Boeken over wilde flora Weekend" puzzel Letter-Teler Woorden-Wonder Iedere speler kent zijn ups en downs Uw probleem ook het onze Een briefschaker op het IBM-toernooi bloem en plant Niet piekeren maar puzzelen Oplossing opgave nr. 565 dammen e s is TKO'UW/KWA'RTET ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1974 BINNENLAND T14 K14 Van de omschreven woorden moest 1 letter worden weggelaten en van de overblijvende letters moesten nieuwe woorden worden gevormd, die in de figuur moesten 'passen.' Er zijn vari anten in die nieuwe woorden moge lijk. Een oplossing is de volgende: Horizontaal: 1. snert-nest; 5. aankomst- omstaan; 9. tweed-twee; 13. piots spot; 14. nevel-veen; 16. gelaat-getal; 18. plankton-knalpot; 20. kleine-eikel; 22. veer-ere; 23. tarok-krat; 25. noren- noen; 27. leng-eng; 28. doler-lord; 30. maken-amen; 32. zenit-zien; 33. vloei- olie; 34. trui-rut; 36. misère-risee; 37. smak-kam; 40. zuil-lui; 41. vest-vet; 44. koralen-orakel; 46. gasten-stang; 49. rendier-denier; 50. staar-raat; 51. ra dar-raar; 52. sterk-trek; 53. Europa opera; 54. matse-sate; 55. regel-leer; 56. dalen-adel; 58. bordeel-roebel; 60. nieten-enten; 63. platten-latent; 65. Sint-nis; 66. rood-dor; 68. ster-ets; 70. matsen-samen; 72. prei-per; 74. kriek- kier; 76. deler-leed; 78. garde-rage; 80. noord-nood; 83. weer-ree; 84. draak- aard; 86. ossen-soes; 88. ader-era; 89. pilaar-april; 91. brigaden-gebrand; 92. blaren-laren; 94. sofa's-sofa; 95. hallo- hola; 96. natje-Etna; 97. rolsteen-stre len; 98. kliek-kelk. Verticaal: 2. streek-e6ter; 3. taps-spa; 4. kalot-tolk; 6. omtrent-monter; 7. takel-talk; 8. begonia-agonie; 9. keten teen; 10. wiel-wei; 11. kleven-enkel; 12. leger-egel; 15. galei-alge; 17. morel- erom; 18. klam-kam; 19. roet-toe; 21. genie-enig; 24. arts-rat; 26. koen-enk; 29. kruid-druk; 31. tredn-atiet; 32. ze gen-zeen; 33. molen-omen; 35. ruzie uier; 38. veraf-aver; 39. stormdek- mosterd; 40. verlaten-laveren; 42. dag- trein-tinader; 43. vertogen-groente; 45. ball en-label; 46. orkest-store; 47. pra ten- apert; 48. garant-graan; 49. ladder dadel; 55. stoel-lest; 57. dadel-lade; 59. bries-bier; 61. naald-naad; 62. vrede- ever; 64. tronk-torn; 67. pipet-piep; 69. laks-sla; 70. dessert-sedert; 71. saneren- nasnee; 72. reep-pee; 73. vroed-vore; 74. barofc-krab; 75. streep-eerst; 77. gres-erg; 79. goed-god; 81. latoer-Oeral; 82. kaden-dank; 84. slaaf-alfa; 85. ci- der-drie; 87. kolos-slok; 90. pion-ion; 93. lade-ale. Als gezegd zijn bij de in te vullen woorden varianten mogelijk. Zo kan hor. 1 ook 'rest' zijn, hor. 13 ook 'stop' (met vert 3 'sta'), hor. 47 ook 'stoelen', vert. 39. ook 'dokters' enz. De heer H. den Boer (87) te 's- Gravenzande gebruikt in zijn brief een aantal woorden uit deze opgave: 'Uw 'aankomst' met deze 'snert' doet uw 'gasten' 'koralen' zingen. Er blijft geen 'kliek' over. Dit is geen 'orakel'- taal. Ondanks het 'roef zijn we 'ge brand' op het 'desserf. En als 'mos terd' na de 'soes' is het bereiken van de 'steep' 'garanf voor 'enig* 'laveren' op de 'ladder*. En de heer A. Schaafsma (108) te Boven-Hardinxveld dicht: De kruis woordpuzzels zijn al oud, en menig mens, die er van houdt. Het aantal soorten is frappant! Daar ik deez' puzzel zeer waardeer geef ik een tien (zo moog*lijk meer!) voor deze fijne variant! Het maken van dit probleem heeft veel hoofdbrekens gekost. De cijferat- leten hadden daarvoor maar gedeelte lijk begrip en waardering. Het gemid delde waarderingscijfer was deson danks 8.34: verkregen uit: 5 (4,0%), 6 (6,1%), 7 (14,2%), 8 (22,4%), 9 (34,4%), 10 (18,8%). De top van de ladder staat boven 175 punten met als prijswinnaars: 1) E. W. van der Burgh, Rozenhof 82, Epe (voor de derde maal); 2) drs. W. Klein, Kranenberg, Krophollerstraat 5, Son (voor de zesde keer); 3) A. Koene, Gestelsestraat 107, Eindhoven (voor de derde maal); 4) G. J. Manen- schijn, Isaac da Costalaan 71, Delft (voor de eerste keer). mr. G. van Vorden Omdat er de laatste tijd niet veel materiaal voor handen is wilde ik u een korte partij voorschotelen uit ray on-west (Zuid-Holland). Ik hoop bin nenkort partijen uit het sterk bezette toernooi in Huissen in mijn bezit te hebben. Aan dit toernooi nemen o.a. deel Jan de Ruiter, Frans Hermelink en Drs. Evert Bronstring, en deze namen staan vast en zeker borg voor een aantal interessante partijen. Onderstaande partij is van een min der hoog gehalte als die van de vorige week. We zien hier Fred Ivens in een minder sterke rol, die sterk afsteekt bij de partij uit mijn vorige rubriek. Hij wordt hier overtroefd door de presentator van de Teleac- cursus, drs. Ed Holstvoogd. Na een bizarre opening ontstaat een middenspel waarin Ivens het gevaar niet zo goed aanvoelt en reeds na zo'n twintig zetten erg slecht staat om vervolgens na een blunder vrij snel te verliezen. Een voor een speler van zijn formaat zwakke prestatie, maar we zullen maar aannemen dat iedere speler zijn ups en downs kent Wit: E. Holstvoogd; - zwart: F. Ivens. 1. 33-29. Deze openingszet is met 1. 32-28 de laatste jaren zeer populair. 1. 18-22. Dit antwoord speelde ikzelf enige jaren geleden met grote voorliefde hoewel ik in de Halve Finales van 1971 reeds na drie zetten een schijf verloor tegen P. Bergsma na 2. 31-26 16-21 3. 36-31 19-24? 4. 31- 27! en zwart verliest altijd een schijf: Overal is dit korte partijtje gepubli ceerd onder de kop 'blunderrecord'. Deze blunder kan ik wel verklaren. Ik had thuis deze opening voorbereid en rekening gehouden met o.a. 4. 38-33 waarop ik had laten volgen 4. 21- 27 5. 32-21 22-28 6. 33x22 24x33 7. 39x28 11-16 8. 22x11 16x36 met goed spel voor zwart. Ik had mij zo op deze variant vastgeprikt dat de eenvoudige weerlegging gewoon niet bij mij opge komen was, maar terug naar de par tij. 2. 31-26 22-27 3. 32x21 16x27. Deze zet (3. 22-27) wordt ook graag ge speeld door ex-wereldkampioen Tsje- golew. 4. 37-32 11-16 5. 32x21 16x27 6. 41-37 6- 11 7. 38-33. Mijn voorkeur gaat uit naar 7 39-33, want na de tekstzet is de witte korte vleugel wel wat te zwaar bezet 7. 17-22 8. 37-32 27x38 9. 43x32 13- 18 10. 36-31 9-13 11. 31-27. Wit organi seert nu de perfecte verdediging van zijn lange vleugel. 1122x31 12. 26x37 19-23 13. 35-30 11-17. Sterker lijkt mij 13. 14-19 om wit te dwingen een beslissing te nemen en zelf de controle over de lange vleugel te houden. 14. 46-41 4-9 15. 30-25 17-22 Nu was 15. 14-19 16. 25x14 9x20 nog steeds sterker! 16. 32-28 natuurlijk 16. 23x32 17. 37x17 12x21 18. 42-38 18-22. Hier zoekt zwart moeilijkheden. Beter is 18. 20-24 19. 40-35 7-12 20. 45-40 1-7 21. 41-37 13- 18 22. 48-42 De witte verdediging zit goed in el kaar in tegenstelling tot de zwarte. Het ziet er niet naar uit dat het blok 20, 15, 14, 10, 5, nog actief aan de strijd kan deelnemen, maar zolang hoeven we niet meer te wachten, want een (begrijpelijke) blunder van zwart verhaast het einde. 22. 7-11 23. 35-30 B K R I H 0 iü H s i G i m D B iï 12 I IS IK SBB «■«na G E 13 3 LJ 0 Q 0 O 0 H S3 m IS 1:1 0 0 Zwart denkt nu te kunnen ontsnap pen door: 23. 20-24 maar komt nu na 24. 29x20! 15x35 25. 34-30 35x24 26. 33-29 24x33 27. 39x6 van de regen in de drup en kan na enkele zetten opgeven. Na dit korte partijtje dat door geen van beide vlekkeloos gespeeld is wilde ik weer eens een probleempje voor de 'huisdammer' plaatsen. Het is niet moeilijk omdat de mogelijkhe den beperkt zijn. Ook het eind, een dubbele oppositie, is niet zoals het hoort te zijn, maar ja, ik ben in het maken van problemen nu eenmaal een beginneling en zal dat ook wel blijven. De oplossing van deze opgave van eigen hand wordt volgende .week gepubliceerd evenals de naam van de winnaar van het boekje van R. C. Keiler n.a.v. de laatste wedstrijd. 13 13 O 0 s i a i i a m m m .E E E O IE i i' 0 ifè i'k-j f*i LI O S3 m m a p 0 iS 1 Q O E! is o m m m Horizontaal: 1. inkeping, 4 bemoedi ging, 7 leger, 9 wending, 10 water in Limburg, 12 kraam, 13 elk. 14 vogel- verblijf, 15 vlaskam, 18 baan voor balspel, 20 plant, 23 ongeval aan autr, 25 prijslijst, 26 bijbels figuur, 27 tor, 29 erwtesoep, 31 vod, 32 toroep, 37 koemestvocht, 39 vorderen, 40 ladder, 41 voederbak. 42 deel van een fornuis. 43 slot, 44 bedehuis, 45 verdriet. Verticaal: 1 uitbarstingsmond van een vulkaan. 2 gezicht, 3 slappe koffie. 4 kleur. 5 voorteken, 6 soort duif. 8 nieuwerwets, 9 welgevormd, 11 kier. 16 plaats in N. Br., 17 dwaling, 18 meubel, 19 niet dezelfde, 21 keur, 22 ontzag, 23 kleverige stof. 24 lof. 28 nasporen, 29 heeft een dier, 30 ver harde huid, 33 deel van de dag. 34 vroeger, 35 platte steen, 36 riviervis. 38 schop, 40 grondsoort Oplossingen t.m. woensdag a.s. per briefkaart zenden aan: Trouw/Kwar tet postbus 859, Amsterdam. Linksbo ven vermelden: Weekendpuzzel. OPLOSSING VAN VORIGE WEEK Horizontaal: 1 park, 5 leren, 9 riet, 12 raap, 14 las. 15 gocr, 17 karn, 19 teen. 21 os, 23 permanent, 26 kr, 27 ros, 28 ara, 29 mee, 30 ed, 31 aker, 33 rats, 36 Ee, 37 Saar, 39 netel, 41 tank, 43 nest. 44 Enos, 45 peen, 47 elite, 50 meel. 53 Og, 54 Aare, 56 aria, 58 V.E., 59 rem, 60 non, 62 eed, 63 i.l., 64 salangaan. 68 re. 69 lama. 70 slei, 72 Peri, 73 mes, 75 aera, 77 meta. 78 malie. 79 raak. Verticaal: 2 ar, 3 rak. 4 kaap, 6 el, 7 radar, 8 es, 9 roet 10 ion, 11 er, 13 preek, 15 genet, 16 mores, 18 nr. 19, te, 20 kreek, 22 soda, 24 mare, 25 nare, 26 keen. 31 arena, 32 enter, 34 aleer, 35 stoma, 38 Ane, 40 tui, 42 Ase, 45 porie, 46 egel, 48 Lena, 49 tang, 51 ever, 52 leder, 55 agami, 57 itala. 61 onkel, 64 Sara, 65 la, 66 as, 67 Neer, 69 Let 71 Ira, 72 p.e.. 73 ma. 74 si. 76 Aa. Prijswinnaars zijn: J. W. V. Labrand, Willemsparkweg 118 II, Amsterdam; Joh. A. Zwarts, Gradaland 63, Den Haag; L. Gravestein, Pr. Marijkestr. 31. Welke wilde planten zijn geschikt voor een tuin, hoe kom je eraan en hoe krijgt je variatie in de bloeitijden, zodat je lang van bloemen kunt ge nieten? En vooral: hoe kun je de soorten her kennen? Het zijn een aantal vragen die regel matig op me worden afgevuurd door lezers die graag oorspronkelijke Ne derlandse wilde planten in hun tuin willen hebben. Het eerste is tevens het moeilijkst te beantwoorden pro bleem. Welke soorten geschikt zijn hangt immers voor een groot deel af van de aard van de tuin: de ligging ten opzichte van de zon, de grond soort, het grondwaterpeil. Planten die in de natuur onder soortgelijke omstandigheden leven als in de te beplanten tuin, zullen het daar al licht ook best doen, maar er zijn genoeg andere die er kunnen groei en of waarvoor de grond zonder al te veel moeite geschikt te maken is. Dit vereist toch wel wat botanisch en plantensociologisoh inzicht van de tuinman. Een ongewisse factor is het gedrag van een plant die is overgebracht uit natuurlijke naar tuinomstandigheden. Hij kan zich .'AU 'U' "M's >2 door henk van halm daar als een lastig onkruid ontpop pen die andere soorten naar het leven staat, wat vaak niet te zien is op de natuurlijke groeiplaats. Maar in het algemeen kun je wel zeggen dat een plant die in de natuur de aandacht vraagt en door zijn schoon heid een plaats in de tuin waard lijkt, de moeite loont uitgezaaid te worden. Wild tuinieren is vooral een kwestie van in de praktijk opgedane erva ring. Die begint met weten welke plant je voor je hebt Later ga je je vanzelf verdiepen in de eisen die zo'n plant aan zijn omgeving stelt en met welke andere soorten hij van nature samen voorkomt Die kennis moet je in het vrije veld opdoen. Daarna kun je wild gaan tuinieren om te ontdekken dat je nog niet zoveel weet, want je kunt nu het gedrag van de plant in je eigen tuin observeren, waar je ontwikkelingen van een bepaalde plant van dag tot dag kimt volgen en eventueel opte kenen. 'Klassieke' flora's Iedereen kan onze inheemse flora leren kennen aan de hand van een of meer goede flora's. De klassieke zijn de 'Geïllustreerde schoolflora van Nederland' door H. Heukels en S. J. van Ooststroom en de 'Geïllus treerde flora van Nederland' van E. Heimans, H. W. Heinsius en Jac. P. Thijsse. De laatste is gemakkelijker te hanteren dan de Heukels, maar het bezwaar blijft dat beginners die niet direct weten tot we\ke familie en welk geslacht de gedochte plant behoort, langdurig moeten determi neren voor ze aan de naam toe gekomen zijn. Zo vergaat bij de meesten het plezier en de voldoe ning een plant op naam gebracht te hebben. Vandaar dat er steeds meer 'beeldflora's 'verschijnen, waarin de planten in kleur zijn afgebeeld, wat een snellere herkenning mogelijk maakt. Bekende zijn de 'Nieuwe flo ra in kleur' van Skytte Christiansen en de 'Plantengids' van Björn Ur- sing, allebei van origine Scandina visch en dus niet volledig voor ons land, maar zeer bruikbaar. Een nieuwere is de 'Plantengids voor Europa', een beknopte uitgave van de lijvige flora 'Bloemen en planten van Europa', een beknopte uitgave van de lijvige flora 'Bloe men en planten van Europa' van Oleg Polunin en geschikter om in de reisbagage mee te nemen. On danks het handzamer formaat bevat dit boek alle kleurenfoto's die het grote werk illustreren en dat zijn er meer dan duizend. Die foto's zijn van zo'n kwaliteit dat ze een grote steun kunnen zijn bij het determi neren, wat wel nodig is, want de teksten zijn wel erg vereenvoudigd en bekort. De naam vind je aan de hand van een sneldetermineers- ysteem met een indeling naar de bloemkleur en handige symbolen die veel tekst vervangen. Daardoor is deze gids praktischer voor de leek dan de grote Polunin, die echter veel wetenschappelijker is en waarin de standplaatsen duidelijker staan aangegeven. Het grote prijsverschil is ook erg aantrekkelijk: de grote flora kost 72,50, de kleine 28,50. Wat je wel moet weten, is dat deze gids geen garantie biedt dat elke plant binnen Europa ermee te deter mineren is. Meestal staan enkele van de meest karakteristieke soorten van een geslacht erin, die in grote delen van Europa wild voorkomen. Omdat er geen Nederlandstalige flo ra's voor het buitenland zijn, op een enkele ook niet volledige alpenflora na, is het boek toch zeker een belangrijke hulp op reis. In zakformaat Een nieuwe druk ln zakformaat is ook verschenen van 'Thieme's flora in kleuren', een oorspronkelijk En gelse flora ('The Concise British De haagwinde, mooi maar verraderlijk; eenmaal in een tuin ge vestigd is hij onuitroeibaar en overwoekert vaste planten, heesters en zelfs bomen. Flora in Colour'), waar de predikant W. Keble Martin meer dan zestig jaren van zijn leven wijdde. Hij verzamelde, tekende en schilderde alle planten die hij in het Engelse landschap tegenkwam: 1486 soorten, behalve grassen en coniferen alle in kleur. Per pagina zijn ongeveer tien planten afgebeeld, familie bij fami lie, en kort beschreven (uiterlijk voor zover niet op de tekening naar voren komend, vindplaats, voorko men in ons land, bloeitijd). Niet altijd is aangegeven of de plant eenjarig of overblijvend is, in pollen groeit of zich kruipend uitbreidt, zaken die juist voor de tuinier van belang zijn, maar voor hem is een flora niet geschreven. Er staat wel een aanmerkelijk aantal Engelse soorten in die hier niet te vinden zijn, terwijl in Nederland algemene 6oms ontbreken het mankement van alle buitenlandse flora's. Om de gewoonste wilde planten te leren kennen, de soorten die bijna overal langs wegen en dijken, op braakliggende landjes, als onkruid op akkers en in moestuinen, in weiden en langs sloten voorkomen, zijn er een paar boeken die ik van harte kan aanbevelen. Daar is alle reerst de 'Jeugdflora' van Cath. en Aart van Breda, bedoeld om kinde ren in onze plantenwereld wegwijs te maken. Maar ik ken volwassenen genoeg die het als aanloop voor hun toekomstige plantenkennis gebrui ken en er enthousiast over zijn. Pas verschenen als Fleur-uitgave is '100 wilde - planten' van Henk Glas, het eerste boekje uit een nieuwe serie die Fleuriade zal gaan heten en waarin diverse onderwerpen uit on ze wilde fl&ra aan de orde zullen komen, zoals de uitgever Amsterdam Boek blijde meedeelt. Er is veel plaats ingeruimd voor een aardige tekst met bijzonderheden die buiten het direct botanische vallen, zoals gebruik in geneeskunde en keuken, rol in het volksgeloof enzovoort. De tekeningen zijn wat erg klein en niet altijd natuurgetrouw van kleur. Plantengids voor Europa, door Oleg Polunin. Zakuitgave met 1088 kleu renfoto's, 336 blz. Uitg. Zomer Keuning, Wageningen. Prijs 28,50 Thieme's flora in kleuren, door W. Keble Martin. Zakuitgave met 1486 kleurentekeningen, 336 blz. Uitg. W. J. Thiemc, Zutphen. Prijs 17,50 100 wilde planten, door Henk Glas. Fleur-uitgave, 112 blz. Uitg. Amster dam Boek, Amsterdam. Prijs 9,95. Wit speelt en wint FRANK DROST Brieven die niet voorden xljn van naam en adres kunnen niet in behan deling worden genomen. Geheimhou ding is verzekerd. Vragen die niet on derling met elkaar in verband staan moeten ln afzonderlijke brieven wor den gesteld. Per brief dient een gul den aan postzegels te worden ingeslo ten. Adres: Uw probleem ook het on ze, postbus 507, Voorburg. Klacht van een lezer, die na jaren tot de ontdekking kwam, dat het hele verhaal dat met kleine lettertjes ach terop z'n polis stond, een onprettige aanvulling is van dat wat in zeer aanlokkelijke termen op de voorzijde was te lezen, uiteraard met grote letters. Is dat dan geen misleiding? Antwoord: Die kleine lettertjes zijn voor velen een onaangename ervaring geweest. Echter wordt en werd steeds uitdrukkelijk gewaarschuwd: men wordt gehouden de inhoud van een polis te kennen, voor men de aan vraag ondertekent. Als het niet klopt, direct en niet na jaren protesteren. Vraag: Enige tijd geleden (28-6-74) stond in Trouw een artikeltje over ontwikkelingshulp o.a. aan India. Aan de mededeling: India krijgt een extra bijdrage van 20 pet heb ik niets als ik niet weet hoeveel India eerst had. Antwoord: Men kan in één artikel niet alles in de krant zetten: In 1973 ontving India 68.000.000, in 1974 82.000.000. Vraag: Wie was Theophile de Bock, en heeft een schilderstuk van hem veel waarde? Antwoord: Theophile Achille de Bock (1851-1904) was oorspronkelijk ambte naar bij de Hollandsche Spoorweg maatschappij, maar werd daar ontsla gen wegens zijn liefde voor het schil deren. Hij was o.a. leerling van J. H. Weissenbruch, werkte te Den Haag en Delft, woonde te Diepenveen en Ren- kum. Het liefst schilderde hij boom rijke landschappen. In vele musea is werk van hem te bewonderen. Een schilderij van De Bock zal ongetwij feld waardevol zijn. Wij verwijzen u echter naar een goed taxateur. Vraag: Onderhoud van houten eetge rei, dat er schimmelig uitziet. Antwoord: Goed schoonmaken, goed laten drogen, heel glad schuren en behandelen met olie. Na gebruik met keukentissues schoonvegen. Als de voorwerpen gewassen zijn in warm water, oliebehandeUng herhalen. Voor een gladgeschuurd houten tafelblad geldt hetzelfde. Men kan dit ook met vernis behandelen, maar mooi blijft zoiets nooit lang, als er een warm bord of een theepot op gezet wordt. Vraag: Een onzer lezers, bezig met een genealogisch onderzoek, vond de vermelding van het huwelijk van een voorvader met een meisje van 12 jaar. Dat gebeurde omstreeks 1850. Was dat wetsontduiking of kwam zoiets meer voor? Antwoord: Volgens het Oude Romein se recht was een meisje huwbaar (meestal op twaalfjarige leeftijd) als de kinderjaren definitief waren beëin digd. Hoewel het niet gebruikelijk was dat meisjes beneden de 15 jaar in het huwelijk traden. (Vooral op het platteland gebeurde dat dikwijls), was met toestemming van de koning een huwelijk, als door u geconstateerd, toegestaan. De sterfte onder de jonge vrouwen in het kraambed was zeer groot en ook van de vele baby's werd slechts een klein gedeelte volwassen. Vraag: In een wasbak ontdekker wij steeds meer haarscheurtjes. Ook is een echt scheurtje, dat ook aan de andere kant te zien is, aanwezig. Antwoord: Als men een porceleinen wasbak te vast aanschroeft, of als men er heet water in giet, is het goed mogelijk dat er een scheurtje of barstje ontstaat Haarscheurtjes ont staan ook hierdoor. Zolang er geen lekkage is, kan het weinig kwaad. Aan de onderkant van de bak zou u in zichtbare barstjes wat stofverf (dat staat lelijk) of alabastine kunnen smeren. Vraag: Kan iemand een onderwijzeres helpen aan de tekst van de liedjes Nederlandse Volksdansen 'Vrij en Blij' o.Ijv. Wessel Dekker Stereo 6428' 080 Fontane Vraag: Waar komt de term 'Boter briefje halen', bij het burgerlijk hu welijk vandaan? Antwoord: Het is oorspronkelijk een benaming van aflaten (butyricae) waarbij het zuivelgebruik in de vas ten wordt toegestaan. Het woord werd later gebruikt voor officiële medede lingen, waarvoor men weinig respect had: rekeningen, belastingpapieren enz. In N.O.E. gebruikte men het woord voor een brief, waarin de gea dresseerde aangeraden werd op eigen initiatief naar een andere betrekking om te zien. De associatie van de oorspronkelijke benaming met 'trou- wacte' hoeft o.i. geen nadere uitleg. De belangstelling voor het meester- toernooi raakt naast het grootmeester- toernooi meestal wat in de schaduw. De laatste ronde van de meesters was echter bijzonder spannend. Dat de jonge Russische meester Makarichew zou winnen, stond vrijwel vast, maar in welke volgorde de vijf volgende prijzen behaald zouden wordén was nog een volledig vraagteken. De merk waardigste partij uit de laatste ronde was vcor ons aanleiding voor een gesprek met de Belgische meester Jos Boey, die deze partij van de Argentijn Debarnot won, en daardoor samen met Hans Böhm op de tweede plaats eindigde. De Antwerpenaar Boey (40) werd Belgisch kampioen, toen hij 25 jaar was. Op zijn achttiende jaar was hij hoofdklassespeler. Hij won het kampi oenschap vijfmaal, maar had de laat ste jaren geen gelegenheid meer om mee te doen. In Nice speelde hij echter aan het eerste bord van het Belgische team. Hij won zes partijen, maakte er zes remise en verloor er vier. Een score van 56 pd (België plaatste zich in de tweede van de zes finalegroepen). 'Aan hoeveel Olympiades hebt u deel genomen?' 'Dat waren er zeven. Op de laatste vier speelde ik aan het eerste bord. In Skopje en Siegen behaalde ik de meestertitel.' De enige Belgische grootmeester O'- Kelly speelt sinds-1959 niet meer in Belgische wedstrijden. Hij is lid van de club in Solingen. In het toernooi om het Belgisch kampioenschap, 1959, eindigden O'Kelly en Boey samen op de eerste plaats met zeven punten uit negen partijen. Een beslissende match, die met drie remisepartijen begon, kon wegens vertrek van O' Kelly niet uitgespeeld worden. 'Sinds 1966 (Zonetoernooi Den Haag) hebt u niet meer in Nederland ge speeld. Hoe komt het, dat u zo weinig aan buitenlandse toernooien deel neemt?' 'Eens in de twee jaar een Olympiade kost mij al vier weken. Mijn werk ik ben scheikundige op een pharma- ceutisch laboratorium in Turnhout eist mij geheel op. Ook tegenover mijn gezin geef ik daarom de voor keur aan correspondentieschaak. Dat kost mij gemiddeld een uur per dag.' 'Het is merkwaardig, dat het sterk schakende Nederland practisch geen rol speelt in het internationale brief- schaken. Hoe bent u er eigenlijk toe gekomen?' 'In Belgische correspondentiewedstrij den had ik nogal succes. Toen heb ik het geprobeerd in het Europees kam pioenschap, waarbij ik tweemaal op de tweede plaats pindigde. Op grond daarvan werd ik in Nice internatio naal meester-briefschaken. En nu doe ik sinds 1972 mee aan het wereldkam pioenschap. Dat is een langdurige ge-, schiedenis, want die wedstrijd zal nog wei tot eimd 1975 duren.' 'Hoe zijn uw kansen?' 'Op 't ogenblik sta ik op kop, met de Rus Estrin. We hebben beiden 8 y2 punt uit elf partijen in de finale.- Totaal spelen we zestien partijen, zo dat er nog weinig van te voorspellen valt. Van mijn laatste vijf partijen zal ik er in elk geval een verliezen. Verder hoop ik er drie te winnen en één remise te maken. De Engelsman Richardson (vijf uit zes) en de Rus Judovic staan trouwens ook goed. Ik vermoed, dat de eerste vier plaatsen door ons bezet zullen worden. De eerste drie worden FIDE-grootmees- ter-briefschaken.' 'Kernen briefsohakers ook wel in tijd nood?' 'Ja zeker. Als we ons niet aan de tijd houden, is de partij verloren. We hebben dertig dagen voor tien zetten, met een maximum van twaalf dagen voor één zet.' 'Bent u wel eens van plan geweest professional te worden?' 'Nee, en ik zal het nooit worden ook.' 'Zijn er in België profs?' 'Ja. Maar weinig. O'Kelly is het. Ook Bernard de Bruycker (33), die in Nice als vijfde van ons team een opmerkelijk goed resultaat boekte. De internationale meester Dunkelblum (66) kun je geen prof noemen. Hij speelt weinig meer.' 'Bent u tevreden met uw tweede plaats in het IBM-meestertoernooi (6'/2 uit 11)?' 'Ja. Dat is mij meegevallen. Als brief schaker ben je gewend zéér lang over een zet na te denken. Vandaar, dat ik in een toernooipartij meestal in tijd nood kom. Maar bet blijkt, dat ik toch in partijschaak niet erg achter uitgegaan ben'. 'Wat waren hier uw beste partijen?' 'Ik heb veel plezier van mijn partij tegen de Hongaar Dely. Na vijftien zetten moest hij opgeven, in een ho peloze stelling, omdat hij een pion minder had. Zijn overige pionnen stonden ongunstig geïsoleerd, en hij kon niet meer rokeren. Als u de partij publiceert, is het interessant erbij te vermelden, dat mijn achtste zet (Pd7 in plaats van het theoreti sche Dxdl) ongebruikelijk is. Ik heb die variant een jaar geleden eens uitgedokterd en heb er af en toe succes mee. Maar mijn merkwaardigste partij was die tegen de hardnekkige Argentijn Debarnot We kregen vijfmaal dezelf- Door een communicatiestoring bereikte ons deze week de ru briek niet van onze vaste schaakmedewerker Ludek Pach- man. In plaats daarvan een arti kel van de heer J. ten Have, die de bijdragen van Pachman voor onze krant vertaalt. de stand op het bord. Zoals bekend, was driemaal voldoende voor remise, maar we claimden dat geen van bei den. Debarnot niet, omdat hij H tout prix in de laatste ronde een meester- resultaat wilde halen. Maar hij kon niet afwijken van de herhaling van zetten, omdat hij anders zijn dame zcu verliezen. Hij hoopte, dat ik zou willen verder spelen, omdat ik iets beter stond. Hij wilde dus winnen of verliezen. Ik twijfelde na de vijf keer 'herhaling van zetten' nog over remi se, omdat ik dan de tijdnood zou vermijden. Ik had nog twintig minu ten voor twintig zetten en Debarnot had tweemaal zoveel tijd. Toen ik zijn achtergrond begreep, speelde ik door, omdat de strijd en een hogere prijs mij wel toelokten. Voor de laatste elf zetten had ik nog vijf minuten, en hij drie. Op dat moment zag Debarnot een combinatie over het hoofd. Ik won een loper tegen een pion. Hij vecht nog 28 zetten tevergeefs door.' We laten enkele van de besproken partijen volgen: DELY-BOEY 1. Pf3 Pc6 2. d4 d5 3. c4 Lg4 4. cd5: Lf3: 5. dc6: Lc6: 6. Pc3 Pf6 7. f3 e5 8. de5: Pd7 (Meestal wordit hier Dxdlt gespeeld). 9. Dd4 Lc5 10. Dg4 Pe5: 11. Df5 Dh4t 12. g3 Dd4 13. e3 Pf3:t 14. Df3: Dc3:t 15. bc3: Lf3:. Wit geeft op. BOEY—DEBARNOT 1. e4 e6 2. d4 d5 3. Pd2 c5 4. ed5: Dd5: 5. Pgf3 cd4: 6. Lc4 Dh5 7. 0-0 •Pf6 8. Pb3 Le7 9. Tel Pc6 10. Le2 Dd5 11. Pfd4: Ld7? (Pd4: 12. Pd4: e5 13. Pb5 was iets beter voor zwart, hoewel wit het voordeel van de pion- nenmeerderheid op de damevleugel behoudt.) 12. Lf3 Dc4 13. Lf4 0-0 14. c3 Tfd8 15. Le2 Dd5 (Nu volgt de herhaling van zetten.) 16. Lf3 Dc4 17. Le2 Dd5 18. Lf3 Dc4 19. Le2 Dd5 20. Lf3 Dc4 21. Le2 Dd5. (Wit heeft nog 20 minuten voor 19 zetten. Zwart 40 minuten. Wit laat de remise-gedachte varen.) 22. Lc7 Tdc8 23. c4 Dg5 24. Pf3 Dh6 25. Ld6 Ld6: 26. Dd6: Le8 27. Tadl b6 28. Pfd4 Td8 (Eerst Pe4! was beter. De dame had dan naar a3 moeten wijken.) 29. Dg3 Tac8? (De beslissende fout) 30. Pc6: Lc6: (Tdl mag niet genomen worden wegens Pe7t. Kf8 brengt dan geen redding, want na 32. Tdl: kan de koning het paard op e7 niet nemen wegens Dd6 mat.) 31. Td8:t Td8: 32. Dc7 Tf8 33. Dc6:. Zwart speelde het verloren eind spel door, maar capituleerde op de 57e zet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 14