bevolkingsexplosie, investeringswedloop, vervuiling Mochtar Loebis: Indonesië heeft heel andere technologie nodig pesticiden iOUW/KWARTET ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1974 BUITENLAND T17 K17 STOOT ONDER DE GORDEL VAN SMARAGD Ruim een maand geleden verzuchtte de Indonesische minister van bui tenlandse zaken Malik tegenover het Amerikaanse weekblad Newsweek dat het Japanse bedrijfsleven in In donesië voor weinig anders oog heeft dan voor maximale winst. Het was voor het eerst dat een Indone sisch minister zich zo misprijzend uitliet over de wedloop van het buitenlandse kapitaal op de archipel. Deze ontwikkeling wordt al lange tijd met grote bezorgdheid gadege slagen door de bekendste Indonesi sche journalist Mochtar Loebis. Niet alleen Soekarno heeft in zijn tijd zijn moeiten gehad met de onafhan kelijke, kritische geest, ook het be- wind-Soeharto is duidelijk ongeluk kig met hem. Nog onlangs berichtte Newsweek, waarvan Loebis corres pondent is, dat deze geen uitreisvi sum had kunnen krijgen. Het Engelse wetenschappelijke weekblad 'New Scientist' publiceer de kortgeleden een uitgebreid vraag gesprek met Mochtar Loebis, opge schreven door zijn milieuredacteur Jon Tinker. Hij beschrijft daarin zijn zorgen over de schade die onder het motto economische groei aan deze gordel van smaragd wordt toe gebracht Aan de horizon vaji Indonesië's traditionele landschap verschij nen de gestalten der economische expansie: installaties van de machtige staats-oliemaatschappij PERTAMINA. ïochtar Loebis, een autoriteit in Indonesië op |et gebied van de ecologie is tevens redacteur <au bet dagblad Indonesia Raya, één van de heest gezaghebbende bladen in Djakarta. Indo les! Raya, 'Indonesië is groot', is ook de titel van et volkslied, zodat ik eerst nogal bang was dat ttocbitar Loebis een dorre, kleurloze, patriotische, •gerings getrouwe woordvoerder zou zijn. Hij lleek in elk geval een vrolijke, gezette man te jn, die, zoals zoveel van zijn landgenoten ge makkelijk in lachen uitbarst. Het kostte me enige M om zijn kantoor te vinden, want in tegen- eilling tot de meeste Indonesische zakenlieden ferkt hij niet in één van die moderne, naar wes- fcrse stijl opgezette wolkenkrabbers in de bin- lenstad van Djakarta. lijn taxi hoste door gaten in het wegdek, zig- tgde door zwermen betjaks en schoot rakelings jngs krotten van hout en golfplaten, die alleen Birwege het onophoudelijk voortrazende ver eer de weg nog niet overwoekerd hadden. Het een onwaarschijnlijke plaats voor een dag- jlad. En toen, plotseling, bij één van die abrupte veranderingen van het straatbeeld, die zo ty pisch zijn voor Djakarta, maakte de weg een on verwachte kronkel en kwam uit op een brede geasfalteerde tweebaansweg. Een kil-uitziende bungalow, met veel bijgebou wen bleek het bureau van Indonesia Raya te zijn. Even later schudde ik Mochtar Loebis de hand. Hij nam me mee naar een grote kamer met een hoog plafond die maar spaarzaam gemeubileerd was. Gelukkig ontbrak het ruisende luchtverver singssysteem dat in de meeste kantoren van Dja karta een ondraaglijk lawaai maakt. Er hingen een paar schilderijen aan de muur, één ervan was een 200 jaar oude Balinese zijden afbeelding van de hel, waarop mensen door wilde beesten werden opgegeten. Achter het bureau van Loebis rode, zwarte en bruine vegen. Dit maakte hijzelf: zonsondergang in de bergen van Bogor, eens de zomerresidentie van de Nederlanders, en nog steeds gaan zij die liet kunnen betalen er heen om de hitte van Djakarta te ontvluchten. 'Mijn bergen' noemt Mochtar Loebis ze alsof ze zijn eigendom zijn, hoewel hijzelf van Sumatra komt. het nu betreurde in het verleden consessies te hebben verleend aan buitenlandse houtmaatschappijen, om dat de vergunningen haar niet de mogelijkheid geven controle'op deze maatschappijen uit te oefenen. 'Nu, dan zouden we gewoon de overeenkomsten moeten schenden en controlemaatregelen moeten instellen. Ik opperde dat de moeilijkheid is, dat de grote houtondememingen in het oerwoud van Sumatra of Kalimantan de gevangenen zijn van hun eigen technologie. Hun machines zijn alleen maar geschikt voor kaalslag (om alles te rooien wat er staat). Natuurlijk krijgen ze zo de grootste winst. Ze hoeven geen mankracht te gebruiken. Ze geven de voorkeur aan hun enorme machines, die het bos binnenrukken en het afbreken. Maar waarom zouden we dat zo maar ne men? Ik informeerde naar een ander gevolg van de ontbossing: een toenemende uitdroging van de grond. Het is een bittere ironie dat Java en Bali, eilan den die met hun sawahs een klassiek voorbeeld zijn van bodemconserve ringstechnieken, die al zo'n duizend jaar met succes zijn toegepast, nu aan ernstige erosie onderhevig zijn. Ik denk dat dit aangeeft hoe zwak het bestuur t.a.v. deze problemen is. In het verleden hebben we zonder ons ervan bewust te zijn altijd een even wicht gehandhaafd tussen beboste en door Jon Tinker gecultiveerde gebieden. Dat evenwicht wordt nu verstoord, en "het proces verloopt van jaar tot jaar sneller. Op Java zijn we al in een erg kritiek stadium gekomen. Ieder regenseiozen zijn er gevaarlijke overstromingen en als de regering geen krachtige maatre gelen neemt om de bossen van het eiland te behouden, zullen we Java in de volgende 25 jaar een woestijn zien worden. U denkt misschien dat ik een beetje overdrijf, maar er is een ge bied bij Djogjakarta op Midden-Java, waar al niets groens meer over is, alleen maar stenen en kale grond. Het is een treurig gezicht. De bodem le vert de mensen nu nog maar zo weinig op, dat sommigen letterlijk verhongeren omdat ze niets meer kunnen verbouwen. Een reden waarom de Javaanse bos sen steeds meer in de knel komen is de bevolkingsgroei. Is hij het er mee eens dat dit het meest wezenlijke' milieuprobleem is? Op Java en Bali wèl. Maar op onze dunbevolkte eilanden, in bepaalde ge bieden van Sumatra en Sulawesi, brengen primitieve landbouwtechnie ken, waarbij gedeelten van de bossen gekapt en in brand gestoken warden, de natuur ook ernstige schade toe. Als we hier geen eind aan maken, is het mogelijk dat deze eilanden ook vernietigd worden. Maar op Java is de bevolkingsdruk het ernstigste pro bleem. Zo zijn we met de gezinsplan ning vrij laat begonnen en ik denk niet dat we binnen 10 jaar enig verschil zullen merken. Op het ogen blik is de enige oplossing op Java de mensen naar de andere eilanden laten verhuizen. Transmigratie Ik merkte op dat deze transmigratie politiek zo duur is dat die waarschijn lijk niet te realiseren valt. Ja, op de manier zoals wij het doen. Wij geven de mensen geld om hen te overreden weg te gaan, maar dan zetten we zo zo maar midden in de jungle. Er zijn geen wegen, geen irrigatie, geen markten, niets. Na zes maanden komen ze terug, volkomen gedesillusioneerd. Maar als we dit geld nu zouden besteden om eerst de noodzakelijke infrastructuur te ont wikkelen, dan zouden de mensen van zelf weggaan, zonder dat we ze zouden hoeven te betalen. Als de mensen denken dat ze een nieuw leven kun nen beginnen, dan gaan ze vanzelf, net als destijds die grote spontane trek naar het westen van Amerika. Ik bracht-daar tegenin, dat voor zover ik wist, op het moment de mensen alleen maar spontaan wegtrokken uit de provincies naar Java en Djakarta toe, en niet andersom. Mochtar Loebis lachte. Ja, dat is een ander probleem, en daarvoor is een politieke oplossing nodig. De beslissingen worden altijd in Djakarta genomen. Als een gouver neur in een provincie bijvoorbeeld een brug wil bouwen, of zelfs maar stoelen wil bestellen voor een nieuwe school, dan moet hij eerst Djakarta om toestemming vragen. Zelfs de pro vinciale legerdivisies hebben tegen woordig hun eigen afgevaardigden in de hoofdstad. Gelooft u me niet? Rijd maar eens rond in Djakarta, dan zult u ze zien. 'Vertegenwoordiging van de Di ponogoro-divi si e van het Leger', enz. Dus wat denken de gewone men sen dan? Ze stromen allemaal naar Djakarta, omdat er im de provincies geen kansen zijn. Ik veronderstelde dat een reden van dit centralisme de neiging tot afschei ding is. die in sommige provincies na de onafhankelijkheid naar voren kwam. Wordt er zelfs nu nog niet gevochten in West-Kalimantan? J a, door Chinese communistische gu errilla's. U heeft gelijk. Het separatis me is de reden waarom meer zelfstan digheid voor de provincies tot nu toe nog niet mogelijk is geweest. Maar als we geen maatregelen nemen, zullen steeds meer mensen naar Java komen. Neemt U mij maar ik bèn Suma- Iraan. Maar ik zou niet graag terug Volgens mij was hij wat dit aangaat te negatief over Djakarta, want ik was onder de indruk gekomen van de flexibiliteit van het openbaar vervoer in Djakarta. Naast bussen en taxi's zijn er betjaks, heliceks (driewielige scooters met twee zitplaatsen) en be- mos (drie-ioielige microbusjes met acht zitplaatsen). Jawel, ik hoop alleen maar dat die er blijven. We zouden hiermee moeten doorgaan, maar elke maand komen er in Djakarta meer auto's. De regering zou de invoer van personenauto's moeten beperken en moeten investe ren in een efficiënt openbaar vervoer. Dat zou logisch zijn, maar we willen niet logisch zijn, nog niet. Vervolgens vroeg ik Mochtar Loebis wat hij dacht van een stukje Indone sische technologie dat mij opgevallen was bij veel West-Javaanse huizen: kleine visvijvers met latrines ernaast. Het leek mij, theoretisch ten minste, een goed systeem van vuilafvoer, een niet-vervuilende manier van recycling. Ja, dat ben ik met U eens, deze traditie bestaat hier al langer. Als je daar wat wetenschappelijk onderzoek tegen aan gooit, kun je het moderni seren en het hygiënischer maken. Maar'dat is niet het soort onderzoek dat westerse technologen graag onder nemen (bulderend gelach). Nee, al leen de gedachte al vervult hen met afschuw. Hoe denkt U over het direct uitstrooi en van menselijke faecaliën op het land? Dat doen we soms ook, maar het stinkt nogal. Ik vertelde dat men in China een techniek ontwikkeld had, waarbij menselijk afval tot compost verwerkt ivordt. in betonnen kuipen. De hoge temperatuur die daarbij vrij komt breelct de ziekteverwekkende bacte riën af, en na dit proces blijft er een goede reukloze mest over. Ja, dat soort technologie hebben we nodig. Waarom zouden we dure kunstmest uit Amerika kopen? Overzeese hulp Wat vindt hij van overzeese hulp? De Verenigde Naties bijvoorbeeld? Een gesprek met een VN-adinseur hier had me het gevoel gegeven dat zijn advies wel eens sterk georiënteerd kon zijn op technologische vèrgevor- derde landen, zonder de juiste afstem ming lijn eerste vraag was in hoeverre het jillieu in Indonesië serieus genomen jordt. krant begonnen wij er drie jaar gleden over te schrijven. In het werden we uitgelachen en ieg men ons waarom we een nieuw ^obleem aan al die andere proble- i toevoegden. Zoals in zoveel ont- tkkelingslanden, is het grootste ge- -Jiar te wijten aan onwetendheid. Een torbeeld. Toen de regering haar gro- campagne ter bevordering van de bstproduktie lanceerde, gebruikma- fend van grote hoeveelheden kunst- jest, verdelgende middelen en insec- piden, vergat ze. het volk in te rfiten over alle gevaren. Alles wat boeren wisten, was dat het hele kde en hele krachtige chemicaliën yren. Ik weet van een boer die een i ziin been had, hij deed er wat die insecticiden op, zó uit de bus. stierf eraan. jnnlesterse technologie, merkte ik op, eft zich zo ontwikkelddat zij ge- zvas voor de ivesterse samenle- ig, maar dat betekent niet dat ze fc aangepast is aan de Aziatische huur. 1 ben het met u eens. Het mag dan iximaal profijt oplevererf voor de itenlandse investeerders, in de sa- 'nleving waar deze westerse techmo- esK |ie wordt ingevoerd kan dat emsti- gevolgen hebben. De Japanners voorbeeld beoefenen een garnalen- serij hier op de Molukken, die een issaproduktie heeft. Er wordt onge- evenveel vis als garnalen gevan- HOI11- Maar ze willen de vis niet, dus die -iyf den ze en gooien ze terug in zee. 0 brengen de vis niet aan land om door de mensen té laten'opeten, dat dat niet winstgevend zou zijn. is een misdadige verkwisting om garnalen te vangen. .aalslag: vroeg Mochtar Lubis naar nóg een hnologie, die de natuurlijke hulp- mnen van Indonesië langzamerhand buit: dc op massaproduktie berus- ide methoden van de internationale itmaal schappijen. it de houthakkers hier in Indonesië Maleisië uithalen is werkelijk treu- ze zijn daar hele werelden aan vernietigen, weet u. Ze halen het it weg en tegelijkertijd verwoesten de flora; de orchideeën, de insec- alles wat al zo'n duizend jaar in bossen leeft. Het is een enorm lies. antwoordde dat de Indonesische ering in haar rapport aan de mi- conferentie van de Verenigde Na- die in 1972 in Stockholm werd louden, liet doorschemeren dat ze gaan naar Sumatra, want ais ik daar ben kan ik niiets meer gedaan'krijgen. Baai Mochtar Loebis is zich ook bezig gaan houden met de vervuiling. In de Baai van Djakarta bijvoorbeeld is de zee bijzonder vervuild door schepen die hun olie op zee lozen. Tussen de kleine eilanden in de baai kun je een, dun laagje olie op het water zien drijven. Hierihee is de vernietiging van het leven in de zee al op gang gekomen. Een grote hoe veelheid vuil komt van industrieën in Djakarta, die hun afval zonder meer in de rivieren gooien. Misschien, zei ik, moet een arm 'land als Indonesië met een vervuilde baai genoegen nemen als het industrieel tot ontwikkeling wil komen. Kan In donesië zich een milieu-beheersing veroorloven? Wel degelijk, we moeten zeer strenge maatregelen nemen. Ik zou niet graag willen dat Indonesië dezelfde kant opgaat als Japan; dat dan wel indus trieel vooruitgang boekte, maar zijn eigen natuur verwóestte. Als dat het lot van elk land is, alle Latijns- Amerikaanse, Afrikaanse en Aziati sche landen proberen dezelfde wijze van industriële ontwikkeling te berei ken als het westen, dan geloof ik dat we de hele wereld spoedig zullen vervuilen. Wij moeten gelukkig kun nen zijn met een eenvoudiger manier van leven. Wij moeten onze eigen richting bepalen, onze eigen doelein den ontwikkelen. Het kioam mij voor dat hij het mi lieuprobleem fundamenteel als een ethisch probleem zag. Ik vroeg hem of die indruk juist was. In zekere zin wel, ja. Volgens mij is dat wat er in Amerika en Japan gebeurd is eenvoudig niet goed. Het komt niet tegemoet aan de wezenlijke behoeften van de mens. We hebben die enorme angstaanjagende steden als New York, Tokio en Osaka, waar de mensen als mieren leven, niet nodig. Elke keer als ik er ben voel ik me afschuwelijk. De Indonesische televisie, de biosco pen en de advertenties brengen onop houdelijk een vreemde levensstijl naar voren: ijskasten, sportwagens en luxe zeep uit Japan en Midden-Ameri- ka. Hoe kan zijn land onder deze beïnvloeding zijn eigen doeleinden be palen? Ja. ik vecht tegen een grote over macht. De druk van buitenaf om zich te conformeren aan het vreemde pa troon is erg groot. Maar we moeten blijven volhouden. Hoe denkt hij over de oplossing van Birma: vGlledige isolatie van invloe den van buitenaf? Nee, dat is een verkeerde benadering. Birma snijdt zich zelf af van veel dingen die het waarschijnlijk goed zou kunnen inpassen in zijn eigen samenleving. Door alle deuren naar de buitenwereld af te sluiten blijft Birma stil staan. Wij moeten al die technologische vernieuwingen, waar van we menen dat die ons kunnen helpen, gebruiken, maar al die dingen buiten de deur houden, waarvan we gezien hebben dat ze in AmeriKa en Japan tot negatieve resultaten leiden. Waarom moeten wij bijvoorbeeld het idee van de grootschalige economie overnemen? Volgens de Amerikanen moet je, om een auto te maken, minstens een miljoen eenheden per jaar produceren, anders zou het niet economisch zijn. Dat iü klinkklare onzin. Wij zouden 15.000 eenheden per jaar kunnen produceren en toch nog enige winst maken. Waarom zou den wij moeten overgaan tot winst maximalisatie? Wij hebben al dat geld niet nodig. Laten wij alleen maar economisch werken, dat is vol doende. Er zijn meer van dat soort ideeën, die allemaal ontwikkeld zijn in economieën met industriële massa consumptie, waarin de rivaliteit een grote rol speelt. Maar waarom zouden wij die overnemen? We worden door deze zaken gekoloniseerd. Kiezen Ik zei dat Gandhi tegen massaproduk tie ageerde met het argument dat Azië meer arbeidsplaatsen moest creë ren en geen arbeidsbesparende ma chinerie moest invoeren. Ik zou niet zover willen gaan als Gandhi door al die oude, erg ineffi ciënte hand werktuigen weer terug te halen. Ik zou willen dat ons volk de modernste technieken zou overnemen, maar dan met een eigen filosofie wat betreft bet gebruik ervan. Als we dat echt willen en genoeg steun van het volk krijgen, dan geloof ik dat we een eigen richting kunnen' inslaan, We kunnen echt iets nieuws ontwikkelen, we kunnen relaties in de samenleving ontdekken die veel meer harmonieus zijn en minder onderdrukkend. Ik weet echter niet of we de tijd daar voor hebben, of dat de wereld ons die tijd gunt. Iets waarvoor ik persoonlijk erg bang ben is dat de Japanners zeggen dat ze hun vervuilende indus trieën naar zuid-oost-Azië willen over brengen. De Japanners zijn erg mee dogenloos. Ik vraag me af of we al deze dingen kunnen tegenhouden. Er zijn zóveel levensstijlen die wij in Indonesië zouden kunnen ontwikke len. En toch zie je hoe in Djakarta nu ai het Tokio- en New York-pa- troon opdringt door al die grote auto- fabrieken. Waarom moet iedereen in Djakarta zijn eigen wagen hebben? Dat is toch te dwaas. Waarom zouden wij geen beter openbaar vervoer op poten zetten, zodat iedereen gemakke lijk en goedkoop naar zijn werk kan gaan.' Dat is precies wat er gebeurt Aan de meeste adviseurs hebben we niets. Sommigen zijn goed, die proberen hun ervaringen in te passen in lokale omstandigheden, maar de meesten zijn te lui en hebben te weinig inte resse. Diè strijken alleen maar een enorm salaris van de VN op en voe ren niets uit. Neem nu de adviseurs teams van de Wereldbank, de Aziati sche ontwikkelingsbank enzovoort. De ze mensen kunnen erg goed zijn in een Amerikaanse of Japanse omge ving, maar het zijn vreemden in Indo nesië. Maar al te vaak moeten hun rapporten door onze regering afge keurd worden, omdat ze volledig bui ten de Indonesische werkelijkheid staan. ToCh kosten ze honderdduizen den Amerikaanse dollars. Zoals je weet hanteert de Wereldbank de regel dat er geen burgers van het land zelf betrokken worden bij he-t adviserende werk. Het argument is dat ze bevoor oordeeld te werk zouden gaan. Ik concludeerde dat hij de invloed van de rijke landen op Indonesië onvermijdelijk corrumperend leek te vinden, dat ze meer kwaad dan goed doen door hun vreemde doeleinden en waarden naar Indonesië over te brengen. Moeten ze dan wel doorgaan met hun hulp, investeringen en tech nologie, of zou het beter zijn als ze maar helemaal weg bleven? Ik hoop dat ze weg zullen blijven. Ik heb lang over buitenlandse hulp nage dacht. Zoals het de laatste 25 jaar in praktijk is gebracht, verzwakt het on ze eigen kracht en ondermijnt het onze bekwaamheid om eigen bronnen, zowel financiële als menselijke, aan te wenden. We moeten meer selectief te werk gaan en geen buitenlandse hulp en investeringen aannemen waar we het zelf wel kunnen opknappen. We zijn in Indonesië bijvoorbeeld altijd sterk geweest in de textielindustrie, maar we staan de Japanners toe bin nen te komen en deze te vernietigen. Onze mensen hebben geen kans tegen hun vèrgevorderde technologie. Het eindresultaat is voordeel voor de Ja panners, ten koste van de werkgele genheid in Indonesië, het te gronde- gaan van de kleine batik-fabriekjes. Hetzelfde zie met frisdranken. Waarom laten we In vredesnaam de Japanners hier Coca Cola maken? Ln Medan laten we zelfs een Franse onderne ming ijsblokjes maken. Ijsblokjes no ta bene. Kunnen de Indonesiërs zélf hun ijsblokjes niet meer maken? Na China is Indonesië het groot ste. dichtstbevolkte en potentieel rijkste land van Azië. In tegen stelling tot de kleine buurlanden, kan de zin voor nationale identi teit sterk genoeg worden om eigen doeleinden te bepalen en een eigen levensstijl te ontwikke len. Mochtar Loebis, redacteur van Indonesia Raya, is er van overtuigd dat dit moet gebeuren. Zijn visie is de echo van de woor den van het volkslied, dat andere Indonesia Raya. 'Dat haar grond vruchtbaar moge zijn, en haar ziel vol van geestdrift'. .en can de problemen van de groene 1 tie, zo suggereerde ik, is dat de die de technieken over de lassing van kunstmest en pestici- uitdachten, westerse landboinv- \digen waren, en geen mensen die 't de Aziatische manier van land- wbedrijfsvoering zijn opgegroeid, 't kwam bijvoorbeeld niet bij hen dat je in een rijstpaddy niet alleen ijst verbouwt, maar er ook vis in itzet. Ik vroeg hem of hij het met isu e eens was dat de aan Indonesië lioi|| ngeboden technologie vaak onge- hikt is voor Aziatische behoeften. oqo ^rdaad. En niet alleen werd de vis osu dood, maar het water stroomde te- ua® g naar de riviertjes en meren. Nie- and heeft nog de gevolgen van pes- |jap :iden op de binnenlandse visvangst aqujjstudeerd. Op het moment bemoeit regering zich niet met de vraag t voor soort technologie er Indone- binnenkomt. Volgens mij is dat keerd. Wij moeten daar zelf over laj'jan nadenken, en beslissen in erleg met de investeerders natuur- welk soort technologie we or de mijnbouw, de landbouw en de jfup lustrie, zullen invoeren. We zullen derzijds tot de ontdekking komen Indonesië plotseling veranderd is, misschien wel op een manier die niet aanstaat. Het buitenlands >itaal voert hier als vanzelfspre- nd allerlei dingen in en legt deze Nialh ons op. Het is een soort technolo- ch kolonialisme. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 17