'oerist zal vliegtuigindustrie lieuwe stimulans moeten geven 'Neem toch een makkelijk baantje, mam' -Om te luilen' nergiecrisis gaf fabrieken gevoelige klap Terughoudendheid en vooroordelen spelen een rol bij 'werkende' vrouw _6 uw/KWARTET MAANDAG 18 AUGUSTUS 1975 BINNENLAND RH7 [G BEACH De vlieg- industrie tot voor enkele n nog een bloeiende branche Lmerika, lijkt voorlopig het eersfront van de energie- 3 nog niet gepasseerd te Sterk dalende winsten, ont- en en ingekrompen produk- ïebben giganten als Boeing, tonnell-Douglas en Lock- gevoelige klappen toege- ht. Soms alleen dankzij mi- re orders kunnen de jaar- rs nog boven de rode lijn len gehouden. Alls zij die hadden en als ze moesten en op de produktie van ver svliegtuigen, zou de situatie wat zorgelijker zijn. Burton, directeur marktonder- bij Douglas, op het gebied van eiele luchtvaart goede tweede wereldranglijst, wil daar niet en gaan. 'De groei is eruit, het passagiersverkeer tot voor isis jaarlijks nog gemiddeld lo'n 14,5 pet., dit jagi fonau- s sprake van enige vóorult- En volgens de'meest optimis- i voorspellingen zit er voor id jaar geen grotere groei in :er pet.'. Douglas kwam die stagnatie aan. De produktie van para-: rd DC-10 (een zgn. wide bodj 0 tot 350 stoelen voor de afstand), in Nederland ih ge- bij KLM-en Martinair, daalde pee per maand.En dat terwijl paciteit acht is en er In 1972 ijf per maand ,de fabriek uit M&rrMiM De DC-10, paradepaard van Douglas, onder meer in gebruik by Martinair, die er eind dit jaar (voor 30 miljoen dollar een tweede btfkrygt,. s raartmaatschappij en aarzelen --liïllen aflevering uit omdat ze lun huidige vloten al moeite hebben de stoelen te vullen, nog: sommige Amerikaanse Ichappijen hebben bij gebrek ezetting zelfs Jumbo's moeten en. Een ingreep, die overi- nlet alleen een gevolg was Ie economische recessie. Ook ote aantal vliegtuigen, dat na ëindiigen van de Vietnam-oor- de civiele markt vrijkwam, e een belangrijke ro-L ulans nin blijft men bij Douglas In lalifoiralsche Long Beach de sombere situatie als een tijdelijk 'oiiweer zien. Burton grondt dat met name op een verwachte snelle groei van het toeristisch chartervervoer. Vooral in Amerika, waar hij uitein delijk een potentieel ziet van 25 miljoen Amerikaanse toeristen, die door de lucht op vakantie gaan. Nu bedraagt dit aantal nog maar een kleine vier miljoen als gevolg van <fe ^beperkingen, die de Amerikaan- /se rijksluchtvaartdienst CAB dit vervoer ter bescherming van de lijndiensten oplegt (zo moeten op chartervluchten tenminste drie tus senstops worden gemaakt). Maar als die beperkingen zijn ver zacht en daar is in het Congres al meermalen op aangedrongen zal, verwacht Douglas, de 'boom' wel eens even hevig kunnen zijn als tien jaar geleden in Europa. Trouwens, ook het toeristisch vlieg verkeer in Europa ziet het bedrijf nog niet aan het eind van zijn groei. Het verkeer binnen dat we relddeel mag dan bijna het verzadi gingspunt hebben bereikt, voor lan- ge-afstandsvluchten ligt er nog perspectief genoeg. Douglas voor spelt zelfs een groei in het charter- vervoer van Europa naar andere continenten van 19 miljard passa giers-mijlen vlak voor de energie crisis tot 60 miljard passagiers-mij len in 1980. Bij de lijndiensten zal, voorspelt Long Beach optimistisch, die groei bijna even opmerkelijk zijnv: van 39 naar 90 miljard passa giers-mijlen. Opgewekte verwachtingen, die lang niet door alle deskundigen worden gedeeld. Martinair-directeur Martin SchrcHer. die eiifd dit Jaar zijn tweede DC-10 verwacht, noemt ze sterk overtrokken: 'De jaarlijkse groei zal beperkt blijven tot een percentage ergens tussen de drie en de acht. En dat laatste cijfer is dan nog erg aan de optimistische kant'. Concurrentie De toerist zal de luchtvaartindus trie moeten redden. Dat staat voor Douglas vast. Het is ook daarom, dat do fabriek zich nu- over de hoofden van de reisorganisatoren rechtstreeks tot het publiek gaat richten om dat te bewegen met Douglas-produkten vakantie te vie ren. In Amerika is men al enige tijd met die actie bezig, in Europa wordt daar binnenkort mee begon nen. De reisbureaus, die hier 90 pet. van alle tickets verkopen, krijgen de beschikking over modellen van de DC-10 en grote kartonnen kleu- ren-posters mét slagzinnen als 'Uw thuis in de lucht is de DC-10' en 'het begin van een fijne reis is een fijne vlucht'. Met die campagne heeft Douglas een element aan de strijd tegen aartsconcurrent Boeing toegevoegd. Een rivaal waaraan het bedrijf de laatste Ken jaar al té veel terrein heeft moeten prijsgeven. Was Douglas tot de introductie van de DC-8 in 1958 (nu al enkele jaren uit de produktie) steeds royaal nummer één In de westerse wereld geweest, in de Jaren daarna werd het steeds meer overvleugeld door de fabriek in Seattle, die nu zelfs ruim 50 pet. van de markt in han den heeft Dat begon met de lancering van de Boeing-707 waarvan er meer dan -duizend werden verkocht tegen maar 560 van de DC-8. Aanvanke lijk leek Douglas met de DC-9 op nieuw een sterke troef in handen te hebben gekregen, maar Boeing reageerde snel met de introductie van eer de succesvolle driemotorige Boeing 727 (waarvan er nu 1200 zijn verkocht) en daarna de 737. De gevoeligste klap kreeg Douglas toen Boeing als eerste erin slaagde met een wide body. de 747 Jumbo, jp de markt te komen met plaats voor 350 tot 450 passagiers. Dat was het begin van een nieuw tijdperk in de luchtvaart. Douglas had de race verloren, kwam in 1971 welis waar met de (iets Kleinere) DC-10 maar ondervindt er tot vandaag de gevolgen van, niet als eerste een wide body te hebben kunnen pre senteren. Van dit toestel, dat door vliegers wordt gekenmerkt als het qua electronische uitrusting meest geavanceerde verkeersvliegtuig, zijn er nu 204 verkocht, terwijl er nog 229 orders ln portefeuille zijn. Nieuwe projecten Intussen gaat de strijd door. Zowel bij Douglas als bij Boeing liggen alweer nieuwe projecten op tafel om gaten in de markt te vullen. Bij Douglas wordt gebouwd aan een nieuwe DC-9. die 135 tot 140 passa giers moet kunnen vervoeren (de DC-9-50: ruim dertig stoelen meer dan de laatste versie). Al enkele tientallen orders heeft men binnen, onder meer van Öwissair en Air Austria. Ook de KI<M heeft er (in tegenstelling tot Martinair en Transavia) belangstelling voor en is al in bespreking met Douglas. Met dit toestel wii Douglas de handschoen opnemen tegen de tweemotorige Boeing 737, waarmee im Nederland door Transavia wordt gevlogen. Daarnaast zijn er vergevorderde plannen voor de produktie van een nieuwe versie van de DC-10, een twee-motorlg toestel voor de mid dellange afstand (4000 km), plaats biedend aan ongeveer 200 passa giers. Onder meer Martinadr heeft daar belangstelling voor. Een van de assemblagehallen van Douglas in Long Beach, inegricht voor een produktie van acht DC-10's per maand, maar op het ogenblik slechts draaiend op een kwart van de capaciteit. Met dit vliegtuig, dat over enkele jaren op de markt zal zijn, wil de fabriek gaan concurreren met de Europese Airbus A-300, die het veel beter blijkt te doen dan aanvanke lijk was verwacht, en met de nog in voorbereiding zijnde projecten van Boeing: een nieuwe, langere. 727 (de 300 B met 190 stoelen) en de 7X7 (175 stoelen), belde uitge rust met drie motoren. Gelijk met de introductie van dit toestel (eind 1977-begin 1978) wil Douglas komen met een verlengde DC-10. die evenveel passagiers (350 tot 450) kan vervoeren als de 747 van Boeing en een (kleinere) DC-10 voor de superlange afstand (ruim 10.000 km.). Dit laatste toe stel dat zo'n 270 passagiers moet kunnen vervoeren, zal de tegen hanger worden van de Boeing 747 SP. aan de produktie waarvan on langs is begonnen. Waterstof Over wat er daarna zal komen, verkeert men in Long Beach nog in het ongewisse. Zolang de invloed van de energiecrisis nog drukkend merkbaar is, waagt men zich niet aan revolutionaire projecten, al zijn daar al wel studies van ge maakt. i Daartoe behoort ook een superso nisch project, de AST (advanced supersonic transport)Vergeleken met de Concorde zal dit toestel vijftig passagiers meer (165) moe ten kunnen vervoeren, zullen de operationele kosten 55 pet. lager moeten liggen, zal de actieradius 2000 km groter moeten zijn, zal het brandstofverbruik 42 pet. omlaag moeten en zal de omvang 2,8 maal groter worden. Met een royale slag om de arm zegt Douglas het vliegtuig in 1984 op de markt te kunnen brengen. Vager nog zijn de plannen voor een reuzen-vrachtvliegtuig, waarvan in de, fabriek al een verkleind model pronkt: de met zes straalmotoren uitgeruste DC-12. die als hij passa giers zou vervoeren gemakkelijk zo'n duizend stoelen zou kunnen bergen. En nóg verder denkend zijn de Douglas-ingenieurs op de tekentafel bezig met een 600 stoelen tellend op waterstof vliegend hypersonisch (meer dan driemaal de geluidssnel heid) toestel. Volgens Robert Black, die de lei ding over dit project heeft, zijn de problemen met het vliegtuig zelf al opgelost: 'Het is mogelijk voor en achter het passagierscompartiment grote tanks met vloeibare waterstof aan te brengen. Het grote probleem ls het ln grote hoeveelheden produ ceren van de brandstof en het op slaan daarvan op de luchthavens. We gaan echter door met de stu dies. want de voordelen van water stof zijn duidelijk, onder meer een veel lager gewicht en veel meer energie dan de nu gebruikte kerosi ne'. Wanneer hij het vliegtuig in de lucht verwacht? 'Zeker niet voor het jaar 2000. verder valt daar nog geen verstandig woord over te zeg gen'. Voorzichtig Op het ogenblik lijken veel van die nieuwe projecten nog verre toe komst. Alles zal ervan afhangen hoe de vraag naar luchtvervoer zich ontwikkelt.. De afdeling markton derzoek van de fabriek heeft welis waar uitgerekend, dat er tot 1985 in de westerse wereld nog voor 50 miljard dollar behoefte aan nieuwe vliegtuigen zal zijn, het is een be drag, dat slechts aarzelend wordt uitgesproken. De eneregie heeft ook de luchtvaartindustrie voorzichtig met prognoses doen worden. (Dit Is het eerste artikel in een serie van twee). i kunt zo enorm boos worden, nneer je merkt, dat alles wat doet, eigenlijk niets helpt. Nu hten we toch al heel wat ..ptjes voor het recht voor de <\*i uw om een baan, en liefst :">c" goede baan, te mogen heb- aya R. En dan zie je die cijfers: procent in een leidinggeven- junctie: om te huilen'. ke ter Veld vap het secretari- I vrouwenarbeid van het NVV nauwelijks verbaasd' over de \S-cijfers, maar toch komt n bevestiging van wat je al tmoedde, nog hard aan. k zijn al een tijdje bezig met I opzetten van een onderzoek Br de doorstroming van vrou- B naar hogere functies. We bben er een -subsidie voor Ugevraagd. Misschien dat die hbere cijfers ons in ieder ge- I aan dat subsidie helpen'. Ifc Elske ter Veld kan wel ver- Iren waar die cijfers vandaan men. 'Ja, het is vervelend, ter het wordt altijd hetzelfde 'haal: vrouwen die niet dur- ft, omdat ze niet geleerd heb- ft te durven, een bedrijfsleven t discrimineert een gezin dat jenwerkt. Je komt er altijd er op uit, dat je moet vast- tlen, dat alleen een ingrijpen- mentaliteitsverandering bier sets kan veranderen. Ienlijk heb je er zo de pest in jeds weer met zoiets abstracts 1 een 'mentaliteitsverandering' I moeten komen aandragen, lar het is echt de enige oplos- g. We kunnen de werkgevers l/t niet wettelijk verplichten mwen in dienst te nemen en liefst op hoge posten? 'bestaat een wet. die werkge- ian. [s verplicht een zeker per- l tage minder-validen in psf te nemen. Nou, die wet is ïaald geen groot succes. Dat h ook niet. Zoiets moet van- f gebeuren en niet morrend tegenstribbelend, omdat het van de wet. Een paar con- dingen kan ik gelukkig wel noemen, die moeten nderen, waardoor de vrouw kkelijker een leidinggeven- functie zal krijgen: een eer selectie- en wervingspro- ïre bij het aannemen van honeel, een veel meer open- lien van bedrijfsopleidingen de vrouwelijk' personeel, het eni- Iyrbreken van de tegenzin van Eknemers om een vrouw als 1 te hebben tbenoem er ge- iu Pn eens eenUe) zh het n'et 1 de \ernalistisch willen besluiten. I een bepaalde baan te ver veer niend of te veeleisend voor ft vrouw is. Dat kan ze zelf uitmaken'. >ot- lag- door Cisca Dresselhuys AMSTERDAM 'Dat er nog steeds zo weinig vrouwen in leidinggevende functies zitten, is te wijten aan verschillende oorzaken. Uersoonlijk geloof ik, dat een heel belangrijke is dat de vrouwen zelf te weinig strijd baar" zijn; dat ze zich niet dui delijk durven manifesteren, wanneer er een goede baan wordt aangeboden'. "MèVrouw J. Bindt-De Haan (54 jaar) uit Amsterdam heeft sa men met haar man al sedert 1953 de'leiding over een eigen bedrijf, een groothandel in klok ken. 'Die terughoudendheid', meent zij, 'kim je de vrouwen natuurlijk niet helemaal kwalijk nemen, want ze zijn tenslotte altijd opgevoed in de eeuwige meisjesrol: bescheiden zijn, je niet op de voorgrond drin gen en vooral niet de man voorbij willen streven. Geloof mij: er zijn heel wat vrouwen, die gewoon uit angst om hun man te kwetsen in zijn superioriteitsgevoel, niet een leidinggevende functie zouden dur ven te aanvaarden. Net zoals heel wat vrouwen zich dommer voor doen dan ze zijn, zodat ze toch maar niet intelligenter dan hun echtgenoot zullen blijken'. Mevrouw Bindt, heeft, als degene die de leiding heeft over de Interne organisatie van de klokkenhandel, twaalf personeelsleden onder zich. Miniem Haar man zit voornamelijk ln de buitendienst. Mevr. Bindt is behalve eigenaresse en leidster van deze klokkenhandel (een B.V., waarvan zij en haar man samen de aandelen bezitten) al enkele jaren presidente van de Nederlandse Unie van vrou welijke Bedrijfshoofden. een inter nationale organisatie, die in Neder land een afdeling heeft met onge veer 350 leden. De meeste leden zijn, zoals de naam van de bond al aangeeft, eigenaressen van een be drijf, waarvan zij alleen of samen met een echtgenoot de leiding heb ben. Er zijn leden die een garage hebben, een koffiebranderij, een confectiebedrijf, een dakbedek- Mevrouw J. Bindt-De Haan kingsbedrijf etc. Voor een deel zijn toch een daling, het vrouwen, die een bestaand be drijf hebben voortgezet, maar er zijn ook heel wat vrouwen; die ln hun eentje een bedrijf op poten hebben gezet en runnen. Verder zijn er ook wèl wat vrouwen in leidinggevende functies (ln loondienst) bij de unie aangeslo ten, maat dat zijn er niet zoveel. Nu zouden dat er ook 'nooit erg veel kunnen zijn, zelfs al waren ze alle maal aangesloten, aangezien het aantal Nederlandse vrouwen, dat een leidinggevende functie heeft zeer miniem is. zoals vorige week weer eens (ten overvloede) geble ken ls uit recente cijfers van het CBS. In 1960 werkte 0,4 procent van de vouwen in een leidingge vende functie; Ln 1973 was dit per centage nog steeds 0,4. Op het eer ste gezicht dus een stabiel aantal, maar gezien het feit dat er veel meer vrouwen zijn gaan werken, hun huwelijk een baan hebben; dat betekent dat ze meestal jonger dan 25 jaar zijn, wanneer ze een volle dige werkkring hebben. Op die leeftijd vind je natuurlijk nog niet zo veel mensen ln leidinggevende functies. Wanneer vrouwen na hun huwelijk en het krijgen van kinde ren weer gaan werken, is dat vaak in een part-time baan en het is tegenwoordig nog zo, dat men van oordeel is, dat een werkelijke be langrijke functie nooit part-time kan worden verricht. Vandaar dat deze vrouwen dan weer in de lagere baantjes terecht komen. Het is een moeilijke zaak, waar natuurlijk best wat aan veranderd kan worden, maar dan moeten er heel wat voor oordelen, zowel bij de. vrouwen zelf. als bij hun mannen en kinderen, als bij het bedrijfsleven worden weggenomen. En je verandert mak kelijker een zakelijk iets. dan de ideeën en overtuigingen van men sen', aldus mevrouw Bindt. Ik ging er op af Mevrouw Bindt is nu zelf werkge ver, maar vroeger, voor haar huwe lijk, had ze een leidinggevende po sitie in loondienst. 'Ik ging er ook werkelijk op af als er een baan was die mij leek en die ik dacht aan te kunnen. Ik hield mij niet op de achtergrond, waarom zou ik? Ik had toch net zo goed mijn HBS- dlploma en andere praktijk-diplo ma's? Ik heb het voordeel gehad, dat vroeger bij ons thuis twee meisjes en een jongen mijn vader altijd zei en hij bracht het in de praktijk'ook de meisjes moeten een even goede opleiding hebben als de Jongens. Als de cri- Foto: Erwin Verheyen Hoe komt dat nu zo, vroegen wij mevrouw Bindt. 'Ja. dan komen altijd de bekende redenen weer naar voren: de vrou wen, die niet willen en niet genoeg hun best doen. het bedrijfsleven dat deze zaak zeker niet stimuleert, de tegenzin van grote groepen werk nemers om. zoals dat heet, 'onder een vrouw' te werken, de bezwaren die het gezin vaak heeft tegen een buitenshuls werkende moeder, de vooroordelen van de omgeving te gen een vrouw in een leidinggeven de functie ('dat ls geen vrouw meer, maar een kenau'): al die dingen samen zijner de oorzaak van. dat de vrouwen maar op een laag pitje blijven werken. Voor het huwelijk Uiteraard ls ook heel belansr'ik. dat de meeste vrouwen alleen voor sis-tijd niet gekomèn was, was ik rechten gaan studeren. Maar dat kon er toen niet meer af. Later heb ik allerlei diploma's ge haald: boekhouden en andere fi nanciële zaken. Als kind was ik al heel technisch: ik haalde graag fieten en klokken uit elkaar en kreeg ze ook weer ln elkaar. Van daar dat klokken mij zo aantrekken, lijk. 'Geef me je vrouw maar' Ik ben eigenlijk veel technischer dan mijn man. Wanneer de klan ten een technisch probleem hebben met een klok, moeten ze bij mij terecht. Daar keken ze ln het begin wel vreemd van op, dat vertrouw den ze maar half, maar nu zeggen ze tegen mijn man: 'Geef Je vrouw maar. die begrijpt beter waarover het gaat'. Zo zie je, het gaat best met wat doorzetten en wat wennen van beide kanten. Maar ja, hoeveel vrouwen hebben de kansen en de moed om zo lang door te gaan? Daarover hebben ze al allerlei ont moedigend commentaar moeten aanhoren, van kennissen, familie en eigen gezin, want denk maar niet dat de meeste mannen het ln hun vrouw zullen aanmoedigen, dat zij een leidinggevende functie aan neemt. O heden nee. dan wordt er geroepen: Doe dat toch niet, mam. wat haal je over hoop, neem toch lekker een part-time baantje, dan heb je minder zorgen aan je hoofd. En de meeste vrouwen luisteren, uit een ingeboren minderwaardigheids complex of een schuldgevoel ten opzichte van het gezin, naar deze 'raad'. In mijn eigen familie- en kennis senkring wordt vreemd gekeken, wanneer ik in het openbaar met mijn man van mening verschil over Iets. Ze vinden het gek, dat Je met je man discussieert, dat is kenau-achtig. In onze bond merk ik wel eens, dat er vrouwen zijn,, die dan toch een eigen bedrijf run nen, die voor een tweedaags con gres, dat we eenmaal per jaar hou den, geen toestemming krijgen van hun man. Ze mogen dan gewoon niet twee dagen weg. Dat houd Je toch niet voor mogelijk. En die vrouwen pikken dat. Ze willen geen moeilijkheden in hun huwelijk, al vraag Je Je wel eens af, wat dat dan voor huwelijken zijn

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 7