TRMTSTENEN TEGEN REVOLVERS Verrassend slagwerk van Bruno Maderna eertig jaar geleden oproer in de Jordaan Afknapper van Nono Conservatoriumor kest met Italiaans concert Hinder treinverkeer door ontsporing Helder Camara koopt land van vredesprijs ;OUW/KWiARTET ZATERDAG 6 JU1LI1974 BENWENLAiND/KHNSTT9/K11 --X de Jordaan in deze dagen, doch vooral gisteravond beleefd eeft, is veel ernstiger dan eenig oproer uit de laatste eeuw. Het alingoproer was er niets bij. En zelfs het verzet tijdens de aard- jpelrelletjes droeg een ander karakter. Misschien even verbitterd, taar niet zoo tegen alles in volgehouden als thans. De menschen, ie nog aan den strijd deelnamen, liepen roekeloos tegen de meest lodemne oorlogswapenen in'. ie et deze door ontsteltenis ingegeven oorden maakte het socialistische igblad Voorwaarts op zaterdag 7 juli 134 gewag van een opstand die de msterdamse Jordaan veertig jaar ge iden in een slagveld veranderde. Een eine week lang woedde in die wijk, nog uitsluitend bewoond door irschoppelingen, een ware oorlog, e zes doden en vele tientallen ge- onden zou eisen. De wanhoop waar- e de werkloosheid en de daaruit 'tvloeiende armoede van de jaren ertig leidde, kreeg nergens en nooit gewelddadig gestalte als toen en ir. et Jordaanoproer vormde het ant- oord van de werklozen op de beslis- ng van de aan het bezuinigen gesla- en regering-Colijn de steunuitkerin- en per 1 juli 1934 te verlagen. De emiddelde wekelijkse uitkering werd an 12,72 gulden teruggebracht tol ,51 gulden, een verschil dus van iet minder dan 1,21 gulden. Dat was eer dan de toch al uitgemergelde euntrekkers verdragen konden. Op oensdag 4 juli 1934 sloeg in de oofdstad de vlam in de pan, waarna ok elders in de stad en in het land kse branden uitbraken. de Jordaan laaiden de vlammen et hoogste op. 's Middags kwam het ot een eerste botsing tussen demon- itranten en politie. Het ook toen al rdelievende dagblad De Telegraaf apporteerde de volgende ochtend: üdat eerst op de Palmgracht een roep van een paar honderd commu- isten uiteengedreven was en iemand, ie hier een schietpartij tegen de olitie begon, was gearresteerd, bleef et den geheelen middag onrustig in eze volkrijke buurt. Vrijwel op alle ioeken der straten kon men kleine groepjes werkloozen vinden die voort durend werden verspreid door leden /an de motorbrigade, agenten te voet :n door de ruiters, die langen tijd in den Jordaan en naaste omgeving toe licht bleven houden. Het geronk der notoren en het getrappel der paarden rok aller aandacht. Uit vrijwel alle ensters zag men de bewoners rustig oekijken naar hetgeen er zou gebeu- en'. iang werd het geduld van de rustig lekijkende bewoners niet op de proef esteld. Al gauw klonk het ook op-de olgende dagen veelvuldig gegeven onsigne van de politie: 'Ramen licht'. Behalve geslagen, werd er ook geschoten. 'In alle zijstraten', schreef "Voorwaarts, '(klonken) de scherpe knallen der politierevolvers.' De oor- I log was weldra compleet. Barricaden De Jordaan moet die avond een spookachtige aanblik hebben geboden, omdat de opstandelingen de lantaarns hadden vernield. In alle straten wa ren barricaden opgeworpen. De politie werd met stenen, dakpannen, bloem potten, flessen en andere projectielen bekogeld. Volgens krantenverslagen waren er duizenden mensen op de been; keer op keer werden zij door charges van de hardhandig optreden de politiemacht verspreid. Ook in andere delen van Amsterdam was of werd het onrustig. In de Indische buurt kwam het tot relletjes doordat de buurtbewoners waren op geroepen te protesteren tegen een NSB-vergadering die op het Ambon- plein zou worden gehouden. De verga dering werd overigens op het laatste ogenblik afgelast in verband met het overlijden van prins Hendrik. Ook rumoerig was het op Kattenburg, een stadswijk die altijd een belangrijke ro' beeft gespeeld bij opstanden. De po' "'e trad daar op tegen een groep v Hozen die een optocht Wilde hou den. P:om een uur of één 's nachts had de politie het laatste verzet in de stad gebroken. De eerste gewonden waren gevallen, en op het hoofdkwartier van do pol tie, het posthuis Zeeburgerdijk. bevond zich een aardige verzameling van de projectielen waarmee gegooid was. De Telegraaf sprak van 'een geheel arsenaal, waaruit duidelijk bleek, dat het straffe optreden der politie meer dan gerechtvaardigd was'. Onweer De volgende dag. donderdag 5 juli 1934, bleek de rust nog allenninst teruggekeerd te zijn. Een verslaggever tekende op: 'Een warme middag was het. Een broeiend heete sfeer. Uit de ramen, boven de bloempotten, die even een fleurige tint aan de huizen geven, lagen mannen en' vrouwen te kijken. Naar beneden, waar op eiken hoek van de straat mannen stonden te praten. Verhitte gezichten en verhitte gemoederen. Zoo nu en dan reden politiemotoren voorbij. Even een vlucht. Dan hernam de Jordaan zijn beeld weer van dezen middag. Roerig, mokkend, broeiend warm. Er zat on weer in de lucht'. Het onweer zou niet lang op zich laten wachten. De volgende morgen viel in De Telegraaf te lezen: 'Op de Lindengracht werden plotseling de straatsteenen opgebroken. Uit alle hoeken schoten menschen toe. Zij boorden met werktuigen de steenen uit den gronden legden ze op hoo- pen. Dit was het signaal voor een formeelen opstand. Toen even later de politie verscheen werd zij met een hagelbui van steenen ontvangen. Tie rend en joelend bejegende de Jordaan de agenten. Uit het publiek werden wapenen gericht Dakpannen vielen kletterend neer. De dwarsstraten wa ren vol gerucht. Gefluit en gesis weerklonk aan alle kanten'. 1 Aanzienlijk minder uitbundig was de beschrijving die Voorwaarts van dé Een beeld van de onlusten, nu vertig jaar geleden, in de Amsterdamse Jordaan. gebeurtenissen gaf. In proza dat alle kruitdamp ontbeerde, meldde dit blad: 'In de Goudsbloemstraat heeft de politie vanmiddag een drietal bar ricades ontruimd en 'veroverd'. Barri cades in een der armste straten van deze door ellende verworden arbeiders buurt. Achter en terzijde van deze puinhoopen vochten de armsten van Amsterdam op hun wijze voor behoud van de steunregeling, die de misère toch al niet uit hun woningen hield. Ook déze passage loog er niet om: 'Nu staan tien, vijftien agenten, de met scherp geladen revolvers in de hand, op wacht. Hoog, achter een gordijn- loos venster, verschijnt een hoofd van een jonge vrouw, vaal geel, een ver bitterd gezicht. En achter groezelige gordijnen kindergezichten, angstig, morrend, ongedurig*. Zoveel medegevoel kon het liberale Algemeen Handelsblad niet opbren gen. Hautain betitelde het (evenals trouwens de Nieuwe Rotterdamsche Courant) de opstandelingen als 'ge peupel'; in het hoofdartikel schreef deze krant op 6 juli 1934 vol afschuw over 'het grauw dat gisteren in den Jordaan winkels plunderde, straten opbrak en lantaarns vernielde'. De verslaggever van het Algemeen Handelsblad beleefde er bange uren: 'Van alle kanten van de stad kwamen de ongunstigste elementen van de be volking naar den Jordaan om er mee te genieten van hetgeen de communis tische 'Tribune' noemt: 'de eenheid van de actie der arbeiders.' Wie in voorkomen en uiterlijk afweek van het type 'Jan met de pet' liep in de straten van den Jordaan levensgevaar, men drong naar hem op en als hij niet maakte, dat hij wegkwam, zou hij onderhanden worden genomen.. Hitscampagne Niet als enige zocht het Algemeen Handelsblad de schuld van het Jor daanoproer bij de communisten, in het bijzonder bij het dagblad van de Communistische Partij Holland, De Tribune. In Voorwaarts van 6 juli 1934 stond te lezen: 'De onlusten in de Jordaan zijn niet het werk van opgeschoten jongens. De uitvoerders zijn jonge kerels, werkloozen, die ra deloos zijn door de misère en redeloos door een voortdurende hitscampagne. Zij beseffen niet, wat zij bezig zijn te doen. Het is troosteloos dit te moeten constateeren.' In een hoofdartikel sprak het socialis tische blad de volgende dag van 'com munistische wanhoopspolitiek' die 'haar eerste slachtoffers geëischt' had, Ook de SDAP stak in een verklaring, uitgegeven op 7 juli 1934, een be schuldigende vinger uit naar de com munisten. In de verklaring, door voorzitter Koos Vorrink en secretaris C. Woudenberg ondertekend, werd vastgesteld 'dat een stelselmatige op- hitsingspropaganda van de zijde der communisten en andere zoogenaamde revolutionnaire groepen onder de zwaarst getroffenen er op gericht is deze in een volkomen uitzichtlooze agitatie te betrekken, die straatstee nen stelt tegenover revolvers, karabij nen en machinegeweren der overheids organen. Terwijl de communistische leiders verre blijven van de gevaarlij ke plaatsen kleurt het nutteloos ver goten arbeidersbloed de straten van de proletariërswijken. Slechts de zwartste reactie, het hardvochtigst scherpslijpersdom kan bij deze strijd- methode winnen'. Een paar dagen later liet het ver- bondsbestuur van het NVT zich in gelijke zin uit. Het schreef: 'De nieu we regeering verlaagde de bij drage van het rijk in de kosten voor de steunregelingen en werkverschaf- fingsloonen van 75 millioen gulden op 46 millioen, dus met niet minder dan 29 miljoen of veertig procent. Met ingang van 1 Juli is de regee ring tot het invoeren van verlagingen overgegaan, nadat in Twente ondanks krachtig en groot verzet der geheele arbeidersbeweging en een deel der burgerij de verslechtingen reeds einde April ingevoerd werden. Van de be grijpelijke, zeer groote ontstemming, die tegen deze maatregelen der regee ring in het land is ontstaan, maken heiaas communisten en andere onver antwoordelijke elementen misbruik om de arbeiders de straat op te halen en geweld te laten plegen'. Voorschriften De Eerste en Tweede Kamer bleven niet achter: de minister van justitie werd gevraagd of hij kennis had geno men van de naar de mening van de parlementariërs opruiende taal ln De Tribune, in het bijzonder in het num mer van 4 juli 1934. Het christelijk- historische Eerste-Kamerlid De Savor- nin Lohman wilde weten, of de minis ter bereid was 'het zijne te doen om door Leo Kieyn dergelijke openlijke ophitsing tot bur geroorlog te verhinderen'. De minister bleek daartoe best bereid te zijn: op zaterdag 7 juli 1934 trok ken de hoofdofficier van justitie, twee substituut-officieren en een leger poli tiemannen naar de Amstel in Amster dam, waar op nummer 85 De Tribune werd vervaardigd. De persen werden onklaar gemaakt. Tot eind juli ver scheen de krant in gestencilde vorm. Voldaan stelde De Telegraaf vast: 'Met dezen maatregel heeft men de ongeregeldheden eindelijk in het hart getroffen, want het is toch geen ge heim, dat de 'aanbevelingen' van De Tribune telkens het sein waren voor nieuwe ongeregeldheden en vele op roerige elementen de voorschriften in dit blad blindelings volgden.' Waar De Telegraaf die 'voorschriften' vandaan haalde, is niet duidelijk, zo als ook de beschuldiging van De Sa- vornin Lohman dat De Tribune tot burgeroorlog ophitste uit de lucht gegrepen was. Het communistische dagblad liet er weliswaar geen enkele twijfel over bestaan naar wie zijn sympathieën uitgingen, maar 'n krant als De Telegraaf deed dat ten slotte ook niet. Wellicht werd als 'voor schrift' of ophitsing beschouwd een in het nummer van 4 juli 1934 afge drukte brief, ondertekend door 'Een der vele gedupeerden', waarvan het slot luidde: 'Kameraden, werkloozen, ls het nu genoeg of niet. Laten wij terugdenken aan 1918. Ook toen was er ellende, maar het verzet was groot en de bezittende klasse kroop in haar schulp en de arbeiders kregen hun eischen grootendeels uit angst inge willigd. Aan ons de taak om gezamen lijk de bezittende klasse een donde rend halt toe te roepen'. Het blad Voorwaarts, dat de commu nisten eerder van een 'voortdurende hitscampagne' had beschuldigd, kwam daarop in een hoofdartikel op 12 juli 1934 min of meer terug. Voorwaarts noemde het een legende 'als zou het oproer wei-doordacht en wei-voorbe reid van stonde aan op touw gezet zijn door de communistische partij, die, na eerst op dit oproer aange stuurd te hebben, vervolgens, toen zij het juiste oogenblik daarvoor geko men achtte, welberaden haar maatre gelen zou hebben genomen en het oproer in gang gezet'. 'Er was, aldus het hoofdartikel, 'in dit alles niets vooraf beraamd; niets georganiseerd, niets overdacht. Pas daarna maakte de 'Tribune' zich van de onlusten meester en vuurde ze aan'. Dat laatste kan moeilijk worden ont kend, waar bijvoorbeeld in De Tribu ne van 6 juli 1934 werd gesproken over de laffe wraak van een politie, die een langen bangen avond in angst en vrees had verkeerd, omdat de werk- looze, hongerende massa's van Am sterdam hun machtige vuist hadden getoond...' En in nog onverbloemder taal stond een dag eerder in het communistische dagblad te lezen: 'Weg met de steunverlaging, weg met de aanval op de loonen. Weg met de fascistische maatregelen der Colijn- regeering. Weg met Mussert en zijn benden. Weg met de imperialistische oorlogsvoorbereiding'. OANUA IS NIET NA**, fcCMOOL'j Z'N SCHOENEN 6SNNE IN DE. RtPARATlfc... De crisijaren, warin het Jordaan oproer een van de diepte punten vormde, inspireerden Jo Spier tot deze tekening. Naspel Mede dank zij de versterking van militairen die de zelf al onbarmhartig optredende politie in Amsterdam kreeg, was het oproer al op 7 juli praktisch de kop Ingedrukt. De burge meester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, liet een verslaggever van De Telegraaf weten: 'Het is jammer dat er slachtoffers gevallen zijn, doch wanneer men den omvang van de ongeregeldheden beschouwt en de groote machtsmiddelen die ontvouwd moesten worden, dan is er nog reden om dankbaar te zijn dat het niet erger geloopen is'. Ook op een groot aantal andere plaat sen in het land was het tot een begin van oproer gekomen, maar uitbarstin gen als in de Jordaan bleven achter wege, al werd ook de Rotterdamse volksbuurt Crooswijk een belegerde veste. In de week die op de oorlogsdagen volgde, werden de zes in Amsterdam gevallen doden begraven. Over de be grafenis van vier van hen, onder wie een 17-jarige jongen en een 81-jarige grijsaard, schreef Voorwaarts op 12 juli 1934: 'Vier begrafenisstoeten re den haar het stille kerkhof, waar de boomen ruischen, waar de zon schijnt in al de pracht van den rijken zomer. En achter die stoeten honderden man nen en vrouwen, schamel, somber, geslagen van ellende. Het naspel van de tragedie, die Amsterdam doorleef de, treft de breede volksmassa dieper nog en feller dan de angst het deed, toen de schoten knalden in de donke re straten'. door R. N. Degens AMSTERDAM In het algemeen missen degenen die wegblijven bij concerten met eigentijdse mu" ^ieik de laatste jaren niet zo erg veel. Tot de uitzonderingen dié deze regel bevestigen behoort het Concert dat liet Radio Filharmonisch Orkest donderdagavond o.ï.v. Michael Gielen in het Amster- lamse Concertgebouw 'gaf. Henk van der Donk, Hans Keyzer en Wim Koopman hun razend moeilijke partijen speelden kon dit Quadrivium, dat ik tot de beste werken van Mader na en ook van deze tijd reken, een zo grote indruk maken. pe lege stoelen waren weer ver in de Meerderheid, zelfs een groot deel van de seizoenbezoekers van dit soort con- lerten had verstek laten gaan. Waar- 'an zij spijt kunnen hebben. Tenmin- te wat het programmadeel vóór de iauze betreft. ïaarin ging de eerste Nederlandse fitvoering van 'Quadrivium' gecompo- ieerd in 1969 door de in 1973 op 53- Jarige leeftijd overleden Bruno Ma derna. Aan wiens nagedachtenis in dit festival een heel concert in Utrecht zou worden gewijd maar dat om technische redenen afgelast inoest worden. Wat erg jammer is, want daarmee hadden misschien de teleurstellingen van het Berio-concert 'in Rotterdam en van de religieuze kitsch die Tavener in de kerken van Haarlem en Den Haag presenteerde, enigszins gecompenseerd kunnen wor den. Maderna's muzikale persoonlijk heid in het algemeen, en zijn Quadri vium in het bijzonder, geeft alle re den dat nogmaals te overwegen. Herschepping Quadrivium is geschreven voor vier slagwerkers en vier orkestgroepen; het was nog maar eenmaal eerder, in Londen, uitgevoerd. Ook dat is type rend voor Maderna, die als dirigent alle gelegenheid had zijn eigen werk te laten uitvoeren, maar die zich in de eerste plaats voor andermans com posities inzette. Michael Gielen die overigens zelf niet componeert heeft zich nu voor dit Quadrivium ingezet. Wat betekent dat hij een belangrijk persoonlijk aandeel in de herschepping van dit stuk had. Want aan de dirigent wordt hierin bijzon der veel overgelaten met betrekking tot tempi, speelmanieren, volgorde van onderdelen enzovoorts. Het ië een zeer indrukwekkende, en soms ontroe rende herschepping geworden, dié dè lyrische schoonheden, zowel als de dramatische kracht van deze muziek suggestief heeft kunnen doen overko men. Er is de laatste jaren vrij veel voor het aantrekkelijke medium 'slag werk' geschreven, met veelal slechts als resultaat een vooial luid klinken de holle-vatcn-muziek. Madrena heeft het slagwerkinstruuientarium, ln een subtiel veelkleurig en boelend opge bouwd samenspel met vier verschil lend samengestelde orkestgroepen, een logische en zichzelf rechtvaardi gende functie gegeven. Mede dank zij de bewonderenswaardige manier waar op de slagwerkers Arie van Beek, Afknapper Daardoor werd na de pauze na vijftig minuten sjouwen met wat er allemaal op het podium moest het stuk van Luigi Nono zo'n afknapper. Het heeft 'Coma una ola de fuerza y luz' (Als een golf van kracht en licht), het is opgedragen aan Luciano Cruz, een op 27-jarige leeftijd gestor ven leider van militante linkse groe pen in Chili, er wordt een tekst in gebruikt van een vriend van Cruz, en het is gecomponeerd voor sopraan, piano, geluidsband en orkest. Het is in zékere zin eén vervolg van een serie soortgelijke werken die No no sinds ongeveer 1952 schreef en waarin hij met zijn muziek protes teert tegen het fascisme, het imperia lisme en het kapitalisme. Er komen altijd wel een paar lyrische passages vóór in Nono's muziek, maar ln hoofdzaak lijkt hij van het principe Uit te gaan dat je geweld met geweld moet bestrijden. Vandaar dat een bat terij van een dozijn pauken en grom men gesteund door ander slagwerk ook ln dit stuk voortdurend op volle kracht werkt, en dat de piano met vuisten en ellebogen in de lage regis ters bewerkt moet worden (overgeno- door Adr. Hager DEN HAAG Men kan van mening verschillen over de vraag of een concervatoriumensemble een plaats dient te krijgen in een manifes tatie als het Holland Festival. Een feit is echter dat men die plaats donderdagavond toebedeelde aan het uit twintig leden bestaande en semble van het Koninklijk concervatorium Den Haag. Michael Gielenherscheppen men en versterkt door bandappara- tuur waarvan Nono zelf de knoppen bedient). Voor die pianopartij had Maurizio Pallmi (een bekwaam Gho- pin-speler) zich als vrijwilliger opge geven. Slavka Taskova deed de so praanpartij in dit van persoonsver heerlijking druipende stuk, dat in een half uur zoveel luisterellende veroor zaakt, dat de ellende waarom het is geschreven helemaal op dé achter grond raakt. Van een verslaggever UTRECHT Het treinverkeer op de lijn Utrecht-Amsterdam heeft gister morgen ernstige hinder ondervonden van het ontsporen van een elektrische locomotief van een goederentrein in Maarssen. Treinverkeer was slechts mo gelijk over één spoor, waardoor en kele treinen moesten uitvallen. De intercity van Zandvoört naar Heerlen en Maastricht werd via Hilversum omgeleid. Om kwart over tien gister- mogren was over beide sporen weer treinverkeer mogelijk. De ontsporing was vermoedellijk te wijten aan het te vroeg omzetten van een wissel. De schade viel mee. Festival Agenda Zaterdag 6 juli Amsterdam. The Movies, Do Melkweg en Shaffy Theater van 14.00 tot 1.30 uur: Theater Driedaagse, doorlopende voorstellingen van toneel, cabaret, dans, film en muziek. Stadsschouw burg 20.15 uur: Ned. Operastichting L'Erismena. RAI-Gebouw Zuidhal 20.15 uur: Concertgebouworkest oJ.v, Willy BoSkowsky. Rotterdam. De Doelen 15.00 uur; Ne derlands Vocaal Ensemble en Neder lands Kamerkoor O.Lv. Marinus Voor- berg en Hans van den Hombergh. Zondag 7 juli Amsterdam. The Movies, De Melkweg en Shaffy Theater met 14.00 tot 1.30 uur: Theater Driedaagse, doorlopende voorstellingen van toneel, cabaret, dans, film en muziek. Dirk Jansz. Zwart AMSTERDAM Dirk Jansz. Zwart concerteert zaterdag 13 juli om 20.15 uur op het orgel van de Oude Kerk, Oudekerksplein in Amsterdam. Het concert is een In Memoriam aan Jan Zwart, overleden 13 juli 1937. Doorslaggevend voor deze keuze zal ongetwijfeld de persoon van dirigent Reinbert de Leeuw zijn geweest, die als leraar aan dit conservatorium is verbonden. Als uitvoerend musicus wijdt De Leeuw vooral zijn aandacht aan de muziek van de 20e eeuw. Als componist heeft hij meerdere werken geschreven, die echter op deze avond niet aan bod kwamen. In een matig bezette remonstrantse kerk werden composities uitgevoerd van de Itali aanse componisten Dallapioccola, Be- rio, Maderna en Nono. Een van de solisten was de Engelse sopraan Sorothy Dorow, inmiddels ook in ons land bekend als voortreffe lijk vertolkster van hedendaagse mu ziek. In eon dertiental liederen van Dallapiccola, verzameld als fragmen ten van Sappho, verzen van Anacreon en liederen van Alcaeus, toonde zij overtuigend haar groot technisch ver mógen. De tijd zal leren of men Dallapiccola moet beschouwen als een muzikale tussenpaus, een verbindende schakel tussen tijdperken of dat zijn composities niet tijdgebonden zijn. De uitgevoerde vocale werken van zo'n dertig jaar geleden hebben zeker sfeer, doch bezitten slechts in geringe mate een eigen karakter. Een figuur met ongetwijfeld grotere invloed is Luciano Berio, leerling van o.a. Dallapiccola, die een reeks van belangwekkende composities op zijn naam heeft staan. Men vertrouwde de violiste Vera Beths de interpretatie toe van Duo pezzi met Stanley Hoog land als begeleider. Composities met indringende kracht, met grandeur ge schreven en door Vera Beths met grote virtuositeit en indrukwekkend technisch kunnen gespeeld. In een Italiaans programma uiteraard ook een plaats voor Bruno Maderna. De 'keu2e viel op zijn veel gespeelde Serenata no. 2 voor elf instrumenten. Reinbert de Leeuw heeft tot uitdruk king gebracht, dat Maderna's muziek hem na aan het hart ligt. En hij heeft die affiniteit weten over te brengen op de uitvoerenden. Luigi Nono heeft zijn Liederen voor Guiomar opgedragen aan de sopraan Dorothy Dorow en men kon ervan overtuigd zijn, dat men werd gecon fronteerd met een optimale weergave. Nono verloochent zijn afkomst uit het land van het belcanto zeker niet; Italië immers ls de bakermat van do vocaliteit. De afsluiting van het con cert met deze fascinerende, geraffi neerde en effectvol géschreven compo sitie vormde zonder enige twijfel het hoogtepunt van deze Italiaanse avond. OSLO De Braziliaanse aartsbis schop Helder Camara heeft in het Noordoosten van Brazilië twee stuk ken land gekocht. Hij heeft dit ge daan van de 750.000 gulden, die hem in het begin van dit jaar werden overhandigd, toen hij in Oslo de al ternatieve? vredesprijs ontving. Ook in Nederland is hiervoor toen geld inge zameld- Mgr. Camara heeft het bedrag ter beschikking gesteld van de 'Operatie hoop'. Deze zal zorgen voor het be heer van de beide stukken land, voor de aanschaf van landbouwwerktuigen en voor de bouw van woningen voor de boeren. De ruim 7.000 hectaren zullen onder coöperatief bestuur strin. De boeren krijgen do mogelijk heid later zelf grondeigenaar te wor den. De Harvard-universiteit van Cambrid ge in de Amerikaanse staat Massachu setts, heeft aan mgr. Helder Camara een ere-doctoraat verleend.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 11