Nederlanders in slag van Waterloo op kwetsbare voorposten OUDERS TERUG NAAR DE SCHOOLDANKEN Pop op de plaat Prins van Oranje (koning Willem II) eiste later alle eer op 'Bewondering' Experiment in Leidse buurt heeft al succes: maar weinig afvallers Ringo haalt het niet TROUW/KWARTET ZATERDAG 23 NOVEMBER 1974 BINNENLAND T19-K19 door Jan Brokken In de Nederlandse negentiende-eeuwse studies over de slogen bij Quatre Bras en Waterloo worden de verrichtingen van de Nederlandse soldaten bij deze veldslagen opgehemeld. Oranje's soldaten be toonden in de strijd hun moed, hun doorzettings vermogen en hun vechtersmentaliteit. Het moment van de strijd waarop de Prins van Oranje gewond wordt. Als wij de Nederlandse geschiedschrijvers mogen geloven is het mede aan de Hol landse en Belgische militairen te danken dat Napoleon op de zacht glooiende vlak tes onder Brussel definitief werd versla gen. Of zoals Tollens dichtte: Als Wellingtons en Blüchers moed Het Frans gedrogt doet vallen. Dan tintelt mij van vreugd en bloed Om 't handgewring der Gallen. Maar als Oranje 't ondier stuit, Dan gil ik mijn verrukking uit. De Engelse geschiedschrijvers komen tot geheel andere conclusies. Zij wijzen er allereerst op dat Wellington en de zijnen de 'Dutch-Belgians' niet vertrouwden. De meeste Nederlandse officieren hadden ja renlang aan Napoleons zijde gestreden. De Engelse officieren zagen hen als collabora teurs. Bovendien verwijten de Engelse ge schiedschrijvers de Nederlandse soldaten lafheid, ongedisciplineerd gedrag en tactisch onvermogen. Als wij de Engelse Waterloo- literatuur mogen geloven, liepen de Neder landers de Engelsen in 1815 alleen maar voor de voeten. De Engelse historicus John Sutherland schrijft in zijn Men of Waterloo (1967) bijvoorbeeld: 'Bijlandts brigade kon het niet meer uit houden. Zij brak, bijna zoals een spiegel breekt als hij valt, plotseling, totaal, hele maal in stukken, brekend in één ogenblik. De overblijfselen (van de Nederlandse bri gade. J.B.) vluchtten door Pictons divisie, terwijl joelende Schotten en vloekende Engelsen uitriepen dat zij geen kerels wa ren. zo kwaad op wat zij lafheid noemden dat hun officieren hen slechts met moeite konden weerhouden op de vluchtende sol daten te schieten. De officieren van de Nederlands-Belgische troepen trachtten te vergeefs hen te verzamelen. Twee paarden werden onder generaal De Perponcher doodgeschoten. Zijn bataljonscommandan ten werden neergemaaid door vijandelijk vuur toen zij hun mannen probeerden te verzamelen'. De Engelsen eisen alle eer voor de over winning bij Waterloo op. de Nederlandse soldaten beschrijven zij als klungels. Voor een hedendaagse Nederlandse ge schiedschrijver is het bijzonder moeilijk 159 jaar na de slag uit te maken wat waarheid en legende is in zowel de Neder landse als de Engelse Waterloo-literatuur. De Engelsen, en ook de Fransen, beschik ken namelijk over talrijke dagboeken of aantekeningen van soldaten, officieren en generaals. Van Nederlandse zijde ontbreekt het aan dergelijke ooggetuige-verslagen. Zelfs de rapporten van brigade-generaals zijn onvolledig of onbetrouwbaar omdat ze pas maanden na de slag zijn geschreven. Werkelijke rol Het ontbreken aan voldoende authentiek materiaal heeft de heer N. Veis Heijn niet De Prins van Oranje (de latere koning Wil- lim II) die deelnam aan de slagen bij Quatre Bras en Waterloo. weerhouden op zoek te gaan naar de werkelijke rol die de Nederlanders bij Wa terloo speelden. Het resultaat van zijn studie, het boek Glorie zonder Helden, is het verslag geworden van een Nederlands leger dat onvoldoende bewapend, en on voldoende geruggesteund door hun bond genoten de ongelijke strijd moest opne men tegen een superieur tegenstander, te gen Napoleon. Van de organisatie klopte soms niet veel en een aantal Nederlandse soldaten gooide de wapens neer en sloeg op de vlucht. Het is Veis Heijn's verdien ste dat hij in zijn boek duidelijk heeft gemaakt waarom deze soldaten dat deden. Een aantal Nederlandse divisies stond na melijk op de meest kwetsbare punten op gesteld. Heel simplistisch voorgesteld: de Engelsen stonden (vanuit Nederland ge zien rechts, de Pruisen links en enkele Nederlandse brigades daartussenin. Wel lington, de opperbevelhebber, had de Ne derlanders daar niet neergezet omdat hij zoveel vertrouwen in deze troepen had. Integendeel: hij geloofde - en dat was een idee fixe - dat Napoleon zou proberen de Engelsen van hun verbinding met de zee, van hun vluchtweg dus. af te snijden. Maar Napoleon keek wel uit. Als hij dat gedaan zou hebben had hij de Engelse troepen in de richting van de Pruisen gedreven en zouden de Engelsen en de Pruisen samen de tegenaanval hebben in gezet. Quatre Bras Napoleon probeerde juist die Engelse en die Pruisische troepen van elkaar te schei den. En daarom viel hij in het midden aan. bij Quatre Bras, waar een aantal Nederlandse divisies stond. Zij moesten de aanval afstoten. Een moeilijke opgave. Al lereerst omdat de Napoleontische soldaten veel beter getraind waren dan de Neder landse soldaten, die pas een paar maanden onder de wapenen stonden. De Franse troepen werden geleid door maarschalk Ney, een oude rot in het vak. De Neder landse troepen stonden onder bevel van de prins van Oranje, 22 jaar oud, een over het paard getilde jongeman die nauwelijks Nederlands sprak, die nauwelijks in het krijgsbedrijf ervaren was. Strakke leiding gaf hij niet aan zijn troepen. Moedig was hij wel. Maar inplaats dat hij - zoals het een goed bevelhebber betaamt - achter zijn troepen opereerde, het geheel over ziende aanwijzingen gaf, galoppeerde hij als een ouderwets opperhoofd voor zijn troepen uit de vijand tegemoet. Quatre Bras werd een chaos, met als enig resultaat dat de vijand opgehouden werd. Veis Heijn's oordeel: 'Het merendeel van deze jonge mannen was zich alleen maar ervan bewust dat zij de strijd moesten opnemen tegen een superieure tegenstan der. Zij misten elk vertrouwen in eigen kunnen. Het noodlot deed hen de vuur doop ondergaan als weerstand biedende voorposten, de meest ondankbare rol die men zich denken kan. Die worden altijd onder de voet gelopen. Als zij de moed opbrengen niet bij het eerste schot aan de haal te gaan, maar de ongelijke strijd zo lang voort te zetten totdat de hoofdmacht hun taak kan" overnemen dan hebben zij hun plicht gedaan. Wat dit aangaat treft de Nederlandse divisie geen enkele blaam'. Bij de slag van Waterloo, een paar dagen later, was het hetzelfde laken een pak. Ook nu weer stond een Nederlandse briga de op de voorposten. Het begin van de slag viel in Napoleons voordeel uit. De Nederlanders werden weggemaaid als bos jes hooi. Na een paar uur vechten gaven zij de moed op. Zij vluchtten dwars door de Engelse en Schotse linies in de richting van Brussel. Een heldhaftig gedrag was dit niet, maar, zo vraagt Veis Heijn zich af, zouden Engelse of Pruisische troepen op die plaats anders gehandeld hebben? Aan het eind van de dag, zondag 18 juni 1815, waren ook de Engelsen de uitputting nabij. De Pruisen kwamen hun hulp bie den en zorgden tenslotte voor Napoleon's nederlaag. De geallieerde troepen zetten de achtervolging in. De Pruisen, de Engel sen en de Nederlanders bezetten grote delen van Noord-Frankrijk. Op hun tocht naar Parijs moesten de Nederlandse troe pen weer veel ontberingen lijden. De kar ren met voedsel volgden de troepen niet snel genoeg. De soldaten dreigden soms dagen zonder eten te komen, en in zo'n geval slaan militairen aan het plunderen. Dat leverde weer een reprimande van Wel lington en hoon van de Engelse geschied schrijvers op. Oranje vergat Terug in Engeland kregen Wellington's troepen een groots onthaal Terug in Ne derland keek bijna niemand naar Oranje's soldaten om. Met onderscheidingen werd zeer karig omgesprongen. De prins van Oranje eiste alle eer op. Toen hij later koning werd weigerde hij bij de Engelsen ■te protesteren tegen Siborne's beschrijving van de slag bij Waterloo, waarbij de Ne derlanders als grote lafaards worden afge schilderd. Koning Willem II vergat de generaals, vergat de officieren, die zo'n belangrijk aandeel in de strijd gehad had den. Eén van de Nederlandse bevelhebbers, de hertog van Saksen-Weimar, schreef in 1841: 'Wij kunnen niet vergeten de verkeerde en de halve maatrege len die aan het begin vn de vijndelijkhe- den voorafgingen, het gebrek aan samen hang dat het verloop der operaties ken merkte en het gebrek aan zorg voor het welzijn van ons leger waaronder het te lijden had tijdens zijn ellendige mars naar Parijs. Voeg daaraan toe het geringe recht y 'X, G,', Na de slagen bij Quatre Bras en Waterloo schreef de prins van Oranje een brief naar zijn ouders, waarin hij de overwinning meldde. Van deze 'victorie-brief' hier de eerste regels en de ondertekening. De visie van de heer N. Veis Heijn op het krijgsgebeuren bij Waterloo wijkt nogal af van wat veel Nederlanders erover gehoord en gelezen hebben. Dr. N. Japikse schrijft in 'De geschiedenis van het Huis van Oranje-Nassau' bijvoorbeeld: 'Men mag met bewondering getuigen van wat het nieuwe Nederlandsche leger, dat nog in wordingstoestand verkeerde, in den korten veldtocht van Juni 1815 heeft gepresteerd en van wat in Nederland in zoo korten tijd op militair gebied was tot stand ge bracht. Aan den slag bij Quatre Bras (16 Juni) nam dit leger, voor zoover in de eerste divisie staande, een hoofdaandeel. Want hier gelukte het aan deze troepen den vijand een dag op te houden en daardoor Wellington gelegenheid te bieden zijn hoofdmacht bij Waterloo samen te trekken, zooals de Prins van Oranje, die in den nacht van de 15en op den 16en uit Brussel was gerend, aan zijn vader be richtte Ook aan Waterloo (18 Juni) namen Nederlandsche troepen, nu in grooter verband strijdende, een roemrijk aandeel, wat in later dagen door minder waardige ijverzucht ontkend is geworden'. dat de hertog van Wellington in officiële rapporten doet wedervaren aan het aan deel dat ons leger in die veldtocht heeft gehad, de grofheid die hij gelegd heeft in zijn betrekkingen met onze ctefs. hen ervan beschuldigend dat zij niet wisten hoe zij hun troepen moesten laten mar cheren. zonder dat hij de minste moeite gedaan heeft om onze approviandering te verzekeren: denk aan de trage en kille manier waarop onderscheidingen in de Militaire Willemsorde zijn uitgedeeld en het bijna volslagen gebrek aan onder scheid dat heerste bij de toekenning. Zie daar een deel van de redenen waardoor de herinnering aan deze veldtocht ons even koud laat als wanneer het ging om een revue in het kamp van Rijen'. De herinnering aan deze slag liet de ge schiedschrijvers en de dichters - denk aan Tollens - niet koud. Zij overdreven naar dc andere kant. Veis Heijn heeft dit beeld gecorrigeerd, en dat is een grote verdien ste. Jammer genoeg heeft hij wat te veel aandacht geschonken aan het zuiver krijgskundige gedeelte van de slag. Wan neer hij schrijft dat de meerderheid van het Nederlandse volk Pichecru's troepen juichend binnenhaalde, vraag je je wel af waarom. Dat vertelt hij niet. Evenmin geeft hij een antwoord op de vraag waar om de Nederlandse troepen in 1815 onver schillig werden binnengehaald N. Veis Heijn: Glorie zonder Helden. We tenschappelijke Uitgeverij, prijs 29,90. LEIDEN Op een lagere school in Leiden, de Heilig Hartschool, begon in januari een onderwijsexperiment: ouders van leerlingen namen weer plaats op de schoolbanken. 'Ouders op herhaling' wordt dit experiment genoemd. De vraag ernaar kwam vanuit het wijkcomité van Leiden-Noord, een buurt waar veel ongeschoolde arbeiders wonen. Het was leden van dat wijkcomité opgevallen dat bij een aantal buurtbewoners elementaire vaardig heden als lezen, schrijven en reke nen sterk waren 'weggezakt'. Door dat ze zagen dat op de Heilig Hart school ouders intensief bij het on derwijs van hun kinderen betrok ken waren, kwamen ze op het idee dat de 'weggezakte' schoolkennis bij de ouders wel eens kon worden opgefrist. Het gaat er bij dit experiment om verborgen behoeften aan vorming bij de ouders naar boven te bren gen. In die zin is het experiment uniek: er bestaan wél veel cursus sen voor ouders met een basis school-niveau, die de zin van on derwijs al ontdekt hebben (bijvoor beeld AVO-cursussen) maar niét voor ouders wier leerbehoeften nog 'onder de oppervlakte' zitten. Het experiment is intussen al nagevolgd op een school in de Amsterdamse Dapperbuurt, waarmee contact be staat, en op basisscholen in Utrecht en Rotterdam. De eerste veertig ouders gingen in januari 'op herhaling'. Hun kinde ren zitten op verschillende lagere scholen in de wijk. Het onderwijs pakket voor de eerste negen weken (één avond per week) bestond uit een leer- en een discussiegedeelte. In het legergedeelte fristeen de ou ders elementaire rekenprincipes op, oefenden ze zich in zuiver schrijven en formuleren, in het schrijven van brieven en verslagen. In het discussiegedeelte kwamen onderwerpen aan de orde die met de school te maken hebben zoals: nieuwe methoden in het onderwijs, school- en beroepskeuze, ouders in de school enz. In september is weer zo'n cursus voor beginners gestart, zowel op de Heilig Hartschool als op de Alphons Ariënsschool in Lei den. Omdat de voorbereiding van de leerkrachten minimaal is en omdat zij zo goed mogelijk willen reageren op spontaan opkomende vragen, moeten zij enorm vindingrijk en creatief zijn. De leerkrachten zagen er in het begin dan ook erg tegen op, maar intussen hebben ze al heel wat ervaring opgedaan. Opvallend is dat er bij dit experi ment maar weinig afvallers zijn. René Reniers, hoofd van de Heilig Hartschool: 'Het is onzin dat de mensen in deze buurt niet geïnte resseerd zouden zijn in het onder wijs. Er zijn alleen communicatie problemen tussen school en ouders'. Als een van de oorzaken van het succes met deze cursussen (waar aan nu al 150 ouders meedoen) ziet René Reniers het feit dat de men sen niet het gevoel hebben dat zij voor een of ander karretje gespan- nn worden. Uitgegaan wordt van hun eigen behoeften, er wordt op geen enkele manier 'gedramd', zoals nogal eens aan sommige vormen van onderwijs en vormingswerk verweten wordt. Geschiedenis van buurt In september begon de eerste groep van gevorderden. Het eerst onder wijsthema was: de geschiedenis van Leiden-Noord. Drie generaties buurtbewoners werden met elkaar vergeleken op het punt van ar beidsvoorwaarden en gezinsomstan digheden. De moeders van sommige buurtbewoners maakten vroeger thuis groenten schoon voor de con- servenfabriek, andere moeders van de vorige generatie deden thuis- door Jaap Kamerling Een van de leerkrachten (geheel rechts) bespreekt niet ouders van leerlingen het resultaat van het gemaakte werk. werk voor de textielfabrieken, waarvan Leiden er veel had. Ook werden de buurt en zijn karakter vergeleken gedurende de drie gen- raties. De ouders maakten ook een schets van de 'ideale buurt' en ver zamelden materiaal over vernieu wing in de wijk. Er werd een com plete tentoonstelling van dit werk opgezet, waarbij de ouders enthou siast als gids fungeerden voor de bezoekers uit de wijk. Naar aanlei ding van dit thema werden taal- en rekenlessen gemaakt. De ouders leerden te discussiëren, te formule ren en bijvoorbeeld ook om statis tieken te lezen en ermee te werken. Ze gingen op bezoek bij de onder wijs- en de wetswinkel in de buurt en het clubhuis en hielden er in terviews. Daarvan werden dan weer verslagen gemaakt, die ook ten toongesteld werden. Deze ouders zijn nu al zover, dat zij leermateriaal maken voor hun ei gen kinderen op school, natuurlijk onder begeleiding van de onderwij zers. Ze praten met leerlingen uit de zesde klas en daaruit worden dan ideeën geboren voor zelf te maken leerteksten, bijvoorbeeld over de gebeurtenissen in de buurt tijdens de laatste wereldoorlog. De ouders verzamelden daarover in de buurt materiaal; hele families wor den daarbij ingeschakeld. Bijblijven Een ander deel van de beginners van januari is in september begon nen met cursussen typen en Engels. Bij het typen hoort ook zuiver schrijven en formuleren. Een aan tal leerlingen wil straks een soort uitzendbureau gaan oprichten, dat niet onder de druk van een traditi oneel bedrijf werkt; anderen willen voor de wijkkrant L'aan werken en een flinke groep wil gewoon met l het diploma dat men krijgt zijn kansen in het bedrijfsleven verbe teren. Sommige mensen, die Engels leren, willen straks hun geëmi greerde kinderen gaan opzoeken. Anderen willen bijblijven bij hun kinderen, die allemaal Engels op school krijgen. Vindt er nu ook doorstroming plaats van deze ouders naar andere wijkactiviteiten? René en Sjoukje Drost, die de cursussen coördine ren: 'Sommige ouders worden ac tief bij de vernieuwing in de wijk. en de buurtverbetering, anderen worden actief in bijvoorbeeld de onderwijswinkel of bij het open maken van andere scholen. Het be langrijkste is, dat zij een soort in formatiecentrum in de buurt gaan vormen. Ze wijzen de buren op mogelijkheden in de wijk, zoals ad visering door de wets- en de onder wijswinkel. Niveauverschil De toeloop onder de beginners is erg groot. 'Dat geeft erg veel me thodische problemen', zegt Sjoukje. Er zijn nogal niveauverschillen tus sen de ouders en daarom wordt er in kleine groepjes gewerkt en wordt ook de individuele benade ring steeds belangrijker. Er wordt ook meer gegrepen naar de metho den van het buitengewoon onder wijs. De individuele benadering houdt ook in. dat mensen, die het plotseling laten afweten of dicht klappen. thuis bezocht worden. De oorzaken worden dan opgespoord en bij leerstoornissen wordt er in dividueel bijgewerkt. Voor steeds meer mensen wordt dat nodig om dat de toeloop van mensen met het laagste leerniveau toeneemt. Sjouk je: 'We willen ook leeerkrachten uit het buitengewoon onderwijs en het LOM hierbij betrekken.. De financiering van dit projekt is een erg zorgelijke zaak. Er is op, korte termijn 23.000 gulden nodig. De gemeente heeft één keer vier duizend gulden gegeven, maar heeft nu geen geld meer hiervoor. René en Sjoukje 'We hebben erkenning nodig Van hoog tot laag. van CRM tot de gemeente is iedereen en thousiast. maar men ziet het teveel in de sfeen van het hobbyisme en het idealisme. We willen het pro ject beroepsmatig opbouwen en daarvoor hebben we ook op finan cieel gebied erkenning nodig. Nu wordt er roofbouw gepleegd op al lerlei medewerkers, die het vreselijk druk hebben. En als het geld er niet komt, dan moeten we het ook nog uit eigen zak gaan betalen. We hebben op het ogenblik financiële verplichtingen tegenover instellin gen. die meewerken aan de verzor ging van de cursussen typen en Engels. Op de scholen waar we werken is nog nooit gas. elektrici teit en verwarming betaald. Ook voor het maken van lesmateriaal, de huren van de lokaliteiten, het gebruik van audio-visuele middelen en het organiseren van excursies is veel geld nodig'. Reniers: Wij hebben minister Van Kemenade geschreven dat wij vol doen aan de drie uitgangspunten die hij onlangs aangaf: de 'tweede- kans-functie' (mensen de mogelijk heid geven om alsnog het onderwijs te volgen dat zij in eerste instantie niet gevolgd hebben), het bieden van de mogelijkheid tot her-, bij en nascholing, en tenslotte het bie den van de mogelijkheid tot 'vor ming': het opdoen van informatie en de mogelijkheid tot bezinning over de eigen situatie. .Subsidiëring door het Rijk is dus zeker op zijn plaats'. door Willem-Jan Martin Langzamerhand begint het weer tijd te worden voor de befaamde lijstjes. Twintig platen op een rijtje, die een beeld moeten geven van belangrijke ontwikkelingen c.q. het consolideren van posities, zoals eenenander zich binnen het popwezen heeft voltrokken gedurende het nu snel zijn einde naderende jaar. Dit inventariseren door de nationale pop-pers is altijd weer een spannende aangelegenheid, maar behalve dat vooral ook maatgevend: in tegenstelling tot wat hardnekkige geruchten willen, kan de popkritiek nimmer worden gekarakteriseerd als een kletsforum, maar scheidt zij eerder na intensief beraad het ruim aanwezige kaf van het koren teneinde (ook met haar lijsten) popminnend Nederland een onwrikbaar houvast en een veilig kompas te bieden. Begrijpelijk derhalve, dat maatschappijen en artiesten er zeker tegen het einde van het jaar nog eens flink aan trekken om zich toch vooral verzekerd te weten van een plaatsje in de Onverbiddelijke Twintig. Wie afvalt, kan zijn gitaar wel verkopen. In de voornamelijk zo te verklaren november-december- platenhausse is het allereerst Ringo Starr die de aandacht vraagt. Zijn nieuwe elpee Goodnight Vienna (Apple 5C 062-05762), waarvan het medewerkersbestand goeddeels gelijk is aan dat van zijn vorige produktie. is zoals te verwachten was wederom een ongecompliceerd stuk werk. In een iets simpeler gehouden registratie wordt een pakket materiaal voorgezet, dat zulke uiteenlopende zaken als country-klassiekers (Roger Millers Husbands And Wives), R B (oud: Only You, en nieuw: Allen Tousaints Occapella), reggae plus een aantal zelfgeschreven 'originals' combineert. Een geheel, waar de goede bedoelingen en de ontspannen stemming vanaf stralen, maar dat helaas de zeker in het licht van Ringo's beperktheid zo noodzakelijke compositorische kracht moet ontberen. Goodnight Vienna komt zo. in tegenstelling tot zijn voorganger, niet uit boven het niveau van alleen maar 'ouwe jongens-krentenbrood'. en valt na een paar keer draaien pijnlijk door de mand. De New Riders Of The Purple Sage (elpee: Brujo, CBS 30405) halen het al evenmin. Na een veelbelovend debuut zag het er, zeker met de komst van de bekwame steelgitarist Buddy Cage, aanvankelijk naar uit, dat de groep zich zou gaan ontwikkelen tot een krachtige country-rockformatie. Het pakte evenwel anders uit. een stevig 'chassis' werd niet gevonden (niet gewild?), en zo maakt, het gezelschap ook hier op Brujo voor een belangrijk deel een dunnige, neuzelende soort country, die balanceert op de rand van nét acceptabel en een onaanvaardbare drenzerigheid. Het andere gedeelte bestaat uit de tamelijk forse compositorische inbreng van nieuwkomer Skip Battin (ex-Byrds), maar het is zeer de vraag of deze de New Riders op een beter spoor kan zetten: voor het moment scheurt zijn 'freakerige' aanpak de elpee uiteen in twee elkaar absoluut niet verdragende delen, indien doorgezet levert de lijn-Battin de groep uit aan een muzikale opvatting, waarin flauwekulteksten en geluidsprobeersels van het type 'underground' hand ln hand gaan. Vervolgens Leo Kottke en Dreams And All That Stuff (Capitol 5C 062-81775), een nieuwe verzameling hoogstandjes op de onversterkte twaalfsnarige gitaar. Kottke zingt deze keer niet, incidenteel is er assistentie van een extra (steel)gitarist. percussie, bas en/of piano. Het betrekkelijke gevaar, dat er bij Kottke altijd in zit. namelijk dat eenenander uitloopt op een pure demonstratie van virtuositeit (leuk alleen voor gitaristen die er iets bij willen leren), is wederom met ruim sukses bezworen. Kottke pakt de zaken sober aan, zonder dat ie zich overigens nu nadrukkelijk zit in te houden, en weet al doende zo een sfeer te creëren die zich het best laat vangen in termen als bespiegeling, melancholie en dergelijke, en die wat mij betreft met name op zondagmiddagen uitstekend overkomt. Zeer rustgevende muziek. Veel eigen werk, met verrassende nieuwe 'vondsten', hier en daar een bewerking van enige traditionele Amerikaanse muziek. Prachtig hoor. Tot slot dan nog Tom Rush met Ladies Love Outlaws (CBS 80282) en Daryl Hall en John Oates en een elpee genaamd War Babies (Atlantic SD 18109), waarop Todd Rundgren een belangrijke rol vervult. Liefhebbers voor.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 19