De school is hier
erg moeilijk voor
Spaanse kinderen
de plaat
Door taalmoeilijkheden gaat voor hen heel wat verloren
'Zijne Hoocheyt
de Heere Prince
van Orange kocht
een hofstede
POP OP
Wat extra-aandacht
zou veel verhelpen
Soestdijk
drie eeuwen
woonplaats
van Oranjes
door Fred Lammers
Rust aan het
platenfront
Hlv^ÜNiLAAD T17/K17
aleis Soestdijk, gezien vanaf de parkzijde, met op de voorgrond de nog be-
aande vijver, omstreeks 1820.
aleis Soestdijk was gisteren drie
- euwen woonplaats van de Oran-
■fes. Het was stadhouder Willem
e Derde die Soestdijk op 26 april
674 kocht van Jacob de Graeff,
)on van de toenmalige burge-
ïeester van Amsterdam. Hij be-
lalde er 18.775 gulden voor. In
it bedrag was tevens het bij
oestdijk behorende park en bos-
ebied begrepen. Daarom was het
fillem de Derde trouwens te
oen.
ij was een groof liefhebber van de
cht. Op uitnodiging van de familie
(e Graeff kwam hij vaak naar Soest-
ijk om zich aan deze hobby te wij-
en. Zelf had de prins ook een jacht-
ebied, maar dat lag helemaal bij
mhem. In die tijd was het een hele
!is daar uit Den Haag naar toe te
ian; Soestdijk was gemakkelijker be-
sikbaar. Vandaar de prinselijke be-
ngstelling voor dit gebied,
et huidige paleis bestond in 1674
og niet. De naam Soestdijk wel. In
e verkoopacte, door de Baarnse
:hout Rudolf van Ewijck opgesteld
oor de verkoop van het landgoed,
aat het duidelijk;. 'Zijne Hoocheyt de
eere Prince van Orange' werd eige-
aar van 'een hofstede gelegen aan
oestdijck met zijn bepotinge en be-
lantinge en alle 't gene aerd en na-
ïlvast is'.
'aar Willem de Derde vaak op Soest-
ijk vertoefde wilde hij ook gerief-
jk wonen. Vandaar dat nog in 1674
e hofstede werd gesloopt en de prins
jn bouwmeester Maurits Post op-
facht gaf een lustslot te bouwen van
drie verdiepingen. In 1678 was het
voltooid, al werd er nog lang daarna
regelmatig aan verfraaiingen gewerkt.
Vooral aan het interieur werd grote
aandacht geschonken. De jachtkamer
op de eerste verdieping werd een zaal
waarmee de prins eer inlegde als hij
er zijn vrienden ontving. Aan het park
werd eveneens veel aandacht geschon
ken. Het werd in Franse stijl aange
legd met fonteinen, watervallen en
terrassen. Kortom het was er best uit
te houden. Mary Stuart, de Britse
vrouw van Willem de Derde, kon het
geheel echter maar matig waarderen.
Dat verklaart dat de prins er niet zo
vaak meer kwam.
Na zijn onverwachte dood in 1702
werd Soestdijk inzet van familieru
zies. De koning-stadhouder had geen
kinderen, zodat de problemen in dit
opzicht groot waren. Na veel gekra
keel werd het slot in 1711 toegewezen
aan de weduwe van Jan Willem Friso,
de bekende Marijke Meu.
Zij wist haar nieuwe bezit te waarde
ren en kwam regelmatig uit Leeuwar
den over om enige tijd op Soestdijk
door te brengen. Willem de Vierde
had maar kort plezier van Soestdijk.
Zijn vrouw Anna van Hannover bleef
er na zijn dood in 1751 nog geruime
tijd wonen. Zij drukte haar stempel
op Soestdijk. Het tegenwoordige
Baarnse Bos is grotendeels op haar
initiatief aangelegd. Willem de Vijfde
en zijn vrouw Wilhelmina woonden
dikwijls op Soestdijk, nadat zij er in
1767 hun feestelijke intocht hadden
gedaan.
LOGEMENT
In 1795 braken donkere tijden aan.
De Fransen namen Soestdijk in bezit
en hielden er flink huis. Het park en
door Cisca Dresselhuys
ÉLVERSUM Maria del Carmen, Luis en Antonio zijn drie Spaanse kin-
iren, die sinds anderhalf jaar in Nederland wonen. Samen met hun moeder
vamen ze in 1972 naar Hilversum, waar hun vader al negen jaar woonde. Na
die jaren liet hij zijn gezin overkomen, omdat hij goed werk en een aardig
lis had.
Van links naar rechts: Maria del Carmen (16), Antonio (10) en Luis (12) Sanchez Dius.
j werkt als kok in een restaurant
Laren, zijn vrouw is inpakster bij
Knorr-fabriek in Nieuw-Loosdrecht
de drie kinderen zitten op school,
ie op de lagere en een op de MA-
Vader Sanchez Dias spreekt, on-
ïks zijn verblijf van negen jaar in
i land, nog maar gebrekkig Neder-
ids, zijn vrouw spreekt geen woord
Hands. Ook de kinderen hebben
nog erg moeilijk met de Neder-
idse taal, vooral de twee oudsten:
ria del Carmen, die op haar zes
inde jaar in de eerste klas van de
&.VO zit, en Luis, die twaalf jaar is
in de vijfde klas van de lagere
ïool zit. De kleinste, Antonio' is
n jaar en zit in de vierde klas. Van
hele gezin heeft hij waarschijnlijk
minste aanpassingsmoeilijkheden
idat hij een erg spontaan en extra-
•t kind is, dat zich, ondanks het
t, dat hij niet zo best Nederlands
•eekt, gemakkelijk aansluit bij Hol-
ïdse kinderen. De rest van het ge-
is erg op zichzelf, leeft daardoor
el geïsoleerd en heeft bijna geen
itacten met Nederlanders,
t is dus geen wonder, dat de drie
ideren het op school niet gemakke-
k hebben, ook al zijn ze waarschijn-
k echt niet dom. Ze begrijpen vaak
et waarom het gaat, zowel in de Ne-
rlandse les, als bij geschiedenis,
rdrijkskunde en wiskunde. Maar op
ïool heeft men niet de tijd de kin-
ren apart te nemen en ze extra aan-
cht te geven. Ze moeten maar ge-
ion proberen mee te komen en dat
ct helaas niet al te best. Daarom is
t maar de vraag of Maria del Car
at de MAVO zal kunnen afmaken
of Luis straks genoeg kennis heeft
naar een MAVO of een Techni-
le School te gaan. De kinderen be-
fen dat zelf maar al te goed.
lis zegt: Mijn moeder op de fabriek,
later ook op de fabriek' en Maria
I Carmen antwoordt een beetje mis-
oostig op de vraag wat ze later
orden wil, dat dat wel niet veel an-
rs zal zijn dan fabrieksarbeidster,
adat ze het op school allemaal niet
led begrijpt. Een trieste situatie, die
verhelpen zou zijn, wanneer de
aderen op of buiten de school wat
eer extra aandacht zouden krijgen.
het ogenblik worden ze regelmatig
holpen door een vrijwilligster van
de werkgroep buitenlandse arbeiders,
maar dat is het enige, wat er gebeurt.
Waarom krijgen deze kinderen op
school geen extra aandacht? Het
hoofd van de Kardinaal de Jong-MA-
VO, waarvan Maria del Carmen een
leerling is, vertelt: 'Maria is in april
1973 aangemeld. Zij zou, juist omdat
haar begrip van het Nederlands, on
danks een jaarlang bijlessen op de la
gere school nog niet erg groot was, in
die eerste tijd in huis komen bij een
Nederlands gezin, dat haar ook mee
op* vakantie zou nemen. Ik heb er
toen verder niet meer aan gedacht, ik
had de indruk dat het wel goed zou
komen.
'NIET BIJGEWERKT'
In augustus kwam zij bij ons op
school. Ik merkte toen dat zij nooit
bij dat gezin in huis was geweest en
dat ze dus helemaal niet bijgewerkt
was. Van de leerkrachten hoorde ik
toen direkt, dat ze erg veel moeite
met haar Nederlands had. Wij hebben
haar er maar gewoon bij laten zitten,
wij wisten er eigenlijk ook niet goed
raad mee, temeer daar ze erg weinig
contact zocht en zoekt met de andere
kinderen, ook niet met een ander
Spaans meisje, dat in de eerste
klas zit Zij zondert zich het liefst af.
Overigens vind ik haar rapport nog
wel meevallen: een vier voor Neder
lands en een vijf voor wiskunde. Maar
ja, als dat begrip van het Nederlands
niet groter wordt, zie ik het toch
somber voor haar in op deze school.
We hebben laatst nog een test voor
de brugklas gehad, maar die heeft ze
bijna niet ingevuld, ze snapte de uit
leg van de vragen gewoonweg niet.
Kijk, haar Frans is fantastisch, daar
mee is ze de beste van haar klas, dat
sluit duidelijk aan bij het Spaans.
Ook haar Engels, waarvoor ze een ze
ven heeft, is heel redelijk. Maar met
aardrijkskunde heeft ze ook weer
moeite. Dat komt, omdat ze de uitleg
ervan niet kan volgen.
Er bestaat voor ons op school geen
mogelijkheid zo'n kind extra aandacht
te geven, daarvoor zijn de klassen te
groot. Achteraf heb ik er spijt van,
dat mijn dochter, die onderwijzeres
is, haar indertijd geen bijles gegeven
heeft, maar we dachten toen, dat zij
in dat gezin opgenomen zou worden.
Ik geloof trouwens wel dat het een
redelijk intelligent meisje is, maar
dat is moeilijk te peilen, omdat er
veel hiaten zitten in hetgeen ze be
grijpt'.
'HELEMAAL DICHT'
Op school was de leraar godsdienst en
maatschappijleer eigenlijk een van de
weinigen, die zich wat van Maria del
Carmen aantrok. Hij vertelt, dat hij
zag hoe moeilijk het meisje het had
iin de klas. 'Ik probeerde contact met
haar te krijgen, maar ze klapte hele
maal dicht. Ze legt erg moeilijk con
tacten. Ik heb haar eens mee naar
huis genomen, toen was ze erg spon-
nusschool, waar Maria del Carmen
ook nog een tijdje gezeten heeft om
Nederlands te leren toen zij pas in
Holland was en waar nu ook haar
twee broertjes nog leskrijgen, heeft
er, toen de kinderen in augustus 1972
hier kwamen, voor gezorgd dat zij een
jaar lang extra begeleiding kregen
buiten de schooluren. Daarvoor kreeg
men subsidie van de Stichting Bij
stand Buitenlandse Werknemers. 'Het
leek nergens op in het begin. Het was
werkelijk verschrikkelijk. Je kreeg
ook bijna geen contact met hen. We
hebben Maria del Carmen hier ook
nog een jaar gehad, maar ja, die was
veel ouder dan de kinderen hier op
school en voelde zich hier ook duide
lijk niet thuis. In het begin zijn we
taan, maar op school wordt ze weer
dat introverte meisje, dat zich maar
liefst afzijdig houdt. Je ziet dat ook
in de pauzes, wanneer ze bijna altijd
alleen aan de kant staat. Ik kan haar
tijdens mijn lessen wel wat extra aan
dacht geven, doordat ik met individu
ele- en groepsopdrachten werk. Vaak
voelt ze zich het meest happy, wan
neer ze alleen is en als ze iets mag te
kenen, dat doet ze goed, daar is ze
handig in'.
De lerares Nederlands een ietwat
gehaaste vrouw zegt dat Maria del
Carmen inderdaad niet best is in haar
vak en vaak maar weinig begrijpt,
van wat er tijdens de lessen behan
deld wordt. 'Het is heel moeilijk om
haar extra op te vangen, dat zou in
feite alleen buiten de lessen kunnen.
Ik geef haar wat meer beurten en laat
haar meer hardop lezen, maar meer
kun je in de klasse-situatie niet doen.
Ik vind trouwens dat ze de laatste
tijd wel wat vorderingen maakt'. Bui
ten de lesuren heeft zij met het
Spaanse meisje geen contact.
Het hoofd van de r.k. lagere Augusti-
twee uur per dag apart met hen bezig
geweest, om ze toch maar een beetje
Nederlands te leren. Eerst was dat
een kwestie van de namen van aller
lei gebruiksvoorwerpen leren, later
van eenvoudige zinnetjes maken. We
hebben toen speciaal materiaal voor
hen aangeschaft.
Die speciale onderwijzeres is al met
al een jaar met hen bezig geweest, in
het begin intensiever dan later. Voor
dat Maria del Carmen naar de MAVO
ging heeft ze nog extra bijlessen ge
had. Zij was erg consciëntieus bezig
met Nederlands, ze wilde het echt on
der de knie krijgen. Aan het einde
van dat jaar hier kon ze redelijk
meepraten over gewone dingetjes,
maar of dat genoeg is voor de MA
VO? Ik weet het niet, ik vrees van
niet. Dat meisje heeft echt nog extra
aandacht nodig'.
VERSCHILLEND
Over de twee broertjes, die hij op het
ogenblik nog op school heeft zegt dit
schoolhoofd: 'Ze ^jn enorm verschil
lend in karakter en daardoor ook in
aanpassing aan de omstandigheden en
ook in het in zich opnemen van de
leerstof. Wat Luis betreft: ik heb zel
den zo'n introverte knaap gezien, die
je slechts met allerlei kunstgrepen zo
ver kunt brengen, dat hij ergens aan
meedoet. Er gaat helemaal geen enke
le spontaniteit van hem uit om iets
aan te pakken. Hij zoekt manieren om
zich te drukken, hij laat zich heel
moeilijk begeleiden, hij is er gewoon
niet bij met zijn hoofd. Je ziet hem
ook nooit met een ander kind spelen.
Na school is hij direct weg naar huis,
waar hij weer in zijn vertrouwde om
geving is, waar helaas alleen
maar Spaans wordt gesproken. Zijn
vorderingen hier op school zijn maar
heel matigjes. Ik denk niet dat hij na
verloop van tijd naareen MAVO of
technische school zal kunnen. Hij
schijnt daar zelf ook niet bijzonder
veel voor te voelen. Als de fabriek
goed genoeg is voor zijn moeder, is ze
dat ook voor hem. laat hij duidelijk
merken.
Antonio is een heel ander kind, erg
extravert en heel gemakkelijk in het
leggen van contacten met anderen,
ook al verstaat hij ze niet helemaal.
Hij is altijd erg vroeg op het school
plein om met andere kinderen te kun
nen. spelen en ook na school zie je
hem nog lang met andere jongens
rondlopen. Antonio funktioneert heel
aardig in zijn klas, hij mist eigenlijk
niet veel van de leerstof en hij neemt
gewoon deel aan de gesprekken in de
klas. Qua persoonlijkheid heeft hij
het heel wat makkelijker dan zijn
broer. Antonio is ook handig, hij kan
bij handenarbeid snel en goed allerlei
dagen maken. Hij redt het wel, lijkt
me zo'.
BIJLESSEN
Tijdens de bijlessen, die de drie kin
deren van de vrijwilligster krijgen,
werken ze meestal aan de leerstof,
waarmee zij op school bezig zijn en
speciaal aan die dingen, waarmee ze
het moeilijk hebben. Voor Antionio is
dat aardrijkskunde (alle Nederlandse
provincies met de hoofdsteden leren),
voor Luis is dat lezen en vooral het
uitleggen van wat er gelezen is en
voor Maria del Carmen is dat ook het
lezen van gedichten en prozastukken,
waarmee ze op school bezig is, het
maken van wiskundige opgaven en
het lezen van aardrijkskunde-lessen.
In deze bijlessen toont Antonio zich
inderdaad de snelste en makkelijkste
leerling, maar ook Luis doet erg zijn
best om een beetje te begrijpen, waar
over het gaat. Wanneer hem om de
betekenis van een bepaald woord ge
vraagd wordt, wil hij het vaak teke
nen, dat gaat hem makkelijker af dan
het onder woorden brengen.
EVEN FIJN
Gevraagd ho.e zij het in Holland vin
den en of ze niet liever terug zouden
willen naar Spanje, antwoorden de
twee oudsten, nogal bedachtzaam dat
ze het hier en in Spanje even fijn
vinden. Ze hebben in Spanje wel
meer vriendjes dan hier en ze begrij
pen er alles beter, maar hier heeft
hun vader werk en dat had hij de
laatste tijd in Spanje niet, nadat zijn
winkeltje over de kop was gegaan.
Antonio is duidelijk een voorstander
van Nederland: 'We hebben hier op
school zwemmen, handenarbeid en
gymnastiek, dat hadden we in Spanje
niet Daarom is het hier veel fijner',
zegt hij.
Op de vraag wat zij op school moei
lijk vinden en wat fijn, zegt Maria del
Carmen: 'Ik vind alle vakken fijn, als
ik ze begrijp. Daarom vind ik Frans
fijn en Engels, maar Nederlands en
aardrijkskunde en muziek niet, daar
snap ik niet veel van'. Antonio vindt
ook Nederlands het moeilijkst, net zo
als Luis. Maar Antonio heeft wel aar
digheid in het lezen van gemakkelijke
Nederlandse boekjes, de twee oudsten
lezen voornamelijk Spaanse boeken.
Wat ze alle drie leuk vinden, is tele
visiekijken. Waarnaar ze kijken: 'Me-
rijntje Gijzen, Woestewolf, Popeye,
Beertje Colargol, de schooldagen van
Tom Brown en Oorlog en Vrede.
Vooral Antonio vond Oorlog en Vrede
erg mooi, wat zijn zusje de opmerking
ontlokt, dat hij vooral de oorlogssce-
nes mooi vond.
Dit is het eerste artikel van een serie
van drie over het onderwijs aan bui
tenlandse kinderen.
de bossen werden ernstig aangetast.
In de bossen werd lukraak gekapt.
Het paleis werd op zeker moment ver
kocht en ingericht als logement De
Utrechtse herbergier Marien Halewijn
zwaaide 'er enige tijd de scepter. In de
Utrechtsche Courant kon men in die
tijd in advertenties lezen hoe plezie
rig" het wel was in het 'aangenaam en
welgelegen lusthuis Zoestdijk', waar
men 'appartementen, gemeubileerd en
ongemeubileerd' kon huren.
Vond men het er te deftig of voelde
men een zekere schroom mee te doen
aan de ontluistering van de vroegere
prinselijke woning? Wie zal het zeg
gen? Het logement werd een flop en
de Fransen gingen er toe over om het
paleis te gebruiken als paardestal. Dat
duurde voort tct het moment waarop
de wispelturige broer van keizer Na
poleon. Lodewijk Napoleon, Soestdijk
ontdekte. Dat was in 1808. Hij smeet
er vele duizenden guldens tegenaan
om het paleis weer bewoonbaar te
maken. Toen hij er eenmaal woonde
viel het hem tegen. Lodewijk Napole
on vond het 'te klein'. Daarom pakte
hij snel zijn biezen.
GESCHENK
Na de Franse tijd bleef Soestdijk ei
gendom van de staat totdat de Staten
Generaal in 1815 op het idee kwamen
kroonprins Willem, de zoon van ko
ning Willem de Eerste het paleis te
schenken als waardering voor zijn op--
treden in de slag bij Quatre Bras. Zo
kwam Soestdijk weer in het persoon
lijk bezit van de familie van Oranje.
Dat is het gebleven tot januari 1971.
Toen drceg de koningin Soestdijk
weer over aan de staat, omdat het on
derhouden ervan haar te kostbaar
werd. Woonplaats van de Oranjes zou
Soestdijk echter blijven, zo werd te
vens bepaald.
De laatste anderhalve eeuw hebben al
le Oranjes korter of langer tijd op
Soestdijk gewoond. Uiteraard had de
een er groter voorkeur voor dan de
ander. Willem de Tweede hield van
Soestdijk en zijn vrouw Anna Paulow-
na nog meer. Voor de komst van Wil
lem en Anna Paulówna in 1818
was Soestdijk op kosten van de staat
geheel verbouwd en uitgebreid. De
twee vleugels kwamen er toen met
name bij.
Anna Paulówna maakte na het heen
gaan van haar man van Soestdijk haar
zomerverblijf, evenals later koningin
moeder Emma zou doen. In de winter
maanden was het paleis onbewoon
baar. Het was er dan niet warm te
stoken. Pas toen prinses Juliana en
prins Bernhard in 1937 hun intrek
namen op Soestdijk werd daaraan iets
gedaan door de aanleg van centrale
verwarming. Elektrisch licht was in
1929 aangelegd als een geschenk van
het Nederlandse volk voor de konin
gin-moeder, die toen een halve eeuw
in Nederland woonde. Voor die tijd
werd het paleis met gaslampen ver
licht. Ook petroleumlampen en kaar
sen waren voordien in zwang.
Anna Paulówna maakte, kunstliefheb
ster als zij was. van het paleis een
soort museum. Daar is later wel iets
aan veranderd,maar veel van de
kunstschatten in de vorm van prachti
ge vazen en schilderijen die nu de
statievertrekken van het paleis vullen
zijn door Anna Paulówna ingebracht.
Anna Paulówna liet Soestdijk na aan
haar derde zoon, prins Hendrik, die
het paleis ging bewonen met zijn
vrouw Amalia van Saksen Weimar en
na haar dood met zijn tweede vrouw
Maria van Pruisen.
Koning Willem de Derde en zijn zus
ter Sophie van Saksen Weimar waren
de volgende generatie die Soestdijk in
bezit kregen. Zij kwamen er maar zel
den. Willem de Werde gaf de voorkeur
aan Het Loo. Zijn vrouw voelde zich
wel thuis op Soestdijk. Dat verklaart
dat Emma er na 1890 om het andere
jaar met haar dochtertje kwam. In
1901 voerde zij de traditie in dat zij
de zomermaanden op Soestdijk door
bracht en de wintermaanden in Den
Haag.
Koningin Emma zorgde ook voor een
flinke reorganisatie van de inventaris
van het paleis. Tal van overbodige za
ken liet zij overbrengen naar Den
Haag waar ze werden opgeslagen. Dat
lot trof met name de familie souve
nirs van Anna Paulówna, zoals stukjes
bot van Willem de Tweede, tevoor
schijn gekomen nadat hij in 1815 ver
wondingen aan zijn been had opgelo
pen in de strijd bij Quatre Bras.
Ook voelde de koningin-moeder zich
niet gelukkig met de restanten van de
legendarische Jan van Speyk, die in
de onafhankelijkheidsstrijd van Zuid
Nederland in de jaren dertig van de
vorige eeuw met zijn kruitschip de
lucht inging, ondèr haar dak.
Onze huidige koningin ging als kind
dikwijls bij haar grootmoeder logeren.
Zij mocht er dan kinderen uit de
buurt uitnodigen om te komen spe
len. Natuurlijk waren dat wel streng
geselecteerde speelkameraadjes. Ze
werden 'gerecruteerd' uit paleisperso
neel of deftige Baarnse famiililes. Maar
hoe dan ook, prinses Juliana vermaak
te zich er prima. Het is waarschijnlijk
in die tijd geweest, dat bij haar de in
teresse voor Soestdijk ontstond.
Het feit dat Soestdijk na het overlij
den van koningin-moeder Emma leeg
stond benutte onze Koningin bij haar
huwelijk meteen Soestdijk werd prin
selijke residentie, ook al kregen prin
ses Juliana en prins Bernhard slechts
de Baarnse vleugel toegewezen. De
rest van het paleis bleef domein van
koningin Wilhelmina.
Eenmaal koningin geworden, piekerde
Juliana er niet over naar Den Haag te
gaan verhuizen, zoals algemeen werd
verwacht In de hofstad was men bit
ter teleurgesteld door deze beslissing.
Met de snelle vervoersmogelijkheden
is het echter tegenwoordig niet be
zwaarlijk meer dat een koningin niet
in de regeringsstad woont. Als het no
dig is zit zij zo in Den Haag. In de
loop der jaren is tocht Soestdijk -
Den Haag en omgekeerd dan ook heel
vaak ondernomen. Hoeveel herinne
ringen Den Haag ook voor haar heeft
en hoe veel kenissen daar wonen,
Soestdijk is voor koningin Juliana
toch echt haar 'thuis' geworden. Prins
Bernhard denkt er net zo over. Bei
den zijn het roerend eens met de om
schrijving die prinses Beatrix lang ge
leden eens van haar ouderlijk huis
gaf: 'Paleis Soestdijk: ons heerlijk
thuis'.
De prinsessen Beatrix, Irene en Christina zijn op Soestdijk geboren. De ge
boorte van de oudste twee dochters van het koninklijk paar leidde tot het uit
geven van herinneringsprentbriefkaarten,
door Willem-Jan Martin
Er heerst momenteel een
betrekkelijke rust aan het
platenfront. Dat is natuurlijk
mmder plezierig als je op mooie
muziek zit te wachten (overigens
een goed bericht: over twee weken
verschijnt de vierde elpee van By
Cooder! anderzijds geeft het
echter de mogelijkheid aandacht te
besteden aan zaken, die in de loop
der weken door hun geringer
actualitei'tskarakter, of wat dan
ook, niet of voldoende aan bod
konden komen.
De belangrijkste plaat van dit
inhaalprogramma is dan T. B.
SHEETS (Bang Records HSM
5008) door VAN MORISON.
Weliswaar betreft het hier een
elpee die vermoedelijk is
uitgebracht om te proberen een
graantje mee te pikken van de
bescheiden Morrison-hausse, die
korte tijd over deze contreien
heeft gewoed in de eerste helft
van deze maand, toen de release
van een vrij gave dubbel-elpee
(It's Too Late To Stop Now...) nog
eens extra kracht werd bijgezet
door een halverwege naar
aangename hoogten groeiend
concert (8 april), en is het verder
te doefi om muziek, die al zo'n
zeven jaar oud is: het neemt hoe
dan ook niet weg, dat het nog best
de moeite loont er een paar
woorden aan vuil te maken, juist
omdat hier sprake is van een nog
tamelijk agressieve voordracht
(dus Van Morrison op zijn best)
en de plaat destijds niet die
aandacht heeft gekregen, die hij
verdiende.
T. B. Sheets, is een op drie
plaatsen gewijzigde versie van de
elpeen Brown Eyed Girl, het
eerste solowerkstuk van Van
Morrison na de breuk met de
VAN MORRISON
legendarische Ierse groep Them in
1967. De opnamen geschiedde in
Amerika onder de supervisie van
de inmiddels overleden producer
Bert Berns, die na een
aanvankelijk kontrakt met de
gebroeders Ertegun van Atlantic
twee eigen lables startte (Bang en
Shout) en daarop naast Morrison
attrakties onder zijn hoede had als
The McCoys (de hit Hang On
Sloopy) en The Isley Brothers.
Charlie Gillett, de auteur van het
meer dan uitstekende popboek The
Sound Of The City, herinnert zich
Berns als een producer, die in
tegenstelling tot veel van zijn
tijdgenoten, zijn artiesten in hun
waarde liet en hen niet gebruikte
als instrument ter vertolking van
zijn eigen gevoelens.
Van Morrison
T. B. Sheets, alias Brown Eyed
Girl is op deze wijze een zeer
zuivere registratie van het destijds
nogal gekwelde genie Van
Morrison.
Een vrij moeilijke jongen, die met
de hele wereld, maar vooral ook
met zichzelf overhoop lag. De
problemen, die de eenzame
knokpartij met zich mee bracht,
werden niet bij het binnentreden
van de studio op een laag pitje
gezet, maar juist daar op zeer
emotionele wijze van zich af
geschreeuwd. De betrokkenheid bij
datgene, waarover Morrison zingt
is dan ook hoorbaar (de hoestekst
verhaalt onder meer over een
sessie die moest worden
afgebroken, omdat het inleven wat
al te hevig verliep) en dat
verleent de muziek een
indrukwekkend eerlijk en direct
karakter. Opvallend daarbij is het
uitstekend volgen van de - over
het algemeen - sobere begeleiding.
De accenten die zo worden gelegd
verdiepen de boel tot een nu en
dan bijna ondragelijke
schrijnendheid (He Ain't Give You
None, T. B. Sheets). Gelukkig is er
iets van een tegenwicht in de
vorm van Brown Eyed Girl, en een
heel losjes klinkend Madame
George, dat eigenlijk op de elpee
Astral Weeks thuishoort
Anderzijds, en al weer geruime
tijd uit is daar voor de
liefhebbers de zoveelste elpee van
Frank Zappa, Apostrophe (Discreet
Records DS 2175), met veel
grappen, incidenteel
indrukwekkend gitaarwerk van de
meester zelf (het aan de elpee Hot
Rats herinnerende titelnummer),
maar toch vooral veel bekende
wendingen, en zowaar nog een
produktie vai^ eigen bodem in de
vorm van twee dozijn Rock 'n'
Roll Tunes (Negram NY-9) aan
elkaar gebreid door een
instrumentaal kwintet onder
aanvoering van de pianist Mark
Jansen, die daarmee de weg gaat
welke reeds met ruim sukses is
betreden door Rob Hoeke en - al
een heel stuk minder origineel -
de Jaap Dekker Boogie Set De
kassa zal er zeker wel bij varen,
maar voor de doorsnee-
rockminnaar moet deze gladde
presentatie van een serie uitgetikte
klassiekers waarschijnlijk een
slag in het gezicht betekenen.