een fijne tentoonstelling
Ontluistering
van een mens
ipersax en de reünisten van Norman Granz
HUW /KWARTET ZATERDAG 12 APRIL 1975
KUNST 19
door G. Kruis
door J. van Doorne
De literatuur kent slechts enkele grote thema's, waarvan de
geslachtelijke liefde vermoedelijk wel de belangrijkste is. Hoe
een liefdesverhouding ontstaat en hoe ze bestaat en weer
teloor gaat, zijn aangelegenheden die in het middelpunt van
het denken en gevoelen van de mens staan. Dat is uiteraard
geen "wonder. De mensheid bestaat uit twee geslachten die
per enkele mens een verbintenis moeten aangaan met iemand
van het andere geslacht, wil de mensheid blijven bestaan.
Het gaat met- de geslachtelijke
liefde als met de religie, die voor
velen een uiterst eenvoudige,
doorzichtige aangelegenheid is,
maar waarover in letterlijke zin
miljoenen boeken geschreven
zijn zonder dat het verlangen
gestild is, erover te schrijven, te
lezen en te denken.
Wij zijn de laatste tijd eraan
gewend geraakt, te beseffen dat
de kosmos voorzover deze be
schreven wordt in de fysica en
de chemie, ongelooflijk ingewik
keld en mysterieus is; ik meen
te mogen zeggen, dat het psychi
sche leven niet minder ingewik
keld en mysterieus ls en dat de
beide kernen van dit bestaan
gevormd worden door erotiek en
-religie. Ten diepste vallen fcij
samen. Volgens christelijke in
zichten is de mens naar Gods
beeld geschapen; wie de ander
ontmoet, ontmoet dus een af
beelding van God. Als die ander
dan erotisch begeerd wordt,
wordt die ander zó stralend en
mysterieus, dat er buiten haar of
hem geen geluk meer mogelijk is.
Elke liefdesverhouding begint
met monogamie, met nonogaam
te zijn. Een ontwakende liefde
is. onverschillig of zij legaal of
illegaal is, uitsluitend, uitverkie
zend, tot die ene, die 'andere'
beperkt.
Dat is die liefdesverhouding in
aanleg. Maar de praktijk leert,
dat een dergelijke relatie niet
duurzaam behoeft te zijn: mis
schien wel bijna nooit is. Vol
maaktheid bestaat niet op aarde,
ook niet op het gebied van de
geslachtelijke liefde. Een ideaal
kan echter wel benaderd wor
den.
Sociaal-maatschappelijke, more
le en ethische regels, al of niet
op religieuze gronden, omgeven
de liefdesrelatie als een de lust
en het verlangen inperkend net.
De mens groeit moeizaam naar
de monogame instelling toe. Of
misschien al niet meer?
Diepe kern
Zeker is," dat de man of de
vrouw, die voor een ander verla
ten wordt, dit als een zeer smar
telijke aangelegenheid ervaart.
Dit wijst op de diepe kern van
de liefdesverhouding, die als ide
aal uitsluitend, uitverkiezend is
en voorgoed wil zijn.
De spanning tussen Ideaal en
werkelijkheid nu is het grote
thema van de literatuur.
Ik geloof dat lezers van de ro
man 'De sacrale en profane lief
desmachine' van Iris Murdoch er
goed aan doen. zich van tevoren
de gecompliceerdheid 1 van de
liefdesrelatie voor ogen te stel
len. Vandaar mijn inleiding.
Wat is in dit boek het geval?
Een psychiater. Blaise Gavender
geheten, wonend in een riant
buitenhuis dicht bij Londen, va
der van een zoon die op het
punt staat die puberteit te verla
ten, gelukkig getrouwd met een
mooie, hoogstaande vrouw, blijkt
een maitresèe te hebben, bij wie
hij een zoon heeft, een jongetje
van een jaar of negen, welk
jongetje niet zozeer ab-normaal
als wel sub-normaal is.
Blaise, een ljdele, met zichzelf
ingenomen, naar genot en voor
al naar gemak hunkerende man,
wordt door zijn vriendin ge
dwongen, nu eindelijk eens orde
op zaken te stellen; zij heeft er
genoeg van de mindere van de
andere vrouw te zijn. Ze wil
méér geld. een beter huis. een
goede opvoeding voor haar
zoontje en openbaarheid van de
relatie. Blaise weet geen raad.
doch komt ertoe, zijn vrouw al
les op te biechten. Tot Blaise's
geweldige opluchting aanvaardt
zijn vrouw, hoe smartelijk ook
zijn bekentenis voor haar moge
zijn. de feitelijke situatie. 'Zij
erkent de rechten van de andere
vrouw .Blaise denkt openlijk te
kunnen dóórgaan met het om
gaan met zijn twee vrouwen,
echter nu zonder de hem pijni
gende heimelijkheid. Hij flik
flooit naar beide zijden. Zijn lie
ve, hoogstaande vrouw heeft al
les weer eens voor hem geklaard.
Zij vertegenwoordigt de sacrale
liefde. Blaise heeft echter buiten
de waard gerekend, want zijn
maitresse neemt geen genoegen
met een deling. Zij wil de man.
zijn huis. zijn inkomen. Wat
haór betreft, mag die andere
vrouw en haar zoon oprukken.
Aan het einde van het boek.
toen ik dacht: 'hoe komt Iris
Murdoch daar ooit uit', vindt ze
een ogenschijnlijk nogal goedko
pe oplossing: de vrouw van Blai
se komt óm bij een schietpartij,
waaraan zij part noch deel had.
Zij is onschuldig slachtoffer. De
weg voor de profane liefde is
vrij en wordt dan ook opgelucht/
belopen door Blaise en zijn
vriendin.
Dit is zeer in het kort de feite
lijke inhoud van de roman. Er
komen nog belangrijke bij-figu
ren in voor, die ik niet genoemd
heb.
'De sacrale en profane liefdes
machine' is, zoals al de romans
van de schrijfster, een psycholo
gische reman. Zoveel als wense
lijk is, ontrafelt zij de gevoelens
van haar personen en geeft zij
aan hun gedachten gestalte.
Maar dit werk is ook cynisch.
Van de meeste figuren blijft niet
zo héél veel over. ook niet van
Blaise's vrouw. Deze neemt na
melijk niet wezenlijk genoegen
met de situatie. Zij neemt het
tegen haar rivale op met een
subtiel, geraffineerd vertoon van
goedheid en edelaardigheid en
zij ontsteelt aan haar rivale zelfs
het enigszins abnormale zoontje.
Toch kent deze vrouw een zeke
re mate van heroïek: zij weigert
eenvoudig onder te gaan.
Van Blaise laat Iris Murdoch
geen spaan heel.
Er komen nogal wat vreemde,
niet overtuigende situaties voor
in de roman. Ook zijn de ellen
lange inwendige monologen nu
en dan vervelend. In hoge mate
verrassend is, dat er tenminste
twee personen in het boek voor
komen, van wie geen gedachten
anders dan door hun daden en
door wat ze tegen anderen zeg
gen, geopenbaard worden. En
dat zijn nu juist de figuren die
het meest levensecht aandoen.
Die twee zijn Blaise's vriendin
en haar zoontje. De vriendin
leeft uit de gedachte, dat een
liefdesverhouding monogaam
moet zijn. Blaise is eenmaal met
haar begonnen en nu moet het
een alle andere vrouwen uitslui
tende relatie worden. Dat zij ten
aanzien van zijn wettige vrouw
schuld heeft en zou moeten te
rugtreden, komt nilet in haar op.
Zij is primitief, ongecompliceerd.
Je deelt geen man met een an
dere vrouw.
Veel minder duidelijk en daar
door veel minder aanvaardbaar
is Blaise's wettige vrouw. Zij
houdt oprecht van haar man.
maar ls bereid hem te delen, zij
het dan als zij de regels van het
nieuwe spel mag vaststellen. Zij
legt zich een rol op en wel die
van de edele, alles vergevende
vrouw. Maar als dit spel mislukt
doordat de vriendin niet mee wil
doen, biedt zij zich (vergeefs)
aan twee vrienden van haar
man aan.
Diepspitten
Bij al dat psychologische diep
spitten van de schrijfster, is het
mij allerminst aanvaardbaar ge
worden, dat twee vrouwen, beide
door de schrijfster voorzien van
sterke hoedanigheden, een man
kunnen liefhebben als Blaise,
die door de schrijfster op werke
lijk cynische wijze in zijn arm
zalig hemd gezet wordt. Dat zijn
eigen, zoon tot volslagen wan
hoop vervallen is. ziet hij niet
eens: met die jongen komt het
ook wel weer goed.
In Blaise 'heeft Iris Murdoch
niet de man getekend, die ver
scheurd door begeerte twee
vrouwen liefheeft. Zulk een rela
tie is diep ellendig en eindigt al
tijd met een definitieve breuk
met één van de twee. Zij heeft
zulk een slot niet gewild. Zij
heeft d^ kleinheid van een mens
willen tekenen en wel van Blai
se. Maar tevens die van alle
andere in de roman aanwezige
personen, met uitzondering van
de twee kinderen. Zij is daarin
op onthutsende wijze geslaagd.
Blaise heeft alleen zichzelf lief:
hij heeft niet t^ree vrouwen lief:
hij bedriégt twee vrouwen.
Ook al vind ik de roman niét in
alle opzichten geslaagd (met na
me de wijdlopigheid is irrite
rend), toch een boeiend, tot na
denken stemmend boek.
Iris Murdoch: 'De sacrale en
profane liefdes-machine'. Bij
'Contact' te Amsterdam. Ver
taald door drs. H. W. J. Schaap.
Oorspronkelijke titel: 'The sa
cred en profane love machine'.
Aantal pagina's 421. Linenback.
Prijs 27,50.
uit 1918: niet alleen een verrukke
lijk schilderij, maar ook wat de
prijs betreft een voorbeeld, dat deze
rasschilder langzamerhand hele
maal naar waarde geschat wordt
(en hoe hard het gaat met de
kunstprijzen), 'tkost 33.000 gulden.
Dat geldt trouwens niet alleen voor
de (iets) oudere kunst, ook de doe
ken van Raoul Hynckes (die in
1973 overleed) moeten al zo'n
20.000 gulden opbrengen. Wat on
gebruikelijk misschien, dit kille op
sommen van bedragen in een arti
kel als dit, maar 't gaat tenslotte
om een kunsthandelstentoonstel
ling en dan valt je dat op.
Internationaal
Hoofdzakelijk Nederlandse schilde
rijen op deze expositie, van Bos
boom tot Wagemaker, maar daar
naast komep er ook internationale
meesters aan bod. Met als uitge
sproken hoogtepunten eén onverge
telijk mooie Pascin (Meisje met
blauwe hoed) en een bronsreliëf
van Manzu, een studie voor de deu
ren van de kathedraal van Salz
burg. (Manzu maakte ook de prach
tige monumentale deuren van de
St. Pieter, Rome en, dichter bij
huis. die van de Laurenskerk te
Rotterdam). Een heel puur voor
beeld van een kunst, die in al haar
facetten eigentijds is, maar tevens
van alle tijden. Een reliëf, dat af
wisselend herinneringen oproept
aan de klassieken, de renaissance
en de romantiek, aan nu, dat doet
denken aan alle hoogtepunten die
de beeldhouwkunst gekend heeft,
een samenvatting van vele traditio
nele verworvenheden.
En er is ook nog een plastiek 'Jeu-
nesse' van een andere, hier nog
vrijwel onbekende, Italiaanse
beeldhouwer, A. VoltL Een sierlijk
gebogen naakt, van een zuivere,
eenvoudige natuurlijkheid; geen
naturalisme, dat op imitatie berust,
maar wel op een intens pogen de
beweging te betrappen. Die een
voud. waar het de verbeelding, de
interpretatie betreft is in heel dit
oeuvre ik zag vele foto's
waarneembaar en dat geeft dit
werk een grote toegankelijkheid.
Wat dan wel een van de belang
rijkste redenen zal zijn, dat Volti's
roem nog niet in dit land is door
gedrongen.
Hoewel Volti, en dat blijkt ook uit
de manier waarop hij de huid van
dit beeld bewerkte, het spel van
licht en schaduwen dat over de
vormen glijdt, in zijn werkwijze
betrekt, zoekt hij het toch vooral in
de vastheid, de zekerheden, de rus
tige rondingen van die vorm zelf,
die zinnelijk is en tegelijk wonder
lijk teder en sereen. Ik heb zo het
gevoel, dat een eenmanstentoon-
stelling van deze Volti en mis
schien zit dat er in de nabije toe
komst wel in voor velen een
grote verrassing zal zijn.
Dit alles en nog veel meer is. te
zien tot eind volgende week. In
Deurne.
coord, van majeur tot mi
neur en weer terug, kneedt
Gillespie werkjes als Irving
Berlin's 'Russian Lullabye'
en Waller's 'Jitterbug Waltz'
tot ze van hém zijn gewor
den. Zijn spel reikt hier en
daar zelfs naar het niveau
van 'Have Trumpet, Will
Excite' uit '59. Een geslaag
de. plaat.
Basie Jam
De blues en grijze eminentie
Basie op orgel en piano vor
men de spil van een subliem
blaas-feestje, dat wordt
aangericht in 'Basie Jam'
(2310718). Solisten zijn J. J.
Johnson (trombone). Lock
jaw Davis en Zoot Sims op
tenoren. Hairry Edison
(trompet) en good-old Ir
ving Ashby (hé, leeft die
ook nog?) op gitaar. The
Count zet op piano met (op
nieuw) Brown en drummer
Louie Bellson 5 uiterst sim
pele thema'tjes neer, switcht
vervolgens naar het elektro
nisch orgel en dat is dan het
'kun Je nog swingen, swing
dan mee'-sein van alle tij
den, waarop Je voornoemde
heren om een boodschap
kunt sturen De opnamen
werden op 10 december 1973
gemaakt. Aanbevolen.
Tenslotte is daar dan gita
rist Joe Pass. Van hem heb
ik wel eens het gevoel, dat
hij evenals ene Oscar Peter
son door sommigen wel wat
overbelicht wordt. Maar
klasse hccft-ie. Toen wijlen
Wes Montgomery destijds in
Nederland speelde werd daar
alleen door de VARA adequa
te aandacht aan geschon
ken. Nu leven we zogezegd
in de Pass-tijd, hetgeen dan
gestalte wordt gegeven door
diens 'Portraits of Duke El
lington' (Pablo 2310716), in
juni '74 opgenomen. Daarop
staan 3 solo- en 6 triostuk
ken met drummer Bobby
Dunham en alweer
bassist Ray Brown. Pass is
een typische recitalist, een
romanticus en een Piet-pre
cies, die grondig voorbereidt
en anticipeert op al hetgeen
l)ij doet. Er kan weinig mis
gaan, zelfs niet als hij de LP
besluit met een zeker voor
zijn doen verrassend felle
versie of 'vertolking' vol
gens Duys' dictionaire
van Duke's 'Caravan'. Mag
ik tenslotte nog eens zeg
gen, dat ik die Pablo-hoezen
met die off-beat studiokie
ken erop erg mooi vindt?
Rud Niemans
ewel het wat overdreven lijkt 1975 te bestempelen als het Charlie Parker-
X hebben enkele radiojazzrubrieken onlangs toch de nodige aandacht be-
Jaan Bird's 20e sterfdag. De muziek van deze geniale altsaxofonist vormt
iktureel opzicht nog altijd een onuitputtelijke energiebron voor het me-
der hedendaagse jazzuitingen.
■a
Kil
r
■fc leefde kort, maar on-
h hevig. Hij stierf al
M-jarige leeftijd in het
dement van de jazzba-
Pannonica de Koe
tter, toen hij naar de
te kijken. Een opge-
jeugdige, die er uit
een man van 60. In
[jaar tijd belichaamde
improviserend vrijwel
ijn eentje een soort
1 rschuiving in de jazz-
:keling. Zoals toen
iing Pleasure, nu een
Jefferson teksten op
-soli zingen, zo stoei-
altsaxofonist Med
aan de Westkust al in
t de idee om Parker -
monumentale compo-
p zich voor een sax-
te arrangeren. Pas in
het plan middels het
jen van 20 minutieus
yseerde Parker-créa-
orden gerealiseerd met
tve-optreden in LA's
lub Donte's, gevolgd
en plaatopname voor
Fontana (trombone) en
drummer Jake Hanna.
Het klinkt na al deze feite
lijkheden wat zuur, maar de
onvervreemdbare. saamge-
balde expressiviteit van Par
ker is welhaast onvermijde
lijk zoekgeraakt in het ove
rigens bewonderenswaardige
perfectionisme van Super
sax. Dat werd mij pas goed
duidelijk, toen ik de oor
spronkelijke versie van 'Par
ker's Mood' eens met die
van de nijvere Californiërs
ging vergelijken: een pure
Rembrandt, verdwaald tus
sen de Zondagsschilders.
Waarmee lk de reproduce
rende Supersaxen beslist
niet wil wegcijferen in hun
teamwork en groot vakman
schap. Maar meesterschap
betekent ook In de muziek
natuurlijk nog iets anders.
Naar de letter konden zij
Parker's muziek spelen, naar
de geest kon Parker dat al
leen zélf.
Al eerder heb lk betoogd,
waarin Granz' Pablo-label
zich van andere onder
scheidt. Vrachten herpersin
gen draaien de voor- en na
oorlogse jazzgeschiedenis als
een geprolongeerde film op
nieuw af. Pablo maakt van
die films een nieuwe versie,
mef mogelijk dezelfde 'cast'.
Gestoken in schitterende
zwart-wit hoezen met sdiiep-
gaande essays van Benny
Green op de achterzijde,
lanceerde Pablo middels
Polydor eind maart jl. 4
langspelers met de door de
producer zo geliefkoosde
middle-jazz, recht toe-recht
aan swingende studiosessi-
ons. Op Pablo 2310717 pos
teerde Granz op 19 sept, van
het vorig jaar de vier trom
pettisten Roy Eldridge,
Dizzy Gillespie, Harry Edi
son en Clark Terry achter de
lessenaars ter ondersteuning
van de 63-jarige bluesshöu-
ter Big Joe Turner. Die deed
met krachtige, nasale stem
wat van hem verwacht werd.
Turner etst de vertrouwde
vocale lijnen langs een aan
tal simpele 12maten-sche-
ma's, maar helaas voelden
de blazers zich m de hun
opgedrongen rol van smaak
makers kennelijk niet op
hun gemak. Hun soli-klin
ken mat en schabloori, de
riffjes achter de zanger
rommelig' en incoherent.
Jammer.
Gelukkig mocht Dizzy die
zelfde dag nablijven om zich
met Pablo's tweede 'Big
Four' lp (de eerste was één
der laatste platen van wij
len the Duke) duchtig te
revancheren (2310719).
Dizzy begeleiders zijn hier
Ray Brown (bas), Joe Pass
(gitaar) en Mickey Roker op
drums. Dartelend langs de
uiterste randen van het ac-
A. Volti: 'Jeunesse'
zijn zoveel exposities waarover geschreven moet worden van nieuwe
lekkingen, plotseling snel rijzende sterren dat de 'gewone', ik zou haast
?en degelijke, steeds terugkerende kunsthandelstentoonstellingen nogal
verwaarloosd worden.
stal wordt er volstaan met een korte aankondiging: Want wat valt er nou
Ier nog,te zeggen over, om zo maar een paar voorbeelden te noemen, Breit-
Bosboom, Tholen, Israëls of Roelofs?
ftat waren dan een paar
\e namen, die ik vond in de
ogus van de voorjaarstentoon-
ig die door de Kunsthandel
Wiegersma gehouden wordt
:t Kasteel Deurne.
)eurne (Noord-Brabant), niet
ld centraal gelegen, wat ove-
en dat bewijst het volge-
lelde gastenboek voor velen
enkel probleem blijkt te zijn:
driehonderd bezoekers per
linde, plus wat er dan zo door
eek nog allemaal binnendrup-
is helemaal geen bijzonder-
Wél bijzonder is de collectie,
so groot, vijftig werken onge-
maar die geeft dan toch maar
boeiend overzicht van een
Nederlandse schilderkunst,
uiteraard geen gesloten over-
en het werk hangt er zeker
in chronologische volgorde, er
evenmin didactisch gedaan,
gewoon een mooie tentoonstel-
;n daar heb je na de vele je
ihotelde problematische
itaties hoe interessant die
ook mogen zijn wel eens
jjfcfte aan.
zijn die niet terugschrikken yoor
uitvoerige beschrijvingen en vele
nauwkeurige details, zonder overi
gens bijzonder veel onderscheid te
maken tussen hoofdzaken en bijza
ken. Meeslepend zijn ze daardoor
niet.
Nou, ik heb meermalen mensen, en
zeker niet alleen ouderen, in inten
se vervoering zien staan kijken
naar het werk van dergelijke schil
ders. En al komen er op veilingen
e.d. velerlei andere dan alleen maar
artistieke normen aan bod, je moet
op de een of andere manier toch
ook wel eert beetje 'meegesleept'
zijn, voordat je zo Ti drie, vier ton
neertelt voor zo'n doekje uit die
tijd. Kijk maar naar Schelfhout.
Zo'n benadering is natuurlijk on
zinnig. De betrokkenheid van, ge
noemde schilders was alleen maar
een andere, dan die je nu zou
verwachten. Die kunstenaars leef
den in een voor ons begrip onmo
gelijk rustige en stille omgeving en
fan, al zal dat vaak anders
en worden, 'tis óók moderne
i. Volgens de meeste kunsthis-
i immers begint die met Cé-
5. omdat die als eerste, in ie-
(eval als de eerste gesignaleer-
le wereld, het leven om zich
objectief probeerde te zien.
ren hebben het impressionis-
rjitverkoren als het begin van
^joderne bewegingen en er zijn
.jëlfs (prof. Lankheit bijvoor-
die de geschiedenis van de
irae' kunst al in 1800 laten
sien omdat omstreeks die tijd
zich autonoom, absoluut
jarde. Moderne kunst dus, en
hJat 'anders ervaren' betreft: je
j nogal eens ook kunsthis-
bezondigen er zich aan
schilders als de ook hier aan-
e 'kleinere' meesters, J. H. B.
Jcoek, Evert Pieters, J. W. van
of en, J. H. Mastenbroek e.d.
i&ezenlijk betrokken waren bij
je te vertellen hadden. Dat zij
l maar oppervlakkige plaatjes-
s waren.
catalogus van de tentoonstel-
Moderne kunst van toen' in
tedelijk Museum, Amsterdam,
jaar geleden, las ik o.a., dat
jfóege negentiende-eeuwers' de
k geven 'vertellers te willen
Hoogtepunten
schilderij was, een gewaagd ge
schilderde 'Maannacht', zo uniek,
dat ik me best kan voorstellen dat
de koper het, tegen de gebruikelijke
regels in, niet heeft laten hangen
tot het einde van de tentoonstel
ling, maar direct meenam.
De 'groten' werden schaars en
steeds maar duurder. Daardoor wer-
die hebben zij, uiteraard ook vaak
stil, ingetogen en in zekere
zin
evenwichtig weergegeven.
Iedere tijd heeft zijn eigen benade
ring. Neem nu eens dat bekende
dramatische doek 'Langs moeders
graf' van Jozef Israëls: nu hoeven
we dat soort toestanden niet zo
meer, maar toen het in 1856 voor
het eerst getoond werd, beschouw
den de kenners het als 'een hoogte
punt in de geschiedenis, van de
schilderkunst van de negentiende
eeuw.'
Er zouden nog veel meer van die
hoogtepunten kernen en daar wa
ren er ook onder die we nu nog als
zodanig beschouwen. Jongkind bij
voorbeeld, die unieke geweldenaar
hier is een prachtig paneeltje
van zijn hand een van de aller
grootsten, nog steeds, die schilder
de, zoals een van zijn vrienden
eens opmerkte, met alles wat hem
voor de hand kwam. met de steel
zowel als met de kwast. Willem
Roelofs, die de 'Barbi-zonners' ont
dekte, ook een wegbereider en
voorloper, al was het alleen maar
door zijn vanzelfsprekende eenvoud
die op deze expositie ook zo vol
maakt naar .voren komt in dat
landschapje met water De wonder
baarlijke ruimte en dat prachtige
licht van Bosboom. Of Breitner van
wie er naast de ongelooflijk sfeer
volle 'Teertuinen' en pen heel vroeg
zelfportretje ook nog een derde
den de 'kleinere' meesters (her-)
ontdekt, kleinere meesters, wier
werk soms van grote allure blijkt te
zijn, schilders als W. G. F. Jansen,
A. J. Groenewegen, J. H. Masten
broek of E. Pieters. wier werk nu
ook schaars en steeds maar duurder
wordt.
Buiten de beperkte kring van echte
kenners van de schilderkunst der
vorige eeuw, zullen er ook maar
weinig mensen zijn, die ooit van
Margarefeha Roosenboom gehoord
hebben, maar ik ben er bijna zeker
1 van. dat iedereen, die go^d gekeken
heeft in Deurne, haar naam nooit
meer zal vergeten. Haar 'Stilleven
met appels' uit 1892 is voor mij een
van de hoogtepunten van deze ex
positie.
Die overigens niet ophoudt bij de
Haagse en Amsterdamse School.
Jan Sluyters is er ook met een
sprankelend en kleurrijk interieur
J. Pascin: 'Meisje met blauwe hoed'
tstoqd 'Supersax', en
heette 'Supersax plays
(ST 11177), prompt
Ind met de nogal du-
Grammy-Award, in
'74. De 10 werken,
lende met 'Koko',
[razende visie op No-
en eindi-
fnet 'Hot House', w^r-
pvolgd door 9 andere
[-gems op vol. 2 met
pelstuk 'Salt Peanuts'
ST 11271), terwijl
Hste studio-stunt van
bx Bird's even merk-
Ée als historische
p Granz-venture met
te tot mikpunt maak-
saxen geen van
ook maar even
de alt.en Joe Lopes
Flory, de tenoren
Migliorl en Warne
I (ooit de ondferkoelde
|in duetten met Lee
bij het Trlstano-Sex-
|de jaren 40) en Jack
op bariton. Ter assis-
c.q. aanvulling figure-
solisten als Conté
ji (trompet), Carl
Supersax