lunst kijken met de Kerst Dubbelpoëzie van Tom van Deel Schatten uit publiek China IW/KWARTET ZATERDAG 21 DECEMBER 1974 KUNST T11-K9 T~ Kerst- en de door velen daaraan vastgeknoopte snipperdagen mogen zich dan bij voorkeur in de Liselijke kring afspelen, je kunt ook weer niet al die tijd binnenzitten, 'n Ideale gelegenheid dus om ft al zo lang voorgenomen en steeds uitgestelde bezoek aan het museum nu eens door te zetten, i Paar tips, zomaar een keuze uit het zeer vele dat omstreeks deze tijd overal in het land geboden brdt. door R. L. K. Fokkema De nieuwste bundel van Tom van Deel heet 'Klein diorama'. Dat is niet zo'n vreemde titel voor een bundel met emblematisercnde (met zinnebeelden werkende) poëzie. Het viel eigenlijk wel te verwachten, want in de eerste bundel van Van Deel, 'Strafwerk' (1969), verkrijgt het overwegende plaatjeskarakter van de tamelijk anecdotische ge dichten al enige meerwaarde door de zingevende formulering. Kijkend, turend beschou wend van tamelijk korte afstand (temporeel zowel als ruimtelijk) geeft h|j enige zin aan de kiekjes, die zjjn gedichten zijn, met behulp van, zoals h|j zelf zegt: zo'n f|jn vol wassen gevoel voor symboliek en ironie'. Het gedicht dat, tenminste bij poëzie die wor telt in de werkelijkheid, in het algemeen de beleving volgt, reflecteert die werkelijkheid. Het weerspiegelt en overdenkt in de naboot sing. Inzicht ontstaat in wat destijds beleefd is of wat destijds maar een zinledige gebeurtenis leek. In deze emblematiserende visie op het dichten is het gedicht het praatje bij de werkelijkheid, die het plaatje is Door de zingeving kan het gedicht meer zijn dan de werkelijkheid, aan de andere kant is het tegelijk minder omdat aan het gedicht leven ontbreekt. Alhoewel Van Deel veel tradi- tionalistischer ls dan een Gerrit Kouwenaar is het heel duidelijk dat beiden heel goed weten dat taal nooit leven maakt. Het is, gezien de levenloosheid van het gedicht, dat zoals opk Kouwenaar weet toch op de een of andere manier het leven dient te representeren (re produceren kan immers principieel niet), niet verwonderlijk dat Van Deel ln zijn wat rijpere tweede bundel, 'Recht onder de merels', direct al ln het openingsgedicht zijn voorkeur uit spreekt voor 'een kijkdoos': in een kijkdoos wordt Immers op naïeve manier de natuur nagedaan: Die paddestoelen teerden weg onder het rode licht dat binnenviel. Groen hing - wel dra slap, je werd er steeds beroerder - van. Ten slotte is dat leven. Deksel eraf - achter het schuurtje, even vrolijk weer - een nieuw gemaakt. Dit citaat laat tegelijk zien dat een gedicht, of een kijkdoos op taalniveau, ook weer meer is dan het leven, ln die zin dat de dichter in staat is het vergankelijke telkens opnieuw aan de orde te stellen. Dan vormt het gedicht een dam ln de vlietende stroom van de tijd. Zoals men het leven naar zijn hand kan zetten in een kijkdoos, zo kan dat ook in een diorama. Het principe van het diorama, dat letterlijk doorkijkje betekent, wordt op het niveau van de taal een vorm van Inzicht en doorzicht. De flaptekst van 'Klein diorama' formuleert het trefzeker: 'In een diorama is het leven stilge zet, de vogels staan er met hun vleugels uitgeslagen, maar komen niet van de grond. Eromheen gaat het leven door. Het kan zich spiegelen aan het diorama, dat immers een getrouwe afbeelding is van het leven, met dit ene verschil dat het leven eruit is. In zekere opzicht is elk gedicht te beschouwen als een diorama'. Het diorama-principe dootrekt nu de gehele bundel. In de bundel wordt het leven, vooral het natuurleven, stilgezet en daarmee wordt ook de tijd bedwongen. Is eenmaal de tijd bedwongen, dan verandert er weinig of niets en ontstaat er een gevoel van eeuwigheid. Het is daarom niet verbazingwekkend dat ln de nieuwe bundel van Van Deel zo veelvuldig in een of andere combinatie het woord 'stil' voorkomt. In de stilstand bestaat niet het gevaar dat er verandering optreedt, of dat er iets verdwijnt. Van Deels gedichten vormen ingelijste levensreizen. In het gedicht 'Ansicht' staat, en het valt op deze poëzie te betrek ken: 'Herinnering met glas ervoor, daar kan niets - mee gebeuren'. En waar 'Diergaarde' eindigt met de verzuchting dat iets 'toch ver dwijnt wanneer wij verdergaan', daar opent 'Bos' met: 'Zolang ik stil sta, is er niets - dat van dit bos iets anders maakt'. Het eindigt: 'Maar ik ga door en waar niets brak - of achter werd gelaten, kraken nu - takken, in een wisselend decor'. Heel onopvallend worden de gedichten op deze manier gerelateerd aan menselijk leven, dat onderworpen is aan de lijd. de vergankelijkheid, de verandering, he laas, zo wil althans deze poëzie ons leren zeggen. Uit de consequente toepassing van het diora ma-principe valt te concluderen dat Van Deel heel goed weet welke poëzie hij schrijven wil. De emblematiserende kracht is navenant toe genomen. Dit laatste zal ongetwijfeld zijn be vorderd door zijn omgang met Van Geel, wiens natuurlyriek op zoveel verschillende niveaus interpretabel ls en telkens betrokken staat op de menselijke conditie, zonder dat het natuur beeld zijn autonomie verliest. Ook Van Deel verstaat deze kunst, getuige het hier onlangs besproken 'Gedichten bij tekeningen', dat uit de samenwerking van Van Geel en Van Deel ls ontstaan Een gedicht als 'Gedroogde bloemen' uit 'Klein diorama' verschaft ons niet alleen een blik ln een herbarium, maar kan ook gelden als portret van bejaarden: Hun bloeien zet zich tussen regels voort./Uit tijd geplukt gaan zij met minder kleur, maar gaaf en even kreukbaar door. Totdat zij vallen uit het boek stof waar te lang bestaan aan was verleend. Naarmate de symboliek per bundel is toegeno men, is de ironie afgenomen. De afwezigheid van ironie in de laatste bundel maakt de gedichten kwetsbaar, omdat de gevoelens die deze poëzie subtiel weet op te wekken als sentimenteel kunnen worden gekwalificeerd. Wie deze poëzie sentimenteel zou noemen, zou zich echter zelf In zijn verharding toch verra den. 'Klein diorama' bevat gedichten die zowel verstand als gevoel raken. Een mooi dubbel portret ls ten slotte 'Eksters'- Wij staan met spelden in ons lijf te drogen, gespannen aan wat draden op een tak. - Van staart tot snavel trekt het langzaam strak. De glans waarmee wij vlogen, licht nog - uit veren op, die dichtgevouwen blijven - De pijn van dit verstijven, vervult ons met gemak. T. van Deel, Klein diorama. Querido, Amster dam 1974. 32 blz. 6,90. it en STERDAM nsterdam is weer van alles eleven. Artistieke avontu- kunnen er op kunst-safari' 2i boeiende ontdekkingstocht de vele galeries en kunst- tei. (er zijn er dit jaar weer ijk bijgekomen). Daar ben n wel een paar dagen zoet maar den heb je ok een de-e indruk van wat er van- ,em de dag zoal gaande is. et Rijksmuseum: hoe vreemd Dk klinkt, daar zijn zelfs dui- im, n Amsterdammers nog nooit st, die kennen de Nachtwacht 'i maar van het koekblik of de Naast al het unieke wat er al te zien is hoogtepunten ou- ïinstens vijf eeuwen wereld- nu ook nog twee tentoon- 28'igen extra. Allereerst de 'Op- n. ven schatten uit de Volksre- a.d. -k China' tot 26 januari n het Rijksprentenkabinet: cende kunstenaarsportretten', enaars gezien door kunste- meermalen dus ook door 'r ilf, vier eeuwen portret, het getelijk gelaat', liefhebbers it alles kunnen er tot 2 febru- tet" recht. het in het Rijksmuseum op- te'- begint het in het Stedelijk ïm: kunst van ongeveer 1850 iijs-andaag, vooral van vandaag, s vele aparte exposities. Dit- o.a. een uitgebreid overzicht iet werk van Ger van Elk, die januari goedgewreven vloeren ateschoren cactussen laat zien had ik het al uitgebreid tekeningen van Constant 6 januari): wandkleden van um. an Scholten, wiens werk op ntoonstelling 'Werken in Tex- Haarlem. ook al een bijzonde- aats innam, en de liefhebbers tenele fot°grafie kunnen er tot 20 te ri zien hoe de Russen het 150 foto's van corresponden- an het Russische persagent- Nowosti. APN dus. géén ANP. - Amsterdam eruit zag tussen Tien 1880 is 'tot 10 maart te zien t steeds fraaier wordende Am- iras Historisch Museum: teke- n van de stad uit de collectie- Splitgerber. 'ropenmuseum. dat binnenkort verbouwen, kijkt ook terug, dan naar de tijd dat het nog liaal Instituut heette. Deze he and nog en dan zal. door die uwing, de vaste collectie voor niet meer te zien zijn. Wél ijke tentoonstellingen zoals ot 31 december, 'Een versleten Peter Struycken: 'Wetmatige verhouding van voringrootte en begrenzing' (Centraal Museum, Utrecht). beeldverhaal', een interessante toe lichting over het onderzoek naar en de restauratie van een Indiase Pa- buji-schildering. Er zijn een zestal van die vijf meter lange 'verteldoe ken' die gebruikt worden door rond reizende verhalenvertellers. In het Museum Fodor schilderijen, grafiek en dia's van Marjan Plug, tot 30 december en, wat langer, tot 13 januari schilderijen van Chris van Voorst. En. tenslotte, in het Toneelmuseum 'Miniatuurtoneel van baron Van Slingelandt'. Tot 30 april. ROTTERDAM In Rotterdam oud en nieuw (kunst-)broederlijk in één museum, Boymans-Van Beuningen. Dé gele genheid voor vele Rotterdammers het bijna complete oeuvre (voor het eerst bijeen) ..te zien van een groot, internationaal bekend 17e- eeuws kunstenaar, die geboren en getogen is in die stad en die de meesten alleen maar kennen van de straat die naar hem genoemd werd: Willem Buytewech. In zijn tijd. hij werd eind 1591 of begin 1592 geboren, was er op artistiek terrein in de Maasstad niet zo veel te beleven. Daarom leerde hij zijn vak in Haarlem. Maar hij kwam terug naar dat in de ogen van vele cultuurbonzen nog steeds wat achtergebleven gebied. Zelfs in 1949 schreef kunsthistoricus F. Schmidt- Degener nog: 'Een Rotterdammer van wien men zeggen kan dat hij bij uitstek gratieus is, mag wel een bijzondere Rotterdammer heten.' Buytewech-specialist E. Haverkamp Begemann benadert deze zaak min der generaliserend en stelt, dat men met evenveel recht kan zeg gen. dat hij een bijzonder Neder lander was: 'Bovendien was hij niet alleen gratieus, hij was vindingrijk, spits, humoristisch, vernuftig, zelfs geleerd als de gelegenheid zich daartoe bood.Al deze eigenschap pen zijn vervat in de volkomen juiste en verdiende bijnaam die de tijdgenoten hem gaven: Geestige Willem'. Een zeer veelzijdige ten toonstelling met als extra voor de échte liefhebbers een catalogus waarin alle geëxposeerde werken (ruim 200) zijn afgebeeld, een turf van een naslagwerk waarvoor 20 geen geld is. Tot 12 januari. Verder in Boymans een overzicht van de Belgische in Parijs wonende kunstenaar Pierre Alechinsky tot 12 januari een schilder wiens Cobra-achtergronden ook na de in vloeden die hij van de Japanse calligrafie ondervond, nog duidelijk merkbaar blijven. In ieder geval een uitermate beweeglijk en kleur rijk spectakel. En nog een keer afbeelding, moeten de organisatoren van de tentoonstelling tegraven schatten uit de Volksrepubliek China tot 26 janu- 'Rijksmuseum, Amsterdam gedacht hebben, zegt meer dan pnd woorden. Geen ellenlange en indrukwekkende kunsthisto- jie uiteenzettingen in de catalogus, wèl 127 platen, enkele sum- re gegevens over de gevonden graven en een inleiding van niet r dan zeventien regels. t is dan nog een soort eerbe- aan de oudheidkundige 'wer- die onder het leiderschap van |j en Volksregering en 'tezamen de grote massa van arbeiders, in en soldaten' enorme hoe- leden overblijfselen van de laving aan het licht gebracht en. die belangrijk materiaal erden voor de geschiedenis China. hoeveel boeken en andere ikaties er in de loop der eeu- al over de bijzonder hoog- ïde cultuur van dit oneindige geschreven zijn. de geleerden het maar over één ding eens: de kennis ervan nog maar ui- gering is en dat de kaarten de vele oude Chinese kunst- ra nog velden van witte plek- vertonen. aatste 25 jaar heeft een groot .1 van die plekken kleur ge en, een kleur, die zich nu ook iegelt op de bijna verliefde ten van de vele liefhebbers, die voor de vitrines in de Eregale- an het museum verdringen. nieten ïoewel daar misschien wel eens echte kenner tussendoor loopt: te genieten van wat er hier naai te zien is, hoef je dat heus te zijn. dan ook goed gezien iedere ng van puur-wetenschappelijke idering en begeleiding achter- e te laten. De geschiedenis van bijna vierduizend jaar oude ltie ls nu eenmaal niet samen lersen in de inleiding tot een logus. Ik geloof echt niet, dat de sten van ons. opgegroeid in een omen afwijkend cultuurpa- n. alleen door zich op de hoog te stellen van de filosofische tergronden, de hier uitgestalde itten anders zullen zien. 'weten' bijvoorbeeld, dat be lde voorstellingen, typisch gesti- de vormen, kleuren e.d. naast schoonheid ook nog een 'zin' ben, een diepere betekenis, die r de Chinees van jongsaf wordt erkend, kan maar weinig aan je lier van beschouwen veran deren. 't Ligt allemaal zo ver van je af, dat je 't eigenlijk alleen maar estetisch kan benaderen, waarbij je trouwens ook al het volle pond krijgt. Zo'n bronzen kookvat bijvoorbeeld, uit het graf van de 'markies' van Ts'ai waaruit, in 1955, nog 500 andere bronzen en jade voorwerpen te voorschijn kwamen is een indrukwekkend stoer brok monu mentaliteit zonder meer en dan laat ik verder de techniek, de ma nier waarop het toen, in die vijfde eeuw vóór Christus, gemaakt werd nog helemaal buiten beschouwing. Bronzen te over trouwens op deze expositie, soms heel functioneel en eenvoudig van vorm, maar vaak ook rijk bewerkt, versierd met al lerlei plastisch uitgewerkte figuren, dieren en mensen. De ceramiek een der 'ijkstem- pels' van de cultuur is onbe schrijfelijk mooi en meermalen zó gaaf, alsof het gisteren uit de oven is gekomen. Allemaal stukken die werden ontworpen met het oog op de functionaliteit: nooit trachtte men ook maar een moment die functie te vermommen door de vorm te verdraaien of te verwrin gen; de verslering is altijd in volle dige harmonie met de vorm. Graffiguren Veel graffiguren ook, waaronder stukken geglazuurd of beschilderd aardewerk van meer dan een meter hoog. Kamelen, paarden, ambtena ren, dienaren, hele eskadrons ruite rij, compleet met muzikanten. De oude gewoonte deze fijnzinnig gemodelleerde en sierlijke aarde werk beeldjes ming ch'i in het graf mee te geven, groeide op den duur uit tot een rage. Het liep zo uit de hand. dat keizer Hsüan Tsung in 742 zelfs bij decreet vast stelde hoeveel er per geval mee- mochten. Dat werd naar rang ge regeld: Chinezen van de eerste tot de derde rang kregen er 70 toege wezen. vierde en vijfde rangs figu ren hoogstens veertig en die van de zesde tot de negende rang 20 stuks. Niet alleen beeldende kunst overi- door G. Kruis door G. Kruis Figuur van een militair ambtenaar, aardewerk met glazuur in drie kleuren, hoog 116 centimeter. gens op deze tentoonstelling, ook allerlei fragmenten van zijden en ander uiterst fijne weefsels, in prachtige dessins vaak, handschoe nen en sokken, uit de tweede eeuw voor Christus, die er nog als nieuw uitzien. Na meer dan 2100 jaar was ook het lichaam van de overledene in dit Han-graf nog in heel goede staat. Bij onderzoek bleek, dat zelfs de inwendige organen nog onaan getast waren. Zelfs het meegegeven fruit, zoals peren, aardbeien en pruimen, was hoewel gerimpeld, toch nog als zodanig herkenbaar. Beschrijvingen allemaal, die ten opzichte van het getoonde hier, bij zonder weinigzeggend zijn, vandaar ook die bijzonder rijk geïllustreerde catalogus. Afspiegelingen van een ongelooflijk hoog beschavingspeil, van een land dat het enige in de wereld is gebleken met een onon derbroken culturele ontwikkeling. Zelfs de grote culturele revolutie was fflet in staat daar iets aan te veranderen. Mao mag dan een van de hoop gevende symbolen zijn van nu en van de toekomst, ouder en veel meer beproefd is dat puur-Chinese symbool van de bamboe, buigzaam maar taal, die zich na de hevigste stormen weer opricht en dan weer dezelfde is, die hij altijd was. Kees Andrea: 'Het Strand', 1972 '73. (Haags Gemeentemuseum). guur, deze zestigjarige Haagse kun stenaar. 'tls een realist, dat's zeker, maar zijn realisme dient zich nu niet bepaald aan als een nuchtere weergave van het geziene. Hij be paalt zich bij de wezenlijke aspec ten van de werkelijkheid, zijn wer kelijkheid. Veel landschappen. Spaanse vooral. Franse en Hon gaarse, altijd met mensen, vrouwen en kinderen meestal, die je daar eigenlijk niet zou verwachten en daardoor dit werk een poëtisch mystieke sfeer geven. Vooral ook door het prachtige licht dat deze landschappen overstraalt. De moei te waard! Niet alleen beeldende kunst overi gens in het Haagse museum, ook, zoals (daar) gebruikelijk muziek: handschriften en literatuur dit keer over de componist Guillaume Dufay (1400-1474). te zien tot 13 januari. En historie: 'Luxemburg onder Oranje-Nassau 1815-1890'. Op deze tentoonstelling, die tot 13 januari duurt, wordt een beeld gegeven van het kleinste Benelux-land (ter ge legenheid van het 25-jarig bestaan van het Cultureel Accoord met Ne derland) onder de Nederlandse ko ningen Willem I. Willem II en Wil lem III. Deze vorsten waren sedert het Congres van Wenen in 1815 ook groothertogen van Luxemburg en bleven dat ook na de afschei ding van België. Documenten, schilderijen, tekeningen, kaarten, foto's en voorwerpen uit die tijd. Tenslotte nog in het Museum voor liet Onderwijs 'Nederland en de 2e Wereldoorlog' (daar is nog geen sluitingsdatum voor vastgesteld) en in het Nederlands Postmuseum '100 jaar postheschiedenis en 50 jaar kinderzegels'. Tot 6 januari. En voor degenen, die dat nog steeds denken: het Panorama Mesdag is echt geen kermisattractie, er is een verrukkelijk brok schilderkunst te zien. ELDERS Ook in andere Nederlandse musea bijzondere tentoonstellingen. Die in het Stedelijk Museum Schiedam b.v.: 'Art Nouveau uit Hongarije' waar. tot 12 januari, heel wat te zien is. wat hier nooit eerder te zien was. Maar ook Nederlandse Art Nouveau, tot 20 januari in het Sin ger Museum in Laren: tekeningen en aquarellen van de Jong gestor ven kunstenaar Carel de Nerée tot Babberich (1880-1909) die vooral zijn bijdrage aan 'Nieuwe Kunst' leverde met zijn vrouwefiguren en portretten, getekend in fijne fanta sierijke en decoratieve lijnen. En, kris-kras door het land. naar het Stedelijk Museum, Alkmaar, waar, tot 30 december, en dat ge beurt niet zo vaak, tekeningen te zien zijn van de Tsjechisch-Oosten rijkse schilder-schrijver Alfred Ku- bin (1877-1959). Grotesk-gruwelijke fantasieën vaak, die duidelijk het surrealisme aankondigen. Van Peter Struycken een overzichtstentoon stelling in het Centraal Museum Utrecht tot 6 januari en in dc andere helft van het gebouw, het Aartsbisschoppelijk Museum, helemaal in de sfeer, de beroemde Napolitaanse Kerstgroep. In Eindhoven, het Stedelijk Van Abbemuseum tot 6 januari, ook al foto's, nu van de Amerikaanse Dia ne Arbus, die begon als mode-foto grafe en vandaar waarschijnlijk dat ze zich in haar vrije werk nog steeds met bizarre mensen bezig houdt. Degenslikkers, dwergen, reu zen, nudisten. travestieten, 'n kwaaraardig jongetje met een speelgoedhandgranaat, thema's al lemaal 'waarin de grenzen vervagen van wat werkelijkheid heet'. Die 'echte' werkelijkheid, weer in foto's, op de tentoonstelling 'De Zilveren Camera' die tot 3 februari in het Arnhems Gemeente Museum gehou den wordt. En weer heel iets anders in het Groninger Museum, waar tot 6 ja nuari in continu projectie een achttiental films getoond wor den van Nederlandse (beeldende) kunstenaars: 'Film als beeldend medium'. Begeleid door een uitge breide documentatie die samenge steld werd door het Instituut voor Kunstgeschiedenis aan de Rijksuni versiteit te Groningen. Films o.a. van Cardena, Dibbets. Van Elk, Van Munster en Struycken. Het Gemeentelijk Expositie Cen trum 'Aemstelle', Amstelveen treedt het. publiek wal meer tegemoet en komt met 46 spelletjes uit groot moeders tijd. Van ganzebord tot het waarzegspel van Mile. Leonarmand, een waarzegster die zelfs door Na poleon geraadpleegd werd. Een aantal van de getoonde spellen zes bordspellen en vier kwartet spellen vaak prachtige staaltjes van lithografische kunst, zijn her drukt en allemaal bij elkaar te koop voor 17.75. Verder in Aem stelle 'Spelen met glas' en grafiek van Jeanne Bieruma Oosting. 'n Paar voorbeelden maar uit velen: Nederland telt meer dan vierhon-' derd musea, grote en kleine, gespe cialiseerd in vele facetten van het leven: voor elke liefhebberij is er een museum en voor elk museum liefhebberij Jan van de Velde: 'Duits edelman', naar Willem Buytewech (Museum Boymans-Van Beuningen, Rotter dam). aandacht voor de ere-tentoonstel- ling van de 80-jarige kunstenaar Wim Schuhmacher, een van de ex posities in de reeks van surrealisten en magische realisten, die dit mu seum regelmatig biedt. En deze ex positie duurt dan weer tot 19 janu ari. Het Museum voor Land- en Vol kenkunde laat 'Kerstkribben uit Verre Landen' zien, een expositie die bijzonder geschikt is om ook de allerkleinsten mee naar toe te ne men en de. eerder in het Tropen museum gehouden 'Zambia in teke ning'. tekeningen gemaakt door langdurig verpleegden in het zie kenhuis van Lusaka. Tot 20 januari. Ook in Rotterdam kunnen foto- liefhebbers terecht: in het Lijn baancentrum. waar, tot 6 januari, onder de titel 'Op weg naar het paradijs', 's werelds wel maar vooral wee je soms levensgroot voorge schoteld wordt op de 3e Wereldfo to-expositie. Voor deze tentoonstel ling is een enorme belangstelling. DEN HAAG De Matthijs Maris-tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum was voor mij dé expositie van het jaar. Ruim zestig schilderijen en vieren zeventig tekeningen, als je dat alle- Sli' 'fjjj .v.-iaV- f-jnvr'üiar."- '<i. w«>Jk' 'i«?n 111 1 '.'--Mr - Kn l:Tr.h<:?:-?VJPj.V r'rt,' V.t- >1- u-I il. Kaart van kwartetspel uit grootmoeders tijd ('AemsteHe', Amstelveen) maal bij elkaar ziet. schreef ik in oktober, vraag je je maar één duig af: hoe is het mogelijk dat ze daar nü pas mee komen. Ik was zo enthousiast dat ik in m'n bespre king het museum en de duur van de lentoonstelling vergat te ver melden. En toen bleek, uit brieven en telefoontjes, dat velen dit on vergelijkelijk mooie oeuvre wilden zien. Dat kan nog. in de nieuwe vleugel van het Haags Gemeentemuseum (voor de zekerheid!) tot 6 januari. En daar is, tot 13 januari, ook de overzichtstentoonstelling te vinden van het werk van Kees Andrea. Een moeilijk ergens bij in te delen fi- I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 9