'De Spiegel was in begin helemaal vaders werk' fjm Uw probleem ook het onze Oploskerk f *w// De poppen van Couzijn Simon: zeer verlokkende expositie i'Wf llr MAANDAG 8 DECEMBER 1975 BINNENLAND TROUW/KWARTET door Fred Lammers ARNHEM „Ik ben er trots op een dochter van Willem Kirchner te zijn, de man die in 1906 het christelijk weekblad De Spiegel ging uitgeven. Ik weet wat hij er allemaal voor over heeft gehad om het ideaal, dat hij als zijn levenstaak is gaan zien, te realiseren. Daar om vind ik het verdrietig als daaraan achteloos wordt voor bijgegaan." Dat dit laatste ge beurt, daarmee werd mevrouw *G. E. Kirchner, de 81-jarige dochter van de geestelijke va der van het blad, dat eens be kend was in duizenden christe lijke gezinnen, nog zeer recent geconfronteerd nu een boek is verschenen met een bloemle zing uit 63 jaar Spiegelhistorie. „Vader was tot aan zijn dood, in fe bruari 1921, de man achter De Spiegel. Tot 1928 heeft zijn naam op het omslag gestaan. Toen nam Zomer en Keuning de uitgave over. In het boek, dat nu is ver schenen als historisch document, komt zijn portret echter niet voor. 'Er »jn een paar pagina's uit 1921 in het boek gereproduceerd, maar niet de voorpagina waarop vader uitvoerig werd herdacht. Dat vind ik een groot gemis. Piet Terlouw, die het boek heeft samengesteld, schrijft in het voorwoord dat. de eerste tientallen jaren van De Spie gel voor zijn tijd waren. Maar his torie schrijven is toch niet alleen schrijven over wat je hebt meege maakt? Je moet dan speurwerk gaan verrichten en dat was in dit geval niet zo moeilijk geweest." Truus Kirchner is evenals haar va der destijds was, een strijdbare fi guur. De aanleiding dat ik bij haar zit in haar Arnhemse herenhuis, dat uitziet op Sonsbeek, is een briefje dat zij onze redactie stuur de en waarin zij aanbood iets te vertellen over die vergeten periode uit de Spiegelgeschiedenis. „Mijn kennissen vinden het vreemd dat ik dit heb gedaan. Gisteravond had ik mijn zuster nog aan de telefoon en toen ik haar vertelde dat u kwam, liet zij duidelijk merken dat .zij het wel een beetje brutaal van me vond. Maar als je niets zegt, ge beurt er ook niets. Ik doe het niet voor eigen eer, maar alleen omdat •ik vind dat de mensen wel eens mo gen horen wat er allemaal voor kwam kijken alvorens zij die Spie gel in hun brievenbus kregen." Reuma-aanval Het eerste Spiegelnummer, dat op 22 september 1906 verscheen, had .al veel voeten in de aarde. „In de weken waarin dat nummer moest worden voorbereid, kreeg vader een acute reuma-aanval. Hij was er heel naar aan toe, maar ja. dat eerste nummer was aangekondigd en moést verschijnen. Daar was vader alles aan gelegen. We heb ben toen dagenlang bij zijn bed ge zeten om hem binnen- en buiten landse kranten voor te lezen. Zo doende was vader goed op de hoogte en vanuit zijn bed heeft hij vervolgens die eerste Spiegel gere digeerd. Dat vader met het uitgeven van een christelijk weekblad begon, was een hele onderneming, ik mag wel zeggen dat het een geloofsdaad was. Vader was uitgever in Am sterdam. In zijn zaak aan de Bloemgracht, in het hart van de Jordaan, gaf hij boeken uit van christelijke auteurs en vooral van theologen, zoals van ds Kuyper, de broer van de staatsman Abraham Kuyper. Bij vader verscheen ook de Amsterdamsche Kerkbode en de bekende scheurkalender. Uit de fonteinen des heils. Als ouderling van de gereformeer de kerk werd vader er mee gecon fronteerd dat er geen weekillustra- De oprichter van De Spiegel, Willem Kirchner. Mevrouw G. E. Kirchner: De abonnees stroomden binnen tie was voor christelijke gezinnen. Langzamerhand ontstond het plan daarin te voorzien. Het financiële probleem dat er aan was verbon den, werd grotendeels opgelost toen vrienden aanboden te helpen. De Spiegel sloeg meteen reuze aan. De abonnees stroomden binnen. „Nu wordt er soms minachtend over de inhoud van die eerste Spie gels gesproken. Men heeft het dan over de vele foto's van dominees en bondsdagen die er in stonden. Men vergeet dan, dat het een ande re tijd was zonder televisie en met nauwelijks foto's in de dagbladen. De mensen wilden die foto's over kerkelijke zaken. Naar het ver schijnen van een nieuwe Spiegel die naam werd ook door vader be dacht werd elke week uitgezien, vooral in de kleine doppen". Willem Kirchner had geen staf van medewerkers achter zich. „Vader deed alles zelf. De hele Spiegel was van A tot Z zijn werk, op de foto's na, die hij in de regel van Vaz Dias betrok of door een fotograaf liet maken. Het hele land reisde hij door, alles per trein, en vaak kwa men mepsen over wie hij iets wilde schrijven bij ons thuis. Als het no dig was ging vader ook naar Duits land en Engeland. In die tijd waren dat wereldreizen". Blanco voorpagina „De problemen die soms onver wacht ontstonden moest hij alleen oplossen. Eens heeft hij een voor pagina blank gelaten omdat ds Vonkenberg, een bekende man bij de gereformeerde jongelingsver enigingen, wiens foto op het om slag zou komen, op het laatste mo ment medewerking weigerde. Op de plaats waar het fotobijschrift had moeten staan werd de reden vermeld van de vreemde aanblik die de pagina bood. De betrokkene vond het niet leuk op die manier in zijn hemd te worden gezet. Zo was vader ook. Hij liet niet met zich spotten". Op zaterdagavond moest de kopij voor De Spiegel van de daaropvolgende week op de post naar Nijmegen, waar het blad bij Thieme werd gedrukt. „Va der bracht het materiaal persoon lijk te voet naar het hoofdpostkan toor in Amsterdam. Om beurten mocht een van zijn acht kinderen met hem mee. Onderweg werd er dan heel wat afgepraat. Ik bewaar goede herinneringen aan die wan delingen. Donderdags arriveerden de gedrukte Spiegels bij ons thuis. De gang stond dan vol en het hele gezin kwam in actie om te helpen bij de verzending. We leefden allen mee met het wel en wee van vaders lijfblad. Mij zal altijd bijblijven dat vader op een dag tegen ons zei dat we die avond onze zondagse jur ken en pakken moesten aantrek ken omdat we een etentje hadden. Het bleek dat De Spiegel tien jaar bestond en dat wilde vader vie ren". Bij het orgel „Hoewel hij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in de weer was, maakte hij altijd ogenblikken vrij voor zijn gezin. Zondagsavonds, als moeder naar de kerk was, las hij voor: een mooi gedicht of uit een boek van Dickens. We zöngen zondags ook altijd met elkaar bij het orgel en de piano en met een viool erbij.'We hebben een prachti ge jeugd gehad in het achttiende- eeuwse grachtenhuis, dat zoals de gevelsteen aanduidde Vrede zij mijn doelwit' heette." „Er werd natuurlijk wel eens geru zied door al die kinderen. Als het te erg werd riep vader uit zijn kan toortje naar boven: ,Denk er om: vrede zij mijn doelwit'. Zo zal ik ook nooit vergeten dat vader mij eens uit Groningen, waar hij een universiteitsdag bijwoonde, een prentbriefkaart stuurde, waarop hij schreef: ,Ik heb vandaag veel gehoord over het onbekende, maar ik weet nog volkomen dat jij mijn dochter bent.' Onze ouders dach ten altijd om hun kinderen". Zuinig zijn Al liep De Spiegel goed, de Kirch- ners. werden er niet rijk van. „Vrij dagsavonds keek vader in zijn por temonnee hoeveel geld er was om boodschappen te halen. Vaak kon den we alleen het hoognodige ko pen. Ik heb zodoende als kind ge leerd zuinig te zijn en dat ben ik ge bleven. Vader en moeder belastten ons echter niet met hun proble men. De enige keer dat ik vader in de put heb gezien was in 1914, toen ik onverwacht zijn kantoor bin nenkwam. Hij zat met zijn handen onder zijn hoofd en huilde omdat hij. die middag had gehoord dat moeder blind zou worden en waar schijnlijk nog maar een half jaar had te leven. Dat eerste is uitgeko men, maar moeder is 86 gewor- ripn" Papieren herinneringen aan haar vader heeft mevrouw Kirchner weinig. „Bij de slag om Arnhem is bijna alles verbrand, ook de kost bare bibliotheek van vader. Daarin stonden de in zwart kunstleer, goud-op-snee, gebonden Spiegel- jaargangen, speciaal voor vader op kunstdrukpapier gedrukt. Het eni ge dat ik in mijn vluchtkoffertje heb kunnen stoppen is het poëzie album, dat vader in juli 1886 op zijn verlovingsdag aan moeder gaf: Daarin staat het door hem ge maakte gedicht, eigenhandig in sierlijke letters geschreven, waar mee moeder kort voor haar heen gaan steeds bezig was". Mevrouw Kirchner loopt de kamer uit en komt even later met een in bruin leer gebonden album aan dragen. Ze leest me een gedeelte van het gedicht voor: „Daar aan de gouden poort, waar ik reeds de vreugd geniet, wacht ik tot mijn oog u ziet, totdat mijn oor u hoort. Dan gaan we saam de Godsstad binnen, waar we in volmaaktheid Jezus minnen, tot in der eeuwen eeuwigheid". Mevrouw Kirchner schetst haar vader als „een piëtistisch man" zoon van een Duitse kleermaker die op vijftienjarige leeftijd zijn vader reeds moest missen. Zelf werd hij evenmin oud. Na zijn heengaan nam Truus Kirchner de leiding op zich van het gezin met opgroeiende kinderen en zij bleef nadien nog lange tijd voor haar blinde moeder zorgen. De Spiegel heeft mevrouw Kirchner later slechts af en toe gezien. „De nieu we uitgevers hebben nooit de vriendelijkheid gehad moeder een gratis abonnement aan te bieden. Ons erop abonneren wilden wij niet. De Spiegel werd voor ons ver leden tijd toen vader stierf. Ik heb er dan ook geen hartzeer over ge had toen dat blad in 1969 ver dween. Het leek toen weinig meer op vaders blad. Ik ben er echter van overtuigd dat als vader niet zo betrekkelijk jong hij werd 54 zou zijn gestorven. De Spiegel ook wel zou zijn gemoderniseerd. Va der was een man die met zijn tijd meeging. Op zijn laatste ziekbed was hij nog druk doende met ver nieuwingsplannen". Als ze mij de hand ten afscheid geeft zegt mevrouw Kirchner: „Het klinkt misschien raar, maar één van de redenen dat ik nooit ben ge trouwd was ook, dat ik het vrese lijk zou hebben gevonden de naam Kirchner te verliezen". („Dit was De Spiegel" is een uitga ve van Zomer en Keuning BV, Prijs 19,90, tot 1 januari 15,90). door Mink van Rijsdijk -r m Wrêm m Architecten in Moskou gaan een kerk bouwen. Dat is we reld- en frontpaginanieuws, want het laatste godshuis werd daar in 1917 opgetrokken. Het is niet nodig dat wij hier te lande dankdiensten gaan organiseren voor deze kerkbouw. Het wordt namelijk alleen een bedehuis voor de deelne mers aan de Olympische Spelen, die in 1980 in Moskou worden gehouden. Zodra het Olympisch vuur is gedoofd, blaast men ook het kerkkaarsje weer uit. Met rappe hand zal dan de Olympische tempel worden omgebouwd tot pa leis van de staat, waar huwelijkssluitingen worden ge pleegd. Ik kan me voorstellen dat veel vaders en moeders van christelijke huize, die discuswerpende zonen of ver springende dochters hebben helemaal blij waren met het bericht over die Olympische kerk. De idee dat hun top- sporterige spruiten in een kleedkamer om de gouden plak moesten bidden is wat stuitend. En iets minder op de 'me- dailletoer gedacht, een gemeenschappelijke lofzeggingen schuldbelijdenis komt toch pas in een echte kerk tot zijn recht. Vandaar hun enthousiasme en waarschijnlijk liggen ze niet wakker bij de gedachte dat Russische christenen na afloop van de spelen geen kerk rijker zijn. Het lot van hen is nu eenmaal belabberd en daar doe je niets aan. Waarom zou je je dan zinloos opwinden? Zo'n sport'dorp kost kapitalen en het is logisch dat men alles zo bouwt dat er achteraf een andere bestemming aan gege ven kan worden. Men moet in deze dure tijden econo misch denken. Woorden als oplos- of wéggooikerk spreken hen niet aan. Hun kinderen kunnen straks devoot mediteren in een ech te kerk en dat versterkt en vertroost het hart. De ontspan ning, die daarvan uitgaat zou ook weieens goed voor de spieren kunnen zijn, ha ha ha. Maar ik werd een beetje misselijk van die Olympische kerk. Niet omdat ik zo'n gebouw als superheilig wil zien. jn In mijn jeugd zeiden de anti-bioscoop-mensen: als je in bepaalde gelegenheden niet zou kunnen sterven, moet je 'I er ook niet vertoeven. Nou lijkt me in een kerk doodgaan s ook een heel gedoe en bovendien erg storend voor de an- dere aanwezigen, maar tenslotte is het niet iedereen be- schoren rustig in bed te overlijden. Daarom is een beetje nuchterheid over zogenaamde heilige of onheilige gebou wen wel gewenst. Maar ik zit wel met die Russische christenen, die zo^ wreed geconfronteerd worden het feit dat er wel ruimte gecreëerd wordt voor heilbegerige topsporters, maar niet voor hen. De vraag is zelfs gerechtvaardigd of er in het ft| Olympische huis des heren door atleten voor de Russi sche broeders en zusters kan worden gebeden. Tegen allerlei onrecht wordt actie gepleegd. Dat is goed. Actie veronderstelt in ieder geval dat mensen bepaald worden bij onderdrukte groepen en politieke overheer- sing. Sport kan in een onvrije wereld geen sport meer zijn, het is politiek geworden. Zo is het ook met religie, kunst en wetenschap. Vrijblijvende zaken bestaan nauwe- el lijks meer. Het solidariteitsgevoel wordt van dag tot dag getest. Je hoeft geen onheilsprofeet te zijn om te stellen dat het in 1980 allemaal nog niet zo riant zal zijn. Voor het elitaire groepje van sportfanaten wordt een kerk gebouwd. „Kom, ga met ons en doe als wij", kunnen ze er in ieder geval niet zingen. Een kerk boycotten lijkt een onzalige zaak, maar is het dat ook? Zou het niet een indrukwekkende manifestatie zijn als het toekomstige trouwpaleis in de periode dat het als kerk is ingericht leeg bleef, uit protest tegen onder drukte christenen? Kan een kerk eigenlijk wel echt een bedehuis zijn voor een exclusief groepje? door Annemarie Lücker In Galerie K 276 aan de Keizers gracht in Amsterdam wordt tot en met 11 januari een uitzonderlijke collectie antieke poppen en speel goed geëxposeerd. Terwijl boven tot de vorige week de kleurenli tho's „Labyrinthen" van Gertie Bierenbroodspot te zien waren, is de strakke benedenruimte een bi zarre maar sobere achtergrond voor de schitterende poppen en het ingenieuze opwindbaar blikken speelgoed van Qouzijn Simon. Tien jaar geleden kwam hij voor de eerste keer via een verzamelaar in aanraking met antieke poppen. Hij raakte dermate gefascineerd dat hij nu sinds anderhalf jaar in de Nieuwe Spiegelstraat 48 in Am sterdam een piepklein pandje heeft, waarvan kenners en verza melaars weten dat het hier.om.een unieke collectie gaat. Wie denkt dat deze poppen bij uit stek thuishoren in een romantische meisjeskamer heeft het mis. Het aanleggen van een antieke poppen- verzameling is een serieuze en een kostbare onderneming. Kenners letten niet op een lief koppie of een mooie jurk, ze letten in de eerste plaats op de ogen, op de mond, de handjes en ze proberen er achter te komen of er geknoeid is met de sa menstelling van het lijf en de lede maten. Het haar is niet zo belang rijk. want alle kinderen hebben ooit wel eens de schaar gezet in de lokken van hun lievelingspop en dat deden ze in 1880 ook al. zeker tijdens de polka mode in 1920. Hoe wel het hebben van mooie poppen ook toen een kostbare zaak was. Rijke kinderen (arme hadden geen mooie poppen) mochten meestal uitsluitend onder toezicht met hun poppen spelen. Misschien is dat wel de reden dat er zulke fraaie exemplaren bewaard zijn. De Franse poppen worden het mooist geacht. Beroemde Franse poppen- makers waren Jumau, Steiner en Bru van rond 1860. De koppen van deze poppen zijn van porselein, vaak werd het ontwerp van een kunstenaar gebruikt voor de mal waarvan de kop „getrokken" werd. In de vroegste periode hadden de vpoppen gesloten monden, later gin gen deze iets open en waren er wat tandjes te zien. Nog later kregen ze „slaapogen". De oogjes zijn ge maakt van handgeblazen glas. ze kwijnen je tegemoet, nog echter dan echt. Opvallend in deze tere poppekoppen zijn de haast volwas sen. zwaar gearceerde wenkbrau wen. Veel later kwamen de karak terpoppen. poppen met een typisch jongens- en meisjesgezicht. De oudste pop uit de collectie van Couzijn Simon is een witte houten gesneden Hollandse pop uit zeven tien honderd, die waarschijnlijk is gemaakt door een kunstenaar. Onwaarschijnlijk zijn twee perfect geklede dames met een badmin- tonracket in de hand. Ze staan op een platfompje met wieltjes en ze kunnen ook nog bewegen. Poppen dienden vroeger in eerste instantie als mannequin om h ontwerp van een nieuwe opdrac p te tonen. Zo is er een pop met eaw wassen kop in een witsatijni tg bruidsjurk met sleep, bezaaid m io petieterige corsages. De toebeh n ren worden niet vergeten, mini gl cés liggen naast een leren koffe 1 tasje in de vitrine, de meest schoentjes zijn van leer, kleine gt breide kousjes hebben een p; J troontje en aan de meeste ondei1(j kleding is net zoveel aandacht b^et steed als aan de rest. Bij het zie ai van al deze beeldschone poppe oi wordt de wens er zelf ook een t hebben erg groot. 11 Couzijn Simon heeft in z'n winke in de Nieuwe Spiegelstraat eei J aantal poppen met een rood plak f kertje (verkocht). Mensen die „be,, zeten" raken kunnen na een eersti J aanbetaling wachten tot ze het res t> terende bedrag bij elkaar ge ei spaard hebben. Tot nu toe dacht i) ai dat uitsluitend betalingen vai kleuren-t.v. en wasmachine of deze wijze geregeld konden wor den. Vraag: Wat maakt u van de afbeel ding van de hierbij afgebeelde munt van 1793? Wij dachten aan een afbeelding van de koning-stad houder Willem III. Antwoord: Onze eerste reactie was: dat kan niet. want dat klopt niet met het jaartal. Verder zoch ten wij in Amerika en dat zou met het ruiterfiguurtje weer wél uitko men. Het Rijkspenningkabinet geeft in zulke gevallen uitkomst: aan het eind van de 18de eeuw was in Engeland het kleingeld schaars. Particulieren gaven in vele plaat sen hulpgeld uit (Tokens). Men be loofde dit geld voor het aangege ven bedrag weer terug te nemen. "Mogelijk staan de namen van de ondernemers Holland Andrews te Petersfield (Hampshire) op de kant vermeld. Wat Willem III daar mee te maken heeft? Zijn stand beeld is in deze plaats net zoiets als dat van Michiel de Ruyter in Vlis- singen. Vraag: Ter gelegenheid van mijn jubileum kreeg ik een fles in een heel fraaie verpakking. Er staat o.a. op VSOP. Wat betekenen die letters? Antwoord: Very Selected Old Pro duct, hetgeen betekent, dat de in houd het resultaat is van buitenge wone zorg en selectie, bereiding en verpakking, minimaal 8 jaar gela gerd op houten fust en dat uw vrienden hun waardering voor u op een bijzondere manier tot uit drukking brachten. Het is jammer, dat u verder geen mededeling deed over de rest van het opschrift. Ook dat zou de moeite van even nëkij- ken wel waard zijn. Reactie De Gortpan: Een van onze lezeressen kwam ons persoonlijk haar oude gortkookpan demon streren: twee. aan één kant geslo ten cilinders, allebei voorzien van een trekhandvat, precies en soepel over elkaar heen glijdend. De on derste werd geheel gevuld met Vragen (één por brief) zendon naar: Uw probleem ook het onze. Postbus 507, Voorburg. Naam en adres vermelden. Eén guldon aan postzegels bijsluiten. Geheimhou- ding is verzekerd. deeg, dat, terwijl het uitzet, de bo venste cilinder terugduwt. Hoewel de fabricage van deze kookpan of bus niet moeilijk en kostbaar is, hebben we in geen enkele winkel een dergelijk apparaat kunnen vinden. Vraag: Ik heb een ets, gesigneerd J. C. Nachenius. Kunt u iets over hem en zijn werk opzoeken voor ons? Antwoord: Jan Coenraad Nache nius werd in 1890 geboren. Hij was leerling van Dysselhof en Haver kamp. Hij werkte te Bloemendaal en Bennekom. later te Garderen. Zijn voortreffelijke tekeningen en etsen kan men in verschillende musea bewonderen (Rijksprenten kabinet, Boymans v. Beuningen, Teylermuseum en andere collec ties). Naar aanleiding van de vraag over de abacus van enige weken geleden, schreef men ons dat op de school van „Ba'rtiméuste Zeist, hiervan gebruik wordt ge maakt in de rekenlessen. De vorm is iets anders: Boven de afschei ding zijn niet vijf maar vier kralen en daaronder slechts een en niet twee kralen, maar het principe i^ zeer eenvoudig en efficiënt. De leerlingen vonden het heel grappig te horen, dat hun „rekenboek" al zoveel duizenden jaren oud is. Vraag: Wij hebben een paar schil derijen: één gesigneerd Leonida Sologaub, voorstellende rotsen en zee bij Capri, een tweede gesig neerd Leonid Sologub, voorstellen de stervende bomen in het Haagse Bos. Nu vertelde men ons dat deze twee van dezelfde schilder afkom stig zouden zijn. Ik kan het niet ge loven: de stijl is volkomen anders. Antwoord: Tóch is het zo: De schil der werd in 1884 in dé Kaukasus geboren. Hij studeerde in Peters burg en werkte in Italië. Uit zijn Russische tijd waren er veel stads gezichten en grote krijttekeningen. Uit de Italiaanse periode waren er zonnige en scherp gewerkte land schappen, met veel lichtcontras ten, uit de laatste periode (tot 1956) droefgeestige en sfeervolle bosge zichten. Hij was lid van Pulchri en de Haagse Kunstkring. In het Haagse Bezuidenhout was hij een zeer bekende figuur. Rectificatie: Het woord Heurige hangt samen met Heu-er, niet met Heu-te. De eerste lettergreep Heu (middelhoog Duits Hiu (deze) is wel dezelfde, maar de tweede let tergreep „te" hangt samen met Tag, terwijl „er of yer" samen hangt met Jaar. Heuerige betekent dus inderdaad: wijn van dit jaar, als open wijn (voornamelijk bij de wijnboer zelf of in zijn directe om geving). De wijn, die, gebotteld in ons land, daar heel dicht bijkomt is de Gröner Veltliner uit de Wachau bij Wenen. Vraag: Hoe reinig en onderhoud ik heel vieze oude ijzeren gewichten? Antwoord: Eerst in een blik met petroleum weken. Daarna met zand of schuurmiddel en staalwol schuren. Als alles glad is, gebruikt u voor blank ijzer een klein beetje olie, voor zwart ijzer kachelglans of zwart schoensmeer. Op deze manier maakt men ook vuile haard potten en dergelijke zaken schoon. Gebruik hiervoor wel oude handschoenen. Vraag: De geglazuurde gevelsteen gaat barstjes vertonen. Is dit nog te redden? Antwoord: Helaas gebeurt het va ker, dat er onder invloed van warmte en vorst barstjes komen in het glazuur. Als vocht, bv. sneeuw water, hier binnendringt en het gaat vriezen, dan gaat er natuur lijk nog meer stuk. Probeer het eens met witte vaseline en contro leer nu en dan of u de behandelui moet herhalen en hoop er het best van! Vrager» van verschillende lezer ie die uitgeleende boeken terug wi len hebben, maar niet meer weteif® waar ze die kunnen vinden. Antwoord: We kunnen daar ech niet aan beginnen, maar willen namens hen vragen: geef toch bundels van Johannes de Heer die Woensel Kooys eens aan rechtmatige eigenaars terug. Alge ze er niet zo naar verlangden, zou den ze het niet op deze manier ten vragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 6