Harvey Cox
tegen de
beeldbuis
(en nog meer)
Elders in het dorp werd
een nieuwe kerk gebouwd
fllsailislll
Vandaag
Conferenties*
Beroepingswerh
Nieuwe boeken
'rouw
Kwartet
TROUW/KWARTET ZATERDAG fi JULI 1974
KERK
T2/K
Hij is een veelschrijver genoemdeen pop-theoloog, een draaitol,
een windvaan en uat niet al. En inderdaad, wie zijn spoor een
beetje volgt, moet toegeven dat er wat van n aar is. A iet in de laatste
plaats blijkt dat uit zijn nieuwste boek.
De man over wie ik het heb, heet
Harvey Cox; zijn laatste boek De
verleiding van de geest (uitg. Ambo,
Bilthoven, Prijs 20,en hoe ver
guisd en uitgescholden de schrijver
ook mag zijn, dit boek is, in één
woord, prachtig; een boek om er tra
nen van in de ogen te krijgen.
Goed, het praat veel, als je dat ten
minste van een boek kan zeggen; het
spreekt in superlatieven; het weet van
geen ophouden. Maar het blijft span
nend, ontroerend en bij tijden zeer
scherpzinnig in zijn analyses.
Ik zit eigenlijk al midden in de stof
van het boek zelf. Want die verhalen
zijn niet toevallig de rode draad van
het boek. Cox is niet zomaar op de
vertel-toer gegaan. Achter dat verha
len vertellen staat zijn filosofie over
de godsdienst (de ondertitel van het
boek luidt: persoonlijke overdenkin
gen over gebruik en misbruik van de
religie) zodat je kan zeggen: al vertel
lende brengt hij zijn eigen filosofie in
praktijk.
Wat Cox eigenlijk over de godsdienst
of als men liever wil: de religie
wil zeggen in dit boek, staat meteen
aan het begin. Het is wel zaak om dit
begin goed in het hoofd te houden,
anders verliest het boek zijn struc
tuur en raakt de lezer zijn greep op
de stof kwijt.
Godsdienst, zegt Cox, heeft het altijd
moeten hebben van verhalen vertel
len. Kijk maar naar de bijbel; kijk
maar naar de goden-verhalen en
mythen van, pakweg, elke godsdienst.
Er zijn twee soorten verhalen in de
godsdienst: de persoonlijke, auto-bio
grafische. Die gaan in de trant van:
he, moet je horen wat mij is overko
men! Of om het wat vromer en met
de oude psalmberijming te zeggen:
Komt luistert toe, gij Godgezinden
wat Hij gedaan heejt aan mijn geest. Harvey Cox
Zender dit persoonlijk beleefde en
persoonlijk getinte verhaal kan geen
godsdienst bestaan. Vandaar dus die
persoonlijke toon van Harvey Cox zelf
in dit boek. Hij vindt gewoon dat hij
aan zijn eigen filosofie (tje) trouw
moet blijven, of misschien ligt het
ook wel andersom en is de filosofie er
gekomen omdat Harvey Cox nu een
maal zichzelf was en dat graag wou
blijven.
door prof. dr. H. M. Kuitert
leer, in kerkorde en aanverwante za
ken maar al te goed kennen.
Romanticus
Vandaar zijn beroep op godsdienst als
volksverhaal. Ik kom zoals de lezer
merkt weer keurig de draad opha
len die ik halverwege liet liggen. Wat
Harvey Cox hier bij ens niet meer
vond heeft hij wel gevonden in de
- volksgodsdiensten van Zuid-Amerika
en Azië; mensen voor wie hun gods
dienst niet een regelsysteem was maar
een arsenaal van fantasie, hoop en
heimwee.
Tenminste, hij zegt dat hij dat daar
gevonden heeft, maar bij zo'n ver
schrikkelijke romanticus als Cox ben
je er nooit zeker van wat werkelijk
heid en wat wensdroom is.
Verhalen
In elk geval: wat wij vandaag moeten,
is een manier van godsdienstig zijn
terug veroveren die de mensen kan
bevrijden van de opdringerige sche
ma's en programma's buiten hen. Wij
moeten weer persoonlijk verhaal (ge
tuigenis) en volksreligie gaan cultive
ren, desnoods ten koste van georgani
seerde en gecodeerde religieuze syste
men. Ruim baan \-oor de apostaat (de
wegloper), de rebel en de andersden
kende.
De laatste regels waren een stukje
citaat. Zij kernen overeen met twee
derde deel van het boek, waarin Cox
eerst honderd bladzijden lang zijn
persoonlijke verhaal vertelt, zijn
jeugd in Malvern en zijn doop door
onderdompeling (prachtig verteld!),
terwijl daarna nog eens een goede
honderd bladzijden uit de ontmoeting
met de volksreligies verteld wordt.
Dat wil zeggen: Cox vertelt (ja zeker,
hij houdt niet op) wat hij allemaal
heeft meegemaakt aan godsdienstige
happenings, gesprekken, experimenten
enz. met Indianen, christenen, zen-
buddhisten en wie we nog maar meer
kunnen bedenken (erg uitvoerig be
schrijft hij zijn contacten met het
Esalen-Institute in Californië).
Volksverhalen
Godsdienst kan intussen niet opgaan
in persoonlijke verhalen. Een mens
bestaat niet op z'n eentje maar altijd
in een groep, eén volk, zoals Cox
voortdurend zegt. Echte godsdienst is
daarom meer dan een persoonlijk ver
haal, het is een volksverhaal, een
meervoud van volksverhalen.
Het woordje 'is' klopt hier natuurlijk
niet helemaal. Godsdienst uit zich in
volksverhalen, bestaat op de manier
van volks verhalen, moet ik eigenlijk
zeggen.
aangelegenheid geworden. Dat is hij
eigenlijk altijd al geweest, vanaf het
eerste boek dat Cox erover geschreven
heeft.
Maar de aard van de bedreiging is
wat verschoven of liever nog: Cox
heeft in dit boek een nieuwe entree
willen maken in het probleem van de
bedreigde godsdienst.
De redenering is enigszins een cirkel
redenering, dat wil zeggen: Cox kan
onmogelijk een soort van bewijs leve
ren dat het met de godsdienst er zo
voor staat als hij denkt, maar hij kan
met zijn nieuwe entree ons wel aan
het denken zetten. Ik volg hem dus in
zijn cirkelredenering, omdat die aan
de waarde van zijn entrée niets hoeft
af te doen.
denke in het christendom bijvoor
beeld aan kerk, aan leer, aan syno
des en wat er verder in 'n geordende
kerk aan te pas komt Nergens bestaat
de godsdienst uit louter verhalen ver
tellen. Zoals het leven nergens uit
zomaar heerlijk leven bestaat. Overal
moet organisatie zijn, systeem, ook als
het om het vertellen van godsdiensti
ge verhalen gaat. De officiële gods
diensten zijn dan ook allemaal meng
sels van verhalen en wat Cox dan
noemt; signalen, gesystematiseerde
godsdienst.
Tweede oproep
Grote zorg
Maar dat citaat van enkele regels
terug was nog niet afgelopen. Het
vervolgt met nog een tweede oproep.
We moeten niet alleen terug naar dat Ni©t VTij
soert godsdienstigheid, dat we van de
volksreligie kunnen leren, maar tege
lijk die vormen van religie brandmer
ken als 'verleiding van de geest', die
ons proberen te verdoven; die zich
aan ons voordoen als vermaak of als
opvoeding eventueel, maar in werke
lijkheid onze geest afstompen met de
halfgoden van de beeldbuis, met won
dermiddelen voor consumenten en
met visioenen van hemelse zaligheid.
Tot zover weer een vrijwel letterlijk
citaat.
B B-kwis
In rond hollands bedoelt Cox (en het
laatste stuk van zijn boek gaat ero
ver): de visuele massamedia, zoals de
tv. zijn de godsdienstmakers organ i-
seerders) van vandaag; de beeldreligie
bloeit, en de t.v.-persoonlijkheden
zijn de nieuwe middelaars en profe
ten.
Wat die visioenen van hemelse zalig
heid betreft vroeger moest je daar
voor naar de mystiek wist ik
aanvankelijk niet waar dat op moest
slaan. Totdat ik een bespreking van
Goddijn in de Tijd las, en die wist het
heel goed: het zijn de prijzen uit de
Berend Boudewijn kwis, uitgestald
voor aller ogen en zonder verdienste
uit louter genade toebedeeld
aan hen die uitverkoren bleken te zijn.
zijn.
Overdreven?
Overdreven? Ik ben er nog niet zo
zeker van. Men versta mij wel: ik
bedoel niet dat de B.B. kwis gods
dienst zou zijn, maar ik bedoel wel
dat de kluistering aan de buis het
beetje persoon zijn en het restje crea
tiviteit dat ons voorgeprogrammeerde
bestaan ons laat, veelal opsoepeert.
Als godsdienst het van creativiteit en
fantasie moet hebben, lopen de visue
le massamedia het gevaar ons laatste
restje godsdienstig instinct te doven.
Dat bedoelt Cox te zeggen. Hij zegt er'
wel meer van; ik haast mij dat er aan
toe te voegen. Ook goede dingen, veel
goede en hoopvolle dingen. Maar er
moet in Hilversum en Bussum wel
het een en ander met de programma
makers doorgesproken worden, willen
de massamedia genade vinden in Cox'
ogen.
Om het niet al te onschuldig voor te
stellen: Cox walgt van de Flintstones
en hun makers (en exporteurs)). Het
doet mij een genoegen. Ik vond het
ook altijd een bezopen troep.
Mijn introductie wordt intussen al te
lang.
Het beek moet mee met vacantie, dal
is duidelijk.
Of alles klopt wat Cox naar voren
brengt, zal wel niet. Maar hij brengt
genoeg naar voren dat wel klopt, en
waarvan een mens net in de vacantie
kan ontdekken dat het klopt: wij
leven niet vrij; ook niet in onze gods
dienst; wij leven niet zo vrij als wij
zouden willen en kunnen.
Organisatie
Bedreiging
Hoe komt Cox daar nu weer aan, zal
iemand vragen. Dat brengt ons nog
een stapje verder in zijn boek. Voor
Cox is de religie of de godsdienst
ik blijf deze woorden toch maar door-
elkaar gebruiken een bedreigde
Als godsdienst het werkelijk van ver
halen moet hebben, dan is het duide
lijk dat bedreiging van de godsdienst
déér gezocht moet worden waar het
verhalen vertellen zijn kans niet meer
krijgt. Voor Cox is dat heel onze
moderne cultuur, in het bijzonder
zoals hij onder de regie van organisa
tie en (onpersoonlijke) instituten
staat.
Natuurlijk kunnen we daar niet zon
der. Zelfs de godsdienst heeft organi
satie, instituut, systeem nodig. Men
Maar meteen aan het begin van zijn
boek zegt hij al wat zijn grote zorg is:
dat de systeemkant van de godsdienst,
de organisatie, de leerstelligheid en
de orthodoxie het zullen winnen van
de verhalen. Wij worden overspoeld
met bureaucratie, met regelingen voor
ons en ieders bestwil met organisatie-
kaders die niet alleen het leven in het
algemeen maar ook het godsdienstige
leven tot in de details toe program
meren.
Tegen deze geprogrammeerde gods
dienstig verzet Harvey Cox zich
in dit boek 'tot het"* uiterste omdat
programmering en godsdienst elkaar
uitsluiten, althans de programmering
zoals wij die vandaag in instituut, in
(ADVERTENTIE)
EGYPTISCHE DUISTERNIS
De beschrijving van de negende plaagt
die van de drie dagen duisternis k
wijkt af van die van de andere plagetj
doordat het verhaal meteen met ds
plaag zelf begint. Farao wordt hie n
niet aangesproken. Is het gesprek t.eu
einde? Een veeg teken voor de des)
poot. Er wordt niet meer van hen}.;
verwacht dat hij ooit nog recht za
doen. Hij is afgeschreven, z'n verhar
ding heeft een einde bereikt, eei
grens van waar geen terugkeer meerj
mogelijk is. Nu zal hij geheel gedwon«
gen moeten worden. Van die situatkv
is de duisternis een teken. Men heef
hier gedacht aan de zogenaamd!
khamsin, een bijna tastbare woestijiHv
wind, een soort 'smog', maar ook aai
een zonsverduistering. Een zeken
Mahler weet op die manier zelfs t
verklaren waarom het in Ghosen lich
was. Op 24 januari 1925 liep de schei
ding tussen licht en donker tijden
een zonsverduistering in New Yorl
over de 96th street! De bijbel heef
ook zonder dergelijke grepen in oudic
of nabije historie gelijk. In' latent
geschriften, de Wijsheid van Salomi
(17) en ook in Jezus Sirach (17) ziei
we een soort vergeestelijking optre'J
den. Het eerste boek zegt: 'doch zi
waren zichzelf zwaarder dan de duif
ternis' en Jezus Sriach schrijft: 'Wa
is glansrijker dan de zon? En zelfs zij
verduistert; hoeveel te meer het be
denken van den boze, die slechts vies
en bloed is. Altijd wèer heeft ht
licht van Ghosen tegenover de duiste
nis van Egypte bijbellezers getroffei
Iemand spreekt hier van tweeërlj
tegenwoordigheid Gods, met Zij
toorn en met zijn liefde. Vast stal
dat de duisternis iets is van de chai
Het leven wordt duisternis wanne
de mens verhardt niet te luister'!
naar de boodschap der bevrijdini
Dan wordt de werkelijkheid spookacl
tig. zoals de Wijsheid van Salomo dié;
beschrijft. Want niet zij die de wot
den van God gehoor geven houdt
zich met onwerkelijkheden en ei
wereld van fabels en sprookjes tegen,1
maar die er niet naar luisteren es
hun eigen driften van macht en lui?
volgen, die geraken in een spookwe
reld, waarin de doden stemmen moe
ten geven en allerlei geesten hel
verlossende woord moeten spreke
Duisternis is het leven zonder dé
bevrijdende God (Exodus 10,21-29).
kerkbanken
kerkinterieurs
betimmeringen etc.
DIVERSE BANKMODELLEN EN HOUTSOORTEN
BIJENHOF'S FIJNHOUT BEWERKING
INDUSTRIEWEG D7d VORDEN
"TEL. 05752-1 216
door A. J. Klei
Het zal een jaar of twaalf geleden zijn. We waren mét vakantie
in Katwijk aan Zee en een van de eerste avonden ging ik naar
een orgelconcert in de Nieuwe Kerk. Overdag ivas ik al nieuws
gierig langs dit gebouiv gelopen, het uiterlijk deed me een beetje
aan dat van de Grote Kerk in Apeldoorn denken, en nu zou ik
dus het interieur kunnen bekijken.
Ik was met opzet vroeg gegaan en liep eerst om de kerk heen.
Eind negentiende eeuw, gaaf voorbeeld van neo-renaissancisti-
sche bouwtrant, zou er wel in de plaatselijke VVV-gids staan.
Ik knikte tevreden en wandelde
naar binnen. Verrast en met steeds
meer bewondering keek ik om me
heen. Stel je voor: een fikse ruimte,
volgestouwd met banken (want de
kerkse Katwijker moet niks hebben
van liturgische poespas), een echte
hóórkerk dus, die niettemin feeste
lijk en voornaam opbloeit en moei
teloos do sfeer van een zeventiende-
eeuwse kerk vastpakt en aan je
doorgeeft.
Ik had al nooit veel bezwaar tegen
neo-«tijlen gehad, maar ditmaal was
ik werkelijk opgetogen. De volgende
ochtend probeerde ik afbeeldingen
van de kerk te kopen en bijzonder
heden erover te lezen, maar dat viel
tegen: VW en middenstand hadden
zich volledig op de oude, gewitte
kerk aan de Boulevard geworpen en
liepen hooghartig aan de Nieuwe
Kerk voerbij. Het boek van drs. H.
P. R. Rosenberg over 'De 19de-eeuw-
se kerkelijke bouwkunst' (een uitga
ve van de Staatsdrukkerij in Den
Haag) was nog lang niet verschenen
en pas na de vakantie kwam ik van
mijn verleden jaar plotseling overle
den vriend en collega Henk de Jong
te weten, dat de Leidse architect H.
J. Jesse in 1887 de Katwijkse Nieu
we Kerk gebouwd had. Henk de
Jong had zulke dingen paraat.
Ik geef lucht aan mijn bewondering
voor deze kerk, omdat dit fraaie
bouwwerk genegeerd wordt in het
boekje *Langs de oude Zuidholland
se kerken/Kuststrook en Rijnland'
door W. J. Berghuis. Daarin vind je
wel een heel verhaal over de al
genoemde kerk aan de Boulevard
van Katwijk aan Zee, en dat
terwijl dit eigenlijk een nèp-middel
eeuwsc kerk Is, zovèel is daar in de
loop der jaren aan gedokterd. Er
staat alleen dit zinnetje: 'Omstreeks
1887 bleek de kerk weer te klein en
elders in het dorp werd een nieuwe
gebouwd.' Punt, uit. Dat ls alles
over de zeer opmerkelijke schepping
van Jesse.
Dit boekje van de heer Berghuis is
er een van een reeks, die bezig is te
verschijnen bij Bosch Keunrng in
Baarn. Er zijn nu zes deeltjes uit:
nóg een van Berghuis over Zuidhol
landse kerken (waarden en eilan
den), een over oude Friese kerken
en een over oude Groninger kerken,
beide van dr. R. Steensma, een over
oude Gelderse kerken door drs. E.
G. Hoekstra en een over oude Over
ijsselse kerken door drs. E. Elzenga.
De boekjes 2ijn, uiteraard, zeer roy
aal geïllustreerd en kosten zo om en
nabij de tien gulden.
Ik wil eerst kwijt wat ik tégen deze
serie heb: er staat niks in over
kerken uit de vorige eeuw. Zijn die
soms niet oud genoeg? Ik ga heus
wel door de knieën voor met name
de middeleeuwse kerkjes in Gronin
gen en Friesland, ze kunnen je
meer doer, dan een uitbundige go-
thische kathedraal, maar dit gaat bij
mij niet in mindering op mijn grote
genegenheid voor, bijvoorbeeld, die
neo-classicistische hervormde kerk
in Sint Jacobiparochie met z'n tos-
Interieur van de Nieuwe Kerft te Katwijk aan Zee.
caanse zuilen en verrukkelijk koe
peltorentje. Waarom mag dat er nou
niet in? Ik laat het bij dit éne
voorbeeld en ik zeg: wie de reeks
Langs oude kerken aanschaft (en dit
verhaal wil tenslotte daartoe opwek
ken) doet goed ook het boek van
Rosenberg te kopen.
Ik maak nog twee kritische opmer
kingen. De nauwgezette lezer en kij
ker (zoals gezegd vormen de foto's
een niet tc verwaarlozen onderdeel
van de boekjes) kan tegen slordighe
den aanlopen. Een collega van me,
kerken-bekijker bij uitstek, zag dat
in het deeltje over Gelderland de
hervormde kerk van het Betuwse
Well dienst moest doen als rooras-
katholieke kerk van het Achterhoek-
se Wehl. Hij zag ook dat de foto
\ran het interieur van de kerk van
Ruurlo tot en met verouderd was.
Verder snap ik niet waarom in het
éne boekje een lijst met verklarin
gen van de gebruikte termen staat
en in het ander een register. Nooit
allebei in één boekje, het is het één
of en ander. Jammer.
Maar nu mijn opwekkend woord. De
boekjes zijn geschreven in een aan-
trekkelijk-bevattelijke taal, die een
mooi midden houdt tussen gewichtig
vakjargon en snorkend folderproza.
Ieder öeèl geeft duidelijke routebe
schrijvingen, je weet precies wat je
op een tocht wel en niet te zien
krijgt en ik dacht dat wc nooit
overvoerd worden. Het feit dat de
auteurs niet preuts anecdotische bij
zonderheden uit de weg gaan kan
tot gevolg hebben dat ook de niet
direct geïnteresseerde graag mee op
stap gaat. Wie een extra boekje wil,
attendeer ik op 'Vroomheid in hout
en steen' van de al genoemde dr.
Steensma, een naar verhouding
goedkoop 6,90) fotoboekje over
middeleeuwse kerken in het noord
en van ons land, van dezelfde uitge
ver.
Barcheni weken in het Woodbro-
kershuis te Barchem (Gld.) (tel.
05734443):
8-13 juli: Vrouwenemancipatie en ge
zinsemancipatie.
29 juli-3 augustus: Ik ben OK, jij bent
OK, naar aanleiding van het boek van
Thomas A. Harris.
5-10 augustus: week over Nederlandse
literatuur.
12-17 augustus: Om de. kwaliteit van
het menselijk bestaan.
NED. HERVORMDE KERK
Beroepen te Ommelanderwijk-Zui
wending en Meeden: A. C. den Hol.
lander. kand. te Utrecht; te Zetten?
Andelst: M. B. v. d. Akker te Stellen
dam.
Aangenomen naar Goudswaard;
Goudraiaan, kand. te Papendrecht. dj
bedankte voor Opheusden en Po:
broek.
Bedankt voor Monster: Pi M. Brei
gem te Barneveld.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Vroomshoop: j.
van 't Hoff te Haarlem-Zuid; naai
Een-Norg-Veenhuizen: M. D. de Vries
evangelist te Leeuwarden.
GEREF. KERKE N(VRIJG.)
Beroepen te Zeist: P. den Hartog,
kand. te Apeldoorn; te Nijmegen: B.
de Graaf, kand. te Apeldoorn.
GEREF GEMEENTEN
Beroepen te Zeist: P. Blok te Dirk*
land.
Bedankt voor Artesia: H. Rijksen te
Zoetermeer.
Zomercursussen van De Klencke te
Oosterhesselen (Dr.) (tel. 05248-229
en 514):
13-20 juli: Je staat nooit alleen, voor
alleenstaande ouders met kinderen.
27 juld-3 augustus: Wegen naar rust,
over yoga voor jongeren van 18-27
jaar.
3-10 augustus: Uit jezelf, expressie
voor jongeren van 18-27 jaar.
Kontakt der kontiinenten (Soester-
berg; tel. 03463-1755) organiseert twee
zomerweken voor werkers en belang
stellenden uit de welzijns- en vor-
mingssektor: 7-10 juli wordt een groot
aantal kreatlviteitsspelen aangeboden,
die direct bruikbaar zijn in het wer
ken met groepen; 5-8 augustus worden
mogelijkheden aangeboden, om met
groepen de discussie en de gedachte
over de derde wereld op gang te
brengen, te stimuleren en te begelei
den.
Twee zomerweken van Do Drie
klank (Paterswolde; tel. 05907-2700):
8-13 juli: 'Waarvoor leeft een mens
eigenlijk?' voor personen van 60 jaar
en ouder; 29 juli-3 augustus: 'Samen
leven zal ons een zorg zijn' voor
mensen van 30 tot circa 50 jaar.
Vormingscentrum Den Alerdinck,
Laag Zuthem, post Zwolle (tel. 05290-
541) houdt de volgende zomerweken:
6-13 juli: Waar herkennen we God in
ons leven? over godsbeleving, vind
plaatsen van God. meditatie, stilte,
yoga e.d.
13-20 juli: De kleuter do klos? over de
verhouding man-vrouw-kind en hoe
die anders zou kunnen.
13-20 juli: Ik sta er alleen voor.
3-10 augustus: Paastorle: ervaring cn
beleving, met predikantegezinnen.
10-17 augustus: Rust, die niet roest,
met ouderen over tv. natuurbescher
ming, schilderkunst, scheppende han
den en het perspelctief van ons leven.
10-17 augustus: Rechten en ervaringen
van de patiënt, met i cx-) patiënten en
werkers in de gezondheidszorg.
17-23 augustus: Ouder worden wij
zer worden, met ouderen die pas
gepensioneerd zijn of binnenkort met
pensioen gaan.
Speel je vrij' door Howard R. Lewi?
en Harold S. Strcitfeld. Uitg. De
Toorts, Haarlem; 165 blz.; 22,50.
Een boek met tweehonderd spelletjes
uit sensitivity-trainingen. Geschreve»
voor doe-het-zelvers en geschikt voofl
de huiskamer. Achter de stelling dajj
activiteiten, ontleend aan sensitivity
trainingen en andere zogenaamde
groeitechnieken zonder hulp of toe
zicht van een getrainde groepsleidej
beoefend kunnen worden, zetten we
een dik vraagteken. In het boek zeil
staat zowaar dat je professionele hulp
moet inroepen, wanneer iemand langei
dan een uur van streek blijft.
E
De Rotterdammer
Nieuwe Haagse Courant
Nieuwe Leidse Courant
Dordts Dagblad
Uitgaven van
B.V. De Christelijke Pers
Directie:
Ing. O. Postma,
F. Diemer
Hoofdredactie:
J. Tamminga.
Hoofdkantoor: NZ. Voor
burgwal 280, Postbus
859, A'dam. Telefoon
020-22 03 83. Postgiro:
26 92 74. Bank: Ned.
Midd. Bank (rek.nr.
69 73 60 768). Gem giro
X 500.