bevolkingsexplosie, investeringswedloop, vervuiling
Mochtar Loebis: Indonesië heeft
heel andere technologie nodig
pesticiden
iOUW/KWARTET ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1974 BUITENLAND T17 K17
STOOT ONDER DE GORDEL VAN SMARAGD
Ruim een maand geleden verzuchtte
de Indonesische minister van bui
tenlandse zaken Malik tegenover het
Amerikaanse weekblad Newsweek
dat het Japanse bedrijfsleven in In
donesië voor weinig anders oog
heeft dan voor maximale winst. Het
was voor het eerst dat een Indone
sisch minister zich zo misprijzend
uitliet over de wedloop van het
buitenlandse kapitaal op de archipel.
Deze ontwikkeling wordt al lange
tijd met grote bezorgdheid gadege
slagen door de bekendste Indonesi
sche journalist Mochtar Loebis. Niet
alleen Soekarno heeft in zijn tijd
zijn moeiten gehad met de onafhan
kelijke, kritische geest, ook het be-
wind-Soeharto is duidelijk ongeluk
kig met hem. Nog onlangs berichtte
Newsweek, waarvan Loebis corres
pondent is, dat deze geen uitreisvi
sum had kunnen krijgen.
Het Engelse wetenschappelijke
weekblad 'New Scientist' publiceer
de kortgeleden een uitgebreid vraag
gesprek met Mochtar Loebis, opge
schreven door zijn milieuredacteur
Jon Tinker. Hij beschrijft daarin
zijn zorgen over de schade die onder
het motto economische groei aan
deze gordel van smaragd wordt toe
gebracht
Aan de horizon vaji Indonesië's
traditionele landschap verschij
nen de gestalten der economische
expansie: installaties van de
machtige staats-oliemaatschappij
PERTAMINA.
ïochtar Loebis, een autoriteit in Indonesië op
|et gebied van de ecologie is tevens redacteur
<au bet dagblad Indonesia Raya, één van de
heest gezaghebbende bladen in Djakarta. Indo
les! Raya, 'Indonesië is groot', is ook de titel van
et volkslied, zodat ik eerst nogal bang was dat
ttocbitar Loebis een dorre, kleurloze, patriotische,
•gerings getrouwe woordvoerder zou zijn. Hij
lleek in elk geval een vrolijke, gezette man te
jn, die, zoals zoveel van zijn landgenoten ge
makkelijk in lachen uitbarst. Het kostte me enige
M om zijn kantoor te vinden, want in tegen-
eilling tot de meeste Indonesische zakenlieden
ferkt hij niet in één van die moderne, naar wes-
fcrse stijl opgezette wolkenkrabbers in de bin-
lenstad van Djakarta.
lijn taxi hoste door gaten in het wegdek, zig-
tgde door zwermen betjaks en schoot rakelings
jngs krotten van hout en golfplaten, die alleen
Birwege het onophoudelijk voortrazende ver
eer de weg nog niet overwoekerd hadden. Het
een onwaarschijnlijke plaats voor een dag-
jlad. En toen, plotseling, bij één van die abrupte
veranderingen van het straatbeeld, die zo ty
pisch zijn voor Djakarta, maakte de weg een on
verwachte kronkel en kwam uit op een brede
geasfalteerde tweebaansweg.
Een kil-uitziende bungalow, met veel bijgebou
wen bleek het bureau van Indonesia Raya te zijn.
Even later schudde ik Mochtar Loebis de hand.
Hij nam me mee naar een grote kamer met een
hoog plafond die maar spaarzaam gemeubileerd
was. Gelukkig ontbrak het ruisende luchtverver
singssysteem dat in de meeste kantoren van Dja
karta een ondraaglijk lawaai maakt. Er hingen
een paar schilderijen aan de muur, één ervan
was een 200 jaar oude Balinese zijden afbeelding
van de hel, waarop mensen door wilde beesten
werden opgegeten. Achter het bureau van Loebis
rode, zwarte en bruine vegen. Dit maakte hijzelf:
zonsondergang in de bergen van Bogor, eens de
zomerresidentie van de Nederlanders, en nog
steeds gaan zij die liet kunnen betalen er heen
om de hitte van Djakarta te ontvluchten. 'Mijn
bergen' noemt Mochtar Loebis ze alsof ze zijn
eigendom zijn, hoewel hijzelf van Sumatra komt.
het nu betreurde in het verleden
consessies te hebben verleend aan
buitenlandse houtmaatschappijen, om
dat de vergunningen haar niet de
mogelijkheid geven controle'op deze
maatschappijen uit te oefenen.
'Nu, dan zouden we gewoon de
overeenkomsten moeten schenden en
controlemaatregelen moeten instellen.
Ik opperde dat de moeilijkheid is, dat
de grote houtondememingen in het
oerwoud van Sumatra of Kalimantan
de gevangenen zijn van hun eigen
technologie. Hun machines zijn alleen
maar geschikt voor kaalslag (om alles
te rooien wat er staat).
Natuurlijk krijgen ze zo de grootste
winst. Ze hoeven geen mankracht te
gebruiken. Ze geven de voorkeur aan
hun enorme machines, die het bos
binnenrukken en het afbreken. Maar
waarom zouden we dat zo maar ne
men?
Ik informeerde naar een ander gevolg
van de ontbossing: een toenemende
uitdroging van de grond. Het is een
bittere ironie dat Java en Bali, eilan
den die met hun sawahs een klassiek
voorbeeld zijn van bodemconserve
ringstechnieken, die al zo'n duizend
jaar met succes zijn toegepast, nu aan
ernstige erosie onderhevig zijn.
Ik denk dat dit aangeeft hoe zwak het
bestuur t.a.v. deze problemen is. In
het verleden hebben we zonder ons
ervan bewust te zijn altijd een even
wicht gehandhaafd tussen beboste en
door Jon Tinker
gecultiveerde gebieden. Dat evenwicht
wordt nu verstoord, en "het proces
verloopt van jaar tot jaar sneller. Op
Java zijn we al in een erg kritiek
stadium gekomen. Ieder regenseiozen
zijn er gevaarlijke overstromingen en
als de regering geen krachtige maatre
gelen neemt om de bossen van het
eiland te behouden, zullen we Java in
de volgende 25 jaar een woestijn zien
worden. U denkt misschien dat ik een
beetje overdrijf, maar er is een ge
bied bij Djogjakarta op Midden-Java,
waar al niets groens meer over is,
alleen maar stenen en kale grond. Het
is een treurig gezicht. De bodem le
vert de mensen nu nog maar zo
weinig op, dat sommigen letterlijk
verhongeren omdat ze niets meer
kunnen verbouwen.
Een reden waarom de Javaanse bos
sen steeds meer in de knel komen is
de bevolkingsgroei. Is hij het er mee
eens dat dit het meest wezenlijke'
milieuprobleem is?
Op Java en Bali wèl. Maar op onze
dunbevolkte eilanden, in bepaalde ge
bieden van Sumatra en Sulawesi,
brengen primitieve landbouwtechnie
ken, waarbij gedeelten van de bossen
gekapt en in brand gestoken warden,
de natuur ook ernstige schade toe.
Als we hier geen eind aan maken, is
het mogelijk dat deze eilanden ook
vernietigd worden. Maar op Java is de
bevolkingsdruk het ernstigste pro
bleem. Zo zijn we met de gezinsplan
ning vrij laat begonnen en ik denk
niet dat we binnen 10 jaar enig
verschil zullen merken. Op het ogen
blik is de enige oplossing op Java de
mensen naar de andere eilanden laten
verhuizen.
Transmigratie
Ik merkte op dat deze transmigratie
politiek zo duur is dat die waarschijn
lijk niet te realiseren valt.
Ja, op de manier zoals wij het doen.
Wij geven de mensen geld om hen te
overreden weg te gaan, maar dan
zetten we zo zo maar midden in de
jungle. Er zijn geen wegen, geen
irrigatie, geen markten, niets. Na zes
maanden komen ze terug, volkomen
gedesillusioneerd. Maar als we dit
geld nu zouden besteden om eerst de
noodzakelijke infrastructuur te ont
wikkelen, dan zouden de mensen van
zelf weggaan, zonder dat we ze zouden
hoeven te betalen. Als de mensen
denken dat ze een nieuw leven kun
nen beginnen, dan gaan ze vanzelf,
net als destijds die grote spontane
trek naar het westen van Amerika.
Ik bracht-daar tegenin, dat voor zover
ik wist, op het moment de mensen
alleen maar spontaan wegtrokken uit
de provincies naar Java en Djakarta
toe, en niet andersom. Mochtar Loebis
lachte.
Ja, dat is een ander probleem, en
daarvoor is een politieke oplossing
nodig. De beslissingen worden altijd
in Djakarta genomen. Als een gouver
neur in een provincie bijvoorbeeld
een brug wil bouwen, of zelfs maar
stoelen wil bestellen voor een nieuwe
school, dan moet hij eerst Djakarta
om toestemming vragen. Zelfs de pro
vinciale legerdivisies hebben tegen
woordig hun eigen afgevaardigden in
de hoofdstad. Gelooft u me niet? Rijd
maar eens rond in Djakarta, dan zult
u ze zien. 'Vertegenwoordiging van de
Di ponogoro-divi si e van het Leger',
enz. Dus wat denken de gewone men
sen dan? Ze stromen allemaal naar
Djakarta, omdat er im de provincies
geen kansen zijn.
Ik veronderstelde dat een reden van
dit centralisme de neiging tot afschei
ding is. die in sommige provincies na
de onafhankelijkheid naar voren
kwam. Wordt er zelfs nu nog niet
gevochten in West-Kalimantan?
J a, door Chinese communistische gu
errilla's. U heeft gelijk. Het separatis
me is de reden waarom meer zelfstan
digheid voor de provincies tot nu toe
nog niet mogelijk is geweest. Maar als
we geen maatregelen nemen, zullen
steeds meer mensen naar Java komen.
Neemt U mij maar ik bèn Suma-
Iraan. Maar ik zou niet graag terug
Volgens mij was hij wat dit aangaat
te negatief over Djakarta, want ik was
onder de indruk gekomen van de
flexibiliteit van het openbaar vervoer
in Djakarta. Naast bussen en taxi's
zijn er betjaks, heliceks (driewielige
scooters met twee zitplaatsen) en be-
mos (drie-ioielige microbusjes met
acht zitplaatsen).
Jawel, ik hoop alleen maar dat die er
blijven. We zouden hiermee moeten
doorgaan, maar elke maand komen er
in Djakarta meer auto's. De regering
zou de invoer van personenauto's
moeten beperken en moeten investe
ren in een efficiënt openbaar vervoer.
Dat zou logisch zijn, maar we willen
niet logisch zijn, nog niet.
Vervolgens vroeg ik Mochtar Loebis
wat hij dacht van een stukje Indone
sische technologie dat mij opgevallen
was bij veel West-Javaanse huizen:
kleine visvijvers met latrines ernaast.
Het leek mij, theoretisch ten minste,
een goed systeem van vuilafvoer, een
niet-vervuilende manier van recycling.
Ja, dat ben ik met U eens, deze
traditie bestaat hier al langer. Als je
daar wat wetenschappelijk onderzoek
tegen aan gooit, kun je het moderni
seren en het hygiënischer maken.
Maar'dat is niet het soort onderzoek
dat westerse technologen graag onder
nemen (bulderend gelach). Nee, al
leen de gedachte al vervult hen met
afschuw.
Hoe denkt U over het direct uitstrooi
en van menselijke faecaliën op het
land?
Dat doen we soms ook, maar het
stinkt nogal.
Ik vertelde dat men in China een
techniek ontwikkeld had, waarbij
menselijk afval tot compost verwerkt
ivordt. in betonnen kuipen. De hoge
temperatuur die daarbij vrij komt
breelct de ziekteverwekkende bacte
riën af, en na dit proces blijft er een
goede reukloze mest over.
Ja, dat soort technologie hebben we
nodig. Waarom zouden we dure
kunstmest uit Amerika kopen?
Overzeese hulp
Wat vindt hij van overzeese hulp? De
Verenigde Naties bijvoorbeeld? Een
gesprek met een VN-adinseur hier
had me het gevoel gegeven dat zijn
advies wel eens sterk georiënteerd
kon zijn op technologische vèrgevor-
derde landen, zonder de juiste afstem
ming
lijn eerste vraag was in hoeverre het
jillieu in Indonesië serieus genomen
jordt.
krant begonnen wij er drie jaar
gleden over te schrijven. In het
werden we uitgelachen en
ieg men ons waarom we een nieuw
^obleem aan al die andere proble-
i toevoegden. Zoals in zoveel ont-
tkkelingslanden, is het grootste ge-
-Jiar te wijten aan onwetendheid. Een
torbeeld. Toen de regering haar gro-
campagne ter bevordering van de
bstproduktie lanceerde, gebruikma-
fend van grote hoeveelheden kunst-
jest, verdelgende middelen en insec-
piden, vergat ze. het volk in te
rfiten over alle gevaren. Alles wat
boeren wisten, was dat het hele
kde en hele krachtige chemicaliën
yren. Ik weet van een boer die een
i ziin been had, hij deed er wat
die insecticiden op, zó uit de bus.
stierf eraan.
jnnlesterse technologie, merkte ik op,
eft zich zo ontwikkelddat zij ge-
zvas voor de ivesterse samenle-
ig, maar dat betekent niet dat ze
fc aangepast is aan de Aziatische
huur. 1
ben het met u eens. Het mag dan
iximaal profijt oplevererf voor de
itenlandse investeerders, in de sa-
'nleving waar deze westerse techmo-
esK |ie wordt ingevoerd kan dat emsti-
gevolgen hebben. De Japanners
voorbeeld beoefenen een garnalen-
serij hier op de Molukken, die een
issaproduktie heeft. Er wordt onge-
evenveel vis als garnalen gevan-
HOI11- Maar ze willen de vis niet, dus die
-iyf den ze en gooien ze terug in zee.
0 brengen de vis niet aan land om
door de mensen té laten'opeten,
dat dat niet winstgevend zou zijn.
is een misdadige verkwisting om
garnalen te vangen.
.aalslag:
vroeg Mochtar Lubis naar nóg een
hnologie, die de natuurlijke hulp-
mnen van Indonesië langzamerhand
buit: dc op massaproduktie berus-
ide methoden van de internationale
itmaal schappijen.
it de houthakkers hier in Indonesië
Maleisië uithalen is werkelijk treu-
ze zijn daar hele werelden aan
vernietigen, weet u. Ze halen het
it weg en tegelijkertijd verwoesten
de flora; de orchideeën, de insec-
alles wat al zo'n duizend jaar in
bossen leeft. Het is een enorm
lies.
antwoordde dat de Indonesische
ering in haar rapport aan de mi-
conferentie van de Verenigde Na-
die in 1972 in Stockholm werd
louden, liet doorschemeren dat ze
gaan naar Sumatra, want ais ik daar
ben kan ik niiets meer gedaan'krijgen.
Baai
Mochtar Loebis is zich ook bezig gaan
houden met de vervuiling.
In de Baai van Djakarta bijvoorbeeld
is de zee bijzonder vervuild door
schepen die hun olie op zee lozen.
Tussen de kleine eilanden in de baai
kun je een, dun laagje olie op het
water zien drijven. Hierihee is de
vernietiging van het leven in de zee
al op gang gekomen. Een grote hoe
veelheid vuil komt van industrieën in
Djakarta, die hun afval zonder meer
in de rivieren gooien.
Misschien, zei ik, moet een arm 'land
als Indonesië met een vervuilde baai
genoegen nemen als het industrieel
tot ontwikkeling wil komen. Kan In
donesië zich een milieu-beheersing
veroorloven?
Wel degelijk, we moeten zeer strenge
maatregelen nemen. Ik zou niet graag
willen dat Indonesië dezelfde kant
opgaat als Japan; dat dan wel indus
trieel vooruitgang boekte, maar zijn
eigen natuur verwóestte. Als dat het
lot van elk land is, alle Latijns-
Amerikaanse, Afrikaanse en Aziati
sche landen proberen dezelfde wijze
van industriële ontwikkeling te berei
ken als het westen, dan geloof ik dat
we de hele wereld spoedig zullen
vervuilen. Wij moeten gelukkig kun
nen zijn met een eenvoudiger manier
van leven. Wij moeten onze eigen
richting bepalen, onze eigen doelein
den ontwikkelen.
Het kioam mij voor dat hij het mi
lieuprobleem fundamenteel als een
ethisch probleem zag. Ik vroeg hem
of die indruk juist was.
In zekere zin wel, ja. Volgens mij is
dat wat er in Amerika en Japan
gebeurd is eenvoudig niet goed. Het
komt niet tegemoet aan de wezenlijke
behoeften van de mens. We hebben
die enorme angstaanjagende steden
als New York, Tokio en Osaka, waar
de mensen als mieren leven, niet
nodig. Elke keer als ik er ben voel ik
me afschuwelijk.
De Indonesische televisie, de biosco
pen en de advertenties brengen onop
houdelijk een vreemde levensstijl
naar voren: ijskasten, sportwagens en
luxe zeep uit Japan en Midden-Ameri-
ka. Hoe kan zijn land onder deze
beïnvloeding zijn eigen doeleinden be
palen?
Ja. ik vecht tegen een grote over
macht. De druk van buitenaf om zich
te conformeren aan het vreemde pa
troon is erg groot. Maar we moeten
blijven volhouden.
Hoe denkt hij over de oplossing van
Birma: vGlledige isolatie van invloe
den van buitenaf?
Nee, dat is een verkeerde benadering.
Birma snijdt zich zelf af van veel
dingen die het waarschijnlijk goed
zou kunnen inpassen in zijn eigen
samenleving. Door alle deuren naar
de buitenwereld af te sluiten blijft
Birma stil staan. Wij moeten al die
technologische vernieuwingen, waar
van we menen dat die ons kunnen
helpen, gebruiken, maar al die dingen
buiten de deur houden, waarvan we
gezien hebben dat ze in AmeriKa en
Japan tot negatieve resultaten leiden.
Waarom moeten wij bijvoorbeeld het
idee van de grootschalige economie
overnemen? Volgens de Amerikanen
moet je, om een auto te maken,
minstens een miljoen eenheden per
jaar produceren, anders zou het niet
economisch zijn. Dat iü klinkklare
onzin. Wij zouden 15.000 eenheden
per jaar kunnen produceren en toch
nog enige winst maken. Waarom zou
den wij moeten overgaan tot winst
maximalisatie? Wij hebben al dat
geld niet nodig. Laten wij alleen
maar economisch werken, dat is vol
doende. Er zijn meer van dat soort
ideeën, die allemaal ontwikkeld zijn
in economieën met industriële massa
consumptie, waarin de rivaliteit een
grote rol speelt. Maar waarom zouden
wij die overnemen? We worden door
deze zaken gekoloniseerd.
Kiezen
Ik zei dat Gandhi tegen massaproduk
tie ageerde met het argument dat
Azië meer arbeidsplaatsen moest creë
ren en geen arbeidsbesparende ma
chinerie moest invoeren.
Ik zou niet zover willen gaan als
Gandhi door al die oude, erg ineffi
ciënte hand werktuigen weer terug te
halen. Ik zou willen dat ons volk de
modernste technieken zou overnemen,
maar dan met een eigen filosofie wat
betreft bet gebruik ervan. Als we dat
echt willen en genoeg steun van het
volk krijgen, dan geloof ik dat we een
eigen richting kunnen' inslaan, We
kunnen echt iets nieuws ontwikkelen,
we kunnen relaties in de samenleving
ontdekken die veel meer harmonieus
zijn en minder onderdrukkend. Ik
weet echter niet of we de tijd daar
voor hebben, of dat de wereld ons die
tijd gunt. Iets waarvoor ik persoonlijk
erg bang ben is dat de Japanners
zeggen dat ze hun vervuilende indus
trieën naar zuid-oost-Azië willen over
brengen. De Japanners zijn erg mee
dogenloos. Ik vraag me af of we al
deze dingen kunnen tegenhouden. Er
zijn zóveel levensstijlen die wij in
Indonesië zouden kunnen ontwikke
len. En toch zie je hoe in Djakarta
nu ai het Tokio- en New York-pa-
troon opdringt door al die grote auto-
fabrieken. Waarom moet iedereen in
Djakarta zijn eigen wagen hebben?
Dat is toch te dwaas. Waarom zouden
wij geen beter openbaar vervoer op
poten zetten, zodat iedereen gemakke
lijk en goedkoop naar zijn werk kan
gaan.'
Dat is precies wat er gebeurt Aan de
meeste adviseurs hebben we niets.
Sommigen zijn goed, die proberen hun
ervaringen in te passen in lokale
omstandigheden, maar de meesten
zijn te lui en hebben te weinig inte
resse. Diè strijken alleen maar een
enorm salaris van de VN op en voe
ren niets uit. Neem nu de adviseurs
teams van de Wereldbank, de Aziati
sche ontwikkelingsbank enzovoort. De
ze mensen kunnen erg goed zijn in
een Amerikaanse of Japanse omge
ving, maar het zijn vreemden in Indo
nesië. Maar al te vaak moeten hun
rapporten door onze regering afge
keurd worden, omdat ze volledig bui
ten de Indonesische werkelijkheid
staan. ToCh kosten ze honderdduizen
den Amerikaanse dollars. Zoals je
weet hanteert de Wereldbank de regel
dat er geen burgers van het land zelf
betrokken worden bij he-t adviserende
werk. Het argument is dat ze bevoor
oordeeld te werk zouden gaan.
Ik concludeerde dat hij de invloed
van de rijke landen op Indonesië
onvermijdelijk corrumperend leek te
vinden, dat ze meer kwaad dan goed
doen door hun vreemde doeleinden
en waarden naar Indonesië over te
brengen. Moeten ze dan wel doorgaan
met hun hulp, investeringen en tech
nologie, of zou het beter zijn als ze
maar helemaal weg bleven?
Ik hoop dat ze weg zullen blijven. Ik
heb lang over buitenlandse hulp nage
dacht. Zoals het de laatste 25 jaar in
praktijk is gebracht, verzwakt het on
ze eigen kracht en ondermijnt het
onze bekwaamheid om eigen bronnen,
zowel financiële als menselijke, aan te
wenden. We moeten meer selectief te
werk gaan en geen buitenlandse hulp
en investeringen aannemen waar we
het zelf wel kunnen opknappen. We
zijn in Indonesië bijvoorbeeld altijd
sterk geweest in de textielindustrie,
maar we staan de Japanners toe bin
nen te komen en deze te vernietigen.
Onze mensen hebben geen kans tegen
hun vèrgevorderde technologie. Het
eindresultaat is voordeel voor de Ja
panners, ten koste van de werkgele
genheid in Indonesië, het te gronde-
gaan van de kleine batik-fabriekjes.
Hetzelfde zie met frisdranken. Waarom
laten we In vredesnaam de Japanners
hier Coca Cola maken? Ln Medan
laten we zelfs een Franse onderne
ming ijsblokjes maken. Ijsblokjes no
ta bene. Kunnen de Indonesiërs zélf
hun ijsblokjes niet meer maken?
Na China is Indonesië het groot
ste. dichtstbevolkte en potentieel
rijkste land van Azië. In tegen
stelling tot de kleine buurlanden,
kan de zin voor nationale identi
teit sterk genoeg worden om
eigen doeleinden te bepalen en
een eigen levensstijl te ontwikke
len. Mochtar Loebis, redacteur
van Indonesia Raya, is er van
overtuigd dat dit moet gebeuren.
Zijn visie is de echo van de woor
den van het volkslied, dat andere
Indonesia Raya. 'Dat haar grond
vruchtbaar moge zijn, en haar ziel
vol van geestdrift'.
.en can de problemen van de groene
1 tie, zo suggereerde ik, is dat de
die de technieken over de
lassing van kunstmest en pestici-
uitdachten, westerse landboinv-
\digen waren, en geen mensen die
't de Aziatische manier van land-
wbedrijfsvoering zijn opgegroeid,
't kwam bijvoorbeeld niet bij hen
dat je in een rijstpaddy niet alleen
ijst verbouwt, maar er ook vis in
itzet. Ik vroeg hem of hij het met
isu e eens was dat de aan Indonesië
lioi|| ngeboden technologie vaak onge-
hikt is voor Aziatische behoeften.
oqo ^rdaad. En niet alleen werd de vis
osu dood, maar het water stroomde te-
ua® g naar de riviertjes en meren. Nie-
and heeft nog de gevolgen van pes-
|jap :iden op de binnenlandse visvangst
aqujjstudeerd. Op het moment bemoeit
regering zich niet met de vraag
t voor soort technologie er Indone-
binnenkomt. Volgens mij is dat
keerd. Wij moeten daar zelf over
laj'jan nadenken, en beslissen in
erleg met de investeerders natuur-
welk soort technologie we
or de mijnbouw, de landbouw en de
jfup lustrie, zullen invoeren. We zullen
derzijds tot de ontdekking komen
Indonesië plotseling veranderd is,
misschien wel op een manier die
niet aanstaat. Het buitenlands
>itaal voert hier als vanzelfspre-
nd allerlei dingen in en legt deze
Nialh ons op. Het is een soort technolo-
ch kolonialisme.
I