Tuin van 'Warmelo' trekt
enorme stroom bezoekers
'Achab' Nixon vond zijn Elia in de pers
^'Diepenheim werd beroemd door kasteel van wijlen prinses Armgard'
Bijzondere periode
in 'het warme Loo'
is nu bijna voorbij
K ROUW/KWARTET ZATERDAG 10 AUGUSTUS 1974
BRS'NENL.AXD/BUniEXL.AM)
T9/K11
door Fred Lammers
VEPENHEIM 'De mensen
lie hier een kijkje komen nemen
fijn in de eerste plaats geinteres-
eerd in de tuin, maar ook speelt
och wel een belangrijke rol dat
der de moeder van prins Bem-
lard heeft gewoond. Je krijgt
lier op Warmelo veel van die
icjite Oranjeklanten
fictor Kaczmarekdie na het
werlijden vim prinses Armgard,
ip 27 april 1971, in feite beheer-
Ier van Warmelo is, heeft in de
oop der jaren een grote mensen-
'tennis opgedaan.
«Ju de tuin hier in de zomermaanden
ipen is voor het publiek, maak je
icel wat mee. Ik meet er wel eens
lachen. Onlangs nog stapte er een
uevrouw de poort binnen die mij
lanklampte om te vragen of er ook
en gids was. Ik vertelde dat dlit niet
iet geval was, maar dat er een route
vas uitgestippeld langs de mooiste
lekjes in het park. U hebt de rode
lijltjes maar te volgen. De mevrouw
;eek mij heel verbaasd aan. 'De rode
lijltjes?' riep zij een beetje veront
waardigd uit. Zij vond het duidelijk
I taaar vreemd dat rode pijltjes de weg
i togaven. Ze had minstens oranje
pijltjes verwacht.
Victor Maczmarek heeft er nog ple-
E:er om als hij mij deze gebeurtenis
Kartelt. De bezoekers vragen hem van
lies. 'Ze zijn reuze nieuwsgierig en
illen allerlei bijzonderheden weten
pver de prinses, hoe zij hier leefde en
I vat er zo al gebeurde. Ik vertel ze
echter net wat ik kwijt will. Natuuir-
ijk hang ik ze geen bijzonderheden
j aan de neus. Daar hebben ze niets mee
lodiig'.
Niet dat Victor Kaczmarek die niet
chol^eert. Hij is opgegroeid met de fami-
lentjie van prins Bemhard. Zijn vader
vas reeds in diienst bij de ouders van
irdadfte prins en Victor volgde dit voor-
ieeld. Als schooljongen begroette hij
ano prinses Juliana met bloemen toen zij
in 1936 met prins Bemhard naar
rdaa Duitsland kwam om kennis te maken
Pr< net de plaats waar haar verloofde was
i Ze ipgegroeid. Na de oorlog kwam Vdc-
I veter met prinses Armgard naar Neder-
and. Hij werd haar toeverlaat als
jrigeperticulier chauffeur, als de man die
q ft ïaar menu's samenstelde en nog veel
neer zaken behartigde, die op een
;asteeltje de aandacht wagen.
tooi
Veel veranderd
Istivïs het overlijden van de prinses is
ancfj er veel veranderd. Warmele leeft niet
meer nu de meesteresse heengegaan
is. Het kasteeltje is nog wel volledig
gemeubileerd, allies ziet er nog net zo
uit als toen de prinses er woonde.
Prins Bemhard en zijn broer prins
Aschwdn komen er nog vrij regelma
tig even kijken. Daarin zal nu spoedig
verandering komen, daar prins Bern-
hard die Warmelo 'in 1951 voor zijn
moeder kocht, het kasteeltje van de
hand heeft gedaan aan een beleggings
maatschappij dn Liechtenstein, die er
een conferentieoord van wil maken.
Het onderhoud van het leegstaande
huis werd de prins te kostbaar, hoe
zeer het hem ook aan het hart gaat
afstand te moeten doen van heit plek
je, waaraan voor hem en d6 andere
leden van de koninklijke familie zo
veel goede herinneringen zijn verbon
den. De prinsessen kwamen vaak en
graag op Warmelo. door hen aange
duid als 'het warme Loo' in tegenstel
ling tot het paleis in Apeldoorn dat
zij om welke reden dan ook 'het
koude Loo' noemen.
Waarschijnlijk typeerden zij daarmee
de sfeer die op Warmelo heerste. Die
was gemoedelijk. Prinses Armgard
was een stijlvolle dame, maar aan de
andere kant een echte vrolijke groot
moeder, die goed mee kon doen met
haar kleindochters en begrip voor
hun problemen had.
Hobbies
Warmelo werd in de bijna twintig
jaar dat prinses Armgard er woonde
voor haar een echt thuis. Zij leefde er
vrij teruggetrokken en gaf zich met
hart en ziel aan haar hobbies: het
tuinieren en de dieren, die er in
allerlei soorten waren. In fle eerste
plaats natuurlijk de paarden. De stal
len van Warmelo mochten er zijn,
maar ook haar typische vogels, die
vele volières in de directe omgeving
van het kasteel bevolkten. De volières
staan er nog, maar de vogelcollectie
neemt af, omdat er niemand oneer ds
die voor aanvulling zorgt.
Tuin
Wat niet is veranderd is de prachtige
tuin van Warmelo. 'Die is misschien
nog mooier dan toen de prinses nog
leefde omdat iedereen die er bij be
trokken is de afgelopen jaren alles
heeft gedaan om de tuin, waar de
prinses zo op was gesteld mooi te
houden', zegt Victor Kaczmarek.
Vindt hij de tuin van Warmelo mooi
er dan de tuin van Soestdijk waar hij
ook regelmatig komt? 'U kunt niet
van mij verwachten dat ik iets zeg in
het nadeel van Soestdijk. De tuin
daar is ook heel mopi, maar het is
een geheel andere tuin, Warmelo is
uniek en zo denken er velen over',
zegt Victor Kaczmarek diplomatiek.
Nu bekend is geworden dat Warmelo
een andere bestemming zal krijgen
trekt een extra stroom belangstellen
den naar Diepenheim. VW-bureauhou-
der G. H. Post en zijn vrouw worden
Prinses Armgard hield van vo- ga gas
gels. Vlak achter 'Warmelo' staan
nog de volières en deze duiventil.
daar dagelijks mee geconfronteerd
'De telefoon staat hier soms rood
gloeiend van mensen die vragen of de
tuin van Wonmelo nog open is en
wanneer zij er terecht kunnen. Dagen
van een paar honderd van deze tele
foontjes zijn geen zeldzaamheid. En
dan te bedenken dart wij als VW net
na de oorlog bij elkaar nog geen
vijftig inlichtingen per jaar verstrek
ten. Ik kan rustig zeggen dat Diepen
heim door Warmelo beroemd ds ge
worden. Ons stadje vaart er wel bij.
Diepenheim hoopt daarom dat het zo
blijft en dat de tuinen ook in de
toekomst bezichtigd kunnen worden.
Maar daarover is nog niets te zeggen.
Zoals de zaken er nu voor staan ds het
park van 'Warmelo' op 15 augustus
voor het laatst open\ vertelt de heer
Post.
Foto boven: Kasteel 'Warmelo' in Diepenheim waar prinses Armgard,
de moeder van prins Bemhard, bijna twintig jaar woonde.
Foto onder: 'Het circus' noemde prinses Armgard dit gedeelte van
haar tuin. Het staat er vol met bijzondere bomen en heesters.
Foto boven: In een afgelegen hoek van de tuin van 'Warmelo' staat
dit prieeltje, dat een geliefde rustplaats was voor prinses Armgard
en ook voor prinses Beatrix en prins Claus in hun verlovingstijd en
de maanden die er aan vooraf gingen.
Openstelling
Hij was de man, die in 1972 met
succes aan prins Bemhard heeft
gevraagd de tuin van Warmelo op
ruimer schaal open te stellen. Voor
dien ging Warmelo af en toe open
voor geïnteresseerden. Prinses Arm
gard ontving regelmatig groepen bloe
misten. Victor Kaczaimarek moest hen
dan rondleiden en dikwijls verscheen
de prinses zelf ook even ten tonele.
'De prinses genoot ervan als anderen
haar tuin bewonderden. Zij was te
recht een beetje trots op het geheel.
Vooral als de rhodondendrons in
bloei staan, in de rotzenrtijd en niet te
vergieten als de fuchsia's bloeien is de
tuin een lustoord. Van die fuchsia's
zijn er hier op Warmelo ruim hon
derd soorten te vinden. Véle ervan
heeft de prinses zelf meegebracht van
reizen naar het buitenland. Als zij in
Duitsland was ging zij -alrtijd bij kwe
kerijen aan', vertelt Victor Kaczma
rek.
Hoewel er in vergelijking met vroeger
de laatste tijd veel is veranderd nu
jaarlijks duizenden mensen door de
tuin van Warmelo dwalen vorig
jaar kwamen er ruim twintigduizend,
een aantal dat nu ui is overschreden
vindt Victor Kaczmarek die veran
dering niet onplezierig, temeer omdat
hij weet dat prins Bemhard door de
tuin in het zomerseizoen open te
stellen geheel in de geest van zijn
vroegere werkgeefster heeft gehan
deld. 'Zij was degene die ermee is
begonnen omdat zij van mening was,
dat zij die mooie tuin niet voor zich
alleen moest houden, maar er ook
anderen van moest laten genieten',
vervolgt hij.
Hoe het nu zal gaan weet ook Victor
Kaczmarek niet. 'Wij wachten maar
af, er zijn zoveel geruchten, maar
niemand weet er het fijne van'.
Afwachten doet ook tuinman Derksen,
die zich nog dagelijks aan de tuin
wijdt alsof zijn vroegere meesteres er
elk ogenblik weer in zal komen wan
delen. In spanning over de dingen die
gaan gebeuren zit eveneens mevrouw
Zandvoort, die twee jaar geleden toe
stemming kreeg met haar ijscokar bij
de zij-ingang van Wonmiëlo een stand
plaats in te namen op voorwaarde dat
zij ervoor zorgt dot er geen rammel
in het park ontstaat van weggegooide
ijsoobekertjes en papder. 'Het vailrt ech
ter erg mee met dart rommel maken.
Opvallend is wel dat vele mensen,
zodra ze buirten het hek van Warmelo
zijn wel rustig afval in het gras
gooien. Dait raap ik dan ook maar op
om te voorkomen, dot het in de tuin
waalt en ik hert op mijn brood krijg',
zegt mevrouw Zandvoort.
In het park zelf gedraagt het publiek
zich uiterst correct. Op drukke dagen
wordt het gras tot verdriet van /de
tuinman wel een beetje platgetrapt
door de mensenstroom, met name op
Hemelvaartsdag en Tweede Pinkster
dag, als de tuin de hele dag open is,
maar van het aanrichten van vernie
lingen of rommel maken is geen spra
ke. Hoogst zelden loopt er ierts uit de
hand.
Stekje
'Laatst zag mijn vrouw een man die
een stek van een bijzondere fuchsia
mee wilde nemen. Zij is op hem
afgestapt om te vragen of hij er wel
bij stilstond wat er zou gebeuren als
iedereen maar stekjes ging meene
men. Nu dat begreep hij toen wel.
Mijn vrouw heeft het heel kalm aan
gepakt. Het was maar goed voor die
meneer dart ak er niet bij was', meent
Victor Kaczmarek
Zo wacht men dn Diepenheim af. De
heer en mevrouw Post vertellen de
belangstellenden dat Warmelo tot half
augustus elke dinsdag- en donderdag-
middag open hof houdt Velen willen
ook graag een kijkje in het kasteeltje'.'
nemen. 'Dat kan helaas niet. Wij
vinden dat ook jammer', zegt me
vrouw Post voor de zoveelste keer
tegen iemand die telefonisch wil we
ten boe het 9taat met de mogelijkhe
den tot een bezoek.
Tuinman Derksen inspecteert op dat
moment de nieuwe aanplant en Victor
Kaczmarek ontvangt bij de poort een
gezelschap uit Den Haag, zojuist per
bus aangekomen, dat nog vlug even
van de gelegenheid gebruik wil ma
ken om, zoals het echtpaar Pohl om
schrijft 'met eigen ogen te zien waar
de moeder van de prins al die iaren
heeft doorgebracht*.
'Het circus'
De bezoekers wandelen naar de grote
vijver, door de rozentuin en 'het cir
cus', zoals prinses Armgard een ge
deelte van het park waar heesters en
bomen in allerlei variëteiten zijn te
vinden, aanduidde.
Sterk geïnteresseerden ontdekken de
christusdoorn, 'die op Warmelo geen
struikje is maar een echte boom,
zelden zien zij de mierikswortel, door
de prinses geplant om haar zoon tij
dens zijn vele bezoeken te kunnen
tracteren op zijn lievelingsgerecht:
mierikswortelsaus.
De bewoners maken de geschiedenis
van een huis als Warmelo. Een heel
bijzondere periode behoort nu bijmia(
tot het verleden^. Er gaat een nieuw
hoofdstuk beginnen in het verhaal
van dit romantische buiten in het
mooie Twente.
Eigenlijk z\jn er abstract gezien tenminste in de
politiek en misschien wel in het hele leven maar
twee wezenlijke houdingen, posities, die van ver
trouwen en die van wantrouwen. De eerste is die
van het geloof in de mens, in zijn goedheid of min
stens zijn perfectibiliteit, het geloof dat het op deze
aarde béter kan. Dat noemen we dan het idealisme,
,d dat optimisme dat de mensheid omvat, wat zegt ik,
jin omarmt (Seid umschlungen, rillionen), zó metha-
physisch en zelfs eschatologisch geladen is het.
Juist in onze tijd schijnen ook christenen zich er
steeds meer in thuis te voelen. Maar in Amerika is
het altijd al een bekende levensinstelling geweest,
dat 'Social Gospel'. Sommigen hebben het de kern
van heel het Amerikaanse streven genoemd.
Ja, dat is een wat brede aanzet voor
artikel over het Amerikaanse
staatsbestel, nu in zo'n boeiende en
tragische crisis. Maar waar ik heen
wil is precies dit: de Amerikaanse
jrondwet, nu bijna twee eeuwen oud,
s niet, zoals men al gauw denkt,
gegrond op de eerste, idealistische
houding, maar op de tweede, de rea
listische. Onze -verklaring over wat er
m Amerika gebeurt komt veelal voort
uit het imago dat we van Amerika
hebben, waar inderdaad de Amerika
nen ons zelf mee hebben opgescheept:
Amerika als het land van het vertrou
wen, van de toekomst, van the Ameri
can dream. En de werkelijkheid klopt
dan zo weinig daarmee, laat altijd
weer zo'n schrille dissonant horen in
die harmonie. Maar de achttiende-
eeuwse mannen die de grondwet
maakten, de zgn. 'Founding Fathers',
waren niet zulke dromers. Integen
deel, zij kenden de geschiedenis, de
geschiedenis van de West-Europese
leschaving, waar Amerika laten we
het niet vergeten, een loot en een
exponent van is.
Ier uit Nederland
'Zij waren realist genoeg om die ge
schiedenis te laten gelden (Idealisten
hebben eigenlijk geen verleden). Een
voorbeeld: één van de belangrijkste
Founding Fathers al was hij in 1787
niet aanwezig in Philadelphia, was
John Adams, de man die in 1779 de
grondwet van zijn staat Massachusetts
schreef, een realistisch stuk met een
voorzichtig evenwicht tussen de wer
kelijkheden van de samenleving: aris
tocratie en democratie. Deze John
Adams ging in 1780 naar Nederland
om daar te proberen erkenning te
vinden voor zijn om de vrijheid wor
stelende land, wat hem in 1782 lukte.
Hij kwam hier dus in de tijd van
verval de late pruikentijd, en hij
schrok ervan, hoe slecht in Nederland
het politieke bestel geregeld was. Hij
leerde ervan dat weliswaar het een
hoofdige bestuur (in ons land in de
Stadhouder zo halfslachtig gereali
seerd) groten gevaren had, maar dat
het grootste gevaar dat een bestuurs
vorm bedreigt dat der oligarchie is,
de regering van de enkelen. Zo was
het in Holland, een kleine elite van
regenten deelde de lakens uit, verhan
delde onderling de lucratieve baan
tjes, hield elke verandering tegen, en
noemde dat nota bene ook nog de
'ware vrijheid'.
Die les bracht John Adams er des te
meer toq gm een voorstander te wor
den van een staatsbestel waarin de
aristocraten, ae élite, op hun plaats
werden gezet, in quarantaine werden
gehouden zou men kunnen zeggen, in
een apart lichaam, een eerste kamer,
Senaat genoemd, in toom gehouden
door enerzijds een volksvergadering,
die op zou komen voor de belangen
van de kleine man, anderzijds een
uitvoerende macht geconcentreerd in
één man, de president John Adams
was geen idealist, hij geloofde nie
dat men ooit de élite, of die nu door
geboorte of geld of hoe dan ook
ontstond, zou kunnen afschaffen, ze
zou toch vanzelf weer opkomen. Maar
met dit systeem van wederzijds even
wicht meende hij een redelijke oplos
sing van het probleem te hebben
gevonden (ik laat nu maar weg in
hoeverre die Amerikaanse oplossing
geïnspireerd werd door en toch ook
afweek van de toen zo bewonderde
Britse Constitutie en de ideeën van
de Franse denker Montesquieu.
Wat Adams dacht en schreef had veel
invloed op de Conventie van 1787 die
in Phiadelphia de grondwet opstelde.
Ook daar heerste veel pessimisme,
veel Inzicht in 's mensen boosheid.
Ook daar was men bang voor een
lite van rijken die de armen zouden
uitzuigen, maar eveneens voor een
blinde volksmarkt, die de minderhe
den zou onderdrukken (Rousseau e*»
zijn algemene volkswil waren nie«
De andere houding is die van hét wantrouwen, van
het besef van het menselijk tekort, van de mense
lijke dwaasheid, de erkenning dat de samenleving
helemaal niet wordt geregeerd door dromen maar
door passies, hebzucht, machtswellust, distinctie
drift, jaloezie, enz. Het beste wat mogelijk zou zijn
was een zeker evenwicht, een wederzijds in toom
houden der menselijke strevingen door een vernuf
tig samenspel. Dat noemen we dan realisme, dat
pessimisme dat van de mensheid niet te veel ver
wacht, dat in de binnenlandse verhoudingen liever
vertrouwt op een scheiding der machten, in de bui
tenlandse op een 'balance of power". Ook dat is een
houding waar christenen bekend mee zijn, sinds
eeuwen, in dit aardse tranendal.
populair in Amerika). En men meen
de dat een sterke president een goed
ding zou zijn; een element van be
scherming van de kleine mensen te
gen de élite. Men sprak van een
volkstribuun, naar Romeins voor
beeld. (we zijn in de tijd van het
klassicisme).
Die éne man
Maar zag men dan, zo rijst de vraag,
niet de andere kant van de médaille,
het gevaar dat die ene man, met
teveel macht bekleed, zich zou opwer
pen tot dictator, zelf de tyran zou
worden? Welzeker, de wantrouwende
denkens in Philadelphia lieten ook die
mogelijkheid niet onbesproken, en zij
beperkten ook de macht van die enke
ling - zij bonden hem in al zijn
beslissingen aan Senaat en Volksver
gadering (de laatste kreeg de naam
Huis van Afgevaardigden). En zij be
dachten een procedure waarbij hij
afgezet kon worden, als hij, ja nu
aarzel ik, als hij wèt, slechts bestuur
de? het vertrouwen verloor? zijn
macht overschreed? Het artikel dat zij
in de grondwet opnamen sprak ten
slotte niet van 'maladministration'
(slecht bestuur) al waren er die het
voorstelden, maar enger alleen van
met name genoemde misdrijven, ver
raad en omkoperij, en verder: andere
'high crimes and misdemeanors', grote
misdaden en wangedrag. Dat laatste
woord bevatte de ambivalentie want
wat valt er wèl en wat valt niet on
der wangedrag! Dat is nog vandaag
omstreden.
Wat er dus in elk geval niet gebeur
de, dat was een ontwikkeling zoals
wij die in Europa sindsdien (ja, de
Amerikaanse grondwet is de oudste
nog van kracht zijnde in onze wester
se wereld) hebben meegemaakt
waarin de uitvoerende macht in die
zin afhankelijk werd gemaakt van de
wetgevende, dat zij in elk geval van
afgekeurd bestuur kon rorden heen
gezonden. In Amerika zit een presi
dent onwrikbaar voor vier jaar, zon
der onze parlementaire verantwoorde
lijkheid, en alleen in uiterste geval
kan hij worden afgezet Dat lijken wij
nu, pas voor de tweede keer in al die
twee eeuwen, te beleven.
Duurzamer
Is dat allemaal niet een beetje dwaas
en omslachtig, dat Amerikaanse be
sted? Dat is een vraag die natuurlijk
de laatste tijd bij velen opkomt. Nu
kan dat niet helemaal ontkend wor
den, er is, ook door de ontwikkeling
sindsdien, een zekere ondoorzichtig
heid ontstaan in het Amerikaanse
systeem van 'checks and balances'.
Het evenwicht der machten, berus
tend op wederzijdse pressie en wan
trouwen, heeft nadelen, het leidt tot
een zeer ingewikkeld bestel. Maar er
moet ook aan de voordelen gedacht
worden en dan wel als eerste dit dat
de Amerikanen in staat zijn gebleken
een sterke bestendigheid in him be
stuur te brengen, omdat hun systeem
hen vrijwaart voor de regeringswisse
lingen en kabinetscrissen die diverse
Europese democratieën zo gecorrum
peerd hebben en uitgehold.
Het Is waar, daarbij is de macht van
de president heel sterk gegroeid, en
de ouderen van ons hebben allen de
tijd meegemaakt dat wij ook daar
zeer dankbaar voor waren. Wij den
ken dan aan president Franklin Roos
evelt, die tegen een deels onwillig en
bekrompen Congres en onwetend volk
in doorzette dat de Amerikaanse de
mocratie ons te hulp kwam tegen
Hitier. Wij hebben veel, zeer veel te
danken aan de sterke uitvoerende
macht in Amerika.
Maar er is niets op aarde of het heeft
twee kanten. En terwijl ik dat schrijf
besef ik dat ik zo weer terug keer bij
het begin van mijn verhaal. De Ame
rikaanse samenleving, heb ik gezegd,
wordt gekenmerkt door een sterk ide
alisme, een groot geloof in de toe
komst maar zij is gegrond op pessi
misme, op een bestel van wederzijds
wantrouwen. In die spanning bestaat
de hele Amerikaanse geschiedenis.
Want natuurlijk als ik de twee princi
piële houdingen der mensheid om
schrijf als vertrouwen en wantrou
wen, idealisme en realisme, geloof in
's mensen goedheid en besef van zijn
zondige staat, dan bedoel ik niet dat
men de mensen volgens die grens in
tweeën kan verdelen, in optimisten en
pessimisten, volgens een zuivere rech
te scheidslijn. Natuurlijk, alle tussen-
schakerlngen komen voor, en eigen
lijk kan iemand helemaal op één
van die uiterste frontlijnen leven. Het
zou zelfs niet zo gek zijn om te
beweren dat de grote staatsman die
leider is die het zuiverste midden
tussen beiden weet te bewaren, die
politiek erkent als de kunst van het
mogelijke, en toch de droom, het
visioen daarachter niet vergeet. Die
weet dat er geen handelen mogelijk is
zonder vuile handen te maken, en die
toch gelooft dat men moraal en poli
tiek niet kan scheiden. Moet ik herin
neren aan Franklin Roosevelt? Of aan
Abraham Lincoln?
Twee wachters
Het probleem Is, dunkt mij, waar en
hoe dan in een realistische politiek
bestel de ethische maatstaven gehan
teerd kunnen worden, zonder .dat dat
overigens leider dat een complete mo
ralisering van de politiek. Als de
ethische beoordeLing dan niet is inge
bouwd in het staatsbestel tenzij, in
het uiterste geval, het zeldzame van
impeachment, hoe en waar kan ze dan
in het geding worden gebracht. Twee
krachten zijn er dan die in het bij
zonder genoemd moeten worden, de
pers en de publieke opinie. Die twee
staan natuurlijk niet los van elkaar,
maar hebben toch elk zijn eigen rol
en functie.
Toen in de jaren dertig van de vorige
eeuw scherpzinnige Franse edelman
de Tocqueville zijn waarnemingen
aangaande de Amerikaanse democratie
te boek stelde, meende hij dat het de
Eers was, die in een land waar nauwe-
jks historische, gevestigde morele
opvattingen golden, de waarborg was
van de vrijheid. (Vrijheid mag men
zien als een zedelijk goed in een
maatschappij). Sindsdien is dat steeds
weer gebleken waar te zijn. Het is de
pers die alleen al door haar stelselma
tig blootleggen van alle verborgenhe
den, alle misstanden, steeds weer de
vrijheid heeft bewaakt en waar ge
maakt. Het is daarnaast de publieke
opinie, die. gevoed door christelijk -
humane waarden, op wacht heeft ge
staan, als onvrijheid en onmenselijk
heid leken te zegevieren, in de slaver
nij, in de groot-industrie in het raois-
me.
Ja, klinkt dat nu niet al te idealiz-
tisch? Is het werkelijk zo mooi? Nee,
nog eens, ik zeg niet dat daarmee in
Amerika een betere wereld is gescha
pen, dat de goedheid zodoende over
de boosheid prevaleert. Dat is niet zo.
De Amerikaanse geschiedenis is net
als elke geschiedenis een lang verhaal
van menselijk kwaad en onrecht en
onderdrukking, nu hier, dan daar,
telkens weer opduikend. Ik zeg alleen
dat dat kwaad niet absoluut heeft
kunnen worden, de overhand kunnen
krijgen, omdat het altijd weer 'ge-
chechkt (beteugeld') is, omdat er een
historisch evenwicht is ontstaan, ha
chelijk vaak, maar tot heden toe (er
is ook nooit in de mensengeschiedenis
een absolute garantie voer een betere
toekomst) toch bewaard. M.a.w. de
Amerikaanse maatschappij is nooit ge
heel dichtgeslagen, heeft haar groot
ste goed, haar openheid behouden.
Adembenemend
Zo zie ik de Amerikaanse geschiede
nis, als het adembenemende verhaal
van een spanning, tussen machten,
tussen goed en kwaad. Puur idealis
tisch gezien een afschuwlijk verhaal,
alweer zoals alle geschiedenis. Abso
luut heimwee naar een betere wereld
spreekt er de ban over uit. Puur
realistisch gezien een dwaas verhaal,
vol hinderlijke belemmeringen van de
werkelijkheid door onwezenlijke dro
men. Maar menselijk gezien ons aller
verhaal, van onze hoop en onze twij
fel, onze goedheid en onze boosheid.
Dat lijkt mij de les van Watergate. In
wezen is geen van beide posities wer
kelijk mogelijk, noch die van abso
luut vertrouwen noch die van abso
luut wantrouwen; noch die van een
complete ethische politiek, noch die
van een geheel en al amorele politiek.
door prof. dr. J. W.
Schulte Nordholt
Daartussen kan men het een heel
eind brengen; er is in Amerika, laat
ik het zo zeggen, meer dan bij ons de
neiging zich tot één van beide gren
zen te bewegen, alles te zetten op één
uiterste. Het verhaal van Nixon is
niet zo on-Amerikaans als het idealis
tisch zou lijken. Zijn praktijken van
afluisteren en bedriegen, zijn vulgari
teit en machtswellust (want die hele
Watergate-affaire was alleen begonnen
om hem te doen herkiezen, en terwijl
hij zogenaamd druk was met regeren,
weten we nu dat hij er volop bij
betrokken was), dat hele schouwspel
is een afspiegeling van een Ameri
kaanse werkelijkheid, in het zakenle
ven b.v. allang gebruikelijk. Maar ook
Amerikaans is dat hij zo zichzelf
langzaam maar zeker ten val bracht,
want hij ging tot het uiterste, tot de
pool van totaal wantrouwen, en dat is
in de open maatschappij die Amerika
is, tenslotte funest. Op zijn weg vond
hij, en het verbitterde hem meer dan
iets anders, de pers, zoals Achab Elia
op zijn weg vond. In een (psycho)lo
gische onkering van de waarheid gaf
hij die dan ook de schuld.
Men leest nogal eens dat Nixon goed
te vergelijken zou zijn met die andere
tragische president, Wilson. Nixon
schijnt ook veel bewondering te heb
ben voor die idealistische voorganger
zichzelf beschouwend als een voortzet
ter - mutatis mutandis -van diens
vredespolitiek. Daar zit wel iets in, in
elk geval karakterologisch. Want bei
de mannen zijn voorbeelden van een
curieus mengsel "an eerzucht en ge
slotenheid, van behcefte om te leiden
en vrees om zich te geven! En bij
beide leidt dat tot kortsluiting met de
werkelijkheid.
Maar daar houdt de vergelijking ook
op. Want bij Wilson was die koppig
heid puur ethisch-ldealistisch ge
stemd, met een absoluut moralisme
dat wel in conflict moest komen met
de wereld om hem heen, nu eenmaal
baas en verdorven.
Bij Nixon omgekeerd zien we een
realisme waarin het doel, hoe goed
dat ook zijn moge door alle middelen
geheiligd wordt. (De reële tussenposi
tie geef ik graag aan met een citaat
van Dean Acheson, Truman's minister
van buitenlandse zaken. In de politiek
heiligt het doel de middelen maar dat
wil niet zeggen dat elk doel alle
middelen heiligt). Nixon is tot het
andere uiterste gegaan als Wilson, net
zo komt hij ten val (Niet letterlijk
net zo natuurlijk, Wilson hoefde ner
gens van beschuldigd te worden, maar
was na de verwerping van zijn vredes
verdrag annex Volkenbondspact door
de Senaat in 1919-1920 een gebroken
man).
In de menselijke, al-te-menselijke sa
menleving van Amerika passen zij
geen van beide, maar het verschil is
ook evident. Nixon's uiterste van ver-
draaiiing en wantrouwen verdient
geen verzoening, laat staan sympathie
zoals Wilson voluit verdiende. En tus
sen haakjes, hoe beklemmend zou het
zijn voor het rechtsbesef als hij door
een compromis van strafvervolging
werd ontslagen. Men moet in één van
de talrijke Watergate-boeken eens na
lezen hoe hij een fatsoenlijk man als
Muskee heeft laten behandelen, om
maar één voorbeeld te noemen.
Nixons uiterste illustreert heel goed
de wijze woorden van Abraham Lin
coln - woorden waarin is samengevat
wat ik over Amerika probeer te zeg
gen als het land tussen twee uiter
sten, zo nu en dan gesauveerd door
zijn pers en geweten -deze woorden:
'You can fool some of the people all
the time and you can fool all the
people some of the time but you
cannot fool all the people all the
time'*.
Je kunt sommige mensen voortdu
rend bedriegen en je kunt alle men
sen een tijdlang bedriegen, maar je
kunt niet alle mensen al maar door
bedriegen'.