HAAR OGEN WAREN VRAGEND IN DE ZIJNE
3NZIN
3VER
)NS
.AND
Pop op
de plaat
Pij zijn rijk gezegend met kinderen, leven zeer regelmatig
n de haringvisserij bracht Amsterdam tot rijkdom
Duderwetse meisjesboeken worden in 'eigentijds jasje' opnieuw uitgegeven
UCMU/KHimXo
Beste plaat
van Harry
Lennon
L4/1
OUW/KWARTET ZATERDAG 5 OKTOBER 1974
BINNENLAND T17/K17
MSTERDAM 'Haar ogen waren vragend in de zijne.' Met een snelle be-
eging boog hjj zich naar haar over. 'Ik vraag me maar een ding af' zei hij
ficht. 'Wat dan?'. Hij boog zich dichter naar haar toe.'Alleen maar of je nu
j 't vervolg met al je moeilijkheden bij mij zult komen'. Miek glimlachte
ren. Toen met haar ogen vast in de zijne, zei ze 'Als ik bij jou ben, bestaan
i' voor mij geen moeilijkheden meer'.
I besloot de schrijfster Sanne van
ivelte zo'n 35 jaar geleden een
n haar vele meisjesboeken. Het
s 'Mieks moeilijkheden.' In die
en ook later nog werden haar
teken voor het oudere meisje'
rkelijk verslonden. Titels als
anna's vlucht.' 'Ietje's honger-
'Het ene talent' en 'Hun
ïeim' waren in die tijd bijna
>n bekend als de Joop ter Heul-
:ie. Maar terwijl de liefde voor
>sy van Marxveldt's boeken de
door eigenlijk even groot
•ef (er verschenen steeds her-
ïkken van haar werk), hoorde je
laatste tien jaar niet meer veel
Sanne van Havelte.
ch bleef er klaarblijkelijk een
iep mensen, die bij bibliotheken
in de boekhandel naar haar
iken bleef vragen, want onlangs
;ft uitgeverij Van Holkema en
irendorf besloten haar hele werk
'n vijftien boeken) opnieuw uit
geven. 'Miek's moeilijkheden' en
in geheim' zijn de eerste twee
mplaren uit deze serie,
gelijkertijd komt bij dezelfde uit-
rerij een nog veel ouder boek
ug in het assortiment: 'Duike
rtje' van mevrouw G. van Nes-
kens. Dit boek. dat voor het
st in 1925 of 1926 verscheen, en
door heel wat moeders van nu
hun vroege jaren gelezen is,
eeft hierdoor z'n 28-ste druk.
pel Sanne van Havelte als me-
uw Van Nes zijn al jaren over-
sn.
ïwaar die opgeleefde belangstel
voor deze toch wel min of
er ouderwetse boeken?
[verkocht
is op het ogenblik weer veel
ag naar ouderwetse romantiek,
kregen hier bij de uitgeverij
uwens nog steeds verzoeken om
ken van Sanne van Havelte.
ar die waren al lang en breed
'erkocht. Daarom hebben we be
en haar hele serie meisjesboe-
opnieuw te gaan uitgeven. Met
ikelaartje' van mevrouw Van
lag dat wat anders: iemand
ons kantoor zag dat boek
ens in zijn boekenkast staan en
:ht dat het wel leuk zou zijn ook
opnieuw uit te geven', aldus een
irdvoerdster van de uitgeverij,
laar dus drie ouderwetse boe-
in een eigentijds jasje gesto-
iwnaar met een geheel ongewij
de inhoud (in de boeken van
ne van Havelte ploffen school-
sjes nog hijgend neer op de
ten banken van een derde klas
pé). Alleen in het boek van
•rouw Van Nes is wat veranderd
de spelling (de -sch's zijn weg-
iten en wat al te langdradige
ïen zijn wat ingekort), maar
Ier bleef ook hier alles bij het
e.
vind het leuk, dat tante's boe-
opnieuw worden uitgegeven. De
ste jaren hoorden we er niet
door Cisca Dresselhuys
verloving in de lucht, maar dat is
om de een of andere reden niet
doorgegaan. Daarna bleef ze alleen,
altijd de lieve tante voor haar
neefjes en nichtjes. Misschien heeft
het feit dat ze zelf ongetrouwd is
gebleven, wel meegewerkt aan de
romantische visie, die ze altijd
heeft gehouden op liefde en huwe
lijk', zegt haar neef.
Wegzwijmelen
Sanne van Havene
veel meer van. Ik was oang, dai die
hele zaak een beetje doodgebloed RoVSltiSS
was en dat langzamerhand nie
mand meer wist wie Sanne van
Havelte eigenlijk was' vertelt haar
neef, de heer H. G. van Hamersvelt
uit Rotterdam, die namens de erf
genamen de zaken met betrekking
tot de nalatenschap van zijn tante
beheert.
'Ik ben zelf niet zo romantisch
meer, dus haar boeken spreken me
niet zo direct aan, maar ik kan me
wel voorstellen dat meisjes van een
jaar of zeventien wegzwijmelen bij
het lezen ervan. Er zit in haar werk
iets van een geborgenheid, een ge
zelligheid, die op het ogenblik de
mensen klaarblijkelijk weer aan
spreekt', meent hij.
Totdat tante Sanne in 1968 op 79-
jarige leeftijd overleed in Huis ter
Heide, waar ze een klein eigen
huisje had, kwam hij regelmatig bij
haar. 'Het was een schat van een
oude dame, heel bescheiden, bijna
te goed voor deze wereld, zou ik
zeggen. Ze schreef tot vlak voor
haar dood, zowel boeken als korte
verhalen. Nadat haar ouders waren
overleden, is zij erg veel gaan rei
zen, naar Zuid-Afrika, Israël en alle
mogelijke andere landen. Ze was
een terrasjes-mens. Ze zat, wanneer
ze op reis was, altijd op terrassen
met haar ogen en oren wijdopen.
In haar boeken vind je erg veel
van die reiservaringen terug.'
q'f ai'a'fo fao afgfo f nTafa'|ó j
'&M
Notarisdochter
Sanne van Havelte heette in wer
kelijkheid Suzanna van Hamersvelt
en werd in 1889 in Zoetermeer
geboren als dochter van een nota
ris. Zij had vier broers. Toen zij
van school kwam, volgde ze een
opleiding tot apothekers-assistente
(een beroep, dat de meisjes in haar
boeken ook nogal eens uitoefenen),
maar kwam eigenlijk niet aan wer
ken buitenshuis toe, omdat ze als
enige dochter haar ouders moest
verzorgen. Dat heeft ze gedaan tot
haar 45-ste jaar. Toen overleden de
ouders en bleef ze alleen achter. Ze
heeft daarna een tijdje als apothe
kers-assistente gewerkt, maar ging
al gauw van haar lijfrente leven.
Ze begon toen te reizen en te
schrijven, eerst korte verhalen voor
damesbladen, en later meisjesboe
ken.
'Ze is zelf nooit getrouwd geweest.
Een keer, ik denk zo op haar acht
tiende of negentiende, zat er een
Samen met vier andere familiele
den krijgt de heer Van Hamersvelt
jaarlijks de royalties uitgekeerd
over de van zijn tante verkochte
boeken. "Een jaar of zes geleden
was dat nog altijd zo'n negenhon
derd gulden per man, maar dat is
de laatste jaren snel teruggelopen.
Haar boeken waren allemaal uit
verkocht, dus de zaak liep eigenlijk
helemaal terug. Ach dat geld kan
me eigenlijk niet zoveel schelen, ik
vind het vooral leuk voor tante's
nagedachtenis, dat haar boeken nu
weer in de handel komen', besluit
hij.
Ook de kinderen van mevrouw G.
van Nes-Uilkens vinden het leuk,
dat hun moeders bekendste boek
'Duikelaartje' weer herdrukt wordt.
'Ik vind dat boek nu ik zelf wat
ouder ben, eigenlijk veel aardiger,
dan toen ik het las, toen moeder
het pas geschreven had. Als dochter
kun je zoiets toch nooit objectief
lezen. Je denkt al gauw: wat aan
stellerig dat mijn moeder zoiets
schrijft. Je vindt het maar eng,
wanneer ze bepaalde emoties be
schrijft. want je vriendinnen kun
nen dat immers ook allemaal lezen
en het misschien wel gek vinden.
Wanneer je wat ouder wordt, ver
dwijnen dat soort overwegingen en
ben je beter in staat te beoordelen
eigentijds jasje..
hoe je zo'n boek van je moeder nu
eigenlijk vindt', vertelt de oudste
dochter van mevrouw Van Nes, me
vrouw mr. A. W. Ebbinge-van Nes
uit Almelo.
Haar moeder stierf in 1952 op 74-
jarige leeftijd. 'Moeder was een
schat van een mens. Ik mis haar
eigenlijk nog dagelijks. Je kon als
kind alles met haar bespreken/Dat
was vroeger echt wel een uitzonde
ring. Toen werd er nog niet zoveel
behandeld door ouders én kinderen.
Ik weet nog dat mijn man, toen hij
mij pas kende met zijn oren stond
te klapperen, wanneer hij hoorde
wat wij met moeder bespraken. Dat
was hij thuis niet gewend. Moeder
is eigenlijk pas gaan schrijven op
haar dertigste jaar, nadat ze ge
trouwd was. Voor haar huwelijk
was ze onderwijzeres in Apeldoorn,
maar met haar trouwen hield ze
gelijk op met werken. Ja, zo was
dat toen. Ze is toen gaan schrijven:
in schoolschriften op de punt van
de huiskamertafel. Ik zie haar nog
zitten.altijd, als wij uit school
kwamen, zat ze daar met haar
schriften voor zich. In het begin
schreef ze verhalen. Ze heeft toen
eens een keer een tientje in die
dagen een kapitaal gewonnen
met een verhaal in een tijdschrift.
Wat vond ze dat prachtig.
In haar eerste boeken 'De jeugd
van de Bergmannetjes' en 'Het ver
laten eibersnest' beschrijft ze voor
een groot deel haar eigen jeugd als
domineesdochter op het Groningse
platteland. Ik vind dat ze dat heel
aardig heeft gedaan. Ja, er zijn van
die dingen in haar boeken, die wij
Mevrouw G. van Nes-Uilkens
niet meer zo waarderen bijvoor
beeld die ellenlange beschrijvingen
van zonsondergangen, dorpswegge
tjes enzovoort. Dat is zo opstelach
tig. Maar ja, dat vonden ze in die
tijd een bewijs van echte schrijf
kunst. Ze heeft bijna tot aan haar
dood in 1952 geschreven en altijd
in die schoolschriften aan de huis
kamertafel. Ik heb zelden iemand
zo gewoon zien doen over het
schrijven van boeken', vertelt me
vrouw Ebbinge.
'Omdat ze als kind een arme jeugd
gehad had (haar vader verdiende
niet veel als dominee, waarom haar
moeder meisjes in huis nam), kon
ze ook in haar latere leven, toen
alles financieel minder krap was,
maar heel moeilijk geld voor zich
zelf uitgeven. Ze zag er altijd ncgai
ouderwets uit, dat vonden wij als
dochters verschrikkelijk. Maar ze
vond alles voor zichzelf veel te
gauw een luxe. Wij moesten haar
soms echt dwingen zich eens wat
moderner te kleden', aldus me
vrouw Ebbinge.
'Moeder was haar hele leven stapel
gek op lezen, vooral op Dickens en
Jerome (Drie mannen in een boot).
Ik weet nog dat ze mij als achtjarig
meisje altijd Dickens voorlas. Ze
heeft me er voorgoed het plezier in
Dickens' boeken mee ontnomen.
Maar ze was er zelf zo gek op, dat
ze ook haar kinderen die liefde
wilde bijbrengen. Maar ja, een kind
van acht, is niet zo gevoelig voor
Dickens' beschrijvingen van toe
standen en zijn humor.'
Volgens mevrouw Ebbinge is het
niet zo gek, dat er nu na al die
jaren weer belangstelling bestaat
voor haar moeders boeken.
'Er is een trend om terug te grijpen
in het verleden. Dat zie je in de
mode. de woninginrichting en ook
in de literatuur. Ik denk. dat in de
boeken van mijn moeder, die heus
niet over-romantisch zijn, de ge
borgenheid van het gezin erg aan
spreekt.'
Dr Jan Brokken
Petite geographic des Pays-Bas
IECHT Het ergert iedere rechtgeaarde Nederlander bovenmatig: zodra hij in het buitenland
it moet hij verhalen aanhoren over Hollanders die op klompen lopen en over Nederland dat rijk
orden is door de bloembollenteelt.
ar die Duitsers of Amerikanen of Fransen die onzin vandaan halen, vragen wij ons minder vaak
Welnu, dat vervormde beeld van Nederland krijgen zij meestal op de lagere en middelbare school
de paplepel ingegoten. Want in de buitenlandse schoolboekjes worden de stompzinnigste dingen
ons land geschreven.
paar willekeurig gekozen voorbeelden:
Nederlanders gaan graag bij elkaar op bezoek,
gewoonte hangt samen met de sterke familie
van de Nederlanders. Men is er rijk gezegend
kinderen. Talrijke gezinnen hebben er zes of
Bovendien rekent men zwagers, schoonouders,
en tantes, neefjes en nichtjes tot de nauwe
lliekring. De familie is goed met elkaar bevriend
toen gaat regelmatig bij elkaar op bezoek. Deze
>onte beïnvloedt zelfs de financiële situatie van
iederlandse Spoorwegen, die tot de weinige spoor-
to in de wereld behoren die winst maken. Men
wel zegen oat heel Nederland én grote familie
faarvan altijd het ene deel onderweg is voor een
ek aan het andere.' Dit staat in een Duits
olboek dat in 1971 verscheen. Afgezien van de
voorstelling van zaken: de NS maken sinds 1965
winst meer.
ien draagt er klompen omdat het grootste deel
ae bodem altijd vochtig is, en klompen water-
t zijn. Men kan weliswaar met klompen niet hard
lopen, maar een Hollander leeft zeer regelmatig. Hij
gaat vroeg genoeg weg zodat hij niet hard hoeft te
lopen.' Het staat in een Duits schoolboek dat in 1967
verscheen.
f 'Amsterdam is de hoofdstad van de provincie Hol
land. De haringvisserij heeft Amsterdam tot rijkdom
gebracht.' Uit een Frans schoolboek, 1967.
'In Nederland regent het 125 tot 150 dagen per
jaar, en de hemel is altijd bewolkt, de atmosfeer is
vochtig. Een dergelijk klimaat maakt een snelle groei
van het gras mogelijk, maar verplicht r.e huisvrouwen
ook tot rigoreuze netheid teneinde schimmel en roest
uit hun huizen te weren.' Hetzelfde Franse leerboek.
'De rivieren in Nederland storten zich door enorme
siuizen in de zee. Bij opkomende vloed worden de
smizen gesloten. De Waterstaat wil met het zoge
naamde Deltaplan de mondingen van de Rijn. de
Maas en de Schelde door dijken afsluiten.' Frans
leerboek uit 1967.
'De katholieken vormden in Nederland een min
derheid Terwijl de protestanten tot geboorte-controle
overgingen, overbrugden de katholieken snel de kloof.
Nu sporen de protestantse politici hun geloofsgenoten
weer aan om meer kinderen te krijgen. Ironisch
genoeg gaat in het dichtstbevolkte land van Europa
de voortplantings-race nog steeds door.' Dit verhaal
staat in een Amerikaans schoolboek uit 19*71.
Centrum
We kunnen nog tientallen andere voorbeelden noe
men, en dit dankzij het Informatie- en Documenta
tiecentrum Geografie van Nederland (IDG) in
Utrecht. In dit centrum werken alle Nederlandse
universiteiten samen. Het wordt gesubsidieerd door
het ministerie van onderwijs en wetenschappen.
Tien jaar lang heeft dit centrum fouten in honderden
buitenlandse schoolboeken opgespoord. Heeft auteurs
verzocht in een volgende druk het één en ander recht
te zetten.
Bevredigen deed dit werk de initiatiefneemster van
dit bureau, dr. H. S. Verduin-Muller, en de manager
van het IDG, drs. H. Meijer, niet helemaal. Want zij
waren altijd corrigerend bezig.
De heer Meijer: 'En er wordt niet alleen onzin over
Nederland geschreven, er wordt niet alleen gebruik
gemaakt van cijfermateriaal dat vaak van voor de
oorlog dateert, er wordt vooral een geheel verkeerde
indruk van Nederland gewekt in die schoolboekjes. De
kinderen krijgen een zeer eenzijdig beeld van ons
land. Zij denken dat Nederland geheel onder het
niveau van de zeespiegel ligt, terwijl slechts éénderde
van ons land uit polders bestaat. Wat betreft de
landbouw krijgen zij de indruk dat in Nederland
alleen aan tuinbouw wordt gedaan, en dan speciaal
aan de glastuinbouw en de bollenteelt. Soms is het
niet fout wat geschreven wordt, maar springen een
aantal unieke Nederlandse dingen, zoals de water
staatswerken, er veel te veel uit.'
Om die eenzijdige benadering van ons land enigszins
te doorbreken moest het IDG preventief te werk gaan.
De medewerkers van het bureau besloten daarom een
boekje samen te stelen, Kleine Geografie van Neder
land, aat een evenwichtig beeld van ons land geeft.
Behalve aan de tekst is zeer veel aandacht besteed
aan het kaartenmateriaal. Dit boekje werd in elf talen
vertaald, tot het Japans toe, en werd naar tal van
uitgevers en auteurs in het buitenland toegestuurd. In
Frankrijk werd deze Kleine Geografie zo goed ontvan
gen dat de overheid besloot het boekje in z'n geheel
bij het midelbare onderwijs te gebruiken.
Bovendien begeleidt het bureau auteurs van school
boeken die in Nederland op bezoek komen. Mevrouw
Verduin: 'Zo hadden wij hier laatst een Engelsman op
bezoek die een boekje over de Randstad wilde schrij
ven. Wij hebben hem allerlei boeken over de Rand
stad gegeven en wij hebben hem een dag rondgeleid.
Her resultaat is dat er nu in Engeland een zeer
nandzaam en informatief boek over de Randstad is
verschenen.'
'Toen wij ons tienjarig bestaan vierden, hebben wij
dertig auteurs uit elf landen twee dagen door Neder
land rondgeleid. Tijdens dexe excursie konden tal van
misverstanden weggenomen worden. Bovendien kwam
er een goed contact tot stand tussen de auteurs. Een
Duitser en een Zwitser spraken bijvoorbeeld af dat zij
eikaars manuscripten voortaan zouden corrigeren.'
Toch is een aantal misverstanden over ons land
moeilijk weg te nemen. Aan de ene kant komt dat
door de toeristenindustrie die Nederland nu eenmaal
blijft verkopen als het land van de molens en de
bloembollen. Bovendien idealiseren de buitenlanders
die Nederland bezoeken het pittoreske karakter van
ons land maar al te graag. Zij gaan voorbij aan het
feit dat Rotterdam de grootste haven ter wereld is,
dat het in het Rijnmondgebied stinkt en dat in de
Bijlmermeer of in Utrecht-Hoog Catharijne niet veel
meer van het pittoreske terug te vinden is. Maar ook
door andere oorzaken blijven misverstanden op de
been. De ideologie bijvoorbeeld. Mevrouw Verduin: 'In
de Oostduitse schoolboekjes wordt onze koningin nog
altijd afgeschilderd als een vrouw die het helemaal
alleen voor het zeggen heeft. Een steenrijke vrouw
bovendien, die de Koninklijke Shell geheel in bezit
heeft. Zulke onjuiste feiten krijg je moeilijk uit een
schoolboekje. Hoewel wij nu toch een verzoek uit
Oost-Berlijn om meer informatie hebben gekregen.'
In het buitenland worden de verrichtingen van het
IDG met belangstelling gadegeslagen. Mevrouw Ver
duin, voorzitster van de Raad van Beheer van het
bureau: 'In West-Duitsland en in Zweden wil men
ook graag zo'n bureau oprichten. Maar in andere
landen schijnt dat niet zo gemakkelijk te gaan als in
Nederland. In West-Duitsland worden onderwijs-za-
xen bijvoorbeeld door de Lander behartigd. De Bonds
regering weigert een dergelijk documentatiecentrum
te financieren. In België speelt, het taalprobleem, in
Zwitserland de onafhankelijkheid van de kantons.
Daarom komen in andere landen dergelijke instituten
moeilijk van de grond. Toch hebben wij dit centrum
pas opgericht nadat de Raad van Europa een aanbe
veling in deze had gedaan.'
Hard nodig
Documentatiecentra als het Utrechtse IDG zijn echter
ook in andere landen hard nodig. Want Nederlanders
mogen het dan niet leuk vinden dat éénzijdig over
hun land wordt geschreven, de Zwltsérs vinden het
bijvoorbeeld ook niet leuk dat in het buitenland
alleen maar over de Alpen wordt gemeierd.
Mevrouw Verduin: 'Vorig jaar hebben wij een confe
rentie georganiseerd tussen Duitse en Nederlandse
auteurs van schoolboeken. Nadat de Nederlanders veel
kritiek hadden geleverd op de Duitse boekjes, nam
een Duitser het woord. Hij kon redelijk Nederlands
lezen en hij was in onze schoolboeken tal van
onjuistheden over Duitsland tegengekomen. Boven
dien oordeelde hij dat West-Duitsland in de Neder
landse schoolboeken wel heel eenzijdig behandeld
werd.'
Wanneer ook in het buitenland documentatiecentra
zulen worden opgericht, en wanneer deze instituten
even vakkundig en enthousiast te werk zullen gaan
als het Utrechtse IDG, zal er misschien in een heel
verre toekomst nog eens een einde komen aan alle
vooroordelen en onjuistheden die buitenlanders over
ons land verkondigen, en die Nederlanders over ande
re landen vertellen.
door Willem-Jan Martin
Nadat eerder de internationale
gedachte in praktijk werd
gebracht via incidentele
samenwerkingsverbanden tussen
de Amerikaan Harry Nilsson en
de beide voormalige Beatles
Ringo Star en George Harison,
heeft diezelfde Nilsson
kortgeleden nu ook bezoek
gekreen van John Lennon
teneinde de reeds van '68
daterende vriendschappelijke
contacten om te zetten in een
gecombineerde inspanning het
popwezen met enige kwaliteit te
verrijken. Het resultaat: de
elpee Pussy Cats (RCA CPL 1-
0570 Stereo), gezongen en van
enige niet zo heel sterke
composities voorzien door
Nilsson, geproduceerd en voor
het overgrote deel gearrangeerd
door Lennon.
Hoewel, zoals gezegd, het
product van een Anglo-
Amerikaanse tandem, is het
vooral John Lennon, die Pussy
Cats zijn merkteken meegeeft,
dat wil zeggen zeer
veel nadrukkelijker dan men
normaal uit de aktivitelten van
een producer-arrangeur zou
kunnen afleiden. Nilsson
verschijnt hier vrijwel
uitsluitend als voertuig voor de
creatieve invallen van Lennon,
hetgeen af en toe zelfs zo ver
gaat, dat N. een perfect
gelijkende Lennoniaanse keel
opzet, wat op zijn beurt voor de
nodige verwarring zorgt: slechts
een bezoek aan het binnenste
van de luidsprekers wijst uit. dat
het fantasties gearrangeerde
openingsnummer Many Rivers
To Cross (let op Lennons
typerende verwerking van de
afdeling strijkers plus de even
karakteristieke 'slepende'
gitaarpartijen, een
hartverscheurend duet van Jesse
Ed Davis en Dany Kootch) niet
door John Lennon maar door
Harry Nilsson wordt gezongen.
Anderzijds is daar de dubbele
dosis echo, bekend van Lennons
eigen solo-activiteiten terwijl in
de repertoire- keus en
-behandeling de voorkeur van De
Meester voor onversneden rock
roll luid (dat vooral) en
duidelijk tot uiting komt (men
beluistere daartoe bijvoorbeeld
Save The Last Dance For Me,
Subterranean Homesick Blues,
Mucho Mungo, Loop de Loop en
het eveneens niet meer zo heel
Jonge Rock Around The Clock).
Men kan zijn bezwaren hebben
tegen een zo duidelijk
overheersen van producer over
uitvoerend artiest, maar het is
anderzijds echter juist d&t, wat
in dit geval de boel meer dan
acceptabel maakt. Precies daar,
waar Nilsson zich enigszins aan
Lennons 'houdgreep' onttrekt, is
het resultaat van een fnuikende
landerigheid, plakkerige
mooizingerij waaraan elke
werkelijke inhoud ontbreekt.
Nee, als ik mag kiezen, dan toch
maar liever voor Nilsson als
radertje in de swingende
Lennon-machine, hetgeen
anders geformuleerd neer komt
op de afsluitende constatering,
dat Harry Lennon door de bank
genomen een beste elpee heeft
gemaakt.
Fungus
Over naar eigen bodem, waar
een verrasing wacht in de vorm
van de debuut-elpee van de
groep Fungus (Negram NR. 102).
Verrassend enerzijds door de
aandacht voor traditionele
vaderlandse volksmuziek (de
eerste kant bevat een greep uit
ons muzikaal volkseigen, zoals
vastgelegd in het NOS
Volksliedarchief, en met als
bekendste vertegenwoordiger het
aan de walvisvaart gewijde
Kaap'ren Varen), anderzijds
een vooral door de treffende
verwerking, die het genre ver
boven de mottenballensfeer van
Valerius' Ghedenckklanck
verheft en haar met behoud
van de essentie omvormt tot
een alleszins beluisterbaar
eigentijds stuk muziek. Sterker
geldt dat welicht nog voor de
tweede kant. waarop hetzelfde
recept werd toegepast op de
Engelse traditionele muziek.
Eenenander roept onmiddellijk
herinneringen op aan de
intentie van de welbekende
Britse formatie Fairport
Convention, maar waar deze
groep door het purisme van met
name violist Dave Swarbrlck de
synthese tussen de vingers zag
weglopen, treft Fungus zeer
aangenaam door een
konsekwent vasthouden aan 'het
moderne element' Geen
regressief geneuzel, maar fris en
vooral gezellig werk dat het wat
mij betreft uitstekend doet op
herfstachtige achternamiddagen.
Het restant van deze week
betreft tenslotte When The
Eagle Flies door een eindelijk
weer eens enigszins geïnspireerd
optredende Traffic, Live At The
Opera House van de dames
Pointer, met eigen backinggroep
plus een gigantisch orkest, en de
eveneens twee elpees sterke live-
opgenomen Zappa-produktie
Roxy Elsewhere, waarvan de
release samenvalt met het
tienjarig bestaan van The
Mothers. Proficiat, Jongelui.