lunst kijken met de Kerst
Dubbelpoëzie van Tom van Deel
Schatten uit
publiek China
IW/KWARTET ZATERDAG 21 DECEMBER 1974
KUNST T11-K9
T~
Kerst- en de door velen daaraan vastgeknoopte snipperdagen mogen zich dan bij voorkeur in de
Liselijke kring afspelen, je kunt ook weer niet al die tijd binnenzitten, 'n Ideale gelegenheid dus om
ft al zo lang voorgenomen en steeds uitgestelde bezoek aan het museum nu eens door te zetten,
i Paar tips, zomaar een keuze uit het zeer vele dat omstreeks deze tijd overal in het land geboden
brdt.
door R. L. K. Fokkema
De nieuwste bundel van Tom van Deel heet 'Klein diorama'. Dat is niet zo'n vreemde
titel voor een bundel met emblematisercnde (met zinnebeelden werkende) poëzie. Het
viel eigenlijk wel te verwachten, want in de eerste bundel van Van Deel, 'Strafwerk'
(1969), verkrijgt het overwegende plaatjeskarakter van de tamelijk anecdotische ge
dichten al enige meerwaarde door de zingevende formulering. Kijkend, turend beschou
wend van tamelijk korte afstand (temporeel zowel als ruimtelijk) geeft h|j enige zin
aan de kiekjes, die zjjn gedichten zijn, met behulp van, zoals h|j zelf zegt: zo'n f|jn vol
wassen gevoel voor symboliek en ironie'.
Het gedicht dat, tenminste bij poëzie die wor
telt in de werkelijkheid, in het algemeen de
beleving volgt, reflecteert die werkelijkheid.
Het weerspiegelt en overdenkt in de naboot
sing. Inzicht ontstaat in wat destijds beleefd is
of wat destijds maar een zinledige gebeurtenis
leek. In deze emblematiserende visie op het
dichten is het gedicht het praatje bij de
werkelijkheid, die het plaatje is
Door de zingeving kan het gedicht meer zijn
dan de werkelijkheid, aan de andere kant is
het tegelijk minder omdat aan het gedicht
leven ontbreekt. Alhoewel Van Deel veel tradi-
tionalistischer ls dan een Gerrit Kouwenaar is
het heel duidelijk dat beiden heel goed weten
dat taal nooit leven maakt. Het is, gezien de
levenloosheid van het gedicht, dat zoals opk
Kouwenaar weet toch op de een of andere
manier het leven dient te representeren (re
produceren kan immers principieel niet), niet
verwonderlijk dat Van Deel ln zijn wat rijpere
tweede bundel, 'Recht onder de merels', direct
al ln het openingsgedicht zijn voorkeur uit
spreekt voor 'een kijkdoos': in een kijkdoos
wordt Immers op naïeve manier de natuur
nagedaan:
Die paddestoelen teerden weg onder het
rode licht dat binnenviel. Groen hing - wel
dra slap, je werd er steeds beroerder - van.
Ten slotte is dat leven. Deksel eraf - achter
het schuurtje, even vrolijk weer - een nieuw
gemaakt.
Dit citaat laat tegelijk zien dat een gedicht, of
een kijkdoos op taalniveau, ook weer meer is
dan het leven, ln die zin dat de dichter in
staat is het vergankelijke telkens opnieuw aan
de orde te stellen. Dan vormt het gedicht een
dam ln de vlietende stroom van de tijd. Zoals
men het leven naar zijn hand kan zetten in
een kijkdoos, zo kan dat ook in een diorama.
Het principe van het diorama, dat letterlijk
doorkijkje betekent, wordt op het niveau van
de taal een vorm van Inzicht en doorzicht. De
flaptekst van 'Klein diorama' formuleert het
trefzeker: 'In een diorama is het leven stilge
zet, de vogels staan er met hun vleugels
uitgeslagen, maar komen niet van de grond.
Eromheen gaat het leven door. Het kan zich
spiegelen aan het diorama, dat immers een
getrouwe afbeelding is van het leven, met dit
ene verschil dat het leven eruit is. In zekere
opzicht is elk gedicht te beschouwen als een
diorama'.
Het diorama-principe dootrekt nu de gehele
bundel. In de bundel wordt het leven, vooral
het natuurleven, stilgezet en daarmee wordt
ook de tijd bedwongen. Is eenmaal de tijd
bedwongen, dan verandert er weinig of niets
en ontstaat er een gevoel van eeuwigheid. Het
is daarom niet verbazingwekkend dat ln de
nieuwe bundel van Van Deel zo veelvuldig in
een of andere combinatie het woord 'stil'
voorkomt. In de stilstand bestaat niet het
gevaar dat er verandering optreedt, of dat er
iets verdwijnt. Van Deels gedichten vormen
ingelijste levensreizen. In het gedicht 'Ansicht'
staat, en het valt op deze poëzie te betrek
ken: 'Herinnering met glas ervoor, daar kan
niets - mee gebeuren'. En waar 'Diergaarde'
eindigt met de verzuchting dat iets 'toch ver
dwijnt wanneer wij verdergaan', daar opent
'Bos' met: 'Zolang ik stil sta, is er niets - dat
van dit bos iets anders maakt'. Het eindigt:
'Maar ik ga door en waar niets brak - of
achter werd gelaten, kraken nu - takken, in
een wisselend decor'. Heel onopvallend worden
de gedichten op deze manier gerelateerd aan
menselijk leven, dat onderworpen is aan de
lijd. de vergankelijkheid, de verandering, he
laas, zo wil althans deze poëzie ons leren
zeggen.
Uit de consequente toepassing van het diora
ma-principe valt te concluderen dat Van Deel
heel goed weet welke poëzie hij schrijven wil.
De emblematiserende kracht is navenant toe
genomen. Dit laatste zal ongetwijfeld zijn be
vorderd door zijn omgang met Van Geel, wiens
natuurlyriek op zoveel verschillende niveaus
interpretabel ls en telkens betrokken staat op
de menselijke conditie, zonder dat het natuur
beeld zijn autonomie verliest. Ook Van Deel
verstaat deze kunst, getuige het hier onlangs
besproken 'Gedichten bij tekeningen', dat uit
de samenwerking van Van Geel en Van Deel ls
ontstaan Een gedicht als 'Gedroogde bloemen'
uit 'Klein diorama' verschaft ons niet alleen
een blik ln een herbarium, maar kan ook
gelden als portret van bejaarden:
Hun bloeien zet zich tussen regels voort./Uit
tijd geplukt gaan zij met minder kleur,
maar gaaf en even kreukbaar door. Totdat
zij vallen uit het boek stof waar te lang
bestaan aan was verleend.
Naarmate de symboliek per bundel is toegeno
men, is de ironie afgenomen. De afwezigheid
van ironie in de laatste bundel maakt de
gedichten kwetsbaar, omdat de gevoelens die
deze poëzie subtiel weet op te wekken als
sentimenteel kunnen worden gekwalificeerd.
Wie deze poëzie sentimenteel zou noemen, zou
zich echter zelf In zijn verharding toch verra
den. 'Klein diorama' bevat gedichten die zowel
verstand als gevoel raken. Een mooi dubbel
portret ls ten slotte 'Eksters'-
Wij staan met spelden in ons lijf te drogen,
gespannen aan wat draden op een tak. - Van
staart tot snavel trekt het langzaam strak.
De glans waarmee wij vlogen, licht nog - uit
veren op, die dichtgevouwen blijven - De
pijn van dit verstijven, vervult ons met
gemak.
T. van Deel, Klein diorama. Querido, Amster
dam 1974. 32 blz. 6,90.
it en
STERDAM
nsterdam is weer van alles
eleven. Artistieke avontu-
kunnen er op kunst-safari'
2i boeiende ontdekkingstocht
de vele galeries en kunst-
tei. (er zijn er dit jaar weer
ijk bijgekomen). Daar ben
n wel een paar dagen zoet
maar den heb je ok een
de-e indruk van wat er van-
,em de dag zoal gaande is.
et Rijksmuseum: hoe vreemd
Dk klinkt, daar zijn zelfs dui-
im, n Amsterdammers nog nooit
st, die kennen de Nachtwacht
'i maar van het koekblik of de
Naast al het unieke wat er
al te zien is hoogtepunten
ou- ïinstens vijf eeuwen wereld-
nu ook nog twee tentoon-
28'igen extra. Allereerst de 'Op-
n. ven schatten uit de Volksre-
a.d. -k China' tot 26 januari
n het Rijksprentenkabinet:
cende kunstenaarsportretten',
enaars gezien door kunste-
meermalen dus ook door
'r ilf, vier eeuwen portret, het
getelijk gelaat', liefhebbers
it alles kunnen er tot 2 febru-
tet" recht.
het in het Rijksmuseum op-
te'- begint het in het Stedelijk
ïm: kunst van ongeveer 1850
iijs-andaag, vooral van vandaag,
s vele aparte exposities. Dit-
o.a. een uitgebreid overzicht
iet werk van Ger van Elk, die
januari goedgewreven vloeren
ateschoren cactussen laat zien
had ik het al uitgebreid
tekeningen van Constant
6 januari): wandkleden van
um. an Scholten, wiens werk op
ntoonstelling 'Werken in Tex-
Haarlem. ook al een bijzonde-
aats innam, en de liefhebbers
tenele fot°grafie kunnen er tot 20
te ri zien hoe de Russen het
150 foto's van corresponden-
an het Russische persagent-
Nowosti. APN dus. géén ANP.
- Amsterdam eruit zag tussen
Tien 1880 is 'tot 10 maart te zien
t steeds fraaier wordende Am-
iras Historisch Museum: teke-
n van de stad uit de collectie-
Splitgerber.
'ropenmuseum. dat binnenkort
verbouwen, kijkt ook terug,
dan naar de tijd dat het nog
liaal Instituut heette. Deze he
and nog en dan zal. door die
uwing, de vaste collectie voor
niet meer te zien zijn. Wél
ijke tentoonstellingen zoals
ot 31 december, 'Een versleten
Peter Struycken: 'Wetmatige verhouding van voringrootte en
begrenzing' (Centraal Museum, Utrecht).
beeldverhaal', een interessante toe
lichting over het onderzoek naar en
de restauratie van een Indiase Pa-
buji-schildering. Er zijn een zestal
van die vijf meter lange 'verteldoe
ken' die gebruikt worden door rond
reizende verhalenvertellers.
In het Museum Fodor schilderijen,
grafiek en dia's van Marjan Plug,
tot 30 december en, wat langer, tot
13 januari schilderijen van Chris
van Voorst. En. tenslotte, in het
Toneelmuseum 'Miniatuurtoneel
van baron Van Slingelandt'. Tot 30
april.
ROTTERDAM
In Rotterdam oud en nieuw
(kunst-)broederlijk in één museum,
Boymans-Van Beuningen. Dé gele
genheid voor vele Rotterdammers
het bijna complete oeuvre (voor
het eerst bijeen) ..te zien van een
groot, internationaal bekend 17e-
eeuws kunstenaar, die geboren en
getogen is in die stad en die de
meesten alleen maar kennen van
de straat die naar hem genoemd
werd: Willem Buytewech. In zijn
tijd. hij werd eind 1591 of begin
1592 geboren, was er op artistiek
terrein in de Maasstad niet zo veel
te beleven. Daarom leerde hij zijn
vak in Haarlem. Maar hij kwam
terug naar dat in de ogen van vele
cultuurbonzen nog steeds wat
achtergebleven gebied. Zelfs in 1949
schreef kunsthistoricus F. Schmidt-
Degener nog: 'Een Rotterdammer
van wien men zeggen kan dat hij
bij uitstek gratieus is, mag wel een
bijzondere Rotterdammer heten.'
Buytewech-specialist E. Haverkamp
Begemann benadert deze zaak min
der generaliserend en stelt, dat
men met evenveel recht kan zeg
gen. dat hij een bijzonder Neder
lander was: 'Bovendien was hij niet
alleen gratieus, hij was vindingrijk,
spits, humoristisch, vernuftig, zelfs
geleerd als de gelegenheid zich
daartoe bood.Al deze eigenschap
pen zijn vervat in de volkomen
juiste en verdiende bijnaam die de
tijdgenoten hem gaven: Geestige
Willem'. Een zeer veelzijdige ten
toonstelling met als extra voor de
échte liefhebbers een catalogus
waarin alle geëxposeerde werken
(ruim 200) zijn afgebeeld, een turf
van een naslagwerk waarvoor 20
geen geld is. Tot 12 januari.
Verder in Boymans een overzicht
van de Belgische in Parijs wonende
kunstenaar Pierre Alechinsky tot
12 januari een schilder wiens
Cobra-achtergronden ook na de in
vloeden die hij van de Japanse
calligrafie ondervond, nog duidelijk
merkbaar blijven. In ieder geval
een uitermate beweeglijk en kleur
rijk spectakel. En nog een keer
afbeelding, moeten de organisatoren van de tentoonstelling
tegraven schatten uit de Volksrepubliek China tot 26 janu-
'Rijksmuseum, Amsterdam gedacht hebben, zegt meer dan
pnd woorden. Geen ellenlange en indrukwekkende kunsthisto-
jie uiteenzettingen in de catalogus, wèl 127 platen, enkele sum-
re gegevens over de gevonden graven en een inleiding van niet
r dan zeventien regels.
t is dan nog een soort eerbe-
aan de oudheidkundige 'wer-
die onder het leiderschap van
|j en Volksregering en 'tezamen
de grote massa van arbeiders,
in en soldaten' enorme hoe-
leden overblijfselen van de
laving aan het licht gebracht
en. die belangrijk materiaal
erden voor de geschiedenis
China.
hoeveel boeken en andere
ikaties er in de loop der eeu-
al over de bijzonder hoog-
ïde cultuur van dit oneindige
geschreven zijn. de geleerden
het maar over één ding eens:
de kennis ervan nog maar ui-
gering is en dat de kaarten
de vele oude Chinese kunst-
ra nog velden van witte plek-
vertonen.
aatste 25 jaar heeft een groot
.1 van die plekken kleur ge
en, een kleur, die zich nu ook
iegelt op de bijna verliefde
ten van de vele liefhebbers, die
voor de vitrines in de Eregale-
an het museum verdringen.
nieten
ïoewel daar misschien wel eens
echte kenner tussendoor loopt:
te genieten van wat er hier
naai te zien is, hoef je dat heus
te zijn.
dan ook goed gezien iedere
ng van puur-wetenschappelijke
idering en begeleiding achter-
e te laten. De geschiedenis van
bijna vierduizend jaar oude
ltie ls nu eenmaal niet samen
lersen in de inleiding tot een
logus. Ik geloof echt niet, dat de
sten van ons. opgegroeid in een
omen afwijkend cultuurpa-
n. alleen door zich op de hoog
te stellen van de filosofische
tergronden, de hier uitgestalde
itten anders zullen zien.
'weten' bijvoorbeeld, dat be
lde voorstellingen, typisch gesti-
de vormen, kleuren e.d. naast
schoonheid ook nog een 'zin'
ben, een diepere betekenis, die
r de Chinees van jongsaf wordt
erkend, kan maar weinig aan je
lier van beschouwen veran
deren. 't Ligt allemaal zo ver van je
af, dat je 't eigenlijk alleen maar
estetisch kan benaderen, waarbij je
trouwens ook al het volle pond
krijgt.
Zo'n bronzen kookvat bijvoorbeeld,
uit het graf van de 'markies' van
Ts'ai waaruit, in 1955, nog 500
andere bronzen en jade voorwerpen
te voorschijn kwamen is een
indrukwekkend stoer brok monu
mentaliteit zonder meer en dan
laat ik verder de techniek, de ma
nier waarop het toen, in die vijfde
eeuw vóór Christus, gemaakt werd
nog helemaal buiten beschouwing.
Bronzen te over trouwens op deze
expositie, soms heel functioneel en
eenvoudig van vorm, maar vaak
ook rijk bewerkt, versierd met al
lerlei plastisch uitgewerkte figuren,
dieren en mensen.
De ceramiek een der 'ijkstem-
pels' van de cultuur is onbe
schrijfelijk mooi en meermalen zó
gaaf, alsof het gisteren uit de oven
is gekomen. Allemaal stukken die
werden ontworpen met het oog op
de functionaliteit: nooit trachtte
men ook maar een moment die
functie te vermommen door de
vorm te verdraaien of te verwrin
gen; de verslering is altijd in volle
dige harmonie met de vorm.
Graffiguren
Veel graffiguren ook, waaronder
stukken geglazuurd of beschilderd
aardewerk van meer dan een meter
hoog. Kamelen, paarden, ambtena
ren, dienaren, hele eskadrons ruite
rij, compleet met muzikanten.
De oude gewoonte deze fijnzinnig
gemodelleerde en sierlijke aarde
werk beeldjes ming ch'i in
het graf mee te geven, groeide op
den duur uit tot een rage. Het liep
zo uit de hand. dat keizer Hsüan
Tsung in 742 zelfs bij decreet vast
stelde hoeveel er per geval mee-
mochten. Dat werd naar rang ge
regeld: Chinezen van de eerste tot
de derde rang kregen er 70 toege
wezen. vierde en vijfde rangs figu
ren hoogstens veertig en die van de
zesde tot de negende rang 20
stuks.
Niet alleen beeldende kunst overi-
door G. Kruis
door G. Kruis
Figuur van een militair ambtenaar,
aardewerk met glazuur in drie
kleuren, hoog 116 centimeter.
gens op deze tentoonstelling, ook
allerlei fragmenten van zijden en
ander uiterst fijne weefsels, in
prachtige dessins vaak, handschoe
nen en sokken, uit de tweede eeuw
voor Christus, die er nog als nieuw
uitzien. Na meer dan 2100 jaar was
ook het lichaam van de overledene
in dit Han-graf nog in heel goede
staat. Bij onderzoek bleek, dat zelfs
de inwendige organen nog onaan
getast waren. Zelfs het meegegeven
fruit, zoals peren, aardbeien en
pruimen, was hoewel gerimpeld,
toch nog als zodanig herkenbaar.
Beschrijvingen allemaal, die ten
opzichte van het getoonde hier, bij
zonder weinigzeggend zijn, vandaar
ook die bijzonder rijk geïllustreerde
catalogus. Afspiegelingen van een
ongelooflijk hoog beschavingspeil,
van een land dat het enige in de
wereld is gebleken met een onon
derbroken culturele ontwikkeling.
Zelfs de grote culturele revolutie
was fflet in staat daar iets aan te
veranderen.
Mao mag dan een van de hoop
gevende symbolen zijn van nu en
van de toekomst, ouder en veel
meer beproefd is dat puur-Chinese
symbool van de bamboe, buigzaam
maar taal, die zich na de hevigste
stormen weer opricht en dan weer
dezelfde is, die hij altijd was.
Kees Andrea: 'Het Strand', 1972 '73. (Haags Gemeentemuseum).
guur, deze zestigjarige Haagse kun
stenaar. 'tls een realist, dat's zeker,
maar zijn realisme dient zich nu
niet bepaald aan als een nuchtere
weergave van het geziene. Hij be
paalt zich bij de wezenlijke aspec
ten van de werkelijkheid, zijn wer
kelijkheid. Veel landschappen.
Spaanse vooral. Franse en Hon
gaarse, altijd met mensen, vrouwen
en kinderen meestal, die je daar
eigenlijk niet zou verwachten en
daardoor dit werk een poëtisch
mystieke sfeer geven. Vooral ook
door het prachtige licht dat deze
landschappen overstraalt. De moei
te waard!
Niet alleen beeldende kunst overi
gens in het Haagse museum, ook,
zoals (daar) gebruikelijk muziek:
handschriften en literatuur dit keer
over de componist Guillaume Dufay
(1400-1474). te zien tot 13 januari.
En historie: 'Luxemburg onder
Oranje-Nassau 1815-1890'. Op deze
tentoonstelling, die tot 13 januari
duurt, wordt een beeld gegeven van
het kleinste Benelux-land (ter ge
legenheid van het 25-jarig bestaan
van het Cultureel Accoord met Ne
derland) onder de Nederlandse ko
ningen Willem I. Willem II en Wil
lem III. Deze vorsten waren sedert
het Congres van Wenen in 1815
ook groothertogen van Luxemburg
en bleven dat ook na de afschei
ding van België. Documenten,
schilderijen, tekeningen, kaarten,
foto's en voorwerpen uit die tijd.
Tenslotte nog in het Museum voor
liet Onderwijs 'Nederland en de 2e
Wereldoorlog' (daar is nog geen
sluitingsdatum voor vastgesteld) en
in het Nederlands Postmuseum '100
jaar postheschiedenis en 50 jaar
kinderzegels'. Tot 6 januari. En
voor degenen, die dat nog steeds
denken: het Panorama Mesdag is
echt geen kermisattractie, er is een
verrukkelijk brok schilderkunst te
zien.
ELDERS
Ook in andere Nederlandse musea
bijzondere tentoonstellingen. Die in
het Stedelijk Museum Schiedam
b.v.: 'Art Nouveau uit Hongarije'
waar. tot 12 januari, heel wat te
zien is. wat hier nooit eerder te
zien was. Maar ook Nederlandse Art
Nouveau, tot 20 januari in het Sin
ger Museum in Laren: tekeningen
en aquarellen van de Jong gestor
ven kunstenaar Carel de Nerée tot
Babberich (1880-1909) die vooral
zijn bijdrage aan 'Nieuwe Kunst'
leverde met zijn vrouwefiguren en
portretten, getekend in fijne fanta
sierijke en decoratieve lijnen.
En, kris-kras door het land. naar
het Stedelijk Museum, Alkmaar,
waar, tot 30 december, en dat ge
beurt niet zo vaak, tekeningen te
zien zijn van de Tsjechisch-Oosten
rijkse schilder-schrijver Alfred Ku-
bin (1877-1959). Grotesk-gruwelijke
fantasieën vaak, die duidelijk het
surrealisme aankondigen. Van Peter
Struycken een overzichtstentoon
stelling in het Centraal Museum
Utrecht tot 6 januari en in
dc andere helft van het gebouw,
het Aartsbisschoppelijk Museum,
helemaal in de sfeer, de beroemde
Napolitaanse Kerstgroep.
In Eindhoven, het Stedelijk Van
Abbemuseum tot 6 januari, ook al
foto's, nu van de Amerikaanse Dia
ne Arbus, die begon als mode-foto
grafe en vandaar waarschijnlijk dat
ze zich in haar vrije werk nog
steeds met bizarre mensen bezig
houdt. Degenslikkers, dwergen, reu
zen, nudisten. travestieten,
'n kwaaraardig jongetje met een
speelgoedhandgranaat, thema's al
lemaal 'waarin de grenzen vervagen
van wat werkelijkheid heet'. Die
'echte' werkelijkheid, weer in foto's,
op de tentoonstelling 'De Zilveren
Camera' die tot 3 februari in het
Arnhems Gemeente Museum gehou
den wordt.
En weer heel iets anders in het
Groninger Museum, waar tot 6 ja
nuari in continu projectie
een achttiental films getoond wor
den van Nederlandse (beeldende)
kunstenaars: 'Film als beeldend
medium'. Begeleid door een uitge
breide documentatie die samenge
steld werd door het Instituut voor
Kunstgeschiedenis aan de Rijksuni
versiteit te Groningen. Films o.a.
van Cardena, Dibbets. Van Elk, Van
Munster en Struycken.
Het Gemeentelijk Expositie Cen
trum 'Aemstelle', Amstelveen treedt
het. publiek wal meer tegemoet en
komt met 46 spelletjes uit groot
moeders tijd. Van ganzebord tot het
waarzegspel van Mile. Leonarmand,
een waarzegster die zelfs door Na
poleon geraadpleegd werd. Een
aantal van de getoonde spellen
zes bordspellen en vier kwartet
spellen vaak prachtige staaltjes
van lithografische kunst, zijn her
drukt en allemaal bij elkaar te
koop voor 17.75. Verder in Aem
stelle 'Spelen met glas' en grafiek
van Jeanne Bieruma Oosting.
'n Paar voorbeelden maar uit velen:
Nederland telt meer dan vierhon-'
derd musea, grote en kleine, gespe
cialiseerd in vele facetten van het
leven: voor elke liefhebberij is er
een museum en voor elk museum
liefhebberij
Jan van de Velde: 'Duits edelman',
naar Willem Buytewech (Museum
Boymans-Van Beuningen, Rotter
dam).
aandacht voor de ere-tentoonstel-
ling van de 80-jarige kunstenaar
Wim Schuhmacher, een van de ex
posities in de reeks van surrealisten
en magische realisten, die dit mu
seum regelmatig biedt. En deze ex
positie duurt dan weer tot 19 janu
ari.
Het Museum voor Land- en Vol
kenkunde laat 'Kerstkribben uit
Verre Landen' zien, een expositie
die bijzonder geschikt is om ook de
allerkleinsten mee naar toe te ne
men en de. eerder in het Tropen
museum gehouden 'Zambia in teke
ning'. tekeningen gemaakt door
langdurig verpleegden in het zie
kenhuis van Lusaka. Tot 20 januari.
Ook in Rotterdam kunnen foto-
liefhebbers terecht: in het Lijn
baancentrum. waar, tot 6 januari,
onder de titel 'Op weg naar het
paradijs', 's werelds wel maar vooral
wee je soms levensgroot voorge
schoteld wordt op de 3e Wereldfo
to-expositie. Voor deze tentoonstel
ling is een enorme belangstelling.
DEN HAAG
De Matthijs Maris-tentoonstelling
in het Haags Gemeentemuseum was
voor mij dé expositie van het jaar.
Ruim zestig schilderijen en vieren
zeventig tekeningen, als je dat alle-
Sli' 'fjjj .v.-iaV- f-jnvr'üiar."- '<i. w«>Jk' 'i«?n
111 1
'.'--Mr -
Kn l:Tr.h<:?:-?VJPj.V r'rt,'
V.t- >1- u-I il.
Kaart van kwartetspel uit
grootmoeders tijd ('AemsteHe',
Amstelveen)
maal bij elkaar ziet. schreef ik in
oktober, vraag je je maar één duig
af: hoe is het mogelijk dat ze daar
nü pas mee komen. Ik was zo
enthousiast dat ik in m'n bespre
king het museum en de duur van
de lentoonstelling vergat te ver
melden. En toen bleek, uit brieven
en telefoontjes, dat velen dit on
vergelijkelijk mooie oeuvre wilden
zien.
Dat kan nog. in de nieuwe vleugel
van het Haags Gemeentemuseum
(voor de zekerheid!) tot 6 januari.
En daar is, tot 13 januari, ook de
overzichtstentoonstelling te vinden
van het werk van Kees Andrea. Een
moeilijk ergens bij in te delen fi-
I