Dieptepeiling naar het boze Rijnsdorp heeft gelijk Een mevrouw en wereldverbeteraars Vandaag Gewonde lag ruim twintig minuten zonder hulp op weg Twee en twintig jaar rijden zonder rijbewijs Kind onder auto Zuster Bahler 'Vlaggetjesd op 17 mei LEERHUIS VAN JEZUS TROUW/KWARTET ZATERDAG 22 MAART 1975 KERK door dr. A. Dekker Tijdens het schrijven en lezen van dit boek zijn de wereld en het mensenbestaan niet veran derd; wij zijn ook in ons het kwaad niet kwijt; het boze heeft nog dezelfde macht, de zelfde onverklaarbaarheid. Het nadenken kan ons hoogstens tot gewaarschuwde of misschien ook tot bemoedigde mensen maken. Welaan dan!' Met deze zin besluit de Leidse hoogleraar dr. H. J. Heering zijn knappe, nieuwe boek 'Over het boze als macht en werkelijkheid'. Knap, omdat deze fijnzinnige theoloog en wijsgeer erin slaagde één van de oervragen van ons denken met gro te helderheid analyserend, met bre de kennis alle aangeboden oplos singen aftastend, toch zó aan ons voor te leggen dat het je fascineert en lang blijft bezighouden, ook wanneer je het boek weer sluit. Theologen zijn als kunstenaars die met ingebouwde radar aanvoelen wat er vandaag leeft, dwars door alle discussies over detailkwesties heen. Wij leven in een tijd van uitdaging en openheid omdat de 'onderste stenen' boven komen en we bij de grondvragen van ons leven staan. In dit verband denke men ook aan de nieuwe studies over het lijden. Stevige kost Deze ietwat lyrische inleiding bete kent overigens niet dat men een bundel poëzie onder ogen krijgt bij Heering al gebruikt hij de litera tuur ook in dit boek uitbundig. Net als in zijn grootse werk over de tragiek buitelen opnieuw namen van schrijvers en dichters door de hele studie heen. Met grote kennis van zaken gaat Heering te werk. Hij biedt collegestof en dat bete kent zware kost. Maar het boeiende daarbij is voor mij dat hij je stap voor stap meeneemt, je laat mee denken bij zijn volgende zet, de consequentie van een gegeven op lossing trekt. Je staat er als het ware met je neus bovenop terwijl hij het platenboek van het boze doorbladert. Daarbij tekent hij lij nen. De ene keer dwars door de geschiedenis. Zo geeft hij in één hoofdstuk vijftien 'namen en ge stalten' die het boze door de eeu wen heen kreeg en krijgt. Vanaf de tijd waarin de mens huivert voor de onberekenbare natuurkrachten, via alle mogelijke concretiseringen (heksenprocessen) naar het heden waarin de maatschappij de boos doener is. Een andere keer horen we de antwoorden uit wereldreligies of wijsgerige stelsels. Niet onaards Professor Heering wil vooral aanto nen dat het boze niet iets onaards is, maar hier en nu, in en door ons werkt. Met dit boek zitten we volop in de anthropologic (de studie van de mens). Het boze komt nooit als een 'losse' zelfstandige grootheid tevoorschijn, betoogt de schrijver, het is geen feit. maar opvatting. Is daarmee alles gezegd? Heering aarzelt hier duidelijk, daar is hij ook een zeer voorzichtig denker voor. Kan die mens zijn mens-zijn wel aan? Het boze is bij Heering enerzijds iets menselijks, aan de andere kant is de mens te klein voor het mens zijn, te klein voor zijn taak. Niet opgewassen tegen de vragen en be dreigingen die op hem afkomen. De mens is te klein, of te on-af, voor z'n situatie. willen uitdrukken dat er geen her leiding en verklaring en causaliteit van het boze aangewezen kan wor den, schrijft Heering. En de al macht van God dan? 'De bijbel kent God niet zozeer als de allesre- gelaar, maar als de overmachtige die zijn liefde inzet tegen het boze (dat reëel is). Het boze zet het leven klem de liefde houdt het in beweging. En het laatste woord zullen wij niet horen, we kunnen er alleen maar in geloven'. Laatste woord Je blijft aan het citeren omdat Heering doordenkertjes rondstrooit, en dit boek in handen hoort van ieder die met de grondvragen bezig is en die tegelijk niet bang is voor een stevige vak-studie. Waarin voor de doorzettende lezer het panorama zichtbaar wordt van een brede, wijsgerige en wetenschappelijke nuchtere benadering van een the ma, gekoppeld aan een sterk per soonlijke betrokkenheid van de schrijver, die gezien zijn publicaties steeds in de vragen van schuld en pijn, tragiek en lijden zijn eigen doornen kent. Pakkend vind ik dat In een studie over de kernvraag van het kwaad professor Heering zich niet ver schuilt achter een geleerd betoog, maar open en duidelijk zijn chris ten-zijn uitspreekt: 'God neemt in zijn liefde, in Christus, liever zelf de schuld en de boosheid op zich. Zijn barmhartigheid laat de mens ook na de zonde en na alle boos heid der mensengeschiedenis niet los. En al wie in Gods liefde leeft, torst aan de boosheid mee'. 'Het boze maken tot gerechtigheid, dat kan alleen de vergeving. Maar over dat inzicht beschikt de wijsbegeerte niet, doch alleen de theologie. Die kent haar aan God toe als zijn 'laatste woord'. Vragen Deze tekening van Dürer (Kain en Abel) staat op het omslag van het boekje 'Over het boze' van prof. dr. H. J. Heering. hij beschuldigend naar 'de duivel' wijst zou eens rustig het speurwerk van Heering moeten volgen. Welke vluchtheuvel voor de mens leg je aan door hem een uitwijkplaats te bieden achter de duivel? Juist de bijbel neemt stelt Heering zowel aan het begin van het Oude Testament (in de verleiding door de slang), als aan het begin van het Nieuwe Testament (de verzoe king van Jezus) de last niet van de schouders van de mens af. Verlei ding en verzoeking komen tót de mens: de daad, het actief boze doet die mens zelf, die daarom niet te verontschuldigen is bij de 'opzette lijke en fundamentele aanranding van het bestaan' zoals Heering het boze definieert. Boeiend blijft het dat professor Heering die ons soms meeneemt op excursie naar andere godsdiensten steeds weer om het bijbels denken blijft cirkelen. Ook bij een fenome nologische studie (eerst alles beluis teren en noteren wat er zich op dit terrein aanbiedt) ontkom je juist bij dit onderwerp niet aan de kar dinale vraag van eigen levensover tuiging. Over het boze valt niet objectief en absoluut te spreken, wijzelf zijn er immers steeds op nieuw bij betrokken. Dan praat je geloof mee. 'Over het wezen Gods in verhouding tot het boze schreef de theologie haar moeilijkste blad zijden steeds opnieuw, steeds an ders'. Voortdurend zitten we immers met de vraag: Waar komt dat kwaad dan vandaan, en de theodicee, dat is 'een rechtvaardiging van Gods ver meend aandeel in het wereldlijden' (Wiersinga). 'Met de term zonde heeft het christelijk denken altijd Maar natuurlijk blijven er vragen staan, ook in dit boek en na dit boek. Ben je ooit uitgevraagd over het boze, het kwaad en de boze? De theologie zal doorgaan haar moei lijke bladzijden hierover te schrij ven. Juist wie de menselijke ver antwoordelijkheid het volle pond geeft en dat doet de ethiek zal blijven boren. De vraag van ons kwetsbaar bestaan zal zich melden zolang er mensen nadenken over lijden en schuld, over het boze en het mens-zijn in alle grandeur en misère. Het is een goede zaak dat professor Heering ons zijn studies over de zwaartekracht van het menszijn daarbij mee geeft. Voor onderweg. Dr. A. Dekker, gereformeerd predi kant in Dordrecht bespreekt het boek van prof. dr. H. J. Heering 'Over het boze als macht en als werkelijkheid'. Uitg. Boom, Meppel, 1974, 154 pagina's, ƒ18.50. kMM Deze strip die laat zien hoe gauw het 'Hosanna' kan verande ren in 'Kruis Hem!', tekende Len Munnik voor de liturgie van de zgn. seven o' clock-dienst die morgen, palmzondagavond in Breda gehouden wordt. Tragiek? Wanneer je zo ver bent lijkt het of we de weg van de tragiek opgaan die de schrijver in zijn vroegere studie al onderzocht. Duidelijk is dat hier de uitdaging voor elke wereldbeschouwing ligt. Dat hier steeds weer de oervraag van ons denken blijft haken. Waar komt dan uiteindelijk dat boze vandaan? Wanneer het dan eigen boze opzet is, waarom is die mens dan zo? Waarom is hij dan te klein (ge maakt?) voor zijn menszijn? Ook de bijbelse gegevens hebben op dit punt hun inbreng en er staat een pakkende reeks 'bijbelse ver kenningen' in Hearings boek. Ieder die zo snel met de vragen van het boze en het kwaad klaar is omdat Van onze correspondent ARMHEM Een gewonde motor rijder heeft ruim twintig minuten op een drukke verkeersweg gelegen zonder dat iemand naar het slacht offer omkeek. De gewonde was de 26-jarige mo torrijder B. H. uit Huissen. Op een druk kruispunt in zijn woonplaats was hij geschept, maar aanvanke lijk nam niemand de moeite de GGD te waarschuwen. Pas na ruim twintig minuten waarschuwden voorbijgangers de politie. De man is met rugletsel opgenomen in een ziekenhuis te Nijmegen. Van onze correspondent ARNHEM De politie te Uddel op de Veluwe heeft de 72-jarige A. B. uit die plaats aangehouden omdat de man zonder rijbewijs reed. De man bleek al 22 Jaar zonder rijbewijs te hebben gereden. Van een verslaggever APELDOORN Een inwoners van Apeldoorn, die achteruit een par keerplaats in Beekbergen afreed, daarbij de tweejarige Arjan Detmer Adelerhof overreden. Het kind werd daarbij gedood. Een halve eeuw geleden heb ik in mijn eerste gemeente, Eng- wierum, gedurende twee winters op woensdagavond bijbellezingen gehouden over de Openbaring van Johannes. in die tijd kwamen de mensen, weer of geen weer, ook op die avonden door de week. De motiva tie laat ik rusten; belangstelling en vooral diepe eerbied voor de bijbel waren zeker ook aanwezig. Wat ik gezegd heb ben ik uiteraard al lang vergeten en de papiertjes met aan tekeningen zijn vermoedelijk met alle oude preken de weg van alle vlees gegaan of opgestookt in de hongerwinter. - De manier van werken aan die lezingen weet ik nog wel. Eerst het totaal lezen, telkens weer, en dan naar détails kijken, waardoor de totaalindruk gecorrigeerd wordt en steeds scherper en duidelijker met inhoud gevuld. Dat détail-werk zeg maar exege se wordt bepaald door de moge lijkheden die een bepaalde tijd biedt. Die mogelijkheden moeten kritisch bekeken worden, gewogen naar hun graad van waarschijnlijk heid en zijn in voortdurende bewe ging. Met de globale kennishouding ligt het iets anders. De grondvorm daarvan is, dunkt me, een eindeloos geboeid zijn door mensen en hun gedrag, door hun nood en hun vreugde, door hun werk, hun omge ving, hun omgaan met bloemen, planten, dieren en alles wat ons aangereikt wordt door de cultuur vroeger en nu door machten, die in de geschiedenis bouwend en ver woestend werken, verstarrend en verwarrend. Het oog wordt niet verzadigd van zien en het oor niet van horen. De simpele taal van de liefde zegt: ik ben nog lang niet op je uitgekeken. Zo blijven we gefascineerd óók door het laatste bijbelboek. Alleen daarom al zijn we blij met het jongste geschrift van dr. Rijns dorp, dat een poging is tot een 'muzische' benadering van de Openbaring van Johannes. Dr. Rijnsdorp omschrijft wat hij onder muzisch verstaat vanuit het feit, dat de Apocalyps een muzisch boek genoemd kan worden. We krijgen te maken met zichtbare en hoorbare zaken; het geziene corres pondeert op beeldende kunst, het gehoorde op muziek en litteratuur. Nu komt het er op aan, dat de taal door ds. S. J. Popma wordt verstaan, die uit de symbolen en beelden op ons toekomt. Wat de eerste lezers van wat Johannes ver telt dat hij gezien en gehoord heeft, wat hem uitgelegd is wan neer hij er naar vroeg; wat die lezers ervaren hebben, zal wel niet meer te achterhalen zijn. Het zal hen gegaan zijn zoals de gelovige vandaag het doorleeft, wanneer ho ren en zien hem vergaat. De bedoe ling wordt gegrepen of liever: grijpt ons, al kunnen we weinig of niets onder woorden brengen. Achteraf proberen we met kenmo- gelijkheden aan de psychologie ontleend, speciaal aan de diepte psychologie voorzover deze iets trachten te. duiden van de onbe wuste grondvorm van ons bestaan, iets te verhelderen of wellicht tot enig begrijpen te komen. Op dit punt komen uiteraard weer belang wekkende discussies. Ik noem uit de talrijke publikaties één voor beeld: 'Christa Meves, psychologi sche kijk op de bijbel, actualiseren van bijbelse beeldpsraak en symbo liek.' Bij Jung die in dit verband weer aan de orde gesteld wordt, schijnt de openbaring van wat geschieden moet overschaduwd te worden door wat er in de mens huist in het psychisch onbewuste. In dromen kunnen apocalyptische gestalten opduiken. Hier vallen principiële be slissingen. In Rijnsdorps roman 'Eldert Holler' (die samen met 'Mijn vader, mijn vader' en 'Koningskinderen' in één band heruitgegeven is door Bosch en Keuning) waarin het m.i. vooral gaat om het uitbreken uit wat als verleden en verstard ervaren wordt en een bedreiging voor het afrem men van eigen creativiteit, komen wé een paar maal de gedachte te gen dat je op deze abrahamitische tocht naar de toekomst voor de keus staat jezelf te vernietigen, je geestelijk evenwicht te verliezen of chriselijk te worden. Rijnsdorp heeft gelijk. Inderdaad worden we opgeroepen tot een ge loofskeus wanneer we omgaan met wat ons aangereikt wordt uit de hedendaagse wetenschappelijke in zichten, als we tot begrijpen en H i EEN DIE MET MIJ EET £;ti< Het verhaal van Jezus' lijden- sterven is ook het verhaal menselijk geweld. Eén van de aa1 men van dat geweld is het veeo J Daarmee begint Marcus. Hij al verteld hoe na de zalving Iskariot, een van de twax heenging om Hem over te lea£ jik< i ste Dat is het geweld zelf, zo hei geweld: Jezus overleveren, u ren, ergens voor verruilen, voor? Marcus noemt geld. Op re plaatsen valt de nadruk o misnoegen van Judas. Jezus niet in zijn voorstelling va mende veranderingen. Aai maaltijd, als het avond gewor en terwijl zij aanlagen, ontm Jezus het verraad. Het woo: de diepste diepte van dit aanduidt, spreekt de Heer Hij zegt: Eén van u zal Mij den, één die met Mij eet geweld komt uit de kring vaiL trouwden, uit de kring van d gang. Het zal daarom ook vinden met een kus. Hoezê^ eerste gemeente ook bekend zj weest zijn met de overleven} aangaande Jezus, toch kunni, ons voorstellen welk een schf gegeven moet hebben, toen di het eerst in de gemeente voorgelezen. Daar ging ineens him oren in vervulling wat uit Psalm 41 kenden: Die brood at heeft zijn hiel tegel^ opgeheven. Geweld uit de int kring. Dat is Hem van ons o men. Dat is een facet vair lijden, dat ons tot diepe nee heid kan brengen. Wij st' toen het erop aan kwam ni één man om Hem heen, zos wel eens willen doen voort Hij heeft geleden onder het van de ruil, voor geld, voor voor een leven naar ons eigei langen. En Hij bleef wie Hij de getrouwe op wie in elk gewJ vertrouwen is. (Marcus 14, 17' :i< verhelderen willen komen. Dr. Rijnsdorp heeft in zijn jongste pu- blikatie ons de grote dienst bewe zen ons er weer aan te herinneren dat beeldtaal suggestief is. Hij eindigt: 'Als tegenhanger ten aanzien van allerlei strevingen naar mystiek en bewustzijnsverrui ming zou het geen kwaad kunnen als wij wat beter gingen verstaan wat beeldend taalgebruik is, als er wat meer affiniteit kwam met het profetische en vizionaire en als wij de Apocalyps toch op zijn minst gingen zien als een taaigewas met een organische structuur, door- gloeid van een inspiratie, die in de wereldliteratuur haar weerga niet heeft. Kerken, wees de secten vóór!' Ik voeg er aan toe, denkend aan wat Rijnsdorp zegt over de vragen, die op het grondvlak leven, wat ik bij prof. H. van Praag las ('Alles mag, beeldenstorm van normen en vormen') dat er is 'de onrust van een nieuwe .tijd, die alle nieuws gretig als voedsel verslindt, omdat het in alle vezels nieuws-gierig d.w.z. begerig naar vernieuwing ge worden is.' Ds. S. J. Popma. emeritus-studen- tenpredikant te Amssterdam, schrijft n.a.v. dr. C. Rijnsdorp: Ge fascineerd door het laatste bijbel boek. Poging tot een 'muzische' be nadering. Uitg. Bosch en Keuning, Baarn, in de serie Oecumene; 8.,90. >bi NED. HERV. KERK Beroepen te Groningen: G. Jfei gerhof te Bergschenhoek. lid Bedankt voor Vreeswijk: J. 1 Bie te Rijssen; voor Ede: drir2 Tukker te Kamerik. jer GEREF. KERKEN |f Beroepen te Kampen: drs. J.l 5 te Rijswijk. to Aangenomen naar Amstelvee» zijn functie van geest. verz. vt Zonnehuis aldaar): H. Volleq van Zeist. rr0; Benoemd tot leraar godsdienUs de chr. scholengem. HAVO/[_ te Nijverdal: M. G. Veensp Winsum (Fr.). L GEREF. KERKEN (VRIJG. B, Beroepen te Culemborg: J. K(g te Nijmegen, die dit beroepp aangenomen. i J GEREF. GEMEENTEN L Beroepen te Den Haag-C: Chr Poel te Yerseke. IA Aangenomen naar Rotterdia A. F. Honkoop te Moerkapellèji BAPT. GEMEENTEN Beroepen te Alblasserdam denburger te Stadskanaal. L -fel Idt 21] Verleden week zaterdagavond zag ik voor de NCRV-televisie een flits van een interview dat Jan van Hillo had met een, naar me in de gauwigheid voorkwam, bewonderenswaardige vrouw die veel en goed werk verzet in haar omgeving. Ik hoorde Van Hillo een vraag stellen, of liever: een Opmerking maken van de ze strekking: je hebt mensen die druk in de weer zijn voor Vietnam of Cam bodja, maar jij let tenminste op iemand naast jou die in de goot terecht geko men is. door A. J. Klei Of ik Jan van Hillo letterlijk weergeef, weet ik niet, ik heb geen notities gemaakt, maar de strekking van zijn woorden is me goed bijgebleven. En met die strekking heb ik, zacht gezegd, moeite, want daar mee kom je helemaal in het vaarwater van degenen die graag een tegenstelling ma ken tussen wereldverbeteraars die hun buurman laten verkommeren en stillen in den lande, die nooit zeuren over Zuid- Afrika maar het zonnetje in hun straat zijn. Aan de ene kant heb je, zo luidt dan het verhaal, mensen met de mond vol over wat in verre werelddelen niet naar hun zin gaat. Bij elke demonstratieve bijeen komst zitten ze op de eerste rij te lawaai en. Maar ze peinzen er niet over es een keertje stof af te nemen bij een kreupele weduwvrouw of mens-erger-je-niet te spe len met hun eenzame bovenbuurman. Hiertegenover staan dan zij die van hun leven nog geen muur beklad of een span doek hebben geheven, maar die liefdevol passen op de kindertjes van dat arme gescheiden vrouwtje aan de overkant en die elke middag, weer of geen weer. in het park wandelen met een invalide. Deze tegenstelling is vals. Ach ia, ik ken ook personen die hele reizen ondernemen om te bevoegder plekke luidkeels aan hun misnoegen over milieuvervuiling lucht te geven en van wie je geneigd bent gelovig aan te nemen dat ze met zand, zeep en soda mitsgaders een emaille bakje de af was doen, maar die thuis met een gerust geweten een schaamteloze vaatmachine inschakelen alvorens te gaan demonstre ren. Ik ben er tevens van op de hoogte dat er doctorandi rondlopen die ons op bedil lerige toon praatjes verkopen over inter menselijke verhoudingen, waar we beter ons best voor moeten doen, maar die de brave borst die hun trappenhuis schoon houdt, geen blik en geen groet waardig keuren. Maar net zo goed als er mensen zijn die druk protestéren tegen het lot van ge- kleurden waar ook ter wereld en tegelijk hun eigen (blanke) groenteboer afblaffen, heb je er die voor Jan en alleman in de buurt klaar staan, maar die klaagzangen aanheffen als de dominee het in zijn preek alweer over de apartheidspolitiek heeft gehad, want dat hebben ze nou vaak genoeg gehoord. En die zwartjes moeten De barmhartige Samaritaan (uit Groot Nieuws voor u, uitg. Ned. Bijbelgenootschap, Haarlem) het nog aardig goed hebben, als je 'tzo hoort van lui die er geweest zijn. De tegenstelling is ook onbillijk. Een mens kan nu eenmaal niet alles doen. Neem nu de vooroorlogse mannenbroeders. Ze sjouwden enorm, ze waren avond aan avond op stap, voor de christelijke school en de eigen vakbeweging, voor de kiesver eniging en de kerkeraad. Zij hebben op deze manier stevig bijgedragen tot de emancipatie van de kleine luyden. Maar in de stille huiskamer zat hun vrouw te verpieteren en voor hun kinderen, die ze dankbaar aanvaardden als zaad des ver- bonds, bleef weinig aandacht en tijd over. Buiten de deur had pa hele principiële debatten, maar binnenshuis bleef het bij kortaffe decreten. en verder geen geza nik. Toch vatten we hen niet op hun tekorten. Welnu, op dezelfde manier moeten we iemand die ons duidelijk gemaakt heeft dat op een gegeven moment koffie-kopen een politieke keus kan inhouden, niet vastpinnen op het feit dat hij vergat de vuilniszak van zijn zieke benedenbuur mee naar buiten te nemen. En over dicht bij huis gesproken: is er iets denkbaar dat huiselijker doeleinden dient dan koffiebo nen? Ik wou maar zeggen dat wereldpro blemen soms méér bovenop je zitten dan iemand naast je die in de goot terecht is gekomen. Kortom, wat die door Jan van Hillo onder vraagde mevrouw deed en doet mag niet ln mindering gebracht worden op de acti viteiten van groepen voor wie Vietnam en Cambodja niet ver weg liggen (dat doen ze trouwens .ook niet meer, je ziet elke avond op de televisie hoe het daar toe gaat en je bent er zo met een vliegtuig). Overigens vrees ik dat de meesten van ons op gerieflijke afstand van zowel die me vrouw als die wereldverbeteraars staan en op z'n best de zaak met een girootje voor bekeken beschouwen. Het loopt nogal los met ons barmhartig Samaritaan-schap. AMSTERDAM Zuster jPc Bahler, van wie wij gistertfg richtten, dat zij de simavi-lv ning, maar voor de doopsp zending op West-Irian. |e] Van een verslaggever DEN HAAG Vlaggetjesdag|d; jaar vallen op 17 mei, de z^e vóór Pinksteren. De schepend de Noordzee ter haringvangst zullen de dinsdag na PinksteL mei, mogen uitvaren. Het bestuur van het produty- voor vis en visprodukten heLj besloten. De schepen zullen lil der order per reis niet mei 150 kantjes gezouten haring^ Noordzee mogen meenemen. L ook gebonden aan het van| j tingent voor de Noordzee, din het jaar juli 1974 tot en mL 1975 op 27.000 ton gesteld is- Mocht er in het zeegebied tel ten van Engeland maatjei van goede kwaliteit rondzwC dan mogen de schepen daarh vóór 20 mei vertrekken. De V ter van het produktschap datum nog nader vaststellend lopig wordt aan 12 mei gfJ Van die 'westkust-haring' m^ per reis per schip voorlopte meer dan driehonderd kantje nemen (een kantje is ongevtf honderd haringen) en vóór P mag hij niet worden verkoel^ (ADVERTENTIE) ik zoekt geïnteresseerden inj schriftelijke cursus TMODERNE THEOLOGI Vraag een folder aan bi Postbus 5023. Rotterdaij met bijsluiting van 2,! aan postzegels.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 2