I. H. SCHEPS: EEN
iVEN ONBUIGZAAM
IAN ALS SCHOUTEN
de plaat
Belangrijke rol in de groei van het katholieke volksdeel
^Dud-kamerlid geeft levendige beschrijving van stuk geschiedenis en boeiende autobiografie
'g
js
POP Og
Historische
Velvet
Underground
I
jjOUW/KWARTET ZATERDAG 31 AUGUSTUS 1974
BINNENLAND
T11-K13
door dr. J.J. Buskes
et eerste deel van 'Scheps inventariseert' telt 736 bladzijden. Er volgen nog twee delen. Het gehele
erk zal zeker tweeduizend bladzijden tellen. Dat noem je nog eens een inventarisatie,
e titel vind ik niet zo gelukkig. Inventarisatie betekent boedelbeschrijving. Het woord doet mij
:nken aan het kantoor van een notaris, waar een klerk een dorre lijst opmaakt van de nagelaten
jzittingen van een gestorvene, terwijl het gaat om de levendige beschrijving van een brok Neder-
ndse geschiedenis en een boeiende autobiografie.
dit eerste deel gaat het om het nig. Ook in hun welsprekendheid waren. De goeden idealiseert hij
rzet tegen en de collaboratie met waren zij verwant. niet. Ook zij maakten fouten, al
nazi's in de jaren 1940-1944, om Geen van de tegenwoordige par- waren ze goed. De fouten spaart hij
geschiedenis van de SDAP, het lementariërs van de AR Partij en niet, al tracht hij ook hen in hun
W, de VARA en Het Volk in die de PvdA bezit het charisma van
ren en om de rol van J. H. ,'eze uitzonderlijke welsprekend-
:heps in heel dit gebeuren. neid, die aan de oude kanselwei-
et is een wat rommelig en soms iS'nr!S°Ute^
te breedsprakig maar wel een aJJ??eJ?pn?
ijzonder boeiend boek geworden, 51.™'^^,i5SS5"
ischreven door een in de goede Swl Van
n van het woord onbuigzaam en pPiif aYhih
genzinnig man, die zijn gehele de' Het ^erechU ^as dat 'aRijd
ven, afkerig van compromissen, ofPto nHoii
in eigen weg is gegaan uiterst dezelfde bij Schouten betekende al-
'tisch in een onrechte solidaritert tlJd "etzeltde'. hetgeen bij Scheps
fiuscn in een oprechte solidariteit. bepaald nlet het geval was Die
falen te begrijpen.
De meeste, voor de toekomst heil
zame aandacht besteedt hij als so
cialist aan het falen van vooraan
staande socialisten, behorende tot
het socialistische establishment.
Maar ook het falen van Colijn, Oud
en De Geer heeft zijn volle aan
dacht. Daar staat dan weer tegen
over zijn grote waardering voor bij
voorbeeld de familie Krop, van wel
ke de stamvader, de zo bekende
zijn politieke handelen altijd ^d in noïitlek oozicht socialist Papisten- en socialistenvreter, ds.
ir 7iin fplnnf Vippft lat.pn hpnalen Wera UI politiek OpziCÜt SOCiailSt, K Rnitprrtam in hPt. vprrp
oor zijn geloof heeft laten bepalen. __rof riQ.-rlr
vermoed dat ik een van de d' Ï2?fll,5e2gf„Aer^5d f?
elnigen ben. die Scheps vanaf het tnAl S?houten «heidir geSfo?-
:gin van zijn publieke optreden enrechtzSSfg bleef Twee
w' j!i.nleLZ.°Zl"" mannen van karakter en volstrekt
integer, in de jaren 1940-1945 on
verzettelijke representanten van
het verzet.
danken aan het feit, dat wij
jna even oud zijn ik werd
iboren in het laatste jaar van de
egentiende en Scheps in het eer-
|te van de twintigste eeuw als
el aan het feit. dat wij beiden
jgroeiden in de wereld van de
reformeerde kerken en de AR-
lartij en vanaf het begin een ge-
ikgerichte belangstelling hadden.
i heb: Scheps staande op een zeep-
|st, horen evangeliseren in het
osterpark en op het Amstelveld.
ijn brochures over protestantis-
e en rooms-katholicisme zijn in
lijn bezit. Ik heb hem gevolgd, toe
j in Vlaanderen aan het werk was
evangelist, en zijn 'Vlaamse
litsen' met als ondertitel 'Lie-
:r een zatterik dan een geus en
(ndere verhalen', gelezen.
or,n 1931 wordt hij lid van de SDAP.
ïij gaat in de politiek, wordt de
nan van het verzet, voorman in de
PvdA en voorzitter van de Prot.
christelijke Werkgemeenschap van
(ie PvdA.
Krop van Rotterdam, in het verre
verleden fel door Scheps bestreden
werd. Wat schrijft hij onroerend
over die oude ds. Krop en zijn
zonen. Niet minder ontroerend over
een zoveel minder bekende maar
voortreffelijke figuur als Jacob Jan
Hamelink.
Verzet
Van deel I zijn 416 bladzijden ge
wijd aan het verzet. Uiteraard een
subjectieve vertelling. Gelukkig ook
maar, al betekent het woord sub
jectief geenszins, dat Scheps de zaken
Volledig is de beschrijving van het
verzet allerminst. Dat is ook niet
Scheps' bedoeling geweest. In be
paald opzicht betreur ik dat». De
namen van Gravemeyer, Bruins
Slot en Van Randwijk worden
slechts één- of tweemaal genoemd,
heel even, ter zijde. Over het ker- Te mild
J. H. Sclicpt»
tingstijd lieten afweten. Alsof De
Geer en Roel HouWink typische
vertegenwoordigers van 'Kerk en
Vrede' waren en alsof niet de
meeste hoofdbestuursleden van
'Kerk en Vrede' vanaf het begin
verzetsmensen zijn. geweest, die
niet minder dan Scheps de prijs
voor hun verzet hebben moeten be
talen.
scheef trekt. Hij geeft voor zover ik kelijk verzet horen wij niets. Wie
het beoordelen kan, een betrouwba- 'Kerk en Vrede' beoordeelt naar
re beschrijving en analysering van wat er door Scheps over gezegd
het gebeuren, en een even betrouw- wordt, moet wel de indruk krijgen,
bare beoordeling van degenen, die dat het een vereniging was van
in de bezettingsjaren goed of fout half-zachten, die het in de bezet-
Een veel te milde beoordeling is die
van de vooraanstaande NSB-er J.
H. L. de Bruin. Evenals Scheps heb
ik met De Bruin in een openbare
vergadering over het nationaal-so-
iende-ei
ie AR en gereformeerde kip, die
t te broeden op het ,ei waarin het
ven van Scheps begon, zag tot
jn ontsteltenis, dat hij een eende
had uitgebroed. Scheps ging
vemmen en kwam wel een heel
nd uit de buurt van de AR en
ereformeerde kippenren terecht, al
erken je in zijn optreden door de
- ren heen altijd weer zijn afkomst,
fiet wat zijn geloofsinzichten en
jn politieke overtuiging, maar wel
at zijn persoonlijkheidsstructuur
ïtreft, doet hij mij altijd denken
Jan Schouten: onbuigzaam,
rincipieel eigenzinnig en rechtlij-
Dr. J. Schouten
Dr. H. Colijn
Jhr. mr. D. J. de Geer
ciallsme gedebatteerd. Scheps in
1939, ik al in 1935. Maar Scheps
vergist zich, wanneer hij zegt dat
De Bruin zich door allerlei maat
schappelijke ellende tot de NSB
aangetrokken voelde en als zodanig
een bewijs was, dat de kapitalisti
sche samenleving van voor 1940
schuldig is aan het ontsporen van
op zich behoorlijke mensen als deie
stafspreker.
Scheps blijkt De Bruin niet gekend
te hebben. Ik heb hem door en
door gekend. Evenals Scheps heb ik
hem nadat hij zijn straf had uitge
zeten, ontmoet: een geslagen man,
die oprecht schuld erkende en mij
zelfs vergeving vroeg voor wat hij
mij in de bezettingstijd had aange
daan en dat was nog al wat. Zijn
keuze voor de NSB had niets te
maken met maatschappelijke ellen
de. Evenals van Geelkerken was hij
een afschuwelijke Streber, die in de
NSB zijn kans zag. In de honger
winter zou ik een verzetsman ont
moeten in het Jaarbeursgebouw in
Utrecht. Ik passeerde een tafel,
waaraan in vol ornaat De Bruin,
Mussert en nog twee hoogwaardig
heidsbekleders van de NSB zich te
goed deden aan een overvloed van
spijzen en wijn. Ik kon niet nala
ten De Bruin hij hoorde evenals
ik tot het Hersteld Verband
recht in de ogen te zien en tot hem
te zeggen: 'U hebt het ver ge
bracht, broeder De Bruin'. De Bruin
liep rood aan, maar zweeg. Mussert
liep ook rood aan, maar zweeg ook.
Beiden omhoog gevallen.
Een eenzijdig, maar waardevól' en
uitermate boeiend boek van een
dapper man, die zijn felste ge
schriften tegen de nazi's tijdens de
bezetting onder eigen naam publi-'
ceerde. Twaalf geshriften werden in
dit boek als bijlagen opgenomen
(blz. 469-731).
De Geer
Nummer 10 is Scheps antwoord op
De Geers na diens terugkeer in
1942 gepubliceerde apologie. Dit
antwoord verscheen anoniem. Na
de bevrijding heeft De Geer aan
Scheps verteld, dat hij in de veron
derstelling leefde, dat ik dit ant
woord geschreven had. Dat was
niet het geval, al heb ik op mijn
wijze op de terugkeer van jhr. De
Geer gereageerd.
De eerste de beste zondag na diens
terugkeer moest ik preken in de
Duinoordkerk in Den Haag: een
jeugddienst voor HBS-ers en
gymnasiasten. De koster wachtte
mij bulten op. Hij deelde mij mee,
dat jhr. De Geer op een van de
eerste rijen in de kerk zat en dat
er in de kerk een hele deining was.
Toen ik op de preekstoel stond
voelde ik de hoogspanning. De
sfeer was geladen. Wat moest ik
doen? Ik moest wel reageren maar
wist niet hoe. In zulke situaties
wordt het je gegeven. Ik moest
bidden. 'Wij bidden U voor onze ko
ningin en haar terugkeer'.
Ik liet er spontaan op (volgen: 'en
voor onze regering, voorzover hier
niet tegenwoordig'. De spanning
verdween. Men had mij tevoren
gezegd, dat jhr. De Geer na de
dienst de dominee altijd de hand
kwam geven. Dit keer deed hij het
niet.
Scheps geeft van de hele geschiede
nis van De Geer een voortreffelijke
beschrijving, analyse en beoorde
ling (blz. 311-342). zoals hij ook
een even scherpzinnige beschrij
ving, analyse en beoordeling geeft
van het falen van dr. Colijn in de
eerste tijd na de bezetting (blz.
278-310). Schrijvend over De Geer
spreekt hij over een drama,
schrijvend over Colijn óver een na
tionale ramp.
Verzen
In dit boek wordt ook een in 1941
door Scheps gepubliceerde bundel
van door hem geschreven verzen
opgenomen, gepubliceerd onder zijn
eigen naam. Die moet men lezen
om Scheps te leren kennen. Uiterst
merkwaardige verzen over zijn ge
loof in het socialisme: een idealis
me, dat mij volstrekt vreemd is.
Het meest werd ik getroffen door
het vers 'Het zijn de Joden niet',
waarin Scheps blijk geeft, in 1941
het wezen van het nationaalsocia-
listische antisemitisme scherper
onderkend te hebben dan de enkele
meeste kerkelijke autoriteiten het
in dat jaar deden. Met enkele re
gels uit dit vers sluit ik mijn be
spreking van Scheps' bbek met
een diep respect voor de schrijver
af
Het zU" de Joden niet. die Joden
haters honen en spottend spuwen in
het aangezicht. Zij kronen inet de
puntenkroon de Joden niet. ZIJ ver
wonden Hem. die, waarlijk God en
mens-Jood tevens, bevonden werd m
één God-mens te zijn. zij drukken
seen rietstal In de joden-hand. noch
nagelen in de Joden-voet. I.af door
hun overmacht, doorboren zij geen
joden-hand, als zij Uw Joodse hand
doorboren. Hun zondenbrand van Jo
den-haat verschroeit liet. Goddelijk
gelaat van de God-joden-mcns.
.Andermaal versloegen zij dien Heer.
die God en mens en Jood en 't Licht
iler wereld Is. Nieuw schonden zij het
menselijk Godsgehelmnis.Het zijn
de Joden niet, die Joden-liaters ho
nen. Het is de God-mens-Jood die zij
aldus onttronen, wiens liefde in geen
sfeer van Joden-haat kan wonen.
Dr. J. J. Buskes bespreekt: 'Scheps
inventariseert', deel I, door J. II.
Scheps. Uitg. Semper Agendo, Apel
doorn; prijs ƒ25,95.
AGBLAD
Vandaag zal het dagblad De Tijd uit de Nederlandse cultuur verdwij
nen. Het blad zal dan 129 jaar hebben bestaan.
De heer A. van Domburg, oud-kunstredacteur van het blad en oud-
lector aan de universiteit van Nijmegen, beschrijft hieronder een
hoofdstuk uit de geschiedenis van het blad
JAAR WEG
lijk al kende uit hun werkzaamhe
den aan het maandblad De Ge
meenschap. Met zulke medewerkers
konden Laudy's opvattingen corres
ponderen. Van Lamsweerde (Herluf
van Merlet) en Leonardus van den
Broeke waren toen af actief in het
legertje van LaudyVan eerstge
noemde mocht schrijver dezes de
filmrubriek overnemen, van laatst
genoemde de toneelrubrieki
Vóórdat deze avantgarde optrad,
was het in de katholieke pers nau
welijks gebruik dat men aandacht
schonk aan de verrichtingen van
kunst en cultuur. Toneel, literatuur,
beeldende kunst, film waren zaken
die als zeer bijkomstig werden be
schouwd en volgens sommige pries-
)e woelige evolutie der laatste jaren heeft de katholieken van
Nederland in drie lagen verdeeld: de behoudenden, de vooruit-
itrevenden en de middenmoot; drie groepen die ieder voor zich
)lijkbaar het voortbestaan van het katholieke dagblad niet kon-
len garanderen.
'oor de een was De Tijd te agres-
ief. voor de andere te ouderwets,
oor de rest. de onverschillige mid-
enmoot: een nu eenmaal bestaan-
e katholieke krant.
)e aloude geest van strijdbaarheid,
e enige die werkelijk telt. de enige
ie De Tijd zijn aanzien heeft ge-
even, heeft het moeten afleggen
egen de onverschilligheid van de
rave groep, aan wie de dynami-
che twijfel, door een van de laat-
te pausen aanbevolen, ongemerkt
voorbijgegaan,
de groei van het katholieke
olksdeel in ons land heeft De Tijd
een belangrijke rol gespeeld, vooral
waar het betreft de belangstelling
'voor de culturele ontwikkeling van
ons volk. Tegen wantrouwen en
verdachtmakingen in heeft mijn
eerste hoofdredacteur Alphons
Laudy zijn moedige strijd gestreden
en zijn 'ongehoorzaamheid' beleden
als het ging om een eerlijke be
scherming van wat de mensen als
vrije en denkende wezens meenden
te moeten doen of laten.
Uit deze oprechte geesteshouding
heeft hij jongere krachten als An
ton van Duinkerken en Jan Engel
man aangetrokken, die hij natuur-
Een vroegere hoofdredacteur van
'De Tijd'. Alphons Laudy
ters mocht het woord 'film' niet
eens in een katholiek blad voorko
men. Jawel. Alberdink Thijm
schreef zijn toneelkritieken al
voordien, maar niet in een katho
liek dagblad.
Eensgezindheid
Opmerkelijk was de eensgezindheid
van die nieuwe 'club', die door
Laudy als volledig zelfstandig werd
bejegend en waar nodig verdedigd
tot het uiterste. Hij stoorde zich
niet aan klachten en (natuur
lijk ongesigneerde) verdachtmakin
gen. Hij spoorde aan tot eerlijke,
waar nodig scherpe kritiek. Zo ver
schenen lange reeksen schermutse
lingen op allerlei gebied, ook bin
nen de geloofsgemeenschap, waar
de kritiek soms scherper en minder
sportief was dan daarbuiten.
Laudy slaagdë-erin een redactie te
formeren, die wonderlijk eensge
zind was en waar geen oneerlijke
concurrentie toegang had. Als men
nagaat, dat het katholieke maand
blad De Gemeenschap, sterk ver
want aan de geest van De Tijd, van
de preekstoel af werd bestreden,
kan men gemakkelijk uitrekenen,
hoe de strijd van krant en maand
blad eruit zag in die dagen, een
strijd die de doorbraak onmisken
baar heeft bewerkt. Die doorbraak
is door Laudy voorzien en mede tot
stand gekomen.
De lijn werti doorgetrokken door
mr. L. Schlichting. mijn tweede
hoofdredacteur, voorheen corres
pondent in Rome. Ook hij was
voorstander van de vrije doorbraak
en de gevarieerde belijdenis.
Schlichting arriveerde op de krant
een paar jaar voor de oorlog uit
brak en was tijdens de oorlog de
perfecte leider van de redactie. Een
leider niet in de zin van Fllhrer,
maar een man die het werk van ae
verschillende krachten samenbond.
Zijn eerste schermutseling met de
vijand was meesterlijk. Een Duitse
majoor, of hoe zo'n man dan heette
in Adolfs tijd, kwam op bezoek om
even uit de doeken te doen wat wij
te doen en te laten hadden. De
hele redactie werd bijeengeroepen
in het grootste vertrek van het
gebouw.
Schermutseling
Een krijgsman met de bajonet op
het geweer ging in de houding
staan bij de deur en het gesprek
begon. Het duurde minder dan een
kwartier en Schlichting had de lei
ding in een doeltreffender Duits
dan de majoor zich kon voorstellen.
Niet lang daarna kregen we een
paar krijgslieden in huis die zich
met een paar mitrailleurs aan de
ingang van het gebouw opstelden,
alsof er een vesting verdedigd
moest worden. Dat wós ook wel zo,
maar de verdedigers waren Schlich
ting en zijn mannen en de vesting
was de krant.
De hoofdredacteur had op een ge
geven moment geheim contact met
een paar Duitsers die minder vrien
delijk over hun Führef dachten en
waardevolle inlichtingen konden
geven. Bovendien had hij een hoe
veelheid min of meer waardevolle
en in alle geval verdachte papieren
bij een notaris bezorgd, die ze na
de oorlog weer aan hem ter hand
stelde.
door A. van Domburg
Een andere triomf bestond in het
merkwaardige feit. dat talloze jo
den zich op De Tijd abonneerden.
Na de oorlog werd de strijd voort-
gezët in het gewoel van de geestes-
verwarring die zich met grote snel
heid voortzette. Ik moet het bij
enkele namen laten: Van der Kal
len als hoofdredacteur, de oude
garde met hem en nieuwe krachten
als Cor de Groot. Leo Hanekroot,
Charles Boost. André Rutten. Wam
de Moor. Ben Kroon, Jan Willem
Hofstra, Herman Hofhuizen; tot en
met de jongsten, thans aan bod,
al of niet verschijnend in het toe
komstige weekblad, dat de. oude
strijd zal voortzetten en wie weet,
nog eens als dagblad zal opduiken,
waarop ik mij. als ik het beleven
mag, zal abonneren.
St. Joseph
Toen kwam na de Duitse inval in
Rusland een bevel van de bezetters
om de campagne in de Sowjet-Unie
met een sympathiserend hoofdarti
kel te begeleiden. Dat was het al
lerlaatste wat Schlichting zich kon
voorstellen. Maai1 hij schreef een
fraai stuk over. St. Joseph, patroon
van de katholieke kerk. een onder
werp dat nou nooit eens aan de
orde was gekomen. Het gevolg was
een razende woede van de 'over
heid' die de boosdoener onmiddel-
'ijk ontsloeg en de krant een boete
van tienduizend gulden oplegde .In
plaats van een concentratiekamp
werd het eigenlijk een dubbele
triomf voor Schlichting.
De schrijver van dit artikel, de heer
A. van Domburg
door Willem-Jan Martin
Sterling Morrison is alweer eert
hele tijd schoolmeester, terwijl
Doug Yule en Maureen (Moe)
Tucker, gemeten naar de
aanhoudende doodse stilte rond
hun persoon in de
Internationale Muziekpers.
waarschijnlijk nog slechts
formeel aan het roek-wezen
verbonden zijn. Van het
personeelsbestand van The
Velvet Underground, waarvan
een in '69 gemaakte en nu
uitgebrachte serie live
opnamen (1969 Velvet
Underground Live With Lou
Reed, Mercury 2 LP's nr.
6643 017) op de draaitafel ligt
te blinken, weet alleen Reed,
sinds hij in '70 de groep de rug
toekeerde, met een gezonde
regelmaat de aandacht op zich
te vestigen, zoals nog onlangs
via de bijna perfecte live-elpee
Rock 'N' Roll Animal.
Anderzijds zijn er dan nog de
al eerder 'uitgedropte' (vóór
'69) sterren John Cale plus de
Duits-Poolse (Pools-Duitse?)
onheilsprofete Nico, die na
verschillende solo-projecten
(afgezien vhn Cale's co
productie met Terry Riley) nog
weer recenter zo maar eens
samen op de planken stonden,
in gezelschap van Kevin Ayers
en de bij Roxy Music ontslagen
Eno, hetgeen onder de titel
The First Of June door de
firma Island werd
geregistreerd.
Maar het gaat hier dus om The
Velvet Underground van vijf
jaar terug, een groep, die, zoals
Elliott Murphy in zijn voor het
overige nogal wat onzin
verstrekkende hoestekst terecht
vermeldt, veel mensen bang
moet hebben gemaakt. Door de
thema's die, waar in San
Francisco en omstreken
tezeldertijd 'love and peace'
gepredikt werd, een
natuurgetrouwe afspiegeling
vormden van de keiharde
kanten van het Amerikaanse
grotestadsleven (kille
onpersoonlijkheid, drugs,
zelfdestructie). Door de muziek,
die zelfs in zijn spaarzame
lieflijker momenten (Sunday
Morning. Femme Fatale, I'll Be
Your Mirror) iets ijzigs had,
maar vooral monotoon
doorbonkend en wrakkig
knetterend de bizarre sfeer nog
eens tientallen malen
intensiveerde. Anderzijds
vormde en vormt dat juist ook
het onweerstaanbaar
fascinerende van The Velvet
Underground.
De betreffende live-productie
geeft eenenander precies goed
weer. De boel is niet bijzonder
goed opgenomen, het geluid
zakt herhaaldelijk weg, maar
net dat stoffige karakter, die
bijna-ongeïnteresseerdheid hoe
de muziek op de plaat zal
komen, die ook het vroegere
studiowerk van de formatie
vertoont, maakt een van de
essentiële punten van het
geheel uit. (En tekent voor mijn
betrekkelijk bezwaar ten
aanzien van het soms wat al te
overdadige perfectionisme dat
de heren David Bowie, als
producer van Transformer, en
Wagner en Hunter, de
gitaarcracks van R R
Animal, aan het werk van Lou
Reed hebben toegevoegd).
Het repertoire is grotendeels
bekend en bestrijkt het
materiaal van de elpees The
Velvet Underground With Nico,
White Light/White Heat.
Velvet Underground en Loaded
plus de eerste solo-elpee van
Lou Reed. De uitvoering van
Sweet Jane en New Age is
enigszins anders, maar echt
nieuw zijn alleen We're Gonna-
Have A Real Good Time
Together, Over You en de
medley Sweet Bonnie
Brown/It's Just Too Much.
Prima nummers, zoals alles
natuurlijk, en wat tot slot de
individuele bijdragen van de
groepsleden betreft: als
Sterling Morrison zo goed les
geeft als hij hier de sologitaar
behandelt, dan kunnen zijn
leerlingen dik tevreden zijn.
Ander werk
Verder met The Meters en hurf
elpee Cissy Strut (Island ILPS
9250), een verzameling al weer
wat ouder werk van de
formatie, die hier zijn eerste
bekendheid verwierf door de
uitstekende activiteiten op de
laatste twee platen van Dr
John (In The Right Place.
Desitively Bonnaroo). The
Meters op persoonlijke titel
betekent een zo mogelijk nog
smakelijker hap swingende
New Orleans-muzlek. met een
syncopische rithmiek als
centraal gegeven (let vooral op
de wijze van bassen, waarbij
niet alles wordt ingevuld, maar
gaten worden getrokken voor
de andere instrumenten) en
een minimum aan solistische
actie. Dat laatste kan
misschien remmend werken od
de variatie, doch de swing
maakt veel. zo niet alles, goed
Waarna nog rest melding te
maken van Anymore for
Anymore door ex-Faces Ronnie
Lane, een poging tot wat meer
folk' dle nèt mlslukt.
omdat Lane toch vooral de
branieschopper, is. een
w^>gde.te„rugkeer van Robert
Wyatt met Rock Bottom en
Hergest Ridge van Mike
Oldfield.