Drieluik van onze bevrijding
Zorgen om de haan en de klok
'Jeruzalem brandpunt'
Vandaag
Andermaal Posthuum werk van ds. Frits Kuiper
kraaide
de haan
Trouw
K wartet
/Ilsillalll
Nieuwe boeken
SLj MÊ
'igïA
I
TROUW/KWARTET ZATERDAG 7 DECEMBER 1974
'Tl
KERK T2-Ki__
door prof. dr.
H. M. Kuitert
Op gezette tijden zijn in de loop
der eeuwen 'alternatieve' kerk
geschiedenissen verschenen, die
de bedoeling hadden recht te
zetten wat door de officiële ge
schiedschrijving scheef gegroeid
was. De meeste van deze boeken
vormen in feite een even fel als
eentonig requisitoir tegen het
gevestigde christendom.
Dat geldt ook van een onlangs in
het Nederlands vertaald werk van
de hand van Karlheinz Deschner,
onder de titel: "Andermaal kraaide
de haan. Een ontmaskering van het
christendom, van de evangelisten
töt aan de fascisten'. (Amsterdam.
Wetenschappelijke Uitgeverij b.v.
1974. Prijs ƒ34.50). De bedoeling
van het boek (in de verkorte Hol
landse editie altijd nog 318 blz.!) is
inderdaad een poging tot ontmas
kering van het christendom, mis
schien kan ik nog beter zeggen:
een poging de voorlichters over het
christendom te ontmaskeren als
mensen die de waarheid achter
hebben gehouden.
Dat gaat als volgt toe: alleen de
zwarte kanten van het christelijk
(voornamelijk: kerkelijk) verleden
worden naar voren gekeerd (1), en
vervolgens wordt alleen de slechtst
mogelijke interpretatie gegeven van
wat naar voren gehaald wordt (2).
Wat men van deze manier van
doen ook wil zeggen, één ding staat
vast: het is geen billijke behande
ling die Deschner het christendom
laat ondergaan. Zijn handelwijze
komt neer op de methode die we
wel vaker gehanteerd zien: een be
weging of groep afmeten naar zijn
slechtste vertegenwoordigers.
Ook christenen plegen dat wel te
doen (marxisten zijn boeven),
maar chistenen zijn de enigen niet,
zoals blijkt. Het doet er overigens
niet zoveel toe wie het ook nog
doet en hoe vaak hij het doet: de
methode doet aan de ander geen
recht, belicht maar een stukje van
zijn bestaan, en is-dus niet in staat
wellicht niet eens van zin om
de waarheid over een ander te zeg
gen.
Geen echte ontmaskering dus. dit
boek. Behalve misschien dan het
stuk dat (zie blz. 255 e.v.) over de
recente geschiedenis van de chris
telijke kerk handelt onder de titel:
Het Pacifisme van Jezus en de uit
vluchten van de kerk. Daarin ver
telt de schrijver hoe de kerk hij
bedoelt vooral de roomskatholieke
zich compromitteert met het ge
weld van de Westerse wereld. Het
meeste wat op deze bladzijden staat
konden we uit andere bron ook wel
weten, maar voor mensen die er
niet van op de hoogte zijn. is
het goed om het allemaal eens bij
elkaar te zien.
Kennisname van dit boek in zijn
geheel kan trouwens evenmin
kwaad. Het is een soort chronique
scandaleuse van het christendom,
maar die heeft het. christendom nu
eenmaal. Waarom zouden we er
overheen lezen of leven?
De Nederlandse uitgave is zonder
noten op de markt gebracht. Dat is
jammer. De schrijver heeft zijn
boek als een boek van standing
bedoeld, zegt hij. Dat geloof lk
graag, maar zonder verwijsplaatsen
verwekt het toch te veel de indruk
van een pamflet.
door ds. A. G. van Gilse
Een monument voor zich zelf op te richten, zou ds
Frits Kuiper verre hebben gelegen. De vijfenzeventig
jarige schrijver kon trouwens niet vermoeden dat het
zijn laatste werk zou zijn en dat hij het verschijnen
er van niet meer zou beleven.
Het titelblad van 'Een klein drie
luik van onze bevrijding' vermeldt
'de gestalten van Barth. Rosen-
zweig. Lenin samen uitgebeeld door
Frits Kuiper'. Wil men. zoals Kui
per zelf doet, de beeldspraak conse
quent doortrekken, dan kan men
zeggen dat niet alleen de hand van
de schilder duidelijk is te herken
nen maar dat diens hele persoon in
het afgebeelde aanwezig is, tenmin
ste evenzeer aanwezig als het drie
tal dat hij heeft weergegeven. Nu is
dat in het werk van deze doopsge
zinde theoloog altijd wel het geval
geweest. In dit opzicht was Kuiper
een echte doopsgezinde: geen
woorden gebruiken waar je niet
met hart en ziel achter staat. Dat
kwam in al zijn geschriften even
zeer naar voren als in de markante
stijl en grote nadrukkelijkheid van
zijn spreken.
Bij een poging om aan te wijzen
wétar in dit Drieluik Kuipers aan
wezigheid nu precies blijkt, let men
eerst op de 'pennen en ogen' die de
drie panelen met elkaar verbinden.
Hoe zeer de schrijver ons ook pro
beert duidelijk te maken dat deze
drie bij elkaar horen, het is het
brein, nee wij moeten zeggen het
léven van Frits Kuiper dat de drie
figuren verbindt.
Wie dit druiluik bekijkt, wie dit
originele en boeiende boek leest,
heeft telkens de neiging om
de auteur aan zijn jas te trekken,
nadere uitleg te vragen of ook met
hem in debat te treden. Nu dat niet
meer mogelijk is, moeten wij ons
dwingen tot een zekere terughou
dendheid.
Rosenzweig
Barth, Rosenzweig. Lenin. Franz
Rosenzweig in het midden. Met
vaardige hand schildert Kuiper het
portret van deze veelzijdig geniale
joodse geleefde en hij zet erboven
'De zin van het Jood-zijn'. Er is
waarschijnlijk nooit een jood ge
weest die zo helder en met zo veel
recht van spreken aan christenen
en joden elk hun eigen plaats en
functie heeft aangewezen.
Bijzondere aandacht krijgen in
Kuipers beschrijving uiteraard de
motieven die Rosenzweig in 1913 er
toe leidden om af te zien van zijn
plan om christen te worden en in
plaats daarvan bewust te kiezen
voor zijn jood-zijn keuze waar
hij nadien dan ook alle consequen
ties van aanvaardde, al is hem God
dank door zijn dood in 1929 de hel
van de nazi's bespaard gebleven.
Mij dunkt dat het Kuipers eigen
cerebrale instelling is die hem doet
weigeren te geloven dat het Rosen-
zweigs intens beleven van de or
thodoxe Grote Verzoendag in de
Berlijnse synagoge is die zijn be
sluit beheerst. Zelf geloof ik inte
gendeel dat Rosenzweig. die zo
sterk was geboeid door de echtheid
van de in hun leven geïntegreerde
geloofswerkelijkheid van zijn chris
ten geworden vrienden, deze stap
voor zich zelf niet meer nodig en
dus onjuist achtte nadat hij zelf
was overweldigd door de letterlijk
bevrijdende ervaring van het opge
nomen zijn in de gemeenschap van
het met God verzoende uitverkoren
volk. Van dat ogenblik af zal, zo zie
ik het, Rosenzweigs leven een pel
grimsreis worden van een smach
tend verlangen naar het volle bele
ven. 'Ins Leben' luidt de laatste zin
van zijn monumentale werk 'Der
Stern der Erlösung'. De laatste
woorden, die Rosenzweig voor zijn
dood nog wist over te brengen,
getuigen van dit zelfde. Men leze er
Kuipers beschrijving maar op na.
Het middenpaneel zou als mono
grafie over Franz Rosenzweig een
prachtige zelfstandige publikatie
kunnen zijn. Ten onrechte geniet
Rosenzweig veel minder bekendheid
dan diens tijdgenoot en vriend uit
zijn laatste levensjaren Martin Bu-
ber. Kuipers opstel biedt een kans
om met Rosenzweig kennis te ma
ken, een veel bredere mogelijkheid
dan het in Rosenzweigs eigen ogen
niet geslaagde geschrift over het
gezonde verstand waar Kuiper eni
ge jaren geleden een Nederlandse
uitgave van verzorgde.
Barth
'Onze bevrijding' is het thema van
Kuipers Drieluik. Naast Rosenzweig
zijn Barth te rechter zijde en Lenin
aan de andere kant de figuren die
de schrijver hebben bevestigd in de
overtuiging dat déér de zin en het
doel van het menselijke bestaan
ligt.
In zijn beschrijving van het leven
en werk van Karl Barth als predi
kant en theologisch grootmeester
wijst Kuiper er, zich aansluitend bij
F. W." Marquardt, op dat Barth van
meet af aan overtuigd socialist is
geweest en gebleven. Niet een
'christen-socialist' maar iemand
voor wie het socialist-zijn van zelf
sprekend voort moest komen uit
het christen-zijn.
'De messiaanse vreugdeboodschap'
is de titel boven het 'linker zijpa
neel' dat over Barth gaat. De kern
van deze boodschap is dat God
Jezus heeft uitverkozen tot Messias
van Israël. Hoewel Barth van 1933
af de religieuze demonie van het
nationaal-socialisme aan de kaak
heeft gesteld, heeft hij geen duide
lijk verband weten te zien aldus
Kuiper tussen de huidige situatie
van het joodse volk en het bijbelse
Israël: 'Barth heeft de fictie van de
thans op aarde aanwezige kerk als
éénheid van Joden met niet-Joden
nog onvoldoende duidelijk als een
leugen doorzien. Toch', zegt Kuiper.
schrijver zelf. Zijn werkwijze doet
hier denken aan de traditie bij de
quakers om wanneer iemand iets
belangrijks heeft te zeggen, zich
bescheiden terug te trekken achter
een zorgvuldig gekozen en overwo
gen citaat van een ander.
Om Barth met Rosenzweig te ver
binden, is 'Barths verweg belang
rijkste Nederlandse medestander
en geestverwant. K. H. Miskotte'
gecharterd. Ik citeer uit die twee
verbindingspagina's 'Miskottes in
tense belangstelling voor het Jood
se denken, verbonden met zijn
overtuiging samen met dit volk te
genover de machten der duisternis
gesteld te zijn, leidde tot het ver
staan van Israëls eigen getuigenis
als een onmisbaar element van on
ze bevrijding. Ik acht dit het be
langrijkste stuk van de Nederlandse
theologie in'de laatste halve eeuw'.
Voor het tweede scharnier is de
marxist Ernst Bloch de technicus,
van wie Kuiper uit diens 'Prinzip
Hoffnung' gespatieerd de kernach
tige spreuk aanhaalt: 'Ubi Lenin ibi
Jeruzalem' (waar Lenin is. daar is
Jeruzalem).
Formeel behoren de scharnier-ele-
menten tot de alfabetisch van a tot
z gemerkte intermezzi tussen de
van 1 tot 70 genummerde paragra
fen van het betoog. In een van die
intermezzi voert Kuiper een eigen
aardig kritisch pleidooi voor
Barths veel aangevochten verdedi
ging van de maagdelijke geboorte
van Jezus. Wie echter de woorden
over Barths afwijzing van de kin
derdoop onder de intermezzi zoekt
vergist zich. Onder het opschrift
'De wijsvinger van Johannes de
Doper' is er een heuse paragraaf
aan gewijd. Het bevreemdt Kuiper
(of juist niet? dat de meeste
van Barths aanhangers daar zo
weinig aandacht aan geven. Hij
toont aan hoe en waarom de chris
telijke doop voor Barth niet iets
heel anders is dan de johanneïsche.
Vragen
HET TWEEDE WOORD
Het tweede gebod luidt, kort ge
zegd: geen beeld van God maken
De geboden van God zeggen on
wat niet kan, wat je niet kun
maken. Geen mens kan natuurlij)
een beeld van God maken. De enl
ge die het echte beeld van God is;
Jezus, van Hem belijden wij: 'geboj
ren, niet gemaakt'. Van God ka:
geen beeld gemaakt worden. Wi
ons een beeld laat zien en di
kan wel die is bezig met
andere god. Waarom kan dat ni<
en worden we dus gewaarschuw
om er om ons levens wil ni<
aan te beginnen? Omdat God d«
bevrijder, dan heb je Hem verstard
gevangen in een moment-opname
een close-up en zo'n close-up doei
niets. Je kunt zeggen: ja, maar dat
zie je wie Hij is. Nee, dan zie je nel
niet wie Hij is, want Hij is alleen
te zien al bewegende, al bevrijden
de, bezig aan de toekomst van di
wereld. Hij ontwijkt al onze grij
pende en begrijpende bewegingen;
omdat Hij God is. Hij is al wee:
verder, als je denkt dat je Hen
hebt. Je kunt Hem alleen maal
'hebben' in een verhaal waarin Hij
handelt en spreekt, en dan nog
alleen in een verhaal dat doorver
teld wordt en dat gedaan wordt
want vertellen is tegelijk doen. J<
buigen voor een beeld kan alleen
als een soort trimmen waarde heb
ben. maar zelfs dan bevordert hel
de ontspannenheid niet. Tegenovei
het buigen voor beelden stelt di
tweede gebod heel iets anders, nl
dat Hij barmhartigheid doet aan
duizenden van hen die Hem liefheb]
ben.
En zijn geboden onderhouden staa)
erachter en dan komt de hele we-,
reld mee. Met liefde in het leven
staan, dat bedoelt Hij. Beeldig*
mensen worden. (Exodus 20. 4-7).
-
'ligt zulk een doorzicht onmisken
baar in het verlengde van zijn ge
dachten'. Uit alles blijkt hoe zeer
Kuiper zich in zijn opvattingen
omtrent volk en staat Israël en het
weer joods geworden zijn van Jeru
zalem in dat verlengde acht te be
vinden.
Lenin
In de beschrijving van diens leven
en werk toont Kuiper zijn warme
waardering voor Barth. Die warmte
is in het derde gedeelte, het paneel
met de beeltenis van Lenin, moei
lijk terug te vinden. 'Tegen kerk en
staat het proletariaat' prijkt er bo
ven. Voor de gemiddelde theolo-
gisch geschoolde zal dit stuk mis- Schani6r6n
schien toch het meest interessant
zijn omdat het een goed leesbaar
overzicht gëeft van de geschiedenis
van het Russische communisme
sinds het eind van de vorige eeuw.
Zeker, het gaat over Wladimir Oel-
janov, later Lenin geheten. Maar
deze komt in het verhaal soms
slechts uit als degene door wiens
ogen de schrijver dit bepaalde ge
schiedverhaal tracht te bekijken.
Het komt mij voor dat Frits Kuiper
weliswaar is gefascineerd door de
figuur Lenin maar dat hij onmoge
lijk met deze atheïst dat warme
gevoel van echt menselijke geest
verwantschap kon hebben als met
de gelovige jood Rosenzweig en de
christen Barth. En de messiaanse
weg van Lenin is niet gelijk te
stellen met de weg van Messias.
De scharnieren tussen de panelen,
daar vinden wij in het bijzonder de
Wanneer je een boek, dat je heeft
geboeid, uit hebt, krijg je de nei
ging te vragen waarom de schrijver
het heeft geschreven en waarpm hij
het zó heeft gedaan. Wij kunnen
het Frits Kuiper niet meer vragen.
Er is wel als laatste intermezzo een
soort epiloog aan zestien met initi
alen aangeduide vrienden opgeno
men maar deze geefc eigenlijk geen
antwoord, evenmin als de profe
tisch getinte paragrafen die er op
volgen. Het opschrift van die af
sluiting luidt: 'Tot besluit: hoe nu
verder?'
Frits Kuiper kon niet vermoeden
dat dit het besluit van zijn leven
zou zijn. Het 'Hoe, nu verder' duidt
de schrijver in een stippellijn aan
als 'voortzetting van Lenins werk
in gehoorzaamheid aan Mozes en
de Profeten in de overtuiging dat
de dagen van de Messias begonnen
zijn'. 'Is dat mogelijk?' vragen wij
ons af.
Ds. H. D. Woelinga schreef een
kort, treffend In memoriam. Helaas
is het werk ontsierd door storende
zetfouten die na de laatste correc
tie zijn gemaakt; jammer!
Ds A. G. van Gilse, doopsgezind
predikant te Eindhoven, bespreekt:
'Een klein drieluik van onze bevrij
ding' door Frits Kuiper. Uitg. Ten
Have, Baarn, prijs 12,50.
(ADVERTENTIE)
BUENHüF'S FIJNHOUT BEWERKING
Dank zij de uiterst zorgvuldige ma
nier waarop wij het Algemeen
Doopsgezind Weekblad plegen te le
zen, konden wij indertijd berichten
dat de Beverwijkse mennisten wel
hun kerktoren maar niet hun geloof
verloren.
Behalve het geloof mochten zij ook
het haantje van de toren en de
klok behouden, maar nauwgezette
lectuur van het A. D W. leerde ons
onlangs dat dit bezit niet louter
vreugde baart. Onder het kopje
'Beverwijk' lazen we:
Behalve om de haan had men in de
kerkeraad ook zorgen om de klok,
die in een stille nacht de nachtrust
van de kostersfamilie van der Haag
wreed verstoorde. Behalve een kerk
de onze zijn er in deze buurt
veel café's en bars, een combinatie
die overigens meer voorkomt. (Uw
door A. J. Klei
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
.Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma
F. Diemer.
Hoofdredactif
J. Tammlnga.
Hoofdkantoor B.V. De
Christelijke Pers: N.Z.
Voorburgwal 276 - 280,
A'dam. Postbus 359.
Telefoon 020 - 22 03 83.
Postgiro: 26 92 74. Bank:
Ned. Midd. Bank (rek.nr.
69 73 60 768). Gem.glro
X500.
redakteur was in de afgelopen
maand in Kevelaar en daar kon hij
zich meer dan elders in dit samen
gaan van kerk en kroeg verlusti
gen!) Hoe ook: één van de bezoe
kers van het Meerplein is op het
dak van de kerkekamer geklommen
en bracht de in zijn al of niet
beneveld brein naklinkende melo
die in praktijk: 'En laat de klok
maar luiden De klok is nu
voorlopig naar binnen gebracht.
Ik ben bijzonder gesteld op kerk
bladen waar zulke berichten in
staan en ik zal zeggen waarom.
Je hebt kerkbodes die onvervaard
het ganse wereldrond bestrijken.
De redacteur, meestal een dominee,
heeft op zijn studeerkamer een glo
be staan. Hij pakt die op en zet
hem voor zien neer op zijn bureau.
Hij geeft er een duwtje tegenaan
en laat aldus alle hoeken en gaten
van onze aardbol aan zich voorbij
trekken. Hij kijkt er aandachtig
naar en mompelt: Zou ik Latijns-
Amerika eens te pakken nemen? O
nee. dat hebben we net gehad. Zul
len we dan Zuidelijk Afrika weer
eens een beurtje geven? Wacht,
laat ik dat voor volgende week
bewaren. Het Midden-Oosten dan
maar...' Vervolgens wordt er een
ferm stuk gebakken, waarin de au
teur de heren Kissinger en Arafat
op onverschrokken toon te kennen
geeft wat zij te doen hebben, wil er
nog iets van terecht komen.
Dit lijkt heel wat, maar in feite is
het niks. Kerkbladen, waarin de
noden der wereld opgetast liggen
maar die voorbijgaan aan de nacht
rust van de koster of het gebroken
been van zuster Jansen, zijn holle
vaten. Want iemand die onverschil
lig blijft voor een kostersbed en
een beenfractuur in zijn omgeving,
zal ook nooit werkelijke belangstel
ling opbrengen voor een zwarte
mijnwerker in Zuid Afrika of een
politieke gevangene in Oost-Euro
pa. Wie zijn buurman niet ziet.
krijgt nooit zijn verre naaste in het
vizier.
Nu geef ik toe dat pastorale Idylles
zoals die in Beverwijk niet voor het
oprapen liggen. Maar het kan ook
anders, en nu pak ik een kerkblad
uit de on-idyllische gereformeerde
kerken. Ik geef een passage door
uit het verslag van een gemeente
avond. Omdat het me voor de be
trokken dominee niet leuk lijkt,
laat ik namen weg. Hier is het
citaat:
Dan krijgen de aanwezigen gele
genheid 'hem vragen te stellen. Er
wordt een klacht geuit dat de pre
ken van ds X. nogal moeilijk zijn.
moeilijk te volgen en Wat somber
gebracht. Vooral ook voor de jeugd
vindt men te weinig uitleg. Enkele
aanwezigen suggereren ds. X. met
meer stemverheffing te spreken en
meer variatie aan te brengen. Ds.
X. geeft toe nog veel te moeten
leren, hij is blij met deze reacties.
Dit laatste zal ds. X. wel een beetje
gejokt hebben, maar wat er in dit
ongenoemde kerkblad gebeurt is
treffend: niet Arafat of Kissinger,
maar de eigen dominee krijgt op
z'n kop.
Met opzet zeg ik: de eigen dominee.
Er zijn ook kerkbladen die met
grote vlijt de ondeugden van an
dermans dominee etaleren. Dan
kun je nog beter hebben dat ze
zich storten op het Midden-Oosten,
daar -komt tenminste geen 'zaak'
van op een synode.
SPECIALITEIT
KERKBANKEN
KERKINTERIEURS
BETIMMERINGEN etc.
DIVERSE BANKMODELLEN EN HOUTSOORTEN
BIJENHOF'S FIJNHOUT BEWERKING
INDUSTRIEWEG D7d VORDEN
TIL 09792-121*
NED. HERV. KERK
Beroepen: ^e Ede (toez.) S. P.
Assenbergh te Nijkerk
Bedankt voor Lexmond: M. B. v. d
Akker te Stellendam: Nieuweroord
J. ter Steege te Aalsum.
CHR. GEREF. KERKEN
Beroepen: te Zwaagwesteinüe: dj
van Amstel te Enschede W.
GEREF. KERKEN
Bedankt voor Maassluis: Th. J. var
Loo te Boornbergum.
'De weerwolf van Parijs' door Gu;
Endore. Uitg. Luitingh te Laren. 19|
blz. 12.90.
Guy Endore schreef in '33 eigenlij
de eerste roman, die de weerwolf -
een middeneuropees mythologisc
wezen breeduit behandelt. Voc
die tijd was de belangstelling voc
het weerwolfprincipe aanmerkelij
minder romantisch van aard. Tc
in de zestiende eeuw werden men
sen, die er van werden verdacht i
de gedaante van een wolf 'gruwel
daden' te hebben bedreven, zonde
pardon op de brandstapel geze
Endore heeft dit gegeven fraai uit
gewerkt. Zijn weerwolf is een be
minnelijk jongmens dat als gevol:
van zijn ziekte (iykantropie) b
volle maan in de legendarisch
weerwolf van Parijs verandert. En
dore heeft daar een liefdesverhai
omheen gebouwd en hij heeft ver
volgens de hele geschiedenis tege
de achtergrond van de Parijs
Commune geplaatst. Deze roma
heeft ook om deze reden -
aanmerkelijk meer diepgang da
het recht toe recht aan griezelvéj
haal.
door ds. C. B. Bavinck
Pinchas Lapide, journalist en chef van het regeringspersbureau in Jeruzalem, is speciaal geïnte
resseerd in de houding van de rooms-katholieke kerk in Israël. Dat bleek al uit een vorig boek,
'De laatste drie pausen en het joodse volk' en wordt in zijn nieuwe werk, 'Brandpunt Jeruzalem
(uitg. Strengholt, Amsterdam, prijs 39,opnieuw duidelijk.
's&i
1
tfl
g
«Al
'000\
1
Vó
a
f
De dominee moet meer variatie aanbrengen
Want niet uitsluitend, maar toch
wel voornamelijk handelt hij hierin
over de houding van Rome ten
opzichte van Jeruzalem. Toen Jeru
zalem in handen was van Jordanië,
kwam er van het Vaticaan geen
enkel protest, maar nauwelijks wa
ren de 'heilige plaatsen' in joodse
handen, of met grote kracht werd
een plan tot internationalisatie van
Jeruzalem gesteund. Lapide gaat in
dit boek héél de ontwikkeling na,
alsook de houding van de pausen,
zo vaak gedwarsboomd door conser
vatieve curie-kardinalen.
Volgens Lapide is deze houding be
grijpelijk, zolang vastgehouden
wordt aan het 'dogma', dat de kerk,
en met name dan de Rooms Katho
lieke kerk, 'het nieuwe Israël' is, en
alleen een prijsgeven van deze stel
ling kan een verandering in hou
ding tot gevolg hebben.
Een bezwaar tegen dit bijna 400
bladzijden tellende boek is, dat het
vol staat met aanhalingen, wat zeer
vermoeiend leest. Al geef ik direct
toe dat er in die citaten soms
bijzonder treffende opmerkingen
staan, zoals die van een rabbi van
ruim een eeuw geleden ter verkla
ring van de geringe vrucht van de
'Jodenzending' in die dagen: 'De
berg Zion is geen geschikte plaats
voor een jood om het geloof van
zijn vaderen af te zweren.'
Wie op de hoogte wil zijn van wat
zich allemaal om 'Brandpunt Jeru
zalem' heeft afgespeeld, en welke
rol de kerk daarin heeft gespeeld,
kan in dit boek een schat van
gegevens vinden. En dat is te meer
van belang, omdat straks natuurlijk
het probleem Jeruzalem weer aan
de orde komt.
Lapide vertelt ook van de beslissin
gen van de VN in het verleden.
Veel hoop, dat dit lichaam in de
huidige samenstelling een soepeler
houding zal Innemen zal wel nie
mand koesteren.
Mgr. Ramselaar en ds. Gerssen be
ginnen hun 'ten geleide' met de
zin: 'Het verloop van de verhoudin
gen tussen de kerken en het land
Israël geeft met name de Katholiek
weinig aanleiding om er trots op te
zijn.'
Dat is inderdaad de conclusie,
waartoe wel ieder, die dit boek
gelezen heeft, zal moeten komen,
helaas.
Wandelingen
In 'Jeruzalem' (uitg Buijten
Schipperheijn, Amsterdam, pri;
20) voert de schrijver B. G. Ham
mlng als gids in vierentwintig wan
delingen zijn lezers mee door hee
de stad en de omstreken.
Natuurlijk krijgen de 'heilige plaat
sen' de nadruk, maar ook ander
interessante punten in de stad,
als Mea Sjearim de graven van he
Sanhedrin enz. worden besproker
Aan de tekst zijn een aantal zelf
getekende schetsjes toegevoegd, d?
inderdaad zeer verhelderend zijn.
Persoonlijk heb ik, ofschoon ik Je
ruzalem wel een beetje ken, uit di
boek veel nieuws geleerd, waar i
dankbaar gebruik van hoop te ma
ken. Belangrijk is ook, dat d
schrijver niet aarzelt óm aan
geven, wanneer bepaalde 'heilig
plaatsen' historisch gezien niet er
betrouwbaar zijn.
Kortom, een boek dat prettig lees:
zijn geld stellig waard is, en voo
wie als pelgrim of als toerist JerU'
zalem bezoekt, onschatbare dien
sten kan bewijzen.
Ds. C. B. Bavinck, emeritus-predi1
kant, was verbonden aan het gere
formeerde deputaatschap voor dl
verkondiging van het evangelie on
der Israël