'Schepper' persoonsbewijs
berokkende Nederlandse
zaak 'n onmetelijke schade
Geen Ives, toch Ives
SH|l
Groot speelterrein aan
Hemsterhuisstraat zal
deze zomer al open zijn
Dr. De Jong doet boekje open over inspecteur Lentz
a
Tweede ronde van verkeersonderzoek
Stiefzoontje erg
mishandeld
Twee adjudanten
van Haagse politie
worden inspecteur
Oosteinde 16
voor rechter
Stemmen tege
de spreiding
GPV wil fluor uit
Delfts drinkwater
TROUW/KWARTET MAANDAG 25 MAART 1974
BINNENLAND RH
'Wij menen dat er geen politieman, geen V-mann, zelfs geen
provocateur geweest is die de Nederlandse zaak een zo
onmetelijke schade berokkend heeft als de schepper van het
persoonsbewijs, de Nederlandse ambtenaar J. L. Lentz uit
Den Haag.
Dat is het oordeel van prof. dr. L. de Jong over de ontwerper
van het persoonsbewijs het identiteitsbewijs dat in de oorlog
iedere Nederlander boven 15 jaar steeds bij zich moest dragen.
De Jong gaat uitvoerig in op de persoon en het werk van deze
Lentz. Wij drukken hierbij de tekst van dr. De Jong in enigszins
bekorte vorm af-.
15 4 ,Y <11, ij IS
- «'Y-s'
f 5-WW j_<5*J| wl fvA
B'-M A - 01)41 S
In de eerste wereldoorlog kwam men in overheidskringen steeds
sterker tot het besef dat de invoering van een nieuw systeem van
bevolkingsregistratie wenselijk was. waarbij elke inwoner een eigen
registratiekaart zou krijgen. Van de nadelen van het bestaande on
volledige en per gemeente verschillende systeem was men zich op
menige gemeentesecretarie wel bewust, maar de meeste ambtena
ren die bij de bevolkingsregistratie betrokken waren, braken zich
het hoofd niet over de vraag hoe een beter systeem er uit moest
zien. Wie dat wèl deed, was een ambtenaar van de Haagse ge
meentesecretarie, Jacobus Lambertus Lentz, hèm moeten wij zien
als de schepper van het persoonsbewijs.
Lentz, die in '94 in Den Haag geboren
was, had in '13 een aanstelling gekre
gen als 'schrijver' bij de hulppost-
Scheveningen van het Haagse bevol
kingsregister. Hij ontpopte zich als
een niet alleen buitengewoon ijverig
maar ook buitengewoon bekwaam
ambtenaar. Hij maakte promotie en
werd tenslotte inspecteur van de be
volkingsregisters bij het Centraal Bu
reau voor de Statistiek.
Nieuwe regeling
Zijn plaats bij het CBS gaf hem
evenwel weinig mogelijkheden om ef
fectief in te grijpen. Dat veranderde,
toen zijn inspectie in '32 van het CBS
losgemaakt werd en toegevoegd aan
het departement van binnenlandse za
ken: nu kreeg Lentz de gelegenheid,
een nieuwe algemene regeling te ont
werpen en op haar invoering aan te
dringen. De regeling bepaalde dat alle
gemeenten van 1 juli 1936 af per
inwoner een aparte kaart moesten
aanleggen waarvan formaat en inde
ling voorgeschreven waren.
Op de voorkant van die kaart werden
de gegevens van de betrokken inwo
ner (ook zijn adres natuurlijk, alsme
de het kerkgenootschap waar hij even
tueel lid van was) vermeld, op de
achterkant die van de eventuele echt
genoot (of echtgenote) en kinderen
(die elk ook een registratiekaart kre
gen).
Persoonskaarten van overledenen, van
diegenen die het land blijvend verla
ten hadden maar ook van allen die
geen vaste woonplaats bezaten (de
meer dan vijfentwintigduizend schip
pers bijvoorbeeld, mét hun gezinsle
den). werden bewaard in een 'centraal
bevolkingsregister, dat toegevoegd was
aan een nieuwe dienst die op de
uitvoering van het gehele systeem
controle moest uitoefenen: de in Den
Haag gevestigde Rijksinspectie van de
Bevolkingsregisters, die ressorteerde
onder 0e minister van binnenlandse
zaken.
Lentz werd hoofd van die rijksinspec
tie. Hij had als ontwerper van het
nieuwe systeem van bevolkingsboek
houding een koninklijke onderschei
ding ontvangen: ridder in de Orde
van Oranje-Nassau.
Was hij voldaan? Geenszins. Want hij
mocht dan wel bereikt hebben dat
alle inwoners van Nederland volgens
een geüniformeerd systeem geregis-
streerd stonden, dat betekende nog
niet dat hun identiteit in het maat
schappelijk verkeer steeds onomstote
lijk vast stond. Juist dat laatste leek
Lentz in hoge mate wenselijk, en niet
hem alleen. Natuurlijk, er waren Ne
derlanders die een paspoort bezaten,
maar dat waren naar verhouding niet
zovelen (er werd maar weinig naar
het buitenland gereisd) en bovendien
kon men in dat paspoort gemakkelijk
knoeien: wie zijn identiteit wilde ver
bergen, kon op een gestolen paspoort
met weinig moeite de er in aange
brachte foto door zijn eigen foto ver
vangen: met even bijtekenen van het
gemeentestempel dat gedeeltelijk over
de oorspronkelijke foto was aange
bracht, was de zaak voor elkaar.
Criminele elementen konden van die
falsificatiemogelijkheden profiteren.
Bij het departement van justitie
maakte men zich daar al jarenlang
zorgen over: verdachten zou men veel
gemakkelijker kunnen opsporen als
elke Nederlander verplicht werd,
steeds een identiteitsbewijs bij zich te
hebben waaruit die identiteit onom
stotelijk zou volgen.
Aanbevolen
De invoering van zo'n kaart werd
dan ook in maart '39 door een inter
departementale commissie met nadruk
aanbevolen. Het vierde kabinet-Colijn
hield dat advies in beraad. Een van
de overwegingen was daarbij dat men,
met het oog op de in geval van oorlog
te verwachten rantsoenering, met
spoed de uitreiking van een ander,
veel simpeler identiteitsbewijs, de dis
tributiestamkaart, in voorbereiding
moest nemen. Die distributiestam
kaart zou geen foto bevatten hij
kon dus onmogelijk als een overtui
gend identiteitsbewijs beschouwd wor
den. Of het kabinet-Colijn tegen de
invoering van zulk een bewijs ook
meer principiële bezwaren had, weten
wij niet.
Een feit is dat die bezwaren wèl
bestonden bij het kabinet-De Geer.
Het rapport van de interdepartemen
tale commissie kwam hier begin
maart '40 ter discussie. Daarbij stelde
het kabinet zich op het standpunt dat
de invoering van een identiteitsbewijs
als door de commissie bepleit, waarbij
eigenlijk elke burger als een potentië
le misdadiger beschouwd werd. in
strijd zou zijn met de Nederlandse
tradities.
Haagse ambtenaar
ontwierp standaard-
registratiekaart
Lentz nam van die beslissing met
teleurstelling kennis, wellicht zelfs
met verontwaardiging. Zij was hem
een bewijs dat er van de Nederlandse
parlementaire democratie niet veel
deugde. In geen enkele politieke par
tij had hij meer vertrouwen: hij was
een eigen partij gaan oprichten, de
Nederlandse Volksgemeenschap
meer dan één- of tweehonderd -aan
hangers kreeg hij niet.
In Duitsland
In het Derde Rijk moest iedere bur
ger steeds een identiteitsbewijs-met-
foto, de z.g. Kennkarte, bij zich heb
ben. Dat was een belangrijk hulpmid
del voor de Sicherheitspolizei geen
wonder dan ook, dat de hoogste func
tionarissen van de Sicherheitspolizei
ontstemd waren, toen zij, in Den
Haag hun taak aanvaardend, consta
teerden dat (zo zagen zij het) de
Nederlandse autoriteiten de laksheid
zo ver doorgedreven hadden dat Ne
derland niet eens een waterdicht
identiteitsbewijs kende.
Zij wendden zich tot de secretaris
generaal van justitie, Tenkink, en de
ze berichtte op 14 juni '40 per brief
aan zijn ambtgenoot van binnenlandse
zaken, Frederiks, dat 'de Duitse poli-
tie-autoriteilen namens de Duitse
overheid de wens te kennen hebben
gegeven dat zo spoedig mogelijk
wordt overgegaan tot invoering van
de identiteitskaart hier te lande.'
Men ziet: hier was sprake van een
Duitse 'wens' liet was geen bevel;
bovendien was het een wens van 'de
Duitse politie-autoriteiten'; die wens
vervullend, zou men dus bij uitstek
die politie-autoriteiten ('de Gestapo',
zoals men toen nog zei) een dienst
bewijzen. Maar Tenkink noch Frede
riks beriepen zich op het negatieve
standpunt dat de regering enkele
maanden tevoren ingenomen had. In
tegendeel: Tenkink wees Frederiks
uitdrukkelijk op het rapport van de
interdepartementale commissie dat
door de regering afgewezen was.
Het werd spoedig duidelijk dat de
invoering van zulk een nieuw bewijs
maanden, misschien wel meer dan een
jaar zou vergen. Zo lang wensten 'de
Duitse politie-autoriteiten' niet te
wachten. Vandaar dat Tenkink en
Frederiks op 1 oktober '40 bepaalden
dat voorlopig het paspoort of de dis
tributiestamkaart als identiteitsbewijs
zou gelden; aan de stamkaart zou dan
een foto gehecht worden, maar men
kon de foto met weinig moeite door
een andere foto vervangen. De 'Duitse
politie-autoriteiten' waren dan ook
niet tevreden en Lentz evenmin.
Lentz was er in de zomer van '40 van
overtuigd dat Duitsland de oorlog
practisch al gewonnen had. Er moest
een nieuw Nederland ontstaan een
Nederland dat in het nieuwe Europa
een ereplaats zou innemen doordat er
een identiteitsbewijs zou gelden, beter
dan men het waar ook ter wereld
bezat! Aan welke eisen zulk een iden
titeitsbewijs moest voldoen, wist Fre
deriks niet in bijzonderheden: hij gaf
Lentz opdracht, zich in die problema
tiek tc verdiepen. En Lentz toog aan
het werk.
Voor het identiteitsbewijs dat hem als
ideaal voor de geest zweefde (hij
vond er ook een passende naam voor:
'persoonsbewijs'), koos hij in overleg
met het rijksvezelinstituut en met een
deskundige van de drukkerij Ensche
dé te Haarlem een speciale karton
soort uit van een samenstelling die
raderen zonder sporen na te laten
practisch onmogelijk maakte.
In dat karton zou de Nederlandse
leeuw als watermerk aangebracht wor
den, 'een schaduw-watermerk in dit
karton vast te leggen, vereist vak
manskunst', schreef Lentz in een rap
port dat hij begin augustus '40 aan
Frederiks uitbracht, 'iedere deskundi
ge zal derhalve aan afwijkingen ter
stond een falsificatie kunnen herken
nen.' Dat karton zou met een bepaald
ondergrondpatroon bedrukt worden.
Dit cliché zou op het karton gedrukt
worden met een paarse drukinkt die
de eigenaardigheid bezat dat hij on
zichtbaar werd als men hem tegen
een kwartslamp hield. De tekstdruk
('Gesl.nm', 'Voorn.', 'Geboren', 'Ge
huwd met', 'Beroep', 'Uitgereikt op',
enz.) zou aangebracht worden met
een inktsoort die uiterst gevoelig was
voor aceton het oplosmiddel dat
men zou kunnen gebruiken om ge
typte of geschreven gegevens te ver-
Lentz
wijderen teneinde ze door andere te
vervangen. In het persoonbewijs zou
de houder voorts zijn handtekening
moeten plaatsen en er zou over een
'venster' in een der pagina's een foto
aangebracht worden: tenslotte zou de
houder op één van de pagina's ook de
afdruk van zijn rechterwijsvinger
moeten plaatsen (het departement
van justitie had gewenst dat alle tien
vingers plus de handpalm afgedrukt
zouden worden, maar dat zou volgens
Lentz teveel plaats innemen en was
ook niet noodzakelijk); diezelfde vin
gerafdruk zou aan de achterzijde van
de foto komen Verving men dus de
foto plus de vingerafdruk aan haar
achterzijde door een andere foto plus
andere vingerafdruk, dan zouden de
beide vingerafdrukken niet kloppen.
Bovendien maakte Lentz het verwijde
ren van die foto bijzonder moeilijk:
hij zou namelijk aan de achterzijde
een doorzichtig zegel (de vingeraf
druk moest zichbaar blijven) over
de foto laten plakken met een kleef
stof die afweken met water of stoom
onmogelijk maakte zonder onmiddel
lijk zichtbare sporen na te laten: in
dat geval zou namelijk de watergevoe-
lige druk die aan de achterzijde van 't
zegel aangebracht was, aangetast wor
den. Maar gebruikte men voor dat
afweken aceton. dan zou men. hoe
voorzichtig men het ook deed, de
arcering aantasten die in de acetonge-
voelige inkt rond het 'venster' ge
drukt zou worden op de randen waar
op de foto moest worden vastgeplakt.
Beschermd
Aldus kreeg in de loop van juli '40
het persoonsbewijs vorm dat Lentz als
ideaal voor de geest zweefde; het zou
perfect beschermd zijn tegen namaak
of wijziging. Lentz liet bij de Algeme
ne Landsdrukkerij enkele proefexem
plaren vervaardigen en toonde die
aan SS-Sturmbannfilhrer dr. Bruno
Wolff, hoofd van de Abteilung IV
(Gegnerbekampfung) van het bureau
van de Befehlshaber der Sicherheit
spolizei und des SD. Dr. Wolff was er
zeer over te spreken maar stelde de
eis dat Lentz zijn proefexemplaren
voor alle zekerheid zou voorleggen
aan de Duitse instelling die gespecia
liseerd was op het terrein der falsifi
caties: het Kriminaltechnische Institut
der Sicherheitspolizei te Berlijn, een
onder het Relchssicherheitshauptamt
ressorterende instelling. Lentz ver
zocht Frederiks, hem een reisopdracht
te geven, maar hij kreeg te horen,
'dat de secretaris-generaal niets voor
die reis gevoelde.' Nu werd dr. Wolff
ongeduldig het slot van het lied
was dat Lentz tóch zijn reisopdracht
van Frederiks kreeg, zij 't mondeling.
Op 17 augustus '40 (de Luchtslag om
Engeland was net begonnen) vertrok
Lentz samen met een ambtenaar van
de afdeling binnenlands bestuur van
Frederiks' departement naar Berlijn.
De deskundigen "an het Kriminal
technische Institut der Sicherheitspo
lizei stonden paf: het door de Neder
lander Lentz ontworpen persoonsbe
wijs was aanzienlijk beter dan de
Duitse Kennkarte.' Maar één aspect
bleek Lentz verwaarloosd te hebben:
alle op de persoonsbewijzen voorko
mende gegevens, de handtekening, de
foto en de vingerafdruk inbegrepen,
moesten ook nog in een centrale kar-
totheek samengebracht worden. Met
die aanvulling er bij werden Lentz'
voorstellen goedgekeurd.
Perfect
Geen land in bezet Europa, en ook
Duitsland niet, heeft in de periode
van het nationaal-socialisme een iden
titeitsbewijs gekend dat technisch en
administratief zo perfect was als het
Nederlandse persoonsbewijs. Wij zul-
bestaan van die ene gecentraliseerde
collectie de Sicherheitspolizei de mo
len in de eerstvolgende delen van ons
werk nog beschrijven, welk een gigan
tische opgave het voor de falsificatie-
groepen der illegaliteit vormde om
persoonsbewijzen te wijzigen dan wel
na te maken. 'Het is eigenlijk nooit
gelukt', zei later een van de topfigu
ren van de Landelijke Organisatie
voor Hulp aan Onderduikers, 'een
persoonsbewijs te maken dat aan een
serieuze controle van de Duitsers kon
ontsnappen.'
Ook in Engeland bleek men nimmer
in staat, de Nederlandse persoonsbe
wijzen zo volmaakt na te maken dat
zij tegen die controle bestand waren.
De door Gerrit van der Veen opge
richte illegale Persoonsbewijzencen-
trale (PBC) slaagde er eerst in april
'44 in, van een relatie bij de Lands
drukkerij een bus te krijgen met de
speciale, voor de ondergrond gebruik
te paarse inkt die bij het licht van
een kwartslamp onzichtbaar werd.
Eerst enkele maanden voor de bevrij
ding verwierf diezelfde PBC van de
Landsdrukkerij een kopie van het zet
sel dat voor de tekstdrug van het
Twee pagina's uit een persoonsbewijs met rechts het doorzichtige
zegel. Aan de andere kant daarvan zat in het 'venster' de foto waar
op aan de achterzijde de vingerafdruk geplaatst werd. De tweede
vingerafdruk moest daarmee corresponderen. Het stempel van de
gemeente van uitreiking werd gedeeltelijk zowel over de foto als
over het zegel aangebracht.
persoonsbewijs gebruikt was. Bij wer
kelijk grondige controle kon van elk
gewijzigd of nagemaakt persoonsbe
wijs de onechtheid vastgesteld wor
den. Dat zoveel tienduizenden toch
met een onecht persoonsbewijs de
bezetting doorgekomen zijn, lag uit
sluitend aan het feit dat de controle
als regel, en onvermijdelijk, een
vluchtig karakter droeg: was dat niet
het geval, dan 'hing' men.
Maar daarmee zijn nog niet eens alle
nadelen van het door Lentz ontwor
pen stelsel opgesomd. Zodra de Si
cherheitspolizei de naam wist van een
Nederlander die zij wenste te arreste
ren maar die ondergedoken was, vond
zij in de collectie ontvangstbewijzen-
persoonsbewijs het nummer van het
aan hem uitgereikte persoonsbewijs
(dat werd dan onmiddellijk in het
gedrukte en periodiek aangevulde Op
sporingsregister van de Nederlandse
politie opgenomen) plus zijn adres,
foto, vingerafdruk en handtekening.
Bovendien kon de Sicherheitspolizei
van elke arrestant onmiddellijk veri
fiëren of hij inderdaad de persoon
was voor wie hij zich blijkens zijn
persoonsbewijs uitgaf. Van het ont
vangstbewijs dat met dat persoonsbe
wijs correspondeerde, kreeg.de Sicher
heitspolizei dan een fotokopie die
fotokopie ging linea recta naar de
instantie in of buiten bezet Nederland
die de arrestant in handen had.
'Kwam er iemand van de SD, dan
moest', aldus later een commies van
Lentz' rijksinspectie, ''het personeel
van het foto-atelier binnen de kortst
mogelijke tijd een reproduktie uit het
OPB-register leveren.Bij mijn late
re arrestatie door de SD, ter gelegen
heid waarvan ik in Scheveningen
werd gedetineerd, vertelde mij een
SD-man dat de inspectie voor de SD
een waardevol instituut was en dat de
'service' aldaar prima was.'
Veel slachtoffers
Hoeveel duizenden mensenlevens dit
systeem gekost heeft, valt niet nauw
keurig te schatten. Het latere verweer
van Lentz dat de Duitsers gegevens
betreffende door hen gezochte perso
nen hadden kunnen vinden in de
normale bevolkingsregisters, op de
lijsten van dienstplichtigen, op de
kiezerslijsten of in de gegevens bij de
belastingen of bij de Raden van Ar
beid, dunkt ons in elk geval irrele
vant: afgezien van het feit dat deze
'normale' gegevens niet in de verste
verte zo volledig waren als die welke
zich in de collectie ontvangstbewijzen-
persoonsbewijs bevonden (men denke
slechts aan de foto, de vingerafdruk
en de handtekening), bood juist het
gelijkheid tot snelle verificatie en
snel ingrijpen.
Trouwens, Lentz was zich tijdens de
bezetting volkomen bewust van het
feit dat zijn dienst mede een instru
ment van de bezetter was. Toen hij in
de zomer van '42 vernam dat de kans
bestond dat zijn inspectie naar het
door Adr. Hager
DEN HAAG Hoe kwetsbaar
een symfonieorkest is tijdens een
langdurige gastdirigentenperiode
blijkt bij het Residentie Orkest.
Kort voor de uitvoering van de vierde
symfonie van Bruckner werd onlangs
dirigent Leitner ziek. Eveneens bij
een vierde symfonie, namelijk die van
Charles Ives, moest dirigent Lukas
Foss wegens ziekte een aantal concer
ten bij het Residentie Orkest afzeg
gen. Men verkeert in Den Haag ech
ter in de gelukkige omstandigheid,
dat men nog steeds een beroep kan
doen op de gepensioneerde Willem
van Otterloo en het concert van zater
dagavond, nummer 9 in de keuzeserie,
stond dan ook onder zijn leiding.
Geen Ives. toch Ives, zij het dat Van
Otterloo de partituur van de vierde
symfonie gesloten liet en teruggreep
naar een werk dat eerder op het
programma stond, namelijk Three
Places in New England. Bij dergelijke
onvoorziene omstandigheden moet
men dat maar voor lief nemen, even
als de keuze van een van Van Otter-
loo's muzikale stokpaardjes: de tweede
suite Daphnis et Cloë van Ravel.
De greep van de oud-dirigent op het
orkest is vast, daarvan getuigden ook
de twee nocturnes van Debussy. Vrij
dagavond stonden deze werken van
Ives, Debussy en Ravel ook op het
programma van het jeugdconcert. Een
concert dat een bijzonder karakter
droeg, omdat het op die dag juist
vijftig jaar geleden was, dat op initia
tief van Peter van Anrooy het eerste
jeugdconcert door het Residentie Or
kest werd gegeven. De opmaat van
talloze concerten voor de jeugd, al
nemen de jeugdconcerten in ons land
in vergelijking met Amerika nog
steeds een al te bescheiden plaate in.
Jaring Walta
Bescheiden ook is Jaring Walta, een
der concertmeesters van het Residen
tie Orkest. Zijn collega's Krebbers,
Olof en Noske delen hun concertmees
terschap met een solistische carrière.
Walta treedt echter minder op de
voorgrond, Zaterdagavond liet hij zich
horen in het vioolconcert van Stra-
winsky, in 1931 geschreven en het
enige vioolconcert van de componist
De muzikale wereld dankt dit werk in
feite aan de componist Hindemith en
de violist Dushkin, die Strawinsky tot
dit concert hebben aangezet Het werk
is opmerkelijk in die zin, dat het
twee adagiodelen heeft en in feite een
instrumentale monoloog genoemd kan
worden. Walta, die van blad speelde,
heeft wat bescheiden van toon de
lyrische en virtuoze eigenschappen
van het concert met veel inzet naar
voren gebracht. De zelfstandige func
tie van de begeleiding kreeg onder
Van Otterloo meer reliëf dan onder
de gegeven omstandigheden gewenst
was.
DELFT Op 27 en 2fc maart en op 3
en 4 april zal de tweede fase van het
verkeersonderzoek in de Delftse bin
nenstad worden uitgevoerd. Circa vijf
tig man, bestaande uit verkeersdes-
kundigen van Openbare Werken, poli
tiemannen en studenten zullen op de
DEN HAAG De Officier van justi
tie heeft zes maanden en onvoorwaar
delijke terbeschikkingstelling van de
regering geëist tegen de 29-jarige Ha
genaar J. B., die begin januari in
drift zijn driejarig stiefzoontje ernstig
mishandeld heeft.
De man was op een avond, toen het
kind naar zijn oma was geweest en
vervelend was geweest, zo driftig ge
worden om het gezeur van het kind
dat hij het van zijn bedje af sleurde
en het met de vuist had geslagen.
Ook had hij het jongetje zo hardhan
dig bij het pyamaatje vastgepakt, dat
het kind rood aanliep en naar adem
snakte. Volgens zijn vriendin had de
man zijn stiefzoontje bovendien ge
schopt, wat hij voor de rechtbank
ontkende. Het kind had uitwendige
verwondingen opgelopen aan hoofd,
rug en onderlichaam.
Donderdag 4 april uitspraak.
oosten des lands geëvacueerd zou wor
den, deed hij onmiddellijk zijn beklag
bij het Generalkommissariat van
Wimmer.
Hoe moet men nu deze Lentz zien?
Men heeft, dunkt ons, bij hem te
maken met de dienstklopper in opti
ma iorma. Een NSB'er was hij niet,
hij was wèl pro-Duits. Belangrijker
evenwel dan deze politieke gezindheid
achten wij 'smans karakter: een dor
re, eigenlijk van de wereld vervreem
de, zijn ambtelijke idealen najagende
perfectionist die elke door wie ook
verstrekte opdracht met onbegrensde
toewijding wenste uit te voeren. 'Ik
zou het zo willen voorstellen', ver
klaarde na de oorlog een van de
hoofdambtenaren van Binnenlandse
Zaken: 'als morgen aan de dag Lentz
opdracht krijgt, zijn eigen doodvonnis
tc maken, dan maakt hij het zo dat
hij met geen mogelijkheid tussen de
mazen door kan glippen.' De man was
van zijn taak bezeten. Regelmatig
werkte hij halve nachten door. Hij
verwaarloosde zijn gezin een gezin
dat zijn arbeid trouwens met afschuw
gadesloeg; zijn vrouw liet zich van
hem scheiden. Zijn inspectie was zijn
leven. Met haar gegevens speelde hij
als een kind met zijn speelgoed. Hij
liet er een lijst uit opstellen van alle
Nederlandse familienamen (men telde
er 115.455), van alle Joodse familiena
men apart (men telde er 9.696) ja
hij ontwierp in de lente van '43 nog
een vollediger systeem van bevol
kingsboekhouding waarbij hij voor
zichzelf de functie en titel van 'direc
teur-generaal van de persoonlijke
staat' reserveerde.
'Domme vragen'
Eens ging hij, vermoedelijk in '43, op
een uitnodiging in om over zijn
systeem van bevolkingsboekhouding
een inleiding te houden in een van de
gijzelaarskampen in Noord-Brabant.
Hij sprak er met vuur en verve,
maar, aldus zijn na-oorlogse herinne
ringen, 'één van mijn opponenten
maakte plotseling de opmerking dat
hij en anderen zich meermalen had
den afgevraagd of het niet het beste
zou zijn dat alle bevolkingsregisters
in de lucht vlogen, en vroeg mij hoe
ik daarover dacht. Een onderdrukt
gelach hier en daar onderstreepte de
ze vraag. Dit prikkelde mij uitermate
en ik slingerde de opmerking de zaal
in dat ik hier niet was gekomen om
dergelijke domme vragen te beant
woorden en dom gelach aan te horen.'
Die 'domme vragen' hielden evenwel
aan. Van begin '43 af werd Lentz in
de illegale bladen steeds scherper aan
gevallen. Die kritiek las hij met ver
bijstering maar ook met bezorgdheid
voor zijn eigen leven. Herhaaldelijk
werden hem bpvendien dreigbrieven
toegezonden. Rauter gaf hem een lijf
wacht. maar zijn angst verminderde
niet In de herfst van '43 werd hij er
door verpletterd: hij stortte in en
herstelde niet. Ontslag werd hem
ovenwei geweigerd, 'omdat dat voor
beeld', volgens de Duitsers, 'nu school
zou kunnen maken.'
.Tot zover het verhaal van De Jong.
Als aanvulling kan nog worden mee
gedeeld dat Lentz na de oorlog wegens
collaboratie tot drie jaar is veroor
deeld. Hij is overleden op 18 augustus
1963. Red. Tr./Kw.
DEN HAAG Twee adjudanten
het Haagse politiekorps zullen volg
besluit van de minister van bint
landse zaken bevorderd worden
inspecteur. De 57-jarige C. J. B. J
sen wordt waarnemend chef van
bureau fraude en de 5-jarige W.
Hoogenraad zal toegevoegd won
aan de chef van het bureau vreen
lingendienst De onderhavige bevoi
ring is vrij zeldzaam.
De heer Jansen is sinds 1940 wi
zaam binnen het Haagse politiekoi
In 1946 werd hij geplaatst op
bureau fraude, waar hij alle ran
doorliep. In 1970 is de heer Jan
bevorderd tot adjudant.
De heer Hoogenraad is eveneens t
af 1940 werkzaam bij de Haagse p
tie. In 1946 ging hij werken bij
vreemdelingendienst, waar hij i
rangen doorliep. De heer Hoogenn
werd in 1968 bevorderd tot adjudai
Beide heren zijn bevorderd met tei
werkende kracht tot 1 januari 1$
Zij zullen op dinsdag 2 april geïns
leerd worden.
VOORBURG De gemeenten
heeft met 20 tegen 5 stemmen B.l
W. de bevoegdheid tot het voeren
rechtsgedingen met betrekking i
Oosteinde 16 gedelegeerd. B. en I
hebben zoals bekend de huurovere)
komst met de Stichting Voorbui
Ontmoetingscentrum voor Jonge)
met ingang van 16 maart j.l. beS
digd. De stichting heeft echter d
een advocaat laten weten dat aan
ontruimen van het gebouw zoals)
februari werd verzocht niet kan w
den voldaan. Het geschil zal, aldus
en W., nu aan de burgerlijke rech
moeten worden voorgelegd.
Een voorstel van het PAK-raadslid
A. van der Kooy de beslissing over
delegatie van bevoegdheid een ma:
uit te stellen werd met 19 tegen
stemmen verworpen. De sticht
heeft vorige week bekend laten
ken dat Oosteinde 16 voortaan ied
zaterdagmiddag geopend zal zijn
aktiecentrum.
DEN HAAG Na de PvdA heeft
ook de WD, afdeling Den Ha
protest aangetekend tegen de sp
dingsplannen van de regering. 'V
groting van de spreiding van 6500
8300 ambtenaren is onaanvaardb
voor de agglomeratie'. Een dergeli
vergroting brengt onherstelbare sc
de toe aan het economische en mqr
schappelijke leven in Den Haag, alt
de WD-ers. Doordat verplaatsing
de PTT ook van invloed zal zijn
de vele toeleveringsbedrijven zal <8
elders werkgelegenheid verdwijnt
De VVD verwijt de regering gc
overleg te hebben gepleegd met u
agglomeratie, terwijl de 'onomkej
baarheid' van de operatie tot een w
voorzichtiger benadering had moeé
leiden.
DELFT Het GPV te Delft dri
er in een schrijven aan de raad
aan dat de Delftse burgers ongefluij
deerd drinkwater aangeboden krijg,
dat diegenen die gefluorideerd wa
wensen dit op bepaalde plaatsen k
gen aangeboden en dat de overheid j
burgers wijst op goede eet- en dri
gewoonten die het tandbederf teg
gaan.
Als argumenten tegen fluorider
van het drinkwater voert het G
aan de aantasting van de persoonli
vrijheid, de onzekerheid in medisi
kring inzake fluoridering, het sch
pen van precedenten, want ook anE
re stoffen zouden kunnen worden t
gevoegd, de vervuiling van het mil
door gefluorideerd water waan i
maar 1 procent door kinderen nutE
gebruikt wordt en de mogelijkh j
via tabletten (medisch voorschrift) i
tandpasta zich van fluor te voorzieij
toegangswegen naar de binnenstad en
in het centrum zelf elke tiende auto
mobilist aanhouden.
Als de betrokken weggebruikers wil
len meewerken wordt hen gevraagd
waar zij vandaan komen en waar zij
heen gaan, alsmede wat men daar
deed, respectievelijk gaat doen. De
overige passerende weggebruikers
worden alleen geteld. Uiteraard blij
ven de ondervraagden anoniem.
Dit onderzoek is een vervolg op de
enuête, die in september en oktober
van het vorig jaar is gehouden. Met
de aldus verkregen gegevens kan een
vergelijking worden gemaakt. Op ba
sis van deze resultaten is het mogelijk
te bepalen welke verkeersmaatregelen
ten aanzien van de oude stad moeten
worden genomen, na het gereedkomen
van de werkzaamheden op de Came-
retten.
Verwacht wordt overigens, dat er op
de enqufitepunten bij het komende
onderzoek enig oponthoud kan ont
staan, maar dit zal niet leiden tot
chaotische toestanden.
TER AAR Zondagmorgen half tien
verleent het hervormd kerkkoor van
Alphen medewerking in de dienst van
de hervromde gemeente alhier. Voor
ganger is ds. Lindenburg, de plaatse
lijke predikant.
DEN HAAG De kinderen uit
het Zeeheldenkwartier zullen de
ze zomer al gebruik kunnen ma
ken van het in de Hemsterhuis
straat, achter het Onderwijsmu
seum gelegen terrein dat bestemd
is voor de aanleg van een 'speel-
centrum'. Volgend jaar zomer zal
het terrein eigenlijk pas defeni-
tief 'speelgereed' zijn, maar wet
houder Vink deelde hierop
in de Raadscommissie voor Sport
en Recreatie mee, dat er voor de
komende zomer al enige voorlo
pige voorzieningen zullen worden
aangebracht.
De wethouder beloofde een en ander
op aandringen van de heer Zorge,
leider van Clubhuls Het Anker en
mevr. De Vries van de aktiegroep 'De
Groene Eland' die, vergezeld van een
aantal buurtbewoners en een vijftigtal
kinderen naar de commissievergade
ring waren toegekomen om te vragen
wanneer er eindelijk eens uitvoering
'zal worden gegeven aan het al sinds
1968 bestaande plan tot aanleg van
dan 500.000) eind mei of begin juni
aan de gemeenteraad zal worden voor
gelegd.
Later stemde hij er echter op voorstel
van de heer Du Chatinier (KVP) in
toe, te bekijken of het plan niet
eerder in de raad kan worden behan
deld.
een speelterrein aan de Hemsterhuis
straat.
De kinderen die vanaf de publieke
tribune geen twijfel lieten bestaan
over hun aanwezigheid hielden sp
doeken en borden onhoog waarop 1 f'
zen waren te lezen als: '2379 kinder
speelruimte 0,00 m2, en 'speelruin!i
is leefruimte'.
Die 0,00 m2 speelruimte werd d<"
werd door wethouder Vink overig<
bestreden met de woorden: 'Bij
kerk aan de Elandstraat is vorig ji
een klein speelterreintje geschapen
bovendien zijn we momenteel be J,
om in de Paleistuin enige voorzien
gen aan te brengen'.
Toch zei hij begrip te hebben vA|
het ongeduld van de buurtbewonia
over het nog steeds ^uitblijvende grdë
'Speelcentrum' aan de Hemsterhi u
straat, temeer daar hij zijn in
tijdens een werkbezoek aan De Grtei
ne Eland gedane belofte, dat de we i
zaamheden aan het terrein in 11
zouden beginnen, niet bleek te z|i:
nagekomen.
'Ik kan niet verhelen, dat er ver#
ging in de uitvoering is opgetrede r
aldus de wethouder. c
Al met al kon de heer Vink ui te in i
lijk meedelen, dat het voorstel
uitvoering van het plan (kosten meC]
o<
LEIDEN Dc heer H van Someren «i
Voorschoten is gepromobeerd tot doctor
de faculteit der geneeskunde op proefsclf
getiteld 'Segragatlon of human enzyme s vi
antigen markers in man chines hams j.
somatic cel hybrids. De promotoren wai
Prof Dr Ir A Rocrch en Prof Dr D BootsnRJ
De heer W L Dekker te Rilland Bath It
gepromoveerd lot doctor in de faculteit
Godgeieegdheld op proefschrift getiteld D
matische en bijbels theologische studie 01
de plaats van Israël In het denken van Kk_
Barth. met namen in zijn Kirchllcho Dogt
tlek. Do promotor was Prof dr H Berkhof.