5roblemen van prof. Cijfer
DE HEIDETUIN
istorie herleeft bij
larpov-Kortsjnoi
Nog even terug naar
N ederland-Rusland
/ilsillslll
bloem en plant
519 Laat 'ns wat van je
m
mmm
m
m
Nieuwe boeken
t/Kll DUW/KWARTET ZATERDAG 12 OKTOBER 1974
BINNENLAND/DENKSPORT T19 K19
iet piekeren maar puzzelen - door mr. G. van Vorden
69e opgave voor de ladderwedstrijd)
yptaritmie is een boeiend vak. Letters of puntjes stellen cijfers
or in een of andere som en dan moet men vinden, welke cijfers
t zijn om de som te laten 'uitkomen'.
if. Cijfer is expert in dit soort
aven en hij heeft enkele aardige
zeis op dit gebied aan mij afge-
in. Mijn hartelijke dank en on-
tvljfeld ook die der lezers.
em 1. In tal van winkels
ruikt men een code voor het
iren der prijzen ten einde de
it niet onmiddellijk te tonen
veel (of weinig) winst de win-
er maakt. De winkelier D. had
codewoord DWARSFLUIT
1567890 (dus D 1, W 2,
het wat ingewikkelder te ma-
vertaalde hij eerst deze cijfers
een nieuwe code, gebaseerd op
naam van zijn zoontje, wiens
'naam achternaam juist die-
de tien verschillende letters tel-
Ziehier een nota, waarin elk
er in de dubbele code staat.
andschoenen a 51,- 63,-
oed(en!) 70,- 524,-
lar handschoenen a 59,- 08,-
taal 185,—
heette het zoontje?
bleem 2. Twee getallen, elk van
jfers, bevatten elk der tien cij -
Stel zelf een vermenigvuldi-
samen, waarvan de beide ge-
:n door puntjes en de verdere
illen (gedeeltelijke produkten
eindprodukt) eveneens door
tjes worden voorgesteld, terwijl
cijfers 1 gegeven zijn (en dus
door puntjes worden voorge-
i). Dit is natuurlijk gemakke-
bij voorbeeld:
1 2 5 6 9
3 0 4 8 7
1
5
3 7 7
8 7 9 8
0 5 5 2
2 7 6
7
3 8 3 1 9 1 1
wordt
1
Maar niet slechts is het oplossen
van dit probleem een heksentoer,
maar er zijn bovendien meer oplos
singen.
Gevraagd wordt nu, een dergelijk
probleem samen te stellen met als
voorwaarden: 1) er mag slechts één-
oplossing zijn: 2) de oplossing
moet door redeneren met slechts
zeer weinig proberen zijn te vin
den: 3) de redenering moet worden
bijgevoegd.
Probleem 3. In de beide volgende
'sommen' stellen gelijke letters ge
lijke cijfers en verschillende letters
verschillende cijfers voor, waarbij
geen getal met een nul begint:
KAR K x ROT en AROK K x
TOR
(alle K's 4 stuks stellen dus
hetzelfde cijfer voor, enz.). Er zijn
twee oplossingen.
Probleem 4. Van een vermenigvul
diging zijn de beide gedeeltelijke
produkten: het eerste 34.7 en het
tweede 7 waarbij op de plaatsen
van de vier puntjes cijfers voorko
men, die misschien óók 3, 4 en/of 7
zijn. Hoe luidt de vermenigvuldi
ging?
De oplossingen dienen uiterlijk
over vier weken binnen te zijn bij
mr. G. van Vorden, Postbus 58,
Eerbeek. Op briefkaart of briefom
slag dient 'Niet Piekeren maar Puz
zelen' te staan, terwijl in uw schrij
ven uw volledige naam (niet v.d.
maar van de of van der, alle voor
letters, meisjesnaam gehuwde
vrouw) en uw volledig adres in
blokletters dienen te zijn geschre
ven of getikt. En geeft u vooral
uitdrukkelijk op. of wijzigingen in
naam en/of adres zijn opgetreden,
daar anders misverstanden ont
staan.
Voor de juiste oplossing van elk der
problemen worden punten beschik
baar gesteld: twee punten voor
probleem 3 en 4, drie voor pro
bleem 1 en vijf voor probleem 2
(totaal maximaal dus twaalf pun
ten). Deze punten blijven geldig en
worden op uw persoonlijke kaart
genoteerd. Bij elke inzending stijgt
uw puntentotaal zodat eens het
ogenblik komt. dat geen der andere
ladderbeklimmers een hoger totaal
heeft dan u, in welk geval u de
ladderprijs krijgt thuisgestuurd en
weer met nul punten begint.
Prof. Cyfer spréékt zelfs in cijfers, waarbij mr. Van Vorden schaap
achtig glimlacht, maar toch dankbaar de rol met problemen aan
vaardt
Wilt u prof. Cijfer voor zijn stel
problemen een waarderingscijfer
geven (10 als hoogste en 1 als
laagste waardering?).
Behalve uw oplossingen zijn ook uw
kritiek, uw commentaren en uw
eigen puzzeldenkbeelden (met puz
zel 570 begint de twintigste, door
de lezers samengestelde serie puz
zels, waarvoor ik nog enkele exem
plaren kan gebruiken) van harte
welkom.
Puzzelaarsbijeenkomst: op zaterdag
2 november te 2 uur (14 uur) in de
zaal bij de Mattheüskerk te
Utrecht. Inschrijving 7.50 (alles
inbegrepen, behalve de reis) op gi
rorekening 595494 van M. Vader
onder vermelding 'NPMP'. De deel
nemers wordt het programma tijdig
toegezonden. Er zijn weer individu
ele en groepspuzzels en er zijn weer
vele prijzen, maar bovenal is er
gezelligheid!
listorische ervaringen zou men
ïlijk de openingsfase van de
partij van de match Karpov-
ijnoi het beste kunnen karak-
;ren. Karpov bracht tachtig-
oude openingstheoretische er-
igen volkomen tot hun recht
•ewees dus nog eens, hoe lonend
zich met de 'verouderde'
rie bezig te houden.
ische partij,
matchpartij 1974
e5 2. Pf3 Pf6 3. Pe5: Met 3. d4
men de laatste tijd nauwe-
nog een kans initiatief te be-
n. Daarom is de terugkeer
de oudste voortzetting heel
ch.
4. Pf3 Pe4: 5. d4 d5 6. Ld3
7. 0-0 Pc6!? Ook Kortsjnoi
een oude en eigenlijk tot nu
looit weerlegde zet.
1 Lg4 9. c3. Men heeft hier wel
geprobeerd, omdat de ervarin-
met 9. c3 niet erg aanlokkelijk
f5 10. Db3! Zelfs 10. c4!?
hier geanalyseerd en als sterk
'oord daarop werd 10. Lh4
lesteld.
..0-0! 10. Lf311. gf3: ver
zonder compensatie een pion.
de rokade zou nu 11. Db7: te
arlijk zijn.
bd2! In Petersburg 1895 speel-
asker tegen Pillsbury 11. Lf4?,
r hij kwam na Lf3: 12. gf3: Pg5
Kg2 Dd7 al gauw nadelig te
Hij kwam weliswaar na Dd7? 13.
Pd2! goed te staan, maar alleen
omdat Kostisch het sterke ant
woord 12. Lf3: 13. gI3: Pf2:! 14.
Kf2: Lh4f 15. Pg3 f4 niet vond.
12. Lh5. Zwart blijft bij zijn
pionoffer, omdat hij na Lf3: 13.
Pf3: positioneel duidelijk slechter
zou staan. Nu kan het offer echter
wél aangenomen worden!
13. Db7Tf6 14. Db3. Eigenlijk ligt
het juist helemaal in Kortsjnoi's
stijl, dergelijke 'offers aan tfe ne
men!
14. Tg6 15. Le2! Hierbij moet
Karpov al op zijn twintigste zet
vertrouwd hebben!
15. Lh4 16. Tfl Lf3: In plaats
van deze afruil en het daarop vol
gende offer is er eigenlijk geen
effectieve voortzetting van de aan
val meer te vinden: Hiermee lijkt
me de variant 7. Pc6 dus weer
legd te zijn!
17. Pf3: Lf2: t 18. Tf2: Pf2: 19.
Ki'2: Dd6 20. Pg5! Deze tempowinst
want er dreigt Pf7f is beslis
send. Anders zou wit stellig grote
moeilijkheden gehad hebben om de
dreiging Dg3f af te slaan.
20. Tf8 21. Da3! Dd8 22. Lf4 h6
23. Pf3 Te8 24. Ld3 Te4!
kwaliteit te nemen. Wit wil zijn
ijzersterk loperpaar behouden.
30. Tg6 31. Te6: Hier verloor
Kortsjnoi door tijdoverschrijding.
Het was echter toch al uit. Bijvoor
beeld: 31. De6: 32. Df8f Tg8 33.
Df6t! Df6: 34. Lf6:f Kh7 35. Lf5:f
of 31. Te6: 32. Lf5:.
De witte koning.
Zo zou men het thema van de
volgende tweezet kunnen noemen,
die bij het Heinonen-Jubileumtoer-
nooi slechts met een eerste eervolle
vermelding bekroond werd. Mijns
inziens had het probleem een prijs
verdiend. Het is duidelijk, dat wit
direct zou kunnen matzetten, ais
zijn koning een vluchtveld ter be
schikking had. Hoe moet dat ver
kregen worden? Er schuilt hier een
goede verleiding, die slechts met
één tegenzet te weerleggen is. De
echte oplossing vertoont een mat-
verwisseling.
J. HARING
Fins Probleemtoernooi 1973.
Nederland zou willen aanwakkeren,
kies ik ditmaal ook een eindspel
studie van een Nederlander. Het is
echter een prachtige miniatuur.
Minder stukken zijn zelfs niet mo
gelijk. Wie denkt, dat de oplossing
gemakkelijk is, kan er bij de eerste
zet al inlopen!
G. VAN ALTENA.
Schaakwereld 1941
m m H
B
Mat in twee zetten.
Minder kan het niet!
Met het risiko, ervoor aangezien te
worden, dat ik het chauvinisme in
Wit speelt en houdt remise.
Oplossingen.
PROBLEEM: 1. Df5:? (dreigt Kf6
mat.). Dit is de verleiding. 1.
Pe4 2. Ke5:, 1. Pg4 2. Dd3, 1.
Td2: 2 Pd21. Df5:f 2. Kf5:, 1.
Tb7: 2. Pa3 mat. Maar wat na 1.
Dh4?
Sleutelzet: 1 De5:! (dreigt 2. Kf6
mat).
1. Pe4 2. Dd5, 1. Pg4 2. Kf5:,
1. Td2: 2 Dc3, 1. Te5:t 2
Ke5:. 1. Tb7: 2. Pa3, 1. Dh4
2. Kf5: mat
STUDIE: 1 Kg7! Als wit 1. Kf7?
speelt, dan zwart op de derde zet de
beslissende mogelijkheid, zijn ko
ning op h6 te zetten! 1. d3 2.
Pg6 d2 3. Pf4f Kg4 4. Pd5! dlD 5.
Pe3f remise.
LUDEK PACHMAN.
Rob Herwig kun je gerust de
ideeënman op tuinbouwgebied
noemen. Er zijn maar weinig
mensen die zoveel manieren
kennen om van elke tuin een
lusthof te maken.
Bladerend in zijn nieuwe boek
'Leuke tuinideeën in kleur', sla ik
de tips maar over hoe je zelf een
straatje moet aanleggen, een af
scheiding kunt construeren, de
grond moet verbeteren en al die
zaken die bij de aanleg van elke
tuin komen kijken, en bezie de
foto's. Van een rozentuintje, kei-
entuinen met water en prachtige
grassen, vijvertjes in een kuip en
in een zandstenen varkenstrog,
een weelderige bostuin, intrige
rende beplanting, een stukje hei
de.
Die heidetuin is een oude liefde
van me. Ik mijmer wel eens wat
ik zou doen als ik mijn tuin van
voren af aan zou moeten aanleg
gen. Waarschijnlijk zou ik het
toch weer net zo maken, als ik
gedaan heb, want ik vind dat een
heidetuin pas goed tot zijn recht
komt als er veel ruimte is: een
tuim rondom een (liefst laag)
hoekhuis, een tuin met bos erom
heen of inderdaad een groot stuk
grond. Maar hoe zou ik het dan
doen? Niet zoals het voorbeeld dat
de foto in Herwig's boek te zien
geeft: behalve heidesoorten ook
kattestaart, Potentlla fruticans
en thuja.
Mijn idee van een heidetuin is
een licht golvend terrein met een
zo natuurlijk mogelijke beplan
ting en indeling. Allereerst moet
de grond er geschikt voor zijn: op
z\frare klei hoef je er niet aan te
beginnen, tenzij je er een dikke
laag rivierzand en veengrond op
brengt, en dat kan aardig in de
papieren lopen.
De bodem moet licht en kalkarm,
liefst aan de zure kant zijn. Daar
voor hoef je niet in een zand
streek te wonen, het kan even
goed op laagveen eventueel 'ver
beterd' met rivierzand, zeer fijne
kiezel en turfmolm. Grondverbe
tering is hier eigenlijk niet het
-
door henk van halm
Dit intieme heideveldje in het Eerder Achterbroek z
voorbeeld kunnen dienen voor een goed aangelegde
Juiste woord, want heide floreert
het best op arme grond, dus
grondverslechtering zou beter
passen. Mesten mag alleen met
oude schape- of koemest, heel
dun en losjes uitgestrooid en
hoogstens eens in het jaar. Arme
grond is nog voordelig ook als u
niet van wieden houdt, want veel
onkruiden zullen er niet op gedij
en, kunnen in elk geval niet con
curreren tegen de heidesoorten
die daar op hun plaats zijn. Maar
denk nu vooral niet dat de grond
droog moet zijn, want juist voor
een heidetuin is een vochthou-
dende bodem erg belangrijk.
Struikhei
Het grootste oppervlak moet be
dekt zijn met heidesoorten. Calu-
na vulgaris, de gewone struikhei,
die nu in vele variëteiten te koop
is, plant je op de hogere delen.
Erica, de dophei en zijn verwanten,
horen thuis in de lagere, vochti
ger delen. Er zijn zoveel Erica
soorten en cultivars daarvan dat
je bijna het hele jaar door bloei
ende heide kunt hebben: Erica
arborea, australis. mediterranea,
lustitanica, scoparia, terminalis,
veitchii, darleyensis, mackaiana,
praegerae, watsonii, williamsii en
de bekendste van allemaal Erica
tetralix, cinerea, carnea, ciliaris
en vagans.
Winterbloeier
Daar is allereerst Erica carnea, de
vleeskleurige dophei, een winter
bloeier die al meteen na de kort
ste dag begint en waarvan we de
Nederlandse naam 'vleeskleurige',
maar met een korrel zout moeten
nemen. Het meest gebruikt wor
den de cultuurrassen 'Praecox Ru
bra' (licht paarsrood), 'Snow
Queen' (wit) en 'Winter Beauty'
(donkerroze), die van januari tot
in maart bloeien, en de paarsrode
'Vivellii' die de lentemaanden
voor zijn rekening neemt. In mei
is er even een inzinking, dan
moeten we het hebben van ande
re plantensoorten van de heide,
waarover straks. In juni begint de
gewone dophei. Erica tetralix met
zijn zachtroze tonnetjes waarvan
ook al weer verscheidene kweek-
rassen bestaan, van paars tot wit.
Snoeien
De grauwe dophei Erica cinerea
bloeit wat langer door dan de
gewone dophei en wordt opge
volgd door de struikhei en de
Zuideuropese Erica vagans. Het is
nodig de heidestruikjes direct na
de winter terug te snoeien, omdat
ze anders sterk verhouten en niet
meer mooi in bloei komen. Met de
nog bloelende struiken kan men
tot na de bloei wachten. Het
snoeisel is te gebruiken als stek:
uitpoten op regels in zeer vochti
ge turf. De inheemse soorten zaai
en zich bovendien grif uit, waar
door na een paar jaar het heide
veldje wel dichtgegroeid is. De
aanleg is nogal duur, want mooie
pollen kosten al gauw een rijks
daalder en je hebt er nogal wat
van nodig. Die pollen moeten met
een onderlinge afstand van dertig
centimeter uitgeplant worden.
Andere planten die in het heide
veld thuishoren, zij tormentil met
zijn kruipende stengels en gele
kruisjesbloemen, de eveneens lage
kruipbrem en de gewone bezem
brem. Daar is soms niet gemakke
lijk aan te komen, maar ook de
bezemstruik Spartium junceum
geeft een erg mooi effect. Het
blauwgroene schapegras mag niet
gemist worden en tegen het huis
aan en onder bomen kunnen
blauwe bosbes en vossebes een
plaats vinden. Bomen mogen niet
vergeten worden, want ze kunnen
de grond tegen te grote uitdro
ging behoeden. Natuurlijk horen
er een paar zilverstammige ber
ken te staan, een enkele lijster
bes, een krentenboompje (ook in
de herfst mooi door het geel en
oranje verkleurende blad). Ik zou
er geen gekweekte coniferen in
gebruiken, hoewel ze het voor het
gezicht wel aardig doen. Mijn
keus zou vallen op de wilde jene
verbes Juniperus communis en
een gewoon grof dennetje, even
tueel de half liggende bergden.
Een pad erdoorheen is het aar
digst van houten schijven maar je
kunt ook siertegels gebruiken en
dan het liefst bruinachtige gewas
sen grindtegels.
O ja, nog even terug naar Her
wig's boek: bij elke foto is een
plattegrond of de constructie ge
tekend en worden suggesties ge
daan voor de beplanting. Daarbij
blijkt Herwig niet alleen een lief
hebber van schoonheid, maar
vooral een praktisch man te zijn.
Rob Herwig: Leuke tuinideeën in
kleur. Uitg. Zomer Keuning.
Wageningen. 112 blz. 14,50.
Kh8 12. h3! En in de partij
iblanca-Kostisch-, match 1919,
'1e wit eveneens zwak 12. Pfl?.
25. g3 Tf6 26. Dc5! Natuurlijk ging
nu, evenmin als in de vorige zet,
26. Le4:? fe4: met g5, maar wit
heeft geen behoefte aan meer ma
teraal. Hij zal zelfs nog een stuk
offeren!
26. g5 27. Pg5: hg5: 28. Lg5:
T4e6 29. Tel Dg8. Na Tel: zou
natuurlijk Lf6:f gevolgd zijn.
30. h4! Dit is nog sterker dan de
Satan leeft onder ons, door Hal
Lindsey. Uitg. Luitingg, Laren. 224
blz - ƒ13.90.
E.S.P./Uw zesde zintuig, door S.
Smith. ESP staat voor extra-sen-
sory-perceptionbuitenzintuiglijke
waarneming. Een samenvatting van
de begrippen helderziendheid en
gedachtenlezen. Uitg. Fontein, dé
Bilt. 224 blz - f 18.90.
Onze vriend Monkey door P. L.
Travers. Uitg. Fontein, De Bilt. 204
blz - ƒ18.90.
(ADVERTENTIE)
Er zijn 1001 redenen om
verwegwonende bekenden te
bellen. En evenzoveel gespreks
onderwerpen.
Maar vanavond is natuurlijk
de eerste vraag: „Heb je Mies
gezien?"
U kunt dan rustig een tijdje
bomen over haar nieuwe programma.
Want 's avonds en in het weekend
belt u voor half geld door heel Nederland.
Deze keer kom ik nog eens terug op
NederlandRusland, en wel op
mijn eigen partij uit de derde ron
de tegen de Russische kampioen
Gantwarg.
Wit: Gantwarg
Zwart: F. Drost
1. 33-28 19-23. In een eerder tref
fen in het Suikertoernooi 1971
speelde ik 1. 18-22 en kreeg na
2. 38-33 12-18 3. 43-38 7-12 4. 49-43
1-7 5. 31-26 19-23 6. 28x19 14x23 7.
32-28 23x32 8. 37x28 16-21 9. 41-37
21-27 10. 37-31 10-14 11. 35-30 14-
19 12. 28-23 19x28 13. 30-24 20x29
14. 32x21 22-28 15. 33x22 18x16
goed spel. Dat ik voor 1.19-23
heb gekozen heeft geen aanwijsbare
oorzaak. Op zo'n moment beslist
het gevoel.
2. 28x19 14x23 3. 39-33 10-14 4. 44-
39 14-19 5. 32-28 23x32 6. 37x28 5-
10 7. 41-37 10-14 8. 37-32 17-22 9.
28x17 12x21 10. 46-41 21-26 11. 41-
37 7-12 12. 50-44 11-17 13. 31-27.
In een trainingspartij met Ton Sij-
brands in Hengelo ter voorberei
ding op de interland van vorig
jaar, speelde Sijbrands 13. 35-30 20-
25 14. 33-29 6-11 15. 39-33 1-6 16.
44-39 18-22 17. 32-28 16-21 met
interessant spel. Nu mag 18. 28-23
19x28 19. 31-27 21x41 20 42-37
41x32 21. 38x16 niet, door 21... 17-
21 22 16x27 14-19 23 33x22 19-24
met schijf winst voor zwart. Sij
brands zette daarom voort met 18.
38-32, waarna na een mooie partij
tot remise werd besloten op de
vijftigste zet.
13. 1-7 14. 35-30 (nu dan toch)
20-25 15. 33-29 17-21 16. 39-33 18-
22. Na lang beraad besloot ik tot
deze actie om geen terreinnadeel te
krijgen. Wie na deze zet beter staat
is moeilijk te zeggen. Naar mijn
gevoel staat zwart toch iets gemak
kelijker, omdat wit enigszins met
zijn korte vleugel in zijn maag zit.
17. 27x18 13x22 18. 43-39 (m.i. is
44-39 sterker) 21-27 19. 32x21 16x27
20. 40-35 12-18. Natuurlijk geen 20.
19-23 21. 29x18 12x23. omdat
zwart dan te weinig aansluiting
heeft. 21. 37-31 26x37 22. 42x31 19-
23 23. 48-43 8-13 24. 47-42 14-19 25.
42-37 6-11 26. 38-32. Het is moei
lijk, een goed speelplan te vinden
voor wit. Dit zal Gantwarg wel
hebben doen besluiten tot deze zet,
die vaak het begin is van veel
ellende, al valt dat deze keer mee.
26. 27x38 27. ,33x42 3-8 28. 37-32
11-17 29. 32-27 7-11 30. 39-33 zie
diagram.
30. 9-14. Veel beter is 30. 23-
28, want ik heb voor wit dan nog
geen redelijke verdediging kunnen
vinden.
31. 44-39 14-20 (nog was 23-28 goed
mogelijk) 32. 30-24 19x30 33. 35x24
23-28 34. 31-26 (Het beste, want op
34. 42-37 volgt 11-16 35. 43-38 17-21
36. 38-32 8-12 37. 32x23 21x41 38.
36x47 12-17 39. 23x21 16x36 en wit
staat verloren.
4. 23x31 35. 33x22 18x27 36.
26x37 17-22. De volgende opbouw
fase is door mij zwak gespeeld.
37. 42-38 4-9 38. 38-32 27x38 39.
43x32 9-14 40. 36-31 13-18 41. 45-40
14-19 42. 24x13 8x19! 43. 29-23
18x29 44. 34x14 20x9 45. 39-33.
45 32-27 22-28 46. 49-43 15-20 47.
43-38 20-24 48. 40-34 (AB) 24-30 49.
38-33 30-35 50. 33x22 25-30 51.
34x25 35-40 levert een benauwde
remise op. A 48. 38-32 28-33 49.
39x28 25-30 is ook remise. B 48. 38-
33 25-30 49. 33x22 30-35 geeft al
eveneens remise.
45. 2-8 46. 32-28 11-17 47. 37-32
15-20 48. 28-23.
Een lelijke misrekening: 48... 17-
21 49 23-18? 22x13. Nu pas ziet
Gantwarg dat 50. 31-26 verhinderd
is door 20-24 51. 26x17 8-12 52.
17x30 25x'45 met winst.
50. 33-28 8-12!? Sterker is 50.
13-18 wat zowel 31-26 als 31-27
verhindert. Op 51. 31-26 volgt 20-24
52. 26x17 8-12! 53. 17x8 9-13 54.
8x30 25x45 met winst. Op 51. 31-27
8-12! 52. 27x16 19-23 53. 28x19 20-
24 54. 19x30 25x45 55. 16-11 12-17
56. 11x22 45-50 en wint.
In enkele andere rubrieken is aan
gegeven dat zwart na 50.13-18
gewonnen zou staan, maar dat is
niet waar, getuige de volgende
fraaie remise-variant: 51. 40-34 8-
12 (A) 52. 31-27 21-26 53. 28-22 9-
13 54. 22-17 12x21 55. 27x16 18-22
56. 32-28 22x33 57. 16-11 33-38 58.
11-7 38-43 59. 7-2 13-18 60. 2-7 18-
22 61. 7-29! 42-48 62. 29x15 48x30
63. 15-4! 22-28 64. 4-10 28-33 65.
10-15 33-39 66. 15-4!! waarna remi
se niet meer is te vermijden. Deze
variant heb ik vrijwel direct na de
partij aan eindspelkenner Leo
Springer laten zien, een juweel van
een remise. Misschien is het raad
zaam, om voor publikatie van een
partij, deze eerst even door te ne
men met de betreffende spelers. A.
51. 9-13 52. 31-26 18-22 53.
28x17 21x12 54. 26-21 en ook nu is
er een remisestand ontstaan.
51. 28-22 12-18 52. 32-27 21x32 53.
22-17 32-28 54. 17-11 38-42 55. 11-7
13-19 56. 7-1 19-23 57. 31-27 42-47
58. 27-22 18x27 59. 1x15 27-32 60.
15-10.
Remise. Een interessante partij,
waarin ik in het middenspel betere
kansen heb laten liggen. Vlekkeloos
is er bepaald niet gespeeld. Her
haaldelijk heeft één van ons posi
tiefoutjes gemaakt, wat wel blijkt
uit het heen en Weer schommelen
van de kansen.
FRANK DROST
I