Je moet kinderen al vroeg over bijgeloof heenhelpen Santekraam in het vormingswerk /IisiIibIiI Geen tovenaar of hogere Sinterklaas Vandaag Nieuwe boeken TROUW/KWARTET ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1974 KERK T2 K2 B door Ton van der Hammen Veel christenouders willen het graag, maar zitten er tegelijkertijd ook zo mee: hun kind(eren) iets van geloof over te brengen. Zo ooit, dan voelen ze zich juist in deze tijd waarin alles verandert, overhoop wordt gehaald en bijna niets meer vast lijkt te staan in opvoeden verschrikkelijk onzeker en onbe kwaam. Voor hen betekent dat immers geloofsopvoeding? Bij de doop hebben ze het beloofd. Iemand die daarin heel diep mee denkt is mevrouw dr. J. L. Klink, van wie je onomwonden kunt zeggen, dat ze voortdurend in woord en daad met de problematiek kind en geloof bezig is. Haar jongste boekje over het kin dergebed 1) zou je eigenlijk alle ou ders van jonge kinderen in handen wensen, omdat het zo reëel en prak tisch te hulp komt bij allerlei vragen die opdoemen. Het is een pastoraal bewogen en bemoedigend boekje, dat voor vandaag wel degelijk perspectie ven laat zien. waar ze volgens veel ontmoedigde ouders niet zouden zijn. Dr. Klink ziet in het gebed van het kind, waar het al vroeg mee kan beginnen een belangrijke aanzet tot geloofsopvoeding. Vooral, omdat dat kleine kind in zijn argeloosheid en openheid zo dicht, veel dichter dan grote mensen, bij de diepste gehei men van het bestaan betrokken is. Ze raadt zelfs ouders die zelf niet meer bidden aan hun kinderen dat wèl te laten doen, want 'het zou onjuist zijn om eigen eerlijkheid belangrijker te achten dan de mogelijkheid om kinde ren een levensperspectief te geven dat verder reikt dan de dingen van de dag en de wereld om ons heen'. En: door je kind kan je zelf weer leren bidden. Je begint samen opnieuw' Vertellen Bidden met kinderen betekent, zegt de schrijfster, hen laten vertellen wat ze hebben beleefd wat er In hén omgaat en dan 'praten met God.' Ze pleit voor één kwartier per dag om het kind 'naar bed te brengen' Soms is daar bij ouders jammer genoeg nau welijks tijd voor, maar het gaat om de 'therapeutische' betekenis van de ontspanning voor het slapen gaan. Dan is er juist gelegenheid voor ge sprek! Kinderen moeten elke dag heel wat verwerken. Er is zoveel dat niet geuit kan worden: angst, verdriet, ja loezie, verlangen. Voor het slapen gaan komt cr vaak uit wat hen heeft gekweld. Hier is ook de toegang tot het gebed, dat overigens nooit als een 'moeten' dient te worden opgevat. In het praten met God mag het kind natuurlijk voluit kind zijn, inclusief in zijn onvervulbare kinderlijke ver wachting 'dat je alles van Hem kunt krijgen.' Maar, en dat vindt dr. Klink terecht een heel belangrijk punt bij de geloofsopvoeding, ouders moeten kinderen zo klein als ze zijn al leren onderscheiden waar het op aankomt. Grotemens-achtig gezegd, dat het heil van God niet per se hoeft samen te vallen met aardse welvaart, geluk en zo meer. Want God is geen tovenaar of een hogere soort Sinterklaas. Wel de Enige Unieke met niets te vereenzel vigen liefdevolle Gcd. Dat heeft con sequenties, ook voor de manier waar op kinderen leren bidden. In dat verband signaleert de schrijf ster een nu niet bepaald gelukkige traditie. In veel kindergebeden ook nog van deze tijd, komen, uiteraard te goeder trouw, bedenkelijke thema's voor. Zoals: 'God kan alles' (wat niet waar is. Hij kan niet doen wat vreemd is aan Zijn heiligheid, bij voorbeeld onrechtvaardig of demo nisch zijn). Of zoals: 'Hij is er om ons blij en gelukkig te maken op aarde' (lang niet altijd het geval: juist een gelovige ontmoet vaak lijden en ver drukking op zijn weg). Hier is sprake van een kinderlijk bijgeloof, dat het kind wel een tijdje mag hebben, maar dat op deze manier nog niet eens extra moet werden ingeprent, waar door het er niet bovenuit kan groei en. Want dan is de kans groot dat dit bijgeloof wordt gefixeerd en in de volwassenheid wordt meegenomen. Met alle botsingen in de realiteit, die daaraan verbonden zijn. Vaak Generaliserend lijkt de schrijfster te worden als ze ook de school voor dat inprenten medeverantwoordelijk acht Als je tenminste het volgende leest: 'Hoe vaak gebeurt het niet dat kleuters drijfnat thuiskomen na in een vijver te zijn gevallen en verkla ren: Maar juf heeft toch gezegd dat Jezus voor mij zal zorgen, of: Jezus houdt mij dan toch vast aan mijn jasje?', dan komen we aardig in de buurt van een kwaliteitsmiskenning van het christelijk (want dat zal toch voornamelijk zijn bedoeld) onderwijs. Dat toch in het algemeen niet zo dommig is als hier wordt voorgesteld en de kinderen wel wat genuanceer der over Gods almacht pleegt te bena deren, al zullen best uitzonderingen voorkomen. Rapportages die ik me van mijn kinderen over de kleuter school herinner wijzen in die richting en van mijn eigen schooltijd zo'n veertig jaar geleden is altijd het klas sieke, primitieve, maar wel voor ons kinderen toen begrijpelijke voorbeeld van het borduurwerk blijven hangen waar God van boven het overzicht op heeft, terwijl wij van onderen tegen een wirwar van draden aankijken. Zou ik dan een gelukkige uitzonde ring zijn? Zo ncdig moet het onder wijs me maar bijvallen als ik zeg: welnee. In gesprekjes tussen kinderen en ou deren, die ze in haar boekje heeft opgenomen, maar vooral ook in aller lei door haar bedachte kindergebeden en proeven van eenvoudiger (vertaal de?) bijbelgedeelten geeft dr. Klink nader reliëf aan wat ze betoogt. Haar visie is. het zal inmiddels duidelijk zijn geworden, de kinderen al heel vroeg genuanceerd met de boodschap van het heil. met de spanning van geloven inclusief wat je wel en niet aan God kunt vragen, te confronteren en ze daarmee vertrouwd te maken. Hoe moeilijk dat is blijkt uit haar pogen om het in kindergebeden con creet te maken. Soms ontstaan heel mooie, tere gebeden, zoals dit. Maar je vraagt dan: zegt een kind dat nu werkelijk? Nee, zal dr. Klink zeggen, dat moet je het nu juist leren. Maar dan blijft nog de vraag: Kan en mag Je bij een zelfs al cuder kind zo'n eschatologische ontvankelijkheid wel veronderstellen? Heer, soms ben ik opeens zo blij dat ik U ken dan droom ik ervan dat U bij ons komt wonen en dat ik U zie. Dan zou ik de straat op hollen achter U aan en dansen en zingen. Alle mensen die huilen zullen gaan lachen. Alle zieken worden beter de soldaten springen uit hun tank en gaan de kapotgeschoten huizen weer opbouwen. Dan wordt het eten eerlijk verdeeld Dr. J. L. Klink Dan zingen de vogels en wordt het leven heerlijk, dicht bij U. Begrijpen Soms is ook de taai niet kinderlijk meer en waan je je in de kerkdienst waar kinderen nu juist zo weinig van begrijpen. Jezus noemde U onze Vader, omdat Hij U kende als Uw eigen kind. Door Hem kunnen wij U vertrouwen wat er cok gebeurt. In licht en donker blijft U onze God en Uw licht schijnt in de duisternis. Geen macht ter wereld kan dit uitdoven. U hebt ons geroepen kinderen van het licht te zijn. Uw wil te doen en voor elkaar te leven. Help ons te hopen dat eens alles goed worden zal. Maar al is de vormgeving niet altijd even gelukkig (een mens kan niet alles) de bedoeling van dr. Klink is er niet mmder juist om. Haar plei dooi dat het anders moet en kan met de geloofsopvoeding van kinderen is terecht. Daarom ben ik maar zo vrij een aantal gebeden in het boekje eerder als een nadere uitleg van haar visie voor grote mensen te beschou wen, dan als: in die vorm zou je het met de kinderen kunnen proberen. Kan iemand als Karei Eijkman daar nu niet eens bij helpen? 1) Niet in dc wind, niet in het vuur HET KINDERGEBED, door dr. J. L. Klink. Uitgave Amboboeken-Biltho- ven, 112 blz. ƒ8.50. EN WANNEER UW ZONEN We hebben tot nu toe de voorschrif- ten gelezen die betrekking hebben op het paasfeest. Aan het slot houdt Mozes het volk voor dat dit een 'altoosdurende inzetting' is. Dit moet blijven. Dit moet vooral nimmer ver geten worden. Dit verhaal moet door verteld worden, van mond tot mond en vooral, met al die inzettingen, van hand tot hand en voet tot voet, want de bevrijding is een lichamelijke zaak, net zo goed. 'En wanneer uw zonen tot u zeggen: Wat betekent deze dienst van u?' Ineens wordt dat door geven aanschouwelijk gemaakt. De va der is bezig met een bundel hysop te nemen en een lam te slachten. Wat een drukte en hce feestelijk. Vaag is er enige notie, het heeft te maken met iets dat er in de vaderlandse geschiedenis ooit gebeurd moet zijn, een vrijheidsdag. Maar, vader, wat betekent het hu eigenlijk? En dan krijgt de vader zijn kans. Want pas goed zijn de verhalen door te vertel len als ernaar gevraagd wordt, als ze als antwoord mogen dienen voor ie mand die vraagt, zoekt of klopt, zoals Jezus zegt. Want dan gaat 't pas werken. De A-ader was bezig, de zoon zag hem en begon toen te \-ragen, zo zit het in elkaar. Zo vindt de OA'er- dracht plaats \ran de Naam, van de hoop. Er zijn mensen die vanuit die hoop, en meegenomen naar voren, iets doen. Veel pragen ze nog niet, maar ze doen iets. Ze wachten op de vraag. Dat is heel belangrijk. Ik was van de week ergens waar ze de bezoe kers een overigens fraai getekende tekst van de een of andere psalm in het engels toereiken. Kijk, dat is me eigenlijk teveel antwoord meteen. Laat er een vraag komen. Misschien moeten ouders dat ook doen in heel hun leAren. Nog meer iets voorleven dat vragen oproept, dan vooral veel 'kennis' en 'leer' er instouwen. Want dan kunnen de vragen wel eens te laat komen. Ook de echte kennis en de echte leer gaan \ria het vragen. En dan te mogen antwoorden. Niet over donderend, maar zacht aan, het een na het ander. Van vrijheid en slaver nij, van uittocht en intocht, van de mensen en van God. Wanneer u zo nen u dan vragen (Exodus 12, 24- 28). door Eimert Pruim Zó bekijkt Len Munnik het vormingswerk In de krantewereld is de rubriek, geestelijk leven' vaak de rol van Assepoester' toebedeeld. Men weet er vaak niet goed raad mee en godsdienstige berichten moeten bij het minste gerucht (bijv. over eeu ziek oor van Cruijff) wijken voor boeiender berichten. In bet vormingswerk gaat het vaak net zo met geloofsorientatie binnen liet bredere takenpakket van die werksoort. Wat moet die daar? Veel mensen denken bij geestelijk leven en geloofsoriëntatie direkt aan kerk en christendom. Toch hoeft dat niet. Het christendom is één gods dienst, maar er zijn er meer. De Islam is er ook een en het boeddhisme en nog vele andere. Misschien ook het marxisme wel, als we de omschrijving van religie hanteren, zoals godsdienst wetenschap die aanreikt: godsdienst is betrokkenheid op een andere werke lijkheid, relatie tot het absolute. Mar xisme is vol heilsverlangen en poli tiek liturgisch ceremonieel. Bij geloofsoriëntatie gaat het om reli gie in 't algemeen. Van daaruit kan dan een bepaalde godsdienstige oriëntatie ter sprake en ondervraagd Avorden. Godsdienst is iets waar iedereen bij kan. Je hoeft geen moslim, christen of boeddhist te zijn om toch over godsdienst mee te kunnen praten. Want godsdienst en religie zijn iets fundamenteel menselijks. Beide woor den kunnen door elkaar gebruikt wor den. Ze bedoelen hetzelfde: schroom gevoelen, verwonderd zijn, gefasci neerd worden, besef hebben dat er meer is dan het voorhandene, zoeken naar een werkelijkheid die de grond is welke de onze draagt. Een mens zoekt naar openbaring en heiL In de religie meent hij die beide in enen te vinden door de relatie met het abso lute. Daar vindt de mens onthulling van het goddelijke, die tegelijk op één of andere manier onthulling van de weg naar het menselijk heil is. Een religie kenmerkt zich door \-erha- len, mythen, ritueel, een leer, cultus en morele gedragsregels, dus door woorden, beelden en handelingen. Daarin beleeft de mens zijn geloof Moed om te zijn Men kan vragen waar religie goed voor is. Hoe helpt godsdienst mensen een weg te vinden in dit leven? De mens wordt uitgedaagd te hande len. Hij kan niet stokstijf op z'n stoel blijven zitten. Hij moet Avat doen Maar wat? Iets waarvan hij het gevoel heeft dat het anderen en hemzelf van dienst is. Hij moet dus handelen. Om een voorbeeld te noemen: hij A'erwekt een kind. Hij doet dus iets. Hij had de geboorte kunnen voorkomen. Maar nee, hij denkt dat het goed is, A'oor hem, de kring om hem heen en voor het aanstaande mensenkind. Toch zijn cr genoeg redenen aan te voeren om te zeggen, dat dat kind beter niet verwekt kon worden. De Avereld is boos, misschien wordt het mensen kind een misdadiger of gaat het een treurig en ellendevol leven tegemoet. Maar nee, de ouders zién wat in een nieuw leven, ze hebben hoop en ge loof en verwachting. Zo gokken erop. dat hun handeling zin heeft. En om dat te onderstrepen roepen ze vrien den en bekenden samen voor een welkomstritueel. Godsdiensten goven met al hun verha len, mythen en riten antwoord op de vraag hoe het zit met het geheel dat we niet overzien. Religie geeft ant woord op de vraag hoe wc moed kunnen hebben om te handelen. In woorden, beelden en handelingen krijgt dit uitdrukking, in ritueel, li turgie, liederen, \*erhalen en symbo len. Zo helpt religie mensen een weg in het leven te zoeken. Ook het christendom, want ook dat is een religie met alle kenmerken zoals hier boven beschreven. Eigen situatie Vormingswerk heeft voor een deel geen andere bedoelingen. Vorming is een proces in een mens, waarbij deze wil komen tot een beter verstaan van zichzelf en zijn situatie. Hij probeert de eigen situatie kritisch te waarde ren. Zo hoopt hij tot een bewuste en gerichte hantering van de mogelijkhe den in zijn samenlevingssituatie te geraken. Vormingswerk als werk pro beert dit proces methodisch en ge richt te begeleiden. In het \-ormings- werk vragen mensen naar het van waar en waarheen van mens en sa menleving. Zc vertellen elkaar wat fascineert en helpt in eigen leven. Ze wensen niet te aksepteren, dat allerlei over hen komt. Eigen gedachten, in zichten, beroepssituaties en struktu- ren willen zij toetsen en zo nodig herzien. Ze zoeken oriëntatie omtrent hun persoonlijk en gemeenschappelijk bestaan in deze wereld. Ze vragen naar zin en bedoeling van het mense lijk handelen. GaandeAveg een vormingsproces ko men natuurlijk allerlei godsdienstige overleveringen en oriëntaties ter spra ke. In onze dagen luisteren velen verrast naar verlichting uit het oos ten. In stilte, yoga, transcendente me ditatie, zen, sensitivitytraining en ma- krobiotiek zoeken mensen houvast en richting. Ook Jezus' woorden, daden en lotgevallen krijgen nieuwe aan dacht. Wel degelijk gaat het er in zo'n gesprek om tot de kern door te dringen. Boeddha, Jezus en Moham med zijn niet één pot nat. Religie als weg naar bestaansverhelde ring biedt een grote verscheidenheid van antwoorden aan, die niet alle onder één noemer te brengen zijn. Nu eens vindt de mens rust in de idee van de universele humaniteit, in de geest als goddelijke vonk, in de ver zinking in de zielegrond, in de kosmi sche orde van zon en sterren of van licht en duisternis, in de polariteit A'an daad en lot, dan weer in de stamA'erbondenheid, in het voortleven van de ziel, in de wereld van de A'oorouders die hem dragen en omge ven, in de eeuwige kringloop van de vegetatie, in het leven van de natie. En in het jodendom en christendom is het de heilsgeschiedenis, waardoor de mens met God in gemeenschap treedt (Berkhof). Oriëntatie Religieuze aspekten komen in een vormingsproces soms zijdelings, soms geprogrammeerd en sons spontaan en geïntegreerd aan de orde. Zo goed als dat ook kan met onderwerpen als pacifisme of sterilisatie. Daarover kun je geprogrammeerd praten, met inlei der en al. Maar ook kan pacifisme ter sprake komen bij milieuvragen en sterilisatie bij de r/1 van de vrouw in onze samen]et-ing. Tenminste, zo zou het kunnen. In feite is er in vor mingswerk natuurlijk veel folklore en flauwekul gaande. Net als in religies, waar mensen soms oorsprong en be doeling van liturgie en ritueel verge ten zijn, maar onbekommerd doorgaan met onbegrepen poespasgebaren Al het bovenstaande had betrekking op religie in het algemeen. Het is ook van toepassing op het christendom, want dat is ook een religie, één bepaalde religieuze oriëntatie, die vastknoopt aan de veelbetekenende ge beurtenissen rond Jezus' Avoorden, da den en lotgevallen. In geloofsoriënterend vormingswerk kan namelijK ook één bepaalde reli gieuze traditie uitdrukkelijk aan de orde gesteld worden. De hele religieu ze santekraam hoeft niet telkens over hoop gehaald te worden. In de prak tijk zal dat hier in het westen vaak de joods-christelijke oriëntatie zijn. Het gaat er dan om welk antwoord die traditie geeft op de Araag hoe Ave moed kunnen hebben om te handelen. In de praktijk stuit geloofsoriënte rend vormingswerk in Nederland soms op merkwaardig verzet bij wer kers in het A-olksontwikkelingswerk. Men denkt dan, dat vormingswerk algemeen of neutraal moet zijn en dus religie moet uitsluiten. Of men schakelt geloofsoriëntatie gelijk met kerkelijk verkondigings- en toerus- tingswerk, wat vormingSAverk uitdruk kelijk niet alleen is. De intocht van een aantal uitgetreden priesters en predikanten en van theologen, die het in de gevestigde kerken niet meer zagen zitten, heeft een tijdlang ook onhelderheid in de taken en Averk* wijzen van het vormingswerk ge bracht. Enerzijds was er een groep, die zo radikaal met het eigen kerke lijk verleden wilde afrekenen, dat alle religie ineens A'erboden Avaar leek. De ruimte van het vormingSAverk zou niet gediend zijn met al die kerkelij ke en godsdienstige enghartigheid. Daarnaast raakten priesters en domi nees tegen wil en dank buiten de kerk en in het vormingswerk verzeild. Ze gingen daar onbekommerd door met christelijke katechese, verkondi ging, pastoraat en viering en Avekten terecht A-erzet bij de andere werkers, die van de Aveeromstuit geneigd raak ten voortaan alle godsdienst buiten te sluiten. Er is nog een faktor, die de ruimte voor geloofsoriënterend A-ormingswerk belemmert. Dat is de mentaliteit van werkers, die- een streng orthodoxe christelijke opvoeding hebben gehad, maar daar gaandeAveg het vohvassen worden zo de buik van vol kregen, dat ze het (A-oorlopig) niet meer lus ten. Vaak zijn het daarna fanatieke marxisten of relatiewerkers, die het oude geloof inruilen voor nieuAve heilsverwachtingen. Volgens hen mag het in vormingswerk wel gaan over Marx en Marcuse, maar niet over Mohammed en Jezus. Wel staan yoga, meditatie, relatietraining en uitwisse len van beleefde topervaringen hoog genoteerd. Nieuwe religiositeit is in, maar oud geloofsgoed verdacht. Versleten Nu is het vaak ook niet zo eenvoudig een goede methodiek te vinden voor het aan de orde stellen van VTagen van geloof en leven. Veel oude woor den, begrippen en symbolen zijn ver sleten en versteend. En zonder Avoor- den gaat het toch niet. Zonde, genade, hemel, duivei, plaatsbekleding enz. zijn A'oor velen Avoorden, die niet meer tot leven te brengen zijn. Toch is er een groeiende interesse naar bezinning over het vanwaar, hoe nu en Avaarheen "an ons mensenbestaan. De kerken bieden weinig bezinning NED HERV KERK Beroepen te Monster: H. v. d. Post te Bergambacht. Aangenomen naar Velp (toez.): C. M. v. Endt te Joure. GEREF KERKEN Beroepen te Zuidlaren (geest. verz. psychiatrisch ziekenhuis 'Denne noord'): drs. S. W. R. Polman te Medembl-k en drs. J. W. Vlaanderen te Alkmaar. Benoemd tot geestelijk verzorger van het interconfessioneel verpleegtehuis 'Randerode' te Apeldoorn: D. C. van Geest te Amsterdam-Noord/Buiksloot die deze benoeming heeft aangeno men. en zó een Duitse cartoonist over methoden van geloofsoriëntatie en in het vormingswerk ontbreekt op dit moment nog de interesse en de creativiteit. Zo is methodische armoe de één der oorzaken, dat geloofsoriën tatie er vaak zo bekaaid afkomt. Tot voor kort leek de animo voor geloofsbezinning groot te zijn. Het ging dan over kerk en samenleving, over de maatschappelijke betrokken heid van kerk en gelovige, over abor tus en ontwikkelingssamenwerking, over geloven op maandag en wat al niet. Maar in feite Averd een verengd religiebegrip gehanteerd. Stilte, mystiek, meditatie, verwondering en stervensnood kwamen in deze opvat ting niet voor. Dat werd allemaal afgedaan als introvert. Geestelijk le ven verschraalde tot aktie. De subsi dieregeling stimuleerde deze vernau wing nog. Zogenaamde introverte the matieken vielen niet of moeilijk in de subsidieprijzen. Deze verduistering is helaas nog volop gaande. Dit alles komt een volwaardige plaats van geloofsoriëntatie in vormingswerk niet ten goede. En als het al gebeurt, dan vaak akelig praterig. ZoAvel kerk als vormingswerk onderkennen nog te Aveinig, dat geloofsbezinning op aller lei wijzen kansen heeft. Voordracht, preek en gesprek zijn voor de gehei men van het geloof armetierige mid delen. Muziek, lied, stilte, spel, litur gie, gebed, troost, symboliek en ritu eel zijn vaak werkzamer. Verstand en gevoel moeten gelijke kansen krijgen. Dit besef heeft in het vormingswerk in het algemeen al lang ingang gevon- den. Maar nog niet bij de geloofs oriëntatie. Dat ligt niet alleen aan het vormings werk. Ook de deelnemers kunnen soms barre stoorzenders zijn, in huis en kerk zo overvoerd met niet meer werkzame poespas, dat een kort tafel gebed van de kursusleider al onver draagzame indoktrinatie en een bewijs van gebrek aan distantie heet. veelduidig geworden. Daarom is het goed dit tijdig te signaleren. Er zijn verschillende kerkmodellen en kerst voorstellingen. Niet iedere 'kerk' is gediend van vormingswerk. Elke soort van vormingswerk is trouwens ook niet gediend van de 'kerk'. In het kerkmodel waarbij men meent, dat de kerk over de waarheid be schikt, is voor vormingswerk geen ruimte. De waarheid moet niet ter diskussie gesteld worden, zo stelt men in ultra-orthodoxe kring. Een tweede groep wil alle ruimte geven aan vor mingswerk. Toch is de vorming, die de kerk biedt, veel meer omvattend dan die het vormingSAverk kan geven en behelst religieuze hoogten en diep ten, waaraan het vormingswerk niet kan tippen. Tenslotte zijn er nog de mensen, die de kerk in het vormings werk zien opgaan. Beide gaat het om menselijkheid, openingen naar de toe komst en rijksrealisering. In de plaats van de pastor komt dan de vormings- Averker en kerkdiensten worden vor mingsbijeenkomsten. Vormingswerk is nog maar net begon nen zijn agenda in te vullen. Vormingswerk zonder aandacht voor dc religieuze kanten van 's mensen bestaan verdient die naam niet. Reli gie kan een integratiepunt zijn om greep te krijgen op de Averkelijkheid om ons heen. Daarnaast zijn er na tuurlijk ook andere invalshoeken. Ge loofsoriëntatie is één van de taken van vormingswerk. Eimert Pruim is kursusleider in het vormingscentrum Den Alerdinck te Laag-Zuthem bij Zwolle en redaktiese- kretaris van het maandblad VOORLO PIG. Dramatische struktuur in tweevoud, een vergelijkend onderzoek van Pietro Aretino's Hipocrito en P. C Hoofts Schijnheiligh door dr. E. K. Grootes; TJeenk Willink/Noorduijn, 338 blz, 42.50. Een studie over P. C. Hoofts 'Schijn heiligh', een vrije vertaling van een Italiaanse komedie, l'Hipocrito A'an Aretino. De twee toneelstukken wor den met elkaar vergeleken, en vooral de A'eranderingen die Hooft ten op zichte van de oorspronkelijke Italiaan se tekst aanbracht, komen aan de orde. Schijnheiligh is een Nederlands stuk geworden en door b.v. scènes te schrappen, heeft Hooft er ook een andere dramatische struktuur aan ge geven dan het Italiaanse model bezat. Vergelijking van deze dramatische strukturen, van de personages en de functie die ze in deze stukken heb ben, maken een groot deel uit van dit boek. Grootes probeert ook een verklaring te vinden voor Hoofts keuze van juist dit stuk, van de schrijver Aretino, die over 't algemeen immoreel en athe- istisch gevonden Averd. Het ging er Hooft niet zozeer om de schijnheilige predikanten uit zijn tijd te hekelen, aldus Grootes, Hooft Avilde een stuk schrijven voor de Nederduytsche Aca demie, de juist opgericht was en re pertoire nodig had om bezoekers te trekken. Schijnheiligh heeft overigens hoogstAvaarschijnlijk om allerlei rede nen (o.a. omdat het niet helemaal berijmd was en dat Avas toen noodza kelijk A'oor een toneelstuk) nooit op- ge\'oerd. B. H. (ADVERTENTIE) Vormingswerk Tussen de ge\'estigde kerken en het A'orraingswerk treden nogal eens span ningen op. Beide gaat het om een stuk bestaansverheldering. Toch be staat er over en weer veel achterdocht en wantrouwen. Een naief gebruik van het woordje 'kerk' kan de kommunikatie moeilijk maken. De ene groep vult dat woord je 'kerk 'op deze wijze en een andere kring laadt het weer zo. Het woord is KERKBANKEN KERKINTERIEURS BETIMMERINGEN etc** DIVERSE BANKMOD^LLENEN HÖUTSOORTEN BIJENHOF'S FIJNHOUT BEWERKING INDUSTRIEWEG D7d VORDEN ^TELOSJM.mê

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2