5roblemen van prof. Cijfer DE HEIDETUIN istorie herleeft bij larpov-Kortsjnoi Nog even terug naar N ederland-Rusland /ilsillslll bloem en plant 519 Laat 'ns wat van je m mmm m m Nieuwe boeken t/Kll DUW/KWARTET ZATERDAG 12 OKTOBER 1974 BINNENLAND/DENKSPORT T19 K19 iet piekeren maar puzzelen - door mr. G. van Vorden 69e opgave voor de ladderwedstrijd) yptaritmie is een boeiend vak. Letters of puntjes stellen cijfers or in een of andere som en dan moet men vinden, welke cijfers t zijn om de som te laten 'uitkomen'. if. Cijfer is expert in dit soort aven en hij heeft enkele aardige zeis op dit gebied aan mij afge- in. Mijn hartelijke dank en on- tvljfeld ook die der lezers. em 1. In tal van winkels ruikt men een code voor het iren der prijzen ten einde de it niet onmiddellijk te tonen veel (of weinig) winst de win- er maakt. De winkelier D. had codewoord DWARSFLUIT 1567890 (dus D 1, W 2, het wat ingewikkelder te ma- vertaalde hij eerst deze cijfers een nieuwe code, gebaseerd op naam van zijn zoontje, wiens 'naam achternaam juist die- de tien verschillende letters tel- Ziehier een nota, waarin elk er in de dubbele code staat. andschoenen a 51,- 63,- oed(en!) 70,- 524,- lar handschoenen a 59,- 08,- taal 185,— heette het zoontje? bleem 2. Twee getallen, elk van jfers, bevatten elk der tien cij - Stel zelf een vermenigvuldi- samen, waarvan de beide ge- :n door puntjes en de verdere illen (gedeeltelijke produkten eindprodukt) eveneens door tjes worden voorgesteld, terwijl cijfers 1 gegeven zijn (en dus door puntjes worden voorge- i). Dit is natuurlijk gemakke- bij voorbeeld: 1 2 5 6 9 3 0 4 8 7 1 5 3 7 7 8 7 9 8 0 5 5 2 2 7 6 7 3 8 3 1 9 1 1 wordt 1 Maar niet slechts is het oplossen van dit probleem een heksentoer, maar er zijn bovendien meer oplos singen. Gevraagd wordt nu, een dergelijk probleem samen te stellen met als voorwaarden: 1) er mag slechts één- oplossing zijn: 2) de oplossing moet door redeneren met slechts zeer weinig proberen zijn te vin den: 3) de redenering moet worden bijgevoegd. Probleem 3. In de beide volgende 'sommen' stellen gelijke letters ge lijke cijfers en verschillende letters verschillende cijfers voor, waarbij geen getal met een nul begint: KAR K x ROT en AROK K x TOR (alle K's 4 stuks stellen dus hetzelfde cijfer voor, enz.). Er zijn twee oplossingen. Probleem 4. Van een vermenigvul diging zijn de beide gedeeltelijke produkten: het eerste 34.7 en het tweede 7 waarbij op de plaatsen van de vier puntjes cijfers voorko men, die misschien óók 3, 4 en/of 7 zijn. Hoe luidt de vermenigvuldi ging? De oplossingen dienen uiterlijk over vier weken binnen te zijn bij mr. G. van Vorden, Postbus 58, Eerbeek. Op briefkaart of briefom slag dient 'Niet Piekeren maar Puz zelen' te staan, terwijl in uw schrij ven uw volledige naam (niet v.d. maar van de of van der, alle voor letters, meisjesnaam gehuwde vrouw) en uw volledig adres in blokletters dienen te zijn geschre ven of getikt. En geeft u vooral uitdrukkelijk op. of wijzigingen in naam en/of adres zijn opgetreden, daar anders misverstanden ont staan. Voor de juiste oplossing van elk der problemen worden punten beschik baar gesteld: twee punten voor probleem 3 en 4, drie voor pro bleem 1 en vijf voor probleem 2 (totaal maximaal dus twaalf pun ten). Deze punten blijven geldig en worden op uw persoonlijke kaart genoteerd. Bij elke inzending stijgt uw puntentotaal zodat eens het ogenblik komt. dat geen der andere ladderbeklimmers een hoger totaal heeft dan u, in welk geval u de ladderprijs krijgt thuisgestuurd en weer met nul punten begint. Prof. Cyfer spréékt zelfs in cijfers, waarbij mr. Van Vorden schaap achtig glimlacht, maar toch dankbaar de rol met problemen aan vaardt Wilt u prof. Cijfer voor zijn stel problemen een waarderingscijfer geven (10 als hoogste en 1 als laagste waardering?). Behalve uw oplossingen zijn ook uw kritiek, uw commentaren en uw eigen puzzeldenkbeelden (met puz zel 570 begint de twintigste, door de lezers samengestelde serie puz zels, waarvoor ik nog enkele exem plaren kan gebruiken) van harte welkom. Puzzelaarsbijeenkomst: op zaterdag 2 november te 2 uur (14 uur) in de zaal bij de Mattheüskerk te Utrecht. Inschrijving 7.50 (alles inbegrepen, behalve de reis) op gi rorekening 595494 van M. Vader onder vermelding 'NPMP'. De deel nemers wordt het programma tijdig toegezonden. Er zijn weer individu ele en groepspuzzels en er zijn weer vele prijzen, maar bovenal is er gezelligheid! listorische ervaringen zou men ïlijk de openingsfase van de partij van de match Karpov- ijnoi het beste kunnen karak- ;ren. Karpov bracht tachtig- oude openingstheoretische er- igen volkomen tot hun recht •ewees dus nog eens, hoe lonend zich met de 'verouderde' rie bezig te houden. ische partij, matchpartij 1974 e5 2. Pf3 Pf6 3. Pe5: Met 3. d4 men de laatste tijd nauwe- nog een kans initiatief te be- n. Daarom is de terugkeer de oudste voortzetting heel ch. 4. Pf3 Pe4: 5. d4 d5 6. Ld3 7. 0-0 Pc6!? Ook Kortsjnoi een oude en eigenlijk tot nu looit weerlegde zet. 1 Lg4 9. c3. Men heeft hier wel geprobeerd, omdat de ervarin- met 9. c3 niet erg aanlokkelijk f5 10. Db3! Zelfs 10. c4!? hier geanalyseerd en als sterk 'oord daarop werd 10. Lh4 lesteld. ..0-0! 10. Lf311. gf3: ver zonder compensatie een pion. de rokade zou nu 11. Db7: te arlijk zijn. bd2! In Petersburg 1895 speel- asker tegen Pillsbury 11. Lf4?, r hij kwam na Lf3: 12. gf3: Pg5 Kg2 Dd7 al gauw nadelig te Hij kwam weliswaar na Dd7? 13. Pd2! goed te staan, maar alleen omdat Kostisch het sterke ant woord 12. Lf3: 13. gI3: Pf2:! 14. Kf2: Lh4f 15. Pg3 f4 niet vond. 12. Lh5. Zwart blijft bij zijn pionoffer, omdat hij na Lf3: 13. Pf3: positioneel duidelijk slechter zou staan. Nu kan het offer echter wél aangenomen worden! 13. Db7Tf6 14. Db3. Eigenlijk ligt het juist helemaal in Kortsjnoi's stijl, dergelijke 'offers aan tfe ne men! 14. Tg6 15. Le2! Hierbij moet Karpov al op zijn twintigste zet vertrouwd hebben! 15. Lh4 16. Tfl Lf3: In plaats van deze afruil en het daarop vol gende offer is er eigenlijk geen effectieve voortzetting van de aan val meer te vinden: Hiermee lijkt me de variant 7. Pc6 dus weer legd te zijn! 17. Pf3: Lf2: t 18. Tf2: Pf2: 19. Ki'2: Dd6 20. Pg5! Deze tempowinst want er dreigt Pf7f is beslis send. Anders zou wit stellig grote moeilijkheden gehad hebben om de dreiging Dg3f af te slaan. 20. Tf8 21. Da3! Dd8 22. Lf4 h6 23. Pf3 Te8 24. Ld3 Te4! kwaliteit te nemen. Wit wil zijn ijzersterk loperpaar behouden. 30. Tg6 31. Te6: Hier verloor Kortsjnoi door tijdoverschrijding. Het was echter toch al uit. Bijvoor beeld: 31. De6: 32. Df8f Tg8 33. Df6t! Df6: 34. Lf6:f Kh7 35. Lf5:f of 31. Te6: 32. Lf5:. De witte koning. Zo zou men het thema van de volgende tweezet kunnen noemen, die bij het Heinonen-Jubileumtoer- nooi slechts met een eerste eervolle vermelding bekroond werd. Mijns inziens had het probleem een prijs verdiend. Het is duidelijk, dat wit direct zou kunnen matzetten, ais zijn koning een vluchtveld ter be schikking had. Hoe moet dat ver kregen worden? Er schuilt hier een goede verleiding, die slechts met één tegenzet te weerleggen is. De echte oplossing vertoont een mat- verwisseling. J. HARING Fins Probleemtoernooi 1973. Nederland zou willen aanwakkeren, kies ik ditmaal ook een eindspel studie van een Nederlander. Het is echter een prachtige miniatuur. Minder stukken zijn zelfs niet mo gelijk. Wie denkt, dat de oplossing gemakkelijk is, kan er bij de eerste zet al inlopen! G. VAN ALTENA. Schaakwereld 1941 m m H B Mat in twee zetten. Minder kan het niet! Met het risiko, ervoor aangezien te worden, dat ik het chauvinisme in Wit speelt en houdt remise. Oplossingen. PROBLEEM: 1. Df5:? (dreigt Kf6 mat.). Dit is de verleiding. 1. Pe4 2. Ke5:, 1. Pg4 2. Dd3, 1. Td2: 2 Pd21. Df5:f 2. Kf5:, 1. Tb7: 2. Pa3 mat. Maar wat na 1. Dh4? Sleutelzet: 1 De5:! (dreigt 2. Kf6 mat). 1. Pe4 2. Dd5, 1. Pg4 2. Kf5:, 1. Td2: 2 Dc3, 1. Te5:t 2 Ke5:. 1. Tb7: 2. Pa3, 1. Dh4 2. Kf5: mat STUDIE: 1 Kg7! Als wit 1. Kf7? speelt, dan zwart op de derde zet de beslissende mogelijkheid, zijn ko ning op h6 te zetten! 1. d3 2. Pg6 d2 3. Pf4f Kg4 4. Pd5! dlD 5. Pe3f remise. LUDEK PACHMAN. Rob Herwig kun je gerust de ideeënman op tuinbouwgebied noemen. Er zijn maar weinig mensen die zoveel manieren kennen om van elke tuin een lusthof te maken. Bladerend in zijn nieuwe boek 'Leuke tuinideeën in kleur', sla ik de tips maar over hoe je zelf een straatje moet aanleggen, een af scheiding kunt construeren, de grond moet verbeteren en al die zaken die bij de aanleg van elke tuin komen kijken, en bezie de foto's. Van een rozentuintje, kei- entuinen met water en prachtige grassen, vijvertjes in een kuip en in een zandstenen varkenstrog, een weelderige bostuin, intrige rende beplanting, een stukje hei de. Die heidetuin is een oude liefde van me. Ik mijmer wel eens wat ik zou doen als ik mijn tuin van voren af aan zou moeten aanleg gen. Waarschijnlijk zou ik het toch weer net zo maken, als ik gedaan heb, want ik vind dat een heidetuin pas goed tot zijn recht komt als er veel ruimte is: een tuim rondom een (liefst laag) hoekhuis, een tuin met bos erom heen of inderdaad een groot stuk grond. Maar hoe zou ik het dan doen? Niet zoals het voorbeeld dat de foto in Herwig's boek te zien geeft: behalve heidesoorten ook kattestaart, Potentlla fruticans en thuja. Mijn idee van een heidetuin is een licht golvend terrein met een zo natuurlijk mogelijke beplan ting en indeling. Allereerst moet de grond er geschikt voor zijn: op z\frare klei hoef je er niet aan te beginnen, tenzij je er een dikke laag rivierzand en veengrond op brengt, en dat kan aardig in de papieren lopen. De bodem moet licht en kalkarm, liefst aan de zure kant zijn. Daar voor hoef je niet in een zand streek te wonen, het kan even goed op laagveen eventueel 'ver beterd' met rivierzand, zeer fijne kiezel en turfmolm. Grondverbe tering is hier eigenlijk niet het - door henk van halm Dit intieme heideveldje in het Eerder Achterbroek z voorbeeld kunnen dienen voor een goed aangelegde Juiste woord, want heide floreert het best op arme grond, dus grondverslechtering zou beter passen. Mesten mag alleen met oude schape- of koemest, heel dun en losjes uitgestrooid en hoogstens eens in het jaar. Arme grond is nog voordelig ook als u niet van wieden houdt, want veel onkruiden zullen er niet op gedij en, kunnen in elk geval niet con curreren tegen de heidesoorten die daar op hun plaats zijn. Maar denk nu vooral niet dat de grond droog moet zijn, want juist voor een heidetuin is een vochthou- dende bodem erg belangrijk. Struikhei Het grootste oppervlak moet be dekt zijn met heidesoorten. Calu- na vulgaris, de gewone struikhei, die nu in vele variëteiten te koop is, plant je op de hogere delen. Erica, de dophei en zijn verwanten, horen thuis in de lagere, vochti ger delen. Er zijn zoveel Erica soorten en cultivars daarvan dat je bijna het hele jaar door bloei ende heide kunt hebben: Erica arborea, australis. mediterranea, lustitanica, scoparia, terminalis, veitchii, darleyensis, mackaiana, praegerae, watsonii, williamsii en de bekendste van allemaal Erica tetralix, cinerea, carnea, ciliaris en vagans. Winterbloeier Daar is allereerst Erica carnea, de vleeskleurige dophei, een winter bloeier die al meteen na de kort ste dag begint en waarvan we de Nederlandse naam 'vleeskleurige', maar met een korrel zout moeten nemen. Het meest gebruikt wor den de cultuurrassen 'Praecox Ru bra' (licht paarsrood), 'Snow Queen' (wit) en 'Winter Beauty' (donkerroze), die van januari tot in maart bloeien, en de paarsrode 'Vivellii' die de lentemaanden voor zijn rekening neemt. In mei is er even een inzinking, dan moeten we het hebben van ande re plantensoorten van de heide, waarover straks. In juni begint de gewone dophei. Erica tetralix met zijn zachtroze tonnetjes waarvan ook al weer verscheidene kweek- rassen bestaan, van paars tot wit. Snoeien De grauwe dophei Erica cinerea bloeit wat langer door dan de gewone dophei en wordt opge volgd door de struikhei en de Zuideuropese Erica vagans. Het is nodig de heidestruikjes direct na de winter terug te snoeien, omdat ze anders sterk verhouten en niet meer mooi in bloei komen. Met de nog bloelende struiken kan men tot na de bloei wachten. Het snoeisel is te gebruiken als stek: uitpoten op regels in zeer vochti ge turf. De inheemse soorten zaai en zich bovendien grif uit, waar door na een paar jaar het heide veldje wel dichtgegroeid is. De aanleg is nogal duur, want mooie pollen kosten al gauw een rijks daalder en je hebt er nogal wat van nodig. Die pollen moeten met een onderlinge afstand van dertig centimeter uitgeplant worden. Andere planten die in het heide veld thuishoren, zij tormentil met zijn kruipende stengels en gele kruisjesbloemen, de eveneens lage kruipbrem en de gewone bezem brem. Daar is soms niet gemakke lijk aan te komen, maar ook de bezemstruik Spartium junceum geeft een erg mooi effect. Het blauwgroene schapegras mag niet gemist worden en tegen het huis aan en onder bomen kunnen blauwe bosbes en vossebes een plaats vinden. Bomen mogen niet vergeten worden, want ze kunnen de grond tegen te grote uitdro ging behoeden. Natuurlijk horen er een paar zilverstammige ber ken te staan, een enkele lijster bes, een krentenboompje (ook in de herfst mooi door het geel en oranje verkleurende blad). Ik zou er geen gekweekte coniferen in gebruiken, hoewel ze het voor het gezicht wel aardig doen. Mijn keus zou vallen op de wilde jene verbes Juniperus communis en een gewoon grof dennetje, even tueel de half liggende bergden. Een pad erdoorheen is het aar digst van houten schijven maar je kunt ook siertegels gebruiken en dan het liefst bruinachtige gewas sen grindtegels. O ja, nog even terug naar Her wig's boek: bij elke foto is een plattegrond of de constructie ge tekend en worden suggesties ge daan voor de beplanting. Daarbij blijkt Herwig niet alleen een lief hebber van schoonheid, maar vooral een praktisch man te zijn. Rob Herwig: Leuke tuinideeën in kleur. Uitg. Zomer Keuning. Wageningen. 112 blz. 14,50. Kh8 12. h3! En in de partij iblanca-Kostisch-, match 1919, '1e wit eveneens zwak 12. Pfl?. 25. g3 Tf6 26. Dc5! Natuurlijk ging nu, evenmin als in de vorige zet, 26. Le4:? fe4: met g5, maar wit heeft geen behoefte aan meer ma teraal. Hij zal zelfs nog een stuk offeren! 26. g5 27. Pg5: hg5: 28. Lg5: T4e6 29. Tel Dg8. Na Tel: zou natuurlijk Lf6:f gevolgd zijn. 30. h4! Dit is nog sterker dan de Satan leeft onder ons, door Hal Lindsey. Uitg. Luitingg, Laren. 224 blz - ƒ13.90. E.S.P./Uw zesde zintuig, door S. Smith. ESP staat voor extra-sen- sory-perceptionbuitenzintuiglijke waarneming. Een samenvatting van de begrippen helderziendheid en gedachtenlezen. Uitg. Fontein, dé Bilt. 224 blz - f 18.90. Onze vriend Monkey door P. L. Travers. Uitg. Fontein, De Bilt. 204 blz - ƒ18.90. (ADVERTENTIE) Er zijn 1001 redenen om verwegwonende bekenden te bellen. En evenzoveel gespreks onderwerpen. Maar vanavond is natuurlijk de eerste vraag: „Heb je Mies gezien?" U kunt dan rustig een tijdje bomen over haar nieuwe programma. Want 's avonds en in het weekend belt u voor half geld door heel Nederland. Deze keer kom ik nog eens terug op NederlandRusland, en wel op mijn eigen partij uit de derde ron de tegen de Russische kampioen Gantwarg. Wit: Gantwarg Zwart: F. Drost 1. 33-28 19-23. In een eerder tref fen in het Suikertoernooi 1971 speelde ik 1. 18-22 en kreeg na 2. 38-33 12-18 3. 43-38 7-12 4. 49-43 1-7 5. 31-26 19-23 6. 28x19 14x23 7. 32-28 23x32 8. 37x28 16-21 9. 41-37 21-27 10. 37-31 10-14 11. 35-30 14- 19 12. 28-23 19x28 13. 30-24 20x29 14. 32x21 22-28 15. 33x22 18x16 goed spel. Dat ik voor 1.19-23 heb gekozen heeft geen aanwijsbare oorzaak. Op zo'n moment beslist het gevoel. 2. 28x19 14x23 3. 39-33 10-14 4. 44- 39 14-19 5. 32-28 23x32 6. 37x28 5- 10 7. 41-37 10-14 8. 37-32 17-22 9. 28x17 12x21 10. 46-41 21-26 11. 41- 37 7-12 12. 50-44 11-17 13. 31-27. In een trainingspartij met Ton Sij- brands in Hengelo ter voorberei ding op de interland van vorig jaar, speelde Sijbrands 13. 35-30 20- 25 14. 33-29 6-11 15. 39-33 1-6 16. 44-39 18-22 17. 32-28 16-21 met interessant spel. Nu mag 18. 28-23 19x28 19. 31-27 21x41 20 42-37 41x32 21. 38x16 niet, door 21... 17- 21 22 16x27 14-19 23 33x22 19-24 met schijf winst voor zwart. Sij brands zette daarom voort met 18. 38-32, waarna na een mooie partij tot remise werd besloten op de vijftigste zet. 13. 1-7 14. 35-30 (nu dan toch) 20-25 15. 33-29 17-21 16. 39-33 18- 22. Na lang beraad besloot ik tot deze actie om geen terreinnadeel te krijgen. Wie na deze zet beter staat is moeilijk te zeggen. Naar mijn gevoel staat zwart toch iets gemak kelijker, omdat wit enigszins met zijn korte vleugel in zijn maag zit. 17. 27x18 13x22 18. 43-39 (m.i. is 44-39 sterker) 21-27 19. 32x21 16x27 20. 40-35 12-18. Natuurlijk geen 20. 19-23 21. 29x18 12x23. omdat zwart dan te weinig aansluiting heeft. 21. 37-31 26x37 22. 42x31 19- 23 23. 48-43 8-13 24. 47-42 14-19 25. 42-37 6-11 26. 38-32. Het is moei lijk, een goed speelplan te vinden voor wit. Dit zal Gantwarg wel hebben doen besluiten tot deze zet, die vaak het begin is van veel ellende, al valt dat deze keer mee. 26. 27x38 27. ,33x42 3-8 28. 37-32 11-17 29. 32-27 7-11 30. 39-33 zie diagram. 30. 9-14. Veel beter is 30. 23- 28, want ik heb voor wit dan nog geen redelijke verdediging kunnen vinden. 31. 44-39 14-20 (nog was 23-28 goed mogelijk) 32. 30-24 19x30 33. 35x24 23-28 34. 31-26 (Het beste, want op 34. 42-37 volgt 11-16 35. 43-38 17-21 36. 38-32 8-12 37. 32x23 21x41 38. 36x47 12-17 39. 23x21 16x36 en wit staat verloren. 4. 23x31 35. 33x22 18x27 36. 26x37 17-22. De volgende opbouw fase is door mij zwak gespeeld. 37. 42-38 4-9 38. 38-32 27x38 39. 43x32 9-14 40. 36-31 13-18 41. 45-40 14-19 42. 24x13 8x19! 43. 29-23 18x29 44. 34x14 20x9 45. 39-33. 45 32-27 22-28 46. 49-43 15-20 47. 43-38 20-24 48. 40-34 (AB) 24-30 49. 38-33 30-35 50. 33x22 25-30 51. 34x25 35-40 levert een benauwde remise op. A 48. 38-32 28-33 49. 39x28 25-30 is ook remise. B 48. 38- 33 25-30 49. 33x22 30-35 geeft al eveneens remise. 45. 2-8 46. 32-28 11-17 47. 37-32 15-20 48. 28-23. Een lelijke misrekening: 48... 17- 21 49 23-18? 22x13. Nu pas ziet Gantwarg dat 50. 31-26 verhinderd is door 20-24 51. 26x17 8-12 52. 17x30 25x'45 met winst. 50. 33-28 8-12!? Sterker is 50. 13-18 wat zowel 31-26 als 31-27 verhindert. Op 51. 31-26 volgt 20-24 52. 26x17 8-12! 53. 17x8 9-13 54. 8x30 25x45 met winst. Op 51. 31-27 8-12! 52. 27x16 19-23 53. 28x19 20- 24 54. 19x30 25x45 55. 16-11 12-17 56. 11x22 45-50 en wint. In enkele andere rubrieken is aan gegeven dat zwart na 50.13-18 gewonnen zou staan, maar dat is niet waar, getuige de volgende fraaie remise-variant: 51. 40-34 8- 12 (A) 52. 31-27 21-26 53. 28-22 9- 13 54. 22-17 12x21 55. 27x16 18-22 56. 32-28 22x33 57. 16-11 33-38 58. 11-7 38-43 59. 7-2 13-18 60. 2-7 18- 22 61. 7-29! 42-48 62. 29x15 48x30 63. 15-4! 22-28 64. 4-10 28-33 65. 10-15 33-39 66. 15-4!! waarna remi se niet meer is te vermijden. Deze variant heb ik vrijwel direct na de partij aan eindspelkenner Leo Springer laten zien, een juweel van een remise. Misschien is het raad zaam, om voor publikatie van een partij, deze eerst even door te ne men met de betreffende spelers. A. 51. 9-13 52. 31-26 18-22 53. 28x17 21x12 54. 26-21 en ook nu is er een remisestand ontstaan. 51. 28-22 12-18 52. 32-27 21x32 53. 22-17 32-28 54. 17-11 38-42 55. 11-7 13-19 56. 7-1 19-23 57. 31-27 42-47 58. 27-22 18x27 59. 1x15 27-32 60. 15-10. Remise. Een interessante partij, waarin ik in het middenspel betere kansen heb laten liggen. Vlekkeloos is er bepaald niet gespeeld. Her haaldelijk heeft één van ons posi tiefoutjes gemaakt, wat wel blijkt uit het heen en Weer schommelen van de kansen. FRANK DROST I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 19