GEEF MIJ JAN ZWART MAAR
Vaderland en ruimteschip aarde
a
K
Vandaag
Conferentie,
Trouw
Kwartet
TROUIW/KWAWTET ZATERDAG 20 Jl'LI 1974
door A. J. Klei
Er zit de laatste tijd veel gewijde muziek in de lucht.
De EO is in dit opzicht erg vrijgevig en de NCRV
doet er daarom ook een schepje bovenop. Urker
vissers en Veluwse zangers staan zich, gerugge-
steund door een organist die niet op een registertje
kijkt, te verdringen voor de microfoon.
Da NCRV zegt, wanneer dergelijke
klanken voor haar rekening komen,
er meestal bij dat deze gewijde mu
ziek "veelgevraagd' is. Met andere
woorden: wij kunnen er echt niks aan
doen, maar onze afnemers zeuren hier
om. Voor het betere gewijde werk
heeft de NCRV ernstige musicologen
in huis. Als die aan de gang gaan
komen vocale ensembles in de plaats
van gewone koren en vervangen spit
se orgelstemmetjes de dreunende ak
koorden.
Bij de EO passen ze, geloof ik, deze
verfijningen niet toe, ze zijn in elk
geval minder preuts. Maar voor beide
omroepverenigingen geldt blijkbaar,
dat het geluid van een orgel sowieso
'gewijd' is. Nu kan ik me voorstellen
dat je een ordenteliijke psalminlei
ding 'gewijd' wilt noemen, maar waar
om zo'n vliegensvlugge toccata, die
Parijse organisten in de vorige eeuw
uit hun mouw schudden méér 'gewijd'
zou zijn dan een snel deel uit welke
symphonie van welke componist ook,
ontgaat me ten enenmale.
Je moet oppassen met dat woordje
'gewijd'. In het populair-stichtelijke
genre valt er regelmatig orgelmuziek
van Nederlandse komaf te beluisteren.
Daar zitten liedbewerkingen en ko
raalvoorspelen tussen die zulk melig
maakwerk zijn dat ze naar mijn stelli
ge overtuiging in de eerste plaats
'gewijd' zijn aan de portemomvaie
van de handige vervaardigers ervan.
Wanneer ik deze dingen hoor, die
vadsig een platgetreden pad bewande
len, verzucht ik wel eens: geef mij
Jan Zwart maar.
Be vind aanleiding deze verzuchting
publiek te maken, nu Fontana oude
opnamen van Feike Asma met orgel
werken van Jan Zwart op het orgel
van de Oude Kerk bij elkaar geharkt
en op twee langspeelplaten gezet
heeft (bij elkaar in één album, met
als enigszins uitbundige titel; 'Feike
Asma speelt de beroemde orgelwerken
van Jan Zwarf prijs 22 gulden.)
Deze opnamen zijn zo'n twintig jaar
oud, ze dateren in elk geval uit de
tijd, dat we zaterdagsavonds in lange
rijen stonden opgesteld voor de in
gang van de Oude Kerk. Voetje voor
voetje schuifelde je vooruit en om je
heen bloeiden gesprekken op, waarin
reputaties van befaamde organisten
met groot gemak gebroken werden.
Goed beschouwd deugde niemand, be
halve natuurlijk die éne, wiens spel
ons wachtte: Feike Asma.
De lofverheffingen kregen een gefluis
terd vervolg in de kerk, wanneer je
innig tevreden het programma be
keek: niks geen gedoe van saaie fu
ga's, maar een toccata zus en een
cantabile zo, een fantasie op dit lied
en een parafrase over dat gezang. We
wisselden anecdotes uit over musici
van naam die nog geen hond op de
been kregen,en moet je nou es
zien, 't is weer stampvol! Ssstt, 't
begint.
Je zei niet: hij begint, maar: hèl
begint. Onze muzikale geneugten
speelden zich namelijk in de schemer
af, want vóórdat de heer Asma een
vinger op de toetsen zette, werd het
licht uitgedraaid en bleven alleen de
op het pralende orgel gerichte schijn
werpers branden. Op die manier
kreeg het geheel iets van een voor
stelling. 'Het' begon.
Deze regie hadden we te danken aan
impressario Cor Stier, die in deze
periode zijn gloriedagen beleefde. In
nachtelijke uren ging hij de stad in
met een stapel affiches en geen aan
plakzuil, schutting of muur was veilig
voor hem. De Amsterdammers die de
volgende ochtend naar hun werk gin
gen. werd op nagenoeg elke straat
hoek ingeprent: dan en dan speelt
Feike Asma in de Oude Kerk. In de
directe omgeving van het Centraal
Station en bij de invalswegen van de
stad was Cor Stier extra gul met zijn
aanplakbiljetten en aan iedere toerist
die Amsterdam binnenkwam, verkon
digde fikse letters de lof van Feike
Asma en het OudekeiteorgeJ. En ge
hoorzaam zetten ze koers naar de
Oudezijds Voorburgwal. Achteraan
aansluiten, please.
De laatste tijd lijkt de aardigheid van
de orgelconcerten er een beetje af te
zijn. Vorige week woensdagavond
stapte ik de Domdnicuskerk binnen
(aan het begin van de Spuistraat, vlak
bij het Centraal Station). Daar speelde
Thijs Kramer werken van Widor en
Guilmant, dus niemand kon beweren
dat je met stevige fuga's om de oren
werd geslagen. Toch was er maar een
handjevol luisteraars.
Dat het - op de vrijdagavonden - niet
zo hard loopt naar de Oude Kerk is
in zoverre wel te begrijpen omdat
daar het wereldberoemde (het woord
is van de affiches van de heer Stier)
grote orgel nog zwijgt (al moet je het
zgn. kleine orgel niet wegvlakken).
Maar dn de Dominicuskerk staat een
flink en goed geconserveerd orgel van
Adema en bovendien ds het interieur
van deze zeer opmerkelijke, in 1884
door Cuypens gebouwde neo-gothische
kerk nogal meeslepend met zijn hou
ten zoldering en brede schip, waarin
traag liciht valt door prachtige reek
sen ramen. En je zit hier net zo
lekker in het donker te luisteren als
in de Oude Kerk. Aanbevolen dus
voor stadgenoot en vreemdeling.
Maar nu dan die platen van Feike
Asma met muziek van Jan Zwart.
Hier zijn de 'bestsellers' bijeen: tocca
ta over psalm 146, canonisch voorspel
voor psalm 84, en postludium en fuga
over psalm 72 vers 11, bewerkingen
van Een vaste burg en Achter Hem
aan, uitgebreid voorspel Alle Roem. -
en ga maar door.
Meestal opende Asma zijn concerten
in de Oude Kerk met een of twee van
de werken van zijn leermeester en
daarmee handelde hij in diens geest.
Je moet de mensen die zó van buiten
komen niet meteen overvallen met
een groot meesterweek uit de orgelli
teratuur. Je moet ze daarop voorbe
reiden door een bewerking van een
bekend gezang, dan raken ze ver
trouwd met de klanken en mogelijk
heden van het orgeL Zó redeneerde
Jan Zwart, naar zijn oudste zoon mij
eens vertelde.
Jan Zwart is wel eens een profeet op
de orgelbank genoemd. Ik weet niet
goed wat ik met die pompeuze aan
duiding aan moet, ik zou hem liever
een d:enaar op de orgelbank noemen.
Hij wilde met zijn eigen orgelwerken JanZwart (1877-1937).
dienen, de mensen bij de hand nemen 1
en ze via een recht tot het hart
sprekende liedbewenking de glorie
van het orgel en de orgelkunst doen
kernen - en wie zal de muziekmin
naars tellen die dank zij Jan Zwarts
innze
BLOED AAN
DE DEURPOSTEN
SBl
1 ei
werk tot liefde voor en benul van de
muziek gekomen zijn?
Als je naar deze opnamen luistert,
onbevangen en onbevooroordeeld
v*
In lange rijen stonden we voor de ingang van de Oude Kerk in Amsterdam te wachten als Feike Asma
daar een concert zou geven.
word je gepakt door Zwarts muziek,
die vurig of ingetogen, krachtig of
liefelijk, en bovenal: echt en oprecht
is en daardoor overtuigend. Feike As
ma pept deze bewerkingen en parafra
ses soms op, maar dat hindert niet, ze
kunnen het hebben en hier en daar
vragen ze er ook om, wat opgepoetst
te worden. En dat kan dan niet beter
dan met de magnifieke klank van het
Oudekenksorgel.
In 1957, twintig jaar na zijn dood,
verscheen een nogal rommelig ge
denkboek over Jan Zwart. Over drie
jaar is het veertig jaar geleden dat
Jan Zwart stierf en het zou niet gek
zijn wanneer er dan een goeie studie
zou verschijnen over deze bijzondere
man, deze onvermoeide orgelpopulari-
sator, die een breed opgezet bode over
SweeHinck begon, die links en rechts
schreef en debatteerde, die in de
clinch lag met professor Van der
Leeuw en dominee Hasper, die een
jonge Jo Vincent begeleidde en die
onverdroten hamerde op het goed recht
van de Nederlandse orgelkunst, maar
dan moest het wel authentieke orgel
kunst zijn*
Dit laatste brengt mij er op dat
helaas op deze platen Zwarts sombere
muziek over psalm 103 vers 8 (Gelijk
het gras is ons kortstondig leven')
ontbreekt. Want dit werk (stevig leu
nend op-maar geen copy van Franse
neo-romantiek) componeerde hij om
een eind te maken aan het ten gehore
brengen van bewerkingen-voor-orgel
van de treurmars van Chopin bij
plechtige, droeve gelegenheden.
Het kan inmiddels duidelijk zijn dat
ik wel in mijn schik ben met deze
platen, al houd ik m'n oude mono
met psalm 103 er op, in ere. Nog één
ding. Aan het begin van dit verhaal
m'isprijs ik bepaalde werkjes uit de
populaire 'gewijde' hoek. De eerlijk
heid gelbiedt me te zeggen dat ook
werken van hoger mikkende heden
daagse organisten vanwege hun angst
valligheid me wel eens doen verzuch
ten: geef mij Jan Zwart maar!
door dr. C. Rijnsdorp
Twee boekjes uit een verechillenide boek van christelijk geloof, soms diametraal verschillend, soms
in bepaalde uitspraken van een treffende overeenkomst. Ik bedoel Karikatuur van de tijdgeest
door prof. dr. H. A. Oberman (uitg. Kok, Kampen, 95 blz., ƒ8.90) en Als God roept... door
ir. J. van der Graaf (zelfde uitgever, omvang en prijs).
Dat het gedrukte radiolezingen zijn,
is bij Oberman meer te merken dan
bij Van der Graaf: Oberman cau-
seert, 6pringt schijnbaar van de hak
op de tak, verzint pikante titels,
zoals 'Anoniem atheïsme: tussen
benzine en gebed', spreekt 'als tot
verstandigen', lees hier intellectue
len en veronderstelt bij zijn hoor
ders en lezers gevoel voor relative
ring en humor. Kortom: hij is naar
de vorm modern, al voert hij onder
tussen een sympathiek pleidooi voor
christelijk onderwijs.
Van der Graaf causeert niet, maar
zet uiteen; de titels van zijn hoofd
stukken zijn degelijk en ernstig. Hij
richt zich tot gelijkgezinden en hun
naaste geestverwanten. Humor zou
hier lichtzinnig lijken. Hier spreekt
een calvinisme terzijde van Kuyper
en Schilder, een kerkelijk en theolo
gisch classicisme, dat zich welhaast
verschanst in de gedachtenwereld en
vormentaal van reformatie en nade
re reformatie. Wat zij beiden afwij
zen is de polarisering tussen hori
zontaal en vertikaal, met dit ver
schil dat Oberman het pleit voert
voor een werkelijke synthese, ter
wijl Van der Graaf wat de moderne
samenleving en haar problemen be
treft niet verder komt dan op zich
zelf juiste en bijbelse algemeenhe
den.
Van der Graaf wil een heroriënte
ring op het klassieke reformatori-
sche belijden en innige aansluiting
bij de gereformeerde confessies.
Tierend is een uitspraak als deze
op bl. 9: Ten diepste krijgt bij het
kerkvergaderende werk van de Hei
lige Geest de menselijke activiteit
de nekslag*. Hij verwijst naar Van
Niftrik, die stelde, dat mede de
verachting van het aardse onze vade
ren in staat heeft gesteld de tachtig
jarige oorlog tè winnen Dit zou
een merkwaardig commentaar zijn
bij 'Bergen op Zoom, houdt u
vroom'.
Belijdenis
Van der Graaf wil ook niets weten
van een kerk buiten de kerk, van
een verborgen of latente kerk. Het
kindschap Gods vormt een eenzame
aristocratie. Maar: 'Hoe individueel
het christenleven ook is, een chris
ten is geen individualist' (19). Hij
staat in het Verbond. En wat de
belijdenis betreft: ze is de Schrift
niet. 'Ze wil alleen maar naar de
Schrift verwijzen en in compacte zin
de hoofdmomenten van het Schriftge
tuigenis verwoorden' (43). In princi
pe is er de mogelijkheid van uitbrei
ding van de belijdenis, zoals ook de
mogelijkheid tot gravamina er is. De
uitdrukking 'Schrift en belijdenis'
mag dan ook niet stollen tot een
idee. Voorts: de Nadere Reformatie
had ten diep6te ook een nationale
strekking. 'De lof Gods diende op te
klinken uit het volksleven' (69).
Het vreemdeling zijn van de kerk in
de wereld wordt niet meer aange
durfd, aldus de auteur. De gerefor
meerde orthodoxie heeft haar isole
mentspositie soms zelf gezocht, maar
ze is haar ook vaak opgedrongen. Ik
moet het bij deze verspreide uitspra
ken laten: de samenhang is duide
lijk. We hebben hier te doen met
een pleidooi voor het eigen stand
punt, waarbij naar mijn gevoelen de
reformatie wordt bijgekleurd door
de nadere reformatie en deze weer
door de kerkelijke praktijk. Wat
niet wegneemt dat in het zich
schrap zetten tegen de tijdgeest een
legitiem element zit.
meerde Bonder gemeen hebben. Het
is ook Oberman erom te doen de
historische lijn niet los te laten.
Evenals de enkelinig, moet ook een
samenleving haar jeugdervaringen
weten te herinneren, bewust te ma
ken en te verwerken. Maar waar bij
Van der Graaf de kerk centraal
staat, staat bij Oberman de menselij
ke samenleving op het ruimteschip
aarde centraal. Is er bij Van der
Graaf een vaderlandse vastbesloten
heid, Oberman is kind in huis in
Amerika en Duitsland, veel ruimer
dus van horizon, a) maakt hij in
Trouw-Kwartet van 5 juli jl. onder
scheid tussen mondiaal denken
(goed) en globaal denken (ver
keerd)1. Dergelijke van geest en vin
dingrijkheid getuigende vondsten
mist men bij Van der Graaf. En dat
ligt niet aan de bijbelse ernst, want
de oudtestamentische profeten wis
ten het wapen van humor en satire
meesterlijk te gebruiken, zelfs de
apocriefe brief van Jeremia met zijn
meesterlijke spot op de Babyloni
sche tempeldienst!
Oberman zegt: afgezien van de uit
wassen, is de grondvorm van het
horizontalisme even bijbels en chris
telijk als de vertikale anti-wereldse
tendens. 'Want wij worden om de
tuin van Eden geleid, wanneer wij
óf de hemel tegen de aarde, óf de
aarde tegen de hemel uitspelen'.
'Zelfportret'
Prof. dr. H. A. Oberman
Prof. Oberman probeert 'een zelfpor
tret van onze tijd' te geven. Het
eerste dat daarbij opvalt is dat de
moderne mens meer of minder be
wust vreemdeling is in eigen tijd.
Dit zou hij- dus, aan de andere kant
van de grenslijn, met de Gerefor-
Genesis 34: Dolle Dina tekening van Edith Peppelenbosch uit
van prof. dr. H. A. Oberman)
Ir. J. van der Graaf
(39). 'Het christelijk geloof staat of
valt ermee of het ons in staat stelt
mens te zijn in een gemechaniseerde
wereld' (48).
Het is een bekend gezegde, dat wan
neer twee mensen hetzelfde zeggen,
zij toch niet hetzelfde zeggen. In het
onderhavige geval evenwel spreken
twee mensen vanuit een verschillen
de achtergrond een verschillende
taal, en toch is er ondergronds ver
band.
Qua taal en stijl wint Oberman het
verre van Van der Graaf. Mochten
deze ernstige christenen toch eens
bedenken, dat ook onze vaderen
maar ten dele kenden en dat een te
sterke vaderenbinding levende im
pulsen kan doden en de Geest kan
tegenhouden, zo niet doven.
Want waar Geest is, is oog geest.
Overigens kan het beekje van Ober
man mij evenmin tot enthousiasme
vervoeren. Het is me wat te grillig
van factuur en wat de inhoud be
treft te veel stad-van-de-mens-achtig,
als men begrijpt wat ik bedoel. Zijn
'Overpeinzingen op de weg naar de
wereldkampioenschappen voetbal'
Karikatuur van de tijdgeest
pleiten terecht voor 'een gezonde
integratie van de sport in een maat
schappij, die steeds meer geken
merkt wordt door een algemene her
verkaveling van aroeid en vrije tijd'
(89), maar kan het kijken van vele
miljoenen mensen naar twee en
twintig zich 'kapitaal uitslovende'
de uitdrukking is van Wolff en
Deken beroepsvoetballers alleen
maar sport heten? Prof. Oberman
heet Heike Augustinus, benijdens
waardig: symbool voor het geker
stend germanendom en zeer terecht
hier voluit afgedrukt.
Er zijn in het verhaal van de u
een aantal onderdelen die altij^ë11
tot het geloof van de kerk gesèek,
hebben. Het verhaal zelf besta
oudere en nieuwere delen, riteer
pas later zijn aangenomen, zoajorso
het zevendaags feest (Exodus m
ev.) dat ongetwijfeld later gevifplan
zijn, maar niet in de turbulenljoet
standigheden waaronder Israg sled-
toog. Eén van die sprekende delfrlijk
het bloed van het paaslam dat fet
deurposten gestreken moest viie-el
Waarschijnlijk kwam daardoor
hele ingang van de tent of vteelt
huis onder het bloed te zitten »0 i
men moet aannemen dat het 1 /eel
de drempel of de drempelstefflijl
slacht is en die dus reeds bloed ga
Een poort van bloed verhlndei»an
de verderver ook dit huis of dez
binnen te gaan ten ednde de effpi
barene te doden. Ook hier rijze,
vragen ten aanzien van de worl^r
toedracht van een en ander, tt ir
daar kunnen we hier aan voorbij
Belangrijk is: de verderver gaaf-
bij en dit zou dan s amen hl
met het woord pesach waaM-1
bloed van het geslachte paasla scii
hem verhindert Er is een onh« eitt
door het bloed van dit lam rkt
tegengehouden. Modernere op tgez
gen horen in het woord pesac ;hot
van beschermen, maar dan konden
op hetzelfde neer. Dit bloed izu
wal tegen het onheil. Achter dit an i
is veiligheid en behoud, vindt o za
wijding van de eerstgeborene a ag
HEER plaats. Hij heeft recht c 1(i
leven, werd daarmee uitgedrul de
aan Hem hebben wij ons lev jag
danken. Aan Hem, die in het
voorzag. Die, en dat heeft de j00-
erin gehoord, die zijn Zoon gaf, ,n
ons bloed, tot in de diepste e j
van onze nood. Geen andere de
onder de hemel, zegt een apost< fflc
het Lam Jezus later. Er is ook ld z
andere weg tot werkelijk leven en
achter deze hand van God die z y,
ons leven begaf om ons te re 'ee.
Vandaar de feestdag van morgei
het begin van een nieuwe wee ma
een teken dat ons leven daar b dao
waar Hij ons 'vrij' geeft. (Exodi .9Vt
7, 12, 13 en 21-23).
ere
ge
NED. HERV. KERK
Bedankt: voor Vlaardingen
Vreugd te Haaf ten; voor Woudei
(toez.) M. B. v. d. Akker
dam; voor Spijkenisse C. Bal
Sluis.
GEREF. KERKEN
Benoemd, als luchtmachtpred. in
verband te Blomberg (per 1 nov
A. A. Nawijn te Eist, die deze b
ming heeft aangenomen.
De Haaf te Bergen (NH)
02208 - 4141) organiseert van 5 t
augustus een theaterweek, voor
sen die meer mogelijkheden van
ter willen benutten In de kerk
vens van 3 tot 10 augustus of-:
Haaf een week van oude en ni Srf
kerkmuziek. De beoefening, zow« m
kaal als instrumentaal, staat o gd
voorgrond.
Woud schoten te Zeist, van 5
augustus internationale
van het internationaal refonnal
verbond (IARFA). Thema
onze Vrede'. Sprekers Rev. F.
nald, voormalig zendeling in P<
P. Ch. Marcel, directeur Frans
genootschap, prof. dr. H. N. Ri
bos uit Kampen, George Goy<"
dustrieel te Londen en de Zwit
predikant Gerhard Blocher. Bijl
dies, lezingen en discussies zulle
concentreren op de dienste der
zoening: Ihet fundament daarvi
legd doocr Jezus Christus in dt
opstanding en de doorwerking
in het loven in deze wereld. Inf.:
Brouwer, N. v. d. Steenstraat 51,
dreeht.
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leldse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christe.ljke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Dlemer
Hoofdredactie:
J. Tamminga.
Hoofdkantoor: NZ. Voor
burgwal 260, Postbus
859, A'dam. Telefoon
020-22 03 83. Postgiro:
26 92 74. Bank: Ned.
Midd. Bank (rek.nr.
69 73 60 768). Gem.giro
X 500.
Wa