een fijne tentoonstelling Ontluistering van een mens ipersax en de reünisten van Norman Granz HUW /KWARTET ZATERDAG 12 APRIL 1975 KUNST 19 door G. Kruis door J. van Doorne De literatuur kent slechts enkele grote thema's, waarvan de geslachtelijke liefde vermoedelijk wel de belangrijkste is. Hoe een liefdesverhouding ontstaat en hoe ze bestaat en weer teloor gaat, zijn aangelegenheden die in het middelpunt van het denken en gevoelen van de mens staan. Dat is uiteraard geen "wonder. De mensheid bestaat uit twee geslachten die per enkele mens een verbintenis moeten aangaan met iemand van het andere geslacht, wil de mensheid blijven bestaan. Het gaat met- de geslachtelijke liefde als met de religie, die voor velen een uiterst eenvoudige, doorzichtige aangelegenheid is, maar waarover in letterlijke zin miljoenen boeken geschreven zijn zonder dat het verlangen gestild is, erover te schrijven, te lezen en te denken. Wij zijn de laatste tijd eraan gewend geraakt, te beseffen dat de kosmos voorzover deze be schreven wordt in de fysica en de chemie, ongelooflijk ingewik keld en mysterieus is; ik meen te mogen zeggen, dat het psychi sche leven niet minder ingewik keld en mysterieus ls en dat de beide kernen van dit bestaan gevormd worden door erotiek en -religie. Ten diepste vallen fcij samen. Volgens christelijke in zichten is de mens naar Gods beeld geschapen; wie de ander ontmoet, ontmoet dus een af beelding van God. Als die ander dan erotisch begeerd wordt, wordt die ander zó stralend en mysterieus, dat er buiten haar of hem geen geluk meer mogelijk is. Elke liefdesverhouding begint met monogamie, met nonogaam te zijn. Een ontwakende liefde is. onverschillig of zij legaal of illegaal is, uitsluitend, uitverkie zend, tot die ene, die 'andere' beperkt. Dat is die liefdesverhouding in aanleg. Maar de praktijk leert, dat een dergelijke relatie niet duurzaam behoeft te zijn: mis schien wel bijna nooit is. Vol maaktheid bestaat niet op aarde, ook niet op het gebied van de geslachtelijke liefde. Een ideaal kan echter wel benaderd wor den. Sociaal-maatschappelijke, more le en ethische regels, al of niet op religieuze gronden, omgeven de liefdesrelatie als een de lust en het verlangen inperkend net. De mens groeit moeizaam naar de monogame instelling toe. Of misschien al niet meer? Diepe kern Zeker is," dat de man of de vrouw, die voor een ander verla ten wordt, dit als een zeer smar telijke aangelegenheid ervaart. Dit wijst op de diepe kern van de liefdesverhouding, die als ide aal uitsluitend, uitverkiezend is en voorgoed wil zijn. De spanning tussen Ideaal en werkelijkheid nu is het grote thema van de literatuur. Ik geloof dat lezers van de ro man 'De sacrale en profane lief desmachine' van Iris Murdoch er goed aan doen. zich van tevoren de gecompliceerdheid 1 van de liefdesrelatie voor ogen te stel len. Vandaar mijn inleiding. Wat is in dit boek het geval? Een psychiater. Blaise Gavender geheten, wonend in een riant buitenhuis dicht bij Londen, va der van een zoon die op het punt staat die puberteit te verla ten, gelukkig getrouwd met een mooie, hoogstaande vrouw, blijkt een maitresèe te hebben, bij wie hij een zoon heeft, een jongetje van een jaar of negen, welk jongetje niet zozeer ab-normaal als wel sub-normaal is. Blaise, een ljdele, met zichzelf ingenomen, naar genot en voor al naar gemak hunkerende man, wordt door zijn vriendin ge dwongen, nu eindelijk eens orde op zaken te stellen; zij heeft er genoeg van de mindere van de andere vrouw te zijn. Ze wil méér geld. een beter huis. een goede opvoeding voor haar zoontje en openbaarheid van de relatie. Blaise weet geen raad. doch komt ertoe, zijn vrouw al les op te biechten. Tot Blaise's geweldige opluchting aanvaardt zijn vrouw, hoe smartelijk ook zijn bekentenis voor haar moge zijn. de feitelijke situatie. 'Zij erkent de rechten van de andere vrouw .Blaise denkt openlijk te kunnen dóórgaan met het om gaan met zijn twee vrouwen, echter nu zonder de hem pijni gende heimelijkheid. Hij flik flooit naar beide zijden. Zijn lie ve, hoogstaande vrouw heeft al les weer eens voor hem geklaard. Zij vertegenwoordigt de sacrale liefde. Blaise heeft echter buiten de waard gerekend, want zijn maitresse neemt geen genoegen met een deling. Zij wil de man. zijn huis. zijn inkomen. Wat haór betreft, mag die andere vrouw en haar zoon oprukken. Aan het einde van het boek. toen ik dacht: 'hoe komt Iris Murdoch daar ooit uit', vindt ze een ogenschijnlijk nogal goedko pe oplossing: de vrouw van Blai se komt óm bij een schietpartij, waaraan zij part noch deel had. Zij is onschuldig slachtoffer. De weg voor de profane liefde is vrij en wordt dan ook opgelucht/ belopen door Blaise en zijn vriendin. Dit is zeer in het kort de feite lijke inhoud van de roman. Er komen nog belangrijke bij-figu ren in voor, die ik niet genoemd heb. 'De sacrale en profane liefdes machine' is, zoals al de romans van de schrijfster, een psycholo gische reman. Zoveel als wense lijk is, ontrafelt zij de gevoelens van haar personen en geeft zij aan hun gedachten gestalte. Maar dit werk is ook cynisch. Van de meeste figuren blijft niet zo héél veel over. ook niet van Blaise's vrouw. Deze neemt na melijk niet wezenlijk genoegen met de situatie. Zij neemt het tegen haar rivale op met een subtiel, geraffineerd vertoon van goedheid en edelaardigheid en zij ontsteelt aan haar rivale zelfs het enigszins abnormale zoontje. Toch kent deze vrouw een zeke re mate van heroïek: zij weigert eenvoudig onder te gaan. Van Blaise laat Iris Murdoch geen spaan heel. Er komen nogal wat vreemde, niet overtuigende situaties voor in de roman. Ook zijn de ellen lange inwendige monologen nu en dan vervelend. In hoge mate verrassend is, dat er tenminste twee personen in het boek voor komen, van wie geen gedachten anders dan door hun daden en door wat ze tegen anderen zeg gen, geopenbaard worden. En dat zijn nu juist de figuren die het meest levensecht aandoen. Die twee zijn Blaise's vriendin en haar zoontje. De vriendin leeft uit de gedachte, dat een liefdesverhouding monogaam moet zijn. Blaise is eenmaal met haar begonnen en nu moet het een alle andere vrouwen uitslui tende relatie worden. Dat zij ten aanzien van zijn wettige vrouw schuld heeft en zou moeten te rugtreden, komt nilet in haar op. Zij is primitief, ongecompliceerd. Je deelt geen man met een an dere vrouw. Veel minder duidelijk en daar door veel minder aanvaardbaar is Blaise's wettige vrouw. Zij houdt oprecht van haar man. maar ls bereid hem te delen, zij het dan als zij de regels van het nieuwe spel mag vaststellen. Zij legt zich een rol op en wel die van de edele, alles vergevende vrouw. Maar als dit spel mislukt doordat de vriendin niet mee wil doen, biedt zij zich (vergeefs) aan twee vrienden van haar man aan. Diepspitten Bij al dat psychologische diep spitten van de schrijfster, is het mij allerminst aanvaardbaar ge worden, dat twee vrouwen, beide door de schrijfster voorzien van sterke hoedanigheden, een man kunnen liefhebben als Blaise, die door de schrijfster op werke lijk cynische wijze in zijn arm zalig hemd gezet wordt. Dat zijn eigen, zoon tot volslagen wan hoop vervallen is. ziet hij niet eens: met die jongen komt het ook wel weer goed. In Blaise 'heeft Iris Murdoch niet de man getekend, die ver scheurd door begeerte twee vrouwen liefheeft. Zulk een rela tie is diep ellendig en eindigt al tijd met een definitieve breuk met één van de twee. Zij heeft zulk een slot niet gewild. Zij heeft d^ kleinheid van een mens willen tekenen en wel van Blai se. Maar tevens die van alle andere in de roman aanwezige personen, met uitzondering van de twee kinderen. Zij is daarin op onthutsende wijze geslaagd. Blaise heeft alleen zichzelf lief: hij heeft niet t^ree vrouwen lief: hij bedriégt twee vrouwen. Ook al vind ik de roman niét in alle opzichten geslaagd (met na me de wijdlopigheid is irrite rend), toch een boeiend, tot na denken stemmend boek. Iris Murdoch: 'De sacrale en profane liefdes-machine'. Bij 'Contact' te Amsterdam. Ver taald door drs. H. W. J. Schaap. Oorspronkelijke titel: 'The sa cred en profane love machine'. Aantal pagina's 421. Linenback. Prijs 27,50. uit 1918: niet alleen een verrukke lijk schilderij, maar ook wat de prijs betreft een voorbeeld, dat deze rasschilder langzamerhand hele maal naar waarde geschat wordt (en hoe hard het gaat met de kunstprijzen), 'tkost 33.000 gulden. Dat geldt trouwens niet alleen voor de (iets) oudere kunst, ook de doe ken van Raoul Hynckes (die in 1973 overleed) moeten al zo'n 20.000 gulden opbrengen. Wat on gebruikelijk misschien, dit kille op sommen van bedragen in een arti kel als dit, maar 't gaat tenslotte om een kunsthandelstentoonstel ling en dan valt je dat op. Internationaal Hoofdzakelijk Nederlandse schilde rijen op deze expositie, van Bos boom tot Wagemaker, maar daar naast komep er ook internationale meesters aan bod. Met als uitge sproken hoogtepunten eén onverge telijk mooie Pascin (Meisje met blauwe hoed) en een bronsreliëf van Manzu, een studie voor de deu ren van de kathedraal van Salz burg. (Manzu maakte ook de prach tige monumentale deuren van de St. Pieter, Rome en, dichter bij huis. die van de Laurenskerk te Rotterdam). Een heel puur voor beeld van een kunst, die in al haar facetten eigentijds is, maar tevens van alle tijden. Een reliëf, dat af wisselend herinneringen oproept aan de klassieken, de renaissance en de romantiek, aan nu, dat doet denken aan alle hoogtepunten die de beeldhouwkunst gekend heeft, een samenvatting van vele traditio nele verworvenheden. En er is ook nog een plastiek 'Jeu- nesse' van een andere, hier nog vrijwel onbekende, Italiaanse beeldhouwer, A. VoltL Een sierlijk gebogen naakt, van een zuivere, eenvoudige natuurlijkheid; geen naturalisme, dat op imitatie berust, maar wel op een intens pogen de beweging te betrappen. Die een voud. waar het de verbeelding, de interpretatie betreft is in heel dit oeuvre ik zag vele foto's waarneembaar en dat geeft dit werk een grote toegankelijkheid. Wat dan wel een van de belang rijkste redenen zal zijn, dat Volti's roem nog niet in dit land is door gedrongen. Hoewel Volti, en dat blijkt ook uit de manier waarop hij de huid van dit beeld bewerkte, het spel van licht en schaduwen dat over de vormen glijdt, in zijn werkwijze betrekt, zoekt hij het toch vooral in de vastheid, de zekerheden, de rus tige rondingen van die vorm zelf, die zinnelijk is en tegelijk wonder lijk teder en sereen. Ik heb zo het gevoel, dat een eenmanstentoon- stelling van deze Volti en mis schien zit dat er in de nabije toe komst wel in voor velen een grote verrassing zal zijn. Dit alles en nog veel meer is. te zien tot eind volgende week. In Deurne. coord, van majeur tot mi neur en weer terug, kneedt Gillespie werkjes als Irving Berlin's 'Russian Lullabye' en Waller's 'Jitterbug Waltz' tot ze van hém zijn gewor den. Zijn spel reikt hier en daar zelfs naar het niveau van 'Have Trumpet, Will Excite' uit '59. Een geslaag de. plaat. Basie Jam De blues en grijze eminentie Basie op orgel en piano vor men de spil van een subliem blaas-feestje, dat wordt aangericht in 'Basie Jam' (2310718). Solisten zijn J. J. Johnson (trombone). Lock jaw Davis en Zoot Sims op tenoren. Hairry Edison (trompet) en good-old Ir ving Ashby (hé, leeft die ook nog?) op gitaar. The Count zet op piano met (op nieuw) Brown en drummer Louie Bellson 5 uiterst sim pele thema'tjes neer, switcht vervolgens naar het elektro nisch orgel en dat is dan het 'kun Je nog swingen, swing dan mee'-sein van alle tij den, waarop Je voornoemde heren om een boodschap kunt sturen De opnamen werden op 10 december 1973 gemaakt. Aanbevolen. Tenslotte is daar dan gita rist Joe Pass. Van hem heb ik wel eens het gevoel, dat hij evenals ene Oscar Peter son door sommigen wel wat overbelicht wordt. Maar klasse hccft-ie. Toen wijlen Wes Montgomery destijds in Nederland speelde werd daar alleen door de VARA adequa te aandacht aan geschon ken. Nu leven we zogezegd in de Pass-tijd, hetgeen dan gestalte wordt gegeven door diens 'Portraits of Duke El lington' (Pablo 2310716), in juni '74 opgenomen. Daarop staan 3 solo- en 6 triostuk ken met drummer Bobby Dunham en alweer bassist Ray Brown. Pass is een typische recitalist, een romanticus en een Piet-pre cies, die grondig voorbereidt en anticipeert op al hetgeen l)ij doet. Er kan weinig mis gaan, zelfs niet als hij de LP besluit met een zeker voor zijn doen verrassend felle versie of 'vertolking' vol gens Duys' dictionaire van Duke's 'Caravan'. Mag ik tenslotte nog eens zeg gen, dat ik die Pablo-hoezen met die off-beat studiokie ken erop erg mooi vindt? Rud Niemans ewel het wat overdreven lijkt 1975 te bestempelen als het Charlie Parker- X hebben enkele radiojazzrubrieken onlangs toch de nodige aandacht be- Jaan Bird's 20e sterfdag. De muziek van deze geniale altsaxofonist vormt iktureel opzicht nog altijd een onuitputtelijke energiebron voor het me- der hedendaagse jazzuitingen. ■a Kil r ■fc leefde kort, maar on- h hevig. Hij stierf al M-jarige leeftijd in het dement van de jazzba- Pannonica de Koe tter, toen hij naar de te kijken. Een opge- jeugdige, die er uit een man van 60. In [jaar tijd belichaamde improviserend vrijwel ijn eentje een soort 1 rschuiving in de jazz- :keling. Zoals toen iing Pleasure, nu een Jefferson teksten op -soli zingen, zo stoei- altsaxofonist Med aan de Westkust al in t de idee om Parker - monumentale compo- p zich voor een sax- te arrangeren. Pas in het plan middels het jen van 20 minutieus yseerde Parker-créa- orden gerealiseerd met tve-optreden in LA's lub Donte's, gevolgd en plaatopname voor Fontana (trombone) en drummer Jake Hanna. Het klinkt na al deze feite lijkheden wat zuur, maar de onvervreemdbare. saamge- balde expressiviteit van Par ker is welhaast onvermijde lijk zoekgeraakt in het ove rigens bewonderenswaardige perfectionisme van Super sax. Dat werd mij pas goed duidelijk, toen ik de oor spronkelijke versie van 'Par ker's Mood' eens met die van de nijvere Californiërs ging vergelijken: een pure Rembrandt, verdwaald tus sen de Zondagsschilders. Waarmee lk de reproduce rende Supersaxen beslist niet wil wegcijferen in hun teamwork en groot vakman schap. Maar meesterschap betekent ook In de muziek natuurlijk nog iets anders. Naar de letter konden zij Parker's muziek spelen, naar de geest kon Parker dat al leen zélf. Al eerder heb lk betoogd, waarin Granz' Pablo-label zich van andere onder scheidt. Vrachten herpersin gen draaien de voor- en na oorlogse jazzgeschiedenis als een geprolongeerde film op nieuw af. Pablo maakt van die films een nieuwe versie, mef mogelijk dezelfde 'cast'. Gestoken in schitterende zwart-wit hoezen met sdiiep- gaande essays van Benny Green op de achterzijde, lanceerde Pablo middels Polydor eind maart jl. 4 langspelers met de door de producer zo geliefkoosde middle-jazz, recht toe-recht aan swingende studiosessi- ons. Op Pablo 2310717 pos teerde Granz op 19 sept, van het vorig jaar de vier trom pettisten Roy Eldridge, Dizzy Gillespie, Harry Edi son en Clark Terry achter de lessenaars ter ondersteuning van de 63-jarige bluesshöu- ter Big Joe Turner. Die deed met krachtige, nasale stem wat van hem verwacht werd. Turner etst de vertrouwde vocale lijnen langs een aan tal simpele 12maten-sche- ma's, maar helaas voelden de blazers zich m de hun opgedrongen rol van smaak makers kennelijk niet op hun gemak. Hun soli-klin ken mat en schabloori, de riffjes achter de zanger rommelig' en incoherent. Jammer. Gelukkig mocht Dizzy die zelfde dag nablijven om zich met Pablo's tweede 'Big Four' lp (de eerste was één der laatste platen van wij len the Duke) duchtig te revancheren (2310719). Dizzy begeleiders zijn hier Ray Brown (bas), Joe Pass (gitaar) en Mickey Roker op drums. Dartelend langs de uiterste randen van het ac- A. Volti: 'Jeunesse' zijn zoveel exposities waarover geschreven moet worden van nieuwe lekkingen, plotseling snel rijzende sterren dat de 'gewone', ik zou haast ?en degelijke, steeds terugkerende kunsthandelstentoonstellingen nogal verwaarloosd worden. stal wordt er volstaan met een korte aankondiging: Want wat valt er nou Ier nog,te zeggen over, om zo maar een paar voorbeelden te noemen, Breit- Bosboom, Tholen, Israëls of Roelofs? ftat waren dan een paar \e namen, die ik vond in de ogus van de voorjaarstentoon- ig die door de Kunsthandel Wiegersma gehouden wordt :t Kasteel Deurne. )eurne (Noord-Brabant), niet ld centraal gelegen, wat ove- en dat bewijst het volge- lelde gastenboek voor velen enkel probleem blijkt te zijn: driehonderd bezoekers per linde, plus wat er dan zo door eek nog allemaal binnendrup- is helemaal geen bijzonder- Wél bijzonder is de collectie, so groot, vijftig werken onge- maar die geeft dan toch maar boeiend overzicht van een Nederlandse schilderkunst, uiteraard geen gesloten over- en het werk hangt er zeker in chronologische volgorde, er evenmin didactisch gedaan, gewoon een mooie tentoonstel- ;n daar heb je na de vele je ihotelde problematische itaties hoe interessant die ook mogen zijn wel eens jjfcfte aan. zijn die niet terugschrikken yoor uitvoerige beschrijvingen en vele nauwkeurige details, zonder overi gens bijzonder veel onderscheid te maken tussen hoofdzaken en bijza ken. Meeslepend zijn ze daardoor niet. Nou, ik heb meermalen mensen, en zeker niet alleen ouderen, in inten se vervoering zien staan kijken naar het werk van dergelijke schil ders. En al komen er op veilingen e.d. velerlei andere dan alleen maar artistieke normen aan bod, je moet op de een of andere manier toch ook wel eert beetje 'meegesleept' zijn, voordat je zo Ti drie, vier ton neertelt voor zo'n doekje uit die tijd. Kijk maar naar Schelfhout. Zo'n benadering is natuurlijk on zinnig. De betrokkenheid van, ge noemde schilders was alleen maar een andere, dan die je nu zou verwachten. Die kunstenaars leef den in een voor ons begrip onmo gelijk rustige en stille omgeving en fan, al zal dat vaak anders en worden, 'tis óók moderne i. Volgens de meeste kunsthis- i immers begint die met Cé- 5. omdat die als eerste, in ie- (eval als de eerste gesignaleer- le wereld, het leven om zich objectief probeerde te zien. ren hebben het impressionis- rjitverkoren als het begin van ^joderne bewegingen en er zijn .jëlfs (prof. Lankheit bijvoor- die de geschiedenis van de irae' kunst al in 1800 laten sien omdat omstreeks die tijd zich autonoom, absoluut jarde. Moderne kunst dus, en hJat 'anders ervaren' betreft: je j nogal eens ook kunsthis- bezondigen er zich aan schilders als de ook hier aan- e 'kleinere' meesters, J. H. B. Jcoek, Evert Pieters, J. W. van of en, J. H. Mastenbroek e.d. i&ezenlijk betrokken waren bij je te vertellen hadden. Dat zij l maar oppervlakkige plaatjes- s waren. catalogus van de tentoonstel- Moderne kunst van toen' in tedelijk Museum, Amsterdam, jaar geleden, las ik o.a., dat jfóege negentiende-eeuwers' de k geven 'vertellers te willen Hoogtepunten schilderij was, een gewaagd ge schilderde 'Maannacht', zo uniek, dat ik me best kan voorstellen dat de koper het, tegen de gebruikelijke regels in, niet heeft laten hangen tot het einde van de tentoonstel ling, maar direct meenam. De 'groten' werden schaars en steeds maar duurder. Daardoor wer- die hebben zij, uiteraard ook vaak stil, ingetogen en in zekere zin evenwichtig weergegeven. Iedere tijd heeft zijn eigen benade ring. Neem nu eens dat bekende dramatische doek 'Langs moeders graf' van Jozef Israëls: nu hoeven we dat soort toestanden niet zo meer, maar toen het in 1856 voor het eerst getoond werd, beschouw den de kenners het als 'een hoogte punt in de geschiedenis, van de schilderkunst van de negentiende eeuw.' Er zouden nog veel meer van die hoogtepunten kernen en daar wa ren er ook onder die we nu nog als zodanig beschouwen. Jongkind bij voorbeeld, die unieke geweldenaar hier is een prachtig paneeltje van zijn hand een van de aller grootsten, nog steeds, die schilder de, zoals een van zijn vrienden eens opmerkte, met alles wat hem voor de hand kwam. met de steel zowel als met de kwast. Willem Roelofs, die de 'Barbi-zonners' ont dekte, ook een wegbereider en voorloper, al was het alleen maar door zijn vanzelfsprekende eenvoud die op deze expositie ook zo vol maakt naar .voren komt in dat landschapje met water De wonder baarlijke ruimte en dat prachtige licht van Bosboom. Of Breitner van wie er naast de ongelooflijk sfeer volle 'Teertuinen' en pen heel vroeg zelfportretje ook nog een derde den de 'kleinere' meesters (her-) ontdekt, kleinere meesters, wier werk soms van grote allure blijkt te zijn, schilders als W. G. F. Jansen, A. J. Groenewegen, J. H. Masten broek of E. Pieters. wier werk nu ook schaars en steeds maar duurder wordt. Buiten de beperkte kring van echte kenners van de schilderkunst der vorige eeuw, zullen er ook maar weinig mensen zijn, die ooit van Margarefeha Roosenboom gehoord hebben, maar ik ben er bijna zeker 1 van. dat iedereen, die go^d gekeken heeft in Deurne, haar naam nooit meer zal vergeten. Haar 'Stilleven met appels' uit 1892 is voor mij een van de hoogtepunten van deze ex positie. Die overigens niet ophoudt bij de Haagse en Amsterdamse School. Jan Sluyters is er ook met een sprankelend en kleurrijk interieur J. Pascin: 'Meisje met blauwe hoed' tstoqd 'Supersax', en heette 'Supersax plays (ST 11177), prompt Ind met de nogal du- Grammy-Award, in '74. De 10 werken, lende met 'Koko', [razende visie op No- en eindi- fnet 'Hot House', w^r- pvolgd door 9 andere [-gems op vol. 2 met pelstuk 'Salt Peanuts' ST 11271), terwijl Hste studio-stunt van bx Bird's even merk- Ée als historische p Granz-venture met te tot mikpunt maak- saxen geen van ook maar even de alt.en Joe Lopes Flory, de tenoren Migliorl en Warne I (ooit de ondferkoelde |in duetten met Lee bij het Trlstano-Sex- |de jaren 40) en Jack op bariton. Ter assis- c.q. aanvulling figure- solisten als Conté ji (trompet), Carl Supersax

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 19