Dieptepeiling naar het boze
Rijnsdorp heeft gelijk
Een mevrouw en wereldverbeteraars
Vandaag
Gewonde lag ruim
twintig minuten
zonder hulp op weg
Twee en twintig jaar
rijden zonder rijbewijs
Kind onder auto
Zuster Bahler
'Vlaggetjesd
op 17 mei
LEERHUIS
VAN JEZUS
TROUW/KWARTET ZATERDAG 22 MAART 1975
KERK
door dr. A. Dekker
Tijdens het schrijven en lezen
van dit boek zijn de wereld en
het mensenbestaan niet veran
derd; wij zijn ook in ons het
kwaad niet kwijt; het boze
heeft nog dezelfde macht, de
zelfde onverklaarbaarheid. Het
nadenken kan ons hoogstens tot
gewaarschuwde of misschien
ook tot bemoedigde mensen
maken. Welaan dan!'
Met deze zin besluit de Leidse
hoogleraar dr. H. J. Heering zijn
knappe, nieuwe boek 'Over het boze
als macht en werkelijkheid'. Knap,
omdat deze fijnzinnige theoloog en
wijsgeer erin slaagde één van de
oervragen van ons denken met gro
te helderheid analyserend, met bre
de kennis alle aangeboden oplos
singen aftastend, toch zó aan ons
voor te leggen dat het je fascineert
en lang blijft bezighouden, ook
wanneer je het boek weer sluit.
Theologen zijn als kunstenaars die
met ingebouwde radar aanvoelen
wat er vandaag leeft, dwars door
alle discussies over detailkwesties
heen. Wij leven in een tijd van
uitdaging en openheid omdat de
'onderste stenen' boven komen en
we bij de grondvragen van ons
leven staan. In dit verband denke
men ook aan de nieuwe studies
over het lijden.
Stevige kost
Deze ietwat lyrische inleiding bete
kent overigens niet dat men een
bundel poëzie onder ogen krijgt bij
Heering al gebruikt hij de litera
tuur ook in dit boek uitbundig. Net
als in zijn grootse werk over de
tragiek buitelen opnieuw namen
van schrijvers en dichters door de
hele studie heen. Met grote kennis
van zaken gaat Heering te werk.
Hij biedt collegestof en dat bete
kent zware kost. Maar het boeiende
daarbij is voor mij dat hij je stap
voor stap meeneemt, je laat mee
denken bij zijn volgende zet, de
consequentie van een gegeven op
lossing trekt. Je staat er als het
ware met je neus bovenop terwijl
hij het platenboek van het boze
doorbladert. Daarbij tekent hij lij
nen. De ene keer dwars door de
geschiedenis. Zo geeft hij in één
hoofdstuk vijftien 'namen en ge
stalten' die het boze door de eeu
wen heen kreeg en krijgt. Vanaf de
tijd waarin de mens huivert voor
de onberekenbare natuurkrachten,
via alle mogelijke concretiseringen
(heksenprocessen) naar het heden
waarin de maatschappij de boos
doener is. Een andere keer horen
we de antwoorden uit wereldreligies
of wijsgerige stelsels.
Niet onaards
Professor Heering wil vooral aanto
nen dat het boze niet iets onaards
is, maar hier en nu, in en door ons
werkt. Met dit boek zitten we volop
in de anthropologic (de studie van
de mens). Het boze komt nooit als
een 'losse' zelfstandige grootheid
tevoorschijn, betoogt de schrijver,
het is geen feit. maar opvatting.
Is daarmee alles gezegd? Heering
aarzelt hier duidelijk, daar is hij
ook een zeer voorzichtig denker
voor. Kan die mens zijn mens-zijn
wel aan?
Het boze is bij Heering enerzijds
iets menselijks, aan de andere kant
is de mens te klein voor het mens
zijn, te klein voor zijn taak. Niet
opgewassen tegen de vragen en be
dreigingen die op hem afkomen. De
mens is te klein, of te on-af, voor
z'n situatie.
willen uitdrukken dat er geen her
leiding en verklaring en causaliteit
van het boze aangewezen kan wor
den, schrijft Heering. En de al
macht van God dan? 'De bijbel
kent God niet zozeer als de allesre-
gelaar, maar als de overmachtige
die zijn liefde inzet tegen het boze
(dat reëel is). Het boze zet het
leven klem de liefde houdt het
in beweging. En het laatste woord
zullen wij niet horen, we kunnen er
alleen maar in geloven'.
Laatste woord
Je blijft aan het citeren omdat
Heering doordenkertjes rondstrooit,
en dit boek in handen hoort van
ieder die met de grondvragen bezig
is en die tegelijk niet bang is voor
een stevige vak-studie. Waarin voor
de doorzettende lezer het panorama
zichtbaar wordt van een brede,
wijsgerige en wetenschappelijke
nuchtere benadering van een the
ma, gekoppeld aan een sterk per
soonlijke betrokkenheid van de
schrijver, die gezien zijn publicaties
steeds in de vragen van schuld en
pijn, tragiek en lijden zijn eigen
doornen kent.
Pakkend vind ik dat In een studie
over de kernvraag van het kwaad
professor Heering zich niet ver
schuilt achter een geleerd betoog,
maar open en duidelijk zijn chris
ten-zijn uitspreekt: 'God neemt in
zijn liefde, in Christus, liever zelf
de schuld en de boosheid op zich.
Zijn barmhartigheid laat de mens
ook na de zonde en na alle boos
heid der mensengeschiedenis niet
los. En al wie in Gods liefde leeft,
torst aan de boosheid mee'. 'Het
boze maken tot gerechtigheid, dat
kan alleen de vergeving. Maar over
dat inzicht beschikt de wijsbegeerte
niet, doch alleen de theologie. Die
kent haar aan God toe als zijn
'laatste woord'.
Vragen
Deze tekening van Dürer (Kain en Abel) staat op het omslag van
het boekje 'Over het boze' van prof. dr. H. J. Heering.
hij beschuldigend naar 'de duivel'
wijst zou eens rustig het speurwerk
van Heering moeten volgen. Welke
vluchtheuvel voor de mens leg je
aan door hem een uitwijkplaats te
bieden achter de duivel? Juist de
bijbel neemt stelt Heering
zowel aan het begin van het Oude
Testament (in de verleiding door
de slang), als aan het begin van
het Nieuwe Testament (de verzoe
king van Jezus) de last niet van de
schouders van de mens af. Verlei
ding en verzoeking komen tót de
mens: de daad, het actief boze doet
die mens zelf, die daarom niet te
verontschuldigen is bij de 'opzette
lijke en fundamentele aanranding
van het bestaan' zoals Heering het
boze definieert.
Boeiend blijft het dat professor
Heering die ons soms meeneemt op
excursie naar andere godsdiensten
steeds weer om het bijbels denken
blijft cirkelen. Ook bij een fenome
nologische studie (eerst alles beluis
teren en noteren wat er zich op dit
terrein aanbiedt) ontkom je juist
bij dit onderwerp niet aan de kar
dinale vraag van eigen levensover
tuiging. Over het boze valt niet
objectief en absoluut te spreken,
wijzelf zijn er immers steeds op
nieuw bij betrokken. Dan praat je
geloof mee. 'Over het wezen Gods
in verhouding tot het boze schreef
de theologie haar moeilijkste blad
zijden steeds opnieuw, steeds an
ders'.
Voortdurend zitten we immers met
de vraag: Waar komt dat kwaad dan
vandaan, en de theodicee, dat is
'een rechtvaardiging van Gods ver
meend aandeel in het wereldlijden'
(Wiersinga). 'Met de term zonde
heeft het christelijk denken altijd
Maar natuurlijk blijven er vragen
staan, ook in dit boek en na dit
boek.
Ben je ooit uitgevraagd over het
boze, het kwaad en de boze? De
theologie zal doorgaan haar moei
lijke bladzijden hierover te schrij
ven. Juist wie de menselijke ver
antwoordelijkheid het volle pond
geeft en dat doet de ethiek
zal blijven boren. De vraag van ons
kwetsbaar bestaan zal zich melden
zolang er mensen nadenken over
lijden en schuld, over het boze en
het mens-zijn in alle grandeur en
misère. Het is een goede zaak dat
professor Heering ons zijn studies
over de zwaartekracht van het
menszijn daarbij mee geeft. Voor
onderweg.
Dr. A. Dekker, gereformeerd predi
kant in Dordrecht bespreekt het
boek van prof. dr. H. J. Heering
'Over het boze als macht en als
werkelijkheid'. Uitg. Boom, Meppel,
1974, 154 pagina's, ƒ18.50.
kMM
Deze strip die laat zien hoe gauw het 'Hosanna' kan verande
ren in 'Kruis Hem!', tekende Len Munnik voor de liturgie van
de zgn. seven o' clock-dienst die morgen, palmzondagavond
in Breda gehouden wordt.
Tragiek?
Wanneer je zo ver bent lijkt het of
we de weg van de tragiek opgaan
die de schrijver in zijn vroegere
studie al onderzocht. Duidelijk is
dat hier de uitdaging voor elke
wereldbeschouwing ligt. Dat hier
steeds weer de oervraag van ons
denken blijft haken. Waar komt
dan uiteindelijk dat boze vandaan?
Wanneer het dan eigen boze opzet
is, waarom is die mens dan zo?
Waarom is hij dan te klein (ge
maakt?) voor zijn menszijn?
Ook de bijbelse gegevens hebben op
dit punt hun inbreng en er staat
een pakkende reeks 'bijbelse ver
kenningen' in Hearings boek. Ieder
die zo snel met de vragen van het
boze en het kwaad klaar is omdat
Van onze correspondent
ARMHEM Een gewonde motor
rijder heeft ruim twintig minuten
op een drukke verkeersweg gelegen
zonder dat iemand naar het slacht
offer omkeek.
De gewonde was de 26-jarige mo
torrijder B. H. uit Huissen. Op een
druk kruispunt in zijn woonplaats
was hij geschept, maar aanvanke
lijk nam niemand de moeite de
GGD te waarschuwen. Pas na ruim
twintig minuten waarschuwden
voorbijgangers de politie. De man
is met rugletsel opgenomen in een
ziekenhuis te Nijmegen.
Van onze correspondent
ARNHEM De politie te Uddel op
de Veluwe heeft de 72-jarige A. B.
uit die plaats aangehouden omdat de
man zonder rijbewijs reed. De man
bleek al 22 Jaar zonder rijbewijs te
hebben gereden.
Van een verslaggever
APELDOORN Een inwoners van
Apeldoorn, die achteruit een par
keerplaats in Beekbergen afreed,
daarbij de tweejarige Arjan Detmer
Adelerhof overreden. Het kind werd
daarbij gedood.
Een halve eeuw geleden heb ik
in mijn eerste gemeente, Eng-
wierum, gedurende twee winters
op woensdagavond bijbellezingen
gehouden over de Openbaring
van Johannes.
in die tijd kwamen de mensen,
weer of geen weer, ook op die
avonden door de week. De motiva
tie laat ik rusten; belangstelling en
vooral diepe eerbied voor de bijbel
waren zeker ook aanwezig. Wat ik
gezegd heb ben ik uiteraard al lang
vergeten en de papiertjes met aan
tekeningen zijn vermoedelijk met
alle oude preken de weg van alle
vlees gegaan of opgestookt in de
hongerwinter. -
De manier van werken aan die
lezingen weet ik nog wel. Eerst het
totaal lezen, telkens weer, en dan
naar détails kijken, waardoor de
totaalindruk gecorrigeerd wordt en
steeds scherper en duidelijker met
inhoud gevuld.
Dat détail-werk zeg maar exege
se wordt bepaald door de moge
lijkheden die een bepaalde tijd
biedt. Die mogelijkheden moeten
kritisch bekeken worden, gewogen
naar hun graad van waarschijnlijk
heid en zijn in voortdurende bewe
ging.
Met de globale kennishouding ligt
het iets anders. De grondvorm
daarvan is, dunkt me, een eindeloos
geboeid zijn door mensen en hun
gedrag, door hun nood en hun
vreugde, door hun werk, hun omge
ving, hun omgaan met bloemen,
planten, dieren en alles wat ons
aangereikt wordt door de cultuur
vroeger en nu door machten, die in
de geschiedenis bouwend en ver
woestend werken, verstarrend en
verwarrend.
Het oog wordt niet verzadigd van
zien en het oor niet van horen. De
simpele taal van de liefde zegt: ik
ben nog lang niet op je uitgekeken.
Zo blijven we gefascineerd óók
door het laatste bijbelboek.
Alleen daarom al zijn we blij met
het jongste geschrift van dr. Rijns
dorp, dat een poging is tot een
'muzische' benadering van de
Openbaring van Johannes.
Dr. Rijnsdorp omschrijft wat hij
onder muzisch verstaat vanuit het
feit, dat de Apocalyps een muzisch
boek genoemd kan worden. We
krijgen te maken met zichtbare en
hoorbare zaken; het geziene corres
pondeert op beeldende kunst, het
gehoorde op muziek en litteratuur.
Nu komt het er op aan, dat de taal
door ds. S. J. Popma
wordt verstaan, die uit de symbolen
en beelden op ons toekomt. Wat de
eerste lezers van wat Johannes ver
telt dat hij gezien en gehoord
heeft, wat hem uitgelegd is wan
neer hij er naar vroeg; wat die
lezers ervaren hebben, zal wel niet
meer te achterhalen zijn. Het zal
hen gegaan zijn zoals de gelovige
vandaag het doorleeft, wanneer ho
ren en zien hem vergaat. De bedoe
ling wordt gegrepen of liever:
grijpt ons, al kunnen we weinig of
niets onder woorden brengen.
Achteraf proberen we met kenmo-
gelijkheden aan de psychologie
ontleend, speciaal aan de diepte
psychologie voorzover deze iets
trachten te. duiden van de onbe
wuste grondvorm van ons bestaan,
iets te verhelderen of wellicht tot
enig begrijpen te komen. Op dit
punt komen uiteraard weer belang
wekkende discussies. Ik noem uit
de talrijke publikaties één voor
beeld: 'Christa Meves, psychologi
sche kijk op de bijbel, actualiseren
van bijbelse beeldpsraak en symbo
liek.'
Bij Jung die in dit verband weer
aan de orde gesteld wordt, schijnt
de openbaring van wat geschieden
moet overschaduwd te worden door
wat er in de mens huist in het
psychisch onbewuste. In dromen
kunnen apocalyptische gestalten
opduiken. Hier vallen principiële be
slissingen.
In Rijnsdorps roman 'Eldert Holler'
(die samen met 'Mijn vader, mijn
vader' en 'Koningskinderen' in één
band heruitgegeven is door Bosch
en Keuning) waarin het m.i. vooral
gaat om het uitbreken uit wat als
verleden en verstard ervaren wordt
en een bedreiging voor het afrem
men van eigen creativiteit, komen
wé een paar maal de gedachte te
gen dat je op deze abrahamitische
tocht naar de toekomst voor de
keus staat jezelf te vernietigen, je
geestelijk evenwicht te verliezen of
chriselijk te worden.
Rijnsdorp heeft gelijk. Inderdaad
worden we opgeroepen tot een ge
loofskeus wanneer we omgaan met
wat ons aangereikt wordt uit de
hedendaagse wetenschappelijke in
zichten, als we tot begrijpen en
H i
EEN DIE MET MIJ EET £;ti<
Het verhaal van Jezus' lijden-
sterven is ook het verhaal
menselijk geweld. Eén van de aa1
men van dat geweld is het veeo J
Daarmee begint Marcus. Hij
al verteld hoe na de zalving
Iskariot, een van de twax
heenging om Hem over te lea£
jik<
i ste
Dat is het geweld zelf, zo hei
geweld: Jezus overleveren, u
ren, ergens voor verruilen,
voor? Marcus noemt geld. Op
re plaatsen valt de nadruk o
misnoegen van Judas. Jezus
niet in zijn voorstelling va
mende veranderingen. Aai
maaltijd, als het avond gewor
en terwijl zij aanlagen, ontm
Jezus het verraad. Het woo:
de diepste diepte van dit
aanduidt, spreekt de Heer
Hij zegt: Eén van u zal Mij
den, één die met Mij eet
geweld komt uit de kring vaiL
trouwden, uit de kring van d
gang. Het zal daarom ook
vinden met een kus. Hoezê^
eerste gemeente ook bekend zj
weest zijn met de overleven}
aangaande Jezus, toch kunni,
ons voorstellen welk een schf
gegeven moet hebben, toen di
het eerst in de gemeente
voorgelezen. Daar ging ineens
him oren in vervulling wat
uit Psalm 41 kenden: Die
brood at heeft zijn hiel tegel^
opgeheven. Geweld uit de int
kring. Dat is Hem van ons o
men. Dat is een facet vair
lijden, dat ons tot diepe nee
heid kan brengen. Wij st'
toen het erop aan kwam ni
één man om Hem heen, zos
wel eens willen doen voort
Hij heeft geleden onder het
van de ruil, voor geld, voor
voor een leven naar ons eigei
langen. En Hij bleef wie Hij
de getrouwe op wie in elk gewJ
vertrouwen is. (Marcus 14, 17'
:i<
verhelderen willen komen. Dr.
Rijnsdorp heeft in zijn jongste pu-
blikatie ons de grote dienst bewe
zen ons er weer aan te herinneren
dat beeldtaal suggestief is.
Hij eindigt: 'Als tegenhanger ten
aanzien van allerlei strevingen
naar mystiek en bewustzijnsverrui
ming zou het geen kwaad kunnen
als wij wat beter gingen verstaan
wat beeldend taalgebruik is, als er
wat meer affiniteit kwam met het
profetische en vizionaire en als wij
de Apocalyps toch op zijn minst
gingen zien als een taaigewas met
een organische structuur, door-
gloeid van een inspiratie, die in de
wereldliteratuur haar weerga niet
heeft. Kerken, wees de secten
vóór!'
Ik voeg er aan toe, denkend aan
wat Rijnsdorp zegt over de vragen,
die op het grondvlak leven, wat ik
bij prof. H. van Praag las ('Alles
mag, beeldenstorm van normen en
vormen') dat er is 'de onrust van
een nieuwe .tijd, die alle nieuws
gretig als voedsel verslindt, omdat
het in alle vezels nieuws-gierig
d.w.z. begerig naar vernieuwing ge
worden is.'
Ds. S. J. Popma. emeritus-studen-
tenpredikant te Amssterdam,
schrijft n.a.v. dr. C. Rijnsdorp: Ge
fascineerd door het laatste bijbel
boek. Poging tot een 'muzische' be
nadering. Uitg. Bosch en Keuning,
Baarn, in de serie Oecumene; 8.,90.
>bi
NED. HERV. KERK
Beroepen te Groningen: G. Jfei
gerhof te Bergschenhoek. lid
Bedankt voor Vreeswijk: J. 1
Bie te Rijssen; voor Ede: drir2
Tukker te Kamerik. jer
GEREF. KERKEN |f
Beroepen te Kampen: drs. J.l 5
te Rijswijk. to
Aangenomen naar Amstelvee»
zijn functie van geest. verz. vt
Zonnehuis aldaar): H. Volleq
van Zeist. rr0;
Benoemd tot leraar godsdienUs
de chr. scholengem. HAVO/[_
te Nijverdal: M. G. Veensp
Winsum (Fr.). L
GEREF. KERKEN (VRIJG. B,
Beroepen te Culemborg: J. K(g
te Nijmegen, die dit beroepp
aangenomen. i J
GEREF. GEMEENTEN L
Beroepen te Den Haag-C: Chr
Poel te Yerseke. IA
Aangenomen naar Rotterdia
A. F. Honkoop te Moerkapellèji
BAPT. GEMEENTEN
Beroepen te Alblasserdam
denburger te Stadskanaal. L
-fel
Idt
21]
Verleden week zaterdagavond zag ik voor de NCRV-televisie een flits van een
interview dat Jan van Hillo had met een, naar me in de gauwigheid voorkwam,
bewonderenswaardige vrouw die veel en goed werk verzet in haar omgeving.
Ik hoorde Van Hillo een vraag stellen, of liever: een Opmerking maken van de
ze strekking: je hebt mensen die druk in de weer zijn voor Vietnam of Cam
bodja, maar jij let tenminste op iemand naast jou die in de goot terecht geko
men is.
door A. J. Klei
Of ik Jan van Hillo letterlijk weergeef,
weet ik niet, ik heb geen notities gemaakt,
maar de strekking van zijn woorden is me
goed bijgebleven. En met die strekking
heb ik, zacht gezegd, moeite, want daar
mee kom je helemaal in het vaarwater van
degenen die graag een tegenstelling ma
ken tussen wereldverbeteraars die hun
buurman laten verkommeren en stillen in
den lande, die nooit zeuren over Zuid-
Afrika maar het zonnetje in hun straat
zijn.
Aan de ene kant heb je, zo luidt dan het
verhaal, mensen met de mond vol over
wat in verre werelddelen niet naar hun
zin gaat. Bij elke demonstratieve bijeen
komst zitten ze op de eerste rij te lawaai
en. Maar ze peinzen er niet over es een
keertje stof af te nemen bij een kreupele
weduwvrouw of mens-erger-je-niet te spe
len met hun eenzame bovenbuurman.
Hiertegenover staan dan zij die van hun
leven nog geen muur beklad of een span
doek hebben geheven, maar die liefdevol
passen op de kindertjes van dat arme
gescheiden vrouwtje aan de overkant en
die elke middag, weer of geen weer. in het
park wandelen met een invalide.
Deze tegenstelling is vals. Ach ia, ik ken
ook personen die hele reizen ondernemen
om te bevoegder plekke luidkeels aan hun
misnoegen over milieuvervuiling lucht te
geven en van wie je geneigd bent gelovig
aan te nemen dat ze met zand, zeep en
soda mitsgaders een emaille bakje de af
was doen, maar die thuis met een gerust
geweten een schaamteloze vaatmachine
inschakelen alvorens te gaan demonstre
ren. Ik ben er tevens van op de hoogte dat
er doctorandi rondlopen die ons op bedil
lerige toon praatjes verkopen over inter
menselijke verhoudingen, waar we beter
ons best voor moeten doen, maar die de
brave borst die hun trappenhuis schoon
houdt, geen blik en geen groet waardig
keuren.
Maar net zo goed als er mensen zijn die
druk protestéren tegen het lot van ge-
kleurden waar ook ter wereld en tegelijk
hun eigen (blanke) groenteboer afblaffen,
heb je er die voor Jan en alleman in de
buurt klaar staan, maar die klaagzangen
aanheffen als de dominee het in zijn
preek alweer over de apartheidspolitiek
heeft gehad, want dat hebben ze nou vaak
genoeg gehoord. En die zwartjes moeten
De barmhartige Samaritaan
(uit Groot Nieuws voor u, uitg. Ned.
Bijbelgenootschap, Haarlem)
het nog aardig goed hebben, als je 'tzo
hoort van lui die er geweest zijn.
De tegenstelling is ook onbillijk. Een mens
kan nu eenmaal niet alles doen. Neem nu
de vooroorlogse mannenbroeders. Ze
sjouwden enorm, ze waren avond aan
avond op stap, voor de christelijke school
en de eigen vakbeweging, voor de kiesver
eniging en de kerkeraad. Zij hebben op
deze manier stevig bijgedragen tot de
emancipatie van de kleine luyden. Maar in
de stille huiskamer zat hun vrouw te
verpieteren en voor hun kinderen, die ze
dankbaar aanvaardden als zaad des ver-
bonds, bleef weinig aandacht en tijd over.
Buiten de deur had pa hele principiële
debatten, maar binnenshuis bleef het bij
kortaffe decreten. en verder geen geza
nik.
Toch vatten we hen niet op hun tekorten.
Welnu, op dezelfde manier moeten we
iemand die ons duidelijk gemaakt heeft
dat op een gegeven moment koffie-kopen
een politieke keus kan inhouden, niet
vastpinnen op het feit dat hij vergat de
vuilniszak van zijn zieke benedenbuur mee
naar buiten te nemen. En over dicht bij
huis gesproken: is er iets denkbaar dat
huiselijker doeleinden dient dan koffiebo
nen? Ik wou maar zeggen dat wereldpro
blemen soms méér bovenop je zitten dan
iemand naast je die in de goot terecht is
gekomen.
Kortom, wat die door Jan van Hillo onder
vraagde mevrouw deed en doet mag niet
ln mindering gebracht worden op de acti
viteiten van groepen voor wie Vietnam en
Cambodja niet ver weg liggen (dat doen
ze trouwens .ook niet meer, je ziet elke
avond op de televisie hoe het daar toe
gaat en je bent er zo met een vliegtuig).
Overigens vrees ik dat de meesten van ons
op gerieflijke afstand van zowel die me
vrouw als die wereldverbeteraars staan en
op z'n best de zaak met een girootje voor
bekeken beschouwen. Het loopt nogal los
met ons barmhartig Samaritaan-schap.
AMSTERDAM Zuster jPc
Bahler, van wie wij gistertfg
richtten, dat zij de simavi-lv
ning, maar voor de doopsp
zending op West-Irian. |e]
Van een verslaggever
DEN HAAG Vlaggetjesdag|d;
jaar vallen op 17 mei, de z^e
vóór Pinksteren. De schepend
de Noordzee ter haringvangst
zullen de dinsdag na PinksteL
mei, mogen uitvaren.
Het bestuur van het produty-
voor vis en visprodukten heLj
besloten. De schepen zullen lil
der order per reis niet mei
150 kantjes gezouten haring^
Noordzee mogen meenemen. L
ook gebonden aan het van| j
tingent voor de Noordzee, din
het jaar juli 1974 tot en mL
1975 op 27.000 ton gesteld is-
Mocht er in het zeegebied tel
ten van Engeland maatjei
van goede kwaliteit rondzwC
dan mogen de schepen daarh
vóór 20 mei vertrekken. De V
ter van het produktschap
datum nog nader vaststellend
lopig wordt aan 12 mei gfJ
Van die 'westkust-haring' m^
per reis per schip voorlopte
meer dan driehonderd kantje
nemen (een kantje is ongevtf
honderd haringen) en vóór P
mag hij niet worden verkoel^
(ADVERTENTIE)
ik
zoekt geïnteresseerden inj
schriftelijke cursus
TMODERNE THEOLOGI
Vraag een folder aan bi
Postbus 5023. Rotterdaij
met bijsluiting van 2,!
aan postzegels.