de plaat ^Taalstrijd bracht België ipp grens van federatie Vraag wordt steeds dringender: pok peuters naar kleuterschool? Na grote strijd zijn Vlaamse studenten tamelijk apathisch POP OP Rod Stewart ouderwets Niet ieder is er voor irsVerbazingwekkend dat bom (in Leuven) zo laat barstte Nu de grote strijd van Vlaamse studenten en docenten enige ja ren achter ons ligt wordt ook duidelijk dat de verlate emanci patiebeweging van Vlaanderen de aandacht van veel andere za ken heeft afgeleid. De studen tenbeweging, die elders geheel op democratisering gericht was, had ln België alle energie nodig om de leus 'Walen bulten' waar te maken. Een bijkomend motief was wel dat de Vlaamse arbei dersbevolking te weinig kans kreeg aan de door Walen over heerste universiteit. En de over heveling van het franstalige deel der Leuvense universiteit naar 'het hart van Wallonië' werd door de Vlamingen ook wel ge propageerd omdat met name de Waalse arbeiderskinderen zo weinig doorstroomden naar de elitaire franstalige universitei ten. Maar hoofdmotief was toch: Leuven Vlaams. Daar kwam dan nog bij dat de bisschoppen tot in de jaren zestig een bijna ab solute heerschappij voerden over de katholieke universiteit. Ook daar gingen de Vlamingen tegen aan. Die strijd werd niet door de studenten, maar door de hoogleraren gewonnen. Toen ln Nederland de senaat (de verga dering van hoogleraren en lecto ren) werd afgeschaft om plaats te maken voor raden waarin de studenten eenderde of zelfs de helft van de zetels hadden, kre gen in Leuven de docenten pas wat te vertellen in het bestuur van de universiteit. Dat er van daag nook vier studenten ln de universiteitsraad mogen zitten heeft weinig te betekenen. Het ls waarschijnlijk mede daar aan te wijten dat de Belgische studenten zich zo koest houden. Zij hebben bereikt dat Leuven Vlaams werd. Maar daarna heeft zich een volslagen apathie van hen meester gemaakt. Verkiezin gen die georganiseerd worden om hun schamele vertegenwoor diging in de raden samen te stellen trekken nauwelijks be langstelling. In Nederland ls de opkomst ook wel niet om over naar huls te schrijven, maar dertig, veertig, vijftig procent van de studenten is toch wel wat meer dan de vijf of tien procent die in Leuven bij de universitaire stembus verschijnt. Die apathie is des te onbegrijpe lijker omdat de Belgische stu dent ln vergelijking met zijn Nederlandse collega nog wel re den tot klagen heeft. Er is een strak studieprogramma met jaarlijkse examens. Wie zakt verliest doorgaans zijn beurs. Een studiejaar overdoen ('bis sen', en als het voor de derde keer is 'trissen') wordt steeds lastiger gemaakt. Na het eerste studiejaar wordt ongeveer de helft weggeselecteerd. Er ls dan wel geen studentenstop in Bel gië, maar de selectie aan de universiteit is er dan ook naar. Terwijl de studieduur in Neder land, ondanks jarenlange discus sies, nog altijd dichter bij de zeven dan bij de vijf Jaar zit, haalt de Belgische student zijn licenciaat (vergelijkbaar met ons doctoraal) ln vier Jaar. Als hij het haalt. Na de val van het kabinet Vanden Boeynants zijn in België de bakens definitief verzet. De verkiezingen die volgden betekenden zo'n klap voor de regeringspartijen, dat deze tot het Inzicht kwamen dat de de centralisatie van het bestuur in België onontkoombaar was. Na de universiteit van Leuven werd ook de Vrije Universiteit van Brussel (vrucht van anticlericale ijver) ge splitst. De gelijkstelling van het Nederlands en het Frans werd in het hele - hoger onderwijs doorge trokken. De autonomie in culturele aangelegenheden kreeg gestalte in de oprichting van afzonderlijke cultuurraden. Binnen het door de regering vastgestelde budget kun nen deze zelfstandig besluiten ne men voor het eigen taalgebied. Zo wel voor het onderwijs als voor het cultuurbeleid zijn afzonderlijke mi nisters van Vlaamse en Waalse zij de aangewezen. Sinds enkele maan den ls deze lijn ook doorgetrokken op sociaal-economisch terrein. De wet op de vorming van gewestra den betekent een nieuwe stap op de weg van federalisering. België is nog net geen echte federatie zoals Zwitserland. Maar veel scheelt het niet. Als er geen probleem bestond dat Brussel heette (het econo- misch-polltleke machtscentrum van België dat voor tachtig procent franstalig is, maar door de Vlamin gen niet kan worden losgelaten) was de federatie waarschijnlijk al een feit. door Willem-Jan Martin De voorlaatste studio-elpee van Rod Stewart, Never A Dull Moment, bleek destijds, anders dan de titel wellicht zou doen vermoeden, geen onverdeelde pret. De anders zo ijzersterke formule, waarbij schrijnende akoestiek in de juiste verhouding werd gezet met een knetterende, ongekompllceerde en vooral zeer vrolijke bijna- chaos, stuitte op een matig tot miserabel kompositorisch gehalte en zeker ook een gebrek aan inzet van de hoofdpersoon zelf. Inmiddels zijn er ruim twee Jaar verstreken. Stewart is ln al die tijd niet verschrikkelijk actief geweest (na Never A Dull Moment, die ln juli '72 werd uitgebracht, verscheen alleen nog een vrij sterke live-elpee met The Faces) en moet zo vermoedelijk de nodige rust en bezinning gevonden hebben om naderhand weer eens ferm te kunnen uithalen. Zijn jongste elpee Smiler (Mercury 6338 528), die kort geleden van de persen kwam, is althans weer één v ouderwets brok Sewartlaanse gezelligheid, waarbij even traditioneel de gevoelige noot niet ontbreekt. Met assistentie van een vertrouwd stel begeleiders (o.m. Dick Powell. Martin Quittenton, Kenny Jones, Ron Wood. Ian McLagan en Peter Sears) start de zaak trefzeker en direct met een op hoog tempo afgedraaide versie van Chuck Berry's Sweet Little Rock 'N' Roller. Het electrlek geweld wordt goed in de hand gehouden, zonder dat dit echter op enig verlies van spontaneïteit komt te staan. Het is Integendeel juist Stewarts kracht dat hij de chaos meestentijds net zo weet te structureren dat er een uiterst levensecht geheel over tafel komt. 15 jjoUW/KWARTET ZATERDAG 26 OKTOBER 1974 BINNENLAND T19/K17 Rod Stewart In dezelfde sfeer voltrekken zich het samen met Ron Wood geschreven Sailor, Let Me Be Your Car dat in de aanpak van Stewart zijn oorspronkelijke steriliteit verliest en verkeert ln een de tandem Elton John- Bennie Taupin (de makers van het geval) wel zeer vreemd vettlg-swingend rocknummer. Hard Road en in iets mindere mate Dixie Toot, waarvoor zowaar Chris Barbers Jazz Band (tien jaar geleden een absolute 'must' op middelbare-school- feesten en aanverwante zaken) weer eens van stal werd gehaald. Daartussendoor bemoeit Rod Stewart zich met langzamere R «Sc B-getinte 'ballads' (Bring It On Home To Me, A Natural Man), het min of meer verplichte stukje Dylan (Girl From The North Country) en - even ontroerend met prima akoestisch gitaarwerk van het duo Quittenton-Wood opgesierde tranentrekkers als Lockinvar en Farewell. Smiler kan zo al met al met recht worden ondergebracht in de afdeling Verplichte Kost. Maar dat was natuurlijk reeds duidelijk geworden. Zeer de moeite waard ls ook de eerste soloplaat van Robert Palmer, de voormalige leadzanger van de formatie Vinegar Joe. Op Sneakin' Sally Trough The Alley (Island ILPS 9294) laat Palmer zich begeleiden door de bijna voltallige groep Little Feat, hetgeen, gevoegd bij Palmers vokalen en repertoirekeus die zich concentreert rond New Orleans-georiënteerde Rythm Blues (de school van Allen Toussaint; vergelijk ook de beide laatste elpees van Little Feat en iets 'purlstischer' het recente oeuvre van Dr. John), garant staat voor een swingend half uur muziek. Dat een en ander desondanks net niet die kwaliteit bereikt, die de platen van (de eindelijk enigszins op doorbreken staande formatie) Little Feat kenmerkt, ligt voor het grootste gedeelte aan producer Steve Smith, die helaas bekwaam niet die helderheid en dat (hoe zeg je zoiets in het Nederlands?) 'tighte' geluld bij elkaar wist te regelen als waartoe Feats Lowell George in staat is. Maar geen gezeur verder daarover. Sneakin' etc. is enjaiijft een prima stuk muziek. Tot besluit de vertrouwde restcategorie. Daarin figureren ditmaal de heren Readbone, Met Beaded Dreams Through Turquoise Eyes nog altijd niet uit de stijlproblemen, het kwartet Bachman-Turner Overdrive (elpee: Not Fragile) dat zeer aanvaardbve. niet uitsluitend op volume drijvende hard-rock produceert, en het goedkope Midi-project van de firma Negram met her-uitgaven van de elpees Boz Scaggs (Boz Scaggs). Grass And Wild Strawberries (The Collectors), Love (Love). The Association (idem). The Everly Bros Sing Great Hits en Randy Newman Creates Something New Under The Sun. ipvang van kinderen onder de vier nu beter georganiseerd tweg p oor Piet Hagen algemeen zou ze meer moeten we ten van de ontwikkeling van het Jonge kind. Contact |t het sociologisch instituut van de katholieke universiteit te Leu- fn zitten Vlaamse en Waalse sociologen in hetzelfde gebouw. ie afaar de Nederlandstalige en Franstalige sociologen groeten elkaar z%t meer op de gang. gem JAC ward Leemans, hoogleraar ln de loopi iologie, senator voor de katho- ider te partij, sleutelfiguur in de re- >r ve ite geschiedenis van deze oudste Vrpversiteit binnen de Nederlanden, 'De wonden die de strijd voor stan ïven Vlaams heeft geslagen zijn oor-g niet geheeld. Het zal nog wel kaarpntig jaar duren voordat we kun- zeggen: het is vergeven en •geten'. katholieke universiteit van Leu- werd ln de jaren zestig brand- nt van de strijd voor Vlaamse tonomie. De in 1968 tot stand 't :omen splitsing van de universi- Dra t in twee afzonderlijke instellln- liet (de katholieke universiteit te n kilven met 17.000 studenten en de aanlversité catholique de Louvain )r t ongeveer eenzelfde aantal) is Eng arschijnlijk de meest pijnlijke kaI iratie die België heeft moeten j6s dergaan om de staatkundige een- Jiev'e d te redden. De 'overheveling' de Franstalige universiteit uit iven naar Wallonië is de meest nederende knieval die de Walen >ben moeten maken voor de zo ig door hen geminachte Vlamin- De Vlaamse overwinning ln Cojven heeft de weg opengelegd 31Ijar een steeds meer federale op- iw van de Belgische staat. panning zeven jaar na de grote oproe- van Vlaamse studenten terug Leuven. De straatstenen suizen meer door de lucht en de itrak van de rijkswacht komt al- n nog te voorschijn als de stu iten zich nog eens al te studen- oos gedragen. Maar de spanning de opdeling van België ln drie of meer autonome gebieden aanderen, Wallonië, Brussel) zich meebrengt is ln Leuven duidelijk voelbaar, de zoldering van de Faculty Club, onderdeel van het fraai ge restaureerde en bijna begijnloze begijnhof, zit prof. Leemans achter een tafeltje. Een stevige verkoud heid zorgt ervoor dat zijn relaas over de splitsingsgeschiedenis nog somberder overkomt dan zijn droge verteltrant al garandeert. Het meest verbazingwekkend in het hele verhaal ls eigenlijk het late tijdstip van de uitbarsting van de strijd voor Nederlandstalig hoger onderwijs. Achteraf lijkt het absurd dat tot 1930 aan de universiteiten alleen in het Frans gedoceerd werd. De ln de eerste wereldoorlog met behulp van de Duitse bezetter opgerichte Nederlandstalige univer siteit moest in 1918 natuurlijk het loodje leggen. Ook na de tweede wereldoorlog, waarin een deel van de Vlaamse beweging gemene zaak maakte met de fascistische bezet ter, kwam het Nederlandstalig ho ger onderwijs te langzaam van de grond. Pas in 1963 barstte het con flict ln volle hevigheid los toen de Vlaamse hoogleraren ln Leuven apart gingen vergaderen en daar mee eigenlijk de grondslag legden voor de splitsing van de universi teit. Twee jaar later werd de eis van volledige autonomie gesteld. Eeuwigheidswaarde Toen de bisschoppen het op 13 mei 1966 presteerden per mandement doodleuk te verklaren dat de een heid van de katholieke universiteit ongeveer dezelfde eeuwigheidswaar de had als de ene moederkerk duurde het geen vierentwintig uur meer of al wat Vlaams was kwam in opstand. En prof. Leemans, voorzitter van de commissie die de bisschoppen geadviseerd had kon de verbaasde kardinaal Suenens voorhouden: 'eminentie, ik heb het u voorspeld'. Er moest nog een regering vallen Het 'Pauscollege' in Leuven, zo genoemd naar de uit Utrecht afkomstige paus Adrianus VI. Het gebouw ls ln gebruik als 'Pedagogie', wat zoveel is als een internaat voor 'studentinnen'. Het regime is er zo streng (geen jongens op bezoek), dat de meeste meisjes het er niet langer dan een jaar uithouden. (Van den Boeynants, februari 1968) voordat niet alleen de bisschoppen, maar ook de Walen inzagen dat de eenheid van Leuven een fictie was. De Franstalige afdeling van Leuven zou dan wel niet worden ingeplant in het hart van Wallonië, maar wel worden overgeheveld over de taal grens, naar Ottignies op een af stand van dertig kilometer van Leuven. De medische afdeling zou naar Woluwe-Saint-Lambert ln de Brusselse agglomeratie verhulzen. De afwikkeling van deze radicale oplossing zal nog vele Jaren in beslag nemen. Een nieuwe univer siteit voor twintigduizend studen ten bouw je niet in een paar jaar. En dus zullen de Vlaamse professo ren nog minstens vijf jaar Fransta lige collega's op de gang tegenko men. 0n onze onderwijsredactie [STERDAM Steeds meer peuters gaan naar kinderdagverblij- in of crèches. Steeds meer stemmen gaan op om peuters ook toe laten tot de kleuterschool. Ook in het parlement is daarop aan- Irongen. De regering wil binnenkort de toelatingsleeftijd al- it verlagen tot drie jaar en negen maanden voor kinderen die ge- inJiren zijn tussen 1 juli en 1 oktober. Maar de vraag blijft: horen iuters onder de vier jaar op onze kleuterscholen? is inmiddels een lijvig rapport henen. De belangrijkste con ies (verbeter de bestaande peu- ropvang, verbeter de kleuter- iool. maar verlaag de toelatings- iftijd nog niet) hebban we al 'der gemeld. Maar de studie van stichting Kohnstamm-instituut de stichting Krèche en Weten nap verdient wel wat meer aan- :ht. is de situatie nu? Peuters on- de vier jaar kunnen terecht bij iderdagverblijven an crèches iuterspeelzalen). Ongeveer ne- «eli ahonderd peuterspeelzalen en irei nderd kinderdagverblijven zijn ngesloten bij de Werkgroep Kin- rcentra Nederland (WKN). Van dere groepjes die al dan niet ti-autoritaire ouders in flats of ar dan ook op- touw zetten is as weinig bekend, ssen een kinderdagverblijf en crèche bestaan grote verschillen, kinderdagverblijf is langer en: meestal vijf dagen per week, 's morgens acht tot 's avonds Er komen zeer jonge kinderen: ns al vanaf zes weken oud. De ijs verschilt van gemeente tot meente: tussen de vier en acht lden per dag. De groepjes zijn dn. Volgens de norm van de KN is op elke vier kinderen be den de twee één leidster nodig, lor kinderen tussen twee en vier het maximum acht per leidster. kindercentra worden veel be- cht door kinderen van moeders werken of studeren. Ruim veer- pct. van de ouders behoort tot lagere inkomensgroep. rèches 'èches zijn niet zo lang open: som- ige maar drie ochtenden, andere If ochtenden, een deel ook op Iddagen. Kinderen worden vaak anM toegelaten als ze zindelijk zijn. moeders van crèche-kinderen ibben meestal geen baan. De la- inkomensgroepen zijn iets Inder vertegenwoordigd. De prijs "iëert van ongeveer twee tot vier gulden per morgen. Ongeveer een op de drie peuterspeelzalen heeft ook vierjarigen die op de kleuter school nog geen plaats konden krijgen. Evenals de kinderdagver blijven hebben de speelzalen vaak flinke wachtlijsten. Volgens het rapport zal de opvang van peuters in de komende Jaren verder moeten worden uitgebreid. Voor een deel van de kinderen (misschien wel een kwart van het totaal) is opvang buitenshuis om medische, sociale of andere rede nen zelfs noodzaak. Thuis hebben ze te weinig kans op een goede ontwikkeling. Maar ook voor ande re kinderen neemt de vraag naar opvangmogelijkheden nog wel toe. De huizen zijn te klein om te spe len, of er wonen weinig leeftijdge nootjes in de buurt, op straat is het gevaarlijk en voor moeder is het ook wel goed eens even aan zich zelf toe te komen. De bestaande peuteropvang zou niet alleen uitgebreid moeten wor den (en het rapport denkt dan vooral aan sociaal minder bedeelde wijken), de bestaande kindercentra kunnen ook nog wel verbeterd wor den. De regering heeft al een voor ontwerp van wet gepubliceerd, waarin regels worden voorgesteld betreffende de opleiding van persno- neel, de veiligheid, de subsidiëring, enz. Voor en tegen Naarmate de organisatie van de peuteropvang beter wordt, is de vraag of de kleuterschool voor peu ters open moet staan dringender. Het is de verdienste van genoemd rapport, dat het voor en tegen hier van netjes op een rij zet. Belangrijk in deze discussie is de vraag: wat is de bedoeling van het kleuteronderwijs? Een lid van de Eerste Kamer (mevrouw Smit- Kroes van de WD) antwoordt in het rapport op de vraag: 'Het kleu teronderwijs is gericht op aanpas sing en intellectuele prestaties'. Als je het zo ziet, valt het ergste te Een heel belangrijke voorwaarde is ook dat het contact tussen leidsters en ouders intensiever is dan op de meeste kleuterscholen het geval is. Op dat punt zijn speelzaaltjes vaak in het voordeel: daar zijn de ouders meer bij alles betrokken: De stichting Kohnstamm-instituut en de stichting Krèche en Weten schap concluderen aan het eind van hun opsomming dat je nog moeilijk een conclusie kunt trek ken. Je kunt peuters zowel op kleu terscholen als ln speelzalen opvan gen. In beide gevallen zul je voor waarden moeten stellen aan de kwaliteit van die opvang. Afdoende argumenten tegen het één of ander zijn er eigenlijk niet. Het advies is dan ook om eerst de bestaande situatie te verbeteren en de tijd te nemen voor verdere onderzoekin gen en experimenten. Illustraties uit het maandblad 'Het jonge kind'. vrezen voor de peuters die in han den van de kleuterleidster vallen. Andere geïnterviewden vinden ech ter dat het speelse karakter van de kleuterschool nog wel versterkt mag worden. Dan ziet het er voor eventuele peuters wat vrolijker uit. Het zou goed zijn, zegt het rapport, als er eerst meer klaarheid kwam over het doel dat de kleuterschool wil nastreven. Dat zou de discussie over de verlagingsleeftijd verhelde ren. Argumenten Wat zijn nu de argumenten die over en weer gebruikt worden? Voorstanders van verlaging voeren aan dat de basis voor de ontwikke ling van het kind al vroeg gelegd wordt. Vooral als je arbeiderskinde ren een goede kans wilt geven, is het zaak hen zo vroeg mogelijk in het schoolmilieu te brengen. Dat is dan beter dan een crèche, want daar 'rotzooien ze maar an'. voegen som migen daar aan toe. Crèches zijn bovendien ongelijk verdeeld en on gelijk bemand. De betere wijken hebben de meeste en de beste crè ches. Een ander voordeel zou zijn dat Je op de kleuterschool groepen kunt vormen van jongere en oudere kin deren. Eein meer praktisch argu ment is verder dat eventuele werk loosheid onder kleuterleidsters zo bestreden kan worden. Een verklaarde tegenstander van driejarigen binnen de huidige kleu terschool is mevrouw W. M. Nij- kamp: 'De ramp voor driejarigen zou niet te overzien zijn', zegt ze, denkend aan het wettelijk voorge schreven werkschema om speels be zig te zijn, ouders en kleuterleid sters Jagen de kinderen nog veel te veel op vanuit een vreemd soort prestatiedrang, de klassen zijn nog te groot. Verbetering Maar allerlei argumenten tégen kunnen ook opgevat worden als een pleidooi voor verbetering van het kleuteronderwijs. En bij aanpassing van de kleuterschool (kleinere groepjes van driejarigen, slaapgele genheid, ander spelmateriaal, enz.) zouden driejarigen misschien wel ln de kleuterschool passen. Niet iedereen is ervan overtuigd dat het zo gemakkelijk ligt. 'Een drie- Jarige is anders dan een vierjarige. De driejarige zou bijvoorbeeld nog te weinig 'sociaal', te weinig 'groepsgericht' zijn. De taalontwik keling en het vermogen om te luis teren ls nog te weinig ontwikkeld. Als Je kinderen te vroeg een groepsverband oplegt zou Je hun initiatief kunnen doden. Ze zouden zich van de weeromstuit wel eens kunnen ontwikkelen tot anti-socia le wezentjes. De argumenten voor en tegen op neming van peuters op de kleuter school kunnen ook vertaald worden in voorwaarden, waaraan een peu ter-kleuterschool zou moeten vol doen. De leidster zou bijvoorbeeld peuters tot spelen moeten stimule ren en rekening houden met 'knoeidrang' en 'beweglngsdrang'. Ze moet weten hoe met koppige kinderen om te springen en accep teren dat een driejarige maar een korte tijd hetzelfde wil doen. Ln het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 17