Nederlanders in slag
van Waterloo op
kwetsbare voorposten
OUDERS TERUG NAAR DE SCHOOLDANKEN
Pop op
de plaat
Prins van Oranje (koning Willem II) eiste later alle eer op
'Bewondering'
Experiment in Leidse buurt heeft al succes: maar weinig afvallers
Ringo haalt
het niet
TROUW/KWARTET ZATERDAG 23 NOVEMBER 1974 BINNENLAND T19-K19
door Jan Brokken
In de Nederlandse negentiende-eeuwse studies over de slogen bij Quatre Bras en Waterloo worden
de verrichtingen van de Nederlandse soldaten bij deze veldslagen opgehemeld. Oranje's soldaten be
toonden in de strijd hun moed, hun doorzettings vermogen en hun vechtersmentaliteit.
Het moment van de strijd waarop de Prins van Oranje gewond wordt.
Als wij de Nederlandse geschiedschrijvers
mogen geloven is het mede aan de Hol
landse en Belgische militairen te danken
dat Napoleon op de zacht glooiende vlak
tes onder Brussel definitief werd versla
gen. Of zoals Tollens dichtte:
Als Wellingtons en Blüchers moed
Het Frans gedrogt doet vallen.
Dan tintelt mij van vreugd en bloed
Om 't handgewring der Gallen.
Maar als Oranje 't ondier stuit,
Dan gil ik mijn verrukking uit.
De Engelse geschiedschrijvers komen tot
geheel andere conclusies. Zij wijzen er
allereerst op dat Wellington en de zijnen
de 'Dutch-Belgians' niet vertrouwden. De
meeste Nederlandse officieren hadden ja
renlang aan Napoleons zijde gestreden. De
Engelse officieren zagen hen als collabora
teurs. Bovendien verwijten de Engelse ge
schiedschrijvers de Nederlandse soldaten
lafheid, ongedisciplineerd gedrag en tactisch
onvermogen. Als wij de Engelse Waterloo-
literatuur mogen geloven, liepen de Neder
landers de Engelsen in 1815 alleen maar
voor de voeten.
De Engelse historicus John Sutherland
schrijft in zijn Men of Waterloo (1967)
bijvoorbeeld:
'Bijlandts brigade kon het niet meer uit
houden. Zij brak, bijna zoals een spiegel
breekt als hij valt, plotseling, totaal, hele
maal in stukken, brekend in één ogenblik.
De overblijfselen (van de Nederlandse bri
gade. J.B.) vluchtten door Pictons divisie,
terwijl joelende Schotten en vloekende
Engelsen uitriepen dat zij geen kerels wa
ren. zo kwaad op wat zij lafheid noemden
dat hun officieren hen slechts met moeite
konden weerhouden op de vluchtende sol
daten te schieten. De officieren van de
Nederlands-Belgische troepen trachtten te
vergeefs hen te verzamelen. Twee paarden
werden onder generaal De Perponcher
doodgeschoten. Zijn bataljonscommandan
ten werden neergemaaid door vijandelijk
vuur toen zij hun mannen probeerden te
verzamelen'.
De Engelsen eisen alle eer voor de over
winning bij Waterloo op. de Nederlandse
soldaten beschrijven zij als klungels.
Voor een hedendaagse Nederlandse ge
schiedschrijver is het bijzonder moeilijk
159 jaar na de slag uit te maken wat
waarheid en legende is in zowel de Neder
landse als de Engelse Waterloo-literatuur.
De Engelsen, en ook de Fransen, beschik
ken namelijk over talrijke dagboeken of
aantekeningen van soldaten, officieren en
generaals. Van Nederlandse zijde ontbreekt
het aan dergelijke ooggetuige-verslagen.
Zelfs de rapporten van brigade-generaals
zijn onvolledig of onbetrouwbaar omdat ze
pas maanden na de slag zijn geschreven.
Werkelijke rol
Het ontbreken aan voldoende authentiek
materiaal heeft de heer N. Veis Heijn niet
De Prins van Oranje (de latere koning Wil-
lim II) die deelnam aan de slagen bij
Quatre Bras en Waterloo.
weerhouden op zoek te gaan naar de
werkelijke rol die de Nederlanders bij Wa
terloo speelden. Het resultaat van zijn
studie, het boek Glorie zonder Helden, is
het verslag geworden van een Nederlands
leger dat onvoldoende bewapend, en on
voldoende geruggesteund door hun bond
genoten de ongelijke strijd moest opne
men tegen een superieur tegenstander, te
gen Napoleon. Van de organisatie klopte
soms niet veel en een aantal Nederlandse
soldaten gooide de wapens neer en sloeg
op de vlucht. Het is Veis Heijn's verdien
ste dat hij in zijn boek duidelijk heeft
gemaakt waarom deze soldaten dat deden.
Een aantal Nederlandse divisies stond na
melijk op de meest kwetsbare punten op
gesteld. Heel simplistisch voorgesteld: de
Engelsen stonden (vanuit Nederland ge
zien rechts, de Pruisen links en enkele
Nederlandse brigades daartussenin. Wel
lington, de opperbevelhebber, had de Ne
derlanders daar niet neergezet omdat hij
zoveel vertrouwen in deze troepen had.
Integendeel: hij geloofde - en dat was een
idee fixe - dat Napoleon zou proberen de
Engelsen van hun verbinding met de zee,
van hun vluchtweg dus. af te snijden.
Maar Napoleon keek wel uit. Als hij dat
gedaan zou hebben had hij de Engelse
troepen in de richting van de Pruisen
gedreven en zouden de Engelsen en de
Pruisen samen de tegenaanval hebben in
gezet.
Quatre Bras
Napoleon probeerde juist die Engelse en
die Pruisische troepen van elkaar te schei
den. En daarom viel hij in het midden
aan. bij Quatre Bras, waar een aantal
Nederlandse divisies stond. Zij moesten de
aanval afstoten. Een moeilijke opgave. Al
lereerst omdat de Napoleontische soldaten
veel beter getraind waren dan de Neder
landse soldaten, die pas een paar maanden
onder de wapenen stonden. De Franse
troepen werden geleid door maarschalk
Ney, een oude rot in het vak. De Neder
landse troepen stonden onder bevel van de
prins van Oranje, 22 jaar oud, een over
het paard getilde jongeman die nauwelijks
Nederlands sprak, die nauwelijks in het
krijgsbedrijf ervaren was. Strakke leiding
gaf hij niet aan zijn troepen. Moedig was
hij wel. Maar inplaats dat hij - zoals het
een goed bevelhebber betaamt - achter
zijn troepen opereerde, het geheel over
ziende aanwijzingen gaf, galoppeerde hij
als een ouderwets opperhoofd voor zijn
troepen uit de vijand tegemoet.
Quatre Bras werd een chaos, met als enig
resultaat dat de vijand opgehouden werd.
Veis Heijn's oordeel: 'Het merendeel van
deze jonge mannen was zich alleen maar
ervan bewust dat zij de strijd moesten
opnemen tegen een superieure tegenstan
der. Zij misten elk vertrouwen in eigen
kunnen. Het noodlot deed hen de vuur
doop ondergaan als weerstand biedende
voorposten, de meest ondankbare rol die
men zich denken kan. Die worden altijd
onder de voet gelopen. Als zij de moed
opbrengen niet bij het eerste schot aan de
haal te gaan, maar de ongelijke strijd zo
lang voort te zetten totdat de hoofdmacht
hun taak kan" overnemen dan hebben zij
hun plicht gedaan. Wat dit aangaat treft
de Nederlandse divisie geen enkele blaam'.
Bij de slag van Waterloo, een paar dagen
later, was het hetzelfde laken een pak.
Ook nu weer stond een Nederlandse briga
de op de voorposten. Het begin van de
slag viel in Napoleons voordeel uit. De
Nederlanders werden weggemaaid als bos
jes hooi. Na een paar uur vechten gaven
zij de moed op. Zij vluchtten dwars door
de Engelse en Schotse linies in de richting
van Brussel. Een heldhaftig gedrag was
dit niet, maar, zo vraagt Veis Heijn zich
af, zouden Engelse of Pruisische troepen
op die plaats anders gehandeld hebben?
Aan het eind van de dag, zondag 18 juni
1815, waren ook de Engelsen de uitputting
nabij. De Pruisen kwamen hun hulp bie
den en zorgden tenslotte voor Napoleon's
nederlaag. De geallieerde troepen zetten
de achtervolging in. De Pruisen, de Engel
sen en de Nederlanders bezetten grote
delen van Noord-Frankrijk. Op hun tocht
naar Parijs moesten de Nederlandse troe
pen weer veel ontberingen lijden. De kar
ren met voedsel volgden de troepen niet
snel genoeg. De soldaten dreigden soms
dagen zonder eten te komen, en in zo'n
geval slaan militairen aan het plunderen.
Dat leverde weer een reprimande van Wel
lington en hoon van de Engelse geschied
schrijvers op.
Oranje vergat
Terug in Engeland kregen Wellington's
troepen een groots onthaal Terug in Ne
derland keek bijna niemand naar Oranje's
soldaten om. Met onderscheidingen werd
zeer karig omgesprongen. De prins van
Oranje eiste alle eer op. Toen hij later
koning werd weigerde hij bij de Engelsen
■te protesteren tegen Siborne's beschrijving
van de slag bij Waterloo, waarbij de Ne
derlanders als grote lafaards worden afge
schilderd. Koning Willem II vergat de
generaals, vergat de officieren, die zo'n
belangrijk aandeel in de strijd gehad had
den.
Eén van de Nederlandse bevelhebbers, de
hertog van Saksen-Weimar, schreef in
1841: 'Wij kunnen niet vergeten
de verkeerde en de halve maatrege
len die aan het begin vn de vijndelijkhe-
den voorafgingen, het gebrek aan samen
hang dat het verloop der operaties ken
merkte en het gebrek aan zorg voor het
welzijn van ons leger waaronder het te
lijden had tijdens zijn ellendige mars naar
Parijs. Voeg daaraan toe het geringe recht
y 'X,
G,',
Na de slagen bij Quatre Bras en Waterloo
schreef de prins van Oranje een brief naar
zijn ouders, waarin hij de overwinning
meldde. Van deze 'victorie-brief' hier de
eerste regels en de ondertekening.
De visie van de heer N. Veis Heijn op het
krijgsgebeuren bij Waterloo wijkt nogal af
van wat veel Nederlanders erover gehoord
en gelezen hebben. Dr. N. Japikse schrijft
in 'De geschiedenis van het Huis van
Oranje-Nassau' bijvoorbeeld: 'Men mag
met bewondering getuigen van wat het
nieuwe Nederlandsche leger, dat nog in
wordingstoestand verkeerde, in den korten
veldtocht van Juni 1815 heeft gepresteerd
en van wat in Nederland in zoo korten
tijd op militair gebied was tot stand ge
bracht. Aan den slag bij Quatre Bras (16
Juni) nam dit leger, voor zoover in de
eerste divisie staande, een hoofdaandeel.
Want hier gelukte het aan deze troepen
den vijand een dag op te houden en
daardoor Wellington gelegenheid te bieden
zijn hoofdmacht bij Waterloo samen te
trekken, zooals de Prins van Oranje, die in
den nacht van de 15en op den 16en uit
Brussel was gerend, aan zijn vader be
richtte Ook aan Waterloo (18 Juni)
namen Nederlandsche troepen, nu in
grooter verband strijdende, een roemrijk
aandeel, wat in later dagen door minder
waardige ijverzucht ontkend is geworden'.
dat de hertog van Wellington in officiële
rapporten doet wedervaren aan het aan
deel dat ons leger in die veldtocht heeft
gehad, de grofheid die hij gelegd heeft in
zijn betrekkingen met onze ctefs. hen
ervan beschuldigend dat zij niet wisten
hoe zij hun troepen moesten laten mar
cheren. zonder dat hij de minste moeite
gedaan heeft om onze approviandering te
verzekeren: denk aan de trage en kille
manier waarop onderscheidingen in de
Militaire Willemsorde zijn uitgedeeld en
het bijna volslagen gebrek aan onder
scheid dat heerste bij de toekenning. Zie
daar een deel van de redenen waardoor de
herinnering aan deze veldtocht ons even
koud laat als wanneer het ging om een
revue in het kamp van Rijen'.
De herinnering aan deze slag liet de ge
schiedschrijvers en de dichters - denk aan
Tollens - niet koud. Zij overdreven naar
dc andere kant. Veis Heijn heeft dit beeld
gecorrigeerd, en dat is een grote verdien
ste. Jammer genoeg heeft hij wat te veel
aandacht geschonken aan het zuiver
krijgskundige gedeelte van de slag. Wan
neer hij schrijft dat de meerderheid van
het Nederlandse volk Pichecru's troepen
juichend binnenhaalde, vraag je je wel af
waarom. Dat vertelt hij niet. Evenmin
geeft hij een antwoord op de vraag waar
om de Nederlandse troepen in 1815 onver
schillig werden binnengehaald
N. Veis Heijn: Glorie zonder Helden. We
tenschappelijke Uitgeverij, prijs 29,90.
LEIDEN Op een lagere school in Leiden, de Heilig Hartschool,
begon in januari een onderwijsexperiment: ouders van leerlingen
namen weer plaats op de schoolbanken. 'Ouders op herhaling'
wordt dit experiment genoemd. De vraag ernaar kwam vanuit het
wijkcomité van Leiden-Noord, een buurt waar veel ongeschoolde
arbeiders wonen.
Het was leden van dat wijkcomité
opgevallen dat bij een aantal
buurtbewoners elementaire vaardig
heden als lezen, schrijven en reke
nen sterk waren 'weggezakt'. Door
dat ze zagen dat op de Heilig Hart
school ouders intensief bij het on
derwijs van hun kinderen betrok
ken waren, kwamen ze op het idee
dat de 'weggezakte' schoolkennis
bij de ouders wel eens kon worden
opgefrist.
Het gaat er bij dit experiment om
verborgen behoeften aan vorming
bij de ouders naar boven te bren
gen. In die zin is het experiment
uniek: er bestaan wél veel cursus
sen voor ouders met een basis
school-niveau, die de zin van on
derwijs al ontdekt hebben (bijvoor
beeld AVO-cursussen) maar niét
voor ouders wier leerbehoeften nog
'onder de oppervlakte' zitten. Het
experiment is intussen al nagevolgd
op een school in de Amsterdamse
Dapperbuurt, waarmee contact be
staat, en op basisscholen in Utrecht
en Rotterdam.
De eerste veertig ouders gingen in
januari 'op herhaling'. Hun kinde
ren zitten op verschillende lagere
scholen in de wijk. Het onderwijs
pakket voor de eerste negen weken
(één avond per week) bestond uit
een leer- en een discussiegedeelte.
In het legergedeelte fristeen de ou
ders elementaire rekenprincipes op,
oefenden ze zich in zuiver schrijven
en formuleren, in het schrijven van
brieven en verslagen.
In het discussiegedeelte kwamen
onderwerpen aan de orde die met
de school te maken hebben zoals:
nieuwe methoden in het onderwijs,
school- en beroepskeuze, ouders in
de school enz. In september is weer
zo'n cursus voor beginners gestart,
zowel op de Heilig Hartschool als
op de Alphons Ariënsschool in Lei
den.
Omdat de voorbereiding van de
leerkrachten minimaal is en omdat
zij zo goed mogelijk willen reageren
op spontaan opkomende vragen,
moeten zij enorm vindingrijk en
creatief zijn. De leerkrachten zagen
er in het begin dan ook erg tegen
op, maar intussen hebben ze al heel
wat ervaring opgedaan.
Opvallend is dat er bij dit experi
ment maar weinig afvallers zijn.
René Reniers, hoofd van de Heilig
Hartschool: 'Het is onzin dat de
mensen in deze buurt niet geïnte
resseerd zouden zijn in het onder
wijs. Er zijn alleen communicatie
problemen tussen school en ouders'.
Als een van de oorzaken van het
succes met deze cursussen (waar
aan nu al 150 ouders meedoen) ziet
René Reniers het feit dat de men
sen niet het gevoel hebben dat zij
voor een of ander karretje gespan-
nn worden. Uitgegaan wordt van
hun eigen behoeften, er wordt op
geen enkele manier 'gedramd', zoals
nogal eens aan sommige vormen
van onderwijs en vormingswerk
verweten wordt.
Geschiedenis van buurt
In september begon de eerste groep
van gevorderden. Het eerst onder
wijsthema was: de geschiedenis van
Leiden-Noord. Drie generaties
buurtbewoners werden met elkaar
vergeleken op het punt van ar
beidsvoorwaarden en gezinsomstan
digheden. De moeders van sommige
buurtbewoners maakten vroeger
thuis groenten schoon voor de con-
servenfabriek, andere moeders van
de vorige generatie deden thuis-
door Jaap Kamerling
Een van de leerkrachten (geheel rechts) bespreekt niet ouders
van leerlingen het resultaat van het gemaakte werk.
werk voor de textielfabrieken,
waarvan Leiden er veel had. Ook
werden de buurt en zijn karakter
vergeleken gedurende de drie gen-
raties. De ouders maakten ook een
schets van de 'ideale buurt' en ver
zamelden materiaal over vernieu
wing in de wijk. Er werd een com
plete tentoonstelling van dit werk
opgezet, waarbij de ouders enthou
siast als gids fungeerden voor de
bezoekers uit de wijk. Naar aanlei
ding van dit thema werden taal- en
rekenlessen gemaakt. De ouders
leerden te discussiëren, te formule
ren en bijvoorbeeld ook om statis
tieken te lezen en ermee te werken.
Ze gingen op bezoek bij de onder
wijs- en de wetswinkel in de buurt
en het clubhuis en hielden er in
terviews. Daarvan werden dan weer
verslagen gemaakt, die ook ten
toongesteld werden.
Deze ouders zijn nu al zover, dat zij
leermateriaal maken voor hun ei
gen kinderen op school, natuurlijk
onder begeleiding van de onderwij
zers. Ze praten met leerlingen uit
de zesde klas en daaruit worden
dan ideeën geboren voor zelf te
maken leerteksten, bijvoorbeeld
over de gebeurtenissen in de buurt
tijdens de laatste wereldoorlog. De
ouders verzamelden daarover in de
buurt materiaal; hele families wor
den daarbij ingeschakeld.
Bijblijven
Een ander deel van de beginners
van januari is in september begon
nen met cursussen typen en Engels.
Bij het typen hoort ook zuiver
schrijven en formuleren. Een aan
tal leerlingen wil straks een soort
uitzendbureau gaan oprichten, dat
niet onder de druk van een traditi
oneel bedrijf werkt; anderen willen
voor de wijkkrant L'aan werken en
een flinke groep wil gewoon met
l
het diploma dat men krijgt zijn
kansen in het bedrijfsleven verbe
teren. Sommige mensen, die Engels
leren, willen straks hun geëmi
greerde kinderen gaan opzoeken.
Anderen willen bijblijven bij hun
kinderen, die allemaal Engels op
school krijgen.
Vindt er nu ook doorstroming
plaats van deze ouders naar andere
wijkactiviteiten? René en Sjoukje
Drost, die de cursussen coördine
ren: 'Sommige ouders worden ac
tief bij de vernieuwing in de wijk.
en de buurtverbetering, anderen
worden actief in bijvoorbeeld de
onderwijswinkel of bij het open
maken van andere scholen. Het be
langrijkste is, dat zij een soort in
formatiecentrum in de buurt gaan
vormen. Ze wijzen de buren op
mogelijkheden in de wijk, zoals ad
visering door de wets- en de onder
wijswinkel.
Niveauverschil
De toeloop onder de beginners is
erg groot. 'Dat geeft erg veel me
thodische problemen', zegt Sjoukje.
Er zijn nogal niveauverschillen tus
sen de ouders en daarom wordt er
in kleine groepjes gewerkt en
wordt ook de individuele benade
ring steeds belangrijker. Er wordt
ook meer gegrepen naar de metho
den van het buitengewoon onder
wijs. De individuele benadering
houdt ook in. dat mensen, die het
plotseling laten afweten of dicht
klappen. thuis bezocht worden. De
oorzaken worden dan opgespoord
en bij leerstoornissen wordt er in
dividueel bijgewerkt. Voor steeds
meer mensen wordt dat nodig om
dat de toeloop van mensen met het
laagste leerniveau toeneemt. Sjouk
je: 'We willen ook leeerkrachten uit
het buitengewoon onderwijs en het
LOM hierbij betrekken..
De financiering van dit projekt is
een erg zorgelijke zaak. Er is op,
korte termijn 23.000 gulden nodig.
De gemeente heeft één keer vier
duizend gulden gegeven, maar heeft
nu geen geld meer hiervoor. René
en Sjoukje 'We hebben erkenning
nodig Van hoog tot laag. van CRM
tot de gemeente is iedereen en
thousiast. maar men ziet het teveel
in de sfeen van het hobbyisme en
het idealisme. We willen het pro
ject beroepsmatig opbouwen en
daarvoor hebben we ook op finan
cieel gebied erkenning nodig. Nu
wordt er roofbouw gepleegd op al
lerlei medewerkers, die het vreselijk
druk hebben. En als het geld er
niet komt, dan moeten we het ook
nog uit eigen zak gaan betalen. We
hebben op het ogenblik financiële
verplichtingen tegenover instellin
gen. die meewerken aan de verzor
ging van de cursussen typen en
Engels. Op de scholen waar we
werken is nog nooit gas. elektrici
teit en verwarming betaald. Ook
voor het maken van lesmateriaal,
de huren van de lokaliteiten, het
gebruik van audio-visuele middelen
en het organiseren van excursies is
veel geld nodig'.
Reniers: Wij hebben minister Van
Kemenade geschreven dat wij vol
doen aan de drie uitgangspunten
die hij onlangs aangaf: de 'tweede-
kans-functie' (mensen de mogelijk
heid geven om alsnog het onderwijs
te volgen dat zij in eerste instantie
niet gevolgd hebben), het bieden
van de mogelijkheid tot her-, bij
en nascholing, en tenslotte het bie
den van de mogelijkheid tot 'vor
ming': het opdoen van informatie
en de mogelijkheid tot bezinning
over de eigen situatie. .Subsidiëring
door het Rijk is dus zeker op zijn
plaats'.
door Willem-Jan Martin
Langzamerhand begint het weer
tijd te worden voor de befaamde
lijstjes. Twintig platen op een
rijtje, die een beeld moeten
geven van belangrijke
ontwikkelingen c.q. het
consolideren van posities, zoals
eenenander zich binnen het
popwezen heeft voltrokken
gedurende het nu snel zijn einde
naderende jaar.
Dit inventariseren door de
nationale pop-pers is altijd weer
een spannende aangelegenheid,
maar behalve dat vooral ook
maatgevend: in tegenstelling tot
wat hardnekkige geruchten
willen, kan de popkritiek
nimmer worden gekarakteriseerd
als een kletsforum, maar scheidt
zij eerder na intensief beraad
het ruim aanwezige kaf van het
koren teneinde (ook met haar
lijsten) popminnend Nederland
een onwrikbaar houvast en een
veilig kompas te bieden.
Begrijpelijk derhalve, dat
maatschappijen en artiesten er
zeker tegen het einde van het
jaar nog eens flink aan trekken
om zich toch vooral verzekerd te
weten van een plaatsje in de
Onverbiddelijke Twintig. Wie
afvalt, kan zijn gitaar wel
verkopen.
In de voornamelijk zo te
verklaren november-december-
platenhausse is het allereerst
Ringo Starr die de aandacht
vraagt. Zijn nieuwe elpee
Goodnight Vienna (Apple 5C
062-05762), waarvan het
medewerkersbestand goeddeels
gelijk is aan dat van zijn vorige
produktie. is zoals te verwachten
was wederom een
ongecompliceerd stuk werk. In
een iets simpeler gehouden
registratie wordt een pakket
materiaal voorgezet, dat zulke
uiteenlopende zaken als
country-klassiekers (Roger
Millers Husbands And Wives), R
B (oud: Only You, en nieuw:
Allen Tousaints Occapella),
reggae plus een aantal
zelfgeschreven 'originals'
combineert. Een geheel, waar de
goede bedoelingen en de
ontspannen stemming vanaf
stralen, maar dat helaas de
zeker in het licht van Ringo's
beperktheid zo noodzakelijke
compositorische kracht moet
ontberen. Goodnight Vienna
komt zo. in tegenstelling tot zijn
voorganger, niet uit boven het
niveau van alleen maar 'ouwe
jongens-krentenbrood'. en valt
na een paar keer draaien
pijnlijk door de mand.
De New Riders Of The Purple
Sage (elpee: Brujo, CBS 30405)
halen het al evenmin. Na een
veelbelovend debuut zag het er,
zeker met de komst van de
bekwame steelgitarist Buddy
Cage, aanvankelijk naar uit, dat
de groep zich zou
gaan ontwikkelen tot een
krachtige country-rockformatie.
Het pakte evenwel anders uit. een
stevig 'chassis' werd niet
gevonden (niet gewild?), en zo
maakt, het gezelschap ook hier
op Brujo voor een belangrijk
deel een dunnige, neuzelende
soort country, die balanceert op
de rand van nét acceptabel en
een onaanvaardbare
drenzerigheid. Het andere
gedeelte bestaat uit de tamelijk
forse compositorische inbreng
van nieuwkomer Skip Battin
(ex-Byrds), maar het is zeer de
vraag of deze de New Riders op
een beter spoor kan zetten: voor
het moment scheurt zijn
'freakerige' aanpak de elpee
uiteen in twee elkaar absoluut
niet verdragende delen, indien
doorgezet levert de lijn-Battin
de groep uit aan een muzikale
opvatting, waarin
flauwekulteksten en
geluidsprobeersels van het type
'underground' hand ln hand
gaan.
Vervolgens Leo Kottke en
Dreams And All That Stuff
(Capitol 5C 062-81775), een
nieuwe verzameling
hoogstandjes op de onversterkte
twaalfsnarige gitaar. Kottke
zingt deze keer niet, incidenteel
is er assistentie van een extra
(steel)gitarist. percussie, bas
en/of piano. Het betrekkelijke
gevaar, dat er bij Kottke altijd
in zit. namelijk dat eenenander
uitloopt op een pure
demonstratie van virtuositeit
(leuk alleen voor gitaristen die
er iets bij willen leren), is
wederom met ruim sukses
bezworen. Kottke pakt de zaken
sober aan, zonder dat ie zich
overigens nu nadrukkelijk zit in
te houden, en weet al doende zo
een sfeer te creëren die zich het
best laat vangen in termen als
bespiegeling, melancholie en
dergelijke, en die wat mij
betreft met name op
zondagmiddagen uitstekend
overkomt. Zeer rustgevende
muziek. Veel eigen werk, met
verrassende nieuwe 'vondsten',
hier en daar een bewerking van
enige traditionele Amerikaanse
muziek. Prachtig hoor. Tot slot
dan nog Tom Rush met Ladies
Love Outlaws (CBS 80282) en
Daryl Hall en John Oates en een
elpee genaamd War Babies
(Atlantic SD 18109), waarop
Todd Rundgren een belangrijke
rol vervult. Liefhebbers voor.