HAAR OGEN WAREN VRAGEND IN DE ZIJNE 3NZIN 3VER )NS .AND Pop op de plaat Pij zijn rijk gezegend met kinderen, leven zeer regelmatig n de haringvisserij bracht Amsterdam tot rijkdom Duderwetse meisjesboeken worden in 'eigentijds jasje' opnieuw uitgegeven UCMU/KHimXo Beste plaat van Harry Lennon L4/1 OUW/KWARTET ZATERDAG 5 OKTOBER 1974 BINNENLAND T17/K17 MSTERDAM 'Haar ogen waren vragend in de zijne.' Met een snelle be- eging boog hjj zich naar haar over. 'Ik vraag me maar een ding af' zei hij ficht. 'Wat dan?'. Hij boog zich dichter naar haar toe.'Alleen maar of je nu j 't vervolg met al je moeilijkheden bij mij zult komen'. Miek glimlachte ren. Toen met haar ogen vast in de zijne, zei ze 'Als ik bij jou ben, bestaan i' voor mij geen moeilijkheden meer'. I besloot de schrijfster Sanne van ivelte zo'n 35 jaar geleden een n haar vele meisjesboeken. Het s 'Mieks moeilijkheden.' In die en ook later nog werden haar teken voor het oudere meisje' rkelijk verslonden. Titels als anna's vlucht.' 'Ietje's honger- 'Het ene talent' en 'Hun ïeim' waren in die tijd bijna >n bekend als de Joop ter Heul- :ie. Maar terwijl de liefde voor >sy van Marxveldt's boeken de door eigenlijk even groot •ef (er verschenen steeds her- ïkken van haar werk), hoorde je laatste tien jaar niet meer veel Sanne van Havelte. ch bleef er klaarblijkelijk een iep mensen, die bij bibliotheken in de boekhandel naar haar iken bleef vragen, want onlangs ;ft uitgeverij Van Holkema en irendorf besloten haar hele werk 'n vijftien boeken) opnieuw uit geven. 'Miek's moeilijkheden' en in geheim' zijn de eerste twee mplaren uit deze serie, gelijkertijd komt bij dezelfde uit- rerij een nog veel ouder boek ug in het assortiment: 'Duike rtje' van mevrouw G. van Nes- kens. Dit boek. dat voor het st in 1925 of 1926 verscheen, en door heel wat moeders van nu hun vroege jaren gelezen is, eeft hierdoor z'n 28-ste druk. pel Sanne van Havelte als me- uw Van Nes zijn al jaren over- sn. ïwaar die opgeleefde belangstel voor deze toch wel min of er ouderwetse boeken? [verkocht is op het ogenblik weer veel ag naar ouderwetse romantiek, kregen hier bij de uitgeverij uwens nog steeds verzoeken om ken van Sanne van Havelte. ar die waren al lang en breed 'erkocht. Daarom hebben we be en haar hele serie meisjesboe- opnieuw te gaan uitgeven. Met ikelaartje' van mevrouw Van lag dat wat anders: iemand ons kantoor zag dat boek ens in zijn boekenkast staan en :ht dat het wel leuk zou zijn ook opnieuw uit te geven', aldus een irdvoerdster van de uitgeverij, laar dus drie ouderwetse boe- in een eigentijds jasje gesto- iwnaar met een geheel ongewij de inhoud (in de boeken van ne van Havelte ploffen school- sjes nog hijgend neer op de ten banken van een derde klas pé). Alleen in het boek van •rouw Van Nes is wat veranderd de spelling (de -sch's zijn weg- iten en wat al te langdradige ïen zijn wat ingekort), maar Ier bleef ook hier alles bij het e. vind het leuk, dat tante's boe- opnieuw worden uitgegeven. De ste jaren hoorden we er niet door Cisca Dresselhuys verloving in de lucht, maar dat is om de een of andere reden niet doorgegaan. Daarna bleef ze alleen, altijd de lieve tante voor haar neefjes en nichtjes. Misschien heeft het feit dat ze zelf ongetrouwd is gebleven, wel meegewerkt aan de romantische visie, die ze altijd heeft gehouden op liefde en huwe lijk', zegt haar neef. Wegzwijmelen Sanne van Havene veel meer van. Ik was oang, dai die hele zaak een beetje doodgebloed RoVSltiSS was en dat langzamerhand nie mand meer wist wie Sanne van Havelte eigenlijk was' vertelt haar neef, de heer H. G. van Hamersvelt uit Rotterdam, die namens de erf genamen de zaken met betrekking tot de nalatenschap van zijn tante beheert. 'Ik ben zelf niet zo romantisch meer, dus haar boeken spreken me niet zo direct aan, maar ik kan me wel voorstellen dat meisjes van een jaar of zeventien wegzwijmelen bij het lezen ervan. Er zit in haar werk iets van een geborgenheid, een ge zelligheid, die op het ogenblik de mensen klaarblijkelijk weer aan spreekt', meent hij. Totdat tante Sanne in 1968 op 79- jarige leeftijd overleed in Huis ter Heide, waar ze een klein eigen huisje had, kwam hij regelmatig bij haar. 'Het was een schat van een oude dame, heel bescheiden, bijna te goed voor deze wereld, zou ik zeggen. Ze schreef tot vlak voor haar dood, zowel boeken als korte verhalen. Nadat haar ouders waren overleden, is zij erg veel gaan rei zen, naar Zuid-Afrika, Israël en alle mogelijke andere landen. Ze was een terrasjes-mens. Ze zat, wanneer ze op reis was, altijd op terrassen met haar ogen en oren wijdopen. In haar boeken vind je erg veel van die reiservaringen terug.' q'f ai'a'fo fao afgfo f nTafa'|ó j '&M Notarisdochter Sanne van Havelte heette in wer kelijkheid Suzanna van Hamersvelt en werd in 1889 in Zoetermeer geboren als dochter van een nota ris. Zij had vier broers. Toen zij van school kwam, volgde ze een opleiding tot apothekers-assistente (een beroep, dat de meisjes in haar boeken ook nogal eens uitoefenen), maar kwam eigenlijk niet aan wer ken buitenshuis toe, omdat ze als enige dochter haar ouders moest verzorgen. Dat heeft ze gedaan tot haar 45-ste jaar. Toen overleden de ouders en bleef ze alleen achter. Ze heeft daarna een tijdje als apothe kers-assistente gewerkt, maar ging al gauw van haar lijfrente leven. Ze begon toen te reizen en te schrijven, eerst korte verhalen voor damesbladen, en later meisjesboe ken. 'Ze is zelf nooit getrouwd geweest. Een keer, ik denk zo op haar acht tiende of negentiende, zat er een Samen met vier andere familiele den krijgt de heer Van Hamersvelt jaarlijks de royalties uitgekeerd over de van zijn tante verkochte boeken. "Een jaar of zes geleden was dat nog altijd zo'n negenhon derd gulden per man, maar dat is de laatste jaren snel teruggelopen. Haar boeken waren allemaal uit verkocht, dus de zaak liep eigenlijk helemaal terug. Ach dat geld kan me eigenlijk niet zoveel schelen, ik vind het vooral leuk voor tante's nagedachtenis, dat haar boeken nu weer in de handel komen', besluit hij. Ook de kinderen van mevrouw G. van Nes-Uilkens vinden het leuk, dat hun moeders bekendste boek 'Duikelaartje' weer herdrukt wordt. 'Ik vind dat boek nu ik zelf wat ouder ben, eigenlijk veel aardiger, dan toen ik het las, toen moeder het pas geschreven had. Als dochter kun je zoiets toch nooit objectief lezen. Je denkt al gauw: wat aan stellerig dat mijn moeder zoiets schrijft. Je vindt het maar eng, wanneer ze bepaalde emoties be schrijft. want je vriendinnen kun nen dat immers ook allemaal lezen en het misschien wel gek vinden. Wanneer je wat ouder wordt, ver dwijnen dat soort overwegingen en ben je beter in staat te beoordelen eigentijds jasje.. hoe je zo'n boek van je moeder nu eigenlijk vindt', vertelt de oudste dochter van mevrouw Van Nes, me vrouw mr. A. W. Ebbinge-van Nes uit Almelo. Haar moeder stierf in 1952 op 74- jarige leeftijd. 'Moeder was een schat van een mens. Ik mis haar eigenlijk nog dagelijks. Je kon als kind alles met haar bespreken/Dat was vroeger echt wel een uitzonde ring. Toen werd er nog niet zoveel behandeld door ouders én kinderen. Ik weet nog dat mijn man, toen hij mij pas kende met zijn oren stond te klapperen, wanneer hij hoorde wat wij met moeder bespraken. Dat was hij thuis niet gewend. Moeder is eigenlijk pas gaan schrijven op haar dertigste jaar, nadat ze ge trouwd was. Voor haar huwelijk was ze onderwijzeres in Apeldoorn, maar met haar trouwen hield ze gelijk op met werken. Ja, zo was dat toen. Ze is toen gaan schrijven: in schoolschriften op de punt van de huiskamertafel. Ik zie haar nog zitten.altijd, als wij uit school kwamen, zat ze daar met haar schriften voor zich. In het begin schreef ze verhalen. Ze heeft toen eens een keer een tientje in die dagen een kapitaal gewonnen met een verhaal in een tijdschrift. Wat vond ze dat prachtig. In haar eerste boeken 'De jeugd van de Bergmannetjes' en 'Het ver laten eibersnest' beschrijft ze voor een groot deel haar eigen jeugd als domineesdochter op het Groningse platteland. Ik vind dat ze dat heel aardig heeft gedaan. Ja, er zijn van die dingen in haar boeken, die wij Mevrouw G. van Nes-Uilkens niet meer zo waarderen bijvoor beeld die ellenlange beschrijvingen van zonsondergangen, dorpswegge tjes enzovoort. Dat is zo opstelach tig. Maar ja, dat vonden ze in die tijd een bewijs van echte schrijf kunst. Ze heeft bijna tot aan haar dood in 1952 geschreven en altijd in die schoolschriften aan de huis kamertafel. Ik heb zelden iemand zo gewoon zien doen over het schrijven van boeken', vertelt me vrouw Ebbinge. 'Omdat ze als kind een arme jeugd gehad had (haar vader verdiende niet veel als dominee, waarom haar moeder meisjes in huis nam), kon ze ook in haar latere leven, toen alles financieel minder krap was, maar heel moeilijk geld voor zich zelf uitgeven. Ze zag er altijd ncgai ouderwets uit, dat vonden wij als dochters verschrikkelijk. Maar ze vond alles voor zichzelf veel te gauw een luxe. Wij moesten haar soms echt dwingen zich eens wat moderner te kleden', aldus me vrouw Ebbinge. 'Moeder was haar hele leven stapel gek op lezen, vooral op Dickens en Jerome (Drie mannen in een boot). Ik weet nog dat ze mij als achtjarig meisje altijd Dickens voorlas. Ze heeft me er voorgoed het plezier in Dickens' boeken mee ontnomen. Maar ze was er zelf zo gek op, dat ze ook haar kinderen die liefde wilde bijbrengen. Maar ja, een kind van acht, is niet zo gevoelig voor Dickens' beschrijvingen van toe standen en zijn humor.' Volgens mevrouw Ebbinge is het niet zo gek, dat er nu na al die jaren weer belangstelling bestaat voor haar moeders boeken. 'Er is een trend om terug te grijpen in het verleden. Dat zie je in de mode. de woninginrichting en ook in de literatuur. Ik denk. dat in de boeken van mijn moeder, die heus niet over-romantisch zijn, de ge borgenheid van het gezin erg aan spreekt.' Dr Jan Brokken Petite geographic des Pays-Bas IECHT Het ergert iedere rechtgeaarde Nederlander bovenmatig: zodra hij in het buitenland it moet hij verhalen aanhoren over Hollanders die op klompen lopen en over Nederland dat rijk orden is door de bloembollenteelt. ar die Duitsers of Amerikanen of Fransen die onzin vandaan halen, vragen wij ons minder vaak Welnu, dat vervormde beeld van Nederland krijgen zij meestal op de lagere en middelbare school de paplepel ingegoten. Want in de buitenlandse schoolboekjes worden de stompzinnigste dingen ons land geschreven. paar willekeurig gekozen voorbeelden: Nederlanders gaan graag bij elkaar op bezoek, gewoonte hangt samen met de sterke familie van de Nederlanders. Men is er rijk gezegend kinderen. Talrijke gezinnen hebben er zes of Bovendien rekent men zwagers, schoonouders, en tantes, neefjes en nichtjes tot de nauwe lliekring. De familie is goed met elkaar bevriend toen gaat regelmatig bij elkaar op bezoek. Deze >onte beïnvloedt zelfs de financiële situatie van iederlandse Spoorwegen, die tot de weinige spoor- to in de wereld behoren die winst maken. Men wel zegen oat heel Nederland én grote familie faarvan altijd het ene deel onderweg is voor een ek aan het andere.' Dit staat in een Duits olboek dat in 1971 verscheen. Afgezien van de voorstelling van zaken: de NS maken sinds 1965 winst meer. ien draagt er klompen omdat het grootste deel ae bodem altijd vochtig is, en klompen water- t zijn. Men kan weliswaar met klompen niet hard lopen, maar een Hollander leeft zeer regelmatig. Hij gaat vroeg genoeg weg zodat hij niet hard hoeft te lopen.' Het staat in een Duits schoolboek dat in 1967 verscheen. f 'Amsterdam is de hoofdstad van de provincie Hol land. De haringvisserij heeft Amsterdam tot rijkdom gebracht.' Uit een Frans schoolboek, 1967. 'In Nederland regent het 125 tot 150 dagen per jaar, en de hemel is altijd bewolkt, de atmosfeer is vochtig. Een dergelijk klimaat maakt een snelle groei van het gras mogelijk, maar verplicht r.e huisvrouwen ook tot rigoreuze netheid teneinde schimmel en roest uit hun huizen te weren.' Hetzelfde Franse leerboek. 'De rivieren in Nederland storten zich door enorme siuizen in de zee. Bij opkomende vloed worden de smizen gesloten. De Waterstaat wil met het zoge naamde Deltaplan de mondingen van de Rijn. de Maas en de Schelde door dijken afsluiten.' Frans leerboek uit 1967. 'De katholieken vormden in Nederland een min derheid Terwijl de protestanten tot geboorte-controle overgingen, overbrugden de katholieken snel de kloof. Nu sporen de protestantse politici hun geloofsgenoten weer aan om meer kinderen te krijgen. Ironisch genoeg gaat in het dichtstbevolkte land van Europa de voortplantings-race nog steeds door.' Dit verhaal staat in een Amerikaans schoolboek uit 19*71. Centrum We kunnen nog tientallen andere voorbeelden noe men, en dit dankzij het Informatie- en Documenta tiecentrum Geografie van Nederland (IDG) in Utrecht. In dit centrum werken alle Nederlandse universiteiten samen. Het wordt gesubsidieerd door het ministerie van onderwijs en wetenschappen. Tien jaar lang heeft dit centrum fouten in honderden buitenlandse schoolboeken opgespoord. Heeft auteurs verzocht in een volgende druk het één en ander recht te zetten. Bevredigen deed dit werk de initiatiefneemster van dit bureau, dr. H. S. Verduin-Muller, en de manager van het IDG, drs. H. Meijer, niet helemaal. Want zij waren altijd corrigerend bezig. De heer Meijer: 'En er wordt niet alleen onzin over Nederland geschreven, er wordt niet alleen gebruik gemaakt van cijfermateriaal dat vaak van voor de oorlog dateert, er wordt vooral een geheel verkeerde indruk van Nederland gewekt in die schoolboekjes. De kinderen krijgen een zeer eenzijdig beeld van ons land. Zij denken dat Nederland geheel onder het niveau van de zeespiegel ligt, terwijl slechts éénderde van ons land uit polders bestaat. Wat betreft de landbouw krijgen zij de indruk dat in Nederland alleen aan tuinbouw wordt gedaan, en dan speciaal aan de glastuinbouw en de bollenteelt. Soms is het niet fout wat geschreven wordt, maar springen een aantal unieke Nederlandse dingen, zoals de water staatswerken, er veel te veel uit.' Om die eenzijdige benadering van ons land enigszins te doorbreken moest het IDG preventief te werk gaan. De medewerkers van het bureau besloten daarom een boekje samen te stelen, Kleine Geografie van Neder land, aat een evenwichtig beeld van ons land geeft. Behalve aan de tekst is zeer veel aandacht besteed aan het kaartenmateriaal. Dit boekje werd in elf talen vertaald, tot het Japans toe, en werd naar tal van uitgevers en auteurs in het buitenland toegestuurd. In Frankrijk werd deze Kleine Geografie zo goed ontvan gen dat de overheid besloot het boekje in z'n geheel bij het midelbare onderwijs te gebruiken. Bovendien begeleidt het bureau auteurs van school boeken die in Nederland op bezoek komen. Mevrouw Verduin: 'Zo hadden wij hier laatst een Engelsman op bezoek die een boekje over de Randstad wilde schrij ven. Wij hebben hem allerlei boeken over de Rand stad gegeven en wij hebben hem een dag rondgeleid. Her resultaat is dat er nu in Engeland een zeer nandzaam en informatief boek over de Randstad is verschenen.' 'Toen wij ons tienjarig bestaan vierden, hebben wij dertig auteurs uit elf landen twee dagen door Neder land rondgeleid. Tijdens dexe excursie konden tal van misverstanden weggenomen worden. Bovendien kwam er een goed contact tot stand tussen de auteurs. Een Duitser en een Zwitser spraken bijvoorbeeld af dat zij eikaars manuscripten voortaan zouden corrigeren.' Toch is een aantal misverstanden over ons land moeilijk weg te nemen. Aan de ene kant komt dat door de toeristenindustrie die Nederland nu eenmaal blijft verkopen als het land van de molens en de bloembollen. Bovendien idealiseren de buitenlanders die Nederland bezoeken het pittoreske karakter van ons land maar al te graag. Zij gaan voorbij aan het feit dat Rotterdam de grootste haven ter wereld is, dat het in het Rijnmondgebied stinkt en dat in de Bijlmermeer of in Utrecht-Hoog Catharijne niet veel meer van het pittoreske terug te vinden is. Maar ook door andere oorzaken blijven misverstanden op de been. De ideologie bijvoorbeeld. Mevrouw Verduin: 'In de Oostduitse schoolboekjes wordt onze koningin nog altijd afgeschilderd als een vrouw die het helemaal alleen voor het zeggen heeft. Een steenrijke vrouw bovendien, die de Koninklijke Shell geheel in bezit heeft. Zulke onjuiste feiten krijg je moeilijk uit een schoolboekje. Hoewel wij nu toch een verzoek uit Oost-Berlijn om meer informatie hebben gekregen.' In het buitenland worden de verrichtingen van het IDG met belangstelling gadegeslagen. Mevrouw Ver duin, voorzitster van de Raad van Beheer van het bureau: 'In West-Duitsland en in Zweden wil men ook graag zo'n bureau oprichten. Maar in andere landen schijnt dat niet zo gemakkelijk te gaan als in Nederland. In West-Duitsland worden onderwijs-za- xen bijvoorbeeld door de Lander behartigd. De Bonds regering weigert een dergelijk documentatiecentrum te financieren. In België speelt, het taalprobleem, in Zwitserland de onafhankelijkheid van de kantons. Daarom komen in andere landen dergelijke instituten moeilijk van de grond. Toch hebben wij dit centrum pas opgericht nadat de Raad van Europa een aanbe veling in deze had gedaan.' Hard nodig Documentatiecentra als het Utrechtse IDG zijn echter ook in andere landen hard nodig. Want Nederlanders mogen het dan niet leuk vinden dat éénzijdig over hun land wordt geschreven, de Zwltsérs vinden het bijvoorbeeld ook niet leuk dat in het buitenland alleen maar over de Alpen wordt gemeierd. Mevrouw Verduin: 'Vorig jaar hebben wij een confe rentie georganiseerd tussen Duitse en Nederlandse auteurs van schoolboeken. Nadat de Nederlanders veel kritiek hadden geleverd op de Duitse boekjes, nam een Duitser het woord. Hij kon redelijk Nederlands lezen en hij was in onze schoolboeken tal van onjuistheden over Duitsland tegengekomen. Boven dien oordeelde hij dat West-Duitsland in de Neder landse schoolboeken wel heel eenzijdig behandeld werd.' Wanneer ook in het buitenland documentatiecentra zulen worden opgericht, en wanneer deze instituten even vakkundig en enthousiast te werk zullen gaan als het Utrechtse IDG, zal er misschien in een heel verre toekomst nog eens een einde komen aan alle vooroordelen en onjuistheden die buitenlanders over ons land verkondigen, en die Nederlanders over ande re landen vertellen. door Willem-Jan Martin Nadat eerder de internationale gedachte in praktijk werd gebracht via incidentele samenwerkingsverbanden tussen de Amerikaan Harry Nilsson en de beide voormalige Beatles Ringo Star en George Harison, heeft diezelfde Nilsson kortgeleden nu ook bezoek gekreen van John Lennon teneinde de reeds van '68 daterende vriendschappelijke contacten om te zetten in een gecombineerde inspanning het popwezen met enige kwaliteit te verrijken. Het resultaat: de elpee Pussy Cats (RCA CPL 1- 0570 Stereo), gezongen en van enige niet zo heel sterke composities voorzien door Nilsson, geproduceerd en voor het overgrote deel gearrangeerd door Lennon. Hoewel, zoals gezegd, het product van een Anglo- Amerikaanse tandem, is het vooral John Lennon, die Pussy Cats zijn merkteken meegeeft, dat wil zeggen zeer veel nadrukkelijker dan men normaal uit de aktivitelten van een producer-arrangeur zou kunnen afleiden. Nilsson verschijnt hier vrijwel uitsluitend als voertuig voor de creatieve invallen van Lennon, hetgeen af en toe zelfs zo ver gaat, dat N. een perfect gelijkende Lennoniaanse keel opzet, wat op zijn beurt voor de nodige verwarring zorgt: slechts een bezoek aan het binnenste van de luidsprekers wijst uit. dat het fantasties gearrangeerde openingsnummer Many Rivers To Cross (let op Lennons typerende verwerking van de afdeling strijkers plus de even karakteristieke 'slepende' gitaarpartijen, een hartverscheurend duet van Jesse Ed Davis en Dany Kootch) niet door John Lennon maar door Harry Nilsson wordt gezongen. Anderzijds is daar de dubbele dosis echo, bekend van Lennons eigen solo-activiteiten terwijl in de repertoire- keus en -behandeling de voorkeur van De Meester voor onversneden rock roll luid (dat vooral) en duidelijk tot uiting komt (men beluistere daartoe bijvoorbeeld Save The Last Dance For Me, Subterranean Homesick Blues, Mucho Mungo, Loop de Loop en het eveneens niet meer zo heel Jonge Rock Around The Clock). Men kan zijn bezwaren hebben tegen een zo duidelijk overheersen van producer over uitvoerend artiest, maar het is anderzijds echter juist d&t, wat in dit geval de boel meer dan acceptabel maakt. Precies daar, waar Nilsson zich enigszins aan Lennons 'houdgreep' onttrekt, is het resultaat van een fnuikende landerigheid, plakkerige mooizingerij waaraan elke werkelijke inhoud ontbreekt. Nee, als ik mag kiezen, dan toch maar liever voor Nilsson als radertje in de swingende Lennon-machine, hetgeen anders geformuleerd neer komt op de afsluitende constatering, dat Harry Lennon door de bank genomen een beste elpee heeft gemaakt. Fungus Over naar eigen bodem, waar een verrasing wacht in de vorm van de debuut-elpee van de groep Fungus (Negram NR. 102). Verrassend enerzijds door de aandacht voor traditionele vaderlandse volksmuziek (de eerste kant bevat een greep uit ons muzikaal volkseigen, zoals vastgelegd in het NOS Volksliedarchief, en met als bekendste vertegenwoordiger het aan de walvisvaart gewijde Kaap'ren Varen), anderzijds een vooral door de treffende verwerking, die het genre ver boven de mottenballensfeer van Valerius' Ghedenckklanck verheft en haar met behoud van de essentie omvormt tot een alleszins beluisterbaar eigentijds stuk muziek. Sterker geldt dat welicht nog voor de tweede kant. waarop hetzelfde recept werd toegepast op de Engelse traditionele muziek. Eenenander roept onmiddellijk herinneringen op aan de intentie van de welbekende Britse formatie Fairport Convention, maar waar deze groep door het purisme van met name violist Dave Swarbrlck de synthese tussen de vingers zag weglopen, treft Fungus zeer aangenaam door een konsekwent vasthouden aan 'het moderne element' Geen regressief geneuzel, maar fris en vooral gezellig werk dat het wat mij betreft uitstekend doet op herfstachtige achternamiddagen. Het restant van deze week betreft tenslotte When The Eagle Flies door een eindelijk weer eens enigszins geïnspireerd optredende Traffic, Live At The Opera House van de dames Pointer, met eigen backinggroep plus een gigantisch orkest, en de eveneens twee elpees sterke live- opgenomen Zappa-produktie Roxy Elsewhere, waarvan de release samenvalt met het tienjarig bestaan van The Mothers. Proficiat, Jongelui.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 17