Boek van de Maand: boeiend en betrouwbaar Ik lees alleen dit rechtse ochtendblad Vandaag Uitgezonden Gegevens "Antwoord" Over gestalten van geloof in de wereld van nu voorbijgangers! ZATERDAG 6 DECEMBER KERK TROUW/KWARTET door A. J. Klei De Haagse dominee Blomaard en de Utrechtse emeritus hoog leraar Van Itterzon hebben ruzie met elkaar. Voeren een pole miek, noemen ze dat in de kerk, en ze hebben gelijk, het klinkt aanmerkelijk meer verheven. Dominee Blomaard had in het Orgaan van de bond van Nederlandse predikanten een aantal onaardige opmerkingen gemaakt over professor Van Itterzon. De laatste kreeg van vrienden het advies daar niet op in te gaan, maar, zo deelt professor Van Itterzon in het Hervormd Weekblad mee, „dat wilde ik echter BI. niet aandoen". Professor Van Itterzon schrijft consequent „BJ.", alsof het volle dig neerpennen van de naam van zijn tegenstander hem te veel (eer) is. Welnu, BI. klaagde ook over de stijl van Van Itterzon, deze Zou als twéé druppels watei- lijken op die van een rechts och tendblad. Professpr Van Itterzon vraagt zich af Welke krant BI. be doelt: „De Telegraaf of Trouw of nog weer een ander ochtendblad als b.v. de Volkskrant" Van deze bladen lees ik alleen Trouw, zo dat ik graag zou willen weten of ik met" het lezen van dit rechtse ochtendblad mijn stijl dagelijks laat besmetten." „Dit rechtse ochtendblad Het staat er, zwart op wit, in het Hervormd Weekblad. 87e jaar gang 1975/1976 no. 4310 don derdag 6 november 1975. Ik leef de helemaal op toen ik die woor den las. Deze hooggeleerde om schrijving zou ik voortaan vol fierheid werpen aan de voet van alle mopperaars op dat lmkse Trouw met z'n gezeur over Ame rika. z'n gezanik over Zuid-Afri- ka. z'n gedram over oecumene en ontwikkelingswerk, met nooit de hand in eigen linkse boezem of een fijn interview met een echte kerel zoals Luns, nee hoor, ze draven liever achter Den Uyl en zijn potverteerders aan Laat ze maar kletsen, overwoog ik strijdlustig, als zé weer praatjes hebben sla ik ze alles uit de hand met dit getuigenis over onze krant van de onverschrokken confessionele voorman Van Itter zon. Ik gaf mij geheel over aan tevre den gedachten, tot ik hierin ge stoord werd door een collega die mij de tekening overhandigde, die bij dit verhaaltje staat. Hij, of om exact te zijn, zijn vriendin was deze cartoon tegengekomen in „Straks studeren", een publi- katie van het ministerie van On derwijs en Wetenschappen, en het plaatje diende ter opvrolij king van een tekst over het stude ren- van theologie. Leuk voor de kerkpagina, sprak mijn collega warm aanbevelend en omdat je zo'n jongen niet voor 't hoofd wil stoten, pakte ik de tekening aan. Wat zien wij? Twee dominees, van wie de één de bijbel omarmt en de ander Trouw leest. Zij doen dit in toga en op de kansel. De do minee met de bijbel is een gezelli ge pastor, dat zie je zo: een beetje gezet, een beminnelijk gezicht en reken maar dat die je niet lastig valt met Angola of een verkeerd soort sinaasappels. Zijn collega is aanmerkelijk minder sympa thiek getekend. Om te beginnen maakt oppervlakkige beschou wing van de prent reeds duidelijk dat deze man niet pagina twee leest maar elders in de krant be zig is, en dan vrees ik het ergste. Voorts heeft-ie lang haar en dat is uiterst bedrieglijk. Is hij een link se vogel of een rechtse rakker? Ik bedoel: een onthecht links man netje dat nog niet in de gaten heeft dat links alweer in 't kort gaat of een gewiekste rechtse vent die met lange lokken pro beert zichzelf te verkopen? En bij wie hoort onze krant dan? Forser geformuleerd: wat wil onze link se minister van Onderwijs sugge reren met het verschil tussen een hartelijke de bijbel omhelzende en een dubbelzinnige Trouw le zende predikant? Ik geloof dat ik aankomend theologen maar aan raad „Straks studeren" te laten voor wat 't is en snel te grijpen naar het Hervormd Weekblad, no. 4310. door drs Haye Mintjes Er is weer een nieuw Boek van de Maand uit: ditmaal een fors werk over de verschillende gods diensten onder de titel „Antwoord, gestalten van geloof in de wereld van nu". Een boek dat er zijn mag. Wie deze maand nog op zoek moet naar een waardevol cadeau moet hier beslist eens aan den ken. De schikkelijke actieprijs maakt het er nog aantrekkelijker op. Het zal trouwens niet toevallig zijn dat dit boek juist in december verschijnt. In de serie Boek van de Maand heeft men zich weer eens aan een „moeilijker" boek gewaagd. Moei lijker wat het onderwerp betreft. Het is beslist niet zo dat dit boek moeilijk leest. Het is vlot en helder geschreven. En het zet de lezer geen weerzinwekkende hoeveel heid vreemde woorden en weten schappelijke termen voor. Het mag waar zijn dat in onze sa menleving godsdienst in zijn tradi tionele vorm en instellingen voor velen aan betekenis heeft verloren of zelfs geheel heeft afgedaan, maar dat is maar één kant van de zaak. Tegelijkertijd is er ook een veelsoortig zoeken naar nieuwe vormen van religieus beleven. De belangstelling voor religies en reli gieuze vragen is allesbehalve ver dwenen. Dat is iets wat ook menig boekverkoper zal kunnen beamen. Bij die onmiskenbare belangstel ling hebben de schrijvers van dit nieuwe boek ook willen aankno-, pen. Hun arbeid heeft ons een prachtig boek opgeleverd. Wie de auteurslijst eens doorneemt zou FAMILIEBERICHTEN kunnen van maandag tot en met vrijdag telefonisch tot 16.30 uur opgegeven worden op nummer 020-913456; en van 16.30-20.00 uur op nummer 020-220383. Dit laatste num mer geldt ook voor ZONDAG AVOND en dan van 18.00-20 00 uur. Onze adressen: AMSTERDAM: Direktie - commerciële afdelingen - administratie: Wibautstraat 131 tel. 020-913456 Postbus 859 Redactie: Nieuwe Zijds Voorburg wal 280, Amsterdam. Tel. 020-220383. Postbus 859. DEN HAAG/LEIDEN: Parkstraat 22, Den Haag Tel. 070-469445. Postbus 101. ROTTERDAM/DORDRECHT: Westblaak9, Rotterdam. Tel. 010-115588. Postbus 948 ZWOLLE/GRONINGEN: Melkweg 56, Zwolle Tel. 05200-17030. Postbus 3. ook niet anders hebben verwacht: stuk voor stuk gedegen kenners, die weten waar zij het over heb ben. Voor alle duidelijkheid, het is geen theologisch boek. Het is geen boek waar een christen of muslim of wie ook zijn gelijk kan halen. Het beantwoordt niet de vraag welke godsdienst meer waar en waard is dan een ander. Het is een boek over mensen, het ziet godsdienst als menselijk „antwoord". Of dit een antwoord op een werkelijk of een vermeend „iets" is, of het ene antwoord beter is dan het ander, is een zaak van ieders eigen geloof. Dit boek gaat van menselijk geloof als een gegeven uiten beschrijft de verschillende gestalten die het aan neemt. Het wil niet óver godsdien sten spreken maar vanuit de gods diensten en laten zien wat zij voor hun aanhangers betekenen. En dan is elke religie waar, omdat hij voor zijn aanhangers waar is. Het is ook niet bedoeld als een nieuw handboek over godsdien sten naast de vele, die er al be staan. Het wil een ander boek zijn. Een boek over levende mensen in onze wereld van nu. Daarom be handelt het niet godsdiensten, die niet meer bestaan of die niet meer van grote betekenis zijn. Dat laat ste is volgens de schrijvers met taoïsme en sjintoïsme het geval. En bij de godsdiensten die wel aan bod komen gaat het ook meer om hun actuele werkelijkheid dan om hun geschiedenis. Toch is kennis 'van <^e geschiedenis nodig, omdat wat mensen van nu geloven veran kerd is in de traditie. Opzet De behandelde godsdiensten zijn hindoeïsme, boeddhisme, joden dom, christendom en islam. Daar naast wordt in een apart hoofd stuk (I) ook aandacht geschonken aan de godsdienst van de schriftlo ze volken, vroeger vaak primitieve religie genoemd. Dat niet één schrijver maar ver scheidene specialisten aan het werk gezet zijn, is ongetwijfeld de kwaliteit van het gebodene ten goede gekomen. Het gevaar van zo'n werkwijze is altijd dat de een heid zoek raakt en de beschrijvin gen slecht op elkaar zijn afge stemd. Dit gevaar heeft men geluk kig met succes bezworen door de auteurs vast te pinnen op een strak schema. Elke godsdienst wordt, na een beknopt historisch overzicht (hoofdstuk II), behandeld naar ze ven aspecten: de boeken, de mens. de goden of machten, het heil. het ritueel, de ethiek en de instituties (hoofdstuk III). Men heeft daarbij een originele op zet bedacht. Om de lezer in staat te stellep zonder steeds heen en weer te moeten bladeren vergelijkingen te kunnen maken worden de gods diensten niet na elkaar maar in ko lommen naast elkaar beschreven. Zo vindt men handig bijeen wat bv de heilsopvatting van de ver schillende godsdiensten is zonder dat de godsdiensten in de tekst döor elkaar gehusseld woraen. Ik blijf het jammer vinden dat de Hindoeïsme Aum of Om teken (Sanskriet) sym bool van het Ene Zijnde, brahman. Hier volgt een aantal gegevens over het Boek van de Maand. 'Antwoord Gestalten van geloof in de wereld van nu'. Hoofdredactie: prof. dr J. Sperna Weiland. Redactie: prof. dr Th. P. van Baaren, prof. dr M. A. Beek, prof. dr A. van Biemen, P. A. W. van Delft, prof. dr H. Faber, prof. dr M. S. H. G. Heer- ma van Voss, prof. dr J. H. Kamstra, prof. dr H. J. L. van Luijk, prof. dr C. W. MÖnnich, prof. dr D. C. Mulder, H. Samson, drs. A. J. Vink en dr K. Wagtendonk. Formaat: 24x32 cm Omvang: 216 pagina's, waarvan ruim 80 pagina's in vier kleuren en met meer dan 200 illustraties in kleur en zwart/wit. De hierbij afgedrukte illustraties zijn uit het boek. Oplage: 76.000 exemplaren. Uitgave: Meulenhoff International b.v., Amsterdam. Verschijningsdatum: 11 december 1975. Einde actieperiode: 10 januari 1976. Prijs t/m 10 januari: 22,50. Prijs na 10 januari: 42,50 Boeddhisme Het wiel der wet. symbool voor het achtvoudige pad. godsdienst der schriftloze volken niet, zoals wel een moment is over wogen, in deze kolommen maar in een apart hoofdstuk wordt behan deld. Deze godsdienst heeft de re dactie kennelijk problemen be zorgd. Hij kon niet overgeslagen worden, omdat hij springlevend is en het doen en laten van vele men sen bepaalt, ook daar vaak nog waar andere godsdiensten er in hun zendingsijver hun saus over heen gegoten hebben. Deze gods dienst paste echter minder goed in de gekozen opzet. Bovendien voel de men de behoefte dan ook in te gaan op hardnekkige misverstan den (primitief en kinderlijk) over de zgn. schriftloze volken en hun godsdienst. Nadrukkelijk wordt gesteld dat zij mensen zijn als wij „met dezelfde gevoelens, dezelfde verlangens, dezelfde dromen" en dat de grens tussen hun godsdienst en de onze niet scherp is. Maar door deze religie zo apart te behan delen zou men bij de lezer toch voorstellingen kunnen versterken, die men juist heeft willen bestrij den, namelijk dat hier een vol strekt ander soort religie naar vo ren komt. die amper iets met de overige vijf godsdiensten gemeen heeft. Een vraag is ook of het wel zo ver standig is te spreken over „de" godsdienst van de schriftloze" vol ken. Afgezien nog van de vraag of de term „schriftloos" niet een ver legenheidsoplossing is om „primi tief" of iets ander fraais te vermij den. Geeft het simpele feit dat deze volkeren schriftloos zijn en hun re ligies niet op een geschreven tra ditie berusten ons het recht hen als een eenheid te beschouwen en te beschrijven, en op die manier zo wel een papoea als een eskimo on der één noemer te brengen? Leer en leven Ook had iets meer uit de verf mo gen komen wat die schriftloze godsdiensten gemeen hebben met de praktijk van de vijf andere godsdiensten. Magische handelin gen, overgangsriten, ritueel herha len van mythen en tal van andere zaken komen ook daarin voor. Hier moet ik dan bij opmerken dat de schrijvers van hoofdstuk III naar mijn gevoel te uitsluitend bezig zijn geweest met wat in de vijf gro te godsdiensten de officiële leer voor het denken en handelen Is. Als men een beschrijving van de actuele werkelijkheid van de gods diensten als doel stelt, moet men niet alleen laten zien hoe een mus lim of christen zou móéten denken en handelen maar ook wat hij er van terecht brengt, wat hij er aan doet en er niet aan doet. wat hij er mee doet in zijn leven van alledag. Terecht wordt in het boek gezegd dat er vaak een grote afstand is tussen geloofsleer en feitelijke be leving van de gelovigen zelf. En dat wie de theologie en de geschriften van de vooraanstaande denkers bestudeerd heeft van die feitelijke beleving nog maar heel weinig af weet. „Het volksgeloof gaat zijn ei gen wegen en het trekt zich weinig aan van wat de theologen hebben Jodendom De menorah of zevenarmige kan delaar. Christendom Het lam Gods, symbool van de ver zoening van God met de wereld. Islam Shahada, de islamitische geloofs belijdenis. gezegd. Wie een godsdienst be schrijft wie levende mensen tracht te begrijpen moet ook het volksgeloof tot zijn recht laten ko men. De kaarsen, de rozenkrans, de amuletten, de magie in zijn vele vormen, Lourdes en Fatima en de Tibetaanse gebedsmolens horen erbij." Maar hoewel niet verzwe gen. komen die in de tekst toch niet genoeg aan hun trekken Dat „tekort" van de overigens voortreffelijke tekst wordt ten dele opgeheven 'door de talrijke, uitste kende foto's. Die geven uiteraard eeh ander beeld, de leer kun je nu eenmaal niet fotograferen, wel wat de mens ermee doet. Foto's zijn on- jnisbaar omdat er, zeker in de godsdienst, dingen zijn die zich niet laten zeggen of in beelden veel indringender op je afkomen. De redactie zegt dan ook dat de fo to's niet als aardige aanvulling ge zien moeten worden, die men ook wel zou kunnen missen. Het boek bestaat uit twee cjelen, een lees- en een kijkboek. Die beide vallen niet LICHT EN DONKER Wat is het licht toch fijn en wat goed is het voor de ogen om te zien dat de zon schijnt. Dus, als een mens veel jaren leeft j| dan moet hij daar vooral plezier in hebben, en tegelijk bedenken dat de dagen van donkerheid veel zullen zijn, alles wat komt is ijdelheid. (Prediker 11,7). Licht en donker strijden in dez woorden, van de Prediker. Het is e ook altijd allebei in ons levei Kierkegaard schrijft ergens ove zijn jeugd. Hij vertelt van zijn in nerlijke aandrift om z'n vriendei 1( te laten lachen. Hij vertelt een graj en hij schrijft later: iedereen lach! Z ik schrei. Het doet,denken aan eei woord van de spreuken-man: 'Ooi il onder het lachen kan het hart piji 61 lijden'. (14,13) Daar moeten wi o: mee leven. Er komen dagen vat jj donkerheid. Dagen die je vaak menselijk gesproken, alleen dooi e moet maken. En dan kan een men K wel eens denken: alles is ijdelheid voor niets, tevergeefs. Maar daar j' voor mag je de jaren van licht ei zon niet vergeten. Daar moet j< van genieten. Dat mag. Niet op eet nj zuinige manier. Wat gek eigenlijk er zijn nog altijd mensen die zeg gen: ik heb het goed, maar ik be# bang dat ik er nog wel eens vootQ( gestraft zal worden. Wat een verw ra rongen ideeën moeten achter zulkt j® woorden schuilen. Nee, het maf t voluit, omdat we het welgemeent krijgen, r e geheel samen. En de lezer wordt opgeroepen van die twee één boek te maken. Toch had de redactie ons daarbij nog wel wat kunnen helpen. Nu zijn het te veel twee boeken gebleven: één over de leer en de ander over het leven. In de tekst had iets meer kunnen staan waar het op de foto's om gaat. Eventueel in aparte blokjes tekst op de fotopagina's zelf. Een enkele maal gebeurt dat ook maar door gaans vindt men niet meer uitleg dan de mededeling waar de foto genomen is en summier wat er op staat. Dat is jammer van dit prach tige materiaal. Spinneweb Een belangrijk onderdeel is ook het vierde hoofdstuk met de aardi ge titel „Het Spinneweb". Religies kan men niet alleen als op zichzelf staande grootheden beschrijven. Hun aanhangers ontmoeten el kaar. Dit kan tot soms zelfs bloedi ge botsingen leiden. Maar ook tot beïnvloeding en versmelting waar uit weer nieuwe vormen van gods diensten kunnen ontstaan met ele menten van de oude. Dit hoofdstuk laat daarvan interessante voor beelden zien met het accent op onze eeuw. Ook de zgn., „oosterse renaissance" en andere alternatie ve vormen van zoeken naar reli gieuze beleving in het Westen ko men hier aan bod naast ook de afrikaniserende tendensen in de onafhankelijke kerken in Afrika. Zeer de moeite waard is ook hoofdstuk V over de wetenschap pelijke bestudering van de gods dienst, vooral de gedeelten over godsdienstpsychologie en gods dienstsociologie, beide nog jonge takken binnen het geheel der gods dienstwetenschappen. Toekomst Rest ons nog een enkele opmer king over het slothoofdstuk over de toekomst der religies. Gelukkig blijft het boek ook hier met beide benen op de grond staan. De stel ling dat godsdienst simpel wegge vaagd zal worden door weten schap wordt als onwaarschijnlijk afgewezen evenals de theorie dat we op weg zijn naar één wereldre ligie. De, geschiedenis leert dat godsdiensten taai en elastisch zijn en zich, al dan niet morrend, aan veranderde omstandigheden aan passen. Als oude mythen en sym bolen dof worden en verdwijnen maken ze weer plaats voor nieuwe. (Advertentie) Drie televisieprogramma's ga ven eerder dit jaar al een sa menvatting van het NCRV- onderzoek onder jongeren van 16 tot 20 jaar. Thans ik boekvorm versche nen Gerard C. de Haas DIE JEUGD VAN TEGENWOORDIG met het complete materiaal van de NCRV-enquête f 12,50 Ten Have - Baarn in de boekhandel „Soms is er even een leegte; de oude vormen zijn dood, de nieuwe nog niet gevonden" Dit hoofdstuk ziet ook in de toe komst godsdienst aanwezig, maar veranderd, omdat wij mensen en onze manier van geloven verande ren. Er blijft niet alleen gods dienst, hij blijft ook in zijn speci fieke vormen van hindoeïsme etc. Maar de grote goddiensten zullen niét meer onverschillig langs el kaar heen kunnen leven. Onder tussen zal ook aan het „spinne web" verder geweven worden. Op een boek dat zo'n kaleidoskoop van de levende godsdiensten wil zijn, zo'n breed terrein in beknopt bestek wil bestrijken, zal altijd wel wat aan te merken zijn. Maar wat het behandelt, doet het betrouw baar en boeiend. Het is eeh goed idee geweest dit als Boek van de Maand te lanceren. Drs Haye Mintjes is als weten schappelijk medewerker verbon den aan de theologische faculteit (afd. godsdienstwetenschap) van de Vrije Universiteit te Amster dam. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Bedankt voor Voorburg (toez.): H,11 Lofvers te Almelo; voor Stellen dam: B. M. Meijndert te Lunteren voor Gameren: J. C. Schuurman te[ Putten. GEREF.GEM. Beroepen te Kalamazoo (VS): J van Haaren te Amersfoort. GEREF. GEM. IN NED. Bedankt Voor Barneveld: J. d< j Groot te Rijssen. VRIJE EVANG.GEM. Beroepbaar: H. Mondeel, Ressen sestraat 9 te Ressen (post Bemmel) Bisschop Pletkus De apostolisch administrator van l( het bisdom Telsiai en de prelatuur Klaipeda in Litouwen, mgr. Juozas Pletkus, is op tachtigjarige leeftijd J overleden. Er zijn voor de zeven Litouwse bisdommen nu nog drie e bisschoppen in functie. „Onlangs vertelde mij een missio naris over een populair Kongolees liedje, dat op het ogenblik in Zaïre een tophit is. Het heet „Nakomintunka.ik vraag mij af'. ,God, ik vraag mij af', zingen de negers van Zaïre, .waarom wa ren Adam en Eva blanken?. waarom is Maria, waarom is Christus blank?.waarom zijn de engelen blank, en waarom is de duivel zwart?'. De strekking van het lied is duidelijk." Bovenstaande woorden sprak bis schop Bluyssen' van Den Bosch op 15 november 1973 en ik heb twee redenen om ze te citeren uit „Uit gezonden", een keuze uit radio- overwegingen en televisie-epilo gen. door de KRO ter gelegenheid van haar vijftig-jarig bestaan ge boekt voor de, naar verwachting, vele afnemers (uitg. Gooi en Sticht. Hilversum, 240 pagina's, prijs 22,90). Twee redenen. In de eefste plaats omdat het citaat aantoont dat een twee jaar oude overweging over de tekst „Wie zegt gij dat Ik ben?" nog zeer actueel kan zijn. Ten tweede omdat het mij gelegenheid biedt de aardige karikatuur die de (aan staande) classicus Herman Nauta van de Bossche bisschop maakte, in de krant te zetten. Om misver stand te voorkomen: het boek is niet geïllustreerd. Voor „Uitgezonden" werd gekozen uit de teksten van de laatste vier jaar. Hiermee is gelijk gezegd dat deze bundel niet mikt op jeugdsen timent en niemand gelegenheid schenkt om smullend van vroeger vast te stellen dat het tegenwoor dig niet veel zaaks meer is. De overdenkingen die de KRO afwis selend met de NCRV bij 't krieken van de dageraad uitzendt, vielen erbuiten omdat daarvan al het een en ander door de sprekers zelf in een boekje is gezet (zoals door Sjef Konijn, bij Gooi en Sticht). „Uitgezonden" is een boek voor ie der, katholiek of protestant, die op z'n tijd behoefte heeft aan een op beurend, vertroostend of verhelde rend woord. Dank zij de rubrice ring naar onderwerp hoeft de ge bruiker niet in 't wilde weg te zoe ken. Het enige dat aan „Uitgezon den" mankeert zijn personalia van de medewerkers. Goed, wie Al- frink is, of Simonis, weten de men sen wel, maar kan iedereen de al genoemde heer Konijn thuis bren gen? Of Jan ter Laak? Of Joost Reuten? Ik noem maar een paar namen. Het is natuurlijk mopi dat meditators het zonder titulatuur afkunnen (de samensteller van de bundel kan dit overigens niet), maar je hebt daardoor weinig hou vast. Maar nogmaals, dit is het eni ge wat ik op „Uitgezonden" tegen heb. ajk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2