I.
Alleen in mijn gezin ben
ik de echte Jeroen Krabbe
Rommelen in uitverkoop
Uw probleem ook het onze
Als ik er maar
niets van merk
"Ik ben bang me kwetsbaar op te stellen"
TROUW/KWARTET 6
II
door Fred Lemmers
AMSTERDAM „Ik ben ie
mand die moeilijk contacten
legt. Op het toneel ben ik de
vlotte jongen, die het allemaal
wel schijnt te weten, in werke
lijkheid ben ik erg onzeker. Het
heerlijke van toneelspeler zijn
is dat je twee levens kunt lei
den. Het toneel is voor mij, ge
loof ik. een compensatie voor
hetgeen ik in het dagelijks le
ven niet doe. niet durf te doen,
niet ben, maar diep in mijn
hart wel een beetje zou willen
zijn. Op dat toneel kun je je
verschuilen achter een ander".
De acteur Jeroen Krabbé (31) is
niet iemand die graag over
zichzelf vertelt, maar als ik er
hem naar vraag, draait hij er
niet om heen.
We zitten in een van de kamers van
zijn Amsterdamse woning, een he
renhuis aan de Van Eeghenstraat
in Oud-Zuid. vlakbij het Vondel
park. Daar woont Jeroen met zijn
vrouw Herma, zijn zoons Martijn
van zeven en Jasper van vijf en de
poezen Poebelie en Porky. Het ziet
er gezellig uit: in de serre overal
planten, de aangrenzende kamers
zijn klassiek ingericht In de open
haard branden een paar dikke
kaarsen.
„We zijn erg op kaarslicht, niet al
leen in deze tijd van het jaar", zegt
Jeroen, in robuuste blauw-witte
koppen koffie schenkend, die even
tevoren door Herma is binnenge
bracht. Uit de voorkamer klinkt
muziek: de nieuwste plaat van
Thijs van Leer. „Dat is fijne mu
ziek. Ik heb vaak zoiets opstaan.
We hebben veel klassieke platen,
maar pop-muziek kan ik eveneens
waarderen. Pink Floyd bijvoor
beeld. Gerard Cox en Ramses
Shaffy draai ik ook regelmatig,
terwijl mijn vrduw stapel is op Gil
bert O'Sullivan.
Mijn belangstelling is nogal geva
rieerd. Dat geldt ook voor hetgeen
ik op het toneel doe. Ik heb ge
speeld in blijspelen en in Griekse
tragedies. Met die blijspelen heb ik
bekendheid gekregen. Dat spreekt
meer aan bij het grote publiek.
Persoonlijk zou ik graag meer
klassieke rollen willen spelen, he
laas zijn dergelijke produkties erg
kostbaar. Zo is er al geruime tijd
een plan Othello te gaan vertolken.
De subsidieaanvraag daarvoor is
afgewezen. We gaan het nu op
nieuw proberen en hopen dat het
er in 1977 toch van komt".
Bij Centrum
Tien jaar geleden kwam Jeroen
Krabbé van de toneelschool en
trad toe tot de toneelgroep Cen
trum, waar hij meteen opviel. „Het
is waanzinnig belangrijk dat je in
het begin rollen krijgt waarmee je
de aandacht trekt, inplaats van
stap voor stap de ladder op te moe
ten gaan. Daardoor krijg je zelfres
pect. Je ziet dan dat het lukt. De
kansen die ik heb gekregen waren
fantastisch. Het is belangrijk dat je
rollen krijgt, waaraan je je kunt
vertillen. Daar leer je van. Je leert
ruet van een rol die gemakkelijk is.
Nu moet ik zeggen dat ik nooit een
rol gemakkelijk heb gevonden. Dat
soort rollen wil ik ook niet heb
ben."
,Jk heb mezelf van het begin af
aan voorgehouden dat ik er met
een mee zou stoppen als ik niet zou
kunnen spelen wat ik wil. Ik voelde
er niets voor mijn hele leven brie
ven op tc brengen of te moeten roe
pen. meneer het rijtuig staat voor".
Ondanks het succes, dat hij tot nu
toe heeft gehad, heeft Jeroen
Krabbé beslist niet het gevoel te
hebben bereikt wat hij wilde." Ge
lukkig niet. Dat punt hoop ik nooit
te bereiken, want dat zou een stil
stand betekenen. Wat ik wel wil is
een beetje gelukkig zijn op het to
neel en meestal ben ik dat".
Geboren speler
Terwijl Poebelie heen en weer
dribbelt op het parket zegt Jeroen:
.Je kunt me een geboren toneel
speler noemen. Toen ik vijf jaar
was wilde ik al bij het toneel. Dat
zei ik ook op de lagere school als er
opmerkingen werden gemaakt
over het feit. dat ik niet zo goed
was in rekenen. Mijn reactie was
dan: dat heb ik later bij het toneel
toch niet nodig. Waarom ik per se
naar het toneel wilde weet ik niet.
Mijn eerste toneelstuk zag ik pas
toen ik elf jaar was. Toneelspelen
zat ook niet in de familie. Mijn va
der en mijn grootvader waren bei
den kunstschilder. Het lag dus ei
genlijk in de lijn der verwachting,
dat ik ook zou gaan schilderen. Va
der wilde dat erg graag, temeer
omdat ik als kind al aanleg in die
richting bleek te hebben. Ik hield
echter vast aan het toneel en toen
vader en moeder merkten, dat het
mij daarmee ernst was maakten ze
er geen punt van
„Daarom geloof ik het niet als
mensen zeggen dat ze zo graag bij
het toneel hadden willen gaan of
willen schrijven of willen schrijven
of schilderen, maar daarvoor de
kans niet te hebben gekregen. Als
je het in je hebt komt dat artistieke
Jeroen Krabbéschilderijen van grootvader
er op zeker moment wel uit. Als
dat niet gebeurt zit het er ook niet
in. Ik heb dat zelf gemerkt met
schrijven. Mijn broer Tim schrijft.
Het leek mij ook erg aantrekkelijk.
Ik heb het geprobeerd maar het
werd niets. Schrijven staat kenne
lijk niet in de ponskaart die ik bij
mijn geboorte heb meegekregen".
Schilderen
Dat is wel met toneelspelen en ook
met schilderen het geval. Jeroen
schildert sinds enige tijd heel ac
tief. „Het is zelfs zo dat ik er een
poos geleden over heb gedacht
waarin ik nu door zou gaan, met
dat toneel of met schilderen. Ik
heb voor beide gekozen. Dat is een
heel goede combinatie. Ik kan
moeilijk afstand doen van werk
stukken. Verkocht heb ik tot nu toe
niets al is me dat wel gevraagd.
Hoogstens geef ik werkstukken
weg aan familieleden of goede
vrienden. Ik hoef nu niets te verko
pen omdat ik mijn brood verdien
met het toneelspelen."
Achter de bank waarop Jeroen zit
hangt het zodoende vol schilderij
en van drie generaties Krabbé.
„Vooral tot het werk van grootva
der, Hans Krabbé, voel ik me aan
getrokken. Ik ben druk bezig
werkstukken van hem te verzame
len. Het meeste is in particulier be
zit. Op veiling wordt af en toe iets
aangeboden. Ik heb nu een stuk of
twaalf werkstukken van hem. Het
is wel een prijzige hobby, maar het
geeft grote voldoening als je weer
iets van hem te pakken kunt krij
gen. Van vader, die rriodern schil
dert. heb ik ook het nodige, maar
dat is een beetje dichtbij. Mogelijk
dat mijn zoons zich voor het verza
melen van zijn werk meer gaan in
teresseren."
Niet echt modern
Zelf schildert Jeroen niet echt mo
dern. Aan de wand hangen een
olieverfschilderijtje van een boe-
renvrouwtje met twee kinderen,
gemaakt naar een oude foto; een
portretje van een onbekend jonge
tje; een heel fijn schilderijtje van
een groep mannen op een hooi
veld. dat met grote precisie is ge
schilderd en een oranjekleurig
huis in een weiland, bij het water.
Jeroen beaamt dat hij graag vrolij
ke kleuren gebruikt. „Je kunt je
karakter niet uitschakelen bij dat
schilderen. Ik ben een optimistisch
levend mens. Ik heb weinig last
van depressies, hetgeen niet wil
zeggen dat ik aan de problemen in
het leven voorbij ga. Ik probeer
echter van alles wat ik moet doen
een feestje te maken, of het nu re
peteren of spelen betreft."
„Ik vind het prettig het mezelf
naar de zin te maken. Mijn stelre
gel is: versier het een beetje, maak
het leuk voor elkaar in je naaste
omgeving, je gezin vooral. Veel
mensen kunnen het niet goed heb
ben als je zo leeft. Ze worden daar
jaloers op. Dat kan ik niet begrij
pen. Jaloers zijn vind ik iets vrese
lijks. Velen hebben daar echter
last van. Ze verkijken zich er op als
een ander een beetje meer geld
heeft. Geld is echter een grote bij
komstigheid. Het gaat in het leven
om belangrijker dingen."
BV Jasmijn
Zijn gezin is voor Jeroen erg be
langrijk. Dat was een van de rede
nen dat hij samen met Pleuni
Touw een eigen BV oprichtte, de
BV Jasmijn, genoemd naar zijn
zoons. Het stuk „Privé voor twee",
dat thans loopt, is een van de acti
viteiten van die BV." Het grote
voordeel van zo'n eigen BV is dat
je eigen baas bent. Je bepaalt zelf
je speeldata en kunt daarbij reke
ning houden met de vakanties van
de kinderen en verjaardagen. Je
kunt ook je medewerkers uitzoe
ken. Dat is veel waard. Aan de an
dere kant is het een zware belas
ting. Het kost me veel hoofdbre
kens. Zo'n produktie kost enorm
veel geld. Als het een paar keer
goed is gegaan kun je gemakkelijk
geld krijgenvan een bank. Ze heb
ben dan vertrouwen in je."
„Maar het blijft ontzettend span
nend, want als het een keer mis
lukt, hoef je het voor een tweede
keer niet te proberen. We hebben
onlangs een Engelse tv-serie aan
gekocht die we gaan vertalen en
overzetten en zelf gaan spelen voor
een of andere omroepvereniging.
Natuurlijk hebben we eerst gepolst
of er belangstelling voor was. Het
blijft echter een ongewis iets. Je
moet maar afwachten of zo'n serie
aanslaat. Dit jaar komen we ook
met een nieuw stuk. Ik lig er.wel
eens van wakker. Gelukkig heb ik
mijn gevoelens goed in de hand en
laat anderen er niets van merken
als ik me zorgen maak. Dat vertel
ik hoogstens als het achter de rug
is en het goed loopt."
door Mink van Rijsdijk
In deze tijd van terugblikken en voortuit zien heb ik mij af
gevraagd sinds wanneer muizen een onaangename rol in
mijn leven hebben gespeeld. Er schoten mij zoveel herinne
ringen te binnen dat ik er een trilogie over zou kunnen
schrijven, een idee dat ik schielijk verwierp. Een muis
hoeft tenslotte ook weer niet zoveel aandacht. Ik behoor
nog net niet tot die wezens, die bij het zien van een muis gil
lend op een tafel vluchten, maar veel scheelt het niet.
Zolang ik me herinneren kan zijn er muizen om me heen ge
weest, die dan een uitgekiend plan schenen te hebben mij te
sarren. Om te voorkomen dat het toch een trilogie wordt,
sla ik mijn jeugd maar over, hoewel ik boeiende verhalen
zou kunnen vertellen over aangevreten chocoladeletters en
suikerbeesten.
Een jaar of achttien was ik, toen ik eens logeerde bij een
oude dame. een perfecte gastvrouw, die vele specialiteiten
van het huis voor mij arrangeerde. Op een avond deed ze
het grote licht uit. stak een schemerlamp aan en zei: ,,Nu
zal ik je eens iets heel bijzonders laten zien". Ze strooide
wat suiker voor de schoorsteen en een paar stukjes koek op
een stoof, waarna ze me tot zwijgen maande. Alles had ik
verwacht, tot spiritistjsche séances toe, alleen geen mui
zen. Maar die kwamen heel kalm en gedisciplineerd, ze de
den zich tegoed aan de suiker, aten toen de stukjes koek,
kalm op hun achterste zittend, jyfijn gastvrouw leek zelf wel
een muisje, haar oogjes glommen en na een poosje klapte
ze in haar voorpootjes en zei: „En nu naar bed, jullie, dag
hoor. tot morgen." Roets roets, gehoorzaam deinsden ze
af. Geslapen heb ik die nacht niet, de weerzin tegen muizen
heeft mij sindsdien nooit meer verlaten.
Jaren later kwam onze dochter eens van de kleuterschool
thuis. Ze hield me een handje voor waarin ze iets verborgen
hield en vroeg: „Mag ik houden wat ik hier heb?" In die tijd
was ik een degelijk moralistisch pedagoogje en antwoordde
daarom: „Als je er eerlijk aangekomen bent, mag je het
houden, ja." Het was een witte muis.
Wat heb ik aan dat loeder geleden en wat hield zij ervan.
Het beest kreeg een kooi en continu jongen. Het buurmeis
je kwam namelijk nogal eens voor een weekend en dan
bracht die haar man-muis mee. Zodoende. In die periode
waren we dichtbij huis nog niet zo geconfronteerd met ra
cisme. Maar het feit dat we op zolder achter donkerharige
muizen jaagden en de witte familie geactiveerd werd zich te
vermenigvuldigen, vond ik wel schokkend. Wat een be
voorrechting op kleur, niet? Maar sinds een paar weken is
mijn ellende niet meer te overzien. Horden ouderwetse
huismuizen hebben onze woning tot kraakpand gemaakt.
Ze zitten overal, vreten alles, van stukken zeep tot pakjes
soep toe, behalve natuurlijk de kaas uit de vallen. Ik hoor
ze, ik zie ze recht tegen muren oplopen, iets wat een muis
volgens mij niet mag kunnen.
Ik vind ze intens smerig, ze maken overal een troep van,
bovendien zijn er veel te veel. Mensen in ons huis vormen
al een minderheidsgroep, die onderdrukt dreigt te worden.
Hun eetgewoonte is trouwens ook krankzinnig, wie maakt
er nou tien pakjes soep tegelijk open? Dat getuigt van hun
vernielzucht, van een verdorven mentaliteit. Het is toeval
lig mijn soep en daar moeten ze afblijven. Toegegeven
ze horen bij de schepping.
Ze mogen er dan van mij ook best zijn. als ik daar maar
niets van behoef te merken. Hee heb ik die uitspraak al
niet eens eerder gehoord? Maar ging dat toen eigenlijk wel
tegen muizen? Nee dat was je reinste discriminatie en
bedoeld tegen minderheidsgroepen van mensen. Eens zijn
'er in ons huis witte muizen gekweekt, nu achtervolg ik don
kere exemplaren totterdood. Ben ik nou een racist? O ver
hip daar zit er weer een op de azalea.
door Annemarie Lücker
Oppervlakkig
Er zijn maar weinig mensen die Je
roen Krabbé echt kennen. Als ik
vraag of hij die mening deelt zegt
Jeroen: „Ik ben bang me kwets
baar op te stellen. Daardoor neem
ik een houding aan, waardoor ik
bij veel mensen een hautaine, zelfs
een beetje oppervlakkige indruk
maak. Vroeger vond ik dat vrese
lijk. Ik heb me er nu bij neerge
legd. Ik kan je wel zeggen dat ik
duidelijk een mening heb over de
dingen en daar kom ik als het zo te
pas komt ook voor uit." Jeroen
schenkt opnieuw koffie in, neemt
Poebelie op zijn knie en vervolgt:
„Ik ben iemand die mensen op een
afstand houdt. Ik bekijk ze wel.
heel veel zelfs. Ik begluur ze vanuit
mijn hoekje en kijk hoe zij zich ge
dragen. Daar heb ik veel van ge
leerd. Alleen thuis, in mijn gezin en
te midden van heel goede vrienden
ben ik helemaal mezelf. Dan ben ik
de echte Jeroen Krabbé, die wel
eens chagrijnig kan zijn en sikke
neurig."
Ze zijn er nog steeds, de vrouwen
van de klassieke cartoons die
staan te trappelen van ongeduld
op het moment dat hun
warenhuis met de
stuntaanbiedingen de opruiming
beginnen. Het kan zo gek nog niet
zijn, of ze kopen de meest
onbruikbare zaken, alleen al
omdat het goedkoop is. Toch is
het niet zo gek om een dagje de
stad in te gaan en zich gericht in
de uitverkoop te storten. Mensen
met extreem grote of extreem
kleine voeten slagen meestal voor
weinig geld met exclusieve
schoenen of laarzen waar een
normaal mens anders niet aan
denken zal. De schoenverf is
tegenwoordig van een dermate
goede kwaliteit dat knal oranje
laarzen voor een tientje er na een
behandeling uitzien alsof ze
minstens honderd gulden hebben
gekost. Je moet er maar aan
denken op zo'n moment. Het
verven van textiel is ook zo iets.
Ervaring en handigheid zijn wel
gewenst; bovendien moet er
rekening gehouden worden met
de samenstelling van de stoffen
Vraag: Wat betékent de uitdruk
king: iemand krijgt een vetleren
medaille?
Antwoord: We kennen ook de uit
drukking: „met een schop toe".
Dat heeft wel iets met elkaar te
maken: een schop met een zware
vetlederen laars of schoen kan ten
gevolge hebben dat het slachtof
fer in de resulterende blauwe
plek het model van de zool en de
bijbehorende spijkers herkent.
Een vetleren medaille geldt als
„een kwalijke beloning".
Vraag: Van een gezin zijn een paar
kinderen getrouwd. De overigen
wonen tezamen, met een gemeen
schappelijk huishouden. Een van
hen is overleden. Gaan zijn bezit
tingen nu automatisch over op de
broers en zuster, met wie hij sa
menwoonde en gaat dat zo door tot
de laatstlevende. of hebben de ge
trouwde broers en zusters hier iets
in mee te praten?
Antwoord: Hoewel het wel logisch
is. dat zo'n „gezin" samen blijft
voortleven, zolangs als dat moge
lijk is. is het toch raadzaam een en
ander notarieel vast te laten leggen
en uit te spreken. Heeft de overle
den broer dan. behalve in het aan
deel van de behuizing en het meu
bilair ook andere bezittingen ge
had. dan hebben nl alle kinderen
uit het oorspronkelijke ge
er van de getrouwde
reeds overleden zijn.
van die overledenen evengrote
rechten. Als ten behoeve van min
derjarige kinderen van overleden
broers of zusters het aandeel opge
vraagd zou worden, zou dat toch
wel vervelend kunnen zijn. Men
zou een testament kunnen laten
opmaken ten behoeve van de
langstlevende van de samenwo
nenden. Als die langstlevende aan
de kinderen van overleden ge
trouwde broers en zusters alles wil
achterlaten, zou dat zelfs zonder
testamentaire beschikking kunnen
gebeuren, maar zoals de zaken nu
staan, is het raadzaam de notaris
in te schakelen (Naam en adres
vragensteller ons bekend).
Vraag: In ons bezit is een merk
waardig koperen instrument. Het
ziet er uit als twee stukken van een
duimstok en het is geheel vol ge
graveerd met allerlei maten, afme
tingen. Franse opschriften en ook
nog dierenriemtekens. Er komt
een naam op voor Langlois Paris.
Wat zou het kunnen zijn?
Antwoord: Dit heel merkwaardige
meetinstrument is een zg propor-
tionaalpasser (uitvinder Galileo
Galilei pirn. 1600). Er hoort nog een
passer met twee stalen punten bij.
Wij bepalen ons slechts bij het aan
geven van de mogelijkheden van
dit rekeninstrument. Het werd ge
maakt door Claude Langlois te Pa
rijs (tussen 1730 en 1750). Les par
ties égales: met deze schaal kan
men aftrekken, vermenigvuldigen,
optellen en delen. Les Plans: wor
teltrekken en kwadrateren. Les
Poligones: bepaling van de lengte
van de zijden van de regelmatige
veelhoeken in een gegeven cirkel.
Calibres des pieces: in oude Fran
se ponden bepaling van de diame
ter (caliber) van geschut voor ijze
ren kogels van verschillende ge
wichten. Op de andere kant Les so
lides: bepaling van 3de machten en
derdemachtswortels. Les cordes:
met behulp hiervan kan de passer
op elke gewenste hoek geopend
.•.orden. Les metaux: geeft de ver
houding van de stralen van bollen
van verschillende metalen (aange
geven door astronomische tekens)
dus bepaling S. G. Diametres et
poids de boules: de diameters van
ijzeren kogels van verschillend ge
wicht (oude Fr. ponden). Litera
tuur: P. H. van Cittert Proportio-
naalpassers. N. Tijdschr. v. Na-
tijurkunde Jan. 47. Pieter Warius
Nieuwe verklaring over de PP Am
sterdam 1708. Wie enige belang
stelling heeft voor deze zaken, is
met de bestudering van dit instru
ment en het gebruik ervan de eer
ste weken wel bezig. In het Rijks
museum voor de Geschiedenis van
Natuurwetenschappen te Leiden
zijn een paar van deze passers aan
wezig. Dhr P. v. d. Star. conserva
tor aldaar, zou u kunnen vertellen
hoe men precies metdit instru
ment werkt. Het kennismaken met
deze passer was voor ons een bele
venis!
Vraag: Sedert welke eeuw drinken
we hier in Holland thee?
Vragen (cén per brief) zenden
naar Uw probleem nok hel onze.
Postbus 507, Voorburg. Naam en
adres vermelden. Eén gulden aan
postzegels bijsluiten Geheimhou
ding is verzekerd
Antwoord: In 1610 bracht de Oost-
Indische Compagnie een kleine
hoeveelheid groene thee van het
Jap. eiland Hiroda mee naar Euro
pa. en introduceerde deze voor Eu
ropa vrijwel onbekende drank aan
het hof van Prins Maurits. De Hol
landers worden slechts toegelaten
op het eiland Decima en daardoor
is men voorlopig aangewezen op
Chinese thee. die met Chinese ion
ken naar Java gesmokkeld Wo»Jt
en vervolgens in steeds meerdere
mate naar Nederland vervoerd. In
1684 probeert Andreas Cleger in
de tuin van z'n huis te Batavia
theezaadjes te kweken, zonder re
sultaat. Een gesmokkeld theezaad
je dat majoor von Sibeld uit Japan
meebracht is met succes geplant in
de later zo beroemde botanische
tuinen van Buitenzorg (Bogor). In
1843 publiceerde koopman Jacöb-
son uit Rotterdam een merkwaar
dig boek over de cultuur en fabri
catie van thee. Deze Jacobson wist
door te dringen in het hart van
China (Honan) en daar gegevens te
verzamelen. Aan de hand van zijn
gegevens bouwt men te Krawang
een theetuin en een fabriek. Echter
na 1878 worden zaadjes van As-
samthee geïmporteerd en begint
eigenlijk de bloeiende theecultuur
van Java. Een heel aardig boekje
over alles wat thee aanbelangt, is
het boekje van Eelco Hesse Thee
(Uitg. Bert Bakker 1973).
Vraag: Tegenwoordig zie ik vaak
een merkwaardig soort lijsters in
het park bij mijn huis. Ze onder
scheiden zich van-de anderen door
roodachtige veren opzij en wit aan
gestreepte ogen. Zijn dit misschien
lijsters in prachtkleed?
Antwoord: In elk geval heeft u
deze vogel goed bekeken. Het is de
Koperwiek, wel familie van de lijs
ter. Echter heeft deze vogel geen
stippen, maar strepen op de borst
en in de vlucht ziet men op de vleu
gels nog 2 gelige dwarsstrepen. De
Koperwiek broedt hier zelden
maar in de winter komen de Ko
pie rwieken in troepen hier over
winteren. Men ziet ze dan met
spreeuwen en met* de neefjes:
Kransvogel in park en wei. In het
voorjaar zitten ze vaak in de bo-
want synthetische
mengselstof fen zijn vaak
moeilijk te verven. Badstof,
ongebleekte katoen en kaasdoek
per meter zijn altijd bruikbaar,
zelfs al blijven ze een half jaar in
de kast liggen. Kinderkleren,
vooral ondergoed, sokken en
badgoed gaan vaak voor een
prikje de deur uit. Koop ze, maar
dan wel twee maten groter dan
uw kind nu draagt. Misschien
klinkt het overdreven maar het is
erg handig om een lijstje met de
meest elementaire maten van het
huis in uw tas te lopen. Zo
worden twijfels kordaat opgelost
en miskopen vermeden. Het
nakijken van de
keukeninventaris, van
pannenlap, braadslee tot een
groentemolen zijn dingen
waarbij je bij een dagje 'stad'
meestal niet denkt, toch is het
handig om ook van deze dingen
een verlanglijstje te maken. Stap
eens winkels binnen waaru
normaal nooit een voet zou
wagen, juist kwaliteitsspullen
zoals leren tassen, koffers en
handschoenen kunnen
men. Het gezang, of gekwetter, hoe
het ook genoemd wordt, lijkt op
dat van spreeuwen. Koop toch
eens een aardig vogelboekje, zodat
u alles wat beweegt en vliegt, zelf
kan determineren.
Vraag: Enige tijd geleden werd in
Trouw een boek besproken over
seizoenarbeiders, die uit Duitsland
hier kwamen grasmaaien. Hoe
heet dat boek wie is de schrijver
en is het artikel te achterhalen?
Antwoord: Het boek heet: Van
Hannekemaaiers en Kiepkerels,
geschreven door K. Mulder en het
kwam uit in 1971 (onbekend in wel
ke maand). Hoewel een vraag met
zoveel haken en ogen en zo weinig
aangrijppunten wel een heel moei
lijke zaak is, zijn we er toch op de
een of andere manier uitgekomen
(via het Openluchtmuseum te Arn
hem). Die grasmaaiers vertelden
thuis, wat de mensen in Groningen
en Friesland wél en wat ze niet
hadden, zodat in de volgende jaren
ze werden gevolgd door hele scha
ren, „lapkepoepen", marskramers
met een grote mand (Kiep) op de
rug, waarin lapjes, garen en band
enz. uit Westfalen en Oost-Fries
land. Namen als Brenninckmeyer,
Vroom, Sinkel stammen uit deze
tijd. In Sneek waren bv vestigin
gen van drie niet of slechts van
vérre verwante Brenninckmeyers,
die daar textielwinkels hadden.
Ook wij zouden graag het bewuste
artikel eens willen lezen, maar als
men niet weet, wanneer dat in de
krant heeft gestaan is het niet mo
gelijk het op te zoeken.
verrassend voordelig rijn. Het
klinkt gek, maar boeken voor een
vakantie, nu gekocht, voorkomen
een gehaaste slechte keus op de
dag van koffers pakken. En
mocht u nog tijd en geld over
hebben denkt dan eens aan een
voorraadje kleine cadeautjes
voor alle baby's, neefjes, nichtjes,
opa's en oma's die binnen een
paar maanden hun verjaardag
zullen vieren.
(Advertentie)
OUDERE ONGEHUWDE
VROUWEN
1975 was het jaar van de GEHUWDE
vrouw. U kwam nergens aan bod en
werd doodgezwegen. Hoe lang zult u
nog worden uitgebuit? Steun het Vrou
wen-Actiecomité voor vervroegd AOW-
pensioen, Michelangelostr. 91 hs. Am
sterdam. dat al 10 jaar strijdt tegen on
recht. Vraagt brochures.
VRAAG: In mijn bezit is een zeer
fraai bewerkte balk (115x50x15)
waarop een 10-armige figuur. Op
het hoofd een kroon en wilde ha
ren of vlammen.
ANTWOORD: Uw beeld is ver
vaardigd van Z.-Indisch hout en is
een gedeelte van een processiewa
gen. De tempel is van steen en kan
dus niet op een wagen gezet wor
den, zodat men gebruik maakt van
een houten tempeltje. Die wagens
rijn zeer oud. Als ze uit elkaar vie
len, werden ze vroeger zonder
meer opgestookt of verkocht aan
ieder die er iets van wilde hebben.
Later werden de wagens en ook de
tempels vernield door opkopers,
die het beste meenamen.
Uw beeld stelt een van de vormen
voor, waarin de tienarmige godin
Kali zich manifesteert.
Haar kroon riet men soms om
ringd door toornige vlammen,
maar ook kan haar haar van woe
de overeind staan. Meestal is Kali
een strijdbare boze godheid, heel
zelden vriendelijk. Voor een zoe
kende kenner is er heel wat op te
zoeken in de bibliotheek van het
Museum v. Volkenkunde te Lei
den. Met de C 14 Methode (radioac
tief koolstof) kan men te Gronin
gen de ouderdom van het hout
(niet van het beeld) vaststellen. Bij
een oud houten beeld mag men de
tijd van het groeien van de boom
wel verwaarlozen. Dit onderzoek is
echter een kostbare geschiedenis.
VRAAG: Wanneer gaat de garan
tie van electrisch apparaat in: als
het geleverd wordt, dan wel als het
totaal afbetaald is.
ANTWOORD: Nauwkeurig staan
Hartelijk dank voor alle mooie
Kerstkaarten en nieuwjaarswen
sen ons door vragenstellers van dit
jaar toegezonden.
de gegevens op het garantiebiljet
aangegeven. Teken niets, voor u
alle voorwaarden van levering ter
dege heeft doorgenomen.