd de gele genheid om te spelen, te lezen en huiswerk te maken. De huis- houdlast van de meisjes na de schooldag belemmert natuur lijk de schoolprestaties: ze krij gen immers helemaal geen ge legenheid om huiswerk te ma ken. Daardoor zijn haar presta ties ook weer minder en zo blijft het vooroordeel bestaan, dat ze minder intelligent zijn. De vicieuze cirkel is gesloten. Echte emancipatie Het is duidelijk, dat je er in zo'n situatie niet bent, met de meis jes verplicht naar school te stu ren en tijd te geven voor huis werk, omdat daardoor de posi tie van de moeder nog beroer der wordt. Een echte emanci patie, waarbij de jongens ervan overtuigd zouden zijn dat zij ook een taak in het huishouden hebben te vervullen, kan hier alleen maar oplossing bieden. Nu is het natuurlijk moeilijk om te beoordelen of de emanci patie. zoals wij die in het wes ten kennen, ook geschikt is voor de Derde Wereld. Emanci patiebeleid in het kader van ontwikkelingshulp mag name lijk nooit ontaarden in paterna lisme en het opleggen van een westers cultuurpatroon. Dan valt men van de ene onder drukking in de andere. Basis voorwaarden Emancipatie is pas mogelijk als aan een stel basis voorwaarden voor een menswaardig bestaan is vol daan. Pas als mensen echt ver trouwen hebben in een goed en beschermd leven voor zichzelf en hun kinderen, is verdere ontwikkeling mogelijk. De be langrijkste voorwaarden hier bij zijn: het hebben van vol doende voedsel en een voed zaam dieet, het leven in veilig heid, een voldoende veilige woonplaats en beschut onder dak, voldoende gezondheid en hygiëne een gewenst aantal kinderen. 'In wezen kunnen natuurlijk al leen vrouwen en mannen uit deze landen zelf bepalen, wat zij als wenselijk beschouwen en wat zij onder modernisering en emancipatie willen ver staan. Hierbij is het van het grootste belang dat nieuwe emancipatie-ideeen niet op nieuw gaan werken als sociale dwang. Daarom moet er in fa sen worden gewerkt: oude denkbeelden onmiddellijk als verwerpelijk voor te stellen heeft weinig zin, zij vormen een houvast en kunnen nog een ge voel van veiligheid geven. Heel geleidelijk kunnen nieuwe denkbeelden verteld en ho- penlijk geaccepteerd wor den', aldus de twee schrijfsters. Geen antwoord Dat het hier vooral om daden en niet om mooie woorden moet gaan, komt duidelijk naar voren uit een verhaaltje over een gebeurtenis op de Tribune het schaduwcongres dat te gelijkertijd als tegenhanger van het officiële vrouwen congres in Mexico werd gehou den. Een van de weinige man nen op deze bijeenkomst greep hier, zichtbaar geëmotioneerd, de microfoon om te verkondi gen dat alle kerkelijke ambten tot en met dat van de paus voor vrouwen moeten worden open gesteld. Voldaan wilde hij, na uitbundig gejuich in zijn stoel zakken, maar werd door de West-Afrikaanse voorzitster te ruggeroepen. 'Dat was een uitstekende uitspraak, maar wat denkt u daar persoonlijk de eerstkomende maanden aan te doen?', vroeg zij. De man had geen antwoord. 'Vrouwen op weg'. Els Postel- Coster en Joke Schrijvers, uit geverij Van Gorcum, 12 gulden. Jan Sloothaak LTE In de loop van de jaren is Nederland overdekt geraakt door een heel [k van milieugroepen. Een jaar geleden werd echter een tegenhanger opgericht: reniging Vóór Activiteiten (WA) in Havelte. Tot nu toe is die vereniging een he eend gebleven in de bijt. maar als men voorzitter H. Brouwer mag geloven, is jand rijp voor een grootscheepse verdedigingsactie tegen de milieugroepen. —itot woonhuis verbouwde boerderij verkoopleider Brouwer wel vertel- het allemaal is gekomen. Hoe hij irt aantal medestanders in heilige \vaardiging ontstaken toen 'een Derfctievoerders' actie gingen voeren e jaarlijkse slipjacht, die in Havel- it gehouden. Ook de Hunebedden- verd bedreigd. En de motorcross evenmin genade vinden in de ogen milieugroep Havelte. Als al die liten niet meer mochten, zou Ha- t en stille en doodse gemeente wor- e fraaie natuur zou omwille van de n van enkelen reservaat worden, met e bordjes .verboden toegang'. n dien neemt die milieugroep het met ijkheid ook niet te nauw, consta- t e heer Brouwer, ,In haar rapport Jat er 150 paarden aan die slipjacht den. In werkelijkheid zijn het er ijftig.' En ach, wat zou zo'n groepje n nu kunnen vernielen? En dan die eddentocht. Met behulp van ,ie- van Staatsbosbeheer' had de mi- ep het klaargespeeld dat de route 'erlegd. Geen wandelaar die nog nebed heeft gezien. En dat de mi- >ep ook nog brieven heeft gepubli- die de gemeente en andere instan- dden uitgewisseld, wijst ook al niet egriteit. En het is helemaal niet I at die slipjacht door een natuurge- I ng. Wel nee, dat was een militair irrein. Veel vernield I Dalen die van Havelte naar Assen is f 1 sinds hij secretaris van de Milieuraad werd. zegt: Wat die WA ons allemaal al 'Hen aanwrijven. Ze doen net of wij een n extreme jongens zijn. We willen die slip- el verbieden maar wel uit dat natuurge- '_7 fen. Dat van die 150 paarden komt door- 'iï *lf zo geheimzinnig deden over het aantal, c 1 toen mijn informatie van elders krijgen. a' ns gaat het daar niet om. Veel erger is dat horden van duizenden toeschouwers de natuur intrekken. Er wordt ontzettend veel vernield. En natuurlijk gaat het wél om een natuurgebied. Dat daar ook één militaire baan en niet meer —door loopt, maakt er nog geen militair oefenter rein van. De gemeenteraad heeft zelf een bestem mingsplan aangenomen met het Ooster- en Wes- terzand als natuurgebieden. Gedeputeerden heb ben dat al goedgekeurd, de Kroon nog niet. Maar de gemeente handelt tegen het eigen besluit in door te doen alsof er daarom nog geen natuurge bied zou zijn. In de de nationale relatienota .Natuur en landbouw' staat het gebied ook als natuurgebied aangegeven. Men moet ons niet van alles willen aanwrijven, want alles wat we doen gaat langs legale weg. De wandelroute die wij hebben aangevochten ging ook door een fraai stuk natuur met onder meer orchideeën. Je kunt best bij die Hunnebedden komen langs een ande re weg. En die jaarlijkse motorcross strookt toch ook duidelijk niet met een rustig natuurgebied. Zonder pers Op zijn beurt zegt Brouwer dat de milieugroep niet net moet doen alsof de WA geen oog heeft voor de natuur. .Eigenlijk hebben we dezelfde doelstelling, namelijk de natuur leefbaar houden, maar wij willen dat op een andere manier. Een poging tot een gesprek tussen onze groepen is afgeketst omdat zij niet aan onze eis wilden voldoen dat de pers erbij mocht zijn'. Jan van Dalen daarover: ,Zij hebben ons van de meest vreemde dingen beschuldigd. We hebben over wogen daar keihard tegenin te gaan. maar uitein delijk kozen we voor het zwijg-model met de toezegging dat we naderhand gezamenlijk een persverklaring zouden uitgeven'. Dan is er nog het geval van de inspraak in het streekplan dat voor Zuidwest-Drente in de maak is. Daaraan deed de milieugroep vanaf het begin mee. Toen de WA daar lucht van kreeg, is men er in de tweede inspraakronde ook ingesprongen. „Met de boeren zelf konden we goed sa menspelen, maar met de WA is dat moeilijker," zegt Van Dalen. Ruiters, paarden en honden in actie bij een slipjacht. Plaatselijke rel Kortom, de twist heeft alles in zich van een plaatselijke rel. Volgens de VVA-voorzitter moet men zich echter niet verkijken op het feit dat wat er in Havelte gebeurt slechts toevallig plaatselijk bepaald is. Eigenlijk kun je overal in Nederland soortgelijke situaties aanwijzen, méént hij. De WA heeft vijfhonderd leden (op 1600 gezinnen). De doelstellingen slaan volgens Brouwer kenne lijk aan bij de gevestigde Havelters. De milieu groep daarentegen wordt gevormd door een groep nieuwkomers. „Door alles in Havelte stil te willen zetten, vormen zij een bedreiging voor de bloei van het dorpsleven. Er zal minstens een groei moeten zijn die gelijk is aan de natuurlijke aanwas." Om de zaak levendig te houden zijn er activiteiten nodig, vindt de Vereniging Vóór Acti viteiten. De WA waant behalve de vijfhonderd leden óók nog een „zwijgende meerderheid" achter zich. In een wijd verbreid schrijven van vorig jaar stelde de vereniging al dat overal in ons land kleine groepen felle actievoerders de publiciteit zoeken en vinden, ambtenaren beïnvloeden, hen tot over haaste besluiten drijven „en vóór de grote meer derheid het beseft is een bepaalde ongewilde maatregel genomen. En probeer zoiets maar eens terug te draaien." Geen navolging De heer Brouwer geeft toe dat het Havelter voorbeeld elders nog geen navolging heeft gevon den. „Maar." zegt hij. „wij hebben wel leden in andere landsdelen, in Noord-Holland, in Heeren veen, in Rotterdam weet ik er zo een paar uit mijn hoofd." Volgens de heer Brouwer is de WA er bepaald niet op uit zoals volgens hem gesuggereerd zou zijn om de belangen van de middenstand veilig te stellen door de massrecreatie te bevorderen. „Onze leden komen uit alle lagen van de bevol king. Politiek is er niet bij Wij komen op voor het algemeen belang." De milieuwerkgroep zit vol gens hem daarentegen wel in een ..bepaalde politieke hoek". Welke hoek' „Nou. ik denk voor al PPR- en PSP-achtig. maar laat ik me daarover niet uitlaten. Je drukt al gauw mensen in een hoek waar ze niet willen zitten en dat zou ook niet "erlijk zijn." door Rob Foppoma In geluiddichte cabines, elk aangeken door een televi siecamera, zitten zes mensen. Als op het kastje vóór hen een lampje gaat branden, moeten zij zo snel mogelijk op een knopje drukken. Hun reactietijd wordt in dui zendste seconden gemeten. Het is de eenvoudigste proefsituatie die je je in de experimentele psychologie maar kunt voorstellen. (De tv-camera's hebben op dat moment zelfs geen enkele functie.) Toch zit de onder zoeker in de centrale meet- en regelkamer verrassend ingewikkelde dingen over mensen te ontdekken. Hij is benieuwd naar het ge drag van mensen in groepsverband. Daarom heeft hij zijn proefpersonen verdeeld in twee groepen,'die tegen el kaar een wedstrijd doen. Wie van de zes het snelst op zijn knopje drukt, bezorgt zijn groep de overwinning. Zelf weet hij dat niet: iedereen drukt zo snel als hij kan, en ziet dan welke groep gewonnen heeft. Groep B wint systema tisch: veertien van de vijftien keer. Een heel flauw spelletje, waar niemand warm of koud van zou worden. Maar toch veran dert er iets in de reacties van de zes mensen, dat de onderzoe ker in zijn meetkamer hevig interesseert. De reactietijden in groep B worden gaandeweg nog wat beter, terwijl de men sen in groep A juist nog wat trager gaan reageren op hun lampjes. Het is haarscherp vast te stellen, omdat iedereen eerst een aantal malen de proef ge daan heeft zonder dat er groe pen waren gevormd, zonder wedstrijdelement. Dat levert voor elke proefpersoon de „normale" gemiddelde reactie tijd op. Maar, met de geur van het suc ces in de neusgaten, blijkt het later best sneller te kunnen. Motivatie, noemt de psycho loog dat. En dat geldt niet al leen voor de snelste in groep B, die in feite de winnende uitslag bepaalt, maar ook voor zijn ploeggenoten. Op overeen komstige manier raken de mensen in groep A geleidelijk wat ontmoedigd. Vervorming Er treedt nog een andere merkwaardige verschuiving op. Na afloop wordt de deelne mers gevraagd, hoe vaak ze denken dat hun groep gewon nen heeft, van die vijftien beur ten. Acht of negen keer. schrij ven de mensen uit groep B op. Hun collega's uit A schatten hun aantal overwinningen tus sen vier en zes. Niemand heeft de tel bijgehouden: ze waren geconcentreerd op hun lampjes en hun knoppen. Tot geen van hen is kennelijk door gedrongen dat de eindstand veertien-één was. Ze weten wie gewonnen heeft en wie verlo ren. Maar ze vervormen onbe wust de eindstand in de richting van een „redelijker" verhouding. Zo zijn er meer subtiele ef fecten te ontdekken wanneer je mensen in groepsverband op knopjes laat drukken. Wat heeft dat nu met de praktijk van de menselijke samenleving te maken? Vreselijk weinig, en dat is ook precies de bedoeling van de psychologen van de ka tholieke hogeschool Tilburg, die dit soort spelletjes organi seren. Want in een „echte" groep mensen, in een reële situ atie, gebeuren zoveel dingen te gelijk en door elkaar heen, dat de verbanden tussen oorzaak en gevolg zoek raken. En dan kom je helemaal nergens meer achter. Vandaar die volstrekt kunstmatige proefsituatie. Eenlingen in hokjes, die alleen maar weten dat ze behoren tot een groep die ze nooit bij el kaar zullen zien. Spelend tegen al even schimmige „anderen". Maar dus ongestoord door vooroordelen over elkaar. Niet beïnvloed door eikaars reac ties. Alleen beïvloed door de uitslagen, en door de structuur van het simpele spelletje. Er worden namelijk verschil lende soorten van deze drukknopwedstrijden ge speeld. In een andere vorm wordt winst of verlies niet be paald door de snelste knopdrukker uit de groep, maar door de gemiddelde reac tietijd van het hele team. Of juist door de traagste van de drie. Het is denkbaar dat de motivatie daarbij op een ande re manier door winst of verlies zal worden beïnvloed. En zo is er misschien iets te ontdekken over wat er speelt in groepen mensen die samen proberen een bepaald doel te bereiken. Met de nadruk op „misschien". Want ook al leve ren de hokjes met de knopjes fraaie cijferreeksen en, conclusies op, dan valt nog te bezien of die voor het wanorde lijke gebeuren in echte mense lijke groepen enige betekenis hebben. Want dat is toch het motief achter zo'n ver van de praktijk staand onderzoek. Dit was een verhaal zonder conclusie, en dat is vrij ongebruikelijk in deze rubriek. Wetenschap pleegt ge rapporteerd te worden in de vorm van (voorlopige) eindresultaten. Dat beneemt vaak het uitzicht op de moeizame, tastende manier waarop zulke resultateo worden verkregen. Daarom is het zo aardig om eens in de keuken te kunnen kijken voordat de gerechten in hun sierlijke eindvorm worden opgediend. Aanleiding daartoe was de vijf de verjaardag van de Tilburgse subfaculteit psychologie. Op die leeftijd draait een stuk we tenschappelijk onderwijs nog nauwelijks op volle toeren. De eerste 'eigen kweek' studeert dit jaar af. En hoewel intussen al vele tientallen publikaties de vakliteratuur bereikten, zit ook het onderzoekprogramma nog in een opbouwfase. Omdat men in Tilburg hartelijk ge looft in maatschappelijke openheid, resulteerde het eerste lustrum in de uitnodi ging om gewoon eens te komen kijken wat er gebeurde. Dan kom je de man tegen die epilepsie ('vallende ziekte') be studeert bij ratten. Hij kan de gestoorde hersenfunctie met een kunstgreep bij zijn proef dieren veroorzaken, en bekijkt dan de invloed daarop van ge dragspatronen waartoe hij de rat dwingt. Hij is bezig om aan te tonen dat de kunstmatig ver oorzaakte afwijking bij de rat inderdaad net zo reageert als de 'echte' bij de menselijke patiënt. De achterliggende bedoeling is om dan aan die ratten te bekij ken of bepaalde vormen van training epileptische aanvallen kunnen voorkomen. Als zo'n resultaat overdraagbaar zou Tien ziekenauto's in Utrecht en omgeving worden bij wijze van proef uitgerust met eenvoudige apparatuur voor pijnbestrijding bij ongevalsslachtoffers. Dat deelde de anesthesist dr. P. V. Admiraal onlangs mee op een bijeenkomst van de Vereniging van artsen-automobilisten. Injectie van sterk-werkende pijnstillers (als er al een arts in de buurt is die dat zou kunnen doen) stuit in die situaties op bezwaren. Nog afgezien van bedenkelijke neveneffecten, werken ze te lang door. 'Er wordt wel eens een acute buik erg laat geopereerd omdat de patiënt bij onderzoek in het ziekenhuis geen pijn aangeeft.' De nieuwe apparatuur dient een mengsel van lachgas en zuurstof toe: hetzelfde dat voor narcose bij operaties wordt gebruikt. Alleen de mengverhouding is anders, waardoor de patiënt niet buiten bewustzijn raakt terwijl toch de pijn bestre den wordt. In Engeland heeft al tweederde van alle ambulances zulke apparatuur aan boord. zijn op de menselijke situatie, zou dat aantrekkelijker kun nen zijn dan de nu gebruikelij ke toepassing van medicijnen. Maar dat komt later pas. Misschien. En dan kom je ontwikkelings psychologen tegen, die zich verdiepen in de manier waarop een kind brokjes informatie tot een geheel opbouwt wanneer die met korte tussenpozen wor den bekeken. Dat klinkt vrese lijk theoretisch, maar het is een van de kernproblemen bij het leren lezen. Het onderzoek richt zich heel direct op hulpmethoden voor kinderen die daar grote moeilijkheden mee hebben. Een ander project houdt zich bezig met de ont wikkeling van gebaren, en de symbolische functie die die ge baren kunnen vervullen in het denkproces. Men hoopt dat daar iets omkeerbaars in zit, en dat met bewegingsoefeningen kinderen geholpen kunnen worden die in hun geestelijke ontwikkeling gestoord zijn. Misschien. Dit soort onderzoek staat ver af van laboratoriumratten en proefhokjes: 'Wij hechten er aan, het kind zoveel mogelijk in zijn natuurlijke omgeving te benaderen: in zijn huiselijke omgeving, op school enzo voort.'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 15