Tuin van 'Warmelo' trekt enorme stroom bezoekers 'Achab' Nixon vond zijn Elia in de pers ^'Diepenheim werd beroemd door kasteel van wijlen prinses Armgard' Bijzondere periode in 'het warme Loo' is nu bijna voorbij K ROUW/KWARTET ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1974 BRS'NENL.AXD/BUniEXL.AM) T9/K11 door Fred Lammers VEPENHEIM 'De mensen lie hier een kijkje komen nemen fijn in de eerste plaats geinteres- eerd in de tuin, maar ook speelt och wel een belangrijke rol dat der de moeder van prins Bem- lard heeft gewoond. Je krijgt lier op Warmelo veel van die icjite Oranjeklanten fictor Kaczmarekdie na het werlijden vim prinses Armgard, ip 27 april 1971, in feite beheer- Ier van Warmelo is, heeft in de oop der jaren een grote mensen- 'tennis opgedaan. «Ju de tuin hier in de zomermaanden ipen is voor het publiek, maak je icel wat mee. Ik meet er wel eens lachen. Onlangs nog stapte er een uevrouw de poort binnen die mij lanklampte om te vragen of er ook en gids was. Ik vertelde dat dlit niet iet geval was, maar dat er een route vas uitgestippeld langs de mooiste lekjes in het park. U hebt de rode lijltjes maar te volgen. De mevrouw ;eek mij heel verbaasd aan. 'De rode lijltjes?' riep zij een beetje veront waardigd uit. Zij vond het duidelijk I taaar vreemd dat rode pijltjes de weg i togaven. Ze had minstens oranje pijltjes verwacht. Victor Maczmarek heeft er nog ple- E:er om als hij mij deze gebeurtenis Kartelt. De bezoekers vragen hem van lies. 'Ze zijn reuze nieuwsgierig en illen allerlei bijzonderheden weten pver de prinses, hoe zij hier leefde en I vat er zo al gebeurde. Ik vertel ze echter net wat ik kwijt will. Natuuir- ijk hang ik ze geen bijzonderheden j aan de neus. Daar hebben ze niets mee lodiig'. Niet dat Victor Kaczmarek die niet chol^eert. Hij is opgegroeid met de fami- lentjie van prins Bemhard. Zijn vader vas reeds in diienst bij de ouders van irdadfte prins en Victor volgde dit voor- ieeld. Als schooljongen begroette hij ano prinses Juliana met bloemen toen zij in 1936 met prins Bemhard naar rdaa Duitsland kwam om kennis te maken Pr< net de plaats waar haar verloofde was i Ze ipgegroeid. Na de oorlog kwam Vdc- I veter met prinses Armgard naar Neder- and. Hij werd haar toeverlaat als jrigeperticulier chauffeur, als de man die q ft ïaar menu's samenstelde en nog veel neer zaken behartigde, die op een ;asteeltje de aandacht wagen. tooi Veel veranderd Istivïs het overlijden van de prinses is ancfj er veel veranderd. Warmele leeft niet meer nu de meesteresse heengegaan is. Het kasteeltje is nog wel volledig gemeubileerd, allies ziet er nog net zo uit als toen de prinses er woonde. Prins Bemhard en zijn broer prins Aschwdn komen er nog vrij regelma tig even kijken. Daarin zal nu spoedig verandering komen, daar prins Bern- hard die Warmelo 'in 1951 voor zijn moeder kocht, het kasteeltje van de hand heeft gedaan aan een beleggings maatschappij dn Liechtenstein, die er een conferentieoord van wil maken. Het onderhoud van het leegstaande huis werd de prins te kostbaar, hoe zeer het hem ook aan het hart gaat afstand te moeten doen van heit plek je, waaraan voor hem en d6 andere leden van de koninklijke familie zo veel goede herinneringen zijn verbon den. De prinsessen kwamen vaak en graag op Warmelo. door hen aange duid als 'het warme Loo' in tegenstel ling tot het paleis in Apeldoorn dat zij om welke reden dan ook 'het koude Loo' noemen. Waarschijnlijk typeerden zij daarmee de sfeer die op Warmelo heerste. Die was gemoedelijk. Prinses Armgard was een stijlvolle dame, maar aan de andere kant een echte vrolijke groot moeder, die goed mee kon doen met haar kleindochters en begrip voor hun problemen had. Hobbies Warmelo werd in de bijna twintig jaar dat prinses Armgard er woonde voor haar een echt thuis. Zij leefde er vrij teruggetrokken en gaf zich met hart en ziel aan haar hobbies: het tuinieren en de dieren, die er in allerlei soorten waren. In fle eerste plaats natuurlijk de paarden. De stal len van Warmelo mochten er zijn, maar ook haar typische vogels, die vele volières in de directe omgeving van het kasteel bevolkten. De volières staan er nog, maar de vogelcollectie neemt af, omdat er niemand oneer ds die voor aanvulling zorgt. Tuin Wat niet is veranderd is de prachtige tuin van Warmelo. 'Die is misschien nog mooier dan toen de prinses nog leefde omdat iedereen die er bij be trokken is de afgelopen jaren alles heeft gedaan om de tuin, waar de prinses zo op was gesteld mooi te houden', zegt Victor Kaczmarek. Vindt hij de tuin van Warmelo mooi er dan de tuin van Soestdijk waar hij ook regelmatig komt? 'U kunt niet van mij verwachten dat ik iets zeg in het nadeel van Soestdijk. De tuin daar is ook heel mopi, maar het is een geheel andere tuin, Warmelo is uniek en zo denken er velen over', zegt Victor Kaczmarek diplomatiek. Nu bekend is geworden dat Warmelo een andere bestemming zal krijgen trekt een extra stroom belangstellen den naar Diepenheim. VW-bureauhou- der G. H. Post en zijn vrouw worden Prinses Armgard hield van vo- ga gas gels. Vlak achter 'Warmelo' staan nog de volières en deze duiventil. daar dagelijks mee geconfronteerd 'De telefoon staat hier soms rood gloeiend van mensen die vragen of de tuin van Wonmelo nog open is en wanneer zij er terecht kunnen. Dagen van een paar honderd van deze tele foontjes zijn geen zeldzaamheid. En dan te bedenken dart wij als VW net na de oorlog bij elkaar nog geen vijftig inlichtingen per jaar verstrek ten. Ik kan rustig zeggen dat Diepen heim door Warmelo beroemd ds ge worden. Ons stadje vaart er wel bij. Diepenheim hoopt daarom dat het zo blijft en dat de tuinen ook in de toekomst bezichtigd kunnen worden. Maar daarover is nog niets te zeggen. Zoals de zaken er nu voor staan ds het park van 'Warmelo' op 15 augustus voor het laatst open\ vertelt de heer Post. Foto boven: Kasteel 'Warmelo' in Diepenheim waar prinses Armgard, de moeder van prins Bemhard, bijna twintig jaar woonde. Foto onder: 'Het circus' noemde prinses Armgard dit gedeelte van haar tuin. Het staat er vol met bijzondere bomen en heesters. Foto boven: In een afgelegen hoek van de tuin van 'Warmelo' staat dit prieeltje, dat een geliefde rustplaats was voor prinses Armgard en ook voor prinses Beatrix en prins Claus in hun verlovingstijd en de maanden die er aan vooraf gingen. Openstelling Hij was de man, die in 1972 met succes aan prins Bemhard heeft gevraagd de tuin van Warmelo op ruimer schaal open te stellen. Voor dien ging Warmelo af en toe open voor geïnteresseerden. Prinses Arm gard ontving regelmatig groepen bloe misten. Victor Kaczaimarek moest hen dan rondleiden en dikwijls verscheen de prinses zelf ook even ten tonele. 'De prinses genoot ervan als anderen haar tuin bewonderden. Zij was te recht een beetje trots op het geheel. Vooral als de rhodondendrons in bloei staan, in de rotzenrtijd en niet te vergieten als de fuchsia's bloeien is de tuin een lustoord. Van die fuchsia's zijn er hier op Warmelo ruim hon derd soorten te vinden. Véle ervan heeft de prinses zelf meegebracht van reizen naar het buitenland. Als zij in Duitsland was ging zij -alrtijd bij kwe kerijen aan', vertelt Victor Kaczma rek. Hoewel er in vergelijking met vroeger de laatste tijd veel is veranderd nu jaarlijks duizenden mensen door de tuin van Warmelo dwalen vorig jaar kwamen er ruim twintigduizend, een aantal dat nu ui is overschreden vindt Victor Kaczmarek die veran dering niet onplezierig, temeer omdat hij weet dat prins Bemhard door de tuin in het zomerseizoen open te stellen geheel in de geest van zijn vroegere werkgeefster heeft gehan deld. 'Zij was degene die ermee is begonnen omdat zij van mening was, dat zij die mooie tuin niet voor zich alleen moest houden, maar er ook anderen van moest laten genieten', vervolgt hij. Hoe het nu zal gaan weet ook Victor Kaczmarek niet. 'Wij wachten maar af, er zijn zoveel geruchten, maar niemand weet er het fijne van'. Afwachten doet ook tuinman Derksen, die zich nog dagelijks aan de tuin wijdt alsof zijn vroegere meesteres er elk ogenblik weer in zal komen wan delen. In spanning over de dingen die gaan gebeuren zit eveneens mevrouw Zandvoort, die twee jaar geleden toe stemming kreeg met haar ijscokar bij de zij-ingang van Wonmiëlo een stand plaats in te namen op voorwaarde dat zij ervoor zorgt dot er geen rammel in het park ontstaat van weggegooide ijsoobekertjes en papder. 'Het vailrt ech ter erg mee met dart rommel maken. Opvallend is wel dat vele mensen, zodra ze buirten het hek van Warmelo zijn wel rustig afval in het gras gooien. Dait raap ik dan ook maar op om te voorkomen, dot het in de tuin waalt en ik hert op mijn brood krijg', zegt mevrouw Zandvoort. In het park zelf gedraagt het publiek zich uiterst correct. Op drukke dagen wordt het gras tot verdriet van /de tuinman wel een beetje platgetrapt door de mensenstroom, met name op Hemelvaartsdag en Tweede Pinkster dag, als de tuin de hele dag open is, maar van het aanrichten van vernie lingen of rommel maken is geen spra ke. Hoogst zelden loopt er ierts uit de hand. Stekje 'Laatst zag mijn vrouw een man die een stek van een bijzondere fuchsia mee wilde nemen. Zij is op hem afgestapt om te vragen of hij er wel bij stilstond wat er zou gebeuren als iedereen maar stekjes ging meene men. Nu dat begreep hij toen wel. Mijn vrouw heeft het heel kalm aan gepakt. Het was maar goed voor die meneer dart ak er niet bij was', meent Victor Kaczmarek Zo wacht men dn Diepenheim af. De heer en mevrouw Post vertellen de belangstellenden dat Warmelo tot half augustus elke dinsdag- en donderdag- middag open hof houdt Velen willen ook graag een kijkje in het kasteeltje'.' nemen. 'Dat kan helaas niet. Wij vinden dat ook jammer', zegt me vrouw Post voor de zoveelste keer tegen iemand die telefonisch wil we ten boe het 9taat met de mogelijkhe den tot een bezoek. Tuinman Derksen inspecteert op dat moment de nieuwe aanplant en Victor Kaczmarek ontvangt bij de poort een gezelschap uit Den Haag, zojuist per bus aangekomen, dat nog vlug even van de gelegenheid gebruik wil ma ken om, zoals het echtpaar Pohl om schrijft 'met eigen ogen te zien waar de moeder van de prins al die iaren heeft doorgebracht*. 'Het circus' De bezoekers wandelen naar de grote vijver, door de rozentuin en 'het cir cus', zoals prinses Armgard een ge deelte van het park waar heesters en bomen in allerlei variëteiten zijn te vinden, aanduidde. Sterk geïnteresseerden ontdekken de christusdoorn, 'die op Warmelo geen struikje is maar een echte boom, zelden zien zij de mierikswortel, door de prinses geplant om haar zoon tij dens zijn vele bezoeken te kunnen tracteren op zijn lievelingsgerecht: mierikswortelsaus. De bewoners maken de geschiedenis van een huis als Warmelo. Een heel bijzondere periode behoort nu bijmia( tot het verleden^. Er gaat een nieuw hoofdstuk beginnen in het verhaal van dit romantische buiten in het mooie Twente. Eigenlijk z\jn er abstract gezien tenminste in de politiek en misschien wel in het hele leven maar twee wezenlijke houdingen, posities, die van ver trouwen en die van wantrouwen. De eerste is die van het geloof in de mens, in zijn goedheid of min stens zijn perfectibiliteit, het geloof dat het op deze aarde béter kan. Dat noemen we dan het idealisme, ,d dat optimisme dat de mensheid omvat, wat zegt ik, jin omarmt (Seid umschlungen, rillionen), zó metha- physisch en zelfs eschatologisch geladen is het. Juist in onze tijd schijnen ook christenen zich er steeds meer in thuis te voelen. Maar in Amerika is het altijd al een bekende levensinstelling geweest, dat 'Social Gospel'. Sommigen hebben het de kern van heel het Amerikaanse streven genoemd. Ja, dat is een wat brede aanzet voor artikel over het Amerikaanse staatsbestel, nu in zo'n boeiende en tragische crisis. Maar waar ik heen wil is precies dit: de Amerikaanse jrondwet, nu bijna twee eeuwen oud, s niet, zoals men al gauw denkt, gegrond op de eerste, idealistische houding, maar op de tweede, de rea listische. Onze -verklaring over wat er m Amerika gebeurt komt veelal voort uit het imago dat we van Amerika hebben, waar inderdaad de Amerika nen ons zelf mee hebben opgescheept: Amerika als het land van het vertrou wen, van de toekomst, van the Ameri can dream. En de werkelijkheid klopt dan zo weinig daarmee, laat altijd weer zo'n schrille dissonant horen in die harmonie. Maar de achttiende- eeuwse mannen die de grondwet maakten, de zgn. 'Founding Fathers', waren niet zulke dromers. Integen deel, zij kenden de geschiedenis, de geschiedenis van de West-Europese leschaving, waar Amerika laten we het niet vergeten, een loot en een exponent van is. Ier uit Nederland 'Zij waren realist genoeg om die ge schiedenis te laten gelden (Idealisten hebben eigenlijk geen verleden). Een voorbeeld: één van de belangrijkste Founding Fathers al was hij in 1787 niet aanwezig in Philadelphia, was John Adams, de man die in 1779 de grondwet van zijn staat Massachusetts schreef, een realistisch stuk met een voorzichtig evenwicht tussen de wer kelijkheden van de samenleving: aris tocratie en democratie. Deze John Adams ging in 1780 naar Nederland om daar te proberen erkenning te vinden voor zijn om de vrijheid wor stelende land, wat hem in 1782 lukte. Hij kwam hier dus in de tijd van verval de late pruikentijd, en hij schrok ervan, hoe slecht in Nederland het politieke bestel geregeld was. Hij leerde ervan dat weliswaar het een hoofdige bestuur (in ons land in de Stadhouder zo halfslachtig gereali seerd) groten gevaren had, maar dat het grootste gevaar dat een bestuurs vorm bedreigt dat der oligarchie is, de regering van de enkelen. Zo was het in Holland, een kleine elite van regenten deelde de lakens uit, verhan delde onderling de lucratieve baan tjes, hield elke verandering tegen, en noemde dat nota bene ook nog de 'ware vrijheid'. Die les bracht John Adams er des te meer toq gm een voorstander te wor den van een staatsbestel waarin de aristocraten, ae élite, op hun plaats werden gezet, in quarantaine werden gehouden zou men kunnen zeggen, in een apart lichaam, een eerste kamer, Senaat genoemd, in toom gehouden door enerzijds een volksvergadering, die op zou komen voor de belangen van de kleine man, anderzijds een uitvoerende macht geconcentreerd in één man, de president John Adams was geen idealist, hij geloofde nie dat men ooit de élite, of die nu door geboorte of geld of hoe dan ook ontstond, zou kunnen afschaffen, ze zou toch vanzelf weer opkomen. Maar met dit systeem van wederzijds even wicht meende hij een redelijke oplos sing van het probleem te hebben gevonden (ik laat nu maar weg in hoeverre die Amerikaanse oplossing geïnspireerd werd door en toch ook afweek van de toen zo bewonderde Britse Constitutie en de ideeën van de Franse denker Montesquieu. Wat Adams dacht en schreef had veel invloed op de Conventie van 1787 die in Phiadelphia de grondwet opstelde. Ook daar heerste veel pessimisme, veel Inzicht in 's mensen boosheid. Ook daar was men bang voor een lite van rijken die de armen zouden uitzuigen, maar eveneens voor een blinde volksmarkt, die de minderhe den zou onderdrukken (Rousseau e*» zijn algemene volkswil waren nie« De andere houding is die van hét wantrouwen, van het besef van het menselijk tekort, van de mense lijke dwaasheid, de erkenning dat de samenleving helemaal niet wordt geregeerd door dromen maar door passies, hebzucht, machtswellust, distinctie drift, jaloezie, enz. Het beste wat mogelijk zou zijn was een zeker evenwicht, een wederzijds in toom houden der menselijke strevingen door een vernuf tig samenspel. Dat noemen we dan realisme, dat pessimisme dat van de mensheid niet te veel ver wacht, dat in de binnenlandse verhoudingen liever vertrouwt op een scheiding der machten, in de bui tenlandse op een 'balance of power". Ook dat is een houding waar christenen bekend mee zijn, sinds eeuwen, in dit aardse tranendal. populair in Amerika). En men meen de dat een sterke president een goed ding zou zijn; een element van be scherming van de kleine mensen te gen de élite. Men sprak van een volkstribuun, naar Romeins voor beeld. (we zijn in de tijd van het klassicisme). Die éne man Maar zag men dan, zo rijst de vraag, niet de andere kant van de médaille, het gevaar dat die ene man, met teveel macht bekleed, zich zou opwer pen tot dictator, zelf de tyran zou worden? Welzeker, de wantrouwende denkens in Philadelphia lieten ook die mogelijkheid niet onbesproken, en zij beperkten ook de macht van die enke ling - zij bonden hem in al zijn beslissingen aan Senaat en Volksver gadering (de laatste kreeg de naam Huis van Afgevaardigden). En zij be dachten een procedure waarbij hij afgezet kon worden, als hij, ja nu aarzel ik, als hij wèt, slechts bestuur de? het vertrouwen verloor? zijn macht overschreed? Het artikel dat zij in de grondwet opnamen sprak ten slotte niet van 'maladministration' (slecht bestuur) al waren er die het voorstelden, maar enger alleen van met name genoemde misdrijven, ver raad en omkoperij, en verder: andere 'high crimes and misdemeanors', grote misdaden en wangedrag. Dat laatste woord bevatte de ambivalentie want wat valt er wèl en wat valt niet on der wangedrag! Dat is nog vandaag omstreden. Wat er dus in elk geval niet gebeur de, dat was een ontwikkeling zoals wij die in Europa sindsdien (ja, de Amerikaanse grondwet is de oudste nog van kracht zijnde in onze wester se wereld) hebben meegemaakt waarin de uitvoerende macht in die zin afhankelijk werd gemaakt van de wetgevende, dat zij in elk geval van afgekeurd bestuur kon rorden heen gezonden. In Amerika zit een presi dent onwrikbaar voor vier jaar, zon der onze parlementaire verantwoorde lijkheid, en alleen in uiterste geval kan hij worden afgezet Dat lijken wij nu, pas voor de tweede keer in al die twee eeuwen, te beleven. Duurzamer Is dat allemaal niet een beetje dwaas en omslachtig, dat Amerikaanse be sted? Dat is een vraag die natuurlijk de laatste tijd bij velen opkomt. Nu kan dat niet helemaal ontkend wor den, er is, ook door de ontwikkeling sindsdien, een zekere ondoorzichtig heid ontstaan in het Amerikaanse systeem van 'checks and balances'. Het evenwicht der machten, berus tend op wederzijdse pressie en wan trouwen, heeft nadelen, het leidt tot een zeer ingewikkeld bestel. Maar er moet ook aan de voordelen gedacht worden en dan wel als eerste dit dat de Amerikanen in staat zijn gebleken een sterke bestendigheid in him be stuur te brengen, omdat hun systeem hen vrijwaart voor de regeringswisse lingen en kabinetscrissen die diverse Europese democratieën zo gecorrum peerd hebben en uitgehold. Het Is waar, daarbij is de macht van de president heel sterk gegroeid, en de ouderen van ons hebben allen de tijd meegemaakt dat wij ook daar zeer dankbaar voor waren. Wij den ken dan aan president Franklin Roos evelt, die tegen een deels onwillig en bekrompen Congres en onwetend volk in doorzette dat de Amerikaanse de mocratie ons te hulp kwam tegen Hitier. Wij hebben veel, zeer veel te danken aan de sterke uitvoerende macht in Amerika. Maar er is niets op aarde of het heeft twee kanten. En terwijl ik dat schrijf besef ik dat ik zo weer terug keer bij het begin van mijn verhaal. De Ame rikaanse samenleving, heb ik gezegd, wordt gekenmerkt door een sterk ide alisme, een groot geloof in de toe komst maar zij is gegrond op pessi misme, op een bestel van wederzijds wantrouwen. In die spanning bestaat de hele Amerikaanse geschiedenis. Want natuurlijk als ik de twee princi piële houdingen der mensheid om schrijf als vertrouwen en wantrou wen, idealisme en realisme, geloof in 's mensen goedheid en besef van zijn zondige staat, dan bedoel ik niet dat men de mensen volgens die grens in tweeën kan verdelen, in optimisten en pessimisten, volgens een zuivere rech te scheidslijn. Natuurlijk, alle tussen- schakerlngen komen voor, en eigen lijk kan iemand helemaal op één van die uiterste frontlijnen leven. Het zou zelfs niet zo gek zijn om te beweren dat de grote staatsman die leider is die het zuiverste midden tussen beiden weet te bewaren, die politiek erkent als de kunst van het mogelijke, en toch de droom, het visioen daarachter niet vergeet. Die weet dat er geen handelen mogelijk is zonder vuile handen te maken, en die toch gelooft dat men moraal en poli tiek niet kan scheiden. Moet ik herin neren aan Franklin Roosevelt? Of aan Abraham Lincoln? Twee wachters Het probleem Is, dunkt mij, waar en hoe dan in een realistische politiek bestel de ethische maatstaven gehan teerd kunnen worden, zonder .dat dat overigens leider dat een complete mo ralisering van de politiek. Als de ethische beoordeLing dan niet is inge bouwd in het staatsbestel tenzij, in het uiterste geval, het zeldzame van impeachment, hoe en waar kan ze dan in het geding worden gebracht. Twee krachten zijn er dan die in het bij zonder genoemd moeten worden, de pers en de publieke opinie. Die twee staan natuurlijk niet los van elkaar, maar hebben toch elk zijn eigen rol en functie. Toen in de jaren dertig van de vorige eeuw scherpzinnige Franse edelman de Tocqueville zijn waarnemingen aangaande de Amerikaanse democratie te boek stelde, meende hij dat het de Eers was, die in een land waar nauwe- jks historische, gevestigde morele opvattingen golden, de waarborg was van de vrijheid. (Vrijheid mag men zien als een zedelijk goed in een maatschappij). Sindsdien is dat steeds weer gebleken waar te zijn. Het is de pers die alleen al door haar stelselma tig blootleggen van alle verborgenhe den, alle misstanden, steeds weer de vrijheid heeft bewaakt en waar ge maakt. Het is daarnaast de publieke opinie, die. gevoed door christelijk - humane waarden, op wacht heeft ge staan, als onvrijheid en onmenselijk heid leken te zegevieren, in de slaver nij, in de groot-industrie in het raois- me. Ja, klinkt dat nu niet al te idealiz- tisch? Is het werkelijk zo mooi? Nee, nog eens, ik zeg niet dat daarmee in Amerika een betere wereld is gescha pen, dat de goedheid zodoende over de boosheid prevaleert. Dat is niet zo. De Amerikaanse geschiedenis is net als elke geschiedenis een lang verhaal van menselijk kwaad en onrecht en onderdrukking, nu hier, dan daar, telkens weer opduikend. Ik zeg alleen dat dat kwaad niet absoluut heeft kunnen worden, de overhand kunnen krijgen, omdat het altijd weer 'ge- chechkt (beteugeld') is, omdat er een historisch evenwicht is ontstaan, ha chelijk vaak, maar tot heden toe (er is ook nooit in de mensengeschiedenis een absolute garantie voer een betere toekomst) toch bewaard. M.a.w. de Amerikaanse maatschappij is nooit ge heel dichtgeslagen, heeft haar groot ste goed, haar openheid behouden. Adembenemend Zo zie ik de Amerikaanse geschiede nis, als het adembenemende verhaal van een spanning, tussen machten, tussen goed en kwaad. Puur idealis tisch gezien een afschuwlijk verhaal, alweer zoals alle geschiedenis. Abso luut heimwee naar een betere wereld spreekt er de ban over uit. Puur realistisch gezien een dwaas verhaal, vol hinderlijke belemmeringen van de werkelijkheid door onwezenlijke dro men. Maar menselijk gezien ons aller verhaal, van onze hoop en onze twij fel, onze goedheid en onze boosheid. Dat lijkt mij de les van Watergate. In wezen is geen van beide posities wer kelijk mogelijk, noch die van abso luut vertrouwen noch die van abso luut wantrouwen; noch die van een complete ethische politiek, noch die van een geheel en al amorele politiek. door prof. dr. J. W. Schulte Nordholt Daartussen kan men het een heel eind brengen; er is in Amerika, laat ik het zo zeggen, meer dan bij ons de neiging zich tot één van beide gren zen te bewegen, alles te zetten op één uiterste. Het verhaal van Nixon is niet zo on-Amerikaans als het idealis tisch zou lijken. Zijn praktijken van afluisteren en bedriegen, zijn vulgari teit en machtswellust (want die hele Watergate-affaire was alleen begonnen om hem te doen herkiezen, en terwijl hij zogenaamd druk was met regeren, weten we nu dat hij er volop bij betrokken was), dat hele schouwspel is een afspiegeling van een Ameri kaanse werkelijkheid, in het zakenle ven b.v. allang gebruikelijk. Maar ook Amerikaans is dat hij zo zichzelf langzaam maar zeker ten val bracht, want hij ging tot het uiterste, tot de pool van totaal wantrouwen, en dat is in de open maatschappij die Amerika is, tenslotte funest. Op zijn weg vond hij, en het verbitterde hem meer dan iets anders, de pers, zoals Achab Elia op zijn weg vond. In een (psycho)lo gische onkering van de waarheid gaf hij die dan ook de schuld. Men leest nogal eens dat Nixon goed te vergelijken zou zijn met die andere tragische president, Wilson. Nixon schijnt ook veel bewondering te heb ben voor die idealistische voorganger zichzelf beschouwend als een voortzet ter - mutatis mutandis -van diens vredespolitiek. Daar zit wel iets in, in elk geval karakterologisch. Want bei de mannen zijn voorbeelden van een curieus mengsel "an eerzucht en ge slotenheid, van behcefte om te leiden en vrees om zich te geven! En bij beide leidt dat tot kortsluiting met de werkelijkheid. Maar daar houdt de vergelijking ook op. Want bij Wilson was die koppig heid puur ethisch-ldealistisch ge stemd, met een absoluut moralisme dat wel in conflict moest komen met de wereld om hem heen, nu eenmaal baas en verdorven. Bij Nixon omgekeerd zien we een realisme waarin het doel, hoe goed dat ook zijn moge door alle middelen geheiligd wordt. (De reële tussenposi tie geef ik graag aan met een citaat van Dean Acheson, Truman's minister van buitenlandse zaken. In de politiek heiligt het doel de middelen maar dat wil niet zeggen dat elk doel alle middelen heiligt). Nixon is tot het andere uiterste gegaan als Wilson, net zo komt hij ten val (Niet letterlijk net zo natuurlijk, Wilson hoefde ner gens van beschuldigd te worden, maar was na de verwerping van zijn vredes verdrag annex Volkenbondspact door de Senaat in 1919-1920 een gebroken man). In de menselijke, al-te-menselijke sa menleving van Amerika passen zij geen van beide, maar het verschil is ook evident. Nixon's uiterste van ver- draaiiing en wantrouwen verdient geen verzoening, laat staan sympathie zoals Wilson voluit verdiende. En tus sen haakjes, hoe beklemmend zou het zijn voor het rechtsbesef als hij door een compromis van strafvervolging werd ontslagen. Men moet in één van de talrijke Watergate-boeken eens na lezen hoe hij een fatsoenlijk man als Muskee heeft laten behandelen, om maar één voorbeeld te noemen. Nixons uiterste illustreert heel goed de wijze woorden van Abraham Lin coln - woorden waarin is samengevat wat ik over Amerika probeer te zeg gen als het land tussen twee uiter sten, zo nu en dan gesauveerd door zijn pers en geweten -deze woorden: 'You can fool some of the people all the time and you can fool all the people some of the time but you cannot fool all the people all the time'*. Je kunt sommige mensen voortdu rend bedriegen en je kunt alle men sen een tijdlang bedriegen, maar je kunt niet alle mensen al maar door bedriegen'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 11