Harvey Cox tegen de beeldbuis (en nog meer) Elders in het dorp werd een nieuwe kerk gebouwd fllsailislll Vandaag Conferenties* Beroepingswerh Nieuwe boeken 'rouw Kwartet TROUW/KWARTET ZATERDAG fi JULI 1974 KERK T2/K Hij is een veelschrijver genoemdeen pop-theoloog, een draaitol, een windvaan en uat niet al. En inderdaad, wie zijn spoor een beetje volgt, moet toegeven dat er wat van n aar is. A iet in de laatste plaats blijkt dat uit zijn nieuwste boek. De man over wie ik het heb, heet Harvey Cox; zijn laatste boek De verleiding van de geest (uitg. Ambo, Bilthoven, Prijs 20,en hoe ver guisd en uitgescholden de schrijver ook mag zijn, dit boek is, in één woord, prachtig; een boek om er tra nen van in de ogen te krijgen. Goed, het praat veel, als je dat ten minste van een boek kan zeggen; het spreekt in superlatieven; het weet van geen ophouden. Maar het blijft span nend, ontroerend en bij tijden zeer scherpzinnig in zijn analyses. Ik zit eigenlijk al midden in de stof van het boek zelf. Want die verhalen zijn niet toevallig de rode draad van het boek. Cox is niet zomaar op de vertel-toer gegaan. Achter dat verha len vertellen staat zijn filosofie over de godsdienst (de ondertitel van het boek luidt: persoonlijke overdenkin gen over gebruik en misbruik van de religie) zodat je kan zeggen: al vertel lende brengt hij zijn eigen filosofie in praktijk. Wat Cox eigenlijk over de godsdienst of als men liever wil: de religie wil zeggen in dit boek, staat meteen aan het begin. Het is wel zaak om dit begin goed in het hoofd te houden, anders verliest het boek zijn struc tuur en raakt de lezer zijn greep op de stof kwijt. Godsdienst, zegt Cox, heeft het altijd moeten hebben van verhalen vertel len. Kijk maar naar de bijbel; kijk maar naar de goden-verhalen en mythen van, pakweg, elke godsdienst. Er zijn twee soorten verhalen in de godsdienst: de persoonlijke, auto-bio grafische. Die gaan in de trant van: he, moet je horen wat mij is overko men! Of om het wat vromer en met de oude psalmberijming te zeggen: Komt luistert toe, gij Godgezinden wat Hij gedaan heejt aan mijn geest. Harvey Cox Zender dit persoonlijk beleefde en persoonlijk getinte verhaal kan geen godsdienst bestaan. Vandaar dus die persoonlijke toon van Harvey Cox zelf in dit boek. Hij vindt gewoon dat hij aan zijn eigen filosofie (tje) trouw moet blijven, of misschien ligt het ook wel andersom en is de filosofie er gekomen omdat Harvey Cox nu een maal zichzelf was en dat graag wou blijven. door prof. dr. H. M. Kuitert leer, in kerkorde en aanverwante za ken maar al te goed kennen. Romanticus Vandaar zijn beroep op godsdienst als volksverhaal. Ik kom zoals de lezer merkt weer keurig de draad opha len die ik halverwege liet liggen. Wat Harvey Cox hier bij ens niet meer vond heeft hij wel gevonden in de - volksgodsdiensten van Zuid-Amerika en Azië; mensen voor wie hun gods dienst niet een regelsysteem was maar een arsenaal van fantasie, hoop en heimwee. Tenminste, hij zegt dat hij dat daar gevonden heeft, maar bij zo'n ver schrikkelijke romanticus als Cox ben je er nooit zeker van wat werkelijk heid en wat wensdroom is. Verhalen In elk geval: wat wij vandaag moeten, is een manier van godsdienstig zijn terug veroveren die de mensen kan bevrijden van de opdringerige sche ma's en programma's buiten hen. Wij moeten weer persoonlijk verhaal (ge tuigenis) en volksreligie gaan cultive ren, desnoods ten koste van georgani seerde en gecodeerde religieuze syste men. Ruim baan \-oor de apostaat (de wegloper), de rebel en de andersden kende. De laatste regels waren een stukje citaat. Zij kernen overeen met twee derde deel van het boek, waarin Cox eerst honderd bladzijden lang zijn persoonlijke verhaal vertelt, zijn jeugd in Malvern en zijn doop door onderdompeling (prachtig verteld!), terwijl daarna nog eens een goede honderd bladzijden uit de ontmoeting met de volksreligies verteld wordt. Dat wil zeggen: Cox vertelt (ja zeker, hij houdt niet op) wat hij allemaal heeft meegemaakt aan godsdienstige happenings, gesprekken, experimenten enz. met Indianen, christenen, zen- buddhisten en wie we nog maar meer kunnen bedenken (erg uitvoerig be schrijft hij zijn contacten met het Esalen-Institute in Californië). Volksverhalen Godsdienst kan intussen niet opgaan in persoonlijke verhalen. Een mens bestaat niet op z'n eentje maar altijd in een groep, eén volk, zoals Cox voortdurend zegt. Echte godsdienst is daarom meer dan een persoonlijk ver haal, het is een volksverhaal, een meervoud van volksverhalen. Het woordje 'is' klopt hier natuurlijk niet helemaal. Godsdienst uit zich in volksverhalen, bestaat op de manier van volks verhalen, moet ik eigenlijk zeggen. aangelegenheid geworden. Dat is hij eigenlijk altijd al geweest, vanaf het eerste boek dat Cox erover geschreven heeft. Maar de aard van de bedreiging is wat verschoven of liever nog: Cox heeft in dit boek een nieuwe entree willen maken in het probleem van de bedreigde godsdienst. De redenering is enigszins een cirkel redenering, dat wil zeggen: Cox kan onmogelijk een soort van bewijs leve ren dat het met de godsdienst er zo voor staat als hij denkt, maar hij kan met zijn nieuwe entree ons wel aan het denken zetten. Ik volg hem dus in zijn cirkelredenering, omdat die aan de waarde van zijn entrée niets hoeft af te doen. denke in het christendom bijvoor beeld aan kerk, aan leer, aan syno des en wat er verder in 'n geordende kerk aan te pas komt Nergens bestaat de godsdienst uit louter verhalen ver tellen. Zoals het leven nergens uit zomaar heerlijk leven bestaat. Overal moet organisatie zijn, systeem, ook als het om het vertellen van godsdiensti ge verhalen gaat. De officiële gods diensten zijn dan ook allemaal meng sels van verhalen en wat Cox dan noemt; signalen, gesystematiseerde godsdienst. Tweede oproep Grote zorg Maar dat citaat van enkele regels terug was nog niet afgelopen. Het vervolgt met nog een tweede oproep. We moeten niet alleen terug naar dat Ni©t VTij soert godsdienstigheid, dat we van de volksreligie kunnen leren, maar tege lijk die vormen van religie brandmer ken als 'verleiding van de geest', die ons proberen te verdoven; die zich aan ons voordoen als vermaak of als opvoeding eventueel, maar in werke lijkheid onze geest afstompen met de halfgoden van de beeldbuis, met won dermiddelen voor consumenten en met visioenen van hemelse zaligheid. Tot zover weer een vrijwel letterlijk citaat. B B-kwis In rond hollands bedoelt Cox (en het laatste stuk van zijn boek gaat ero ver): de visuele massamedia, zoals de tv. zijn de godsdienstmakers organ i- seerders) van vandaag; de beeldreligie bloeit, en de t.v.-persoonlijkheden zijn de nieuwe middelaars en profe ten. Wat die visioenen van hemelse zalig heid betreft vroeger moest je daar voor naar de mystiek wist ik aanvankelijk niet waar dat op moest slaan. Totdat ik een bespreking van Goddijn in de Tijd las, en die wist het heel goed: het zijn de prijzen uit de Berend Boudewijn kwis, uitgestald voor aller ogen en zonder verdienste uit louter genade toebedeeld aan hen die uitverkoren bleken te zijn. zijn. Overdreven? Overdreven? Ik ben er nog niet zo zeker van. Men versta mij wel: ik bedoel niet dat de B.B. kwis gods dienst zou zijn, maar ik bedoel wel dat de kluistering aan de buis het beetje persoon zijn en het restje crea tiviteit dat ons voorgeprogrammeerde bestaan ons laat, veelal opsoepeert. Als godsdienst het van creativiteit en fantasie moet hebben, lopen de visue le massamedia het gevaar ons laatste restje godsdienstig instinct te doven. Dat bedoelt Cox te zeggen. Hij zegt er' wel meer van; ik haast mij dat er aan toe te voegen. Ook goede dingen, veel goede en hoopvolle dingen. Maar er moet in Hilversum en Bussum wel het een en ander met de programma makers doorgesproken worden, willen de massamedia genade vinden in Cox' ogen. Om het niet al te onschuldig voor te stellen: Cox walgt van de Flintstones en hun makers (en exporteurs)). Het doet mij een genoegen. Ik vond het ook altijd een bezopen troep. Mijn introductie wordt intussen al te lang. Het beek moet mee met vacantie, dal is duidelijk. Of alles klopt wat Cox naar voren brengt, zal wel niet. Maar hij brengt genoeg naar voren dat wel klopt, en waarvan een mens net in de vacantie kan ontdekken dat het klopt: wij leven niet vrij; ook niet in onze gods dienst; wij leven niet zo vrij als wij zouden willen en kunnen. Organisatie Bedreiging Hoe komt Cox daar nu weer aan, zal iemand vragen. Dat brengt ons nog een stapje verder in zijn boek. Voor Cox is de religie of de godsdienst ik blijf deze woorden toch maar door- elkaar gebruiken een bedreigde Als godsdienst het werkelijk van ver halen moet hebben, dan is het duide lijk dat bedreiging van de godsdienst déér gezocht moet worden waar het verhalen vertellen zijn kans niet meer krijgt. Voor Cox is dat heel onze moderne cultuur, in het bijzonder zoals hij onder de regie van organisa tie en (onpersoonlijke) instituten staat. Natuurlijk kunnen we daar niet zon der. Zelfs de godsdienst heeft organi satie, instituut, systeem nodig. Men Maar meteen aan het begin van zijn boek zegt hij al wat zijn grote zorg is: dat de systeemkant van de godsdienst, de organisatie, de leerstelligheid en de orthodoxie het zullen winnen van de verhalen. Wij worden overspoeld met bureaucratie, met regelingen voor ons en ieders bestwil met organisatie- kaders die niet alleen het leven in het algemeen maar ook het godsdienstige leven tot in de details toe program meren. Tegen deze geprogrammeerde gods dienstig verzet Harvey Cox zich in dit boek 'tot het"* uiterste omdat programmering en godsdienst elkaar uitsluiten, althans de programmering zoals wij die vandaag in instituut, in (ADVERTENTIE) EGYPTISCHE DUISTERNIS De beschrijving van de negende plaagt die van de drie dagen duisternis k wijkt af van die van de andere plagetj doordat het verhaal meteen met ds plaag zelf begint. Farao wordt hie n niet aangesproken. Is het gesprek t.eu einde? Een veeg teken voor de des) poot. Er wordt niet meer van hen}.; verwacht dat hij ooit nog recht za doen. Hij is afgeschreven, z'n verhar ding heeft een einde bereikt, eei grens van waar geen terugkeer meerj mogelijk is. Nu zal hij geheel gedwon« gen moeten worden. Van die situatkv is de duisternis een teken. Men heef hier gedacht aan de zogenaamd! khamsin, een bijna tastbare woestijiHv wind, een soort 'smog', maar ook aai een zonsverduistering. Een zeken Mahler weet op die manier zelfs t verklaren waarom het in Ghosen lich was. Op 24 januari 1925 liep de schei ding tussen licht en donker tijden een zonsverduistering in New Yorl over de 96th street! De bijbel heef ook zonder dergelijke grepen in oudic of nabije historie gelijk. In' latent geschriften, de Wijsheid van Salomi (17) en ook in Jezus Sirach (17) ziei we een soort vergeestelijking optre'J den. Het eerste boek zegt: 'doch zi waren zichzelf zwaarder dan de duif ternis' en Jezus Sriach schrijft: 'Wa is glansrijker dan de zon? En zelfs zij verduistert; hoeveel te meer het be denken van den boze, die slechts vies en bloed is. Altijd wèer heeft ht licht van Ghosen tegenover de duiste nis van Egypte bijbellezers getroffei Iemand spreekt hier van tweeërlj tegenwoordigheid Gods, met Zij toorn en met zijn liefde. Vast stal dat de duisternis iets is van de chai Het leven wordt duisternis wanne de mens verhardt niet te luister'! naar de boodschap der bevrijdini Dan wordt de werkelijkheid spookacl tig. zoals de Wijsheid van Salomo dié; beschrijft. Want niet zij die de wot den van God gehoor geven houdt zich met onwerkelijkheden en ei wereld van fabels en sprookjes tegen,1 maar die er niet naar luisteren es hun eigen driften van macht en lui? volgen, die geraken in een spookwe reld, waarin de doden stemmen moe ten geven en allerlei geesten hel verlossende woord moeten spreke Duisternis is het leven zonder dé bevrijdende God (Exodus 10,21-29). kerkbanken kerkinterieurs betimmeringen etc. DIVERSE BANKMODELLEN EN HOUTSOORTEN BIJENHOF'S FIJNHOUT BEWERKING INDUSTRIEWEG D7d VORDEN "TEL. 05752-1 216 door A. J. Klei Het zal een jaar of twaalf geleden zijn. We waren mét vakantie in Katwijk aan Zee en een van de eerste avonden ging ik naar een orgelconcert in de Nieuwe Kerk. Overdag ivas ik al nieuws gierig langs dit gebouiv gelopen, het uiterlijk deed me een beetje aan dat van de Grote Kerk in Apeldoorn denken, en nu zou ik dus het interieur kunnen bekijken. Ik was met opzet vroeg gegaan en liep eerst om de kerk heen. Eind negentiende eeuw, gaaf voorbeeld van neo-renaissancisti- sche bouwtrant, zou er wel in de plaatselijke VVV-gids staan. Ik knikte tevreden en wandelde naar binnen. Verrast en met steeds meer bewondering keek ik om me heen. Stel je voor: een fikse ruimte, volgestouwd met banken (want de kerkse Katwijker moet niks hebben van liturgische poespas), een echte hóórkerk dus, die niettemin feeste lijk en voornaam opbloeit en moei teloos do sfeer van een zeventiende- eeuwse kerk vastpakt en aan je doorgeeft. Ik had al nooit veel bezwaar tegen neo-«tijlen gehad, maar ditmaal was ik werkelijk opgetogen. De volgende ochtend probeerde ik afbeeldingen van de kerk te kopen en bijzonder heden erover te lezen, maar dat viel tegen: VW en middenstand hadden zich volledig op de oude, gewitte kerk aan de Boulevard geworpen en liepen hooghartig aan de Nieuwe Kerk voerbij. Het boek van drs. H. P. R. Rosenberg over 'De 19de-eeuw- se kerkelijke bouwkunst' (een uitga ve van de Staatsdrukkerij in Den Haag) was nog lang niet verschenen en pas na de vakantie kwam ik van mijn verleden jaar plotseling overle den vriend en collega Henk de Jong te weten, dat de Leidse architect H. J. Jesse in 1887 de Katwijkse Nieu we Kerk gebouwd had. Henk de Jong had zulke dingen paraat. Ik geef lucht aan mijn bewondering voor deze kerk, omdat dit fraaie bouwwerk genegeerd wordt in het boekje *Langs de oude Zuidholland se kerken/Kuststrook en Rijnland' door W. J. Berghuis. Daarin vind je wel een heel verhaal over de al genoemde kerk aan de Boulevard van Katwijk aan Zee, en dat terwijl dit eigenlijk een nèp-middel eeuwsc kerk Is, zovèel is daar in de loop der jaren aan gedokterd. Er staat alleen dit zinnetje: 'Omstreeks 1887 bleek de kerk weer te klein en elders in het dorp werd een nieuwe gebouwd.' Punt, uit. Dat ls alles over de zeer opmerkelijke schepping van Jesse. Dit boekje van de heer Berghuis is er een van een reeks, die bezig is te verschijnen bij Bosch Keunrng in Baarn. Er zijn nu zes deeltjes uit: nóg een van Berghuis over Zuidhol landse kerken (waarden en eilan den), een over oude Friese kerken en een over oude Groninger kerken, beide van dr. R. Steensma, een over oude Gelderse kerken door drs. E. G. Hoekstra en een over oude Over ijsselse kerken door drs. E. Elzenga. De boekjes 2ijn, uiteraard, zeer roy aal geïllustreerd en kosten zo om en nabij de tien gulden. Ik wil eerst kwijt wat ik tégen deze serie heb: er staat niks in over kerken uit de vorige eeuw. Zijn die soms niet oud genoeg? Ik ga heus wel door de knieën voor met name de middeleeuwse kerkjes in Gronin gen en Friesland, ze kunnen je meer doer, dan een uitbundige go- thische kathedraal, maar dit gaat bij mij niet in mindering op mijn grote genegenheid voor, bijvoorbeeld, die neo-classicistische hervormde kerk in Sint Jacobiparochie met z'n tos- Interieur van de Nieuwe Kerft te Katwijk aan Zee. caanse zuilen en verrukkelijk koe peltorentje. Waarom mag dat er nou niet in? Ik laat het bij dit éne voorbeeld en ik zeg: wie de reeks Langs oude kerken aanschaft (en dit verhaal wil tenslotte daartoe opwek ken) doet goed ook het boek van Rosenberg te kopen. Ik maak nog twee kritische opmer kingen. De nauwgezette lezer en kij ker (zoals gezegd vormen de foto's een niet tc verwaarlozen onderdeel van de boekjes) kan tegen slordighe den aanlopen. Een collega van me, kerken-bekijker bij uitstek, zag dat in het deeltje over Gelderland de hervormde kerk van het Betuwse Well dienst moest doen als rooras- katholieke kerk van het Achterhoek- se Wehl. Hij zag ook dat de foto \ran het interieur van de kerk van Ruurlo tot en met verouderd was. Verder snap ik niet waarom in het éne boekje een lijst met verklarin gen van de gebruikte termen staat en in het ander een register. Nooit allebei in één boekje, het is het één of en ander. Jammer. Maar nu mijn opwekkend woord. De boekjes zijn geschreven in een aan- trekkelijk-bevattelijke taal, die een mooi midden houdt tussen gewichtig vakjargon en snorkend folderproza. Ieder öeèl geeft duidelijke routebe schrijvingen, je weet precies wat je op een tocht wel en niet te zien krijgt en ik dacht dat wc nooit overvoerd worden. Het feit dat de auteurs niet preuts anecdotische bij zonderheden uit de weg gaan kan tot gevolg hebben dat ook de niet direct geïnteresseerde graag mee op stap gaat. Wie een extra boekje wil, attendeer ik op 'Vroomheid in hout en steen' van de al genoemde dr. Steensma, een naar verhouding goedkoop 6,90) fotoboekje over middeleeuwse kerken in het noord en van ons land, van dezelfde uitge ver. Barcheni weken in het Woodbro- kershuis te Barchem (Gld.) (tel. 05734443): 8-13 juli: Vrouwenemancipatie en ge zinsemancipatie. 29 juli-3 augustus: Ik ben OK, jij bent OK, naar aanleiding van het boek van Thomas A. Harris. 5-10 augustus: week over Nederlandse literatuur. 12-17 augustus: Om de. kwaliteit van het menselijk bestaan. NED. HERVORMDE KERK Beroepen te Ommelanderwijk-Zui wending en Meeden: A. C. den Hol. lander. kand. te Utrecht; te Zetten? Andelst: M. B. v. d. Akker te Stellen dam. Aangenomen naar Goudswaard; Goudraiaan, kand. te Papendrecht. dj bedankte voor Opheusden en Po: broek. Bedankt voor Monster: Pi M. Brei gem te Barneveld. GEREF. KERKEN Aangenomen naar Vroomshoop: j. van 't Hoff te Haarlem-Zuid; naai Een-Norg-Veenhuizen: M. D. de Vries evangelist te Leeuwarden. GEREF. KERKE N(VRIJG.) Beroepen te Zeist: P. den Hartog, kand. te Apeldoorn; te Nijmegen: B. de Graaf, kand. te Apeldoorn. GEREF GEMEENTEN Beroepen te Zeist: P. Blok te Dirk* land. Bedankt voor Artesia: H. Rijksen te Zoetermeer. Zomercursussen van De Klencke te Oosterhesselen (Dr.) (tel. 05248-229 en 514): 13-20 juli: Je staat nooit alleen, voor alleenstaande ouders met kinderen. 27 juld-3 augustus: Wegen naar rust, over yoga voor jongeren van 18-27 jaar. 3-10 augustus: Uit jezelf, expressie voor jongeren van 18-27 jaar. Kontakt der kontiinenten (Soester- berg; tel. 03463-1755) organiseert twee zomerweken voor werkers en belang stellenden uit de welzijns- en vor- mingssektor: 7-10 juli wordt een groot aantal kreatlviteitsspelen aangeboden, die direct bruikbaar zijn in het wer ken met groepen; 5-8 augustus worden mogelijkheden aangeboden, om met groepen de discussie en de gedachte over de derde wereld op gang te brengen, te stimuleren en te begelei den. Twee zomerweken van Do Drie klank (Paterswolde; tel. 05907-2700): 8-13 juli: 'Waarvoor leeft een mens eigenlijk?' voor personen van 60 jaar en ouder; 29 juli-3 augustus: 'Samen leven zal ons een zorg zijn' voor mensen van 30 tot circa 50 jaar. Vormingscentrum Den Alerdinck, Laag Zuthem, post Zwolle (tel. 05290- 541) houdt de volgende zomerweken: 6-13 juli: Waar herkennen we God in ons leven? over godsbeleving, vind plaatsen van God. meditatie, stilte, yoga e.d. 13-20 juli: De kleuter do klos? over de verhouding man-vrouw-kind en hoe die anders zou kunnen. 13-20 juli: Ik sta er alleen voor. 3-10 augustus: Paastorle: ervaring cn beleving, met predikantegezinnen. 10-17 augustus: Rust, die niet roest, met ouderen over tv. natuurbescher ming, schilderkunst, scheppende han den en het perspelctief van ons leven. 10-17 augustus: Rechten en ervaringen van de patiënt, met i cx-) patiënten en werkers in de gezondheidszorg. 17-23 augustus: Ouder worden wij zer worden, met ouderen die pas gepensioneerd zijn of binnenkort met pensioen gaan. Speel je vrij' door Howard R. Lewi? en Harold S. Strcitfeld. Uitg. De Toorts, Haarlem; 165 blz.; 22,50. Een boek met tweehonderd spelletjes uit sensitivity-trainingen. Geschreve» voor doe-het-zelvers en geschikt voofl de huiskamer. Achter de stelling dajj activiteiten, ontleend aan sensitivity trainingen en andere zogenaamde groeitechnieken zonder hulp of toe zicht van een getrainde groepsleidej beoefend kunnen worden, zetten we een dik vraagteken. In het boek zeil staat zowaar dat je professionele hulp moet inroepen, wanneer iemand langei dan een uur van streek blijft. E De Rotterdammer Nieuwe Haagse Courant Nieuwe Leidse Courant Dordts Dagblad Uitgaven van B.V. De Christelijke Pers Directie: Ing. O. Postma, F. Diemer Hoofdredactie: J. Tamminga. Hoofdkantoor: NZ. Voor burgwal 280, Postbus 859, A'dam. Telefoon 020-22 03 83. Postgiro: 26 92 74. Bank: Ned. Midd. Bank (rek.nr. 69 73 60 768). Gem giro X 500.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 2