^eel paarden in maneges misbruikt Groep leraren wil een stuk welvaart afstaan j)e beunhazen zou het alleen maar om geldelijk gewin gaan Alcoholstudie leidt tot harde conclusies Waardevolle handtekeningen naar Den Haag ITERDAG 7 FEBRUARI 1976 BINNENLAND TROUW/KWARTET ^oorHuibGoudriaan ^STERDAM Er is iets mis met de popularisering van de paardesport. 'Men Jopt paarden als honden en berijdt ze als brommers!' Deze typering, die er niet om fgt, is van mevrouw A. Verhagen-Hunsche, exploitante van een paardenrijschool in lusden. Mevrouw Verhagen geeft hiermee lucht aan gevoelens van onbehagen over i uitbuiting van het paard terwille van status en geldelijke gewin. Een andere gsman: 'Er zijn de laatste jaren veel maneges geopend door beunhazen, waarbij larden en onervaren klanten het slachtoffer worden.' hds het berijden of bezitten n een paard niet meer tot de orrechten van een elite be- brt en ook de 'lagere klassen' n rijdier beklimmen, is het ard beklaagd; dat wel. En pvankelijk wel eens ten on- ;hte. Sommige echte liefheb- rs konden het moeilijk ver- oppen, dat hun eens zo plusieve sport ook al in han- van de massa viel. Maar B nu zijn oor te luisteren legt kringen rond de zo talrijk worden maneges, neigt ertoe [klagers van \yeleer gelijk te len. lijkt er in sommige mane- op dat geld verdienen in de ;te plaats komt en het die van de edele paardesport het woordenboek is ge- hrapt. De heer N. Visser van Nederlandse Vereniging tot kcherming van Dieren: boral in de seizoenplaatsen Igs de kust is er veel beunha- fij, maar het is moeilijk dit te wijzen. Er zijn van die sei- Énbedrijven, die in het voor- jr slachtpaarden opkopen, er hele zomer mee werken en dan in de herfst nog met ist verkopen ook. Er zijn ildingen dat paarden meer zes uur, soms acht uur per lopen wat het dubbele het toegestane is maar valt dan moeilijk te bewij- fi. Wel kunnen wij inciden- H optreden in gevallen dat n paard bij voorbeeld ge- >nd is geraakt op de plaats n het zadel: dat is dierenmis- fndeling." lisstanden nand, die in verscheidene ineges heeft gewerkt, somt volgende, door hem ge- stateerde misstanden, op: Er wordt lesgegeven door igemensen, die zelf nauwe- :s les hebben gehad. Dit ge- irt wanneer de manegehou- niet in staat is geschoold toneel te betalen. In zo'n al verdient een jongen of Examen bepleit in paardrijden meisje vijftig gulden per week, met in het begin de belofte dat er veel kansen zijn om paard te rijden. Noch van dit laatste noch van de 'opleiding' die je zou krijgen, komt iets terecht. Door achteloosheid, onkun de of gebrek aan personeel worden paarden slecht behan deld. Ze staan soms na het rij den nog uren gezadeld, krijgen geen deken tegen het zweten na het werk of worden opgezadeld weggezet voor een hele nacht. De paarden worden onregel matig of te weinig gevoerd en de stallen worden niet zoals het behoort elke morgen uit gemest voordat het rijden be gint. Er zijn gevallen waar het uitmesten maar tweemaal per week gebeurt. In 'wilde mane ges' is meestal geen behoorlijke stalling. Gedronken Veel maneges hebben een bar en dan komt het voor dat de bar onmisbaar wordt voor een sluitende exploitatie. Het gevolg is dat er te veel wordt gedronken: sommige rijders komen 's avonds om acht uur binnen en beklimmen om ne gen uur beschonken hun paard. Het grote publiek is gek op springen, dat ze in tv- reportages over de topsport zien. Maar met springen kun je pas beginnen na grondig paardrijden te hebben geleerd. In bepaalde maneges gaat de opleiding dan te snel en wordt ten koste van de paarden op een schandelijke manier met zweep en sporen gewerkt Iemand, die talent heeft kan pas na drie jaar met springen beginnen. De paarden worden trouwens afgereden. Na vier uur lessen volgt nog een uurtje springen en dan wordt dikwijls uit het 'kruis gesprongen' en ontstaan beengebreken. Recreatie Een eigenaar van een manege in Zandvoort met twaalf ei gen manegepaarden en 28 pen- sionpaarden (paarden, waar aan tegen betaling onderdak wordt geboden) bevestigt dat er misstanden zijn. Hij gooit de schuld op de zogenaamde 're creatie-maneges'. Deze mane ges richten zich uitsluitend op vakantiegangers, die ook wei eens willen paardrijden. 'Het paard is daar een object, 't gaat alleen om de business. De die ren krijgen nauwelijks voer en moeten te veel lopen. Door de maneges wordt de image van de paardesport hartgrondig verknoeid. Al heeft iemand nooit gereden, hij kan zo mee op een buitenrist met gympies en in zwembroek. De paarden, vaak met een slecht zadel, lij den er onder dat ze worden bereden door onervaren men sen. Maar ook voor de rijders zijn er gevaren: zonder rijlaar zen kun je gemakkelijk in een stijgbeugel blijven hangen'. Geen wet Is er dan geen toezicht op het manegebedrijf? Antwoord van mevrouw E. S. Tak, secretares se van de Federatie van Neder landse Rijscholen in Den Haag: 'Helaas is er geen enkele wette lijke belemmering tegen de zo genaamde wilde maneges. Ie dereen is vrij om een manege te beginnen. Alle pogingen van de federatie om een vestigingswet voor maneges te krijgen, zijn gestrand. Er zijn nu tweehon derd maneges bij ons aangeslo ten, maar we kunnen niet optreden tegen de wilde.' De federatie beschouwt een mane ge als 'erkend' indien er een gediplomeerd instructeur is of een 'aanvraag tot vakbe kwaamheid' is ingediend. Een tweede categorie is de 'goedge keurde manege', wat inhoudt dat de stallen in orde zijn be vonden. In beide gevallen mag de manegehouders een bordje met 'erkend' of 'goedgekeurd' op zijn deur zetten. Handel Ook over de handel in paarden wil iemand wel een boekje opendoen: 'Onervaren mensen. die meestal uit status- overwegingen een paard willen kopen, worden nogal eens gek gemaakt door uitgeslapen han delslui of manegehouders. Ze betalen dan zesduizend gulden voor een paard, dat maar 1500 gulden waard is. Er bestaan geen adviesprijzen, er is geen toezicht op ziekten, 't is een verworden wereld'. Is er dan geen enkele mogelijk heid enig toezicht uit te oefe nen op wat in de eerste plaats nodig is de behande ling van paarden in maneges? De heer Visser van de dieren bescherming vertelt, dat een gemeentelijke verordening hiertoe kan dienen. 'Zo'n veror dening bestaat bijvoorbeeld op Texel, waar paarden elke maand door de dierenarts moe ten worden gekeurd. Indien de dierenarts een rijverbod op legt, waartoe hij de bevoegd heid heeft, mag een paard een week lang niet worden ge bruikt' 'Maar.' aldus de heer Visser, 'het is dringend ge- wenst, dat er van over heidswege een vestigings vergunning voor maneges komt, terwijl ook het lesgeven, dat nu vrij is. aan banden komt. Een rijbewijs voor auto rijden wordt nu als normaal beschouwd, ik hoop dat het in de nabije toekomst normaal wordt dat mensen examen af leggen voor een vergunning om paard te rijden en dat instruc- teurs een instructeursdiploma moeten halen.' )oor Bert de Jong INRAY - De 31 leraren van het Jerusalem-college in Venray, die collega's voorstelden wat minder te verdienen, hebben een irm van kritiek moeten verduren. Ze zagen maar één mogelijkheid de bezuinigingen, die ook bij het onderwijs nodig zijn, door te eren: het zoeken in je eigen portemonnee. Dat kwam hard aan. De Venrayse leraren, die de actie leiden om desnoods wat minder te verdienen. Van links naar rechts de heren Knoben, Jansen, Leyen en Friederich. je zo iets voorstelt, weet je van oren, dat je een stevige wind van en krijgt. Maar de grote verrassing de actie van de Venrayse leraren s. dat nog zoveel collega's in het hele d hun handtekeningen plaatsten als lesiebetuiging. de 450 scholendie werden aange- reven, reageerden er 142. Er kwa- n ruim 1622 handtekeningen bin- Dat is niet veel op de dertigdui- d leraren bij het HVO/VWO, die het Ierland rijk is. it zijn er toch maar ruim zestienhon- d.' is het commentaar van leraar S. yen; 'vijftienhonderd collega's heb- bewust hun handtekening gezet en rmee verklaard, dat zij wat minder len gaan verdienen. Dat is heel be- grijk.' zwaarste kritiek op de actie van de lenten van de rooms-katholieke lolengemeenschap in Venray was, zij de maatschappelijke positie (de nd) van de leraren ondermijnden. t voorstel is oneerlijk en onbehoor- reageerden de collega's van een istelijke scholengemeenschap bo de rivieren. 'Andere groepen blij- i immers buiten schot.' ar was echter ook de bemoedigende ef van de rector van een andere ristelijke scholengemeenschap, eve- Nis door een bericht in Trouw op de nrayse actie geattendeerd. De ree- stelde voor: een vermindering van salaris. Het belangrijke nevenef- ct is, dat de werkloosheid in het derwijs wordt tegengegaan. 'Ik id, dat wij als christenen met positie- voorstellen moeten komenen rede- kK overleg moeten plegen", schrijft ïe rector. &k kwam van verschillende kanten Venray het voorstel binnen de actie te breiden tot bijvoorbeeld het ho- beroepsonderwijs, het we- Hschappelijke onderwijs en bijvoor beeld tot de wetenschappelijke ambtenaren. In deze hoek wordt im mers ook goed tot zeer goed verdiend. Het uitbreiden van de actie zien de Jerusalem-leraren niet zitten. Het stu ren van 450 brieven, voorzien van lijs ten voor de handtekeningen heeft reeds veel tijd en geld gekost. Het onderwijs aan het Jerusalem-college mag niet in de knel komen. Discussies De idee van de Jerusalem-leraren het in de eigen portemonnee te zoeken en een partje welvaart prijs te geven is niet geheel nieuw. Enkele gerefor meerde predikanten met emeritaat hebben eerder een dergelijke sugge stie gedaan. Ze vonden, dat het wel wat soberder kon. Intussen heeft de Venrayse actie heel wat losgemaakt en is ze goed aangesla gen. Het verzoek om adhesie viel onge veer (en dat was toevallig) gelijk met de bekende demonstratie, die het Ne derlands Genootschap van Leraren op 9 december in Den Bosch organiseer de. Het ging met name de eerste graadsleraren (de best betaalden) om de verdediging van de eigen drechtspositie. Op de scholen brandden de discussies in het docentenkorps los. Je ging naar Den Bosch of je plaatste je handteke ning op de lijst uit Venray. Je kon wijselijk ook niets doen. Er gebeurden vreemde dingen. Er kwamen lijsten binnen, waarop handtekeningen weer waren doorge streept. Soms was er sprake van inti midatie. Als de leiding van de school achter de actie voor een demonstratie in Den Bosch stond, keek je als jonge leraar wel uit je handtekening onder de lijst uit Venray te plaatsen. Ook kwam het voor, dat de lijsten met Salarissen Leraren in Venray vinden., dat ze wel iets van hun salaris kunnen laten val len als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Hieronder volgen enke le inkomens, waarover men zich in de wereld van de eerste graadsleraren opwindt: - 27 uur dag- en vijf uur avondonder wijs (totaal 32 uur) levert 4.929 gulden per maand op. - Een leraar bij het dagonderwijs en directeur bij het avondonderwijs (to taal 37 uur in de week) haalt 7.706 gulden per maand. - dan zijn er nog 41 bevoorrechte directeuren van én dagonderwijs én avondonderwijs (totaal 33 uur per week) met een inkomen van 7.788 gul den per maand. handtekeningen verdwenen en ner gens meer te vinden waren. Achtergrond De scholengemeenschap Jerusalem met zo'n achthonderd leerlingen is ge huisvest in het bolwerk van een vroe ger klooster in het centrum van Ven ray. De sfeer in het gebouw doet ge- wijd aan. De ruimte, of het heilig ide- BGQMp. aal van de vroegere bewoonsters (de nonnen)zou inspirerend hebben kun nen werken. De leraren Knoben, Jan sen, Leijen en Friederich, met wie ik spreek, willen niet van een religieuze inspiratie voor hun actie weten. Ook mag ik geen politieke achtergrond ver moeden. In de politiek wordt veel gediscussi eerd over de ideologie. Men blijft maar om de zaken heen praten. De leraren van Jerusalem hebben gewoon willen doen en laten zien waarom het gaat. Ze kwamen uit op de bezuiniging op het eigen salaris. Dat was de enige mogelijkheid om de kwaliteit van het onderwijs te handhaven. Grotere klas sen komen het onderwijs immers niet ten goede en vergroten bovendien de werkloosheid onder de collega's. Be zuiniging op de exploitatie benadeelt eveneens het onderwijs. Vraag: Maakt u het de ambtenaren en politici in Den Haag niet te gemakke lijk door zo maar de salarissen als bezuinigingsobject aan te bieden? „We willen geen fundamenteel wan trouwen hebben in iedereen, die aan de macht is", luidt het antwoord. Voor al het Nederlands Genootschap van Leraren verwijt de Jerusalem-leraren, dat ze in de komende onderhandelin gen het wisselgeld al uit handen heb ben gegeven. Reactie van Will Friederich: „Wat wij doen is principieel juist en heel prak tisch." Over dat principile merkt Paul Jansen op: „Van Kemenade heeft met zijn bezuiniging geld willen vinden voor de kansarme groepen. Als je als man in het onderwijs zegt het daarmee eens te zijn moet je dat ook voor je ver antwoording nemen en er naar doen." Tijdens het gesprek met de leraren in één van de vele vertrekken van het voormalige klooster krijg ik niet de indruk met wereldvreemde idealisten te maken te hebben. Will Friederich verzekert: 'We staan met beide voeten op de grond. Ons Lof, maar ook kritiek voor Venrayse actie idealisme is niet groter dan uit sommi ge stukken van het ministerie van on derwijs blijkt'. De Jerusalem-leraren tonen begrip voor de felle tegenstanders van hun voorstel. Leyen zegt: 'Voor ons bete kent het ook een stuk arbeidsvreugde, dat je goed wordt beloond. We voelen goed met de oudere collega's mee. Zij hebben hard moeten werken om hun posities te bereiken. Zij hebben hun eigen huis en eigen levenswijze en zijn gewend aan hun bestedingen. Dan is het veel moeilijker wat prijs te geven.' Leraar Leyen is vader van vijf kinde ren. Hij vervolgt: 'Wij hoeven niet alles en kunnen met minder tevreden zijn. Ik kom uit een arbeidersmilieu en ben nooit die ruime bestedingen gewend geweest.' Begrip hebben de vier ook voor het genootschap van leraren dat hun felle verwijten heeft gedaan. Friederich: "Het genootschap kan nooit onze actie organiseren. Ze zitten met een achterban, waarvoor ze moeten opko men. Het genootschap is een vakbond en houdt zich hoofdzakelijk bezig met geldkwesties en rechtsposities.' 'Overal hoor je', zegt Paul Jansen nog, 'dat in deze economische situatie er de domper op moet. Waarom moeten onze salarissen er buiten vallen?' Vervol gens stelt hij met instemming van de andere drie deze voorwaarde: 'Als er straks aan de salarissen van alle ambtenaren gesleuteld wordt (trendbeleid en herziening pensioen rechten) ontstaat voor ons een heel nieuwe situatie. We willen niet dubbel gesneden worden.' Waardevol De leraren in Venray zitten overigens een beetje met de zestienhonderd handtekeningen in hun maag. Ze zijn ermee naar de voorzitter van het ge nootschap van leraren gestapt. Maar deze functionaris zei, dat hij geen boodschap had aan de handtekenin gen en hij zich moest houden aan de resolutie over de handhaving van de rechtspositie, welke resolutie zijn club aanvaardde. De Venrayse leraren krij gen in het genootschap geen voet aan de grond. Het ziet er nu naar uit, dat de handtekeningen in Den Haag terecht zullen komen bij de vaste commissie uit de Tweede Kamer voor onderwijs. Het zijn bijzondere en waardevolle handtekeningen. Want ze zijn gezet dóór mensen die bereid zijn iets te offeren voor het algemeen belang. In de regel wordt Den Haag „bestookt" door groepen, die meer willen hebben en halen en slechts pleiten voor het eigen belang. door Rob Foppema Alcoholgebruik dreigt zich weer tot een volksziekte te ontwikkelen, waarschuwde vorige maand het Neder lands Huisartsengenootschap. Een onlangs in Finland verschenen internationale studie werpt de vraag op in hoeverre de overheid daar mede de hand in heeft gehad. Het rapport heet „Alcoholbeleid uit het oogpunt van'de volksgezondheid", een gezamenlijk project van de Finse stichting voor alcoholonderzoek, de Stichting voor verslavingsonderzoek in Ontario (Canada) en het Regionaal bureau Europa van de Wereldgezondheids organisatie. De studie kiest een ongebruike lijke benadering. Alcoholge bruik en -misbruik worden ge woonlijk als een probleem van mensen gezien: hoeveel drinkt iemand, en wat voor moeilijk heden roept dat op voor hem of haar zelf en voor de omgeving. Maar de Finse studie behan delt de zaak consequent als een probleem van gemiddelden: hoeveel wordt er gedronken per hoofd van de bevolking, wat zijn daar de gevolgen van, wat gebeurt er als het verbruik hoger of lager wordt, in hoever re is daar invloed op uit te jefenen. Die benadering heeft het voor deel dat je praat over meetbare dingen. Voor zover die dingen ook gemeten zijn, kun je daar door met harde conclusies ko men. Bij voorbeeld: als het al coholgebruik gemiddeld met tien procent stijgt, zal het aan tal zware drinkers met onge veer twintig procent toenemen. (Dat is een conclusie die voor Nederland geldt. En het alco holgebruik is hier van 1970 tot 1974 met vijftig procent ge stegen). Grenzen Wil zoiets als een harde conclusie kunnen gelden, dan zal vast moeten staan wat pre cies bedoeld wordt met een „zware drinker". Daartoe gaan de onderzoekers na wat er be kend is over het verband tus sen alcoholgebruik en lichame lijke gezondheid. Niet dat ze de sociale en psychische proble men minder belangrijk vinden, maar ze hebben het gevoel dat de lichamelijke gevolgen de laatste tijd onvoldoende aan dacht hebben gekregen. In de literatuur zijn drie effecten van alcoholgebruik duidelijk terug te vinden: (verwondingen door) ongelukken, aantasting van de lever (cirrose) en kanker van het bovenste deel van het spijs verteringskanaal (mondholte tot en met slokdarm). Bij het laatste speelt roken mede een rol. Mensen die veel drinken, roken vaak ook te veel. Een veilig niveau van alcohol gebruik is op grond van voor handen zijnde gegevens niet scherp vast te stellen. Het ligt volgens het rapport in ieder geval aanzienlijk onder 120 gram per dag, en het is zeer wel mogelijk dat het beneden zestig gram ligt. Daarmee stellen de auteurs zich terughoudender op dan het Nederlands huis artsengenootschap, dat dertig gram als toelaatbare grens noemt. (Een „normale" con sumptie bevat ongeveer tien gram alcohol: wat dat betreft is er weinig verschil tussen een glas bier, een glas wijn en een borreU De Finse studie werkt verder („willekeurig") met een grens van 80 gram per dag om aan te geven wat een „zware drinker" is. De volgende vraag is, hoe veel zware drinkers er in een land zijn. De gemiddelde Ne derlander (die zoals bekend niet bestaat) werkte in 1974 in verschillende vormen ongeveer 7,5 liter pure alcohol naar bin nen. Als iedereen dat gemid delde dronk (maar dat kunnen we de kinderen en baby's on der ons niet aandoen) zou dat neerkomen op ruim 15 gram per dag en was er geen vuiltje aan de lucht. Illusie Of er een verband bestaat tus sen het gemiddelde verbruik en het percentage zware drin kers. is al tientallen jaren een strijdpunt. Sommigen menen dat een toename van het ge middelde verbruik heel goed kan betekenen dat de brede groep van normale drinkers wat breder wordt of wat meer gebruikt, zonder dat het aantal zware drinkers toeneemt. Die illusie wordt met cijfers de bo dem ingeslagen. Uit steekproeven van Italië tot in Noorwegen, onder verschil lende leeftijdsgroepen, blijkt dat het verband tussen gemid deld verbruik en percentage zware drinkers wèl bestaat, en zelfs in een keurig grafiekje kan worden weergegeven. Om het maar even op de Neder landse situatie toe te spitsen: 7,5 liter alcohol per hoofd per jaar correspondeert met 1,8 procent zware drinkers (meer dan 80 gram per dag). Zouden we ooit tot 15 liter per jaar komen, dan loopt het percenta ge zware drinkers op tot 7. (Rond 1950 zaten we nog in de buurt van één liter per jaar.) Het is dus zaak om, in het be lang van de volksgezondheid, verdere groei van het verbruik zo goed mogelijk in te dammen. Over de manieren waarop dat tot nog toe in het algemeen wordt aangepakt, kunnen de rapportschrijvers niet erg en thousiast worden. In veel lan den. stellen zij vast, ligt het accent op twee methoden. Ten eerste voorlichting en opvoe ding om de mensen ertoe te brpngen niet zo veel te drinken. Ten tweede het opsporen, be handelen en weer op weg hel pen van „probleemdrinkers". Schijn „Beide strategieën ontzien de meeste leden van de samenle ving zo veel mogelijk, terwijl zij toch de schijn van doeltreffen de actie handhaven. Beide zijn daarom ook aanvaardbaar voor groepen die economisch belang hebben bij de produktie en verkoop van alcohol, die al gemeen geldende beperkingen van de verkrijgbaarheid van alcohol krachtig bestrijden." Juist voor die laatste aanpak vraagt het rapport opnieuw aandacht. „De rol van beper kende maatregelen bij het voorkomen of verkleinen van alcoholproblemen, is de laatste jaren algemeen over het hoofd gezien." Zulke maatregelen be staan overal, maar juist hun gewoonheid „heeft ons misschien wat blind gemaakt voor hun functie als preventief instrument." Het vergunnin genbeleid is in de eerste plaats een maatregel geworden om de orde in een bedrijfstak te handhaven. Alcoholaccijns is in wezen een instrument van het fiscale beleid geworden. Alcoholhoudende dranken hebben met andere econo mische goederen gemeen dat ze meer verkocht worden wan neer ze goedkoper worden, en omgekeerd. Hoe strak dat ver band is, kan van omstandighe den afhangen, maar het is er in ieder geval. Wil men het ver bruik in de hand houden, dan is het dus in ieder geval zaak dat alcohol niet goedkoper wordt. Inflatie Nu doet het merkwaardige feit zich voor dat de reële prijs van alcohol in tijden van inflatie 'vanzelf daalt. Die prijs is na melijk opgebouwd uit een stuk je kostprijs, ondernemerswinst en dergelijke (dat met de ande re prijzen meestijgt) en een flink stuk accijns, dat constant blijft tenzij de overheid het tij dig verhoogt. Relatief wordt al cohol dus goedkoper tenzij de overheid ('desnoods per maand', aldus het rapport) de accijns bijstelt. Op dat punt is de Nederlandse overheid wel eens merkwaar dig terughoudend geweest. Na een inhaalmanoeuvre van twintig procent ging er in 1969 per fles jenever (om het even concreet te houden) 6.80 naar de belasting. In 1974 was dat opgelopen tot iets in de buurt van acht gulden. Er is weinig rekenwerk nodig om aan te voelen dat daarmee de inflatie niet was bijgehouden. Wat dat betreft was de accijnsverho ging van vorige maand dus weer zo'n inhaalmanoeuvre. Zo'n beleid zou wel eens min der verstandig kunnen zijn, al dus het rapport. Als het verbruik eenmaal door een reëel dalende prijs is ver hoogd, is het namelijk niet ge zegd dat je het later met een prijsverhoging weer evenveel naar beneden krijgt. Want alco hol went En wanneer de con sumentenorganisaties protes teren tegen het invoeren van minimumprijzen, dan zou het wel eens kunnen zijn dat ze niet weten wat goed voor ze is. Het besturen van consumptie door middel van het prijsbeleid heeft sociaal soms een twijfel achtige reputatie (hoewel je je in dit geval kunt afvragen wat het woord sociaal dan precies betekent). Maar daar hebben de internationale rapporteurs een kort en duidelijk antwoord op bedacht: 'Gelijke econo mische toegang tot alcohol is meer een vraagstuk van inko mensverdeling dan van prijs beleid.' Derde wereld Over het alcoholgebruik buiten de rijke westerse landen heb ben de onderzoekers nog maar weinig gegevens kunnen vin den. Ze zijn hard bezig om een wereldomvattende produktie- statistiek op te zetten. Maar de aanwijzingen duiden erop dat het elders in de wereld net zo hard naar meer moeilijkheden toe gaat als bij ons. In veel Afrikaanse landen is een brou werij de eerste grote fabriek die er verschijnt. En van zijn voedingsbudget geeft de Zam- biaanse consument zestien pro cent pit aan alcoholische dran ken. Proost. Alcohol Control Policies in Public Health Perspective, Finnish Foundation for Alco hol Studies, Helsinki, 1975, ISBN 951 9191 30 5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 17