Bij de bijen
Paddestoelen als
welkome gasten
Veehendpuzzel
't£
Eenvoudige opgaven
voor huisdammers
Hoe staat het nu
met Michail Tal?
liet piekeren maar puzzelen
lY -v
bloem en plant
bow/1
/KWARTET ZATERDAG 26 OKTOBER 1974
BINNENLAND
T13/K13
glossing opgave Nr. 568
125a 1 veel oplossers verbazen, dat het onmogelijk is, zonder pro-
ren vast te stellen hoe hoog de maximale en minimale sommen
p de getallen rond elke cel zijn.
Heem 1 en 2. In de figuur van
>ns;cellen treft men drie soorten
kimmmers: 1) de hoeknummers
le|binnenste cel, die op de hoek
drie cellen staan; 2) de hoek-
miers van de aan de eerstge-
mde hoeknummers grenzende,
op de hoek van twee cellen
n; 3) de buitenhoeknummers
slechts in één cel voorkomen,
m de som van de hoeknummers
d§ binnenste cel S (dit is tevens
gevraagde gemeenschappelijke
1), de som van de volgende hoek-
ïmers A en die van de buitenste
mummers (twaalf stuks) B, dan
oor de zeven cellen:
7xS 3xS 4- 2xA lxB
r $r 24 hoeknummers zijn is de
van al die nummers 300:
l 300 S +A B
detee beide voorwaarden volgt:
5xS A 300
is A (de som van zes hoeknum-
s) ten minste 21 (1 2-1-3+4+5
dus de minimale waarde van S
n dit geval
321
S
5
r S een geheel getal moet zijn
dt dit S 65 met A =25. Hier-
volgft, dat de hoeknummers van
t 2) zijn: 1, 2, 4, 5, 6 en 7 (of 1,
5", 6 en 8; of 1, 2. 3, 4. 6 en 9:
Èen voorbeeld vormt de figuur
dé heer J. H. Abbink (105) te
24
18
07
01
02
22
20
14
06
21
10
13
11
03
08
12
09
23
17
05
04
15
16
19
delijksheidshalve is hier bijvoor-
beèld nummer 2' als 02 geschre-
maximum verkrijgt men dan
elk nummer te vervangen door
verschil met 25 (dus 02 wordt
14 wordt 11. enz.). De maximale
is dan 6x25 65 85.
bleèm 3 en 4. In dit geval wordt
aaiital hoekpunten uitgebreid en-
t rjien: 1) de zes hoeknummers
de. binnenste cel, som S; 2) de
ende kring van cel zes hoeknum-
som A; 3) de daaropvolgende
g van twaalf hoeknummers, som
ot 'zover als in,de eerste proble-
1): 4) de volgende kring .van
,a\t lmeknurpfflers^m.Q, 5), de^
jtenste kring, ^an achltièri hoek
miners, som D'.
19xS=3xS 3xA 3xB 2xC +D
En voor de 54 hoeknummers, waar
van- de totale som 1485 bedraagt
geldt:
1485 S A B C D
Verder weten we uit het eerste pro
bleem:
4xS 2xA B
Vatten we deze voorwaarden samen,
jdan krijgen we:
14xS B C S
Daar de som van de dertig getallen
van B. C en S ten minste 465 is, is S
ten minste (1485 465) 14. Daar S
een geheel getal moet zijn is S ten
minste 140.
Zo voortgaande vindt men, dat A ten
minste 196 moet zijn. Neemt men A
196, dan volgt daaruit: B 168,
C 167 en D 814.
Een vqorbeeld vormt de figuur van
de heer W. Klein Kranenburg (29)
te Son, die ongeveer dezelfde rede
nering volgde:
42 45
50 12 15 52
47 16 04 22 11 35
46 24 34 32 08 40
06 01 31 17 25 21
49 37 13 30 28 54
14 33 29 20 05 07
38 02 26 39 18 48
44 09 23 03 19 43
53 27 10 51
36 41
Ook hier vindt men het maximum
(180) door het verschil van elk getal
met 55 te nemen (dus 42 wordt 13,
01 wordt 54, enz.).
Zoals uit het bovenstaande zal blij
ken zijn er tal Van oplossingen, óók
voor de maxima en minima, moge
lijk. Maar.het vinden ervan is
niet gemakkelijk!
Het gemiddelde waarderingscijfer
bedraagt 8,72; verkregen uit: 6
(5,1%), 7 (7,9%), 8 (23,6%), 9
(36,7%), 10 (26,7%).
De ladder staat boven 175 punten,
met als prijswinnaars: 1) E. ten
Hoeve. Oudeland 15, Harmeien (voor
de vierde maal): 2) Drs. G. J. Kot
tier, Putterlaan 1, Bilthoven (voor de
achtste maal): 3) M. Vader, Meeu
wenlaan 17, Leiderdorp (voor de ze
ventiende keer!).
Op 2 november vindt te Utrecht de
elfdé* puzzelaarsbijeenkomst plaats,
die om 14 uur begint in de zaal van
de Mattheüskerk. Indien u zich nog
opgeeft, onder storting van 7.50 op
gironummer 595494 van de heer M.
Vader (zie de laatste prijswinnaar!),
dan krijgt vihet programma nog toe
gezonden! Naar ik hoop dus: tot
ziéns in Utrecht!
Mr. G. van Vorden
;ontaal:. 1. slaapmatje, 6. kerke-
zangstuk, 11. voertuig, 12. water
Itrecht, 14. plaaggeest. 16. voor-
[sel. 18. verhindering. 20. pers.
naamw., 21: wapenschouw, 22.
der elfen. 23. oude lengte-
it, 24. welaan, 26. meervoud
Lat.), 27. scheik. element, 28.
weide, 30. baan voor balspel,
wandversiering, 34. meisjesnaam,
reeds, 37.' gewicht (afk.), 38 in
jaar der wereld (afk. Lat.), 40.
id. 41. legèf .,42. kasteel.' 43.
ieknoot. 44. waterstand. 45. be-
47. deel van de bijbel, 49.
rd, 51. loot. 53: oude inhouds-
t, 56. tot, 58. spil'varï een wiel.
koning van Basan, 61. luiaard.
;ekengereedschap, 64. asbest, 65.
nstand, 66. scheepstouw, 69. As-
tnt Engineer, 70. kleinigheid
f.), 72. steensoort, 73. tussenzet-
75. soort kers, 76. werpstrik.
ticaal: 2. pers. voornaamw., 3.
raven waterweg. 4. voertuig, 5.
tjas. 7. rund. 8. aanleg, 9. voor-
isel. 10. vlaskam, 12. water in
sland, 13. pers. voornaamw., 15.
tns paard, 17. moerasvogel, 18.
-htje, 19. doortochtgeld, 20. spo-
ant. 25. atmosfeer (afk.), 26.
Uielid, 28^ wijnmaat, 29. fami-
d, 31. verhaal. 32. landbouw-
ktuig, 33. ontvangkamer. 34.
i wij ze. 36. stuk stof. 37. wig; 39.
kt. 44. overblijfsel bij verbran-
46. algemeen kiesrecht. 48.
angteken. 50. schaaldier. 51.
^land. 52. meisjesnaam. 54.
meren knikker, 55. inhouds
maat, 57. bedekking van een ge
bouw. 58. woonboot, 60. bitter
vocht. 61. van elk evenveel, 63.
bekwaam, 67. reeds. 68. voedsel, 70.
muzieknoot, 71. pers. voornaamw.,
73. muzieknoot, 74. stoomschip.
Oplossingen t.e.m. woensdag a.s.
per briefkaart zenden aan: Trouw-
Kwartet, postbus 859, Amsterdam.
Linksboven vermelden: Weekend
puzzel.
Oplossing van vorige week
Ilor. 1. haas, 4. aar. 6. abel, 9. si, 10.
naar, 12. arre, 14. e.a.. 16, aalt, 18.
nenia. 20. land. 22. talent. 24. ato-
nie, 26. at. 27. niettemin, 30. gl„ 31.
Ens, 32. oir, 33. lek, 35. ene, 36.
meent, 38. nap. 40. net, 41. lam, 42.
Sri, 43. dia, 44. rek, 46. pasta, 48.
vel, 50. rat. 52 Ali, 53. ver, 55. eb,
57. Portugees, 60. Dr., 61. katode,
63. entree. 65. Erie. 66. sesam, 69.
ieme. 70. re, 71. tets, 73. Asen, 75.
e.k., 76. test. 77. tam. 78. Eger.
Vert. 1. hiaat, 2. antenne, 3. sa, 4.
are, 5. Rai. 6. ar. 7. belonen, 8.
lenig, 9. satan, 11. ante, 13. r am,
15. Adèle. 17. 11. 19. notie. 21. An. 23.
nis, 25. til, 28. toemaat, 29. ernstig,
31. enter. 34. kader, 35. eer, 36.
map, 37. tra. 39. pil, 45. kapoets, 47.
sluis. 48. vesting. 49. keker. 51. tod,
53. ven, 54. preek. 56. baret. 58.
rest, 59. Eems. 60. Demer, 62. Ti, 64.
re. 67. Est, 68. aam. 72. et, 74. Ee.
Prijswinnaars zijn: G. Scheuer, Ach
ter de Hosen G .Dwingeloo: mevr.
G. Leffers-Boessenkool. Primulastr. 8,
Dedemsvaart; mevr. M. de Fouw,
Irenestraat 34, Halfweg.
De herfst heeft plotseling door
tastend zijn intrede gedaan.
Eerst vergeelden de krenten-
boompjes en kleurde het blad
van de appelbes zich diep kar
mijnrood. Daarna kreeg de Ja
panse to verhazelaar in na j aars-
tooi: elk blad kreeg een prach
tig rode rand en werd verder
chromaatgeel.
Ondertussen stond de lijsterbes er
nog in volle glorie, beladen met
platte trossen van oranjerode
vruchten, door de spreeuwen tot
half oktober met rust gelaten en
toen alle op één dag onder veel
gekrijs en flarden van lenteachtig
gezang weggepikt. Een enkele
schuchtere merel mengde zich
tussen de brutale spreeuwen, die
er in hun gespikkelde winterpak
heel anders uitzien dan een an
derhalve maand geleden.
Al ver voor het blad begon te
vallen, varen er paddestoelen. Op
alle oude stengels van vorig jaar,
al half vergaan en vezelig, ver
schenen calycella's, gele schijf-
zwammetjes van één tot vijf mil
limeter doorsnee, doorschijnende
schotelvormige dingetjes op korte
steeltjes. Honderden zitten op een
enkele stengel, en vele duizenden,
zo geen miljoenen bespikkelen
het oude strooisel onder het nog
dapper doorbloeiende roboerts-
kruid. Op de planteresten in het
moerasje staan tientallen geel
bruine donsvoetjes, onder de ber
ken vaalbruine krulzomen en ra-
dijszwammen met roodbruine
hoed met lichte rand. Tussen
hondsdraf en moerasspiraea aan
de vijverrand ontdekte ik koper-
groenzwammen, vrij grote padde
stoelen met inderdaad een groene
hoed, die jammer genoeg ver
bleekt bij het ouder worden. En
op allerlei zwarte dode takjes ver
schijnt het knalrode meniezwam-
metje, als duizenden pukkeltjes
dicht bijeen.
Ik ben er blij mee. met al die
paddestoelen. Dat is niet alleen
maar omdat ik ze mooi vind en
het steeds weer een verrassing is
als er een nieuwe soort opduikt.
Het is vooral omdat ze een zicht
baar teken zijn van leven dat met
een dicht netwerk van zwamdra-
den bezig is afgestorven overblijf
selen van planten terug' te bren
gen tot vruchtbare aarde. Ik heb
al eerder betoogd dat planten de
bouwstoffen voor stengel, blad en
bloem niet alleen uit de atmos
feer, maar vooral uit de bodem
halen en dat die bouwstoffen voor
de grond verloren gaan. als de
dode bladeren en stengels bij een
herfstschoonmaak uit de tuin ver
wijderd worden.
'Stof zijt gij en tot stof zult gij
wederkeren,' geldt voor al het le
vende. Er is een groot verschil
tussen dode en levende stof. Echt
dood is gesteente, mineraal, we
noemen dat anorganisch materi
aal. Een dode plant bestaat nog
lange tijd uit levende stof, uit
organisch materiaal, dat langzaam
vergaat tot de anorganische stof
fen, waaruit de cellen zijn opge
bouwd. Elk leven bestaat uit zulke
cellen. Groene planten halen de
mineralen uit de bodem en kool
zuur uit de lucht en maken daar-
mee de levende verbindingen,
waaruit hun cellen bestaan. Die
ren en bladgroenloze planten
kunnen dat niet: om aan de stof
fen te komen, waaruit hun cellen
Schijfzwammetjes op een oude stengel van het leverkruid, ver
groot.
door henk van halm
bestaan, en die steeds nodig zijn
om nieuwe cellen te laten groei
en, eten ze levende of gestorven
planten of elkaar op. Een deel
van dit voedsel dient voor de cel-
opbouw, een heel groot deel er
van wordt niet door het organis
me gebruikt. Dat is afval, gedeel
telijk verteerd, maar nog onge
schikt om direct door de groene
planten als voedsel opgenomen te
kunnen worden. Daarvoor moet
het nog verder worden ontleed,
afgebroken. En dat doen alle an
dere organismen bijeen, waarvan
elk bepaalde bestanddelen voor
zijn rekening neemt. Tot er ten
slotte alleen nog maar mineralen
over zijn, de oorspronkelijke
waaruit de plantecellen zijn opge
bouwd.
Het gehele proces is dus een
kringloop, waarin het leven ver
keert recycling in zijn puurste
vorm. Planten bouwen uit mine
ralen celstoffen, andere wezens
(rupsen, slakken, wormen, spring-
staartjes, paddestoelen, schimmels
en bacteriën) breken de plante
cellen af tot mineralen. Elk ver
vullen ze een onmisbare rol in de
kringloop, ook de paddestoelen
die als enige kans zien sommige
organische stoffen zoals lignine,
om te zetten tot eenvoudiger stof
fen. Zonder een vinger uit te hoe
ve steken ziet de tuinman zijn
grond jaar op jaaT kruimeliger,
humeuzer, luchtiger en vrucht
baarder worden. En Juist ook
dank zij het met rust laten van
de grond kan dat gebeuren, want
elk graven, schoffelen, spitten be
tekent onrust in de belangrijke
bovenlaag, betekent de verstoring
van het uitgestrekte net van
schimmeldraden, waaraan de pad
destoelen ontspruiten, betekent
dus eigenlijk het tegengaan van
de natuurlijke gang van zakerv
waardoor de bodem niet wordt
uitgeput, maar leven geeft.
Ontzie de grond, aanvaard pad
destoelen dankbaar als gewaar
deerde gasten: ze zijn een teken
dat uw tuin gezond is, een aan
wijzing dat u het goed doet. Hier
bij moeten we wel even overwe
gen dat dit alles alleen geldt voor
een tuin, waar elke plant en ieder
dier binnen zeer ruime grenzen
zijn eigen gang mag gaan. Een
kruidentuin of een moestuin,
waaruit men planten voor de con
sumptie haalt, zal bij een derge
lijke behandeling na korte of lan
gere tijd uitgeput raken. Daar
moet de vruchtbaarheid wel een
handje geholpen worden. Maar
bedenk wel dat kunstmest uit den
boze is, dat oude koemest, com
post, bloed-hoorn-beendermeel en
wat kalk door de bovenlaag ge
harkt de bodenorganismen in zo'n
tuin levend houden. Ontzie ook
daar de paddestoelen, als ze er
verschijnen, en schoffel ze niet
genadeloos weg. Het zijn geen
concurrenten van uw planten,
maar vrienden en helpers: ze ont
leden in compost en mest aanwe
zige stoffen, die de planten zon
der hun medewerking niet kun
nen opnemen.
vraagd wordt om partijanalyses.
Die zijn voor mijzelf ook aantrek
kelijker, omdat ik er dan ook van
alles van leer. Dan nu de beloofde
diagram met de cijfers.
Na vele weken aandacht voor par
tijanalyses is het langzamerhand
weer tijd geworden voor een oplos
wedstrijd voor huisdammers. Ik heb
wel eens enkele reacties gehad op
de prijsjes, die ik hiervoor beschik
baar stel. Sommige oplossers zijn
reeds in het bezit van het prisma-
boek van Keiler en het is logisch
dat zij dan liever een ander boekje
willen hebben, als zij bij de win
naars zijn. Het is voor mij gemak
kelijk als zij dit bij hun oplossin
gen vermelden. Deze keer dus een
oploswedstrijd speciaal voor die
mensen die voor hun plezier wel
eens met hun zoontje, dochtertje,
vader, vriend of buurman een par
tij spelen. Het zijn opgaven, die
iedereen kan vinden, mits men even
het dambord op tafel legt. Ik ben
zo vrij, mijn materiaal uit 'Dam-
jeugd' van Harm Wiersma te halen,
een boekje voor jongeren, die nog
nooit eerder hebben gedamd. Dan
nu de opgaven, alle op diagram.
Als u met een dam één schijf kan
slaan en met een schijf twee dan
moet u dus met die schijf slaan.
Denk dus bij deze opgave goed aan
de meerslagregel.
Oplossingen naar Frank Drost, Ste-
venshoek 17, Langweer (post Jou-
re).
FRANK DROST
In de eerste opgave is de bedoeling,
dat wit wint door oppositie, d.w.z.
dat zwart op een gegeven ogenblik
aan zet is en alles weg moet geven.
Wit moet dit in de diagramstand
zien te bereiken door een ruil ge
volgd door een sterke positie-zet,
waarna zwart vastloopt.
De tweede opgave is gemakkelijker.
Het is hier noodzakelijk de meer
slagregel goed te kennen. Bij veel
beginnende dammers ontstaat wel
verschil van mening over de spelre
gels. De regel 'damslag gaat voor' is
uit de lucht gegrepen en bestaat
helemaal niet! Meerslag gaat voor!
Over het opschrijven van een oplos
sing heb ik het nog niet gehad. Op
de diagrammen, zoals U die bij deze
rubriek ziet, moet U de donkere vel
den (waarop dus gespeeld wordt)
nummeren van 1 tot en met 50. in
dezelfde volgorde als de Woorden in
een boek. Bij het begin van een par
tij heeft zwart dus schijven op de
velden 1 tot en met 20 en wit op 31
tot en met 50. Een gewone zet wordt
aangegeven met een streepje tussen
de twee getallen. Bij het slaan no
teert U een kruisje. Bij opgave twee
kan men dus opschrijven 1. 48-43
24x26, waarna wit zou verliezen. Wit
kan echter winnen, aan U de opgave
hoe.
Opgave drie is niet uit het boekje
van Wiersma. In de diagramstand
kan wit winnen door de zogenaam
de plakker. Zwart staat op slag en
wit is aan zet. Hij kan nu een
schijf tegen een zwarte schijf aan
zetten waarna de meerslag regel
van kracht wordt.
Wit heeft als laatste zet 26-21 ge
speeld, waarna zwart na 11-16 goed
denkt te staan. Als u even kijkt
weet u wel beter.
Ik hoop dat u hier met plezier mee
bezig zult zijn en ik zou graag van
u vernemen, of het nu te moeilijk,
gemakkelijk, niet duidelijk enz. is.
Elke suggestie is welkom, al kan ik
niet beloven dat alles gebruikt zal
worden, omdat er veelvuldig ge-
Ronald J. Glasser - Zaal 402. Con
tact. 17,50
In deze, uit het Amerikaans ver
taalde. ziekenhuisroman, vertelt
een jonge arts z'n ervaringen met'
kinderen, die aan leukemie lijden
en die als betrekkelijk hopeloze ge
vallen veel spanningen, emoties en
conflicten oproepen bij allen, die
bij behandeling en verpleging zijn
betrokken. Glasser, die het verhaal
in de ik-vorm doet, stelt niet alleen
een aantal morele dilemma's cen
traal, maar erkent volmondig, dat
z'n opleiding voor het behandelen
van hart, longen en nieren onvol
doende Is geweest. Er is hem name
lijk als internist niet geleerd om te
gaan met hoogst nerveuze, geladen
ouders, van wie er zijn. die zich op
den duur verzetten tegen allerlei
medische ingrepen. Heftige emoties,
klinische objectiviteit en een veel
heid van karakters in de omgeving
van kinderen, die menselijke wrak
ken zijn. geven dit boek een heel
aparte dimensie. Een bezwaar, dat
het medisch-technische jargon, rij
kelijk aanwezig, het lezen wel be
moeilijkt. Men had dit kunnen op
vangen door dit sterk sociale relaas
met een verklarende woordenlijst
af tq sluiten. Rfs
Deze vraag hoort men dikwijls stel
len. Vooral door die schaakvrien
den. die teleurgesteld zijn door een
te hoog aantal remise-partijen in
de match Karpov-Kortsjnoi. Nu.
Tal speelt in de strijd om het
wereldkampioenschap geen rol
meer, vooral door zijn voortdurend
slechte gezondheid. Misschien zou
hij zich daaraan meer moeten aan
passen.
Onlangs heeft hij echter weer eens
een toernooi gewonnen, in Lublin.
Zijn volgende prestatie zijn te
genstander was een jonge, talent
volle Poolse meester bewijst, dat
hij altijd nog van scherpe partijen
houdt zonder compromis. Door deze
stijl is hij noch beroemder gewor
den dan door zijn resultaten.
Engelse partij.
TAL-SLMCZAK.
Lublin, 1974.
1. Pf3 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. cd5
Pd5: 5. Da4!. Eigenlijk nog mijn
uitvinding uit het jaar 1964. Na c6
zou 6. Dd4! en na 5. Pc6 zou 6.
Pe5 volgen.
5. Ld7 6. Db3 Hier acht ik
6. Dc2! sterker. Dat heb ik in 1971
in een van mijn laatste partijen in
Tsjechoslowakije gespeeld tegen
Smejkal en wit kreeg een gewon
nen stelling. Met Db3 stelt de witte
dame zich bloot aan aanvallen.
6. Pb6 7. d4. Hier of in de
volgende zet kan zwart met Le6
goed spel bereiken. Wanneer de da
me naar c2 vlucht, volgt Pc6 en
Pb4 dreigt dan weer.
7. Lg7 8. Lg5 00? Merkwaardi
gerwijs is deze natuurlijke zet al
een ernstige fout, want nu kan wit
zijn centrum-positiie versterken.
9. Tdl Lg4 10. e3 a5 11. Le2 h6 12.
Lh4 a4 13. Da3!? Weliswaar brengt
de dame zich hier schijnbaar in
gevaar (na Lf8 en e6) maar toch is
het een goede zet, want na 13. Dc2
is a3 14. b3 Pc6 voor zwart heel
bevredigend. De complicaties ver
schijnen nu al ten tonele!
13. Te8 14. h3 Le6 15. d5 Ld7.
Héfc slaan op d5 leidt natuurlijk via
één penning tot stukverlies.
16. 0—0 Lf8 17. Pe5 g5? Juist was
Dc8! met^e6. Nu buit Tal de moge
lijkheid tJt een aardig offer meteen
uit.
18. Lh5! Zoals we direct zullen zien,
verbindt Tal deze combinatie niet
met een concreet forcerende vari
ant, maar intuïtieve offers waren
altijd zijn geliefkoosde wapens.
Toen ik eens bij een partij aan
hem vroeg, of zijn offer correct
was, antwoordde hij typerend: 'Is
het niet interessant?'
18. gh4 19. Lf7t Kg7 20. Pe4 Lf5
21. Pc5 e6 22. de6? Een. onnauw
keurigheid die zwart in staat stelt
tot taai verzet.
Veel sterker was hier 22. Dc3! Bij
voorbeeld: Kh7 23. e4 Lc5: 24. Dc5:
Le4: 25. Le8: De8: 26. Dc7:f Of 22.
Lc5: 23. Le8: Df6 24. Dc5:
De5: 25. De7f. Of 22. Pd5: 23.
Le8: Pc3: 24. Td8: en in de laatste
variant 23. De8: 24. Td5:! ed5
25. Ped7f enzovoort. Met 22. Dc3!
was dus de correctheid van de
combinatie duidelijk te bewijzen.
Door de tekstzet Jvordt deze in de
partij zeer twijfelachtig.
22. Df6 23. Dc3 Lc5: 24. Le8:
Pa6 25. Lf7 Lb4? Hier was Ld6 26.
f? Le5: veel sterker. De zwarte ko
ning blijft wel zwak staan, maar
het aantal aanvallende stukken
wordt gereduceerd.
26. Dd4 Lc5 27. Df4 Ld6? Zo verliest
zwart al gedwongen. Noodzakelijk
was hier Lh7!, waarna de afloop
van de partij nog steeds onzeker
zou blijven. Het is echter bekend,
dat juist bij ingewikkelde, wilde
stellingen de fouten bijna wetmatig
voorkomen en daar lag jarenlang
Tal's kracht!
28. Td6:cd6 29. Pg4 Lg4: 30. Dg4:t
Kf8. (30. Kh8 31. Tdl is nauwe
lijks beter). 31. Tdl Tc8. Met Td8
zou zwart de pion op d6 niet dek
ken, want na 32. Td6:! Td6:? 33.
Dg8f volgt mat op de volgende zet.
32. Td6:Tclf 33. Kh2 De5t 34. f4
Dd6: 35. Dg8t. Zo'n matfinale bere
kent Tal altijd haarscherp.
35. Kc7 36. De8t Kf6 37. Lh5!
De6: 38. Df8f. Opgegeven.
Réti-Manoeuvre.
In het jaar 1922 componeerde Ri
chard Réti een beroemde studie:
Wit: Kh8, c6. Zwart: Ka6 h5. De
oplossing (1. Kg7 Kb6 2. Kf6 h4 3.
Ke5! h3 4. Kd6, remise) wekte niet
de algemene bewondering op, maar
heeft ook sindsdien geleid tot aller
lei variaties op datzelfde thema.
Een van- de laatste is de volgende
studie. De oplosser moet bedacht
zaam zijn, Bovenal moet men af
zien van de verovering van de
zwarte loper!
W. POMOGALOW
Sachmaty v. SSSR 1973.
o m
ii o
A
B
p - f 3 si
- -T.
Wit speelt en maakt remise.
Een tweelingprobleem met promo
tie.
Ons probleem van vandaag won
slechts een prijs voor miniaturen.
Zonder te twijfelen zouden wij het
onder de hoogste 'normale' prijzen
laten vallen. Een tweeling, we zei
den het al eens in deze rubriek, is
een probleem, waarbij door een ge
ringe verplaatsing van één stuk
weer een ander probleem ontstaat,
met een andere oplossing. In beide
oplossingen mag de pion van g7
niet tot dame promoveren. Wit
kiest voor de promotie in zijn sleu-
telzet in stelling A een ander stuk
dan in stelling B! En met dat
nieuwe stuk zet hij dan mat.
M. LOKKER
Mat in twee zetten.
(Het diagram is stelling A. Voor
stelling B. zette men de pion van
e6. op el).
OPLOSSINGEN:
STUDIE: 1. Ka7 Lc8 2. Kb8 Le6 3.
c8D Lc8: 4. Kc7ü Kg6 5. Kd6: Kf6:
6. Kc5. De zwarte loper is nu geen
verhindering meer, omdat zwart
(gezien de kleur van veld al) een
'verkeerde' randpion heeft.
PROBLEEM:
Stelling A: 1. g8P Kg6 2. Pel. 1.
Kg4 2. Ph6 mat.
Stelling B: 1. g8L Kg6 2. Lh7, 1.
Kg4 2. Le6 mat.
LUDEK PACHMAN
UIT
VAN LEZERS
Vegetarisme (6)
Dhr. P. Verburg gelooft, dat vlees
voor de mensen nodig is. Dit Is een
mening die door de feiten weer
sproken wordt. Er zijn tienduizen
den mensen die om principiële re
denen nooit vlees eten en toch in
leven blijven, ja zelfs minder me
dische hulp nodig hebben dan
vleeseters, m.a.w. gezonder blijven
dan de laatstbedoelden. Als de bij
bel over het eten van vlees spreekt,
is dit nergens een gebod. De bijbel
toont dan lets van het leven in die
bepaalde tijd, meer niet! De bijbel
vindt het heel gewoon, dat Abra
ham een tweede vrouw (Hagar)
neemt en dat Jacob zowel Rachel
als Lea tot echtgenote heeft. Maar
uit deze gewoonte van vier- of vijf
duizend jaar geleden leiden we toch
ook niet af dat bigamie nu nog
geoorloofd zou zijn?
Winterswijk
L. Noorl
Vegetarisme (7)
Een christen-vegetariër kan zich
heel goed thuis voelen bij Francis-
cus, Albert Schweitzer, maar ook
bij Socrates en Ghandi. Vegetaris
me is geen levensprincipe maar wel
een uitvloeisel van de evangelische
boodschap, geen logisch gevolg, wel
een ethisch gevolg van geloof in
Hem die het leven ls!
H. I. Ambacht
L. Vermaas
Onbegrip
In zijn commentaar van 16 oktober
heeft Tr.-Kw. de Open Brief van de
71 predikanten inzake ontwikke
lingshulp aan Egypte scherp bekri
tiseerd: 'De brief is er een staaltje
van hoe oprechte zorg voor de toe
komst van Israël kan omslaan in
verblind antiarabisme'. De com
mentator constateert: 'De Egypti
sche president heeft zich sedert de
Korte, duidelijk geschreven, liefst
aan één kant getypte, brieven
kunnen worden gestuurd naar:
Secretaris Hoofdredactie Trouw/
Kwartet, Postbus 859, Amsterdam.
Bij publikatie wordt de naam van
'de schrijver vermeld.
Oktoberoorlog uitgesloofd voor eep
vredesregeling'. Ik geloof niet in
een antiarabisme van de 71 adhe-
siebetuigers. Te zijner tijd, zodra de
echte vredeswil van Egypte geble
ken is, zou er beslist niemand van
hen tegen ontwikkelingshulp zijn.
Ik geloof dat men evengoed en met
meer recht kan spreken van een
tekort aan zorg voor de toekomst
van Israël bij de commentator en
een blind vertrouwen in Sadat en
zelfs Kissinger. De volgende dag al,
17 en 18 oktober berichtte Tr.-Kw.
lijnrecht, in tegenstelling met het
optimisme van het commentaar:
'Kissinger boekte weinig succes,
Egypte en Syrië houden de boot af.
De Sowjet-Unie is weer begonnen
met hei verzenden van grote hoe
veelheden moderne wapens naar
Egypte'. 'Nieuwe wapenrace be
dreigt het Midden-Oosten'. Waarom
en waarvoor, als Sadat zich zo voor
de vrede uitslooft? De strekking
van het schrijven der predikanten
is niet, zoals de 'Werkgroep Kerk
en Ontwikkelingshulp' veronder
stelt. dat Egypte het geld eventueel
voor oorlogsdoeleinden zou kunnen
gebruiken (hiertegen zijn waarbor
gen mogelijk), maar dat het ont
wikkelingsgeld wordt gegeven aan
een land, dat de staat van oorlog
met Israël nog niet heeft willen
beëindigen en een zeer groot deel
van zijn nationaal inkomen voor de
voortdurende uitbreiding van zijn
militair apparaat uitgeeft. Andere
landen op de rand van de hongers
nood hebben de steun meer nodig,
aldus de brief.
Leiden
ds. K. E. H. Oppenheimer
Abortus (4)
'Eens zal de rechtspraak weer
rechtvaardig worden'. Psalm 94 vers
15a. zie ook vers 21b. Here, hoe
lang nog?
Delft
mw P. ten Cate-Kroon