ET WESTEN KOESTERT IJN GEKOZEN KONINGEN E ia de wittebroodsweken moet Portugal weer aan het werk J\ MONARC REPUBLICAN F Haurice Duverger en de opkomst van de Republikeinse Monarchie MAURICE o „r:r Jèv",o oil comment les (lémocrafies se dómieïit des rois iflatie en arbeidsonrust bemoeilijken economische opbouw lUW/KWASTET ZATEiRBAlG 15 JÖNI 1974 BUITENLAND T17/K17 or Chris Blankenburgh tijd van de machtige parlementen in de westerse democratische landen is voorbij. In moderne, geïn- itrialiseerde staten heeft het staatsbestuur, de uitvoerende macht, het steeds meer voor het zeggen jregen. Aan de top van dit bestuur staat de regeringsleider, wiens macht in de afgelopen 25 jaar istisch toegenomen is. Zonder het te merken is er een geheel nieuwe vorm van koningschap ontstaan. de troon van de oude, erfelijke t, die met de komst van het neen kiesrecht en parlementaire ringen een ceremoniële randversie- was geworden, is een nieuwer- e monarch teruggekeerd. Het is :oning van de Republikeinse Mo- hie Republikeinse Monarch heerst zoals de vroegere koning, 'bij de ie Gods'. Hij regeert bij de gratie het volk dat hem kiest en hem lijk de machtigste staatspost be- Hij noemt zich president, kan- r of premier. Maar in werkelijk- is hij een gekozen koning, wordt gesteund door machtige spartijen of coalities. Hij wordt ilair gemaakt en van het imago superman voorzien door de mo- e massamedia. De Republikeinse arch heeft daardoor een autori- die weinig verschilt van het g van de vroegere autoritaire gekozen koning heeft het voor- 'dominerende parlement opzij ge- gen. Maar de aftakeling van de imënten heeft de komst van de twe monarch ook mogelijk ge kt. En beter dan het parlement is ekozen koning in staat weerstand eden aan de nieuwe anti-tdemocra- ie krachten, die de moderne, wes- natie bedreigen. De gekozen mo- h en niet langer het parlement is pperste beschermheer van de 'hei democratie' geworden. Zijn komst kent het einde van de oude ementaire democratie en de ge- te van een nieuwe, monarchaal- iblikeinse democratie. Republikeinse Monarchie is niet sn in opkomst, maar zij bestaat al. komt voor in de VS, Canada, eland, Frankrijk, West-Duitsland, iden, Oostenrijk, Australië, Nieuw- land en India. In Finland, De- arken en Noorwegen is zij volop ntwikkeling. In West-Europa zijn dit ogenblik alleen België, Italië, seriand en Nederland (nog) geen ublikeinse Monarchie. In Neder- en Italië heeft men nog het lerwetse parlementaire stelsel, dat Jormd is naar het Britse voorbeeld (hóórde Eerste Wereldoorlog, ze kernachtige en nogal opzienba re stellingen vormen de kern van eerder dit jaar verschenen boek Monarchie Républicaine' van de tinente Franse politicoloog en lentator Maurice Duverger. Du- |er, die specialist is op het gebied westerse regeringssystemen, illus- zijn soms onthutsende conclu- met een veelvoud van argumen- en voorbeelden. Wij zullen in poging tot een samenvatting van Maurice Duverger: gekozen monarch behartigt belangen van volk doeltreffender dan parlement zijn betoog eerst proberen vast te stel len, wait Duverger nu precies bedoelt met een 'Republikeinse Monarchie'. Nieuwe monarchie Een Republikeinse Monarchie, aldus Duverger, is een staat met een rege ringsledder aan de top, die via vrije, algemene verkiezingen aan de macht komt of de laan wordt uitgestuurd. Voorwaarde is, dat aan die verkiezin gen meerdere kandidaten hebben deelgenomen en dat zij een echte concurrentieslag hebben moeten leveren. Een tweede voorwaarde is, dat de gekozen monarch ook de wer kelijke politieke baas in zijn land is. Hij moet metterdaad het hoogste ge zag uitoefenen, dat aan zijn staats functie wordt toegeschreven, en dus niet alleen maar 's lands opperste ceremoniemeester zijn. Welnu, aan deze voorwaarden voldoet een indrukwekkende reeks presiden ten. kanseliers en premiers van mo derne, westerse en zelfs niet-Westerse naties. De presidenten van Amerika en Frankrijk zijn heel duidelijk ge kozen koningen. Minder duidelijk is dat in landen als Engeland en West- Duitsland. waar de regeringschef voortkomt uit de grootste partij in het parlement of de grootste coalitie. Maar ook in deze verkapte vorm zijn de Britse premier en de Westduitse bondskanselier een Republikeinse Mo narch, een tamelijk almachtig gekozen koning, aldus Duverger. De Republikeinse Monarch is koning, omdat hij zo machtig is. De werke lijke macht van de moderne monarch is bijna even groot als die van de oude, autoritair heersende vorst, ook al zijn de bevoegdheden van de ge kozen koning op papier drastisch be perkt. De macht van de Amerikaanse president is omstreden. Hoe moeilijk het is, de man af te zetten, hoeft niet te worden toegelicht. Maar ook de Europese gekozen koning de man die door de grote parlementaire partijen op het schild geheven is heerst vrijwel oppermachtig. De Brit se premier en de Westduitse bonds kanselier belichamen de machtspositie van resp. de Labour-partij en de coali tie van SPD en FDP in de parlemen ten. De partijen, die hun gekozen koning naar de top hebben gestuwd, hebben er groot belang bij hun man in het zadel te houden. Want de val van hun koning betekent de val van de partij; de val van de partij be tekent het erlies van macht en in vloed, de greep op de baantjes; en het verlies van macht, invloed en bestuur lijke functies betekent verspelen van reputatie. Polarisatie De opkomst van de machtige, gekozen koning is vooral veroorzaakt door de ontwikkeling van een politiek systeem, waarin twee politieke organi saties tegenover elkaar zijn komen te staan. In de VS zijn dit de Republi keinen en de Democraten. In West- Europa zijn de parlementaire demo cratieën ontwikkeld vén een systeem van vele kleinere partijen néér een twee-partijenstelsel. De partijen groe peren zich steeds meer in twee tegen over elkaar staande blokken. Men noemt dit proces 'polarisatie'. Opposi tiepartijen of coalities staan tegenover regeringspartijen of coalities. Tege lijkertijd zijn de partijen straf gedis ciplineerde massapartijen geworden. De afgevaardigden in de parlementen stemmen eendrachtig vóór of tegen moties en wetsvoorstellen en scharen zich eensgezind achter of tegenover de regeringsleider e<n zijn kabinet. In Frankrijk staan 'giscardisten' nu tegen over de linkse coalitie. In Engeland staat de Labour-partij tegenover Con servatieven en in West-Duitsland staat de sociaal-democratisch-liberale coali tie tegenover het blok van christen democraten. Deze ontwikkeling heeft de komst van de Republikeinse Mo narchie mogelijk gemaakt, aldus Du verger. Zij is tevens een noodzakelijke voorwaarde voor de handhaving van het systeem van de gekozen koning. Maar evenzeer heeft de moderne pers, radio en vooral de televisie een hoofdrol gespeeld bij de schepping van de nieuwe monarch. De tv heeft de gekozen koning zo dicht bij het publiek gebracht dat hij een bekender figuur is geworden dan de plaatselijke gezagsdrager. Onmisbare monarch Het publiek kan steeds moeilijker buiten zijn gekozen koning. Er be staat een sterke behoefte aan een staatsleider, die door de bevolking wordt gekend. Een man die zij regel matig ziet, over wie zij hoort en leest en die zij kan waarderen of vergui zen. Volgens Duverger spruit deze behoefte voort uit de ontwikkeling van de samenleving tot een onover zichtelijk, ingewikkeld en daardoor onbegrijpelijk geheel. Het platteland is verstedelijkt, de kleine organisaties en bedrijven zijn giganten geworden, problemen kunnen alleen nog door specialisten worden opgelost. De burger, die door de bo men het bos niet meer ziet, heeft behoefte aan vereenvoudiging: het simpel zien van de gebeurtenissen, zodat hij het gevoel heeft dat hij er nog greep op heeft en dat hij er nog bij hoort. Het beeld van de gekozen koning, die regelmatig als 's lands huisvader op de buis verschijnt als de man die alleen de hoogste politieke baas is. voorziet in die behoefte. De moderne samenleving heeft de komst van de gekozen koning niet alleen mogelijk gemaakt, maar zij kan ook niet meer zonder hem. Hiermee komt Duverger aan de kern van zijn betoog. In de oude traditie van de liberale democratie hield de staat zich slechts bezig met de taken van politie, justitie, defensie en het gladstrijken van de ergste gebreken van het parti culiere initiatief, aldus Duverger. Maar in de moderne samenleving re guleert de staat ook de economie, hij organiseert de sociale voorzieningen en stuurt zelfs de persoonlijke inko mens bij. In tegenstelling tot de oude, liberale staat beperkt de moderne staat zich niet meer tot het maken van wetten, maar neemt hij massa's snelle, soepele en nauwkeurige maat regelen, die op een onmetelijke hoe veelheid technische en specialistische informatie zijn gebaseerd. Een belangrijk deel van die gegevens worden geleverd door reuzenorganisa-s ties: de ministeries met hun ambtena ren, de superconcerns, de vakcentrales en de politieke partijen. Maar deze reuzenorganisaties streven ook hun ei gen belangen na. Er ontstond zo een levendige wisselwerking samenwer king en tegenspel tussen de hoog ste politieke leiders en de door spe cialisten, technocraten geleide be stuurlijke, economische sociale en po litieke reuzenorganisaties. Het samen spel van specialisten is door de Ame rikaanse econoom John Kenneth Gal- braith. de 'technostructuur' genoemd: groepen mensen, die expert zijn op uiteenlopende specialistische gebieden en die samen deelnemen aan het voorbereiden en nemen van besluiten in de organisatie, waarvan zij deel uitmaken. Technostructuur Deze 'technostructuur'. aldus Duver ger, heeft een nieuw soort mensen aan de macht gebracht. Het zijn de mensen die doorkneed zijn in het op gang houden van de reuzenorganisa ties: de nationale en multinationale ondernemingen, de politieke partijen, de sociale organisaties en de departe menten. Deze mensen hebben de han dige parlementaire redenaars, de lie den die het goed doen bij de verkie zingen, de beroepspolitici en de par lementariërs aan de kant gedrukt. Het parlementslid, dat van alles iets. maar van niets alles weet. is door de veel heid en ingewikkeldheid van de problemen van de moderne staat niet langer bij machte tegendruk uit te oefenen tegen de nieuwe, technocrati sche machthebbers, die als alle machthebbers neigen tot machtsmis bruik en tirannie. De grootste bedreiging voor de demo cratie in de moderne, westerse staat, aldus Duverger, wordt thans gevormd door de economische technostructuur: de chefs van de grote nationale en multinationale concerns, die door het marktmechanisme en de drijfveer van de winst tot tirannie worden gedwon gen. De Republikeinse Monarch, de moder ne gekozen koning, is de man die beter dan het parlement doeltreffend weerstand kan bieden aan deze mo derne bedreigingen van de democra tie, meent Duverger. 'Als de techno- structuren alleen maar een parlme- naire macht voor zich zien. kunnen zij doen en laten wat zij willen en degradeert de democratie tot een technocratie. Zij kunnen alleen in evenwicht worden gehouden door een sterke, politieke autoriteit, die bemid delt tussen de leden van de techno structuur en hen zijn slotbeslissing oplegt. Alleen een regeringschef die uiiit algemene verkiezingen voortkomt, kan aan deze voorwaarden voldoen. Deels omdat hij machtig genoeg is om zich te laten gelden. Anderzijds omdat hij het geheel van de staatsburgers vertegenwoordigt. Koning-democraat Omdat hij een gekozen koning is, die zijn betrekkingen met de kiezers moet blijven cultiveren om aan de macht te kunnen blijven, is de Republikeinse Monarch de meest doeltreffende be- FO.NT langenbehartiger geworden van de totale bevolking van zijn staat. Het parlement moet voortaan genoegen nemen met het controleren van de monarch, het vertolken van de wen sen van het publiek en ervoor zorgen dat de gekozen koning binnen zijn eigen terrein blijft opereren. Betekent qc komst van de gekozen koning en de verdringing van het parlement geen fervente bedreiging voor de democratie? De nieuwe mo narch kan immers zelf tiran worden? Duverger meent van niet. 'In Santiago (Chili) zijn de zaken op 11 september 1973 duidelijk geworden', zo schrijft Duverger. 'Daar heeft een man alléén (Salvador Allende) de democratie be ter belichaamd dan het parlement, dat in meerderheid de militaire staats greep goedkeurende en waar parle mentsleden van het Centrum een bond genootschap sloten met de fascisten, zoals zij eerder hebben gedaan in het Duitsland van 1933, toen zij voor vol ledige volmachten aan de nazi's stem den'. La Monarchie Républicaine door Maurice Duverger Uitgeverij Ro bert Laffont Parijs prijs Fr. fr. 28,—. d grote menigte Portugezen is samengestroomd op een plein. Daarboven op een bordes staat een man in een met goud bezaaid uni- m. Onberispelijk, met een monocle, witte handschoenen en een bewerkte officiersstaf, die bij verschillende malen als een overwin- igsteken omhoog beft. leider van de coup van 25 april de nieuwe president van Portugal eraal Antonio de Spinola, was op mee om zijn invloed en gezag bij Portugezen verder te vergroten en hen tot rust, geduld en kalmte te ien. 'We hebben een zware last rfd, we hebben een ziek Portugal rfd, een arm Portugal, dat nu weer g en rijk moet worden', hield De nola de menigde in de stad Evora r. Kortom: Portugal moet na de tebroodsweken na de vreugde van revolutie en de blijdschap vanwege nieuwe regiem weer aan het c dc« ■ntal tj im 3.V. door lei akingen ar voor het ministerie van arbeid de Praca de Londres in Lissabon lonstreren nog bijna dagelijks 'knemers voor hogere lonen, korte- werkweken, een prijsstop. Onmid- hjk na de coup spoelde een golf i stakingen over het land. Metrobe- urders, buschauffeurs, broodbak- s, vissers, postbestellers, werfarbei- kregen eindelijk de kans hun >n luid en duidelijk kenbaar te ken en hun vreugde over de poli- ke ommezwaai te uiten. Er werd 'raat, vergaderd, gefeest, de vrij- d greep om zich heen, de geest was de fles. ier de gesel van Caetano was dat ..anaal onmogelijk: stakingen waren L 'boden en werden met harde hand Irgeslagen, terwijl er voor protes- toch reden genoeg was. CAO's in tugal konden maar één keer in de 4 worden herzien, de lonen waren laagste in Europa en als er dan tot Risverhogingen werd overgegaan, ;en die veel te laag om de inflatie s maar bij te houden. Ook van de monden hoefden de arbeiders geen - in te verwachten. De syndicaten rden beheerst door de leiding van bedrijven en door de regering. Zij Pen liever de hulp in van de politie dan dat zij de arbeiders steun den bij gezien de inflatie hele maal niiet onredelijke looneisen. De inflatie in Portugal bedroeg vol gens de meest voorzichtige en geflat teerde schattingen de laatste jaren zeker 20 procenit, en zal door de problemen na de coup dit jaar nog wel een stuk hoger uitkomen. Levens middelen stegen vorige jaren nog veel sneller in prijs dan 20 procent: de prijs van bacalao, het nationale gerecht met stokvis en kabeljauw, werd plotseling verzesvoudigd, melk verdubbelde in prijs, evenals de bran dewijn op morellen ('boerenjon gens') die de Portugees de ellende even liet vergeten. Prijzen in Lissa bon doen vaak niet onder voor die in Amsterdam, maar een ongeschoolde arbeider op de reusachtige werf Lis- nave in Lissabon, aan de monding van de Taag, verdient niet meer dan 3500 escudo per maand (een escu do is ongeveer een dubbeltje) en dan is hij nog goed af vergeleken bij de Portugezen op het platteland. Reserve Vorige Portugese regeringen maakten zich liever druk over problemen over zee dan aandacht te besteden aan de economische moeilijkheden in het moederland. De aartsconservatief Sala- zar vond dat iedere stuiver er één was en stopte ze liever in een oude kous dan ze te investeren. Daarmee bouwde hij wel een keurige reserve op, maar de Portugezen konden er niet van eten. Zijn opvolger Caetano was wat ruim- denkemder maar ook hij heeft Portu gal niet tct ontwikkeling kunnen brengen. De dictator voelde zich daar aan allerminst schuldig. De inflatie was in zijn ogen een niet te voorko men kwaad van buitenaf waar weinig aan te doen viel. Caetano had wel gelijk met zijn op vatting dat de inflatie van buitenaf kwam, maar dat gebeurde alleen op een wat andere manier dan de dicta tor bedoelde. De anderhalf miljoen jonge Portugezen die in Noord-Euro pa waren om te werken of in de koloniën om te vechten op een bevolking van negen miljoen vorm den de belangrijkste motor voor de inflatie. Portugal miste daardoor het meest werkbare deel van zijn bevol king. In sommige dorpen op het plat teland zag je alleen nog maar vrou wen, kinderen en oude mensen. Ruim een miljoen jonge mannen probeer den de kost te verdienen in econo misch wat beter renderende landen en maakten regelmatig een bedrag over, om de familie thuis in leven te houden. De geldhoeveelheid -in Portu gal zwol daardoor aan, maar de pro- duktie bleef door het gebrek aan arbeidskrachten achter. En meer geld maar minder produktie betekent auto matisch inflatie, geldontwaarding. Het enige voordéel van de giro-overschrij vingen van over de grens was, dat de betalingsbalans van het land bleef blozen. Ook de jonge en gezonde mannen die in Afrika vochten, ontnamen Portugal een fiks brok arbeidskader. Zij het dan dat zij minder vrijwillig het land hadden verlaten dan de 'gastarbei ders.' Zij waren gedwongen ver van huis een koloniale oorlog uit te vech ten die ieder jaar duurder werd en vorig jaar 40 procent van het Portu gese budget oplsokte, ofwel 45.507 miljoen escudo. Koloniën De koloniën hebben voor Portugal ook wel economisch nut gehad, maar uit eindelijk zijn de nadelen wel wat groter gebleken dan de voordelen. Het Europese moederland kan de ge biedsdelen overzee zonder al te veel pijn missen. Portugal zal dan z'n Afrikaanse leve ranciers en ook z'n Afrikaanse mark ten kwijt raken, maar het handelsvo lume slonk toch al met het jaar, en het Iberische land kan door het verlies van de 'belaste' koloniën andere part ners terugkrijgen. Alleen 't wegvallen van de olieleveran ties uit de Angolese enclave Cabina kan vervelend zijn voor het door de Arabieren geboycotte Portugal. Maar als het land z'n koloniën de vrijheid geeft, zal het met de boycot ook wel snel gedaan zijn. (In feite heeft Por tugal trouwens liever de Arabische olie, omdat die vanwege het lage zwavelgehalte in het Land zelf geraffi neerd kan worden, terwijl de olie uit Cabinda nog steeds op een goed ge heim gehouden plek in het buiten-, land wordt gezuiverd en verfijnd). door Nico Kussendrager Portugal zou met het afstoten van de koloniën niet alleen meer aanzien krij gen bij de Arabieren, maar ook in de rest van de wereld. Het kan op den duur zelfs lid worden van de EG en op korte termijn in ieder geval de banden met West-Europa nauwer aan halen. De Gemeenschap lijkt best be reid eem onbelast Portugal te helpen. Positief Is ook, dat de soldaten van overzee zullen terugkomen om de hand weer aan de machine of de ploeg te houden in plaats van aan het geweer, zij het dat hun plotselinge binnenkomst wel wat 'groeistuip j es' kan geven. Met hein zullen waarschijn lijk ook een paar honderdduizend Portugezen uitwijken die de grond in de koloniën te heet onder de voeten wordt en dat zou wel eens een werke lijk probleem kunnen worden voor het moederland. Aan de andere kant zullen investeringen die tot nu toe overzee werden gedaan, hun weg waarschijnlijk vinden in Portugal zelf. In feite zijn het de grote ondernemin- der toenemen. En dat terwijl de eer ste weken na de coup al handen met geld hebben gekost. Dan ook zal Por tugal voor investeerders veel van z'n aantrekkelijkheid verliezen, terwijl het land voor het internationale groot-kapitaal toch al aan charme heeft ingeboet door de loonstijgingen van de afgelopen wekein. Lage lonen geven hoge winsten en daarom kwa men in het verleden veel bedrijven op Portugal af als vliegen op de stroop. Dat feest is nu voorbij. Ook de mededeling van De Spinola dat er mogelijk een 'aniti-monopoiiebe- leid' moeten worden gevoerd, heeft de grote concerns niet juichend doen binnen rennen. Mogelijkheden De menigte juicht generaal De Spinola toe gen geweest, die het meest hebben geprofiteerd van de koloniën. Aan de top staat de Companhia Unial Fabril, die, begonnen als zeeppoederfabri ek, nu een conglomeraat vormt, dat zich uitstrekt van olie en chemie via scheepsbouw naar textiel en levens middelen. Het concern is nauw be trokken bij de Portugese activiteiten overzee, wat het de twijfelachtige eer heeft opgeleverd dat in Guinee-Bissau gesproken wordt over de oorlog van de 'companhia.' CUF is eigendom van de familie Mellos, één van de 'hon derd famillies' in Portugal, waarvan de invloed en rijkdom schril afstaken bij de machteloosheid en de armoede van de arbeiders. Daaraan is nu een einde gekomen. De arbeiders hebben de toekomst van Portugal voor een groot deel in han den gekregen. Zullen zij genoegen nemen met de loonstijgingen van de afgelopen weken die door de rege ring noodgedwongen voor een deel weer zijn teruggedraaid? Zullen zij akkoord gaan met het geringe mini mumloon van 3300 escudo? Vinden zij de prijsmaatregelen en de rem op alle inkomens boven 7500 escudo voldoen de? Het antwoord op die vragen is door slaggevend voor de economische toe komst van Portugal. Als de arbeidson rust blijft, zal ook de produktiviteit achterblijven en dus de inflatie ver- Maar als de bedrijvigheid niet weg blijft, als de ruim een miljoen 'gastar beiders' met hun spaarbankboekjes te rugkomen en als de 'honderd families11 wat minder naar rendement gaan kij ken, heeft de Atlantische facade van het Iberisch schiereiland zeker moge lijkheden. In de scheepsbouw, in de visserij, in de bodemschatten (Portu gal is een grote leverancier van wol fram), in olie en chemie (in Sines is de bouw begonnen van een reusachti ge raffinaderij) en in het toerisme. Ook de landbouw heeft bitter hard een nieuwe aanpak nodig. De bedrij ven moeten worden vergroot (40 pro cent is op het ogenblik kleiner dan één hectare), er moeten meer coöpe raties komen, er moet gemechaniseerd worden. De last om Portugal uit het slop te halen heeft De Spinola gelegd op de schouders van dr. Vieira de Almeida, een bankier van grote reputatie. Of de jonge dottore zal slagen, hangt ook af van de politieke verhoudingen in zijn land. De communisten werken op het ogenblik loyaal mee aan het be leid van junta, maar er bestaan fikse meningsverschillen tussen hen en de verre van linkse De Spinola. Behalve de immer dreigende arbeidsonrust is er dan ook nog de bundeling van rechts, de dreiging van een échte re volutie vanuit het volk, de machts concentratie van de honderd families', die hun verworvenheden koste wat kost willen behouden. Als hij niet op toernee is, brengt De Spinola zestien uur per dag in zijn werkkamer door. Alleen de afgelopen zondag was hij bij een voetbalwed strijd, zijn enige ontspanning van de laatste tijd. De president werkt hard om vast te houden en uit te bouwen wat bereikt is. Hoe een groot deel van het Portugese volk daartegenover staat vat een werfarbeider in Lissabon samen: 'We willen best nog dertig jaar wachten tot we zo ver zijn als de rest van Europa, maar geef ons wel wat te eten!'

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1974 | | pagina 17