^eel paarden in maneges misbruikt
Groep leraren
wil een stuk
welvaart afstaan
j)e beunhazen zou het alleen maar om geldelijk gewin gaan
Alcoholstudie leidt tot
harde conclusies
Waardevolle handtekeningen naar Den Haag
ITERDAG 7 FEBRUARI 1976
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
^oorHuibGoudriaan
^STERDAM Er is iets mis met de popularisering van de paardesport. 'Men
Jopt paarden als honden en berijdt ze als brommers!' Deze typering, die er niet om
fgt, is van mevrouw A. Verhagen-Hunsche, exploitante van een paardenrijschool in
lusden. Mevrouw Verhagen geeft hiermee lucht aan gevoelens van onbehagen over
i uitbuiting van het paard terwille van status en geldelijke gewin. Een andere
gsman: 'Er zijn de laatste jaren veel maneges geopend door beunhazen, waarbij
larden en onervaren klanten het slachtoffer worden.'
hds het berijden of bezitten
n een paard niet meer tot de
orrechten van een elite be-
brt en ook de 'lagere klassen'
n rijdier beklimmen, is het
ard beklaagd; dat wel. En
pvankelijk wel eens ten on-
;hte. Sommige echte liefheb-
rs konden het moeilijk ver-
oppen, dat hun eens zo
plusieve sport ook al in han-
van de massa viel. Maar
B nu zijn oor te luisteren legt
kringen rond de zo talrijk
worden maneges, neigt ertoe
[klagers van \yeleer gelijk te
len.
lijkt er in sommige mane-
op dat geld verdienen in de
;te plaats komt en het die
van de edele paardesport
het woordenboek is ge-
hrapt. De heer N. Visser van
Nederlandse Vereniging tot
kcherming van Dieren:
boral in de seizoenplaatsen
Igs de kust is er veel beunha-
fij, maar het is moeilijk dit te
wijzen. Er zijn van die sei-
Énbedrijven, die in het voor-
jr slachtpaarden opkopen, er
hele zomer mee werken en
dan in de herfst nog met
ist verkopen ook. Er zijn
ildingen dat paarden meer
zes uur, soms acht uur per
lopen wat het dubbele
het toegestane is maar
valt dan moeilijk te bewij-
fi. Wel kunnen wij inciden-
H optreden in gevallen dat
n paard bij voorbeeld ge-
>nd is geraakt op de plaats
n het zadel: dat is dierenmis-
fndeling."
lisstanden
nand, die in verscheidene
ineges heeft gewerkt, somt
volgende, door hem ge-
stateerde misstanden, op:
Er wordt lesgegeven door
igemensen, die zelf nauwe-
:s les hebben gehad. Dit ge-
irt wanneer de manegehou-
niet in staat is geschoold
toneel te betalen. In zo'n
al verdient een jongen of
Examen bepleit
in paardrijden
meisje vijftig gulden per week,
met in het begin de belofte dat
er veel kansen zijn om paard te
rijden. Noch van dit laatste
noch van de 'opleiding' die je
zou krijgen, komt iets terecht.
Door achteloosheid, onkun
de of gebrek aan personeel
worden paarden slecht behan
deld. Ze staan soms na het rij
den nog uren gezadeld, krijgen
geen deken tegen het zweten na
het werk of worden opgezadeld
weggezet voor een hele nacht.
De paarden worden onregel
matig of te weinig gevoerd en
de stallen worden niet zoals
het behoort elke morgen uit
gemest voordat het rijden be
gint. Er zijn gevallen waar het
uitmesten maar tweemaal per
week gebeurt. In 'wilde mane
ges' is meestal geen behoorlijke
stalling.
Gedronken
Veel maneges hebben een
bar en dan komt het voor dat
de bar onmisbaar wordt voor
een sluitende exploitatie. Het
gevolg is dat er te veel wordt
gedronken: sommige rijders
komen 's avonds om acht uur
binnen en beklimmen om ne
gen uur beschonken hun
paard.
Het grote publiek is gek op
springen, dat ze in tv-
reportages over de topsport
zien. Maar met springen kun je
pas beginnen na grondig
paardrijden te hebben geleerd.
In bepaalde maneges gaat de
opleiding dan te snel en wordt
ten koste van de paarden
op een schandelijke manier
met zweep en sporen gewerkt
Iemand, die talent heeft kan
pas na drie jaar met springen
beginnen. De paarden worden
trouwens afgereden. Na vier
uur lessen volgt nog een uurtje
springen en dan wordt dikwijls
uit het 'kruis gesprongen' en
ontstaan beengebreken.
Recreatie
Een eigenaar van een manege
in Zandvoort met twaalf ei
gen manegepaarden en 28 pen-
sionpaarden (paarden, waar
aan tegen betaling onderdak
wordt geboden) bevestigt dat
er misstanden zijn. Hij gooit de
schuld op de zogenaamde 're
creatie-maneges'. Deze mane
ges richten zich uitsluitend op
vakantiegangers, die ook wei
eens willen paardrijden. 'Het
paard is daar een object, 't gaat
alleen om de business. De die
ren krijgen nauwelijks voer en
moeten te veel lopen. Door de
maneges wordt de image van
de paardesport hartgrondig
verknoeid. Al heeft iemand
nooit gereden, hij kan zo mee
op een buitenrist met gympies
en in zwembroek. De paarden,
vaak met een slecht zadel, lij
den er onder dat ze worden
bereden door onervaren men
sen. Maar ook voor de rijders
zijn er gevaren: zonder rijlaar
zen kun je gemakkelijk in een
stijgbeugel blijven hangen'.
Geen wet
Is er dan geen toezicht op het
manegebedrijf? Antwoord van
mevrouw E. S. Tak, secretares
se van de Federatie van Neder
landse Rijscholen in Den Haag:
'Helaas is er geen enkele wette
lijke belemmering tegen de zo
genaamde wilde maneges. Ie
dereen is vrij om een manege te
beginnen. Alle pogingen van de
federatie om een vestigingswet
voor maneges te krijgen, zijn
gestrand. Er zijn nu tweehon
derd maneges bij ons aangeslo
ten, maar we kunnen niet
optreden tegen de wilde.' De
federatie beschouwt een mane
ge als 'erkend' indien er een
gediplomeerd instructeur is of
een 'aanvraag tot vakbe
kwaamheid' is ingediend. Een
tweede categorie is de 'goedge
keurde manege', wat inhoudt
dat de stallen in orde zijn be
vonden. In beide gevallen mag
de manegehouders een bordje
met 'erkend' of 'goedgekeurd'
op zijn deur zetten.
Handel
Ook over de handel in paarden
wil iemand wel een boekje
opendoen: 'Onervaren mensen.
die meestal uit status-
overwegingen een paard willen
kopen, worden nogal eens gek
gemaakt door uitgeslapen han
delslui of manegehouders. Ze
betalen dan zesduizend gulden
voor een paard, dat maar 1500
gulden waard is. Er bestaan
geen adviesprijzen, er is geen
toezicht op ziekten, 't is een
verworden wereld'.
Is er dan geen enkele mogelijk
heid enig toezicht uit te oefe
nen op wat in de eerste
plaats nodig is de behande
ling van paarden in maneges?
De heer Visser van de dieren
bescherming vertelt, dat een
gemeentelijke verordening
hiertoe kan dienen. 'Zo'n veror
dening bestaat bijvoorbeeld op
Texel, waar paarden elke
maand door de dierenarts moe
ten worden gekeurd. Indien de
dierenarts een rijverbod op
legt, waartoe hij de bevoegd
heid heeft, mag een paard een
week lang niet worden ge
bruikt' 'Maar.' aldus de heer
Visser, 'het is dringend ge-
wenst, dat er van over
heidswege een vestigings
vergunning voor maneges
komt, terwijl ook het lesgeven,
dat nu vrij is. aan banden
komt. Een rijbewijs voor auto
rijden wordt nu als normaal
beschouwd, ik hoop dat het in
de nabije toekomst normaal
wordt dat mensen examen af
leggen voor een vergunning om
paard te rijden en dat instruc-
teurs een instructeursdiploma
moeten halen.'
)oor Bert de Jong
INRAY - De 31 leraren van het Jerusalem-college in Venray, die
collega's voorstelden wat minder te verdienen, hebben een
irm van kritiek moeten verduren. Ze zagen maar één mogelijkheid
de bezuinigingen, die ook bij het onderwijs nodig zijn, door te
eren: het zoeken in je eigen portemonnee. Dat kwam hard aan.
De Venrayse leraren, die de actie leiden om desnoods wat minder te
verdienen. Van links naar rechts de heren Knoben, Jansen, Leyen en
Friederich.
je zo iets voorstelt, weet je van
oren, dat je een stevige wind van
en krijgt. Maar de grote verrassing
de actie van de Venrayse leraren
s. dat nog zoveel collega's in het hele
d hun handtekeningen plaatsten als
lesiebetuiging.
de 450 scholendie werden aange-
reven, reageerden er 142. Er kwa-
n ruim 1622 handtekeningen bin-
Dat is niet veel op de dertigdui-
d leraren bij het HVO/VWO, die het
Ierland rijk is.
it zijn er toch maar ruim zestienhon-
d.' is het commentaar van leraar S.
yen; 'vijftienhonderd collega's heb-
bewust hun handtekening gezet en
rmee verklaard, dat zij wat minder
len gaan verdienen. Dat is heel be-
grijk.'
zwaarste kritiek op de actie van de
lenten van de rooms-katholieke
lolengemeenschap in Venray was,
zij de maatschappelijke positie (de
nd) van de leraren ondermijnden.
t voorstel is oneerlijk en onbehoor-
reageerden de collega's van een
istelijke scholengemeenschap bo
de rivieren. 'Andere groepen blij-
i immers buiten schot.'
ar was echter ook de bemoedigende
ef van de rector van een andere
ristelijke scholengemeenschap, eve-
Nis door een bericht in Trouw op de
nrayse actie geattendeerd. De ree-
stelde voor: een vermindering van
salaris. Het belangrijke nevenef-
ct is, dat de werkloosheid in het
derwijs wordt tegengegaan. 'Ik
id, dat wij als christenen met positie-
voorstellen moeten komenen rede-
kK overleg moeten plegen", schrijft
ïe rector.
&k kwam van verschillende kanten
Venray het voorstel binnen de actie
te breiden tot bijvoorbeeld het ho-
beroepsonderwijs, het we-
Hschappelijke onderwijs en bijvoor
beeld tot de wetenschappelijke
ambtenaren. In deze hoek wordt im
mers ook goed tot zeer goed verdiend.
Het uitbreiden van de actie zien de
Jerusalem-leraren niet zitten. Het stu
ren van 450 brieven, voorzien van lijs
ten voor de handtekeningen heeft
reeds veel tijd en geld gekost. Het
onderwijs aan het Jerusalem-college
mag niet in de knel komen.
Discussies
De idee van de Jerusalem-leraren het
in de eigen portemonnee te zoeken en
een partje welvaart prijs te geven is
niet geheel nieuw. Enkele gerefor
meerde predikanten met emeritaat
hebben eerder een dergelijke sugge
stie gedaan. Ze vonden, dat het wel wat
soberder kon.
Intussen heeft de Venrayse actie heel
wat losgemaakt en is ze goed aangesla
gen. Het verzoek om adhesie viel onge
veer (en dat was toevallig) gelijk met
de bekende demonstratie, die het Ne
derlands Genootschap van Leraren op
9 december in Den Bosch organiseer
de. Het ging met name de eerste
graadsleraren (de best betaalden) om
de verdediging van de eigen
drechtspositie.
Op de scholen brandden de discussies
in het docentenkorps los. Je ging naar
Den Bosch of je plaatste je handteke
ning op de lijst uit Venray. Je kon
wijselijk ook niets doen.
Er gebeurden vreemde dingen. Er
kwamen lijsten binnen, waarop
handtekeningen weer waren doorge
streept. Soms was er sprake van inti
midatie. Als de leiding van de school
achter de actie voor een demonstratie
in Den Bosch stond, keek je als jonge
leraar wel uit je handtekening onder
de lijst uit Venray te plaatsen. Ook
kwam het voor, dat de lijsten met
Salarissen
Leraren in Venray vinden., dat ze wel
iets van hun salaris kunnen laten val
len als het gaat om de kwaliteit van
het onderwijs. Hieronder volgen enke
le inkomens, waarover men zich in de
wereld van de eerste graadsleraren
opwindt:
- 27 uur dag- en vijf uur avondonder
wijs (totaal 32 uur) levert 4.929 gulden
per maand op.
- Een leraar bij het dagonderwijs en
directeur bij het avondonderwijs (to
taal 37 uur in de week) haalt 7.706
gulden per maand.
- dan zijn er nog 41 bevoorrechte
directeuren van én dagonderwijs én
avondonderwijs (totaal 33 uur per
week) met een inkomen van 7.788 gul
den per maand.
handtekeningen verdwenen en ner
gens meer te vinden waren.
Achtergrond
De scholengemeenschap Jerusalem
met zo'n achthonderd leerlingen is ge
huisvest in het bolwerk van een vroe
ger klooster in het centrum van Ven
ray. De sfeer in het gebouw doet ge-
wijd aan. De ruimte, of het heilig ide- BGQMp.
aal van de vroegere bewoonsters (de
nonnen)zou inspirerend hebben kun
nen werken. De leraren Knoben, Jan
sen, Leijen en Friederich, met wie ik
spreek, willen niet van een religieuze
inspiratie voor hun actie weten. Ook
mag ik geen politieke achtergrond ver
moeden.
In de politiek wordt veel gediscussi
eerd over de ideologie. Men blijft maar
om de zaken heen praten. De leraren
van Jerusalem hebben gewoon willen
doen en laten zien waarom het gaat.
Ze kwamen uit op de bezuiniging op
het eigen salaris. Dat was de enige
mogelijkheid om de kwaliteit van het
onderwijs te handhaven. Grotere klas
sen komen het onderwijs immers niet
ten goede en vergroten bovendien de
werkloosheid onder de collega's. Be
zuiniging op de exploitatie benadeelt
eveneens het onderwijs.
Vraag: Maakt u het de ambtenaren en
politici in Den Haag niet te gemakke
lijk door zo maar de salarissen als
bezuinigingsobject aan te bieden?
„We willen geen fundamenteel wan
trouwen hebben in iedereen, die aan
de macht is", luidt het antwoord. Voor
al het Nederlands Genootschap van
Leraren verwijt de Jerusalem-leraren,
dat ze in de komende onderhandelin
gen het wisselgeld al uit handen heb
ben gegeven.
Reactie van Will Friederich: „Wat wij
doen is principieel juist en heel prak
tisch."
Over dat principile merkt Paul Jansen
op: „Van Kemenade heeft met zijn
bezuiniging geld willen vinden voor de
kansarme groepen. Als je als man in
het onderwijs zegt het daarmee eens te
zijn moet je dat ook voor je ver
antwoording nemen en er naar doen."
Tijdens het gesprek met de leraren in
één van de vele vertrekken van het
voormalige klooster krijg ik niet de
indruk met wereldvreemde idealisten
te maken te hebben.
Will Friederich verzekert: 'We staan
met beide voeten op de grond. Ons
Lof, maar ook
kritiek voor
Venrayse actie
idealisme is niet groter dan uit sommi
ge stukken van het ministerie van on
derwijs blijkt'.
De Jerusalem-leraren tonen begrip
voor de felle tegenstanders van hun
voorstel. Leyen zegt: 'Voor ons bete
kent het ook een stuk arbeidsvreugde,
dat je goed wordt beloond. We voelen
goed met de oudere collega's mee. Zij
hebben hard moeten werken om hun
posities te bereiken. Zij hebben hun
eigen huis en eigen levenswijze en zijn
gewend aan hun bestedingen. Dan is
het veel moeilijker wat prijs te geven.'
Leraar Leyen is vader van vijf kinde
ren. Hij vervolgt: 'Wij hoeven niet alles
en kunnen met minder tevreden zijn.
Ik kom uit een arbeidersmilieu en ben
nooit die ruime bestedingen gewend
geweest.'
Begrip hebben de vier ook voor het
genootschap van leraren dat hun felle
verwijten heeft gedaan. Friederich:
"Het genootschap kan nooit onze actie
organiseren. Ze zitten met een
achterban, waarvoor ze moeten opko
men. Het genootschap is een vakbond
en houdt zich hoofdzakelijk bezig met
geldkwesties en rechtsposities.'
'Overal hoor je', zegt Paul Jansen nog,
'dat in deze economische situatie er de
domper op moet. Waarom moeten onze
salarissen er buiten vallen?' Vervol
gens stelt hij met instemming van de
andere drie deze voorwaarde: 'Als er
straks aan de salarissen van alle
ambtenaren gesleuteld wordt
(trendbeleid en herziening pensioen
rechten) ontstaat voor ons een heel
nieuwe situatie. We willen niet dubbel
gesneden worden.'
Waardevol
De leraren in Venray zitten overigens
een beetje met de zestienhonderd
handtekeningen in hun maag. Ze zijn
ermee naar de voorzitter van het ge
nootschap van leraren gestapt. Maar
deze functionaris zei, dat hij geen
boodschap had aan de handtekenin
gen en hij zich moest houden aan de
resolutie over de handhaving van de
rechtspositie, welke resolutie zijn club
aanvaardde. De Venrayse leraren krij
gen in het genootschap geen voet aan
de grond.
Het ziet er nu naar uit, dat de
handtekeningen in Den Haag terecht
zullen komen bij de vaste commissie
uit de Tweede Kamer voor onderwijs.
Het zijn bijzondere en waardevolle
handtekeningen. Want ze zijn gezet
dóór mensen die bereid zijn iets te
offeren voor het algemeen belang. In
de regel wordt Den Haag „bestookt"
door groepen, die meer willen hebben
en halen en slechts pleiten voor het
eigen belang.
door Rob Foppema
Alcoholgebruik dreigt zich weer tot een volksziekte te
ontwikkelen, waarschuwde vorige maand het Neder
lands Huisartsengenootschap. Een onlangs in Finland
verschenen internationale studie werpt de vraag op in
hoeverre de overheid daar mede de hand in heeft
gehad. Het rapport heet „Alcoholbeleid uit het oogpunt
van'de volksgezondheid", een gezamenlijk project van
de Finse stichting voor alcoholonderzoek, de Stichting
voor verslavingsonderzoek in Ontario (Canada) en het
Regionaal bureau Europa van de Wereldgezondheids
organisatie.
De studie kiest een ongebruike
lijke benadering. Alcoholge
bruik en -misbruik worden ge
woonlijk als een probleem van
mensen gezien: hoeveel drinkt
iemand, en wat voor moeilijk
heden roept dat op voor hem of
haar zelf en voor de omgeving.
Maar de Finse studie behan
delt de zaak consequent als een
probleem van gemiddelden:
hoeveel wordt er gedronken
per hoofd van de bevolking,
wat zijn daar de gevolgen van,
wat gebeurt er als het verbruik
hoger of lager wordt, in hoever
re is daar invloed op uit te
jefenen.
Die benadering heeft het voor
deel dat je praat over meetbare
dingen. Voor zover die dingen
ook gemeten zijn, kun je daar
door met harde conclusies ko
men. Bij voorbeeld: als het al
coholgebruik gemiddeld met
tien procent stijgt, zal het aan
tal zware drinkers met onge
veer twintig procent toenemen.
(Dat is een conclusie die voor
Nederland geldt. En het alco
holgebruik is hier van 1970 tot
1974 met vijftig procent ge
stegen).
Grenzen
Wil zoiets als een harde
conclusie kunnen gelden, dan
zal vast moeten staan wat pre
cies bedoeld wordt met een
„zware drinker". Daartoe gaan
de onderzoekers na wat er be
kend is over het verband tus
sen alcoholgebruik en lichame
lijke gezondheid. Niet dat ze de
sociale en psychische proble
men minder belangrijk vinden,
maar ze hebben het gevoel dat
de lichamelijke gevolgen de
laatste tijd onvoldoende aan
dacht hebben gekregen. In de
literatuur zijn drie effecten van
alcoholgebruik duidelijk terug
te vinden: (verwondingen door)
ongelukken, aantasting van de
lever (cirrose) en kanker van
het bovenste deel van het spijs
verteringskanaal (mondholte
tot en met slokdarm). Bij het
laatste speelt roken mede een
rol. Mensen die veel drinken,
roken vaak ook te veel.
Een veilig niveau van alcohol
gebruik is op grond van voor
handen zijnde gegevens niet
scherp vast te stellen. Het ligt
volgens het rapport in ieder
geval aanzienlijk onder 120
gram per dag, en het is zeer wel
mogelijk dat het beneden zestig
gram ligt. Daarmee stellen de
auteurs zich terughoudender
op dan het Nederlands huis
artsengenootschap, dat dertig
gram als toelaatbare grens
noemt. (Een „normale" con
sumptie bevat ongeveer tien
gram alcohol: wat dat betreft is
er weinig verschil tussen een
glas bier, een glas wijn en een
borreU
De Finse studie werkt verder
(„willekeurig") met een grens
van 80 gram per dag om aan te
geven wat een „zware drinker"
is. De volgende vraag is, hoe
veel zware drinkers er in een
land zijn. De gemiddelde Ne
derlander (die zoals bekend
niet bestaat) werkte in 1974 in
verschillende vormen ongeveer
7,5 liter pure alcohol naar bin
nen. Als iedereen dat gemid
delde dronk (maar dat kunnen
we de kinderen en baby's on
der ons niet aandoen) zou dat
neerkomen op ruim 15 gram
per dag en was er geen vuiltje
aan de lucht.
Illusie
Of er een verband bestaat tus
sen het gemiddelde verbruik
en het percentage zware drin
kers. is al tientallen jaren een
strijdpunt. Sommigen menen
dat een toename van het ge
middelde verbruik heel goed
kan betekenen dat de brede
groep van normale drinkers
wat breder wordt of wat meer
gebruikt, zonder dat het aantal
zware drinkers toeneemt. Die
illusie wordt met cijfers de bo
dem ingeslagen.
Uit steekproeven van Italië tot
in Noorwegen, onder verschil
lende leeftijdsgroepen, blijkt
dat het verband tussen gemid
deld verbruik en percentage
zware drinkers wèl bestaat, en
zelfs in een keurig grafiekje
kan worden weergegeven. Om
het maar even op de Neder
landse situatie toe te spitsen:
7,5 liter alcohol per hoofd per
jaar correspondeert met 1,8
procent zware drinkers (meer
dan 80 gram per dag). Zouden
we ooit tot 15 liter per jaar
komen, dan loopt het percenta
ge zware drinkers op tot 7.
(Rond 1950 zaten we nog in de
buurt van één liter per jaar.)
Het is dus zaak om, in het be
lang van de volksgezondheid,
verdere groei van het verbruik
zo goed mogelijk in te dammen.
Over de manieren waarop dat
tot nog toe in het algemeen
wordt aangepakt, kunnen de
rapportschrijvers niet erg en
thousiast worden. In veel lan
den. stellen zij vast, ligt het
accent op twee methoden. Ten
eerste voorlichting en opvoe
ding om de mensen ertoe te
brpngen niet zo veel te drinken.
Ten tweede het opsporen, be
handelen en weer op weg hel
pen van „probleemdrinkers".
Schijn
„Beide strategieën ontzien de
meeste leden van de samenle
ving zo veel mogelijk, terwijl zij
toch de schijn van doeltreffen
de actie handhaven. Beide zijn
daarom ook aanvaardbaar
voor groepen die economisch
belang hebben bij de produktie
en verkoop van alcohol, die al
gemeen geldende beperkingen
van de verkrijgbaarheid van
alcohol krachtig bestrijden."
Juist voor die laatste aanpak
vraagt het rapport opnieuw
aandacht. „De rol van beper
kende maatregelen bij het
voorkomen of verkleinen van
alcoholproblemen, is de laatste
jaren algemeen over het hoofd
gezien." Zulke maatregelen be
staan overal, maar juist hun
gewoonheid „heeft ons
misschien wat blind gemaakt
voor hun functie als preventief
instrument." Het vergunnin
genbeleid is in de eerste plaats
een maatregel geworden om de
orde in een bedrijfstak te
handhaven. Alcoholaccijns is
in wezen een instrument van
het fiscale beleid geworden.
Alcoholhoudende dranken
hebben met andere econo
mische goederen gemeen dat
ze meer verkocht worden wan
neer ze goedkoper worden, en
omgekeerd. Hoe strak dat ver
band is, kan van omstandighe
den afhangen, maar het is er in
ieder geval. Wil men het ver
bruik in de hand houden, dan
is het dus in ieder geval zaak
dat alcohol niet goedkoper
wordt.
Inflatie
Nu doet het merkwaardige feit
zich voor dat de reële prijs van
alcohol in tijden van inflatie
'vanzelf daalt. Die prijs is na
melijk opgebouwd uit een stuk
je kostprijs, ondernemerswinst
en dergelijke (dat met de ande
re prijzen meestijgt) en een
flink stuk accijns, dat constant
blijft tenzij de overheid het tij
dig verhoogt. Relatief wordt al
cohol dus goedkoper tenzij de
overheid ('desnoods per
maand', aldus het rapport) de
accijns bijstelt.
Op dat punt is de Nederlandse
overheid wel eens merkwaar
dig terughoudend geweest. Na
een inhaalmanoeuvre van
twintig procent ging er in 1969
per fles jenever (om het even
concreet te houden) 6.80 naar
de belasting. In 1974 was dat
opgelopen tot iets in de buurt
van acht gulden. Er is weinig
rekenwerk nodig om aan te
voelen dat daarmee de inflatie
niet was bijgehouden. Wat dat
betreft was de accijnsverho
ging van vorige maand dus
weer zo'n inhaalmanoeuvre.
Zo'n beleid zou wel eens min
der verstandig kunnen zijn, al
dus het rapport.
Als het verbruik eenmaal door
een reëel dalende prijs is ver
hoogd, is het namelijk niet ge
zegd dat je het later met een
prijsverhoging weer evenveel
naar beneden krijgt. Want alco
hol went En wanneer de con
sumentenorganisaties protes
teren tegen het invoeren van
minimumprijzen, dan zou het
wel eens kunnen zijn dat ze niet
weten wat goed voor ze is.
Het besturen van consumptie
door middel van het prijsbeleid
heeft sociaal soms een twijfel
achtige reputatie (hoewel je je
in dit geval kunt afvragen wat
het woord sociaal dan precies
betekent). Maar daar hebben
de internationale rapporteurs
een kort en duidelijk antwoord
op bedacht: 'Gelijke econo
mische toegang tot alcohol is
meer een vraagstuk van inko
mensverdeling dan van prijs
beleid.'
Derde wereld
Over het alcoholgebruik buiten
de rijke westerse landen heb
ben de onderzoekers nog maar
weinig gegevens kunnen vin
den. Ze zijn hard bezig om een
wereldomvattende produktie-
statistiek op te zetten. Maar de
aanwijzingen duiden erop dat
het elders in de wereld net zo
hard naar meer moeilijkheden
toe gaat als bij ons. In veel
Afrikaanse landen is een brou
werij de eerste grote fabriek
die er verschijnt. En van zijn
voedingsbudget geeft de Zam-
biaanse consument zestien pro
cent pit aan alcoholische dran
ken. Proost.
Alcohol Control Policies in
Public Health Perspective,
Finnish Foundation for Alco
hol Studies, Helsinki, 1975,
ISBN 951 9191 30 5