'In Holland is alles belast' Gesprek over vrijere wereldhandel traag Het stervend deel der natie INNEMEE BV" i 'Schip in nood' was een lugubere grap Bekendmaking Bestuurders ook vroeger vindingrijk bij pogingen schatkist te vullen 'Morgendranck' kostte halve stuiver méér Europees landbouwbeleid knelpunt noard-brabant TEL.070/60.39.05 MAANDAG 5 JANUARI 1976 TROUW/KWARTET RH8 Van een verslaggever ROTTERDAM 'In Holland is alles belast, behalve lucht en water', werd al in de zestiende eeuw in het buitenland gezegd. Daaruit blijkt dat ook landsbe stuurders in vorige eeuwen zeer vindingrijk waren in hun pogingen om de schat kist te vullen. By een bezoek aan het belastingmuseum 'prof. dr. Van der Poel' in Rotterdam ontdekt men dat er door de eeuwen heen heel wat merkwaardige belastingen zijn geweest; Veel van deze belastingen werden ingevoerd om tekorten te dekken die waren ontstaan na het voeren van een oorlog. Zo stelde men na de oorlog van 1914*18 de fietsenbelasting in, oudere Nederlanders nog wel bekend. Wilde men een fiets berij den, dan moest men een plaatje kopen en dat bij zich dragen. Werklozen kregen een plaatje met een gaatje erin, terwijl diploma ten (gratis) een plaatje kregen met een ster. Onlangs gingen er stemmen op om deze be lasting weer in te stellen. In diezelfde tijd kende men de speelkaarten- belasting. Op het hartenaas stond het belas tingstempel. Deze belasting werd na enige jaren zinloos door de smokkel van speel kaarten uit België. Tot 1869 kende men het dagbladstempel (belasting op dagbladen) in de volksmond 'de vuile vingers van de fis cus.' y. 274. Vroege borrel Op 1 februari 1672 voerden de staten van Holland en West-Friesland de recreatiebe lasting in: 'het middel van de recreatie ofte divertissementsgelclt, peyster (pleister) en de morgendranckgeldt'. Ook deze belasting moest dienen om de financiële gevolgen van een oorlog ditmaal tegen Frankrijk en Engeland te bestrijden. De merkwaardigste bepaling in deze belas ting betreft de zogenaamde ontnuchterings borrel. Iedereen, die vóór twaalf uur 's mor gens in een herberg of distilleerhuis 'enige morgendranck tot ghesontheyt ofte ontnuch- teringh' wilde nuttigen, moest een halve stuiver meer betalen. Kwam men na drie uur 's mdidags wat drinken en vormde men met een clubje vrienden een gezelschap, dan kostte het drankje een stuiver meer per glas. Bleef men in de herberg overnachten, dan moest men twee stuivers belasting betalen. De kroeg- en herberghouder moest de con sumpties en overnachtingen op een bord bij houden. Deze belasting ging na twee jaar aan fraude tenonder: de klant werd de belas ting doorbetaald en de kroegbaas stak ze in zijn zak. "Vermogensbelasting' Een belasting op geld (een soort vermogens belasting) werd per ordonnantie van 7 fe bruari 1573 ingevoerd in de staten van Hol land, West-Friesland en Zeeland. Al het geld toen alleen nog munten moest worden ingeleverd. Tegen betaling van vijftien pro cent van de waarde kon men de munten te rugkrijgen. Als bewijs dat de belasting be taald was, werd in iedere munt het provin ciezegel ingeklopt *«ockroeittrJ ere ba.ull f- het Koltr-«K-e fOOTt.-nf. m ara*«ree dtr.rtWu. Cr haXn wtl ocopreacrti >*-eearo »«r Vduafa keodra keir.'rr TTrr-ttede •at! «C- TWt»t i i- r,n*ei fc!brj kW toftMBic,- cawor ie «ro-re kt&ihcH na ïia »wrrci£kwweil bc- eenre fct-irz wbi er de team e weèrrtisr. f.'.rr. •u.< ie wkc na bet tótsti, gep-ricd door ces ueol te bc; itu fcmkr m en be-.re-t brttood in kt.-. DtrSadzefel op ie li'.elrtpiru aan de Arrtterdtmvhe Courant «an IS no»er.iber 1836. (Foto: Gemeentelijke Archiefdiemi, Am- «erdttn.) Het dagbladzegel, (de belasting op cou ranten) op pagina van de Amsterdamse Courant van 18 november 1836. Een belasting," die werd uitgevonden door een Nederlander, is het fiscaal zegel. In 1624 bedacht johannes van den Broecke, commies bij de generaliteit, dit zegel. Het werd van een eenvoudige opdruk op officiële actes tot de voorloper van de postzegel. Van den Broecke kreeg geen stuiver voor zijn uitvin ding. De meeste belastingen die in vorige eeuwen werden geheven waren indirect. Inderdaad was in Holland alles belast (wijn, bier, zout, graan, turf, boter, vlees enz.): alle primaire levensbehoeften. Maar ook de lucht en het water. Er bestond het zogenaamde maalgeld (het recht op de wind) en er waren veel wa ter tollen het recht op het water). Schoorsteengeld De enige directe belastingen die men in de zestiende eeuw kende was hei schoorsteen- geld en de grondbelasting (verponding). Het schoorsteengeld is een van de oudste belas tingen en stamt nog uit de tijd van de Noor mannen die het vuurgeld (huslotha) kenden. Men betaalde een aantal stuivers al naar gelang de grootte van de schoorsteen of haardstede. Na de Franse tijd betaalde men ook belasting voor het aantal deuren en ra men, dat een huis had. Later werd dit de personele belasting. Het belastingsysteem, zoals dat nu bestaat, is nog niet zo oud. Het heffen van grondbe lasting kon pas nauwkeurig geschieden, toen in 1830 het kadaster werd ingevoerd. Pas in het midden van de vorige eeuw werden de accijnzen op de meeste eerste levensbehoef ten afgeschaft. Dit betekende voor de 'gewo ne man' een enorme verlichting. Hij bespaar de per jaar een bedrag, dat men gelijk kan stellen aan ongeveer vijf weken loon, de fis cus kwam toch wel aan zijn trekken, want tegelijk met het afschaffen van deze accijn zen werd de gedistilleerd-accijns zodanig verhoogd, dat er omstreeksl876 tweemaal zoveel binnenkwam dan in 1850 (voor de afschaffing). In 1893 werd, nadat er tien kabinetten op gesneuveld waren, de vermogensbelasting ingevoerd. De Kamer had toen zo weinig vertrouwen in de PTT, dat er speciale brie venbussen bij de gemeentehuizen werden ge zet, waar men zijn aangiftebiljet in kon doen. De eerste inkomstenbelasting werd in 1941 door de Duitsers ingevoerd. Een kant en klaar wetsontwerp lag hiervoor al klaar. Oproeren Belastingen zijn er altijd geweest, maar nim mer waren zij geliefd. Dit ongenoegen kwam menigmaal tot uitdrukking in bloedige op roeren, zoals in 1690 in Rotterdam en in 1696 in Amsterdam. Zo heeft de burger door de eeuwen heen al dan niet vrijwillig zijn steentje bijgedragen. Misschien een (schra le) troost voor de belastingbetaler anno 1975(6). De Russische geleerde Sacharow laat hier de oorkonde van de hem toegekende Nobelprijs voor de vrede aan zijn tweejarige kleinzoon zien, die zijn beroemde grootvader kwam opzoeken in diens flat in Moskou. GENEVE (Reuter) De onderhandelingen in de Zwitserse stad Geneve over een vrijere wereldhan del duren nu al meer dan twee jaar. Het ziet er niet naar uit dat in dit jaar het tempo van de bespre kingen zal worden opgevoerd. De onderhandelingen zijn begonnen in september 1973. Doel was uit breiding van de internationale han del in industriële en landbouwpro- dukten. Men wilde de besprekingen aan het eind van 1975 afronden. De vertragingen die zich steeds voorde den, maakten deze datum al weldra irreëel. De 90 deelnemende landen zijn in december overeengekomen te zullen streven naar een afronding van de besprekingen in 1977. Aan de besprekingen wordt deelge nomen door de belangrijkste handel drijvende landen ter wereld, waartoe de Verenigde Staten. Japan en de negen lidstaten van de Europese Ge meenschap behoren. Verder doen een zestigtal ontwikkelingslanden mee. Het Oostblok en China nemen niet dee' aan de besprekingen, die ge voerd worden onder auspiciën van de GATT (een wereldwijde organi satie op bet gebied van tarieven en handel). De besprekingen werden aanvanke lijk beschouwd als een zeer vermete le poging om de barrières af te bre ken die de wereldhandel in de weg staan. De algemene recessie heeft het onderhandellngsforum omge vormd tot bolwerk tegen de dreiging van het protectionisme. Energiecri sis, tekorten op de handelsbalans, moeilijkheden met de betalingsba lans, instabiele munteenheden en werkeloosheid hebben de regeringen ertoe gedwongen de importen te be perken en de binnenlandse Industrie- en tc bevoordelen. Het merendeel van de delegatieleden is ervan overtuigd dat de wereld handel aan heel wat meer beperkin gen blootgesteld zou zijn, als de on derhandelingen over tarieven en han del niet hadden plaats gevonden de afgelopen twee jaar. Een van de de legatieleden verklaarde: 'Omdat we hier bezig zijn met onderhandelin gen op lange termijn over allerlei produkten op diverse markten, zijn de regeringen beter gewapend te gen binnenlandse druk voor protec tionistische maatregelen. Ze kunnen er nu op wijzen dat het nemen van beschermende maatregelen de kan sen op enig voordeel in de onderhan delingen zou kunnen verkleinen. Hoewel de landen van de derde we reld aandringen op een verhoging van het tempo van de besprekingen, lijken de meeste geïndustrialiseerde landen wel tevreden te zijn met de .luidige snelheid. Ze hopen dat een herstel van de economie in 1976 be tere vooruitzichten voor een goede afloop van de onderhandelingen schept. Veel onderhandelaars gelo ven dat een economische opleving de regeringen van de diverse landen wat gunstiger zal stemmen en wat meer bereid tot concessies zal ma ken. De onderhandelaars mikken op dit ogenblik op het bereiken van een ge deeltelijke overeenkomst in 1976. Deze overeenkomst zou het een aan tal ontwikkelingslanden mogelijk moeten maken de export van hun produkten op te voeren. Deze specia le voordelen zijn hen al eerder in de onderhandelingen toegezegd. Ze be treffen cacao, koffie, thee, tropisch fruit, tropisch hout en plantaardige oliën. Een speciale onderhandelingsgroep (een van de zes die voor het sluiten van deelovereenkomsten opgezet zijn) houdt zich bezig met tropi sche produkten. Ongeveer dertig ex porterende ontwikkelingslanden heb ben een honderdtal verzoeken inge diend aan ongeveer twintig indus trielanden om hun importbelemme ringen te slechten voor de hele scala van tropische produkten, zowel in bewerkte als in onbewerkte vorm. De importerende landen moeten op 1 maart tariefsvoorstellen indienen. De besprekingen over deze voorstel len zullen wel de hele zomer duren en zullen dan hopelijk kunnen wor den afgerond. Andere onderhandelingsgroepen spreken over manieren waarop tarie ven verlaagd kunnen worden en im portbeperkingen, subsidies, quote ring afgebouwd kunnen worden en dounavoorschriften en standaardise ring geharmoniseerd kunnen wor den. Er is een groep die regels probeert te formuleren waaronder het landen toegestaan zou zijn om beschermen de maatregelen te nemen in geval van plotseling sterk toenemende im porten die de binnenlandse markt ontwricht en de eigen industrieën in gevaar brengt. Een andere groep beziet de moge lijkheid van zelfbeperking op het gebied van de handelsbelemmerin gen voor speciale goederen en indus trieën. In alle groepen heeft al vroegtijdig een aantal voorlopige gedachtenwis- selingen plaats gehad, zonder dat deze het karakter kregen van harde onderhandelingen. Verder zijn er data afgesproken voor nieuwe be sprekingen in 1976. Het werk in een andere groep die zich bezighield met de handel in agrarische produkten heeft herhaal delijk stil gelegen in verband met procedurele moeilijkheden tussen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap. Maar deze moeilijk heden werden in het begin van de cember. ten minste voorlopig, opge lost- De Amerikanen wilden tegelijk spre ken over de handel in agrarische en industriële goederen. Europa wilde de bespreking hiervan gescheiden houden. Het compromis dat over dit geschil bereikt werd, heeft de zaak zelf echter niet opgelost. Men is het er over eens geworden dat het spe ciale karakter van de landbouwsec tor benadrukt moet worden, maar dat de landbouwgroep' nauw moet samenwerken nu- de andere groe pen. Achter deze procedurele menings verschillen liggen echter wel dege lijk belangrijke discussiepunten, die later bij de onderhandelingen weer mee zullen spelen. De Verenigde Staten zijn er op uit de markt voor hun landbouwprodukten uit te brei den in Europa. Ze willen daartoe concessies op het terrein van de Amerikaanse industrie verhandelen voor landbouwconcessie van de kant van de Gemeenschap. De EG vreest echter dat een koppeling van de be spreking van landbouw- en indus- trieprodukten haar zal dwingen tot concessies die zullen leiden tot een fundamentele verandering van de gemeenschappelijke landbouwpoli tiek. De Amerikanen zijn van oor deel dat deze politiek nogal protec tionistisch is uitgevallen en ze wil len daaraan graag een einde zien. De voorlopige oplossing van het me ningsverschil geeft de landbouw groep de mogelijkheid in 1976 uit voerig te gaan spreken over een hele scala van landbouwprodukten, fruit, tabak, oliën, vetten en zelfs vis. In het eerste stadium van de onder handelingen zullen de landen onder ling tarieflijsten uitwisselen en me dedelingen over andere belemmerin gen op het gebied van de handel in landbouwprodukten. Deze uitwisse ling moet leiden tot consultaties tus sen groepen van landen en uiteinde lijk tot besprekingen op wereld schaal. Van een verslaggever VLISSINGEN Het schip dat op de Westerschelde in nood zou zijn, en waarover wij gisteren berichtten, blijkt niet te bestaan. De autoriteiten zijn slachtoffer geworden van een hoogst smakelolze grap. opgevangen noodseienn wel echt zijn. Zo was het nu ook gebeurd. De 'grap' betekent voor de rijks politie ook dat acht mensen voor niets op nieuwjaarsdag uit hun gezin zijn gehaald. Men is erg ont stemd over het gebeurde. Inlichtingen over de Brittannic leverden niets op. Bij de zeesluizen van IJmuiden was het schip niet bekend. Het stond evenmin in het internationale Lloyds' scheepsre gister. Twee boten van de rijkspolitie zijn voor niets uitgevaren op ene zwa re zee, evenals de reddingsboot 'Javazee' en een aantal bergings vaartuigen. Aanvankelijk werd gemeld dat hef om de Amerikaanse zeesleper Brittannic zou gaan. Aan boord van dit schip zouden vijf beman ningsleden zijn. Een zesde man zou zijn overleden. Gistermogen om 00.30 u zijn alle zoekacties gestaakt. De rijkspolitie was er toen van overtuigd dat de opgevangen noodsignalen afkom stig waren van een radio-amateur die een 'grap' had uitgehaald. Een woordvoerder van de rijkspo litie zei dat reddingsacties altijd onmiddellijk op gang komen, di rect na het binnenkomen van een noodsein. Men gaat niet eerst wachten om na te trekken of de door dr. C. Rijnsdorp geren als gist in het zware, weten schappelijke deeg. In de kathedraal van Chesteer in Engeland staat op de klok een inscriptie, die in haar bijna Romeinse bondigheid onvertaalbaar is. Het vers komt in het Nederlands op het volgende neer. Ik laat elke regel met een hoofdletter beginnen. Meer accent Toen ik als kind veel lachte en heb geschreid. Toen kroop de tijd. En als Jong mens bleef praten, dromen, ho pen, Begon de tijd te lopen. Toen ik, volwassen, 't leven dacht te kennen. Toen sloeg de tijd aan t rennen. En toen Ik, oud en grijs, vaak heb ge zucht. Toen nam de tijd de vlucht. Nu zal ik, verder reizend, gauw ver staan: De tijd is mij ontgaan. Zal dan mijn ziel door Christus zija ge red? Dat's mijn gebed.' De bronzen klokketoon van het En gelse origineel is in de vertaling na tuurlijk zoek geraakt. Men kan de Engelse tekst vinden op blz. 178 van het boek Het naderend einde onder redactie van E. van der Wolk, hoofd- re< acteur van het weekblad Inter mediair (ultg. Intermediair, resp. Boom/De Nederlandsche Boekhan del, 26 auteurs, 387 blz. 37,50). Vijf boeken Vóór mij liggen namelijk vijf boe ken, dikker of dunner. Ze beslaan met elkaar een kleine negenhonderd bladzijden. Alle gaan ze over dood. sterven en stervensbegeleiding. Voor een deel overlappen ze elkaar, zodat het niet mogelijk is ze alle afzon derlijk te bespreken. Bovendien is er een vierde druk bij, zü het dan een ingrijpend bewerkte lezing van de vorige drukken. Het dunste boek is een persoonlijk getuigenis van een filoaoof-theoloog, naar aanleiding van het sterven van twee van zijn kinderen. Globaal laten de boeken zich in drie Leken aan bet einde van de acht- groepen onderscheiden: historisch, hedendaags en op de toekomst ge richt. Philippe Ariès, befaamd FraiiStalig kenner van de sociale en culturele geschiedenis, schreef Met he» oog op de dood. Westerse opvat tin n over de dood, van de middel eeuwen tot heden (Wetenschappelij ke Uitgeverij B.V., Amsterdam, 119 blz., ƒ24,50). Het zijn voordrachten, enkele jaren geleden gehouden aan de Amerikaanse John Hopkins Uni versity. en wel over 1. De getemde dood, 2. De eigen dood, 3. De dood van de ander, en 4. De verboden dood. In de westerse beschaving, aldus de auteur, was een soort gemeenzame houding tegenover de dood ontstaan. Sterven was een collectief verschijn sel. Die houding onderging in de la tere middeleeuwen een gedeeltelijke verandering. De dood kreeg een dra matische en persoonlijke betekenis. Het eigen ik, de eigen dood ging een rol spelen. Van de achttiende eeuw af krijgt de dood voor de mens in de westerse samenleving opnieuw een ander accent. Naar de voorgrond dringt zich het verlies van de ander eti de herinnering aan de gestorve ne. Er ontstaat een romantische, re torische visie op de dood. Het rouw betoon in de negentiende eeuw maakt op de mens van vandaag een overdreven indruk, terwijl merk waardigerwijs het testament zijn plechtig karakter verliest en een za kelijk document wordt. Revolutie tiende eeuw alle kerkhoven in de westerse wereld op elkaar, in onze tijd zijn we getuige van een ingrij pende revolutie in de traditionele gevoelens. De dood wordt een aan gelegenheid die weggedrukt, als het ware verboden wordt. Het lijkt wel of het sexuele taboe van het Victo riaanse tijdperk vervangen is door het taboe van de dood. Men sterft doorgaans niet meer plechtig te midden.van zijn familie en naastbe- staanden, maar afgeschermd en za kelijk ln een ziekenhuis. Het alge mene decorumverlies heeft ook het sterven aangetast. De stroom van literatuur over dood en sterven bewijst, dat het taboe van de dood wordt opengebroken. In on ze krant van 23 oktober 1974 en van 4 december 1974 en ook daarvoor heb ik al verscheidene malen publi caties over deze materie onder de aandacht gebracht. Ook radio en te levisie hebben zich niet onbetuigd gelaten. Dit alles gaat voornamelijk over de nu bestaande toestanden. Het dikke boek Het naderend einde met zijn prachtige omslag (herfst- bos) is overwegend op de actualiteit gericht. Hoofdonderwerpen zijn het eigen levenseinde, het levenseinde van de geliefde naaste, sterven in de samenleving, de dood juridisch, ge- rontologisch. religieus en wijsgerig beschouwd, de gewenste dood en ri tuelen rond de dood. Hier komen aan het woord de psychiater, de wijsgeer, de cultureel antropoloog, de socioloog, de medicus, de jurist en advocaat, de bioloog, de neerlan dicus. de psycholoog en de theoloog. Illustraties, tabellen en poëzie fun- Iets meer accent op de praktische stervensbegeleiding legt het ge meenschappelijke werk van Paul Sporken en Joop Michels, De laatste levensfase. Stervensbegeleiding/ Euthanasie (Amboboeken, Biltho- ven, 216 blz. 4e druk, 17,50). Voor al hier staat de actualiteit centraal. Het aangrijpende boekje van J. A. Irish: Hij werd maar dertien, leven ondanks de dood (uitg. Gooi en Sticht b.v., Hilversum, 64 blz., /7,90i voegt zich als persoonlijk doorleefd geval, als beproeving, in deze categorie van de actualiteit. De auteur verloor in 1969 een zoontje van zei. jaar, en in 1973 een jongen van dertien Jaar. Hij worstelde met het verbijsterend probleem van de dood. met zijn theologie en met zijn God Dit alles mondde uit in een dun boekje met, na een Inleiding, drie hoofdstukjes: Woede, Eenzaam heid en Vrijheid. Het is een Amerikaans boekje, dat in zijn eindelijke aanvaarding en uitzicht op wedergeboorte en een nieuw leven mij vanzelf brengt tot het werk van Robert Jay Lifton en Eric Olson. Leven en sterven (Ambo- boeken, Bilthoven, 119 blz., ƒ10,90), eveneens Amerikaans en eveneens open naar de toekomst. 'Sterven be tekent wedergeboorte. Leven is de dood onder ogen zien', aldus luidt de ondertitel. Dit boek is academisch zonder zwaarwichtig te zijn en be spreekt voornamelijk typisch Ame rikaanse toestanden, de problema tiek van het Amerika na Vietnam en Nixon. Het levensbeschouwelijke element in deze 5 boeken (katholiek, protestants, algemeen godsdienstig, agnostisch) zal de lezer vanzelf wel ontdekken. Ik eindig met een uit spraak van Irish op blz. 60 van zijn boekje: 'Als de christelijke religie zich neerlegt bij de dood. gaat zij voorbij aan de verrijzenis.' 4 Gedeputeerde staten van Noord-Brabant maken bekend, dat vanaf 5 januari 1976 op de gemeentehuizen van Klundert, Fijnaart, Willemstad, Standdaarbuiten, Oudenbosch, Hoeven, Etten-Leur, Zevenbergen, Oud en Nieuw Gastel, Terheijden, Hooge en Lage Zwaluwe, Prinsenbeek, Numansdorp, Strijen, Dordrecht en 's-Gravendeel, alsmede op de provinciale griffie te 's-Hertogenbosch voor een ieder ter inzage ligt de aanvrage van augustus 1975 van Shell Nederland Chemie B.V. te Klundert, om vergunning ingevolge'de Wet inzake de luchtverontreiniging voor het uitbreiden van het chemisch fabriekscomplex met een naaldcokesfabriek op het perceel kadastraal bekend gemeente Klundert, sectie C nr. 1252, gelegen op het industrieterrein Moerdijk, aan de Buitendijk Oost 25 te Klundert. Aan alle belanghebbenden wordt gelegenheid geboden bezwaren tegen verlenging van de aangevraagde vergunning kenbaar te maken, hetzij schriftelijk bij bezwaarschrift - te richten aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant, doch in te dienen in tweevoud bij burgemeester en wethouders van Kl.undert - uiterlijk op 15 januari 1976 hetzij mondeling in persoon of bij gemachtigde tijdens een gehoorzitting ten gemeentehuize van Klundert op donderdag 22 januari 1976 om 20.00 uur. N.B. Gemachtigden die niet als advocaat of procureur zijn ingeschreven, moeten zijn voorzien van een schriftelijke lastgeving. 's-Hertogenbosch, 26 november 1975 Gedeputeerde staten van Noord-Brabant, J. D. van der Harten, voorzitter drs. A. J. Nieuwenhuizen, griffier Dr. A. Brandon zenuwarts PRAKTIJK HERVAT BEGRAFENIS-EN CREMATIEVERZORGING alle formaliteiten verz. advertenties eigen rouwkamers eigen rouwdrukkerij eigen rouw/volgauto's dag en nacht fë HOOIKADE 43-46

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1976 | | pagina 8