Boek van de
Maand: boeiend en
betrouwbaar
Ik lees alleen dit rechtse ochtendblad
Vandaag
Uitgezonden
Gegevens "Antwoord"
Over gestalten van geloof in de wereld van nu
voorbijgangers!
ZATERDAG 6 DECEMBER
KERK
TROUW/KWARTET
door A. J. Klei
De Haagse dominee Blomaard en de Utrechtse emeritus hoog
leraar Van Itterzon hebben ruzie met elkaar. Voeren een pole
miek, noemen ze dat in de kerk, en ze hebben gelijk, het klinkt
aanmerkelijk meer verheven. Dominee Blomaard had in het
Orgaan van de bond van Nederlandse predikanten een aantal
onaardige opmerkingen gemaakt over professor Van Itterzon.
De laatste kreeg van vrienden het advies daar niet op in te
gaan, maar, zo deelt professor Van Itterzon in het Hervormd
Weekblad mee, „dat wilde ik echter BI. niet aandoen".
Professor Van Itterzon schrijft
consequent „BJ.", alsof het volle
dig neerpennen van de naam van
zijn tegenstander hem te veel
(eer) is. Welnu, BI. klaagde ook
over de stijl van Van Itterzon,
deze Zou als twéé druppels watei-
lijken op die van een rechts och
tendblad. Professpr Van Itterzon
vraagt zich af Welke krant BI. be
doelt: „De Telegraaf of Trouw of
nog weer een ander ochtendblad
als b.v. de Volkskrant" Van deze
bladen lees ik alleen Trouw, zo
dat ik graag zou willen weten of
ik met" het lezen van dit rechtse
ochtendblad mijn stijl dagelijks
laat besmetten."
„Dit rechtse ochtendblad
Het staat er, zwart op wit, in het
Hervormd Weekblad. 87e jaar
gang 1975/1976 no. 4310 don
derdag 6 november 1975. Ik leef
de helemaal op toen ik die woor
den las. Deze hooggeleerde om
schrijving zou ik voortaan vol
fierheid werpen aan de voet van
alle mopperaars op dat lmkse
Trouw met z'n gezeur over Ame
rika. z'n gezanik over Zuid-Afri-
ka. z'n gedram over oecumene en
ontwikkelingswerk, met nooit de
hand in eigen linkse boezem of
een fijn interview met een echte
kerel zoals Luns, nee hoor, ze
draven liever achter Den Uyl en
zijn potverteerders aan Laat
ze maar kletsen, overwoog ik
strijdlustig, als zé weer praatjes
hebben sla ik ze alles uit de hand
met dit getuigenis over onze
krant van de onverschrokken
confessionele voorman Van Itter
zon.
Ik gaf mij geheel over aan tevre
den gedachten, tot ik hierin ge
stoord werd door een collega die
mij de tekening overhandigde,
die bij dit verhaaltje staat. Hij, of
om exact te zijn, zijn vriendin
was deze cartoon tegengekomen
in „Straks studeren", een publi-
katie van het ministerie van On
derwijs en Wetenschappen, en
het plaatje diende ter opvrolij
king van een tekst over het stude
ren- van theologie. Leuk voor de
kerkpagina, sprak mijn collega
warm aanbevelend en omdat je
zo'n jongen niet voor 't hoofd wil
stoten, pakte ik de tekening aan.
Wat zien wij? Twee dominees,
van wie de één de bijbel omarmt
en de ander Trouw leest. Zij doen
dit in toga en op de kansel. De do
minee met de bijbel is een gezelli
ge pastor, dat zie je zo: een beetje
gezet, een beminnelijk gezicht en
reken maar dat die je niet lastig
valt met Angola of een verkeerd
soort sinaasappels. Zijn collega is
aanmerkelijk minder sympa
thiek getekend. Om te beginnen
maakt oppervlakkige beschou
wing van de prent reeds duidelijk
dat deze man niet pagina twee
leest maar elders in de krant be
zig is, en dan vrees ik het ergste.
Voorts heeft-ie lang haar en dat is
uiterst bedrieglijk. Is hij een link
se vogel of een rechtse rakker? Ik
bedoel: een onthecht links man
netje dat nog niet in de gaten
heeft dat links alweer in 't kort
gaat of een gewiekste rechtse
vent die met lange lokken pro
beert zichzelf te verkopen? En bij
wie hoort onze krant dan? Forser
geformuleerd: wat wil onze link
se minister van Onderwijs sugge
reren met het verschil tussen een
hartelijke de bijbel omhelzende
en een dubbelzinnige Trouw le
zende predikant? Ik geloof dat ik
aankomend theologen maar aan
raad „Straks studeren" te laten
voor wat 't is en snel te grijpen
naar het Hervormd Weekblad,
no. 4310.
door drs Haye Mintjes
Er is weer een nieuw Boek van de Maand uit: ditmaal een fors werk over de verschillende gods
diensten onder de titel „Antwoord, gestalten van geloof in de wereld van nu". Een boek dat er zijn
mag. Wie deze maand nog op zoek moet naar een waardevol cadeau moet hier beslist eens aan den
ken. De schikkelijke actieprijs maakt het er nog aantrekkelijker op. Het zal trouwens niet toevallig
zijn dat dit boek juist in december verschijnt.
In de serie Boek van de Maand
heeft men zich weer eens aan een
„moeilijker" boek gewaagd. Moei
lijker wat het onderwerp betreft.
Het is beslist niet zo dat dit boek
moeilijk leest. Het is vlot en helder
geschreven. En het zet de lezer
geen weerzinwekkende hoeveel
heid vreemde woorden en weten
schappelijke termen voor.
Het mag waar zijn dat in onze sa
menleving godsdienst in zijn tradi
tionele vorm en instellingen voor
velen aan betekenis heeft verloren
of zelfs geheel heeft afgedaan,
maar dat is maar één kant van de
zaak. Tegelijkertijd is er ook een
veelsoortig zoeken naar nieuwe
vormen van religieus beleven. De
belangstelling voor religies en reli
gieuze vragen is allesbehalve ver
dwenen. Dat is iets wat ook menig
boekverkoper zal kunnen beamen.
Bij die onmiskenbare belangstel
ling hebben de schrijvers van dit
nieuwe boek ook willen aankno-,
pen. Hun arbeid heeft ons een
prachtig boek opgeleverd. Wie de
auteurslijst eens doorneemt zou
FAMILIEBERICHTEN
kunnen van maandag tot en
met vrijdag telefonisch tot
16.30 uur opgegeven worden
op nummer 020-913456; en van
16.30-20.00 uur op nummer
020-220383. Dit laatste num
mer geldt ook voor ZONDAG
AVOND en dan van 18.00-20 00
uur.
Onze adressen:
AMSTERDAM:
Direktie - commerciële
afdelingen -
administratie:
Wibautstraat 131
tel. 020-913456
Postbus 859
Redactie:
Nieuwe Zijds Voorburg
wal 280, Amsterdam.
Tel. 020-220383.
Postbus 859.
DEN HAAG/LEIDEN:
Parkstraat 22, Den Haag
Tel. 070-469445.
Postbus 101.
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Westblaak9, Rotterdam.
Tel. 010-115588.
Postbus 948
ZWOLLE/GRONINGEN:
Melkweg 56, Zwolle
Tel. 05200-17030.
Postbus 3.
ook niet anders hebben verwacht:
stuk voor stuk gedegen kenners,
die weten waar zij het over heb
ben.
Voor alle duidelijkheid, het is geen
theologisch boek. Het is geen boek
waar een christen of muslim of wie
ook zijn gelijk kan halen. Het
beantwoordt niet de vraag welke
godsdienst meer waar en waard is
dan een ander. Het is een boek
over mensen, het ziet godsdienst
als menselijk „antwoord". Of dit
een antwoord op een werkelijk of
een vermeend „iets" is, of het ene
antwoord beter is dan het ander, is
een zaak van ieders eigen geloof.
Dit boek gaat van menselijk geloof
als een gegeven uiten beschrijft de
verschillende gestalten die het aan
neemt. Het wil niet óver godsdien
sten spreken maar vanuit de gods
diensten en laten zien wat zij voor
hun aanhangers betekenen. En
dan is elke religie waar, omdat hij
voor zijn aanhangers waar is.
Het is ook niet bedoeld als een
nieuw handboek over godsdien
sten naast de vele, die er al be
staan. Het wil een ander boek zijn.
Een boek over levende mensen in
onze wereld van nu. Daarom be
handelt het niet godsdiensten, die
niet meer bestaan of die niet meer
van grote betekenis zijn. Dat laat
ste is volgens de schrijvers met
taoïsme en sjintoïsme het geval. En
bij de godsdiensten die wel aan
bod komen gaat het ook meer om
hun actuele werkelijkheid dan om
hun geschiedenis. Toch is kennis
'van <^e geschiedenis nodig, omdat
wat mensen van nu geloven veran
kerd is in de traditie.
Opzet
De behandelde godsdiensten zijn
hindoeïsme, boeddhisme, joden
dom, christendom en islam. Daar
naast wordt in een apart hoofd
stuk (I) ook aandacht geschonken
aan de godsdienst van de schriftlo
ze volken, vroeger vaak primitieve
religie genoemd.
Dat niet één schrijver maar ver
scheidene specialisten aan het
werk gezet zijn, is ongetwijfeld de
kwaliteit van het gebodene ten
goede gekomen. Het gevaar van
zo'n werkwijze is altijd dat de een
heid zoek raakt en de beschrijvin
gen slecht op elkaar zijn afge
stemd. Dit gevaar heeft men geluk
kig met succes bezworen door de
auteurs vast te pinnen op een strak
schema. Elke godsdienst wordt, na
een beknopt historisch overzicht
(hoofdstuk II), behandeld naar ze
ven aspecten: de boeken, de mens.
de goden of machten, het heil. het
ritueel, de ethiek en de instituties
(hoofdstuk III).
Men heeft daarbij een originele op
zet bedacht. Om de lezer in staat te
stellep zonder steeds heen en weer
te moeten bladeren vergelijkingen
te kunnen maken worden de gods
diensten niet na elkaar maar in ko
lommen naast elkaar beschreven.
Zo vindt men handig bijeen wat
bv de heilsopvatting van de ver
schillende godsdiensten is zonder
dat de godsdiensten in de tekst döor
elkaar gehusseld woraen.
Ik blijf het jammer vinden dat de
Hindoeïsme
Aum of Om teken (Sanskriet) sym
bool van het Ene Zijnde, brahman.
Hier volgt een aantal gegevens over het Boek van de Maand. 'Antwoord
Gestalten van geloof in de wereld van nu'.
Hoofdredactie: prof. dr J. Sperna Weiland.
Redactie: prof. dr Th. P. van Baaren, prof. dr M. A. Beek, prof. dr A. van
Biemen, P. A. W. van Delft, prof. dr H. Faber, prof. dr M. S. H. G. Heer-
ma van Voss, prof. dr J. H. Kamstra, prof. dr H. J. L. van Luijk, prof. dr
C. W. MÖnnich, prof. dr D. C. Mulder, H. Samson, drs. A. J. Vink en dr K.
Wagtendonk.
Formaat: 24x32 cm
Omvang: 216 pagina's, waarvan ruim 80 pagina's in vier
kleuren en met meer dan 200 illustraties in kleur
en zwart/wit. De hierbij afgedrukte illustraties
zijn uit het boek.
Oplage: 76.000 exemplaren.
Uitgave: Meulenhoff International b.v., Amsterdam.
Verschijningsdatum: 11 december 1975.
Einde actieperiode: 10 januari 1976.
Prijs t/m 10 januari: 22,50.
Prijs na 10 januari: 42,50
Boeddhisme
Het wiel der wet. symbool voor het
achtvoudige pad.
godsdienst der schriftloze volken
niet, zoals wel een moment is over
wogen, in deze kolommen maar in
een apart hoofdstuk wordt behan
deld. Deze godsdienst heeft de re
dactie kennelijk problemen be
zorgd. Hij kon niet overgeslagen
worden, omdat hij springlevend is
en het doen en laten van vele men
sen bepaalt, ook daar vaak nog
waar andere godsdiensten er in
hun zendingsijver hun saus over
heen gegoten hebben. Deze gods
dienst paste echter minder goed in
de gekozen opzet. Bovendien voel
de men de behoefte dan ook in te
gaan op hardnekkige misverstan
den (primitief en kinderlijk) over
de zgn. schriftloze volken en hun
godsdienst. Nadrukkelijk wordt
gesteld dat zij mensen zijn als wij
„met dezelfde gevoelens, dezelfde
verlangens, dezelfde dromen" en
dat de grens tussen hun godsdienst
en de onze niet scherp is. Maar
door deze religie zo apart te behan
delen zou men bij de lezer toch
voorstellingen kunnen versterken,
die men juist heeft willen bestrij
den, namelijk dat hier een vol
strekt ander soort religie naar vo
ren komt. die amper iets met de
overige vijf godsdiensten gemeen
heeft.
Een vraag is ook of het wel zo ver
standig is te spreken over „de"
godsdienst van de schriftloze" vol
ken. Afgezien nog van de vraag of
de term „schriftloos" niet een ver
legenheidsoplossing is om „primi
tief" of iets ander fraais te vermij
den. Geeft het simpele feit dat deze
volkeren schriftloos zijn en hun re
ligies niet op een geschreven tra
ditie berusten ons het recht hen als
een eenheid te beschouwen en te
beschrijven, en op die manier zo
wel een papoea als een eskimo on
der één noemer te brengen?
Leer en leven
Ook had iets meer uit de verf mo
gen komen wat die schriftloze
godsdiensten gemeen hebben met
de praktijk van de vijf andere
godsdiensten. Magische handelin
gen, overgangsriten, ritueel herha
len van mythen en tal van andere
zaken komen ook daarin voor. Hier
moet ik dan bij opmerken dat de
schrijvers van hoofdstuk III naar
mijn gevoel te uitsluitend bezig
zijn geweest met wat in de vijf gro
te godsdiensten de officiële leer
voor het denken en handelen Is.
Als men een beschrijving van de
actuele werkelijkheid van de gods
diensten als doel stelt, moet men
niet alleen laten zien hoe een mus
lim of christen zou móéten denken
en handelen maar ook wat hij er
van terecht brengt, wat hij er aan
doet en er niet aan doet. wat hij er
mee doet in zijn leven van alledag.
Terecht wordt in het boek gezegd
dat er vaak een grote afstand is
tussen geloofsleer en feitelijke be
leving van de gelovigen zelf. En dat
wie de theologie en de geschriften
van de vooraanstaande denkers
bestudeerd heeft van die feitelijke
beleving nog maar heel weinig af
weet. „Het volksgeloof gaat zijn ei
gen wegen en het trekt zich weinig
aan van wat de theologen hebben
Jodendom
De menorah of zevenarmige kan
delaar.
Christendom
Het lam Gods, symbool van de ver
zoening van God met de wereld.
Islam
Shahada, de islamitische geloofs
belijdenis.
gezegd. Wie een godsdienst be
schrijft wie levende mensen
tracht te begrijpen moet ook het
volksgeloof tot zijn recht laten ko
men. De kaarsen, de rozenkrans,
de amuletten, de magie in zijn vele
vormen, Lourdes en Fatima en de
Tibetaanse gebedsmolens horen
erbij." Maar hoewel niet verzwe
gen. komen die in de tekst toch niet
genoeg aan hun trekken
Dat „tekort" van de overigens
voortreffelijke tekst wordt ten dele
opgeheven 'door de talrijke, uitste
kende foto's. Die geven uiteraard
eeh ander beeld, de leer kun je nu
eenmaal niet fotograferen, wel wat
de mens ermee doet. Foto's zijn on-
jnisbaar omdat er, zeker in de
godsdienst, dingen zijn die zich
niet laten zeggen of in beelden veel
indringender op je afkomen.
De redactie zegt dan ook dat de fo
to's niet als aardige aanvulling ge
zien moeten worden, die men ook
wel zou kunnen missen. Het boek
bestaat uit twee cjelen, een lees- en
een kijkboek. Die beide vallen niet
LICHT EN DONKER
Wat is het licht toch fijn
en wat goed is het voor de ogen
om te zien dat de zon schijnt.
Dus, als een mens veel jaren leeft j|
dan moet hij daar
vooral plezier in hebben,
en tegelijk bedenken
dat de dagen van donkerheid
veel zullen zijn,
alles wat komt is ijdelheid.
(Prediker 11,7).
Licht en donker strijden in dez
woorden, van de Prediker. Het is e
ook altijd allebei in ons levei
Kierkegaard schrijft ergens ove
zijn jeugd. Hij vertelt van zijn in
nerlijke aandrift om z'n vriendei 1(
te laten lachen. Hij vertelt een graj
en hij schrijft later: iedereen lach! Z
ik schrei. Het doet,denken aan eei
woord van de spreuken-man: 'Ooi il
onder het lachen kan het hart piji 61
lijden'. (14,13) Daar moeten wi o:
mee leven. Er komen dagen vat jj
donkerheid. Dagen die je vaak
menselijk gesproken, alleen dooi e
moet maken. En dan kan een men K
wel eens denken: alles is ijdelheid
voor niets, tevergeefs. Maar daar j'
voor mag je de jaren van licht ei
zon niet vergeten. Daar moet j<
van genieten. Dat mag. Niet op eet nj
zuinige manier. Wat gek eigenlijk
er zijn nog altijd mensen die zeg
gen: ik heb het goed, maar ik be#
bang dat ik er nog wel eens vootQ(
gestraft zal worden. Wat een verw ra
rongen ideeën moeten achter zulkt j®
woorden schuilen. Nee, het maf t
voluit, omdat we het welgemeent
krijgen, r e
geheel samen. En de lezer wordt
opgeroepen van die twee één boek
te maken. Toch had de redactie
ons daarbij nog wel wat kunnen
helpen. Nu zijn het te veel twee
boeken gebleven: één over de leer
en de ander over het leven. In de
tekst had iets meer kunnen staan
waar het op de foto's om gaat.
Eventueel in aparte blokjes tekst
op de fotopagina's zelf. Een enkele
maal gebeurt dat ook maar door
gaans vindt men niet meer uitleg
dan de mededeling waar de foto
genomen is en summier wat er op
staat. Dat is jammer van dit prach
tige materiaal.
Spinneweb
Een belangrijk onderdeel is ook
het vierde hoofdstuk met de aardi
ge titel „Het Spinneweb". Religies
kan men niet alleen als op zichzelf
staande grootheden beschrijven.
Hun aanhangers ontmoeten el
kaar. Dit kan tot soms zelfs bloedi
ge botsingen leiden. Maar ook tot
beïnvloeding en versmelting waar
uit weer nieuwe vormen van gods
diensten kunnen ontstaan met ele
menten van de oude. Dit hoofdstuk
laat daarvan interessante voor
beelden zien met het accent op
onze eeuw. Ook de zgn., „oosterse
renaissance" en andere alternatie
ve vormen van zoeken naar reli
gieuze beleving in het Westen ko
men hier aan bod naast ook de
afrikaniserende tendensen in de
onafhankelijke kerken in Afrika.
Zeer de moeite waard is ook
hoofdstuk V over de wetenschap
pelijke bestudering van de gods
dienst, vooral de gedeelten over
godsdienstpsychologie en gods
dienstsociologie, beide nog jonge
takken binnen het geheel der gods
dienstwetenschappen.
Toekomst
Rest ons nog een enkele opmer
king over het slothoofdstuk over
de toekomst der religies. Gelukkig
blijft het boek ook hier met beide
benen op de grond staan. De stel
ling dat godsdienst simpel wegge
vaagd zal worden door weten
schap wordt als onwaarschijnlijk
afgewezen evenals de theorie dat
we op weg zijn naar één wereldre
ligie. De, geschiedenis leert dat
godsdiensten taai en elastisch zijn
en zich, al dan niet morrend, aan
veranderde omstandigheden aan
passen. Als oude mythen en sym
bolen dof worden en verdwijnen
maken ze weer plaats voor nieuwe.
(Advertentie)
Drie televisieprogramma's ga
ven eerder dit jaar al een sa
menvatting van het NCRV-
onderzoek onder jongeren
van 16 tot 20 jaar.
Thans ik boekvorm versche
nen
Gerard C. de Haas
DIE JEUGD VAN
TEGENWOORDIG
met het complete materiaal
van de NCRV-enquête
f 12,50
Ten Have - Baarn
in de boekhandel
„Soms is er even een leegte; de
oude vormen zijn dood, de nieuwe
nog niet gevonden"
Dit hoofdstuk ziet ook in de toe
komst godsdienst aanwezig, maar
veranderd, omdat wij mensen en
onze manier van geloven verande
ren. Er blijft niet alleen gods
dienst, hij blijft ook in zijn speci
fieke vormen van hindoeïsme etc.
Maar de grote goddiensten zullen
niét meer onverschillig langs el
kaar heen kunnen leven. Onder
tussen zal ook aan het „spinne
web" verder geweven worden.
Op een boek dat zo'n kaleidoskoop
van de levende godsdiensten wil
zijn, zo'n breed terrein in beknopt
bestek wil bestrijken, zal altijd wel
wat aan te merken zijn. Maar wat
het behandelt, doet het betrouw
baar en boeiend. Het is eeh goed
idee geweest dit als Boek van de
Maand te lanceren.
Drs Haye Mintjes is als weten
schappelijk medewerker verbon
den aan de theologische faculteit
(afd. godsdienstwetenschap) van
de Vrije Universiteit te Amster
dam.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Bedankt voor Voorburg (toez.): H,11
Lofvers te Almelo; voor Stellen
dam: B. M. Meijndert te Lunteren
voor Gameren: J. C. Schuurman te[
Putten.
GEREF.GEM.
Beroepen te Kalamazoo (VS): J
van Haaren te Amersfoort.
GEREF. GEM. IN NED.
Bedankt Voor Barneveld: J. d< j
Groot te Rijssen.
VRIJE EVANG.GEM.
Beroepbaar: H. Mondeel, Ressen
sestraat 9 te Ressen (post Bemmel)
Bisschop Pletkus
De apostolisch administrator van l(
het bisdom Telsiai en de prelatuur
Klaipeda in Litouwen, mgr. Juozas
Pletkus, is op tachtigjarige leeftijd J
overleden. Er zijn voor de zeven
Litouwse bisdommen nu nog drie e
bisschoppen in functie.
„Onlangs vertelde mij een missio
naris over een populair Kongolees
liedje, dat op het ogenblik in Zaïre
een tophit is. Het heet
„Nakomintunka.ik vraag mij
af'. ,God, ik vraag mij af', zingen
de negers van Zaïre, .waarom wa
ren Adam en Eva blanken?.
waarom is Maria, waarom is
Christus blank?.waarom zijn de
engelen blank, en waarom is de
duivel zwart?'. De strekking van
het lied is duidelijk."
Bovenstaande woorden sprak bis
schop Bluyssen' van Den Bosch op
15 november 1973 en ik heb twee
redenen om ze te citeren uit „Uit
gezonden", een keuze uit radio-
overwegingen en televisie-epilo
gen. door de KRO ter gelegenheid
van haar vijftig-jarig bestaan ge
boekt voor de, naar verwachting,
vele afnemers (uitg. Gooi en Sticht.
Hilversum, 240 pagina's, prijs
22,90).
Twee redenen. In de eefste plaats
omdat het citaat aantoont dat een
twee jaar oude overweging over de
tekst „Wie zegt gij dat Ik ben?" nog
zeer actueel kan zijn. Ten tweede
omdat het mij gelegenheid biedt de
aardige karikatuur die de (aan
staande) classicus Herman Nauta
van de Bossche bisschop maakte,
in de krant te zetten. Om misver
stand te voorkomen: het boek is
niet geïllustreerd.
Voor „Uitgezonden" werd gekozen
uit de teksten van de laatste vier
jaar. Hiermee is gelijk gezegd dat
deze bundel niet mikt op jeugdsen
timent en niemand gelegenheid
schenkt om smullend van vroeger
vast te stellen dat het tegenwoor
dig niet veel zaaks meer is. De
overdenkingen die de KRO afwis
selend met de NCRV bij 't krieken
van de dageraad uitzendt, vielen
erbuiten omdat daarvan al het een
en ander door de sprekers zelf in
een boekje is gezet (zoals door Sjef
Konijn, bij Gooi en Sticht).
„Uitgezonden" is een boek voor ie
der, katholiek of protestant, die op
z'n tijd behoefte heeft aan een op
beurend, vertroostend of verhelde
rend woord. Dank zij de rubrice
ring naar onderwerp hoeft de ge
bruiker niet in 't wilde weg te zoe
ken. Het enige dat aan „Uitgezon
den" mankeert zijn personalia van
de medewerkers. Goed, wie Al-
frink is, of Simonis, weten de men
sen wel, maar kan iedereen de al
genoemde heer Konijn thuis bren
gen? Of Jan ter Laak? Of Joost
Reuten? Ik noem maar een paar
namen. Het is natuurlijk mopi dat
meditators het zonder titulatuur
afkunnen (de samensteller van de
bundel kan dit overigens niet),
maar je hebt daardoor weinig hou
vast. Maar nogmaals, dit is het eni
ge wat ik op „Uitgezonden" tegen
heb.
ajk