Boeken over
wilde flora
Weekend" puzzel
Letter-Teler Woorden-Wonder
Iedere speler kent
zijn ups en downs
Uw probleem
ook het onze
Een briefschaker op
het IBM-toernooi
bloem en plant
Niet piekeren maar puzzelen
Oplossing opgave nr. 565
dammen
e s is
TKO'UW/KWA'RTET ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1974
BINNENLAND T14 K14
Van de omschreven woorden moest 1
letter worden weggelaten en van de
overblijvende letters moesten nieuwe
woorden worden gevormd, die in de
figuur moesten 'passen.' Er zijn vari
anten in die nieuwe woorden moge
lijk. Een oplossing is de volgende:
Horizontaal: 1. snert-nest; 5. aankomst-
omstaan; 9. tweed-twee; 13. piots
spot; 14. nevel-veen; 16. gelaat-getal;
18. plankton-knalpot; 20. kleine-eikel;
22. veer-ere; 23. tarok-krat; 25. noren-
noen; 27. leng-eng; 28. doler-lord; 30.
maken-amen; 32. zenit-zien; 33. vloei-
olie; 34. trui-rut; 36. misère-risee; 37.
smak-kam; 40. zuil-lui; 41. vest-vet; 44.
koralen-orakel; 46. gasten-stang; 49.
rendier-denier; 50. staar-raat; 51. ra
dar-raar; 52. sterk-trek; 53. Europa
opera; 54. matse-sate; 55. regel-leer;
56. dalen-adel; 58. bordeel-roebel; 60.
nieten-enten; 63. platten-latent; 65.
Sint-nis; 66. rood-dor; 68. ster-ets; 70.
matsen-samen; 72. prei-per; 74. kriek-
kier; 76. deler-leed; 78. garde-rage; 80.
noord-nood; 83. weer-ree; 84. draak-
aard; 86. ossen-soes; 88. ader-era; 89.
pilaar-april; 91. brigaden-gebrand; 92.
blaren-laren; 94. sofa's-sofa; 95. hallo-
hola; 96. natje-Etna; 97. rolsteen-stre
len; 98. kliek-kelk.
Verticaal: 2. streek-e6ter; 3. taps-spa;
4. kalot-tolk; 6. omtrent-monter; 7.
takel-talk; 8. begonia-agonie; 9. keten
teen; 10. wiel-wei; 11. kleven-enkel; 12.
leger-egel; 15. galei-alge; 17. morel-
erom; 18. klam-kam; 19. roet-toe; 21.
genie-enig; 24. arts-rat; 26. koen-enk;
29. kruid-druk; 31. tredn-atiet; 32. ze
gen-zeen; 33. molen-omen; 35. ruzie
uier; 38. veraf-aver; 39. stormdek-
mosterd; 40. verlaten-laveren; 42. dag-
trein-tinader; 43. vertogen-groente; 45.
ball en-label; 46. orkest-store; 47. pra ten-
apert; 48. garant-graan; 49. ladder
dadel; 55. stoel-lest; 57. dadel-lade; 59.
bries-bier; 61. naald-naad; 62. vrede-
ever; 64. tronk-torn; 67. pipet-piep; 69.
laks-sla; 70. dessert-sedert; 71. saneren-
nasnee; 72. reep-pee; 73. vroed-vore;
74. barofc-krab; 75. streep-eerst; 77.
gres-erg; 79. goed-god; 81. latoer-Oeral;
82. kaden-dank; 84. slaaf-alfa; 85. ci-
der-drie; 87. kolos-slok; 90. pion-ion;
93. lade-ale.
Als gezegd zijn bij de in te vullen
woorden varianten mogelijk. Zo kan
hor. 1 ook 'rest' zijn, hor. 13 ook
'stop' (met vert 3 'sta'), hor. 47 ook
'stoelen', vert. 39. ook 'dokters' enz.
De heer H. den Boer (87) te 's-
Gravenzande gebruikt in zijn brief
een aantal woorden uit deze opgave:
'Uw 'aankomst' met deze 'snert' doet
uw 'gasten' 'koralen' zingen. Er blijft
geen 'kliek' over. Dit is geen 'orakel'-
taal. Ondanks het 'roef zijn we 'ge
brand' op het 'desserf. En als 'mos
terd' na de 'soes' is het bereiken van
de 'steep' 'garanf voor 'enig* 'laveren'
op de 'ladder*.
En de heer A. Schaafsma (108) te
Boven-Hardinxveld dicht: De kruis
woordpuzzels zijn al oud, en menig
mens, die er van houdt. Het aantal
soorten is frappant! Daar ik deez'
puzzel zeer waardeer geef ik een tien
(zo moog*lijk meer!) voor deze fijne
variant!
Het maken van dit probleem heeft
veel hoofdbrekens gekost. De cijferat-
leten hadden daarvoor maar gedeelte
lijk begrip en waardering. Het gemid
delde waarderingscijfer was deson
danks 8.34: verkregen uit:
5 (4,0%), 6 (6,1%), 7 (14,2%), 8
(22,4%), 9 (34,4%), 10 (18,8%).
De top van de ladder staat boven 175
punten met als prijswinnaars: 1) E.
W. van der Burgh, Rozenhof 82, Epe
(voor de derde maal); 2) drs. W.
Klein, Kranenberg, Krophollerstraat
5, Son (voor de zesde keer); 3) A.
Koene, Gestelsestraat 107, Eindhoven
(voor de derde maal); 4) G. J. Manen-
schijn, Isaac da Costalaan 71, Delft
(voor de eerste keer).
mr. G. van Vorden
Omdat er de laatste tijd niet veel
materiaal voor handen is wilde ik u
een korte partij voorschotelen uit ray
on-west (Zuid-Holland). Ik hoop bin
nenkort partijen uit het sterk bezette
toernooi in Huissen in mijn bezit te
hebben. Aan dit toernooi nemen o.a.
deel Jan de Ruiter, Frans Hermelink
en Drs. Evert Bronstring, en deze
namen staan vast en zeker borg voor
een aantal interessante partijen.
Onderstaande partij is van een min
der hoog gehalte als die van de
vorige week. We zien hier Fred Ivens
in een minder sterke rol, die sterk
afsteekt bij de partij uit mijn vorige
rubriek. Hij wordt hier overtroefd
door de presentator van de Teleac-
cursus, drs. Ed Holstvoogd.
Na een bizarre opening ontstaat een
middenspel waarin Ivens het gevaar
niet zo goed aanvoelt en reeds na zo'n
twintig zetten erg slecht staat om
vervolgens na een blunder vrij snel te
verliezen. Een voor een speler van
zijn formaat zwakke prestatie, maar
we zullen maar aannemen dat iedere
speler zijn ups en downs kent
Wit: E. Holstvoogd; - zwart: F. Ivens.
1. 33-29. Deze openingszet is met 1.
32-28 de laatste jaren zeer populair.
1. 18-22. Dit antwoord speelde
ikzelf enige jaren geleden met grote
voorliefde hoewel ik in de Halve
Finales van 1971 reeds na drie zetten
een schijf verloor tegen P. Bergsma
na 2. 31-26 16-21 3. 36-31 19-24? 4. 31-
27! en zwart verliest altijd een schijf:
Overal is dit korte partijtje gepubli
ceerd onder de kop 'blunderrecord'.
Deze blunder kan ik wel verklaren. Ik
had thuis deze opening voorbereid en
rekening gehouden met o.a. 4. 38-33
waarop ik had laten volgen 4. 21-
27 5. 32-21 22-28 6. 33x22 24x33 7.
39x28 11-16 8. 22x11 16x36 met goed
spel voor zwart. Ik had mij zo op deze
variant vastgeprikt dat de eenvoudige
weerlegging gewoon niet bij mij opge
komen was, maar terug naar de par
tij.
2. 31-26 22-27 3. 32x21 16x27. Deze zet
(3. 22-27) wordt ook graag ge
speeld door ex-wereldkampioen Tsje-
golew.
4. 37-32 11-16 5. 32x21 16x27 6. 41-37 6-
11 7. 38-33. Mijn voorkeur gaat uit
naar 7 39-33, want na de tekstzet is de
witte korte vleugel wel wat te zwaar
bezet
7. 17-22 8. 37-32 27x38 9. 43x32 13-
18 10. 36-31 9-13 11. 31-27. Wit organi
seert nu de perfecte verdediging van
zijn lange vleugel.
1122x31 12. 26x37 19-23 13. 35-30
11-17. Sterker lijkt mij 13. 14-19
om wit te dwingen een beslissing te
nemen en zelf de controle over de
lange vleugel te houden.
14. 46-41 4-9 15. 30-25 17-22
Nu was 15. 14-19 16. 25x14 9x20
nog steeds sterker!
16. 32-28 natuurlijk 16. 23x32 17.
37x17 12x21 18. 42-38 18-22. Hier zoekt
zwart moeilijkheden. Beter is 18.
20-24
19. 40-35 7-12 20. 45-40 1-7 21. 41-37 13-
18 22. 48-42
De witte verdediging zit goed in el
kaar in tegenstelling tot de zwarte.
Het ziet er niet naar uit dat het blok
20, 15, 14, 10, 5, nog actief aan de
strijd kan deelnemen, maar zolang
hoeven we niet meer te wachten,
want een (begrijpelijke) blunder van
zwart verhaast het einde.
22. 7-11 23. 35-30
B K R I H
0 iü H
s i G i m
D B iï 12 I
IS IK SBB
«■«na
G E 13 3
LJ 0 Q 0
O 0 H S3 m
IS 1:1 0 0
Zwart denkt nu te kunnen ontsnap
pen door: 23. 20-24 maar komt nu
na 24. 29x20! 15x35 25. 34-30 35x24 26.
33-29 24x33 27. 39x6 van de regen in
de drup en kan na enkele zetten
opgeven.
Na dit korte partijtje dat door geen
van beide vlekkeloos gespeeld is wilde
ik weer eens een probleempje
voor de 'huisdammer' plaatsen. Het
is niet moeilijk omdat de mogelijkhe
den beperkt zijn. Ook het eind, een
dubbele oppositie, is niet zoals het
hoort te zijn, maar ja, ik ben in het
maken van problemen nu eenmaal
een beginneling en zal dat ook wel
blijven. De oplossing van deze opgave
van eigen hand wordt volgende .week
gepubliceerd evenals de naam van de
winnaar van het boekje van R. C.
Keiler n.a.v. de laatste wedstrijd.
13 13 O 0
s i a i i
a m m m
.E E E O IE
i i' 0 ifè i'k-j
f*i LI O S3 m
m a p 0
iS 1 Q O E!
is o m m m
Horizontaal: 1. inkeping, 4 bemoedi
ging, 7 leger, 9 wending, 10 water in
Limburg, 12 kraam, 13 elk. 14 vogel-
verblijf, 15 vlaskam, 18 baan voor
balspel, 20 plant, 23 ongeval aan autr,
25 prijslijst, 26 bijbels figuur, 27 tor,
29 erwtesoep, 31 vod, 32 toroep, 37
koemestvocht, 39 vorderen, 40 ladder,
41 voederbak. 42 deel van een fornuis.
43 slot, 44 bedehuis, 45 verdriet.
Verticaal: 1 uitbarstingsmond van een
vulkaan. 2 gezicht, 3 slappe koffie. 4
kleur. 5 voorteken, 6 soort duif. 8
nieuwerwets, 9 welgevormd, 11 kier.
16 plaats in N. Br., 17 dwaling, 18
meubel, 19 niet dezelfde, 21 keur, 22
ontzag, 23 kleverige stof. 24 lof. 28
nasporen, 29 heeft een dier, 30 ver
harde huid, 33 deel van de dag. 34
vroeger, 35 platte steen, 36 riviervis.
38 schop, 40 grondsoort
Oplossingen t.m. woensdag a.s. per
briefkaart zenden aan: Trouw/Kwar
tet postbus 859, Amsterdam. Linksbo
ven vermelden: Weekendpuzzel.
OPLOSSING VAN VORIGE WEEK
Horizontaal: 1 park, 5 leren, 9 riet, 12
raap, 14 las. 15 gocr, 17 karn, 19 teen.
21 os, 23 permanent, 26 kr, 27 ros, 28
ara, 29 mee, 30 ed, 31 aker, 33 rats, 36
Ee, 37 Saar, 39 netel, 41 tank, 43 nest.
44 Enos, 45 peen, 47 elite, 50 meel. 53
Og, 54 Aare, 56 aria, 58 V.E., 59 rem,
60 non, 62 eed, 63 i.l., 64 salangaan.
68 re. 69 lama. 70 slei, 72 Peri, 73
mes, 75 aera, 77 meta. 78 malie. 79
raak.
Verticaal: 2 ar, 3 rak. 4 kaap, 6 el, 7
radar, 8 es, 9 roet 10 ion, 11 er, 13
preek, 15 genet, 16 mores, 18 nr. 19,
te, 20 kreek, 22 soda, 24 mare, 25 nare,
26 keen. 31 arena, 32 enter, 34 aleer,
35 stoma, 38 Ane, 40 tui, 42 Ase, 45
porie, 46 egel, 48 Lena, 49 tang, 51
ever, 52 leder, 55 agami, 57 itala. 61
onkel, 64 Sara, 65 la, 66 as, 67 Neer,
69 Let 71 Ira, 72 p.e.. 73 ma. 74 si. 76
Aa.
Prijswinnaars zijn: J. W. V. Labrand,
Willemsparkweg 118 II, Amsterdam;
Joh. A. Zwarts, Gradaland 63, Den
Haag; L. Gravestein, Pr. Marijkestr. 31.
Welke wilde planten zijn geschikt voor een tuin,
hoe kom je eraan en hoe krijgt je variatie in de
bloeitijden, zodat je lang van bloemen kunt ge
nieten? En vooral: hoe kun je de soorten her
kennen?
Het zijn een aantal vragen die regel
matig op me worden afgevuurd door
lezers die graag oorspronkelijke Ne
derlandse wilde planten in hun tuin
willen hebben. Het eerste is tevens
het moeilijkst te beantwoorden pro
bleem. Welke soorten geschikt zijn
hangt immers voor een groot deel af
van de aard van de tuin: de ligging
ten opzichte van de zon, de grond
soort, het grondwaterpeil. Planten
die in de natuur onder soortgelijke
omstandigheden leven als in de te
beplanten tuin, zullen het daar al
licht ook best doen, maar er zijn
genoeg andere die er kunnen groei
en of waarvoor de grond zonder al
te veel moeite geschikt te maken is.
Dit vereist toch wel wat botanisch
en plantensociologisoh inzicht van
de tuinman. Een ongewisse factor is
het gedrag van een plant die is
overgebracht uit natuurlijke naar
tuinomstandigheden. Hij kan zich
.'AU 'U' "M's
>2
door henk van halm
daar als een lastig onkruid ontpop
pen die andere soorten naar het
leven staat, wat vaak niet te zien is
op de natuurlijke groeiplaats. Maar
in het algemeen kun je wel zeggen
dat een plant die in de natuur de
aandacht vraagt en door zijn schoon
heid een plaats in de tuin waard
lijkt, de moeite loont uitgezaaid te
worden.
Wild tuinieren is vooral een kwestie
van in de praktijk opgedane erva
ring. Die begint met weten welke
plant je voor je hebt Later ga je je
vanzelf verdiepen in de eisen die
zo'n plant aan zijn omgeving stelt
en met welke andere soorten hij van
nature samen voorkomt Die kennis
moet je in het vrije veld opdoen.
Daarna kun je wild gaan tuinieren
om te ontdekken dat je nog niet
zoveel weet, want je kunt nu het
gedrag van de plant in je eigen tuin
observeren, waar je ontwikkelingen
van een bepaalde plant van dag tot
dag kimt volgen en eventueel opte
kenen.
'Klassieke' flora's
Iedereen kan onze inheemse flora
leren kennen aan de hand van een
of meer goede flora's. De klassieke
zijn de 'Geïllustreerde schoolflora
van Nederland' door H. Heukels en
S. J. van Ooststroom en de 'Geïllus
treerde flora van Nederland' van E.
Heimans, H. W. Heinsius en Jac. P.
Thijsse. De laatste is gemakkelijker
te hanteren dan de Heukels, maar
het bezwaar blijft dat beginners die
niet direct weten tot we\ke familie
en welk geslacht de gedochte plant
behoort, langdurig moeten determi
neren voor ze aan de naam toe
gekomen zijn. Zo vergaat bij de
meesten het plezier en de voldoe
ning een plant op naam gebracht te
hebben. Vandaar dat er steeds meer
'beeldflora's 'verschijnen, waarin de
planten in kleur zijn afgebeeld, wat
een snellere herkenning mogelijk
maakt. Bekende zijn de 'Nieuwe flo
ra in kleur' van Skytte Christiansen
en de 'Plantengids' van Björn Ur-
sing, allebei van origine Scandina
visch en dus niet volledig voor ons
land, maar zeer bruikbaar.
Een nieuwere is de 'Plantengids
voor Europa', een beknopte uitgave
van de lijvige flora 'Bloemen en
planten van Europa', een beknopte
uitgave van de lijvige flora 'Bloe
men en planten van Europa' van
Oleg Polunin en geschikter om in
de reisbagage mee te nemen. On
danks het handzamer formaat bevat
dit boek alle kleurenfoto's die het
grote werk illustreren en dat zijn er
meer dan duizend. Die foto's zijn
van zo'n kwaliteit dat ze een grote
steun kunnen zijn bij het determi
neren, wat wel nodig is, want de
teksten zijn wel erg vereenvoudigd
en bekort. De naam vind je aan de
hand van een sneldetermineers-
ysteem met een indeling naar de
bloemkleur en handige symbolen die
veel tekst vervangen. Daardoor is
deze gids praktischer voor de leek
dan de grote Polunin, die echter
veel wetenschappelijker is en waarin
de standplaatsen duidelijker staan
aangegeven. Het grote prijsverschil
is ook erg aantrekkelijk: de grote
flora kost 72,50, de kleine 28,50.
Wat je wel moet weten, is dat deze
gids geen garantie biedt dat elke
plant binnen Europa ermee te deter
mineren is. Meestal staan enkele
van de meest karakteristieke soorten
van een geslacht erin, die in grote
delen van Europa wild voorkomen.
Omdat er geen Nederlandstalige flo
ra's voor het buitenland zijn, op een
enkele ook niet volledige alpenflora
na, is het boek toch zeker een
belangrijke hulp op reis.
In zakformaat
Een nieuwe druk ln zakformaat is
ook verschenen van 'Thieme's flora
in kleuren', een oorspronkelijk En
gelse flora ('The Concise British
De haagwinde, mooi maar verraderlijk; eenmaal in een tuin ge
vestigd is hij onuitroeibaar en overwoekert vaste planten, heesters
en zelfs bomen.
Flora in Colour'), waar de predikant
W. Keble Martin meer dan zestig
jaren van zijn leven wijdde. Hij
verzamelde, tekende en schilderde
alle planten die hij in het Engelse
landschap tegenkwam: 1486 soorten,
behalve grassen en coniferen alle in
kleur. Per pagina zijn ongeveer tien
planten afgebeeld, familie bij fami
lie, en kort beschreven (uiterlijk
voor zover niet op de tekening naar
voren komend, vindplaats, voorko
men in ons land, bloeitijd). Niet
altijd is aangegeven of de plant
eenjarig of overblijvend is, in pollen
groeit of zich kruipend uitbreidt,
zaken die juist voor de tuinier van
belang zijn, maar voor hem is een
flora niet geschreven. Er staat wel
een aanmerkelijk aantal Engelse
soorten in die hier niet te vinden
zijn, terwijl in Nederland algemene
6oms ontbreken het mankement
van alle buitenlandse flora's.
Om de gewoonste wilde planten te
leren kennen, de soorten die bijna
overal langs wegen en dijken, op
braakliggende landjes, als onkruid
op akkers en in moestuinen, in
weiden en langs sloten voorkomen,
zijn er een paar boeken die ik van
harte kan aanbevelen. Daar is alle
reerst de 'Jeugdflora' van Cath. en
Aart van Breda, bedoeld om kinde
ren in onze plantenwereld wegwijs
te maken. Maar ik ken volwassenen
genoeg die het als aanloop voor hun
toekomstige plantenkennis gebrui
ken en er enthousiast over zijn. Pas
verschenen als Fleur-uitgave is '100
wilde - planten' van Henk Glas, het
eerste boekje uit een nieuwe serie
die Fleuriade zal gaan heten en
waarin diverse onderwerpen uit on
ze wilde fl&ra aan de orde zullen
komen, zoals de uitgever Amsterdam
Boek blijde meedeelt. Er is veel
plaats ingeruimd voor een aardige
tekst met bijzonderheden die buiten
het direct botanische vallen, zoals
gebruik in geneeskunde en keuken,
rol in het volksgeloof enzovoort. De
tekeningen zijn wat erg klein en
niet altijd natuurgetrouw van kleur.
Plantengids voor Europa, door Oleg
Polunin. Zakuitgave met 1088 kleu
renfoto's, 336 blz. Uitg. Zomer
Keuning, Wageningen. Prijs 28,50
Thieme's flora in kleuren, door W.
Keble Martin. Zakuitgave met 1486
kleurentekeningen, 336 blz. Uitg. W.
J. Thiemc, Zutphen. Prijs 17,50
100 wilde planten, door Henk Glas.
Fleur-uitgave, 112 blz. Uitg. Amster
dam Boek, Amsterdam. Prijs 9,95.
Wit speelt en wint
FRANK DROST
Brieven die niet voorden xljn van
naam en adres kunnen niet in behan
deling worden genomen. Geheimhou
ding is verzekerd. Vragen die niet on
derling met elkaar in verband staan
moeten ln afzonderlijke brieven wor
den gesteld. Per brief dient een gul
den aan postzegels te worden ingeslo
ten. Adres: Uw probleem ook het on
ze, postbus 507, Voorburg.
Klacht van een lezer, die na jaren tot
de ontdekking kwam, dat het hele
verhaal dat met kleine lettertjes ach
terop z'n polis stond, een onprettige
aanvulling is van dat wat in zeer
aanlokkelijke termen op de voorzijde
was te lezen, uiteraard met grote
letters. Is dat dan geen misleiding?
Antwoord: Die kleine lettertjes zijn
voor velen een onaangename ervaring
geweest. Echter wordt en werd steeds
uitdrukkelijk gewaarschuwd: men
wordt gehouden de inhoud van een
polis te kennen, voor men de aan
vraag ondertekent. Als het niet klopt,
direct en niet na jaren protesteren.
Vraag: Enige tijd geleden (28-6-74)
stond in Trouw een artikeltje over
ontwikkelingshulp o.a. aan India. Aan
de mededeling: India krijgt een extra
bijdrage van 20 pet heb ik niets als ik
niet weet hoeveel India eerst had.
Antwoord: Men kan in één artikel
niet alles in de krant zetten: In 1973
ontving India 68.000.000, in 1974
82.000.000.
Vraag: Wie was Theophile de Bock,
en heeft een schilderstuk van hem
veel waarde?
Antwoord: Theophile Achille de Bock
(1851-1904) was oorspronkelijk ambte
naar bij de Hollandsche Spoorweg
maatschappij, maar werd daar ontsla
gen wegens zijn liefde voor het schil
deren. Hij was o.a. leerling van J. H.
Weissenbruch, werkte te Den Haag en
Delft, woonde te Diepenveen en Ren-
kum. Het liefst schilderde hij boom
rijke landschappen. In vele musea is
werk van hem te bewonderen. Een
schilderij van De Bock zal ongetwij
feld waardevol zijn. Wij verwijzen u
echter naar een goed taxateur.
Vraag: Onderhoud van houten eetge
rei, dat er schimmelig uitziet.
Antwoord: Goed schoonmaken, goed
laten drogen, heel glad schuren en
behandelen met olie. Na gebruik met
keukentissues schoonvegen. Als de
voorwerpen gewassen zijn in warm
water, oliebehandeUng herhalen. Voor
een gladgeschuurd houten tafelblad
geldt hetzelfde. Men kan dit ook met
vernis behandelen, maar mooi blijft
zoiets nooit lang, als er een warm
bord of een theepot op gezet wordt.
Vraag: Een onzer lezers, bezig met
een genealogisch onderzoek, vond de
vermelding van het huwelijk van een
voorvader met een meisje van 12 jaar.
Dat gebeurde omstreeks 1850. Was dat
wetsontduiking of kwam zoiets meer
voor?
Antwoord: Volgens het Oude Romein
se recht was een meisje huwbaar
(meestal op twaalfjarige leeftijd) als
de kinderjaren definitief waren beëin
digd. Hoewel het niet gebruikelijk
was dat meisjes beneden de 15 jaar in
het huwelijk traden. (Vooral op het
platteland gebeurde dat dikwijls), was
met toestemming van de koning een
huwelijk, als door u geconstateerd,
toegestaan. De sterfte onder de jonge
vrouwen in het kraambed was zeer
groot en ook van de vele baby's werd
slechts een klein gedeelte volwassen.
Vraag: In een wasbak ontdekker wij
steeds meer haarscheurtjes. Ook is
een echt scheurtje, dat ook aan de
andere kant te zien is, aanwezig.
Antwoord: Als men een porceleinen
wasbak te vast aanschroeft, of als men
er heet water in giet, is het goed
mogelijk dat er een scheurtje of
barstje ontstaat Haarscheurtjes ont
staan ook hierdoor. Zolang er geen
lekkage is, kan het weinig kwaad.
Aan de onderkant van de bak zou u
in zichtbare barstjes wat stofverf (dat
staat lelijk) of alabastine kunnen
smeren.
Vraag: Kan iemand een onderwijzeres
helpen aan de tekst van de liedjes
Nederlandse Volksdansen 'Vrij en
Blij' o.Ijv. Wessel Dekker Stereo 6428'
080 Fontane
Vraag: Waar komt de term 'Boter
briefje halen', bij het burgerlijk hu
welijk vandaan?
Antwoord: Het is oorspronkelijk een
benaming van aflaten (butyricae)
waarbij het zuivelgebruik in de vas
ten wordt toegestaan. Het woord werd
later gebruikt voor officiële medede
lingen, waarvoor men weinig respect
had: rekeningen, belastingpapieren
enz. In N.O.E. gebruikte men het
woord voor een brief, waarin de gea
dresseerde aangeraden werd op eigen
initiatief naar een andere betrekking
om te zien. De associatie van de
oorspronkelijke benaming met 'trou-
wacte' hoeft o.i. geen nadere uitleg.
De belangstelling voor het meester-
toernooi raakt naast het grootmeester-
toernooi meestal wat in de schaduw.
De laatste ronde van de meesters was
echter bijzonder spannend. Dat de
jonge Russische meester Makarichew
zou winnen, stond vrijwel vast, maar
in welke volgorde de vijf volgende
prijzen behaald zouden wordén was
nog een volledig vraagteken. De merk
waardigste partij uit de laatste ronde
was vcor ons aanleiding voor een
gesprek met de Belgische meester Jos
Boey, die deze partij van de Argentijn
Debarnot won, en daardoor samen
met Hans Böhm op de tweede plaats
eindigde.
De Antwerpenaar Boey (40) werd
Belgisch kampioen, toen hij 25 jaar
was. Op zijn achttiende jaar was hij
hoofdklassespeler. Hij won het kampi
oenschap vijfmaal, maar had de laat
ste jaren geen gelegenheid meer om
mee te doen. In Nice speelde hij
echter aan het eerste bord van het
Belgische team. Hij won zes partijen,
maakte er zes remise en verloor er
vier. Een score van 56 pd (België
plaatste zich in de tweede van de zes
finalegroepen).
'Aan hoeveel Olympiades hebt u deel
genomen?'
'Dat waren er zeven. Op de laatste
vier speelde ik aan het eerste bord.
In Skopje en Siegen behaalde ik de
meestertitel.'
De enige Belgische grootmeester O'-
Kelly speelt sinds-1959 niet meer in
Belgische wedstrijden. Hij is lid van
de club in Solingen. In het toernooi
om het Belgisch kampioenschap, 1959,
eindigden O'Kelly en Boey samen op
de eerste plaats met zeven punten uit
negen partijen. Een beslissende
match, die met drie remisepartijen
begon, kon wegens vertrek van O'
Kelly niet uitgespeeld worden.
'Sinds 1966 (Zonetoernooi Den Haag)
hebt u niet meer in Nederland ge
speeld. Hoe komt het, dat u zo weinig
aan buitenlandse toernooien deel
neemt?'
'Eens in de twee jaar een Olympiade
kost mij al vier weken. Mijn werk
ik ben scheikundige op een pharma-
ceutisch laboratorium in Turnhout
eist mij geheel op. Ook tegenover
mijn gezin geef ik daarom de voor
keur aan correspondentieschaak. Dat
kost mij gemiddeld een uur per dag.'
'Het is merkwaardig, dat het sterk
schakende Nederland practisch geen
rol speelt in het internationale brief-
schaken. Hoe bent u er eigenlijk toe
gekomen?'
'In Belgische correspondentiewedstrij
den had ik nogal succes. Toen heb ik
het geprobeerd in het Europees kam
pioenschap, waarbij ik tweemaal op
de tweede plaats pindigde. Op grond
daarvan werd ik in Nice internatio
naal meester-briefschaken. En nu doe
ik sinds 1972 mee aan het wereldkam
pioenschap. Dat is een langdurige ge-,
schiedenis, want die wedstrijd zal nog
wei tot eimd 1975 duren.'
'Hoe zijn uw kansen?'
'Op 't ogenblik sta ik op kop, met de
Rus Estrin. We hebben beiden 8 y2
punt uit elf partijen in de finale.-
Totaal spelen we zestien partijen, zo
dat er nog weinig van te voorspellen
valt. Van mijn laatste vijf partijen zal
ik er in elk geval een verliezen.
Verder hoop ik er drie te winnen en
één remise te maken. De Engelsman
Richardson (vijf uit zes) en de Rus
Judovic staan trouwens ook goed. Ik
vermoed, dat de eerste vier plaatsen
door ons bezet zullen worden. De
eerste drie worden FIDE-grootmees-
ter-briefschaken.'
'Kernen briefsohakers ook wel in tijd
nood?'
'Ja zeker. Als we ons niet aan de tijd
houden, is de partij verloren. We
hebben dertig dagen voor tien zetten,
met een maximum van twaalf dagen
voor één zet.'
'Bent u wel eens van plan geweest
professional te worden?'
'Nee, en ik zal het nooit worden ook.'
'Zijn er in België profs?'
'Ja. Maar weinig. O'Kelly is het. Ook
Bernard de Bruycker (33), die in
Nice als vijfde van ons team een
opmerkelijk goed resultaat boekte. De
internationale meester Dunkelblum
(66) kun je geen prof noemen. Hij
speelt weinig meer.'
'Bent u tevreden met uw tweede
plaats in het IBM-meestertoernooi
(6'/2 uit 11)?'
'Ja. Dat is mij meegevallen. Als brief
schaker ben je gewend zéér lang over
een zet na te denken. Vandaar, dat ik
in een toernooipartij meestal in tijd
nood kom. Maar bet blijkt, dat ik
toch in partijschaak niet erg achter
uitgegaan ben'.
'Wat waren hier uw beste partijen?'
'Ik heb veel plezier van mijn partij
tegen de Hongaar Dely. Na vijftien
zetten moest hij opgeven, in een ho
peloze stelling, omdat hij een pion
minder had. Zijn overige pionnen
stonden ongunstig geïsoleerd, en hij
kon niet meer rokeren. Als u de
partij publiceert, is het interessant
erbij te vermelden, dat mijn achtste
zet (Pd7 in plaats van het theoreti
sche Dxdl) ongebruikelijk is. Ik heb
die variant een jaar geleden eens
uitgedokterd en heb er af en toe
succes mee.
Maar mijn merkwaardigste partij was
die tegen de hardnekkige Argentijn
Debarnot We kregen vijfmaal dezelf-
Door een communicatiestoring
bereikte ons deze week de ru
briek niet van onze vaste
schaakmedewerker Ludek Pach-
man. In plaats daarvan een arti
kel van de heer J. ten Have,
die de bijdragen van Pachman
voor onze krant vertaalt.
de stand op het bord. Zoals bekend,
was driemaal voldoende voor remise,
maar we claimden dat geen van bei
den. Debarnot niet, omdat hij H tout
prix in de laatste ronde een meester-
resultaat wilde halen. Maar hij kon
niet afwijken van de herhaling van
zetten, omdat hij anders zijn dame
zcu verliezen. Hij hoopte, dat ik zou
willen verder spelen, omdat ik iets
beter stond. Hij wilde dus winnen of
verliezen. Ik twijfelde na de vijf keer
'herhaling van zetten' nog over remi
se, omdat ik dan de tijdnood zou
vermijden. Ik had nog twintig minu
ten voor twintig zetten en Debarnot
had tweemaal zoveel tijd. Toen ik zijn
achtergrond begreep, speelde ik door,
omdat de strijd en een hogere prijs
mij wel toelokten. Voor de laatste elf
zetten had ik nog vijf minuten, en hij
drie. Op dat moment zag Debarnot
een combinatie over het hoofd. Ik
won een loper tegen een pion. Hij
vecht nog 28 zetten tevergeefs door.'
We laten enkele van de besproken
partijen volgen:
DELY-BOEY
1. Pf3 Pc6 2. d4 d5 3. c4 Lg4 4. cd5:
Lf3: 5. dc6: Lc6: 6. Pc3 Pf6 7. f3 e5 8.
de5: Pd7 (Meestal wordit hier Dxdlt
gespeeld). 9. Dd4 Lc5 10. Dg4 Pe5: 11.
Df5 Dh4t 12. g3 Dd4 13. e3 Pf3:t 14.
Df3: Dc3:t 15. bc3: Lf3:. Wit geeft op.
BOEY—DEBARNOT
1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pd2 c5 4. ed5:
Dd5: 5. Pgf3 cd4: 6. Lc4 Dh5 7. 0-0
•Pf6 8. Pb3 Le7 9. Tel Pc6 10. Le2
Dd5 11. Pfd4: Ld7? (Pd4: 12. Pd4: e5
13. Pb5 was iets beter voor zwart,
hoewel wit het voordeel van de pion-
nenmeerderheid op de damevleugel
behoudt.) 12. Lf3 Dc4 13. Lf4 0-0 14.
c3 Tfd8 15. Le2 Dd5 (Nu volgt de
herhaling van zetten.) 16. Lf3 Dc4 17.
Le2 Dd5 18. Lf3 Dc4 19. Le2 Dd5 20.
Lf3 Dc4 21. Le2 Dd5. (Wit heeft nog
20 minuten voor 19 zetten. Zwart 40
minuten. Wit laat de remise-gedachte
varen.) 22. Lc7 Tdc8 23. c4 Dg5 24.
Pf3 Dh6 25. Ld6 Ld6: 26. Dd6: Le8 27.
Tadl b6 28. Pfd4 Td8 (Eerst Pe4! was
beter. De dame had dan naar a3
moeten wijken.) 29. Dg3 Tac8? (De
beslissende fout) 30. Pc6: Lc6: (Tdl
mag niet genomen worden wegens
Pe7t. Kf8 brengt dan geen redding,
want na 32. Tdl: kan de koning het
paard op e7 niet nemen wegens Dd6
mat.) 31. Td8:t Td8: 32. Dc7 Tf8 33.
Dc6:. Zwart speelde het verloren eind
spel door, maar capituleerde op de
57e zet.