brailleschrift na nderhalve eeuw iog overtroffen doorzichtig met optimisme de verkeersveiligheid POP OP de plaat Joe Walsh niet altijd even goed istienjarige jongen gaf de blinden hun communicatiemiddel Volwaardige plaats voor blinden nodig pardoor er minder slachtoffers vallen staat niet vast 'Stop kindermoord' vindt drastischer maatregelen nodig Vader Kees Vellekoop: 'Onrecht' I /KWARTET ZATERDAG 25 JANUARI 1975 a i i-Kl/ ir Bert de Jong wordt niet alleen het jaar voor de vrouw en voor de monu- fcen genoemd, het is internationaal ook uitgeroepen tot het lle-jaar. Want het is dit jaar anderhalve eeuw geleden, dat de enjarige Franse blinde jongen Louis Braille zijn uniek schrift ond, waardoor hij zijn lotgenoten in staat stelde zelf te schrij- en te lezen. vondst van een syst«em van punten in reliëf, waarmee 64 inaties en evenveel letterte- zijn te maken, was geniaal en de afgelopen 150 jaar door ander en beter schrift vervan- In het blindeninstituut aan de Saint-Victor in Parijs gaf Braille de blinden hun éigen ft. Zij kregen hun eigen com- catiemiddel, zoals de zienden et gewone schrift hun middel en om met elkaar in contact imen, elkaar te informeren en Is te nemen van eikaars ge- ten en gevoelens. Alleen, dat ft is zo gewoon en vanzelfspre- dat er zelden over wordt na cht hoe wezenlijk en onmis- het schrift is als communica- ddel. het brailleschrift kunnen de en weer schrijven en lezen met de vingertoppen over de s maar wisselende combinatie zes punten in reliëf te gaan. echter- en linker hand van de e glijden over het schrift. De erhand 'kijkt' vooruit en de rhand 'leest' definitief het iterstand Braille slaagde er in principe e handicap van het niet. meer ïen lezen en schrijven op te ;n. De produktie van het brail- rift gaat echter langzaam en is nikenwerk in vergelijking tot maken van het gewone schrift. Hierdoor is de achterstand van de blinde op zijn ziende naaste als het om het lezen en schrijven gaat erg groot. Het bombarderen van 1975 tot jaar voor de vrouw, die zich achterge steld voelt, is zinvol. Wie echter warm loopt voor het jaar voor de vrouw (en waarom zou je dat niet doen?) moet gloeiend heet worden voor het braille-jaar, uitgeroepen door de Wereldraad voor het Wel zijn van de Blinden. Want de ach terstand van de blinden in de lec tuurvoorziening is essentieel en diepingrijpend in het eigen leven. Door middel van het braille-jaar 1975 wordt nu aandacht gevraagd voor deze achterstand, die pas dui delijk is geworden, toen het braille schrift de gehele wereld veroverde. Er wordt nu in het algemeen inte resse gevraagd voor alle problemen van de niet- of zeef slechtzienden. Wat de blinde wil, is dat hij on danks zijn handicap volledig in de samenleving wordt opgenomen. Dat betekent niet meer en niet minder dat hij evenveel recht op werk, studie en ontspanning heeft als wie dan ook. Nadelen Het systeem van het brailleschrift is binnen de beperkte mogelijkhe den perfect. Er zijn ook' grote na delen, waarvoor nog geen oplossing is gevonden. Veel blinden kunnen het schrift niet meer leren, omdat ze op latere leeftijd het gezichts vermogen hebben verloren. Hun tastzin is, zoals bij de zienden het geval is, onvoldoende ontwikkeld. Als een jonge blinde leert lezen, wordt de tastzin in zijn vingertop pen door training verscherpt. Mo gelijk kan de medische wereld een bijdrage leveren tot het leespro bleem van de oudere blinde door het vinden van een onschuldig middel, dat de tastzin in de vinger toppen kan stimuleren. Een ander bezwaar is, dat het lezen trager verloopt. Verder is de lectuur voor de blinde zeer duur, omdat veel meer papier en papier van hoge kwaliteit moet worden ge bruikt. Voorbeeld: één bijbel in braille le vert al een boekenrij op van drie meter lengte. Voor het werk in de ontwikkelingslanden, waar veel blinden leven, is de dure lectuur voorziening een extra moeilijkheid. In de lectuurvoorziening voor de blinden is vooral de laatste tien jaar de informatie via de geluids banden (gesproken weekbladen en boeken) steeds omvangrijker ge worden. De blinde blijft niettemin hechten aan zijn eigen braille schrift, omdat er niemand aanwezig is tussen hem en wat geschreven staat. Er zit geen stem van een ander tussen. Maar, er pleit veel méér voor het brailleschrift. Het denken van de mens maakt onbewust gebruik van beelden en symbolen, vooral van de woorden en cijfers van het gewone schrift. Zo denkt de blinde met behulp van zijn brailleschrift. Voor zijn studie is het gebruik van dit schrift wezenlijk en een absolute voorwaarde. Hoe zou je zonder te schrijven berekeningen kunnen maken en hoe kun je musiceren zonder het notenschrift in braille? Het schrift is voor de blinde onver vangbaar en uniek. Jan van Rossem: blinde mag door zijn handicap niet achterblijven... Dit artikel over het Braille-jaar is geschreven na een gesprek met Jan van Rossem, de directeur van de Nederlandsche Blinden bibliotheek in Den Haag. Hij zit in het hart van een levendig en steeds groeiend bedrijf, waarin alles wordt gedaan om de blinden aan hun lectuur te helpen. Van Rossem wijdt zich nu al twintig jaar met volle inzet aan dit werk om zijn lotgenoten te helpen een volwaardige plaats in deze samenleving te veroveren. Hij duldt niet, dat de blinde door zijn handicap achterblijft en zegt: 'De ideale situatie is bereikt, wan neer de achterstand van de blinde bij het verkrijgen van lectuur ten opzichte van de ziende medemens is weggewerkt en de deuren van de blindenbibliotheken gesloten kunnen worden. 'Voorlopig echter werkt het bedrijf aan de Noordwal in Den Haag nog volop. Met de andere niet-zienden heeft Jan van Rossem de dankbare ver ering gemeen voor Louis Braille. die de blinden 150 jaar geleden hun schrift gaf. Louis Braille is 43 jaar geworden. Over zijn korte leven hebben zich reeds legendes gevormd, zodat een waarheidsge trouwe levensbeschrijving moei lijk te vinden is. Hij werd in 1809 in Coupvray, een dorpje veertig kilometer van Parijs, als zoon van een zadelmaker geboren. Het ge zin leefde in een betrekkelijke welstand. In de werkplaats van zijn vader werd Louis het slachtoffer van een ongeluk. Hij struikelde met een mes in zijn hand (hij wilde figuurtjes uit leer snijden) en verwondde zijn ogen. Gevolg was blindheid. Toen Louis tien jaar was werd hij opgenomen in het Koninklijk In stituut in Parijs. Hij was een be gaafde leerling. Op veertienjarige leeftijd knutselde Louis met aller lei figuurtjes om daaruit voor de blinden een bruikbaar alfabet te construeren. Daarna schakelde hij over op een systeem van een ka pitein Charles Barbier de la Serre, die een voelbarecode had uitge dacht van puntjes en streepjes, waardoor in het duister geluidloos commando's konden worden door gegeven. Kapitein Barbier had Louis Braille op het spoor gezet, dat leidde naar het nog steeds feilloos geble ken brailleschrift van een systeem van zes punten. Braille maakte .promotie als leraar in het insti tuut. Intussen moest hij een har de strijd leveren om zijn schrift erkend te krijgen. Toen hij op 6 januari 1852 stierf was hij om ringd door mensen, die hem waardeerden en bewonderden. In 1859 werd het schrift in Neder land ingevoerd. In 1865 werd de eerste brailledrukkerij in Neder land in gebruik genomen. Honderd jaar na zijn dood, In Het gedenkteken op het graf van Louis Braille in Parijs. 1952, eerde Frankrijk deze grote zoon door zijn stoffelijk overschot over te brengen naar het Patheon. Blinden, die deze plechtigheid hebben meegemaakt, denken er nog steeds met ontroering aan terug. bede egh fc I n. o p Gelijktijdig q ic S tlivwxyz Nederlands alfabet in braille. -m -« -r f 2 3 4 cijfers in braille. Na 150 jaar brailleschrift is het ook duidelijk geworden juist door het wenkend perspectief van de techniek dat de achterstand kan worden ingehaald. Er wordt niet gezocht, zoals vroeger de alchemis ten deden, naar een steen der wij zen. Wel is het groot ideaal, dat het gewone schrift, met zijn ingewik kelde beelden direct en zonder ver traging (hoewel een tussentijd van twee dagen is al zeer acceptabel) kan worden overgezet in braille. Dan zal het niet meer voorkomen, dat een blind meisje, dat in de brugklas in Grave zit, wanneer ze als gevolg van heimwee terug moet naar Rotterdam in de brugklas thuis geen boeken heeft. Ze zijn er eenvoudig niet. Waneer de leerboe ken met, de hand gebrailleerd wor den, kost dat drie manjaren. Op het ogenblik is het mogelijk het eenvoudige brailleschrift over te brengen op een ponsband, die in de brailledrukmachine wordt gevoerd. Maar ondanks dit versnelde proce- dee moet het blinde meisje nog een half jaar op haar boeken wachten. De yraag blijft gewoon: waarom kunnen blinden gelijktijdig niet over dezelfde lectuur beschikken als de ziénden? Optimisme Eens, zo is de overtuiging in de blindenwereld, is deze vraag over bodig geworden. Er heerst optimis me. Met reden. Want de ontwikke lingen in de grafische industrie zijn ten gunste van de blinden. In Ja pan is bijvoorbeeld een methode ontwikkeld, waardoor de krant niet meer via de fietsende bezorger, maar door middel van de draad in huis komt. Het optisch gedeelte van een computer leest van een grote muurkrant en geeft zijn informatie via de kabel door aan de abonnees. De krant wordt thuis geprojecteerd in gewoon schrift. Als dat dan mo gelijk is, moet het ook lukken in plaats van het gewone schrift uit het ontvangapparaat brailleschrift te krijgen. Het eigen dagblad in braille is geboren. De levensgrote moeilijkheid is het direct vertalen van het wat beeldvorming betreft ingewikkelde gewone schrift in het simpele brailleschrift. Daar in Ja pan moet men echter al ver op weg zijn. Kabels Overigens, ook in Nederland gaat de ontwikkeling in de krantebedrij- ven met de procedees van het zogenaamd droogzetten, waarbij de computer ook optisch functioneert, door. Er bestaan reeds duidelijke relaties tussen de blindenwereld en de grafische industrie. Van beteke nis voor de communicatie van de blinden kunnen eveneens de vele kabels, van welk systemen dok, zijn die in de vaderlandse bodem zijn gestopt. Wat echter ook de technische mo gelijkheden zullen zijn, het basis gegeven, waarmee wordt gewerkt, blijven de zes puntjes van Louis Braille. Daarom zal altijd weer een Braille-jaar worden uitgeroepen. Maar als de blinde, gèholpen door de techniek, eindelijk als volwaar dige in deze samenleving wordt er kend en bejegend, is het speciale jaar overbodig. Wat Braille betreft, zijn naam blijft toch wel onsterfe lijk. or Hans Schmit HAAG Minister Westerterp geeft bij herhaling uiting aan de tevredenheid waarmee hij op jaar 1974 terugblikt. De oorzaak van die tevredenheid is het teruglopen van het aantal slacht- rs, dat het verkeer jaarlijks eist. Stierven in 1973 nog 3092 mensen ten gevolge van een verkeers- eval, volgens de schattingen van het Centraal Bureau voor de Statistiek is dat aantal in 1974 ongeveer tien procent afgenomen tot rond 2750. ister Westerterp wijst hierbij ig, zoals onlangs in het radio- gramma, In de rooie haan', op de ïeidsbeperkingen, zoals die nu >ijna een jaar gelden. Na een ode van vrijwillige beperking, het oogmerk benzine te sparen, lutoloze zondag en de mislukte line-distributie, werd op 6 fe- iri 1974 de snelheid waarmee imobilisten zich buiten de be- svde kom mogen voortbewegen banden gelegd: honderd kilo- er per uur op de autosnelwegen, ïtig kilometer per uur op de ige wegen. Toen de oliecrisis daarna ten einde liep, gaf de iring niet toe aan de druk van rse kanten om de snelheid weer te geven. Het motto, en veel imobilisten werkten (en werken steeds) daaraan mee, was: als niet meer langzamer hoeven te en om benzine te sparen, kun- we toch wel eens kijken of zo ms geen levens kunnen worden laard. laatste is inderdaad het geval, lister Westerterp is daar erg ge- cig mee en hij zei dat er, zolang minister van verkeer en water- it is, geen vrije snelheid meer it. Het is niet de enige uit- lak waaruit de wil van de rege- blijkt om de onveiligheid van verkeer en de risico's die men rin loopt, in te perken. Het elopen jaar is een Rijksdienst verkeersveiligheid ingesteld, het blaaspijpje heeft (met de nieu we alcoholwet) zijn intrede gedaan, na veel geharrewar zal op 1 februa ri het dragen van een bromfiets helm verplicht worden en verder wordt voor dit jaar de draagplicht van veiligheidsriemen in auto's voorbereid. Ook wordt nog gewerkt aan de verplichte periodieke keu ring van auto's (binnenkort valt het antwoord van minister Wester terp te verwachten op de vele kriti sche opmerkingen die in de Tweede Kamer over het wetsontwerp zijn gemaakt), en begin dit jaar is een centrale ongevallenregistratie in het leven geroepen. keersonveiligheld. Toch is voorzich tigheid ten aanzien van dergelijk optimisme geboden. Over het effect van de snelheidsbeperking op het mindere aantal doden valt weinig te zeggen: naast de maximumsnel heid heeft het verkeer op de auto snelwegen het afgelopen jar onge twijfeld profijt gehad de weersom standigheden, die in vergelijking met voorgaande jaren relatief gun stig waren. Daarnaast is het onge- vallencijfer beïnvloed door het feit dat steeds meer bromfietshelmen en veiligheidsriemen worden gedra gen. Ook staat het niet vast of de verkeersprestatie (het aantal afge legde kilometers) is toegenomen dan wel gelijk is gebleven. Blijvend? Hoopvol Het lijkt, gezien ook het teruglo pend dodental, een hoopvolle ont wikkeling. Uit de vreugde waarmee de cijfers bijvoorbeeld door minis ter Westerterp worden bekend ge maakt, kan gemakkelijk worden af geleid dat een grote stap vooruit is gezet bij de bestrijding van de ver- Het valt dus niet precies vast te stellen waaraan de teruggang van het aantal verkeersslachtoffers moet worden toegeschreven, terwijl het evenmin zeker is of de terug gang blijvend is. Bovendien is de afname die 1974 te zien heeft gege ven, niet voor alle deelnemers aan het verkeer gelijk. De grens van honderd kilometer geldt op autowe gen, waar het verkeer bestaat uit louter auto's en waarop zelden of nooit sprake is van een botsing tussen een auto en een voetganger En juist bij dat soort ongelukken vallen meer slachtoffers dan r.ij welke andere botsing ook. De tendens dat de afname niet voor alle verkeersdeelnemers gelijk is, blijkt uit het aantal verkeers slachtoffers binnen en buiten de bebouwde kom. In de periode van januari tot en met augustus 1973 vielen 2.066 dodén, waarvan 829 binnen de bebouwde kom en 1237 buiten de bebouwde kom. Voor de zelfde periode over 1974 was het dodencijfer 1577, waarvan 665 bin nen de bebouwde kom en 912 bui ten de bebouwde kom. In percenta ges uitgedrukt: het aantal slachtof fers binnen de bebouwde kom daal de met 19,8 pet., buiten de bebouw de kom met 26,3 pet. Deze cijfers, gevoegd bij de ver wachting dat de afname van het aantal gewonden (jaarlijks rond zeventigduizend in 1974 kleiner (ongeveer drie pet.) zal zijn dan de afname van het aantal doden, sterkt de actiegroep 'Stop de kin dermoord' in de overtuiging dat drastischér maatregelen nodig zijn om tot een werkelijk blijvend veili ger verkeer te komen. Maartje Rut ten van de actiegroep over de maatregelen die het afgelopen jaar zijn genomen: 'De snelheidsbeper king is een maatregel die het aan tal botsingen vermindert, maar be treft hoofdzakelijk botsingen tussen auto's onderling en de botsing van een auto met een vast voorwerp. Voor de botsing die het meeste aantal slachtoffers vraagt, die tus- sen auto en voetganger, worden echter weinig maatregelen geno men. Verder zijn maatregelen zoals het dragen van valhelmen en het gebruik van autogordels natuurlijk nuttig, maar ze voorkomen een botsing niet. Ze verzachten alleen het leed dat door een botsing wordt aangericht'. Minister Westerterp Stop de kindermoord zou vooral het accent willen verschuiven van maatregelen die het gevolg van een ongeluk verminderen naar maatre gelen die ongelukken voorkomen. De maximumsnelheid is een van die laatste maatregelen, zoals ook de aanleg van ongelijkvloerse krui singen (hoofdzakelijk buiten de be bouwde kom) en het scheiden van verkeerssoorten (door aparte rijba nen) en verkeersstromen (door verkeerslichten)Radicalere maat regelen zijn het weren van auto's uit woonwijken en het aanleggen van drempels, waardoor gemotori seerd verkeer wordt gedwongen langzaam te rijden. Het afgelopen jaar heeft, naast de maatregelen van minister^ Wester terp, ook enkele suggesties opgele verd om de 'zwakkeren' in het ver keer meer bescherming te bieden. Zo is de gedachte geopperd voor het opstellen (en uiteraard nadien uitvoeren) van een landelijk fiets padenplan. Zo is ook de suggestie gedaan de bestaande voorrangsver- houdlngen in woongebieden ge woon om te draaien. De rol van "koning, nu toebedeeld aan de auto, gaat dan in de woonwijk over naar de voetganger. De voetganger heeft dan voorrang op de fiets, de fiets voorrang op de auto: de bestaande rangorde is dan geheel omgekeerd. Een interessante suggestie en zeker niet in de laatste plaats voor de interdepartementale werkgroep, die zich bezig houdt met de vraag hoe een minder overheersende po sitie van het gemotoriseerd verkeer in woongebieden kan worden ver kregen. De heer E. Vellekoop te Delft schrijft ons: 'Als vader van Kees Vellekoop kan ik niet nalaten te reage ren op een ingezonden stuk in deze krant van 18 januari j.l. van de hand van de heer H. Meijer. Hij stelt daarin onder meer de vraag: Is het waar dat Vellekoops selectieve of poli tieke gewetensbezwaren hem wel verbieden democratisch Nederland te verdedigen, doch dat hij gaarne de wa pens zal opnemen en zal do den om het marxisme de overwinning te bezorgen? Het antwoord luidt: Neen, dat is niet waar! Wel waar is dat Kees (in wie wij een zeer vredelievende zoon hebben) zich kan voor stellen dat mensen; die leven in landen waar onderdruk king en uitbuiting heersen, geweld gebruiken en hij daar aan, als laatste redmiddel, zou kunnen deelnemen. (Als dat niet meer kan, dan betekent dit de veroordeling van allen die in de bezettingsjaren 40- 45 gewelddadig verzet pleeg den ter bevrijding van ons land). Ook waar is dat de minister van defensie (in na volging van de commissie die de bezwaren van Kees heeft getoetst) tot de conclusie moest komen dat 'in zijn ge val duidelijk sprake is van ernstige gewetensbezwaren'. Ondanks deze constatering ontving hij een oproep voor opkomst in werkelijke mili taire dienst, met andere woorden een oproep om tegen zijn geweten in te gaan han delen. Aangezien hij dit niet kon en niet wilde, werd hij, tot in hoogste instantie (het hoog militair gerechtshof) veroor deeld tot 21 maanden gevan genisstraf. Sta mij toe nu ook een vraag te stellen: Heeft hier niet de hele 'trias politica' gefaald? De wetgevende macht door te verzuimen een verouderde, in ethisch opzicht gebrekkige wet, tijdig te herzien. De uit voerende macht, door Kees op te roepen zijn geweten te verloochenen, met als alter natief gevangenisstraf. De rechterlijke macht, door de morele orde ondergeschikt te ^maken aan de juridische. Mi nister Vredeling heeft gezegd: de zaak Vellekoop is een schoolvoorbeeld van het recht, dat voor het gevoel van de mensen onrecht is. Een variant hierop zou kunnen luiden: het is een voorbeeld van onrecht, dat door sommi ge mensen als recht wordt beschouwd.' door Willem-Jan Martin Uit het vrij ruime aanbod van popmuziek deze week, komt als eerste Joe Walsh naar voren. Walsh verdiende als gitaargigant reeds zijn sporen binnen de formatie James Gang, maar wist zo mogelijk nog meer indruk te wekken met de elpees Barnstorm en The Smoker You Drink/The Player You Get, intelligent vervaardigde, nogal 'heavy' muziek, die zijn beslag, kreeg nadat Walsh de verbintenis met Ja,mes Gang had verbroken. Walsh' jongste produktie, So What (ABC Dunhill DSD-50171), is een nogal ongelijk vervolg op belde zoëven genoemde platen. Het vloeiende gitaargeweld is betrekkelijk binnen de perken gehouden, dit dan ten gunste van een aanpak en repertoirekeus, die ondanks de altijd geheld zittende vokale steun van drie-vijfde van de Eagles (Don Henley, Randy Meisner, Glenn Frey; bovendien is hun al niet minder getalenteerde 'buddy' John David Souther ook incidenteel van de partij), niet steeds evenveel bevrediging weten te schenken. Het geheel is zelfs wat aan de matte kant, de keren dat Joe echt 'loos' gaat zijn te tellen. Het kan zijn, dat Walsh in een nogal bespiegelende stemming verkeerde, toen So What werd opgenomen, een these die in de teksten enige ondersteuning lijkt te vinden. Onder deze noemer wordt het ingehouden karakter van veel nummers begrijpelijker, maar het kan anderzijds geen rechtvaardiging zijn voor de af en toe toch wel wat matige verwerking van die filosoferende gemoedsgesteld heid: in momenten als de synthesizer-adaptatie van Ravels Pavane (De La Belle Au Bois Dormant) of het met al te veel slagroom en suikerwerk 'geproduce-te' Song For Emma bereikt de rust grafkelder achtige proporties. Daartegenover springt een opgeklopt staaltje grappenmakerij als All Night Laundry Mat Blues dan weer in andere richting negatief uit het kader. Er blijft echter toch nog wel een en ander te genieten over, laat daar geen misverstand over bestaan. In een aantal gevallen (o.m. Welcome To The Club, Time Out, Turn To Stone) wordt er weer die uitstekende, beheerst gespeelde en gaaf gearrangeerde muziek gemaakt, die we van Walsh, gewend zijn en die hem ondanks het kwantum missers op deze plaat nog altijd doet kannen als een van de betere gitaristen van dit tijdsgewricht. Verderop in de stapel treffen we de zanger-componisten Bill Amesbury met Jus' A Taste Of The Kid (Casablanca NBLP 7003) en Jerry Jeff Walker, die zijn nieuwste na lang zoeken de titel Walker's Collectibles (MCA Records MCA-450) meegaf. Amesbury, een betrekkelijk nieuw fenomeen in de gelederen van de lichte muze, kan veel. De bijgaande biografie vermeldt aktiviteiten op het niveau van componeren, arrangeren, produceren, zangpartijen en begeleiding. Een jonge' duizendpoot dus, als het ware. Hulde aan zo een veelzijdig jongmens. Het blijft toch echter vooral het resultaat, dat telt, en dan valt niet te ontkomen aan de kanttekening dat Amesbury's gecombineerde inspanningen hebben geleid tot een vrij commercieel soort popmuziek, naadloos gelaste geluiden van het type-Neil Diamond, oftewel: perfekt vervaardigde flauwekul. De daden van JJ. Walker houden trouwens ook niet over. Klasse-composities als Mr. Bojangles zijn er al tijden niet meer bij, Jerry Jeff zoekt het meer in een landerig soort, -country, waarin de spaarzame goede momenten verzuipen in een onuitstaanbare lolbroekerij, die met het motto ouwe- jongens-krentebrood nog te sympathiek gekarakteriseerd lijkt. Nu geldt dat misschien voor Collectibles iets minder sterk dan voor zijn voorganger, maar veel meer dan een accentverschil betreft het toch niet. Het wordt zo langzamerhand tijd voor enige bezinning over de tot nu toe gevolgde koers, dat lijkt de enige zinnige opmerking die op dit moment te maken valt. En daarmee zijn we dan alweer aangeland bij het einde van de rit. Melding dient nog te worden gemaakt van het verschijnen van een eerste gelijknamige elpee van de groep Shanghai (geen Chinezen, wel 'funk' bedrijvende Engelsen plus één Amerikaan), Out Of The Storm door Jack Bruce en The End, een nieuwe verzameling rampspoed en onheil uit het traporgeltje van de Duits-Poolse zangeres Nico. Brrr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1975 | | pagina 17